Selectieleidraad nummer GAC/2016/3810

Transcriptie

1 Gemeenschappelijke aankoopcentrale Stad Antwerpen OCMW Antwerpen Francis Wellesplein 1 B 2018 Antwerpen Selectieleidraad nummer GAC/2016/3810 Voor het toewijzen van een overheidsopdracht voor de aanneming van diensten met betrekking tot Raamovereenkomst voor ontwikkelinitiatieven Wijze van gunnen onderhandelingsprocedure met bekendmaking Indienen van de aanvragen tot deelneming Via e-tendering Opening van de aanvragen tot deelneming Uiterlijk tegen woensdag 8 juni 2016, om 10:45 uur Aanvragen tot deelneming die na dit tijdstip toekomen, zullen niet worden weerhouden. GAC/2016/3810 Blz. 1

2 Inhoudsopgave I. SELECTIELEIDRAAD... 4 I.1 BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT... 4 I.2 IDENTITEIT VAN DE OPDRACHTGEVER I.3 WIJZE VAN GUNNEN I.4 PLANNING VAN DE PROCEDURE I.5 KWALITATIEVE SELECTIE I.6 BELANGENVERMENGING I.7 VORM EN INHOUD VAN DE AANVRAAG TOT DEELNEMING I.8 INDIENEN VAN DE AANVRAAG TOT DEELNEMING I.9 OPENING VAN DE AANVRAGEN TOT DEELNEMING BIJLAGE A : DEELNAMEFORMULIER BIJLAGE B: VERBINTENIS IN DE ZIN VAN ARTIKEL 74 KB 15/07/ GAC/2016/3810 Blz. 2

3 Beheerder tot aan sluiting opdracht Naam: GAC/Diensten Adres: Francis Wellesplein 1 te 2018 Antwerpen Contactpersoon: Geert De Groof Telefoon: gac_diensten@stad.antwerpen.be Als een kandidaat in de opdrachtdocumenten fouten of leemten ontdekt, of er zijn onduidelijkheden / vragen over deze opdracht, dan meldt hij dit onmiddellijk aan de aanbestedende overheid via bovenstaande contactgegevens. Alleszins verwittigt hij haar ten laatste 10 dagen vóór de uiterste indieningsdatum van de aanvragen tot deelneming, tenzij zulks onmogelijk is door de inkorting van de termijn voor ontvangst van de aanvragen tot deelneming. De aanbestedende overheid oordeelt of de fouten of de leemten voldoende belangrijk zijn om de uiterste indieningsdatum te verdagen en, indien nodig, tot een aangepaste bekendmaking over te gaan. Door het indienen van een aanvraag tot deelneming aanvaarden de kandidaten onvoorwaardelijk de inhoud van de selectieleidraad en de bijhorende opdrachtdocumenten en de invulling van de gunningsprocedure zoals deze in de selectieleidraad beschreven is en aanvaarden zij zelf door de bepalingen ervan gebonden te zijn. Indien een kandidaat in dat verband een bezwaar heeft, dient hij dat ten laatste 10 dagen vóór de uiterste indieningsdatum van de aanvragen tot deelneming bekend te maken aan de aanbestedende overheid met omschrijving van de reden. De aanbestedende overheid hecht er uitdrukkelijk de voorkeur aan dat bovenstaande opmerkingen / vragen per mail overgemaakt worden. Toepasselijke reglementering 1. De wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 en latere wijzigingen, hierna genoemd Wet Overheidsopdrachten. 2. De wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 17 juni 2013, hierna genoemd Rechtsbeschermingswet. 3. Het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli 2011 en latere wijzigingen, hierna genoemd KB Plaatsing. 4. Het koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van 14 januari 2013 en latere wijzigingen, hierna genoemd KB Uitvoering. 5. De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en latere wijzigingen. 6. Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) en de Codex Welzijn. De in dit deel weergegeven toepasselijke reglementering is niet-limitatief opgesomd. De inschrijver wordt geacht alle van toepassing zijnde bepalingen te kennen en in overeenstemming met de van toepassing zijnde regelgeving te handelen. GAC/2016/3810 Blz. 3

4 I. Selectieleidraad Via deze selectieleidraad wil de stad Antwerpen aan de kandidaten voldoende informatie over de opdracht meegeven zodat zij kunnen inschatten of zij zich voor deze opdracht wensen in te schrijven en meer concreet of zij zich in de eerste fase van deze opdracht willen kandidaat stellen. Deze selectieleidraad is louter indicatief en kan het opdrachtgevend bestuur niet verbinden. Het uiteindelijke bestek dat aan de geselecteerde kandidaten zal bezorgd worden zal de definitieve bepalingen omtrent deze opdracht bevatten. I.1 Beschrijving van de opdracht De stad en OCMW Antwerpen gebruiken competentiemanagement als basis voor competentieontwikkeling en bij uitbreiding voor het hele HR-beleid. We willen met een gevarieerd ontwikkelaanbod inzetten op een aanbodgestuurde aanpak van de gedragscompetenties. Daarnaast vragen we van de externe aanbieders enige flexibiliteit in het gebruik van werkvormen en het inspelen op specifieke vragen vanuit de organisatie. Van competentieontwikkeling naar talentmanagement De visie op competentieontwikkeling bij stad en OCMW Antwerpen bevat 5 hoekstenen: De inzet van competentieontwikkeling is nodig: 1. Om de operationele werking te kunnen garanderen (inzetten om de GAP te verkleinen tussen het vooropgezette competentieprofiel van een bepaalde functie en de effectieve competenties waarover een medewerker beschikt). 2. Als motor voor cultuurverandering en het uitdragen van de organisatiewaarden. 3. Als investering in leidinggevenden als essentiële partners bij het bereiken van de stadsbrede doelstellingen en het versterken van het engagement van medewerkers. 4. Om talent in de organisatie te ontwikkelen, ook in functie van loopbaanontwikkeling. 5. Om concurrentieel te blijven op de (krapper wordende) arbeidsmarkt. In de komende jaren willen stad en OCMW Antwerpen ook inzetten op talentmanagement. Niet alleen door medewerkers in te zetten op de juiste plaats en op het juiste moment, maar ook door de medewerker te ontwikkelen in domeinen waarin zijn talenten liggen (los van het GAP-denken binnen competentieontwikkeling). 70:20:10 70:20:10 werd uitgewerkt door Charles Jennings. Uit onderzoek blijkt dat 70% van het leren gebeurt door ervaring en oefening op de werkvloer. 20% gebeurt via contacten: medewerkers leren uit gesprekken met collega s, via netwerking,. 10% gebeurt via formele leervormen als klassikale opleidingen. 90% gebeurt dus via informeel leren. Deze vorm van leren kan enkel ondersteund en gefaciliteerd worden. Het trachten te managen heeft geen zin. De taak van een HR-dienst en leidinggevende ligt er dus in om verschillende kanalen (digitaal via laptop of mobile, face-to-face, ) en verschillende bronnen (e-learning, assessment, mentoring, ) om te leren te voorzien én leren plaats en tijdsonafhankelijk te GAC/2016/3810 Blz. 4

5 maken. Het informeel leren stimuleren kan door medewerkers toe te laten nieuwe ervaringen op te doen, mogelijkheden te geven tot oefenen, nieuwe rollen toe te wijzen of aan jobrotatie te laten doen. De medewerker neemt de eigen ontwikkeling hier duidelijk in handen. HR krijgt in deze visie een andere rol toebedeeld dan degene die vandaag wordt opgenomen. Vandaag ligt de focus op het ontwikkelen en organiseren van opleidingen via ontwikkeltrajecten of bedrijfseigen initiatieven. In de toekomst moet deze rol evolueren naar een adviserende en faciliterende rol waar meer plaats is voor andere leermethodieken dan opleiding alleen. De opdracht is opgedeeld in volgende percelen: Perceel 1: Schriftelijk communiceren Dit perceel betreft het aanbieden van ontwikkelinitiatieven in het kader van relationele competenties. Wij lichten hieruit de competentie schriftelijke communicatie. Wij verwachten van de opleidingsaanbieder dat hij een breed en concreet aanbod formuleert voor opleidingen schriftelijke communicatie. Op dit moment maken de onderstaande opleidingen hiervan deel uit: - spelling; - notuleren; - tekstopbouw; - helder schrijven. De opleiding duidelijk schrijven was de voorbije jaren bijzonder populair bij stadsmedewerkers. We willen dan ook blijven investeren in een aanbod specifiek rond eenvoudige schriftelijke communicatie. Antwerpen is een zeer diverse stad. De teksten die we naar onze burgers verspreiden dienen dan ook vrij te zijn van ambtenarese bewoordingen en moeten ook duidelijk zijn voor burgers die minder goed Nederlands kennen. We zien bij het stadspersoneel ook een aanzienlijke groep medewerkers die de basisregels omtrent tekstopbouw niet kennen. We willen dan ook investeren in een laagdrempelig aanbod dat medewerkers met weinig schrijfervaring leert hoe ze hun correspondentie tot een aanvaardbaar niveau kunnen tillen. Onder de competentie schriftelijke communicatie zien wij volgende indicatoren: correcte zinnen maken; een heldere gestructureerde boodschap opstellen, aangepast aan het doelpubliek en de situatie; een aantrekkelijke en motiverende schrijfstijl hanteren. Perceel 2: Mondeling communiceren Dit perceel betreft het aanbieden van ontwikkelinitiatieven in het kader van relationele competenties. Wij lichten hieruit de competentie mondelinge communicatie. Wij verwachten van de opleidingsaanbieder dat hij een breed en concreet aanbod formuleert voor opleidingen mondelinge communicatie. We willen een specifiek aanbod rond presenteren en spreken voor een groep. Medewerkers die voor een (intern of extern) publiek moeten spreken, moeten in een opleiding handvaten aangereikt krijgen waarmee ze een beklijvende presentatie kunnen maken. Ook voor medewerkers die over een bepaalde materie een opleiding moeten geven, en geen ervaring hebben als lesgever, zoeken we een opleiding die hen de basis meegeeft hoe je GAC/2016/3810 Blz. 5

6 expertise kan aanleren aan een publiek. Belangrijk is dat medewerkers tijdens deze opleidingen kunnen oefenen in een veilige context. Wij verstaan verder onder deze competentie mondelinge communicatie volgende deelcompetenties of indicatoren: - een boodschap gestructureerd en to the point brengen in een duidelijk en helder betoog; - oog en oor hebben voor de gesprekspartner en zijn informatiebehoefte; - een betoog gepast presenteren, zowel voor een individu als voor een kleine of grote groep. Perceel 3: Digitale communicatie Omdat de stad ervoor kiest om meer en meer digitaal te communiceren met burgers en medewerkers, willen we vanaf nu ook een uitgebreid opleidingsaanbod voorzien in digitale communicatie. We streven naar een degelijk opleidingspakket voor alle medewerkers die regelmatig bijdragen aan de verschillende interne en externe webplatformen van de stad. Omdat dit bij uitstek een domein is waarin de evolutie zeer snel verloopt, verwachten we van de opleidingsaanbieders dat zij heel snel inspelen op trends in het vakgebied, zodat onze communicatiedeskundigen snel kunnen inspelen op deze trends. Tenslotte is het belangrijk dat we hier een opleidingsaanbod voorzien dat gericht is op medewerkers die nu al professioneel bezig zijn met (vooral offline) communicatie, en dus al een degelijke bagage hebben. Onder de competentie digitale communicatie verstaan we de volgende deelcompetenties: - schrijven voor digitale media: je teksten kunnen aanpassen aan het medium; weten welke tekstsoorten en boodschappen werken op websites, sociale media en apps; - je boodschap kunnen aanpassen aan het medium: weten welke beelden, filmpjes (en andere media) werken op de verschillende media. Perceel 4: Individuele coaching Dit perceel betreft het aanbieden van individuele coaching in het kader van competentieontwikkeling. Wij verwachten van de ontwikkelingsaanbieder dat hij een aanbod voor individuele coaching formuleert. Wij verstaan onder coaching: een vorm van begeleiding waarbij een coach een coachee ondersteunt op basis van een gelijkwaardige relatie, bij het behalen van zelf gekozen persoonlijke en professionele doelstellingen. Via coaching kunnen de leidinggevenden hun rollen als leider, manager en coach beter opnemen. Aangezien de leidinggevenden zelf coaches zijn, draagt een georganiseerd aanbod aan coaching vanuit PM bij aan het ontwikkelen van de coachende competenties van onze leidinggevenden (coach-de-coach). Op die manier kunnen ze instaan voor de ontwikkeling van hun team en van de medewerkers die er deel van uitmaken en kunnen ze samen bijdragen tot het behalen van de beleidsdoelstellingen Coaching bij stad en OCMW Antwerpen richt zich op het werk gerelateerd coachen. Doel van de coaching is om iemands leidinggevend potentieel ten volle te benutten en zijn prestaties te maximaliseren. Stad en OCMW Antwerpen zetten coaching vraaggericht in, op vraag van de leidinggevende en/of de hogere leidinggevende. Er wordt geen standaardaanbod voor specifieke doelgroepen voorzien, maar wanneer de vraag gesteld wordt, wordt steeds bekeken of coaching een GAC/2016/3810 Blz. 6

7 antwoord kan bieden. Hierbij dient aandacht te worden besteed aan de behoeften van het individu én de organisatie, alsook aan het ontwikkelproces. Binnen coaching verwachten we van de coach dat hij/zij de nodige skills heeft om de coachee op verschillende aspecten te coachen: coachen op competenties (gedragscompetenties van stad en OCMW Antwerpen), coachen op overtuigingen, coachen rond verschillende werkgerelateerde thema s, coachen in het kader van conflictsituaties, enz. Hieronder worden de doelgroepen beschreven. Het is niet de bedoeling dat elke coach expert is in al deze doelgroepen. Top management Dit betreft het coachen van het hoger management (bedrijfsdirecteurs, afdelingsdirecteurs) in functie van het opnemen van hun rol als strategisch manager. Strategisch en operationeel leidinggevenden en expertfuncties Dit betreft het coachen van leidinggevenden bij het opnemen van hun rol als resultaatgerichte en coachende leidinggevende. We coachen zowel beginnende als meer ervaren leidinggevenden en zowel leidinggevenden op een technische als op een administratieve werkvloer. Experten zijn medewerkers die op een hoger niveau in de organisatie werken, of een project trekken, zonder leidinggevende verantwoordelijkheden. Medewerkers Dit betreft de coaching van medewerkers op verschillende niveaus ter ondersteuning van het ontwikkelen van die specifieke competenties die ze nodig hebben om hun functie optimaal uit te voeren. Ook willen we medewerkers die de verwachte voorwaarden/vereisten niet halen ook via coaching ondersteunen. De nadruk ligt in dit perceel voornamelijk op het aanbieden van een gepaste aanbod voor individuele coaching op verschillende niveaus binnen de organisatie. Perceel 5: Team/Groepscoaching Dit perceel betreft het aanbieden van team/groep coaching in kader van competentieontwikkeling. Wij verwachten van de ontwikkelingsaanbieder dat hij een aanbod voor team/groep coaching formuleert. Naast individuele coaching wordt team- of groepscoaching vraaggericht ingezet in specifieke situaties. Team coaching/groep coaching kan georganiseerd worden voor verschillende doelgroepen en richt zich op verschillende mogelijkheden: - Mogelijkheid om medewerkers en leidinggevenden samen te ontwikkelen en te ondersteunen binnen hun eigen team. Hierbij dient aandacht te worden besteed aan de behoeften van de medewerkers, het team, de leidinggevende(n) én de organisatie, alsook aan het ontwikkelproces van het team. - Mogelijkheid om teams en/of groepen op verschillende aspecten en facetten te coachen: groepsdynamica, conflicthantering, werkgerelateerde thema s, oplossingsgericht werken, veranderingsmanagement, verandering van werkstructuren en teamorganisatie, begeleiding van change processen. GAC/2016/3810 Blz. 7

8 - Ook in het kader van conflicten willen we coaches kunnen inzetten. Zowel als ondersteuning van de partijen als ondersteuning van leidinggevenden en medewerkers zelf. De nadruk ligt in dit perceel voornamelijk op het aanbieden van de juiste coaching voor teams of groepen. Perceel 6: Taakuitvoering en werkorganisatie Dit perceel betreft het aanbieden van ontwikkelinitiatieven in het kader van de competentie taakuitvoering en werkorganisatie. Wij verwachten van de ontwikkelingsaanbieder dat hij een breed aanbod formuleert in het kader van deze competentie. Onder taakuitvoering en werkorganisatie verstaan we onder meer volgende deelcompetenties of indicatoren: - het omgaan met planningen en deze naleven; - het controleren van het werk; - het organiseren van de werkplek; - het focussen op zelfstandig werken; - het omschrijven van doelstellingen op korte en/of langere termijn; - het gebruik maken van afchecklijsten; - het bepalen van prioriteiten voor eigen taken. Daarnaast ook het plannen en structureren van vergaderingen. Perceel 7: Strategisch adviseren Dit perceel betreft het aanbieden van ontwikkelinitiatieven in kader van de competentie informatieverwerkende competenties. Wij verwachten van de ontwikkelingsaanbieder dat hij een breed aanbod formuleert in het kader van strategisch adviseren. Aanverwante competenties als visie en analyse mogen daar zeker in betrokken worden. Het opleidingsaanbod moet de medewerker in staat stellen om onder andere: - los van de operationele beslommeringen tot een innovatief advies te komen; - bij het tot stand komen van het advies niet alleen rekening te houden met de eerstelijns betrokkenen, maar ook de belangen van alle stakeholders in beschouwing te nemen; - het advies kaderen in de ruimere context van de organisatie en de eindklant (burger); - het strategisch advies voldoende concreet en to the point maken (end to end) met aandacht voor alternatieven. De nadruk ligt in dit opleidingsaanbod voornamelijk op het creëren van de juiste mindset. Perceel 8: Veranderingsgerichtheid Dit perceel betreft het aanbieden van opleidingen en andere ontwikkelinitiatieven betreffende verandermanagement. GAC/2016/3810 Blz. 8

9 De opdracht omvat ontwikkelinitiatieven (opleiding, workshops, training, ) bij kleine en grote verandertrajecten voor leidinggevende, projectleiders, programmaleiders en verandermanagers met het oog op het professionaliseren van veranderingsprocessen. Stad en OCMW Antwerpen willen instrumenten aanbieden aan de medewerkers binnen een veranderingstraject door bovenstaande sleutelfiguren op een aangepaste manier te ondersteunen. Perceel 9: Leidinggeven Stad en OCMW Antwerpen willen alle nieuwe leidinggevenden een basisopleiding leidinggeven aanbieden zodat zij de visie en verwachting van de stad rond leidinggeven leren kennen. Stad en OCMW willen graag maximaal inspelen op de verschillende leerstijlen en leervragen van haar medewerkers. We zoeken daarom steeds naar de meest gepaste leervormen om de leidinggevende in zijn rol als leider, manager en coach te ondersteunen. In uw aanbod zien wij graag voorstellen van verschillende klassikale en niet klassikale leervormen om de opleiding maximaal aan te passen aan de leerstijl van de medewerkers met en zonder ervaring in leiding geven. Perceel 10: Klantgerichtheid Dit perceel betreft het aanbieden van ontwikkelinitiatieven in het kader van onze organisatiewaarde (A-waarde) klantgerichtheid. Wij verwachten van de ontwikkelingsaanbieder dat hij een breed aanbod formuleert in kader van deze competentie. We verstaan onder klantgerichtheid onder andere volgende deelcompetenties of indicatoren: - het ondernemen van concrete acties om problemen, klachten, meldingen of suggesties van klanten op te lossen of door te verwijzen naar de juiste persoon/instantie; - zichzelf hulpvaardig opstellen; - het gericht onderzoeken van de wensen, behoeften en noden van klanten; - het meedenken met de klant en het leveren van een gepersonaliseerde service waar noodzakelijk; - het aanpassen van de dienstverlening, procedures, doelstellingen om beter aan (toekomstige) behoeften en verwachtingen van klanten te beantwoorden; - het centraal stellen van de klanten in de organisatie. We vragen hierbij ook aandacht voor het omgaan met moeilijke klanten. Perceel 11: Overheidsopdrachten Dit perceel betreft het aanbieden van ontwikkelinitiatieven die zich richten op een meer vaktechnische competentie: met name de wet op overheidsopdrachten voor de specifieke materie gebouwen met als doelgroep architecten van stad en OCMW. Deze opdracht heeft betrekking op de volgende diensten, zoals opgenomen in de Common Procurement Vocabulary (CPV): : Opleidingsdiensten GAC/2016/3810 Blz. 9

10 I.2 Identiteit van de opdrachtgever Stad Antwerpen Grote Markt Antwerpen Ondernemingsnummer Stad Antwerpen zal overeenkomstig artikel 15 van de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten voor prestaties die het voorwerp van deze opdracht uitmaken tevens kunnen optreden als aankoopcentrale voor: 1. het OCMW Antwerpen; 2. instellingen die vallen onder de rechtspersoonlijkheid van de stad en/of het OCMW (bv. lokale politie, brandweer, districten, intern verzelfstandigde agentschappen, gemeenschappelijke interne preventiedienst enz.); 3. instellingen met een aparte rechtspersoonlijkheid die: - door de stad belast zijn met een bepaalde taak van gemeentelijk belang (gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen); - door het OCMW belast zijn met een bepaalde taak die behoort tot de opdrachten van het OCMW (Zorgbedrijf, Beschut Wonen); 4. andere instellingen die zeer nauw verbonden zijn met de stad en/of het OCMW (AG Havenbedrijf, Digipolis, Hulpverleningszone Antwerpen 1 en haar rechtsopvolger, enz.). De inschrijvers zijn er toe gehouden om op grond van de overeenkomst de leveringen en diensten die aan stad Antwerpen worden aangeboden onder dezelfde voorwaarden aan de voormelde instellingen en agentschappen aan te bieden, indien deze erom verzoeken. De voormelde instellingen en agentschappen treden in dergelijk geval op als opdrachtgevercontractant. Ze plaatsen opdrachten in eigen naam en voor eigen rekening. Stad Antwerpen is de aanbestedende overheid. I.3 Wijze van gunnen Overeenkomstig artikel 26, 2, 4 (het betreft een opdracht die betrekking heeft op nietprioritaire diensten) van de wet van 15 juni 2006, wordt de opdracht gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure met bekendmaking. Elk perceel zal worden toegewezen aan een pool. GAC/2016/3810 Blz. 10

11 I.4 Planning van de procedure De procedure verloopt in twee fasen: Algemene oproep tot kandidaten In de eerste fase dient de kandidaat-inschrijver zijn aanvraag tot deelneming in. In deze fase wordt de kandidaat-inschrijver beoordeeld op betrouwbaarheid en bekwaamheid. Indienen offerte Wanneer zijn aanvraag tot deelneming aanvaard wordt, ontvangt de inschrijver het bestek en een uitnodiging om zijn offerte in te dienen. I.5 Kwalitatieve selectie Juridische situatie van de kandidaat-inschrijver (uitsluitingscriteria) Door het enkele feit van deel te nemen aan deze gunningsprocedure, verklaren de kandidaten op erewoord dat ze zich niet in één van de uitsluitingsgevallen bedoeld in artikel 61 1 en 2 van het KB plaatsing bevinden, noch dat ze zich in de uitsluitingsgevallen bedoeld in artikel 57 van de richtlijn 2014/24/EU van 26 februari 2014 betreffende de overheidsopdrachten bevinden. De kandidaten of inschrijvers verklaren tevens met betrekking tot artikel 57, 1 van de richtlijn 2014/24/EU dat noch zijzelf, noch een lid van hun bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan (of die daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft), noch een lid van hun keten van medecontracten bij onherroepelijk vonnis veroordeeld is voor de gevallen (zoals kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel) onder het voormelde artikel 57, 1. De bewijzen omtrent de uitsluitingsgronden van artikel 61 2, 1, 2, 5 en 6 worden door het bestuur zelf opgezocht voor de Belgische aanvragen tot deelneming. De Belgische kandidaat-inschrijver dient wel een uittreksel uit het strafregister of een evenwaardig document uitgereikt door een gerechtelijke of overheidsinstantie van het land van oorsprong of herkomst bij zijn aanvraag tot deelneming te voegen, waaruit blijkt dat aan de gestelde eisen is voldaan. Dit attest mag ten vroegste 3 maanden voor ontvangst door het bestuur uitgereikt zijn. Dit uittreksel kan voor de Belgische inschrijvingen (rechtspersonen) gevraagd worden bij de Federale Overheidsdienst Justitie, DG RO Dienst centraal strafregister, Waterloolaan 115, 1000 Brussel Tel +32 (0) Fax +32 (0) cjc-csr@just.fgov.be. Omdat de aanbestedende overheid niet bij machte is de bewijzen van de uitsluitingsgronden zelf op te zoeken in het geval van een buitenlandse inschrijving, dient de buitenlandse inschrijver de bewijzen omtrent de uitsluitingsgronden onmiddellijk te kunnen aanleveren, indien de aanbestedende overheid hierom verzoekt. Meer informatie omtrent deze bewijzen vindt u terug op de website van e-certis: Zodra blijkt dat een kandidaat-inschrijver zich in een toestand van uitsluiting bevindt, wordt hij uitgesloten van deelneming aan de opdracht. GAC/2016/3810 Blz. 11

12 Een kandidaat-inschrijver die niet RSZ-plichtig is (geen personeel, inschrijving door natuurlijke persoon, etc ), moet een verklaring op eer bijvoegen waarin hij verklaart waarom hij niet RSZ-plichtig is. Aandachtspunt: bij een combinatie zonder rechtspersoonlijkheid zijn alle deelnemers hoofdelijk verbonden en ze zijn verplicht de deelnemer aan te duiden die de combinatie zal vertegenwoordigen tegenover de aanbestedende overheid. Wanneer de kandidaat-inschrijver een combinatie zonder rechtspersoonlijkheid betreft, moeten voor elke partner van die combinatie zonder rechtspersoonlijkheid de bovenvermelde documenten ingediend worden. Financiële en economische draagkracht van de kandidaat-inschrijver (selectiecriteria) Niet van toepassing. Technische bekwaamheid van de kandidaat-inschrijver (selectiecriteria) Van toepassing voor percelen 1, 2, 3, 6, 7, 8, 10 en 11: De inschrijver voegt (minimaal) drie referenties toe uitgevoerd de laatste 2 jaar die betrekking hebben op de betreffende percelen waarvoor een offerte wordt ingediend. Van toepassing voor perceel 4: De inschrijver voegt (minimaal) drie referenties toe uitgevoerd de laatste 2 jaar die betrekking hebben op individuele coaching van: - executive coaching (topmanagement); - coaching van strategisch en operationeel leidinggevenden en expertenfuncties; - coaching van medewerkers. Indien een inschrijver zich wil inschrijven voor slechts enkele profielen, behoort dit tot de mogelijkheden. Geef dit aan in uw inschrijvingsformulier. Van toepassing voor perceel 5: De inschrijver voegt (minimaal) drie referenties toe uitgevoerd de laatste 2 jaar die betrekking hebben op team/groepscoaching van: - executive coaching (topmanagement); - coaching van strategisch en operationeel leidinggevenden en expertenfuncties; - coaching van medewerkers. Indien een inschrijver zich wil inschrijven voor slechts enkele profielen, behoort dit tot de mogelijkheden. Geef dit aan in uw inschrijvingsformulier. Van toepassing voor perceel 9: De inschrijver voegt (minimaal) drie referenties toe uitgevoerd de laatste 2 jaar, waarvan: - één referentie die betrekking heeft op een opleiding voor nieuwe leidinggevenden; - één referentie die betrekking heeft op een opleiding voor ervaren leidinggevenden; - één referentie die betrekking heeft op een opleiding voor leidinggeven binnen een overheid. Wanneer de kandidaat-inschrijver beroep doet op de draagkracht van andere entiteiten en die draagkracht bepalend is voor zijn selectie, vermeldt de kandidaat-inschrijver steeds in zijn aanvraag tot deelneming voor welk gedeelte hij een beroep doet op die draagkracht en welke andere entiteiten hij voorstelt. GAC/2016/3810 Blz. 12

13 De kandidaat kan zich beroepen op de draagkracht van andere entiteiten, ongeacht de juridische aard van zijn band met die entiteiten. In dat geval toont hij de aanbestedende overheid aan dat hij zal beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen, door overlegging van de verbintenis van deze entiteiten om de kandidaat dergelijke middelen ter beschikking te stellen, volgens het formulier in bijlage B. Onder dezelfde voorwaarden kan een combinatie van kandidaten zich beroepen op de draagkracht van de deelnemers aan de combinatie of van andere entiteiten. I.6 Belangenvermenging In het kader van de strijd tegen belangenvermenging, meer in het bijzonder de draaideurconstructie ( revolving doors ) zoals bepaald in de wet van 8 mei 2007 houdende instemming met het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de corruptie, gedaan te New York op 31 oktober 2003, onthoudt de kandidaat of inschrijver zich ervan een beroep te doen op een of meerdere vroegere (interne of externe) medewerkers van de aanbestedende overheid, binnen twee jaar volgend op zijn/hun ontslag, opruststelling of elk ander vertrek uit de aanbestedende overheid, op welke wijze ook, rechtstreeks of onrechtstreeks, met het oog op de voorbereiding en/of de indiening van zijn aanvraag tot deelneming of offerte of een andere tussenkomst in het kader van deze plaatsingsprocedure, evenals voor verrichtingen in het kader van de uitvoering van deze opdracht. Dit althans voor zover er een direct verband bestaat tussen de vroegere activiteiten van de betrokken persoon/personen bij de aanbestedende overheid en zijn/hun verrichtingen in het kader van deze plaatsingsprocedure. Inbreuken op deze maatregel die tot gevolg hebben dat de normale mededingingsvoorwaarden vertekend kunnen zijn, worden gesanctioneerd volgens de bepalingen van artikel 9 van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006, in concreto, hetzij de wering van de aanvraag tot deelneming of offerte, hetzij de verbreking van de opdracht, al naargelang. I.7 Vorm en inhoud van de aanvraag tot deelneming De kandidaat-inschrijver maakt zijn aanvraag tot deelneming op in het Nederlands. De kandidaat-inschrijver vult het bijgevoegde deelnameformulier in. De kandidaat-inschrijver voegt bij zijn aanvraag tot deelneming alle vereiste documenten zoals beschreven onder het luik kwalitatieve selectie. I.8 Indienen van de aanvraag tot deelneming De aanvraag tot deelneming dient via elektronische middelen te worden overgelegd. De aanvraag tot deelneming moet elektronisch ingediend worden via de e-tendering internetsite GAC/2016/3810 Blz. 13

14 Meer informatie kan worden bekomen op de website of via de e-procurement helpdesk op het nummer +32 (0) I.9 Opening van de aanvragen tot deelneming Er is geen publieke opening van de aanvragen tot deelneming voorzien. Datum: zie titelblad GAC/2016/3810 Blz. 14

15 BIJLAGE A : DEELNAMEFORMULIER AANVRAAG TOT DEELNEMING VOOR DE OPDRACHT MET ALS VOORWERP Natuurlijke persoon Ondergetekende (naam en voornaam): Hoedanigheid of beroep: Nationaliteit: Woonplaats (volledig adres): Telefoon: Fax: Ofwel (1) GAC/2016/3810, ONTWIKKELINITIATIEVEN Vennootschap De vennootschap (benaming, rechtsvorm): Nationaliteit: met zetel te (volledig adres): Ondernemingsnummer: Telefoon: Fax: vertegenwoordigd door de ondergetekende(n): Ofwel (1) onderhandelingsprocedure met bekendmaking Tijdelijke vereniging De ondergetekenden die zich tijdelijk hebben verenigd voor deze aanneming (naam, voornaam hoedanigheid nationaliteit, voorlopige zetel): GAC/2016/3810 Blz. 15

16 STELT ZICH KANDIDAAT VOOR VOLGENDE PERCELEN VAN DE IN DE TITEL VERMELDE OPDRACHT: Perceel 1 (Schriftelijk communiceren) Perceel 2 (Mondeling communiceren) Perceel 3 (Digitale communicatie) Perceel 4 (Individuele coaching) Perceel 5 (Team/Groepscoaching) Perceel 6 (Taakuitvoering en werkorganisatie) Perceel 7 (Strategisch adviseren) Perceel 8 (Veranderingsgerichtheid) Perceel 9 (Leidinggeven) Perceel 10 (Klantgerichtheid) Perceel 11 (Overheidsopdrachten) (1) Doorhalen wat niet van toepassing is De inschrijver, Naam en voornaam:... Hoedanigheid: GAC/2016/3810 Blz. 16

17 BIJLAGE B: VERBINTENIS IN DE ZIN VAN ARTIKEL 74 KB 15/07/2011 GAC/2016/3810 Een kandidaat of een inschrijver kan zich beroepen op de draagkracht van andere entiteiten, ongeacht de juridische aard van zijn band met die entiteiten. In dat geval toont hij de aanbestedende overheid aan dat hij zal beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen, door overlegging van de verbintenis van deze entiteiten om de kandidaat of inschrijver dergelijke middelen ter beschikking te stellen.(artikel 74 KB 15 juli 2011) (gegevens entiteit op wiens draagkracht de kandidaat/inschrijver zich beroept) Naam rechtspersoon/natuurlijke persoon (1)... gekend onder ondernemingsnummer (indien rechtspersoon) met adres te.. vertegenwoordigd door op wiens draagkracht beroep wordt gedaan door (gegevens kandidaat/inschrijver) Naam inschrijver(2)... gekend onder ondernemingsnummer (indien rechtspersoon) met adres te.. vertegenwoordigd door. verbindt er zich toe om, in het geval dat bovenvermelde opdracht wordt toegewezen aan de kandidaat/inschrijver, hij/zij de nodige middelen waarop de kandidaat/inschrijver zich voor de kwalitatieve selectie op beroept ter beschikking stelt tot goede uitvoering van deze opdracht. Opgesteld te, datum.. Entiteit op wiens draagkracht beroep wordt gedaan (1) Kandidaat inschrijver (2).. (handtekening).. (naam)..(hoedanigheid) (handtekening) (naam) (hoedanigheid) GAC/2016/3810 Blz. 17