Beknopte gids voor (pre)starters in de Westhoek

Transcriptie

1 2016 Beknopte gids voor (pre)starters in de Westhoek I. Deheegher J. Hasberghe

2 Inleiding Deze gids wil pre-starters wegwijs maken in het oprichten van een onderneming. Globaal wordt besproken wat de voornaamste stappen zijn om tot de succesvolle oprichting van een onderneming te komen. Enkele voorbeelden daarvan zijn elementaire stappen zoals een bankrekening openen, naar het ondernemingsloket gaan, Ook worden de sociale bijdragen toegelicht. Andere zaken waarmee een startende ondernemer moet rekening houden worden eveneens besproken, o.a. de soorten boekhouding, de belastingen, Een aantal steunmaatregelen waarop een startende ondernemer recht heeft worden ook kort in de kijker gezet. Tevens worden de soorten vennootschapsvormen die aangewezen zijn voor startende ondernemers kort aangegeven. Deze startersgids ambieert slechts een algemene handleiding te zijn en is zeker niet exhaustief. Deze brochure is slechts louter informatief en heeft de bedoeling prestarters voor een eerste maal wegwijs te maken in het wat en hoe van ondernemen. Elders op de website wordt u doorverwezen naar gespecialiseerde instanties als Unizo en Voka, die u bij het opstarten van uw ondernemingen deskundig zullen begeleiden. Hopelijk wakkert deze gids de ondernemerszin bij u aan! Johan Halsberghe Ines Deheegher Poperinge (november 2016) 1

3 1 Starten met een onderneming: vormen en eerste stappen Vooraleer men start als ondernemer moet men enkele stappen zetten. Hieronder wordt stap voor stap uitgelegd hoe men als starter een onderneming kan oprichten. 1.1 Bedrijfsbeheer en of beroepskennis Kennis van bedrijfsbeheer is verplicht in eender welke sector waar men een onderneming wil oprichten. Bedrijfsbeheer kunnen sommigen vanuit school al leren, anderen kunnen dit eventueel nog in een avondschool of via een extra opleiding aanleren. Beroepskennis is niet verplicht in elke sector (bijvoorbeeld klusjesdiensten, ) Vooral in de sectoren bouw, garage, restaurant, enkele schoonheidszorginstituten, is dit wél noodzakelijk. Zo n beroepen worden ook wel gereglementeerde beroepen genoemd. Zowel het bewijs van bedrijfsbeheer als beroepskennis kan men aantonen via een diploma. Wanneer iemand afstudeert met een bachelor of master, heeft die persoon automatisch het bewijs van bedrijfsbeheer. Bij sommige diploma s van het secundair onderwijs zit ook al een bewijs van bedrijfsbeheer, bijvoorbeeld in de richting handel, kantoor,... Daarnaast kan men het ook bewijzen via ervaring in de praktijk. Het is daarnaast ook vanzelfsprekend dat men minimum 18 jaar oud moet zijn om een onderneming te kunnen oprichten. 1.2 Een vennootschapsvorm kiezen Vooraleer men een onderneming kan oprichten, moet men een keuze maken welke vorm van onderneming men wil. Er bestaan heel wat soorten vormen; het is best dat men zich terdege informeert aangaande deze verschillende vormen voor het oprichten van de onderneming. Voor advies omtrent de vennootschapsvorm die het best past bij uw eigen onderneming, kunt u terecht bij het ondernemersloket, Unizo of Voka.

4 Wat is een vennootschap? Een vennootschap wordt opgericht door een contract op grond waarvan twee of meer personen overeenkomen iets in gemeenschap te brengen met als doel één of nauwkeurig omschreven activiteiten uit te oefenen en met het oogmerk aan de vennoten een rechtsreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel te bezorgen. Een startende ondernemer heeft de keuze uit verschillende vennootschapsvormen die onderling verschillen van elkaar. Het is dan ook vanzelfsprekend dat men bij het oprichten van een bepaalde vennootschap, bepaalde stappen moet nemen. Ook vooraleer men de keuze maakt met welke soort vennootschap men wil starten, zijn er verschillende vereisten. Voorbeelden van enkele vennootschapsvormen zijn: besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BVBA), eenpersoonsvennootschap met beperkte aansprakelijkheid (EBVBA), starters-bvba (SBVBA), coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (CVBA), coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid (CVAO), naamloze vennootschap (NV), vennootschap onder firma (V.O.F), commanditaire vennootschap, commanditaire vennootschap op aandelen, gewone commanditaire vennootschap (GCV), landbouwvennootschap (LV), economisch samenwerkingsverband (ESV), In deze gids worden niet alle vennootschapsvormen en hun kenmerken in detail bestudeerd, enkel de meest frequente vormen worden besproken

5 Vaak voorkomende vennootschapsvormen BVBA EBVBA SBVBA De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid wordt opgericht door minimum twee personen. Het minimumkapitaal bedraagt Van dit bedrag moet minstens worden volstort bij de oprichting. Een BVBA heeft een besloten karakter. Aandelen zijn niet zomaar overdraagbaar en staan steeds op naam. Hierdoor kunnen vennoten weten met wie ze samenwerken. Aangezien er sprake is van een beperkte aansprakelijkheid, kunnen de vennoten zich enkel verbinden tot hun inbreng. Bij oprichting zijn een notariële akte en een financieel plan verplicht. Een dubbele boekhouding is aangewezen en verplicht zodra de omzet hoger is dan euro. De besloten eenpersoonsvennootschap met beperkte aansprakelijk-heid is ongeveer hetzelfde als een gewone BVBA. Het grote verschil is dat een EBVBA opgericht kan worden door één persoon. Daarnaast is het minimumkapitaal wel hetzelfde, maar het te volstorten kapitaal ligt hoger bij een EBVBA, namelijk CVBA NV Andere De coöperatieve vennootschap met De naamloze vennootschap is een beperkte aansprakelijkheid moet vennootschapsvorm die moet worden worden opgericht door minimum drie opgericht door minimum twee vennoten. Ook deze vorm werkt zoals een BVBA, maar het grote verschil is dat bij een CVBA een deel van het vennoten. Hun minimum in te brengen kapitaal bedraagt , wat ook hun volledig te volstorten kapitaal is. (vzw), kapitaal vast en een deel variabel is Wanneer men de vennootschap (het kan stijgen of dalen). Het vast kapitaal is altijd minimum , opricht, is er ook een notariële akte en een financieel plan nodig. waarvan moet volstort Aangezien het hier gaat om naamloos, worden. Het variabel kapitaal kent geen minimum en kan stijgen of dalen zonder dat daarvoor een tussenkomst zijn de aandelen wel vrij overdraagbaar en zijn de vennoten anoniem, vandaar naamloos. Het gevolg hiervan is dat van een notaris nodig is. Een voorbeeld de onderneming en de van wanneer het variabel kapitaal kan wijzigen, is wanneer dat een vennoot uit de onderneming wil stappen. Een aandeelhouders niet afhankelijk zijn van elkaar. Ook is het bestuur van een NV gevolg hiervan is dat er steeds ingewikkelder dan het bestuur van een vennoten kunnen bijkomen of BVBA. Bij een NV is er verplichting tot weggaan zonder dat de notaris hierin het hanteren van een dubbele moet tussenkomen. boekhouding. Een ander verschil is dat men heel wat vrijheid heeft om wijzigingen in de statuten door te voeren, bijv. wat betreft het stemrecht, de winstverdeling, SBVBA is de afkorting voor starters- BVBA. Deze vennootschapsvorm is er speciaal voor ondernemers die net starten en een niet te uitgebreid kapitaal hebben. Het verschil met een gewone BVBA is o.a. dat je maar een minimumkapitaal van 1 moet hebben en maximaal Zodra het kapitaal bedraagt, spreekt men terug van een gewone BVBA of een EBVBA. Daarnaast kunnen aandelen niet worden overgedragen aan rechts-personen. Er zijn nog veel andere soorten vennootschappen zoals een commanditaire vennootschap, een vennootschap onder firma (VOF), de vereniging zonder winstoogmerk Deze vennootschapsvormen zijn minder aan te raden wanneer men als jonge ondernemer een vennootschap wil oprichten. Daarom vallen ze ook buiten het bestek van deze gids.

6 1.3 Een bankrekening openen Als starter moet men een rekening openen op naam van de zaak. Dit is omdat men zo alles kan splitsen van je privé-situatie. De rekening moet bovendien geopend worden in een bank die in België gevestigd is. 1.4 Financieel plan, statuten en oprichtingsakte De besproken vennootschapsvormen zijn verplicht een financieel plan op te maken. Hierin komt informatie over het bedrijf, de verwachte leningen, de verwachte inkomsten, de vaste kosten, voor de eerste twee werkjaren. Dit financieel plan wordt dan bijgehouden door een notaris. Ook de statuten, die later in de oprichtingsakte worden opgenomen, moeten bepaald worden. Statuten zijn de algemene informatie over de vennootschap, bijvoorbeeld gegevens van de oprichters, naam van de onderneming, Ze worden neergelegd bij een notaris die ervoor zorgt dat de statuten gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad. De hierboven besproken ondernemingsvormen moeten verplicht een authentieke akte, ook wel notariële akte genoemd, laten opmaken door een notaris terwijl vennootschapsvormen zoals een CVOA, VOF, een onderhandse akte moeten laten opmaken. Het geheel van de akte wordt ook vaak een oprichtingsakte genoemd. Het verschil tussen een authentieke en een onderhandse akte is dat bij een onderhandse akte geen notaris moet tussenkomen en er geen financieel plan of bankattest vereist is, terwijl in een authentieke akte het financieel plan en het bankattest vermeld worden. Men is ook verplicht om de oprichtingsakte te laten registreren bij de Federale Overheidsdienst Financiën (en dat binnen de vijftien dagen voor een notariële akte en binnen de vier maanden voor een onderhandse akte). Naast het registreren, moet de akte openbaar worden gemaakt. Daarna en daardoor krijgt de vennootschap rechtspersoonlijkheid. Rechtspersoonlijkheid wil zeggen dat de zelfstandige onderneming een eigen vermogen heeft met zowel bezittingen als schulden, en als het ware in eigen persoon rechtshandelingen kan stellen. Als laatste moeten de besproken vennootschapsvormen een vennootschapsregister aanleggen. Daarin worden de gegevens van elke vennoot apart besproken (naam, aandelen, adres, beroep, ). 1.5 Naar ondernemingsloket gaan De starter moet langsgaan in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) om zijn onderneming in te schrijven. Er zijn heel wat ondernemingsloketten in België en de ondernemer is volledig vrij om te kiezen naar welk loket hij/zij gaat. Het inschrijven van je vennootschap/eenmanszaak kost 83,5 per vestigingseenheid (gegevens voor 2016). Dit bedrag kan jaarlijks veranderen aan de hand van de index. Bij de inschrijving moet men de naam van de onderneming, de activiteiten, het rekeningnummer, meegeven.

7 Daarnaast moet men een ondernemingsnummer aanvragen in een ondernemingsloket, bijvoorbeeld bij UNIZO. Dit nummer is uniek en bestaat uit tien cijfers. Een ondernemingsnummer moet steeds vermeld worden op facturen, akten, brieven, Vanaf het moment dat men een ondernemingsnummer heeft, kan men echt starten. Ook wanneer de onderneming een voertuig, gebouw, heeft specifiek voor de onderneming, moet het ondernemingsnummer erop worden vermeld. Daarnaast krijgt elke onderneming ook een vestigingseenheidsnummer. Dit is een nummer waardoor men geografisch kan zien waar ten minste één activiteit van de onderneming doorgaat. Wanneer men meerdere plaatsen heeft van waaruit de activiteit doorgaat, zal men dus meerdere vestigingseenheidsnummers hebben Soorten benamingen van de onderneming Je onderneming kan twee soorten benamingen hebben, namelijk een maatschappelijke benaming en een commerciële benaming De maatschappelijke benaming of vennootschapsnaam Dit is de benaming die in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd. Elke maatschappelijke naam is uniek, waardoor, wanneer een andere onderneming toch een gelijkaardige benaming kiest, de oorspronkelijke onderneming een schadevergoeding kan eisen. Het logisch gevolg hiervan is dat men naast een eventuele schadevergoeding, ook een andere benaming zal moeten aannemen. Deze benaming heeft geen publicitaire functie en dient dus enkel als registratie De commerciële benaming of handelsnaam In vergelijking met de maatschappelijke benaming krijgt de handelsnaam wel een publicitaire functie. Dit is de benaming die bij het publiek bekend wordt gemaakt en dus op de facturen, reclame, terecht komt. Ook deze naam heeft een beschermingsrecht, maar dan binnen een bepaald gebied, bijvoorbeeld je land, stad, Het is perfect mogelijk om zowel voor je handelsnaam als voor je vennootschapsnaam dezelfde benaming te kiezen. 1.6 Ondernemingsnummer wordt geactiveerd als BTW-nummer Als ondernemer ben je met je onderneming BTW-plichtig. Dat betekent dus dat je BTW-aangiften moet indienen. De BTW bedraagt normaal 21%, maar kan ook in enkele gevallen 6% zijn. Toch is het mogelijk om als onderneming geen BTW-formaliteiten te hebben (en dan is het dus niet nodig/mogelijk om BTW af te trekken). Dit is namelijk zo voor de kleinere ondernemingen, wanneer hun omzet kleiner is dan euro. Dit principe wordt het vrijstellingsregime genoemd. Toch moeten ze hun BTW-status activeren in het Ondernemingsloket.

8 Toch is er nog een uitzondering op het vrijstellingsregime. Wanneer de omzet van bedrijven in sectoren zoals garage, bouw, horeca, kleiner is dan euro, hebben ze toch geen recht op dit vrijstellingsregime. Ook in de medische sector is bijna alles van BTW vrijgesteld. Het aangeven van de BTW wordt verder in deze gids nader toegelicht. 1.7 Aansluiten sociaal verzekeringsfonds Elke zelfstandige is verplicht om zich aan te sluiten bij een sociaal verzekeringsfonds naar keuze en dit vanaf de eerste dag dat de vennootschap is opgericht. Het aansluiten kan zowel in het kantoor gebeuren als online (althans bij sommigen, afhankelijk van verzekeringsfonds). Aan het sociale verzekeringsfonds moet men elk jaar sociale bijdragen betalen. Deze betaling gebeurt per kwartaal. De hoeveelheid bijdragen wordt bepaald aan de hand van je netto belastbare beroepsinkomsten in het jaar waarin je de bijdragen betaalt. Het netto belastbare beroepsinkomen is de bruto inkomsten min de beroepskosten, min de al betaalde sociale bijdragen en min de personenbelasting. Zie een voorbeeld hieronder van een jaarlijks inkomen: Bruto inkomsten euro - beroepsinkomsten euro - sociale bijdragen euro - personenbelasting euro = netto belastbare beroepsinkomsten = euro Deze netto beroepsinkomsten worden dan nog eens opgedeeld in inkomensschijven die dan ook nog eens afhankelijk zijn van het soort beroep men uitvoert. Er zijn namelijk verschillen tussen hoofdberoep, bijberoep, De bijdragen op zich zijn voor ieder sociaal verzekeringsfonds hetzelfde, enkel de administratiekosten kunnen licht verschillen. Natuurlijk kan men als starter de totale beroepsinkomsten van het huidige jaar vooraf nog niet weten, waardoor men werkt met voorlopige bijdragen. (meer hierover op volgende pagina) Voorlopige bijdragen worden berekend aan de hand van de netto beroepsinkomsten van drie jaar geleden. Daarna worden twee jaar later de al betaalde sociale bijdragen herbekeken, waardoor, wanneer men te veel betaalde, men geld terug kan krijgen. Betaalde men toen te weinig, moet men dus bijbetalen. Om een bijbetaling te vermijden, kan men ervoor kiezen om vrijwillig te veel bijdragen te betalen, waardoor je zeker bent dat je niet te weinig betaalt. Uiteraard krijgt men wat men dan eventueel te veel heeft betaald terug. Toch zijn er mogelijkheden om de sociale bijdragen te verlagen. Hiervoor moet men een aanvraag doen en zeker bewijs en motivatie hebben. Het is dan een commissie die beslist of men recht heeft op de verlaging of niet. Voorbeelden wanneer men hierop recht kan hebben is bij ziekte, langdurige wegenwerken, een landbouwer die opeens minder land heeft, Zoals net aangegeven, kan men als startende ondernemer nog niet terugkijken naar je totale beroepsinkomsten van drie jaar geleden. Hierbij werkt men dan ofwel met een forfaitaire minimumbijdrage (FMB) of met een verhoogde sociale bijdrage.

9 1.7.1 Forfaitaire minimumbijdrage De forfaitaire minimumbijdrage is een bedrag dat de overheid oplegt en dit voor de eerste drie jaren. Natuurlijk is het zo dat dit bedrag niet klopt volgens het werkelijk inkomen. Dit wordt namelijk na die drie jaar herbekeken en opnieuw berekend. Na die drie jaar zal men dus ofwel geld terugkrijgen, ofwel geld moeten bijbetalen Verhoogde sociale bijdrage In principe betaalt men bij een verhoogde sociale bijdrage te veel bijdragen, maar dit kan na drie jaar enkele voordelen opleveren. De ondernemer is namelijk al zeker dat je niet zal moeten bijbetalen, maar dat men dus geld zal terugkrijgen. Daarnaast zal de ondernemer ook minder belastingen moeten betalen en zijn de belastingen volledig fiscaal aftrekbaar. 1.8 Wat krijgt men in ruil voor sociale bijdragen? Natuurlijk betaalt men niet zomaar sociale bijdragen. In ruil daarvoor krijgt men iets terug. Hieronder worden enkele zaken opgesomd die men in ruil krijgt Gezinsbijslag Met gezinsbijslag bedoelt men zowel kraamgeld als kinderbijslag. Kinderbijslag wordt per maand uitbetaald, meestal aan één van de ouders. Men heeft recht op kinderbijslag tot het kind 25 jaar oud is. Wanneer het kind 6, 12 en 18 jaar is, is er een leeftijdstoeslag. Kraamgeld krijgt men wanneer het kind geboren is. Bij het eerste kind ontvangt men 1223,11 en vanaf het tweede kind ontvangt men 920,25 in het jaar Ziekteverzekering Ziekteverzekering wordt onderverdeeld in twee categorieën, namelijk gezondheidsverzekering en uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Ook gezondheidsverzekering kan men in twee categorieën opdelen, namelijk de grote en de kleine risico s. Met kleine risico s bedoelt men bezoeken aan de dokter, apotheek, kinesist, Met grote risico s bedoelt men bijvoorbeeld een opname in het ziekenhuis, Men kan recht hebben op een uitkering bij arbeidsongeschiktheid wanneer men moet stoppen met werken wegens gezondheidsproblemen. Ook een uitkering bij arbeidsongeschiktheid kan men splitsen in twee categorieën, namelijk primaire arbeidsongeschiktheid en invaliditeit. Primaire arbeidsongeschiktheid is van toepassing tijdens het eerste jaar wanneer men niet geschikt is om te gaan werken. Vanaf het tweede jaar arbeidsongeschiktheid, spreekt men van invaliditeit. In het geval daarvan is het onmogelijk om nog te gaan werken en heeft men dus recht op een verhoogde vergoeding.

10 1.8.3 Pensioen Pensioen kan men onderverdelen in twee categorieën, namelijk rustpensioen en overlevingspensioen. Rustpensioen is het bedrag dat men zal ontvangen wanneer men een volledige loopbaan als zelfstandige heeft doorlopen, dus tot de wettige leeftijd om op pensioen te gaan. Een overlevingspensioen is een bedrag waarop men recht heeft wanneer de echtgenoot overlijdt. De grootte van het bedrag wordt bepaald aan de hand van de prestaties van de overledene. Een bijkomende verplichting is wel dat de weduwe/weduwnaar minimum 45 jaar moet zijn Andere Daarnaast kan men ook nog recht hebben op een faillissementsverzekering, dagvergoeding, mantelzorg, Dit is afhankelijk van verzekeringsfonds tot verzekeringsfonds. 1.9 Verplichte verzekeringen Als zelfstandige is men verplicht bepaalde verzekeringen aan te gaan, namelijk een arbeidsongevallenverzekering, een brandverzekering, een burgerlijke beroepsaansprakelijkheid, 1.10 Extra Daarnaast moeten enkele beroepen ook een vergunning aanvragen om hun beroep te kunnen uitvoeren, bijvoorbeeld een beenhouwer moet een vergunning aanvragen voor het verkopen van vers of bereid vlees, ook moet de beenhouwer een erkenning hebben bij het Federaal Voedselagentschap, Een tweede voorbeeld is een milieuvergunning. Deze vergunning komt aan bod in meerdere sectoren bijvoorbeeld in de horeca wanneer ze hun afvalwater willen lozen, Betreffende deze vergunningen is het aangewezen dat men zich terdege informeert bij de ondernemingsloket en/of werkgeversorganisaties. Zij kunnen u met gespecialiseerde raad bijstaan.

11 2 Starten met een onderneming: andere aandachtspunten 2.1 Boekhouding Wanneer men een onderneming opstart, is ook een boekhouding verplicht. Dit is een belangrijk onderdeel in de onderneming, want hier worden alle inkomsten, uitgaven, vastgelegd. De boekhouding kan de ondernemer zelf in handen nemen, maar men kan ook gebruik maken van een externe boekhouder. Er bestaan twee soorten boekhoudingen, namelijk de dubbele boekhouding en de vereenvoudigde boekhouding Dubbele boekhouding De dubbele boekhouding is vooral bedoeld voor ondernemingen zoals een BVBA, NV, Men is verplicht om voor deze vorm te kiezen zodra de omzet hoger is dan euro. De naam dubbele boekhouding komt doordat men elke handelsovereenkomst dubbel moet boeken, zowel debet als credit. Men is ook verplicht om een jaarbalans en resultatenrekening op te maken. Bij een jaarbalans is het de bedoeling dat de activa en de passiva hetzelfde totaal hebben. Hieronder een voorbeeld van een balans bij dubbele boekhouding: Activa Passiva Vaste activa Eigen vermogen Oprichtingskosten Kapitaal Materiële vaste activa 500 Overgedragen winst 700 Vlottende activa Schulden Voorraden 700 Schulden op meer 300 dan één jaar Geldbeleggingen 400 Handelsschulden 600 TOTAAL TOTAAL Vereenvoudigde boekhouding Deze vorm is voor ondernemingen zoals VOF, commanditaire vennootschappen, en dus ook voor ondernemingen waar de omzet lager is dan euro. Men moet dagelijks zowel een bank- als een kasboek invullen waarin men alle inkomsten en uitgaven aangeeft. Het grootste verschil tussen beide boekhoudingen is dus de hoeveelheid omzet.

12 2.2 BTW Wanneer de ondernemer verrichtingen doet bij klanten, moet hij hiervoor worden betaald. De klant krijgt een factuur met het bedrag dat hij/zij moet betalen. Op dat bedrag moet de klant ook BTW betalen. Het normale BTW-tarief is 21%, maar er is ook een lager tarief van 12% en 6%. BTW aanrekenen is dus verplicht en moet zeker correct gebeuren. Toch zijn er enkele beroepen die vrijgesteld zijn van BTW, bijvoorbeeld artsen, acteurs, vroedvrouwen, Aangeven van BTW Men kan BTW aangeven per maand of om de drie maand. Hierbij kiezen starters vaak voor driemaandelijkse aangifte. Bij het aangeven van de BTW, moet men twee zaken aangeven: de BTW die men betaald heeft aan leveranciers en de ontvangen BTW van de klanten. Het aangeven van de BTW kan zowel via het internet als op papier. Er zijn ook twee bijzondere regelingen voor het berekenen van de BTW, namelijk de forfaitaire btwregeling en de vrijstellingsregeling Forfaitaire BTW-regeling Bij deze regeling wordt de BTW berekend aan de hand van aankopen van goederen of het aantal werkuren, het wordt dus met andere woorden niet berekend aan de hand van facturen. Forfaitaire BTW-regeling is enkel maar geldig voor een BVBA of een VOF, die voor 3/4de van hun omzet geen factuur geven aan hun klanten Vrijstellingsregime Ondernemingen waarvan de omzet lager is dan euro, kunnen gebruik maken van het vrijstellingsregime. Een kenmerk van deze regeling is dat men geen BTW aanrekent, waarvan het gevolg is dat men ook geen BTW kan aftrekken. Een uitzondering hierop is dat de bouwsector, de horecasector, hier geen gebruik van kunnen maken. 2.3 Belastingen Als vennootschap is men verplicht om vennootschapsbelastingen te betalen. Het belangrijkste kenmerk hiervan is dat belastingen worden berekend aan de hand van de winst, namelijk de inkomsten min de bewezen uitgaven. Het tarief bij een vennootschapsbelasting kan nooit hoger oplopen dan 33,99 %. Daarnaast kan men een verlaagd tarief krijgen als de winst lager is dan euro. Hoeveel lager dat tarief is, wordt ook nog eens opgedeeld in schijven.

13 Namelijk: euro 24,25% euro 31,00% euro 34,50% euro 33,99% 2.4 Steunmaatregelen Startende ondernemers hebben recht op enkele steunmaatregelen. Het voornaamste dat een startende ondernemer kan doen, is surfen naar Daar kan men specifieke gegevens invullen waardoor men als ondernemer de steunmaatregelen, subsidies waarop hij/zij recht heeft kan vinden. Hieronder worden enkele van de meest gebruikte steunmaatregelen/subsidies voor startende ondernemers opgesomd Waarborgregeling Soms kan het gebeuren dat wanneer een starter een lening wil aangaan bij de bank, hij/zij geen toestemming krijgt van de bank. Redenen hiervoor kunnen bijvoorbeeld zijn dat de starter niet genoeg waarborg kan bieden, In dit geval kan de starter gebruik maken van een waarborgregeling. Dit wil zeggen dat de overheid een deel krediet borgt voor de starter, waarbij zowel de bank als de starter voordeel heeft Risicokapitaalverschaffers Risicokapitaalverschaffers zijn bedrijven die startende ondernemingen of al opgestarte ondernemingen willen financieren. Natuurlijk financieren ze alleen ondernemingen waarvan de kans groot is dat ze zullen blijven bestaan en dat ze zullen blijven groeien. De financiering kan via aandelenparticipatie of via een obligatielening. Een bijkomend voordeel hiervan is dat ze niet alleen kapitaal bieden, maar ze kunnen ook tips geven aan de onderneming aangezien risicokapitaalverschaffers al ervaring hebben bij meerdere bedrijven. Meestal zijn het de privérisicokapitaalverschaffers die financieren, maar ook de Brusselse en Vlaamse overheid biedt nu risicokapitaalverschaffers Startlening+ De Startlening+ wordt uitgeleend door het Participatiefonds Vlaanderen en is uitsluitend een lening voor startende ondernemers, dus voor ondernemingen die nog niet langer dan vier jaar opgericht zijn. De lening kan nooit groter zijn dan , waarvan de intrestvoet 3% per jaar bedraagt. De lening moet minstens drie jaar duren en kan maximum tien jaar duren. Startlening+ financiert zowel financiële, materiële en immateriële investeringen als bedrijfskapitaal dat de startende ondernemer nodig heeft voor het starten of eventueel uitbreiden van zijn activiteit.

14 2.4.4 Andere Er zijn nog heel wat andere steunmaatregelen waarvan een startende onderneming gebruik kan maken. Enkele voorbeelden zijn een win-winlening, de KMO-cofinanciering, microkredieten, 2.5 Personeel Wanneer de ondernemer beslist om te werken met personeel, moet men elke nieuwe werknemer aangegeven worden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Ook de lonen van de werknemers moeten worden aangegeven bij de RSZ. Het aangeven van de lonen gebeurt steeds elektronisch en is gratis. De ondernemer kan ook beroep doen op iemand anders om de lonen van het personeel aan te geven, bijvoorbeeld het ondernemingsloket. Wanneer men hulp krijgt van het ondernemingsloket, zal de werkgever daarvoor kosten moeten betalen.

15 3 Interessante lectuur ALGEMENE DIRECTIE K.M.O.-BELEID, Zelfstandige worden. Brussel: FOD Economie. ECONOMIE, 2016, Belangrijkste stappen om uw onderneming op te richten [online]. Beschikbaar op: e/#.vqcsjfnhdcs ECONOMIE, 2016,Oprichtingsakte van een vennootschap [online]. Beschikbaar op: e/oprichtingsakte/#.vslef_nhdcs ECONOMIE, 2016, Vennootschapsvormen [online]. Beschikbaar op: vormen/#.vqcqtfnhdcs FOD, 2016, Tarieven van de vennootschapsbelasting [online]. Brussel: FOD. Beschikbaar op: an_de_aanslag JUSTITIE, 2015, Wetboek van vennootschappen [online]. Brussel: Belgiëlex. Beschikbaar op: me=wet STARTJEZAAK, 2012, Vennootschapsoverzicht [online]. Beschikbaar op: UNIZO, 2016, Wat is de starters-bvba? [online]. Beschikbaar op: VDVACCOUNTANTS, 2015, Eenmanszaak versus vennootschap [online]. Beschikbaar op: VENNOOTSCHAPSVORMKIEZEN, 2016, Soorten vennootschappen [online]. Beschikbaar op: VLAANDEREN, 2016, Een naam voor uw onderneming [online]. Beschikbaar op: VOKA, 2016, Een bedrijf opstarten, hoe doe je dat? [online]. Beschikbaar op: ZENITO, Startersgids: maak van een goed idee een eigen zaak. Brussel: Jan Steverlynck.