CD 38 VAN DE REDACTIE LET OP. Informatiemagazine over het. diagnoseapparaat van Citroën. Diagnose Citroën NIEUW

Transcriptie

1 CD 38 VAN DE REDACTIE M A G Mei 2007 Informatiemagazine over het diagnoseapparaat van Citroën Diagnose Citroën LET OP Nu de lente is aangebroken neemt de Direction Technique Après-vente u mee voor een ritje buiten de gebaande paden met de introductie van de eerste 4x4 van Citroën, de C-Crosser. U vindt hier alle nieuwtjes over de diagnosemiddelen van CD38 die zich in de C4 SEDAN bevinden met zijn Flex Fueltechnologie die we in Brazilië vinden, en de nieuwe datacommunicatiemodule RT4. U komt meer te weten over de ontwikkelingen van de diagnoseschema's en de zoekhulpmogelijkheden van permanente gebruikers. Tot slot laten we u de functionaliteiten van de referentiekrommen zien. Dit magazine is bestemd voor expert technici, expert monteurs en Citroën monteurs. Het team van de Direction Technique Après-Vente I N H O U D Succes met lezen en met de Diagnose! NIEUW P.2 De C-Crosser Citroën C4 Sedan Flex Fuel Handheld PC ZOOMING P.4 Ontwikkeling van de diagnoseschema's Referentiekrommen Diagnosehulpmiddelen De nieuwe RT4 Module Herhaling CRI DIAG P.5 P.6 P.7 TRUCS & TIPS P.7 INSTALLATIE P.8 LEXIA mag - MEI 2007 editie CD 38 ref 0072D5 - NL Lexia38_NL.indd 1 16/04/07 10:46:51

2 A u t o n i e u w s de diagnose van de C-CROSSeR 2 De C-CROSSER in het kort De C-Crosser wordt vanaf juli 2007 als Diesel-uitvoering in het netwerk geïntroduceerd. Het is de eerste 4x4 van het merk Citroën. De auto wordt gemaakt in samenwerking met Mitsubishi (geïnspireerd op de Outlander). De bijzonderheden van de C-CROSSER Een nieuwe motor De C-Crosser is voorzien van een nieuwe 2.2L HDi motor van 157 pk (DW12M, opvolger van de DW12B). Hij onderscheidt zich door een enkele turbo met variabele geometrie die wordt aangestuurd door een elektrische schakelaar met standmeting. De motor is de eerste die is uitgerust met een elektroklep die kortsluiting van de koeler van het EGR-systeem mogelijk maakt (vandaar de nieuwe parameter positie by-pass EGR-koeler waarmee de gewenste positie gecontroleerd kan worden door de rekeneenheid van het inspuitsysteem). NB: aangezien de aircodruksensor niet is aangesloten op de rekeneenheid van het inspuitsysteem, is de parametermeting afkomstig van gegevens van de aircomodule. Tip: bij brandstofgebrek moeten de volgende handelingen 3 keer achter elkaar worden uitgevoerd: "contact aanzetten - 15 seconden wachten - het contact uitzetten", zodat de opvoerpomp die zich in de tank bevindt, het lagedrukcircuit kan vullen. Nadat u deze stappen 3 keer heeft uitgevoerd, kunt u de motor starten. De elektronische architectuur De elektronische architectuur is gebaseerd op drie netwerken die onderling een aantal rekeneenheden verbinden. De auto is uitgerust met twee CAN-netwerken en een LIN-netwerk. Niet direct toegankelijke rekeneenheden Voor het diagnoseapparaat zijn de rekeneenheden van de portiermodules en het open dak op de LIN bijzonder. Alles wat te maken heeft met communicatie en diagnose wordt centraal geregeld in de ETACS rekeneenheid. Daarom raadpleegt het apparaat voor elke vraag met betrekking tot deze rekeneenheden vanuit de menu's van de diagnoseprogramma's, de rekeneenheid ETACS via specifi eke routines. > Een hoofdrekeneenheid: de ETACS De ETACS is vergelijkbaar met de BSI. Hij centraliseert bepaalde functies en vormt de diagnoseschakel tussen de diagnoseaansluiting van de auto en de andere netwerken. Let op: de ETACS bevat geen storingslogboek (JDD). Downloaden en telecoderen De volgende rekeneenheden komen in aanmerking voor de functies downloaden en/of telecoderen: Rekeneenheid Te downloaden Te telecoderen ETACS (BSI) CMM Diesel CMM Benzine CVT Tijdens het telecoderen worden de andere rekeneenheden overigens automatisch bijgewerkt door ETACS. Deze laatste zorgt voor een update van de andere rekeneenheden van het netwerk op basis van gegevens die hij bevat. De stuurhoeksensor Bij de C-Crosser is de stuurhoeksensor een volwaardige rekeneenheid die beschikt over zijn eigen zelfdiagnose. Deze bevindt zich in het diagnoseprogramma in het menu Actieve, passieve veiligheid. De kalibrering hiervan vindt dan ook plaats in deze rekeneenheid en niet in de ESP zoals bij de andere modellen. Een geheel nieuwe rekeneenheid: de automatische koppeling van het achterdifferentieel De C-Crosser rijdt doorgaans met de twee aangedreven wielen aan de voorkant. Deze stand kan echter in stilstand of tijdens het rijden veranderd worden met behulp van een schakelaar op de middenconsole. Er zijn drie standen: - tweewielaandrijving: 2 aangedreven wielen aan de voorkant, - vierwielaandrijving: 4 aangedreven wielen, - de Lock-stand: 4 aangedreven wielen met specifi eke aandrijvingsregels voor het achterdifferentieel. De automatische koppeling van het achterdifferentieel wordt aangestuurd door een rekeneenheid die het koppel, in vierwielaandrijving of Lock-stand, doorgeeft naar het achterdifferentieel als de voorwielen grip verliezen. Het gripverlies wordt waargenomen door de wielsensoren van het ABS-systeem. De AWD-module ontvangt de gegevens via het CAN-netwerk en zorgt voor een stroom tussen 0A en 3A afhankelijk van het motorkoppel dat aan de achterwielen moet worden doorgegeven. Met betrekking tot de diagnose bevindt de rekeneenheid zich onder het dashboard, naast het koppelingspedaal.'met behulp van de diagnose kunnen storingen worden afgelezen, parameters worden gemeten en schakelaars worden getest. Door een schakelaartest kan de overdracht van het koppel naar de achterwielen worden geforceerd om de staat van de automatische koppeling te controleren. Xenon koplampen Xenon koplampen zijn optioneel verkrijgbaar. In dat geval regelt een rekeneenheid de instelling van de koplampen. Deze rekeneenheid is niet toegankelijk in de globale test en bevindt zich in het menu van het instrumentenpaneel onder de tab "balanscorrectie". Alleen "storingen lezen" is mogelijk. Het inlezen van de lampen gebeurt mechanisch. Tot slot worden storingen niet direct afgelezen via het diagnoseapparaat met de foutcodes die op het scherm verschijnen zoals bij de meeste PSA rekeneenheden, maar via het instrumentenpaneel van de auto in de vorm van een pictogram (zie de foto hiernaast). Hiertoe moet u vanaf het apparaat een diagnosesessie starten voor deze rekeneenheid, de aanwijzingen volgen om de foutcode op het instrumentenpaneel te krijgen en controleren of de melding overeenstemt met de bijbehorende storing. Algemene opmerking: De tijdelijke en blijvende foutmeldingen blijven, evenals de bijbehorende contexten, gelijk aan de meldingen die aanwezig zijn op de auto's van het merk.

3 A u t o n i e u w s De beschikbare motoruitvoeringen Pictogram koplamp Aandrijfgroep Benzine Diesel Hdi roetfilter 2,4 l pk 2,2 l pk Handgeschakelde zesversnellingsbak Handgeschakelde vijfversnellingsbak CVT Plaats van de DIAG-aansluiting Diagnoseaansluiting onderaan de stuurkolom N CAN-C N CAN-B N LIN 7800 ESP ABS / ASR Rekeneenheid vierwielaandrijving Rekeneenheid gecodeerde startvergrendeling Autoradio of -telefoon (radiogedeelte) 6830 Open dak 9030 Plaat op bestuurdersportier 6570 Airbags bestuurder en passagier 9050 Plaat op passagiersportier 1320 Inspuitsysteem/ontsteking 8492 Handsfree set 9032 Plaat linker achterportier 1630 Versnellingsbak 8080 Airconditioning 9033 Plaat rechter achterportier 7701 Rekeneenheid stuurwielhoek 0004 Instrumentenpaneel 8500 Navigatiesysteem LEXIA MAG- CD 38

4 A u t o n i e u w s CITROËN C4 SEDAN FLEX FUEL De C4 SEDAN, met 1.6 L benzinemotor (TU5JP4) wordt verkocht als Flex Fuel uitvoering in Brazilië. De rekeneenheid voor motorcontrole die bij dit type inspuitsysteem hoort is de ME7.4.9 BOSCH. Een Flex Fuel-motor is een motor die werkt op een mengsel van benzine en ethanol in een variabele verhouding. Het alcoholpercentage kan voor deze auto tussen 22% (E22) en 100% (E100) liggen. Specifieke componenten die in deze Flex Fuel-uitvoering zijn verwerkt, zijn: - Een extra benzinetank die onder de motorkap van de auto is geplaatst en een pomp en een elektroklep bevat. - Een relais voor koudstarten dat wordt aangestuurd door de rekeneenheid van het inspuitsysteem en waarmee gestart kan worden via de extra benzinetank om vervolgens over te stappen op de hoofdtank (benzine/ethanol) als de motor warm is. In het diagnoseprogramma zijn de specifieke dynamische parameters voor Flex Fuel (bij de Braziliaanse auto's) toegevoegd in het menu "Parametermetingen / ME7.4.9 Flex Fuel": - Staat relais koudstarten (actief of inactief afhankelijk van de aansturing van de rekeneenheid). - Alcoholpercentage aanwezig in het mengsel (hoofdtank). - Alcoholmeter in liters die het totale ethanolvolume weergeeft dat door de motor wordt gebruikt. NB: Er bestaan geen specifieke foutcodes voor deze auto. GEBRUIK: Het is mogelijk om de motor te laten werken met uitsluitend benzine (zonder mengen) in de hoofdtank. Extra benzinetank G E R E E D S C H A P N i e u w s Handheld PC Ter gelegenheid van het nieuwe jaar 2007 en de invoerperiode van CD38, introduceert ACTIA een nieuwe generatie handheld PC in het LEXIA3 assortiment. Deze is voorzien van de nieuwste snufjes op computergebied met in het bijzonder een grotere opslagcapaciteit en een gebruikssnelheid van 1 Gb RAM. Dit nieuwe platform is volledig compatibel en geïntegreerd in de erkende werkomgeving van alle werkplaatsen van het merk. De nieuwe software ondersteunt dezelfde functionaliteiten. ACTIA zorgt er natuurlijk voor dat de software compatibel blijft met de eerste handheld uitvoeringen die reeds op LEXIA 3 worden gebruikt. Voor eind Fujitsu ST 4120 Fujitsu ST 5020 MOTION LE 1600 Processor Intell Pentium III 933 MHz-M Intell Pentium III 1.10 GHz-M Intell Pentium M LV 758-1,5 GHz Besturingssysteem Microsoft Windows XP Handheld PC Edition 2002 Microsoft Windows XP Handheld PC Edition 2002 Microsoft Windows XP Handheld PC Edition 2002 Geïnstalleerd RAM-geheugen 256 MB 256 MB 1 Gb geheugen (400 MHz DDR2) Max. ondersteund RAMgeheugen 768 MB (per toegevoegd reepje van 512 MB) 2 GB (per toegevoegd reepje RAM) 1,5 Gb Accutechnologie Lithium ion (6-cell: 10,8 V, 4000 mah) Lithium ion (6-cell: 10,8 V, 4000 mah) Lithium ion (4-cell: 14,8 V, 2600 mah) Scanner Elektromagnetisch (actief) Elektromagnetisch (actief) Elektromagnetisch (actief) Geïnstalleerde harde schijf 30 GB (uitbr. tot 60 Gb mogelijk) GB (uitbr. tot 60/80 Gb mogelijk) Gb harde schijf - 1,8 inch op stootblokken BIOS Phoenix BIOS, 8MB, flashable Phoenix first BIOS, 1 MB, flashable Phoenix BIOS, 1 MB, flashable Snelheid BUS-systeem 133 MHz 400 MHz 400 MHz Grafische processor Intel 830 MB Intel 855 GMB Chipset Intel 915 GMB Audio Geluidskaart (STAC9767) Geluidskaart (BSTAC9753A) Geluidskaart (AC97) Communicatie Modem V.90, 56K, 10/100 Base-T-Ethernet Modem V.92, 56K, 10/100/1000 Base-T/TX-Ethernet Draadloze verbinding Stekkers Ontwikkelingen kenmerken en eigenschappen van de handheld PC's voor Lexia 3 Wireless LAN (802.11b) 2 USB-poorten 1.1; IEE 1394; modem RJ-11; LAN RJ-45; IrDA 1.1; VGA; 1 type 1 of II; PCMCIA; Hoofdtelefoonaansluiting; Microfoonaansluiting; Aansluiting toetsenbord/muis Bluetooth TM systeem, optie Intel PRO Wireless 2200 BG Network Connection (WI-FI communications certified b/g) 2 USB-poorten 1.1; IEE 1394; modem RJ-11; Ethernet RJ-45IrDA 1.1; VGA; 1 type 1 of II; PCMCIA; Hoofdtelefoonaansluiting; Microfoonaansluiting; Aansluiting toetsenbord/muis; Aansluiting externe monitor; SD/MC-stekker Ingebouwde LAN Ethernet-controller 10/100/1000 met RJ-45 stekker (Ethernet gigabyte) Bluetooth, Infrarood IrDA, WiFi (Intel 802,11 b/g of Atheros a/b/g), Ethernet Gigabyte I/0 Poorten & Uitbreidingen; DVI (Digital Video Interface) VGA; ingang microfoon en uitgang hoofdtelefoon; PCMCIA; Digitale vingerafdruklezer; USB 2.0 x 2 Beeld 10,4*XGA TFT actieve matrix 12,1*XGA TFT beeldscherm ,1* TFT XGA met grote zichthoek en variabele lichtsensor Accutechnologie Lithium ion (6-cell: 10,8V, 4000 mah) Lithium ion (6-cell: 10,8V, 4000 mah) Lithium ion (4-cell: 14,8V, 2600 mah) Autonomie 4 uur (3,5 uur) 6 uur (3,5 uur) standaard accu kan 3,5 uur zelfstandig werken (afhankelijk van de toepassing) Afmetingen 30,1 cm x 22 cm x 22 cm 32,4 cm x 22 cm x 4 cm 29,6 cm x 24 cm x 18,7 cm - 2,2 cm Gewicht 1,5 Kg 1,55 Kg 1,4 Kg

5 ZOOMing Ontwikkeling van de diagnoseschema's Voorbeeld 1: foto van de aansluiting van de adapters van de BSI. De vele opmerkingen vanuit het netwerk over de structuur van de diagnoseschema's worden geleidelijk aan behandeld en verwerkt in uw diagnoseprogramma's. Deze aanpak wordt, in tegenstelling tot de vorige, in CD38 toegepast op alle diagnoseschema's van de aircofunctie op de C4 Picasso. Het beoogde doel is om de kwaliteit en de efficiëntie van de diagnoseschema's te verbeteren en het gebruik van de diagnoseschema's te vergemakkelijken. De standaard schema's beginnen voortaan met een cel waarin de mogelijke oorzaken van het aan het licht komen van de storing evenals de componenten die deze storing kunnen veroorzaken worden aangegeven. Structuur van het symptoomschema De begeleide methode streeft voortaan naar een of meerdere componenten (zie magazine van CD37). Daarom geven de symptoomschema's via de begeleide methode de lijst met componenten weer van de rekeneenheid die problemen geeft. Voorbeeld 2: aansluitschema van meerdere adapters. Aan de hand van dit schema is te zien dat de adapter 4267-T moet worden aangesloten op de groene 63-polige stekker van het automatische aansluitblok en de adapter 4231-T op de witte 63-polige stekker van het automatische aansluitblok. De details van de controles zijn te vinden in het vervolg van het diagnoseschema. Structuur van het storingsschema De structuur van het schema is tot een geheel gemaakt. Zo vindt men voor de controles: het materiaal dat nodig is voor het maken van het schema, een indicatie van de verlooptijd van het schema. De controles volgen het volgende schema (als de in het schema uitgevoerde controles dat mogelijk maken): voorbereidende controles, diagnostische controles, mechanische controles, elektrische controles. NB: De meest eenvoudige controles worden verenigd aan het begin van het schema. U hoeft uit deze lijst met componenten slechts de component(en) te kiezen die uit de begeleide methode naar voren is/zijn gekomen om in het controleschema van de component(en) te komen. Plaatsing van de adapters Als in een schema meerdere adapters aangesloten zijn op het automatische aansluitblok van het diagnoseapparaat, wordt hierbij een foto of een aansluitschema geplaatst waaruit de plaatsing van de adapters duidelijker wordt. Pad in het programma om toegang te krijgen tot de verschillende diagnoseschema's Globale test of per functie F5 Resultaat DIAGSYS Globale test of per functie Geavanceerde BSI Vanaf juni 2007 wordt de C4 Picasso uitgerust met "geavanceerde" BSI's als vervanging voor de "universele" BSI's. Uiteindelijk zullen alle full-can auto's voorzien worden van nieuwe BSI's. Let op: deze "geavanceerde" BSI's mogen niet op de plaats van de "universele" BSI's worden gemonteerd en omgekeerd. Er zijn geen veranderingen met betrekking tot de diagnose. Voor het eenvoudig herkennen van de BSI die op de auto is gemonteerd, voorziet het programma vanaf CD 38 in een extra regel: "Type BSI" op het scherm "Identificatie". rode rekeneenheid Schema Symptoom Schema voor controle van de component Storingen lezen Schema Storing LEXIA MAG- CD 38

6 Referentiekrommen De fysieke meting bij de aansluitingen van de rekeneenheden Met het diagnoseprogramma kunnen krommen en metingen worden verkregen bij auto's dankzij de kaart voor Fysieke metingen en het automatische Aansluitblok (252-polig), ongeacht de gebruikte modus (Expert, Geleid of Handmatig). In de programma's zijn referentiekrommen opgenomen om de gemeten signalen te vergelijken met theoretische referentiesignalen. Het doel van de referentiekrommen is om het lokaliseren en zoeken van storingen te optimaliseren in de verschillende methodes die de programma's rijk zijn, door: te bepalen of een signaal wordt afgegeven of ontvangen door een sensor/schakelaar tussen bepaalde aansluitingen van de rekeneenheid, de vorm van het betreffende signaal te vergelijken met de "correcte" of "verwachte" vorm van datzelfde signaal. Opmerking: Hiertoe moeten de gespecificeerde testvoorwaarden maximaal worden nageleefd om te proberen hetzelfde signaal te krijgen. Als aan alle testvoorwaarden is voldaan en het verkregen resultaat niet conform is, moet het zoeken naar de storing grondiger worden aangepakt. Let op: De referentiekrommen zijn niet bedoeld voor gebruik als strikte maten voor bijvoorbeeld tijd of spanning, maar meer als een "orde van grote".aangezien de schermen hiervan relatief klein zijn, kunt u tevens de functies meer gedetailleerde "Parametermetingen" en "De oscilloscoop" raadplegen. Deze hebben een groter en beter leesbaar scherm, maar moeten handmatig gekalibreerd worden. De referentiekrommen bevinden zich in: Alle systemen die worden beheerd door een rekeneenheid of een module (ECM, BSM, BVA, etc.) en die verbonden zijn met sensors/schakelaars die afzonderlijk vervangen kunnen worden (elektroklep, sensor, regelaar, etc.). Met uitzondering van: > Signalen die te complex zijn om omgezet te worden, zonder meerwaarde (netwerksignalen), > Signalen met een te snelle of te langzame dynamiek (temperatuurmeting over meerdere uren, trilsignalen tot meer dan 500 kb/s), > Toevallige signalen (testomstandigheden die te wisselend zijn om na te bootsen) met een kans op verkeerde interpretatie, > Alles-of-niets-signalen (spanningsmeter voldoende), > Systemen waarvan de schakelaars/sensors niet gespecificeerd worden (Autoradio, Multifunctioneel display, etc.). Procedures: >De toegang is uitsluitend mogelijk na het aflezen van storingen van de rekeneenheid, via het icoon "Fysieke metingen" (toets F2). Er is een submenu "referentiekrommen", Diagnosehulpmiddelen Zoeken permanente verbruikers In het diagnoseprogramma zijn nieuwe diagnosehulpmiddelen opgenomen. Deze hebben betrekking op het ontladen van de accu dat hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door een permanente verbruiker. Ze zijn te gebruiken op alle auto's met een > Er verschijnt een lijst met alle referentiekrommen die beschikbaar zijn voor de geselecteerde rekeneenheid. De methode is volledig begeleid: > De instellingen zijn vooraf bepaald (tijdbasis, spanning, offset, activering) > De metingen worden vooraf ingevoerd > De testvoorwaarden worden gespecificeerd > De interpretatie van de resultaten wordt nader verklaard multiplexsysteem. Hiermee kan onderzocht worden of de oorzaak van het startprobleem te maken heeft met het ontladen van de accu en of dat gebeurt door een permanente verbruiker, waarna deze gelokaliseerd kan worden. Voor toegang hiertoe gebruikt u de toets F6 in de "Globale test", vervolgens "Accusysteem" en tot slot moet u het schema "Permanente verbruiker" selecteren.

7 De nieuwe datacommunicatiemodule RT4 Diagnose DeV scherm Net als de vorige generatie is de datacommunicatiemodule RT4 een systeem voor radio, telefonie en navigatie. Met de datacommunicatiemodule en het bijbehorende multifunctionele display (DeV kleurenscherm) kunnen talrijke gegevens over de auto en storingen worden weergegeven via waarschuwingsmeldingen. Hiernaast ziet u een overzicht van de architectuur waarin de verschillende rekeneenheden en organen worden beschreven die bijdragen aan de werking van de functies van de datacommunicatiemodule RT4. De diagnosehulpmiddelen Om u te helpen bij de diagnose van de nieuwe datacommunicatiemodules RT4, worden 10 hulpmiddelen verspreid in de vorm van Info Diag. Net als bij de datacommunicatiemodule RT3, is elk hulpmiddel gewijd aan een of meerdere functies van de auto. (zie hieronder voor de verdeling) CAN Inter Systems netwerk CAN-carrosserie netwerk BSI ABS Parkeerhulp Instrumentenpaneel Bedieningsmodule onder stuurwiel Airbag CAN-comfort netwerk of stuurwiel met vaste centrale bedieningen (per geval verschillend) Commando ontvanger datacommunicatie Ruitbediening Cdwisselaar Digitale versterker CAN Analoge versterker Link audio CD-wisselaar Luidsprekerverbinding voor noodgevallen Micro Inklapbaar scherm CD-speler Draadverbinding airbag IRDA GPS GSM AM/FM1 FM2 SIM Audio UIT IN Video 1 IN ARCHITECTUUR RT4 ID-nr. Behandelde functies Auto 377 Presentatie van het assortiment diagnosesystemen van de RT4 378 Diagnosesysteem van de RT4: perimeter Start/Stop 379 Diagnosesysteem van de RT4: perimeter Weergave 380 Diagnosesysteem van de RT4: perimeter Geluid 381 Diagnosesysteem van de RT4: perimeter Navigatie Diagnosesysteem van de RT4: perimeter Spraakherkenning/Spraaksynthese Diagnosesysteem van de RT4: Perimeter CD-speler/ CD-wisselaar 384 Diagnosesysteem van de RT4: perimeter AM-FM / RDS-TMC 385 Diagnosesysteem van de RT4: perimeter Telefonie / Diensten 386 Diagnosesysteem van de RT4: perimeter Toetsen / Commando's Alle auto's die zijn uitgerust met een RT4 Trucs & Tips Installatie van de update > Bij Lexia3 MOET u de LEXIA-toepassing sluiten alvorens de update te starten. > Neem aan het eind van de installatie de update CD/-DVD uit de speler om te voorkomen dat de installatie opnieuw start. Gebruiksaanwijzingen voor de handheld PC: > Voor een goede werking van uw Lexia3- toepassing moet u geen updates van Windows XP (onder andere Service Pack2) of andere softwareprogramma's installeren. Gegevens invoeren in Lexia: > Gegevens invoeren in de menu's "Algemene Instellingen / Configuratie gebruiker" en "Algemene Instellingen / Configuratie programma": het apparaat MOET een serienummer hebben (configuratie Programma) en een RAC klantnummer (configuratie Gebruiker). Dankzij het invoeren van deze gegevens kunnen de machines en de gebruikers beter gevolgd worden. LEXIA MAG- CD 38

8 L E X I A 2 Voor een volledige update van de software, gaat u als volgt te werk: I N S T A L L A T I E v a n e e n L E X I A u p d a t e > Koppel uw Communicatie-interface los van het apparaat. > Zet de Lexia 2 aan en wacht tot deze volledig is opgestart. > Controleer of uw CD-Rom-drive is ingeschakeld. > Gedurende de hele update mag de Communicatie-interface niet opnieuw aangesloten worden. > Neem de update CD-Rom van Lexia 2. > Leg deze in de drive. > Selecteer het CD-Rom update pictogram. > Selecteer hier uw taal en bevestig dan uw taalkeuze. > Ga aan het eind van de update (ongeveer 45 min.) verder door op te drukken, schakel dan uw Lexia 2 uit. > Sluit uw Communicatie-interface opnieuw aan op het apparaat. > Schakel uw Lexia 2 apparaat weer in. > De Lexia 2 is nu geïnstalleerd. Controleer de versie. L E X I A 3 Voor een volledige update van de software, gaat u als volgt te werk: > Schakel de handheld PC in en wacht tot WINDOWS compleet gestart is. > Controleer of uw handheld PC en uw dvd-rom-drive zijn ingeschakeld. > Neem de update CD-Rom en/of DVD-Rom van Lexia 3. > Leg deze in de drive. > Selecteer hier uw taal en bevestig dan uw taalkeuze. Kruis de optie Installatie / Update aan. > De update van het apparaat start (ongeveer 20 tot 25 minuten). > De Lexia 3 is nu geïnstalleerd. Controleer de versie. OPMERKING Let op dat de Communicatie-interface is aangesloten op de handheld PC bij het starten van uw Lexia 3 applicatie, zodat de ICC geüpdatet kan worden. LEXIA MAG- CD 38 Automobiles Citroën RCS PARIS "De rechten van het intellectuele eigendom van de technische informatie in dit document behoren exclusief toe aan de Constructeur. Reproductie en/of verspreiding van het geheel of delen van deze informatie is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Constructeur." "De technische informatie in deze documentatie is uitsluitend bestemd voor professionele autodealers. In sommige gevallen kan deze informatie betrekking hebben op de veiligheid van de auto's. Deze mag alleen gebruikt worden door de automobielreparateurs voor wie zij bestemd is.""de technische informatie in dit document kan worden aangepast naargelang de ontwikkelingen van de kenmerken van de modellen van ieder gamma. Automobielreparateurs dienen regelmatig contact op te nemen met de Constructeur om de noodzakelijke updates te krijgen." Creatie & Foto DTAV/PIMS/EDAV - DCCO Teksten: DTAV/MCDE - Druk EDIPRO- Gedrukt in de E.U.