Oorlog, in bello-proportionaliteit en het doden van combattanten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Oorlog, in bello-proportionaliteit en het doden van combattanten"

Transcriptie

1 Oorlog, in bello-proportionaliteit en het doden van combattanten Carl Ceulemans * 1. Inleiding Kan het ooit ethisch gerechtvaardigd zijn om militair geweld aan te wenden? Sommigen, met name aanhangers van het pacifisme, zijn van oordeel dat dit nooit het geval kan zijn: oorlog, onder welke vorm ook, is een kwaad dat absoluut moet vermeden worden. Anderen, namelijk aanhangers van het realisme, zijn dan weer van mening dat oorlog onder geen beding mag onderworpen worden aan allerhande normatieve bedenkingen of beperkingen: militair geweld is een instrument dat zonder al te veel scrupules moet gehanteerd worden in het belang van de natie. Er is echter ook een tussenpositie: hoewel oorlog inderdaad een kwaad is, kunnen er zich toch omstandigheden voordoen waarin geweldgebruik ethisch gezien het aangewezen antwoord vormt. Dit is de positie van de theorie van de rechtvaardige oorlog. 1 Dat het hier niet gaat om een of andere wereldvreemde normatieve constructie werd recent nog aangetoond, toen de Amerikaanse president Obama in zijn ontvangstrede voor de Nobelprijs voor de Vrede uitdrukkelijk verwees naar het concept van de rechtvaardige oorlog bij het legitimeren van de oorlogen in Afghanistan en Irak. 2 De theorie van de rechtvaardige oorlog kan misschien nog het best gedefinieerd worden als een ethisch normatieve traditie die stelt wanneer en hoe militair geweld mag aangewend worden. Opdat men zijn toevlucht zou mogen nemen tot geweld, is het noodzakelijk om een zestal principes, samen het zogenaamde jus ad bellum, te respecteren. Zo moet men beschikken over een rechtvaardige zaak (bijvoorbeeld zelfverdediging of verdediging van een ander) en dient men ook de intentie te hebben om die specifieke doelstelling, niet een of andere verborgen agenda, te willen realiseren (juiste intenties). Verder moet het geweldgebruik niet enkel een redelijke kans op succes bieden, het dient tevens om een proportioneel instrument te gaan. Militair geweld mag trouwens maar overwogen worden indien er geen andere, minder scha- * Carl CEULEMANS is docent aan het Departement Gedragswetenschappen Leerstoel Filosofie van de Koninklijke Militaire School. carl.ceulemans@rma.ac.be. Ethische Perspectieven 20 (1), , doi: /EPN by Ethische Perspectieven. All rights reserved.

2 delijke methodes bestaan om het vooropgestelde doel te bereiken (laatste redmiddel). Tot slot moet diegene die beslist over het geweldgebruik een legitieme autoriteit vormen. Naast het jus ad bellum is er ook het jus in bello: dit is het geheel van principes die moeten gerespecteerd worden tijdens de vijandelijkheden. Denk hierbij maar aan criteria als de immuniteit van de niet-combattanten, de proportionaliteitsvoorwaarde en het vermijden van onnodig leed. Bij dit alles is het wel belangrijk te beseffen dat de principes van de rechtvaardige oorlog geen atemporele criteria vormen, maar het resultaat zijn van een eeuwenlang syntheseproces van normatief denken en handelen in het domein van oorlog en vrede. 3 Zoals kan opgemerkt worden, zal diegene die militair geweld wenst te hanteren in overeenstemming met de ethische beperkingen van de theorie van de rechtvaardige oorlog, ondermeer rekening moeten houden met een dubbele proportionaliteitsvereiste. Zo is er het politieke of het ad bellum-proportionaliteitsprincipe. Dit principe stelt dat een oorlog, hoe rechtvaardig de zaak van die oorlog ook moge zijn, maar mag gevoerd worden indien de voordelen ervan (het realiseren van de rechtvaardige zaak) opwegen tegen de schade die met die oorlog zal gepaard gaan. Deze afweging is de verantwoordelijkheid van het politieke leiderschap. Waar de toepassing van de ad bellum-proportionaliteit plaatsvindt op macroniveau (afweging van de kosten en baten van een oorlog als een geheel), heeft de militaire of in bello-proportionaliteit betrekking op individuele militaire acties en operaties die uitgevoerd worden tijdens de vijandelijkheden. Voor elk van die militaire handelingen moet afgewogen worden of het militaire nut dat men met die handeling hoopt te verkrijgen, opweegt tegen de met die handeling veroorzaakte schade en leed. Deze proportionaliteitsafweging op microniveau is veelal, maar zeker niet uitsluitend, de verantwoordelijkheid van de militaire bevelhebbers en uitvoerders van een politieke entiteit. Hoewel de proportionaliteitsvereiste, zowel op ad bellum- als op in bello-niveau, vanuit prudentieel oogpunt als bijzonder nuttig kan beschouwd worden (ze verhindert dat de remedie erger is dan de kwaal), is de praktische toepassing ervan heel wat minder evident. Dit heeft in belangrijke mate te maken met het onvoorspelbare karakter van zo n complexe activiteit als oorlog (wat men wel eens bestempelt als de fog of war ). Hoe omvangrijk moet zo bijvoorbeeld de schadecomponent ingeschat worden? Hoe groot is de kans dat onze vooropgestelde militaire doelstelling ook daadwerkelijk zal kunnen gerealiseerd worden? Daar komt nog bij dat de dingen die men tegen elkaar wenst af te wegen in een proportionaliteitsoefening in vele gevallen allesbehalve vergelijkbaar zijn. Bijvoorbeeld: hoeveel mensenlevens is het verdedigen van de territoriale integriteit van een staat waard? 4 Ethische Perspectieven 20 (2010)1, p. 76

3 In dit artikel is het echter de bedoeling om even stil te staan bij een ander praktisch probleem: op welke wijze kan, mag of moet de schade toegebracht aan vijandelijke combattanten verrekend worden in de in bello-proportionaliteitsafweging? Op het eerste gezicht kan deze probleemstelling als enigszins bevreemdend overkomen. Inderdaad, vijandelijke combattanten zijn nu eenmaal legitieme militaire doelwitten en het is dan ook niet meer dan logisch dat hun eliminatie moet ingeschreven worden aan de batenzijde van de proportionaliteitsafweging. Hoe groter het aantal combattanten dat met een gegeven militaire actie kan uitgeschakeld worden, hoe belangrijker het militaire nut van een dergelijke actie. Als schade aan de vijandelijke politieke gemeenschap dan al moet ingebracht worden aan de kostenzijde van de proportionaliteitsbalans, dan heeft dit noodzakelijkerwijze te maken met schade toegebracht aan vijandelijke niet-legitieme militaire doelwitten (niet-combattanten en civiele infrastructuur). Het is trouwens ook op die manier dat het in bello-proportionaliteitsprincipe in het Recht der Gewapende Conflicten gedefinieerd wordt. 5 Belangrijk is wel dat het hierbij enkel mag gaan om voorzienbare maar niet-gewilde schade aan nietlegitieme doelwitten (zogenaamde collaterale schade). Vanuit ethisch humanitair oogpunt kan echter de vraag gesteld worden of het wel een goed idee is om de eliminatie van vijandelijke combattanten enkel te willen herleiden tot een hoeveelheid militair nut. Het doden van vijandelijke combattanten heeft namelijk een dubbel effect: enerzijds is er de uitschakeling van de tegenstander in zijn of haar rol van combattant, anderzijds is er het verlies van een mensenleven. Als het verlies van een mensenleven (ook al behoort dit leven toe aan een tegenstander die ons op een doelbewuste wijze schade wil berokkenen) altijd een slecht iets is, is het dan ook niet aangewezen om een dergelijk verlies op de een of andere wijze in te brengen aan de kostenzijde van de proportionaliteitsafweging? Iemand als Paul Ramsey is zeker gevoelig voor een dergelijke overweging. Hij stelt namelijk dat de doelstelling van een gevechtshandeling er steeds in moet bestaan de tegenstander uit te schakelen ( incapacitate ) in zijn rol van combattant, niet hem te doden. 6 Het doden van de tegenstander is enkel te overwegen als het echt niet anders kan. De vraag is echter of Ramsey s stelling dat enkel die hoeveelheid geweld gebruikt mag worden die noodzakelijk is om de tegenstander uit te schakelen, wel ver genoeg gaat. Zich beperken tot een noodzakelijk geweldgebruik kan namelijk in sommige gevallen ook disproportioneel zijn. Hoe realistisch is het bovendien om het uitschakelen van vijandelijke combattanten niet enkel te willen beperken tot noodzakelijk, maar ook tot proportioneel geweld? De methodologie die in deze bijdrage gehanteerd wordt, is die van de casusgebaseerde argumentatie. 7 Deze methode heeft tot doel om aan de hand van de studie Ethische Perspectieven 20 (2010)1, p. 77

4 van vaak hypothetische casussen een beter inzicht te verwerven in een onderliggend ethisch principe. Hoe kan een dergelijke methode relevant zijn voor het beter begrijpen van het in bello-proportionaliteitsprincipe? Zoals gezegd bestaat er bij de toepassing van het principe van de in bello-proportionaliteit een neiging om de schade toegebracht aan de vijandelijke combattant niet in te brengen als onderdeel van de met de proportionaliteitsbalans verbonden kostencomponent. Eigenaardig genoeg gebeurt dit wel in het geval van individuele zelfverdediging: wanneer een individu zich in niet-oorlogsomstandigheden verdedigt tegen een aanvaller, dan is de schade toegebracht aan die aanvaller wel een ethisch pertinente factor in de proportionaliteitsoverweging van de defensieve handeling. Om nu te begrijpen waarom dit zo is, zullen we zowel in het domein van individuele zelfverdediging als in het domein van de oorlogvoering een aantal relevante casussen ontwikkelen, bespreken en vergelijken. In een eerste fase zullen we aandacht hebben voor de proportionaliteitsinterpretatie in een drietal casussen van individuele zelfverdediging. In een tweede en een derde fase komt de in bello-proportionaliteitslogica aan bod zoals we die respectievelijk gaan terugvinden in een eerder traditionele of collectivistische variant en een eerder individualistische variant van de oorlogsethiek. In de oorloggerelateerde casussen (in fase twee en drie) zal telkens bijzondere aandacht besteed worden aan een tweetal vragen. Wat indien we de proportionaliteitsinterpretatie zoals van toepassing bij individuele zelfverdediging (de individualistische proportionaliteitsinterpretatie, afgekort als IPI) gaan toepassen in een oorlogcontext? Dit zou betekenen dat we het verlies van vijandelijke soldatenlevens nu wel als een morele kost in rekening brengen. Vervolgens stellen we ons de vraag of een dergelijke individualistische proportionaliteitsinschatting zou stroken met het binnen de gegeven oorlogsethiek meer gangbare oordeel over de aanvalbaarheid van vijandelijke combattanten. 2. Proportionaliteit en individuele zelfverdediging Het is de bedoeling in dit gedeelte de proportionaliteitsvereiste in een drietal casussen te bestuderen. In een eerste casus verdedigt een onschuldige persoon (het slachtoffer heeft de aanval niet geprovoceerd) zich tegen een aanval van een schuldige dreiging. Deze casus heeft een paradigmatisch karakter. Het is ethisch gezien een vrij eenvoudige casus: er bestaat namelijk een redelijk ruime normatieve consensus dat een onschuldige persoon zich mag verdedigen tegen een schuldige bedreiging. De twee overige casussen vormen varianten op deze paradigmatische casus, waarbij het de bedoeling is na te gaan wat de invloed van deze variaties is op de proportionaliteits- Ethische Perspectieven 20 (2010)1, p. 78

5 inschatting. De variaties hebben telkens betrekking op het object van de defensieve handeling (de aanvaller). Meer specifiek gaat het om de volgende twee casussen: zelfverdediging tegen 1) een groot aantal schuldige dreigingen en 2) een niet-schuldige dreiging. Zelfverdediging tegen een schuldige dreiging Stel dat een persoon A aangevallen wordt door een persoon B. Laten we er ook vanuit gaan dat B een schuldige dreiging vormt. Iemand kan beschouwd worden als een schuldige dreiging indien die persoon als moreel agent ervoor kiest om A onrechtmatig te schaden, terwijl hiervoor geen enkele rechtvaardiging, toelating of excuus bestaat. 8 Zowel vanuit juridisch als vanuit ethisch oogpunt bestaat er een algemene consensus dat A, in antwoord op de agressie van B, het recht heeft om een noodzakelijke en proportionele handeling te stellen ten aanzien van B. Met noodzakelijk wordt dan bedoeld dat het voor A niet mogelijk mag zijn om hetzelfde doel (namelijk zich met succes verdedigen) te bereiken met een minder schadelijke handeling. Deze noodzakelijkheidsvoorwaarde zou kunnen beschouwd worden als een soort equivalent van het ad bellum-principe van de laatste toevlucht. Het is echter niet omdat de defensieve handeling voldoet aan de noodzakelijkheidsvereiste, dat ze ook proportioneel zou zijn. Net zoals bij de proportionaliteitsvoorwaarde binnen de oorlogsethiek moet ook hier nagegaan worden of de waarde van datgene wat we wensen te bereiken of te vrijwaren wel opweegt tegen de schade die met de defensieve handeling zal gepaard gaan. Dat binnen het zelfverdedigingsparadigma het toebrengen van schade aan de schuldige dreiging B wel degelijk moet beschouwd worden als een kost, moge maar al te duidelijk blijken uit de volgende casus. Stel dat B A aanvalt met de bedoeling om de portefeuille van A af te nemen. A kan dit enkel voorkomen (noodzaak) door B te doden. Tenzij A kan aantonen dat de portefeuille voor hem van levensbelang is, zal een dergelijke handeling doorgaans als disproportioneel worden bestempeld. Het vrijwaren van het bezit van een voorwerp zoals een portefeuille is inderdaad niet van dezelfde morele orde als het intentioneel veroorzaken van de dood van een ander persoon, ook al gaat het hier om een moreel schuldige persoon. Het is dus niet zo dat B door de handeling die hij stelt zijn recht om niet gedood te worden zomaar verliest. Er zou vanuit proportionaliteitsoogpunt wel kunnen geargumenteerd worden dat B een ander, minder belangrijk recht verliest, zoals bijvoorbeeld het recht om niet geduwd te worden: als A zijn eigendom kan beschermen door B een duw te geven, dan is dit ongetwijfeld geen Ethische Perspectieven 20 (2010)1, p. 79

6 disproportionele handeling. B verliest zijn recht om niet gedood te worden echter wel indien hij zou trachten om A te doden en A geen andere mogelijkheid heeft om aan B te ontsnappen (het geven van een duw zou hier bijvoorbeeld niet volstaan). In dat geval is de proportionaliteitsdrempel wel degelijk overschreden. Wat kan er als nog net belangrijk genoeg beschouwd worden om een dodelijke defensieve handeling te rechtvaardigen? Er is een vrij algemene morele en juridische consensus om dodelijk defensief geweld te rechtvaardigen wanneer de fysieke integriteit van het slachtoffer ernstig bedreigd wordt. Zoals eerder gesteld, is dit zeker het geval wanneer het slachtoffer dreigt gedood te worden. Het gebruik van dodelijk defensief geweld is echter ook toegestaan indien men ernstige lichamelijk schade wenst te voorkomen. Denk hierbij maar aan het verlies van een lidmaat of aan andere vormen van ernstige verminking. Ook verkrachting wordt over het algemeen als ernstig genoeg aanzien om, indien nodig, dodelijk geweld aan te wenden. 9 Hoewel verkrachting niet noodzakelijk blijvende lichamelijke schade veronderstelt, gaat een dergelijke agressie veelal gepaard met ernstige en blijvende psychologische schade. Behalve in uitzonderlijke omstandigheden is het verdedigen van eigendomsrechten niet zwaarwegend genoeg om de proportionaliteitsdrempel voor dodelijk geweld te overschrijden. Het eerder aangehaalde voorbeeld van B die de portefeuille van A probeert afhandig te maken is hiervan een voorbeeld. 10 Zelfverdediging tegen meerdere schuldige dreigingen Stel dat A niet enkel belaagd wordt door B, maar door een zeker aantal (laat ons dit aantal n noemen) schuldige dreigingen. Laten we er tevens vanuit gaan dat elk van die schuldige dreigingen A wil doden en dat A zijn leven enkel kan redden door een aantal of alle aanvallers te doden. Hoewel het hier gaat om het redden van één leven ten koste van n levens, wordt de ethische beoordeling van de defensieve handeling in een dergelijke casus doorgaans toch niet als disproportioneel ervaren. Of men nu één of n agressoren moet doden om zijn eigen leven (of dat van een andere persoon) te redden schijnt niet echt relevant te zijn. Vanuit proportionaliteitsoogpunt kan dit als enigszins bevreemdend overkomen (zijn bijvoorbeeld n levens niet meer waard dan één?). Dat een louter kwantitatieve benadering (één leven tegen n levens) in deze context toch niet de meeste aangewezen aanpak is, kan ondermeer op de volgende manier aangetoond worden. Tot nog toe zijn we ervan uitgegaan dat de n agressoren het slachtoffer A op eenzelfde ogenblik aanvallen. Stel nu echter dat het niet gaat om Ethische Perspectieven 20 (2010)1, p. 80

7 één enkele aanval uitgevoerd door n personen, maar om een reeks n aanvallen, telkens uitgevoerd door één persoon, die gespreid zijn in de tijd en ruimte. De eerste agressor valt A aan op tijdstip T1 en plaats P1, de tweede op T2 en P2 en de n de op Tn en Pn. Daar elk van de n agressoren de bedoeling heeft om A te doden en A telkens geen andere mogelijkheid ziet om zich te verdedigen dan het doden van de individuele agressor, hebben we hier te maken met n paradigmatische gevallen van zelfverdediging. In een dergelijke temporeel en geografisch gedecentraliseerde voorstelling van de feiten zou niemand het in zijn hoofd halen om te stellen dat het dodelijke defensieve geweld van A na een aantal gevallen een zekere disproportionaliteitsdrempel zou hebben bereikt. Dit zou bijvoorbeeld betekenen dat een op het eerste gezicht legitieme handeling van zelfverdediging van A toch disproportioneel zou zijn wanneer bijvoorbeeld zou blijken dat A in de voorbije maanden of jaren al een zeker aantal agressoren heeft moeten doden. Dit is uiteraard nonsens. Trouwens, waar zou die drempel dan gesitueerd moeten worden? Na het tweede, tiende, of het honderdste geval? Als het sequentieel doden van de n agressoren telkens een proportionele defensieve handeling vormt, is het simultaan doden van diezelfde n agressoren dat ook. Of men nu de n agressoren gespreid in de tijd doodt, of allemaal op hetzelfde ogenblik, maakt ethisch gezien geen enkel verschil. Wie het tegendeel beweert, moet eerst aantonen dat, ceteris paribus, de factor tijd een ethisch relevant element vormt bij de proportionaliteitsinschatting van een defensieve handeling. Dit schijnt mij op het eerste gezicht een bijzonder moeilijke opdracht. Hoe te verklaren dat het doden van de n de agressor wel een proportioneel defensieve handeling is wanneer die in de tijd na de andere aanvallen komt, maar niet als die tegelijk met de andere aanvallen verloopt? Toch stellen dat de proportionaliteitsevaluatie tijdsgevoelig is, heeft trouwens een ethisch weinig aantrekkelijke implicatie. Het zou namelijk betekenen dat de beslissing van de n agressoren om hun aanval op A niet sequentieel, maar simultaan uit te voeren, tot gevolg heeft dat A s defensieve handeling niet langer proportioneel zou zijn. Anders gezegd, het zijn de agressoren zelf die door het kiezen van hun specifieke aanvalsstrategie mee zouden gaan beslissen of de tegen hen gerichte defensieve handeling al dan niet proportioneel is. Als de proportionaliteitsinschatting al tijdsgevoelig zou zijn, dan zal die eerder in het voordeel spelen van de verdedigende actor. Veronderstel bijvoorbeeld dat enkele van de n agressoren niet de bedoeling zouden hebben om A te doden, maar enkel om hem relatief onbelangrijke schade toe te brengen. In het geval van een simultane aanval van de n agressoren, waarvan een grote meerderheid A wel willen doden, kan Ethische Perspectieven 20 (2010)1, p. 81

8 van A niet verwacht worden dat hij een discriminerende defensieve handeling zou stellen ten aanzien van de enkele niet-moorddadige aanvallers. Ook al is objectief gezien A s dodelijke defensieve handeling tegenover deze agressoren duidelijk disproportioneel (relatief onbelangrijke schade in vergelijking met het verlies van levens), toch kan worden aangevoerd dat diezelfde handeling subjectief gezien wel degelijk proportioneel is. De overtuiging van A dat alle n agressoren hem willen doden (en niet enkel een meerderheid ervan) is in het geval van een simultaan uitgevoerde aanval epistemologisch gezien redelijk te noemen. Dit is niet noodzakelijk zo in het geval waarin n agressoren beslissen om de aanval sequentieel uit te voeren. Doordat A de n agressoren één na één aanpakt, is het redelijk om te veronderstellen dat A zich hier, in tegenstelling tot de simultane aanval, een beter idee kan vormen van de intenties van zijn aanvaller. De kans dat er sprake is van een subjectief proportionele handeling is dan ook heel wat kleiner, indien A zou beslissen om de niet-moorddadige aanvaller toch te doden. Zelfverdediging tegen een niet-schuldige dreiging Stel dat A, in tegenstelling tot de twee voorgaande casussen, niet langer het slachtoffer dreigt te worden van een schuldige, maar van een niet-schuldige dreiging. Een niet-schuldige dreiging is een persoon die door zijn handelingen weliswaar onrechtmatige schade dreigt te berokkenen aan anderen, maar die hetzij geheel of gedeeltelijk verontschuldigd is, hetzij niet moreel verantwoordelijk kan gesteld worden voor zijn handelingen. Laten we elk van die twee categorieën even wat nader bekijken. 11 Tot de eerste categorie van niet-schuldige bedreigingen behoren personen die geheel of gedeeltelijk verontschuldigd zijn voor de onrechtmatige dreiging die zij uitoefenen. Hierbij gaat het dan over individuen die, net als de schuldige dreiging, de intentie hebben om te schaden, maar die tegelijkertijd allerhande verzachtende omstandigheden kunnen inroepen. Zo kan iemand bijvoorbeeld zodanig onder druk gezet worden dat het bijzonder moeilijk wordt om een andere keuze te maken dan het uitvoeren van een aanval tegen een onschuldige persoon. Het is ook mogelijk dat zo n niet-schuldige dreiging een epistemologische beperking inroept. In dat geval gaat bijvoorbeeld een persoon B een persoon A aanvallen omdat B er verkeerdelijk van overtuigd is dat A een gevaarlijke misdadiger is die op het punt staat een moord te plegen (terwijl A in realiteit onschuldig is). Of er nu sprake is van een gehele of een gedeeltelijke verontschuldiging hangt in belangrijke mate af van hoe zwaar het ingeroepen excuus weegt. Iemand die weet dat hij in geval van ongehoorzaamheid slechts een milde straft riskeert, Ethische Perspectieven 20 (2010)1, p. 82

9 zal, indien hij toch onrechtmatig schade veroorzaakt bij een onschuldige persoon, in het beste geval slechts gedeeltelijk verontschuldigd worden. Wie echter met de dood bedreigd wordt indien hij niet instemt met het aanvallen van diezelfde onschuldige persoon, kan veelal een volledig excuus inroepen. Hetzelfde geldt voor epistemologische beperkingen. Is de onwetendheid in hoofde van de agressor onoverwinnelijk (B kon onder geen beding weten dat A onschuldig was), dan is er ook eerder sprake van een volledige in plaats van een gedeeltelijke verontschuldiging. Tot de tweede categorie van niet-schuldige bedreigingen behoren personen die om de een of andere reden niet langer verantwoordelijk kunnen gesteld worden voor hun handelingen. 12 In deze categorie zouden we een drietal typecasussen kunnen onderscheiden. Een eerste typecasus is die van een persoon die zich onmogelijk bewust kan zijn van het feit dat zijn handeling onrechtmatige schade genereert. Stel dat een crimineel ergens een bom geplaatst heeft die wanneer hij ontploft heel wat onschuldige slachtoffers zal maken. Veronderstel verder dat diezelfde crimineel in een willekeurige woning het ontstekingsmechanisme van die bom verwerkt heeft in een lichtschakelaar. Wanneer een bewoner van die woning via deze schakelaar het licht aandoet, zal de bom ontploffen. Hier hebben we duidelijk te maken met iemand wiens handeling weliswaar onrechtmatige schade zal veroorzaken, maar die zich onmogelijk bewust kan zijn van wat zijn handeling zal teweegbrengen. Een tweede typecasus is die van een persoon die bij het veroorzaken van onrechtmatige schade niet langer kan beschouwd worden als een moreel verantwoordelijke agent. Een vaak geciteerd voorbeeld van dit soort onverantwoordelijke dreiging is dat van de vallende dikke persoon die, indien hij niet gedood wordt, een onschuldig individu dreigt te verpletteren. 13 De vallende persoon wordt hier gereduceerd tot een vallend voorwerp en vormt op die manier een amorele dreiging. 14 Een derde typecasus is die van de persoon die door Noam Zohar bestempeld wordt als een onschuldige obstructor. 15 Stel dat A achtervolgd wordt door een schuldige dreiging B. Veronderstel verder dat op een bepaald ogenblik de enige vluchtweg voor A versperd wordt door een omstander C. Als A van deze vluchtweg gebruik wil maken, zal hij C moeten doden. Net zoals in de eerste typecasus is C zich totaal onbewust van het feit dat hij de enige uitweg voor A blokkeert en daardoor het leven van A in gevaar brengt. Het enige verschil met de persoon die een bom laat ontploffen door een lichtschakelaar is dat C helemaal niets doet. Hij is eenvoudigweg een omstander die zich op het verkeerde ogenblik op de verkeerde plaats bevindt. In welke mate gaat nu het niet-schuldig zijn van de bedreiging een invloed hebben op de proportionaliteitsanalyse van de defensieve handeling? Hierover bestaat alles- Ethische Perspectieven 20 (2010)1, p. 83

10 behalve eensgezindheid. Judith Jarvis Thomson is bijvoorbeeld van oordeel dat de morele ingesteldheid van diegenen die het recht op leven van anderen op een nietgerechtvaardigde wijze gaan bedreigen, helemaal geen rol speelt. 16 Of het nu gaat om een schuldige of een niet-schuldige bedreiging doet helemaal niet terzake: in beide gevallen dreigt namelijk een onschuldig individu het slachtoffer te worden van objectief onrechtmatige schade. 17 Dit betekent meteen ook dat de proportionaliteitsinschatting van de defensieve handeling in het geval van een niet-schuldige dreiging in wezen niet fundamenteel verschillend is van die in het geval van een schuldige dreiging. Jeff McMahan is het duidelijk niet eens met deze positie. Voor McMahan is de graad van morele verantwoordelijkheid van de persoon die een bedreiging vormt wel degelijk van belang bij het inschatten van de proportionaliteit van de defensieve actie. Meer bepaald is het zo dat naarmate de graad van morele verantwoordelijkheid van de bedreiging afneemt, de proportionaliteitsvereiste strenger wordt. Wat dienen we ons hier concreet bij voor te stellen? In het geval van een schuldige dreiging betekent dit voor McMahan dat de proportionaliteitsvereiste eerder zwak zal zijn. 18 Indien bijvoorbeeld blijkt dat een schuldige dreiging de bedoeling heeft om zijn onschuldige slachtoffer niet dodelijk te verwonden (hij heeft bijvoorbeeld enkel de bedoeling om het slachtoffer een goede afranseling te geven), dan is het stellen van een defensieve handeling waarvan het slachtoffer weet dat die de dood van de agressor tot gevolg zal hebben, toch proportioneel. Uiteraard moeten we er hier wel van uitgaan dat die dodelijke defensieve handeling noodzakelijk is om de bewuste afranseling te vermijden. Door de morele schuld van de aanvaller schijnt er voor McMahan een soort asymmetrie te zijn ontstaan tussen het leven van het slachtoffer en dat van de dader: het voorkomen van niet-dodelijke schade in hoofde van het slachtoffer weegt op tegen het verlies van het leven van de schuldige dader. Zelfs indien het slachtoffer de dader op een nietdodelijke manier zou kunnen afhouden, maar met een toegenomen risico voor zichzelf, dan hoeft het slachtoffer dit zeker niet te doen. Dit gegeven verandert echter indien de morele verantwoordelijkheidsgraad van de dader afneemt. Stel opnieuw dat een onschuldige persoon het slachtoffer dreigt te worden van niet-dodelijke maar substantiële schade. Dit keer is de dader echter geen schuldige, maar een gedeeltelijk verantwoordelijke dreiging. Voor McMahan dient hier de proportionaliteitsvereiste al iets strenger geïnterpreteerd te worden. Veronderstel dat het potentiële slachtoffer de keuze heeft uit twee mogelijke opties: 1) een dodelijke defensieve handeling zonder enig risico voor zichzelf en 2) een niet-dodelijke defensieve handeling waarbij de agressor ernstig verwond wordt en waarbij ook het potentiële Ethische Perspectieven 20 (2010)1, p. 84

11 slachtoffer zelf lichte verwondingen oploopt. Waar de eerste optie zonder enig probleem proportioneel zou zijn geweest in het geval van een schuldige dreiging, is dit voor McMahan niet langer zo in het geval van de gedeeltelijke verontschuldigde aanvaller. 19 Op basis van proportionaliteitsoverwegingen is hier de tweede optie meer aangewezen. McMahan verwacht dus van het potentiële slachtoffer dat hij bijkomende risico s aanvaardt voor zichzelf om te vermijden dat de gedeeltelijk verontschuldigde aanvaller gedood moet worden. Indien het potentiële slachtoffer weigert om dit te doen (en het zekere voor het onzekere neemt door de aanvaller te doden) is zijn defensieve handeling niet langer legitiem, want disproportioneel. Hoewel er nog steeds sprake is van een asymmetrie tussen het leven van het slachtoffer en dat van de dader (de gedeeltelijk verontschuldigde dader is nog steeds voor een deel schuldig), wordt ze kleiner. Naarmate de graad van morele verantwoordelijkheid (en dus ook de asymmetrie) van de aanvaller verder afneemt, vereist de steeds strenger wordende proportionaliteitsvoorwaarde ook dat het potentiële slachtoffer steeds meer risico s voor zichzelf gaat aanvaarden om de aanvaller te ontzien. In het geval van een onverantwoordelijke dreiging is er zelfs sprake van een quasi perfecte symmetrie tussen aanvaller en slachtoffer en is het bijgevolg niet langer duidelijk wie nu eigenlijk tegen wie geweld mag gebruiken. 20 Intuïtief is McMahans argument, dat stelt dat de morele verantwoordelijkheid van de aanvaller een rol dient te spelen bij de bepaling van de aard van de defensieve handeling, zeker aannemelijk. Indien we inderdaad weten dat de aanvaller een nietschuldige dreiging vormt (en vooral indien hij behoort tot de tweede categorie van de niet-schuldige dreigingen), dan bestaat er begrijpelijkerwijze een natuurlijke neiging om, in de mate van het mogelijke, deze persoon te ontzien. Het onderliggende ethische principe is dan echter niet dat van proportionaliteit (zoals McMahan schijnt te suggereren), maar dat van de plicht om niet-schuldige personen geen schade te gaan berokkenen. Hoewel zo n niet-schuldige dreiging op het punt staat om ons te schaden, weten we dat er hier geen sprake is van een morele fout en dat de aanvaller in kwestie het als morele agent bijgevolg niet verdient om geschaad te worden. Dit betekent echter niet dat een weloverwogen defensieve handeling bij voorbaat uitgesloten zou zijn. Deze bezorgdheid om op een weloverwogen manier te werk te gaan uit zich bij McMahan, zoals gesteld, in zijn variabele proportionaliteitsinterpretatie: een defensieve handeling die proportioneel is in het geval van een schuldige dreiging is dat niet langer in het geval van een niet-schuldige dreiging. Het lijkt mij echter geen goed idee om de proportionaliteitsbepaling van een defensieve handeling zomaar automatisch en onvoorwaardelijk te koppelen aan de morele verantwoordelijkheids- Ethische Perspectieven 20 (2010)1, p. 85

12 graad van de aanvaller. Stellen dat een gegeven defensieve handeling niet langer proportioneel is in het geval van een niet-schuldige dreiging, is maar plausibel indien er ook effectief valabele alternatieve defensieve opties voorhanden zijn die 1) voor de niet-schuldige dreiging minder schadelijk zijn en 2) voor het potentiële slachtoffer een redelijke trade-off inhouden tussen het ontzien van de niet-schuldige dreiging en het aanvaarden van bijkomende risico s voor zichzelf. 21 Indien dergelijke alternatieven echter niet voorhanden zijn, is er niet langer een reden om datgene wat in het geval van een schuldige dreiging proportioneel is, als disproportioneel te gaan bestempelen bij een niet-schuldige dreiging. 3. In bello-proportionaliteit en het schaden van combattanten: een traditionele benadering Volgens de traditionele oorlogsethiek, zoals we die ondermeer terugvinden in de theorie van de rechtvaardige oorlog, voldoet een militaire actie aan de proportionaliteitsvoorwaarde 22 indien het militaire nut van die actie opweegt tegen de schade die ermee gepaard zal gaan. Waar bij de proportionaliteitsinschatting in het geval van individuele zelfverdediging de schade toegebracht aan de agressor wel deel uitmaakt van de kostencomponent, is dat niet zo bij een militaire actie. Het elimineren van vijandelijke strijders wordt integendeel beschouwd als een belangrijk onderdeel van het te maximaliseren militaire nut. Het verlies van soldatenlevens dat hiermee dan gepaard gaat (veelal op grote schaal) schijnt nergens verrekend te worden als een soort moreel tegengewicht. Om een wat beter inzicht te verwerven in deze toch wel opvallend verschillende proportionaliteitsinterpretatie, zullen we opnieuw een beroep doen op een casusgebaseerde argumentatie. De casussen die we zullen bestuderen zijn de volgende: 1) een defensieve handeling tegen een dreigende combattant, 2) een defensieve handeling tegen meerdere dreigende combattanten en 3) een offensieve actie tegen meerdere niet-dreigende combattanten. Een defensieve handeling tegen een dreigende combattant Stel dat een staat B een onrechtvaardige oorlog gestart is tegen een staat A. Tijdens de vijandelijkheden dreigt een combattant van B (Cb) een combattant van A (Ca) ernstig te verwonden of te doden. Ca kan dit voorkomen door Cb te doden. Deze eerste casus doet, op het eerste gezicht althans, sterk denken aan de paradigmatische casus van individuele zelfverdediging. In beide gevallen hebben we te maken met een eerste individu dat een schadelijke handeling stelt ten aanzien van een tweede indi- Ethische Perspectieven 20 (2010)1, p. 86

13 vidu, en een tweede individu dat in antwoord op die schadelijke handeling een verdedigende letale handeling stelt. Hiermee houdt echter de gelijkenis op. De normatieve realiteit waarbinnen elk van beide casussen dient begrepen te worden is fundamenteel verschillend. De paradigmatische casus van zelfverdediging moet begrepen worden binnen de context van een individualistische normatieve ethiek. De agressor en de verdediger staan tegenover elkaar als individuele morele agenten. Bovendien wordt hun relatie gekenmerkt door een sterke morele asymmetrie: aan de ene kant hebben we te maken met iemand die bewust en intentioneel onrechtmatige schade wil toebrengen, terwijl we aan de andere kant te maken hebben met iemand die een dergelijke aanval op geen enkele manier geprovoceerd heeft. Opdat de handeling van de verdediger legitiem zou zijn, moet ze een noodzakelijk en proportioneel antwoord vormen op de door de agressor gestelde dreiging. Dit laatste geeft meteen ook aan wat de rol is van de proportionaliteitsvereiste in de paradigmatische zelfverdedigingscasus: het is een noodzakelijke maar niet-voldoende voorwaarde voor het verlies van het recht van de agressor om niet geschaad te worden. De relatie tussen de combattanten Ca en Cb moet begrepen worden binnen de context van een collectivistische normatieve ethiek. Ca en Cb staan niet tegenover elkaar als individuele morele agenten, maar als publieke agenten: beide actoren ageren namelijk niet in eigen naam, maar in naam van hun respectieve politieke gemeenschappen A en B. 23 Hoewel Cb Ca aanvalt, is er volgens de collectivistische ethiek van de traditionele rechtvaardige oorlogstheorie toch geen sprake van een relatie van morele asymmetrie tussen beide combattanten. Door het feit dat zowel Ca als Cb behoren tot de klasse van de combattanten, beschikken zij niet enkel over eenzelfde recht om geweld te gebruiken in naam van hun politieke gemeenschap, bovendien vormen ze een legitiem doelwit voor de militaire acties van de andere. Wanneer dus in onze casus Cb Ca aanvalt, is hier in feite geen sprake van een onrechtmatige handeling. Cb heeft het recht, misschien zelfs de plicht, om te trachten Ca te elimineren, en Ca heeft op zijn beurt een gelijkaardig recht of zelfs de plicht om dit te verhinderen. 24 Op basis van de specificiteit van de morele relatie tussen Ca en Cb zouden we kunnen veronderstellen dat de proportionaliteitsvoorwaarde binnen deze context niet langer een rol van betekenis te spelen heeft. Inderdaad, waar de proportionaliteitsvereiste binnen de paradigmatische zelfverdedigingscasus een noodzakelijke maar niet-voldoende voorwaarde vormde voor de legitimiteit van de defensieve handeling, is dat niet zo in de casus van de dreigende combattant. De individuele agressor verliest zijn recht om niet geschaad te worden maar in de mate waarin de verdediger kan aantonen dat het onrecht dat hij wenst te voorkomen opweegt tegen de schade die Ethische Perspectieven 20 (2010)1, p. 87

14 hij hiertoe noodzakelijkerwijze zal moeten veroorzaken. Een vergelijkbare proportionaliteitsoverweging is niet noodzakelijk bij Ca en Cb. Het verlies van hun recht om niet het slachtoffer te zijn van geweld is als het ware een normatief a priori gegeven. Het feit alleen al deel uit te maken van de categorie combattanten is voldoende om een legitiem doelwit te vormen. Maar wat indien we toch zouden beslissen om de individualistische proportionaliteitsinterpretatie (verder afgekort als IPI: dit is de interpretatie van toepassing bij individuele zelfverdediging) toe te passen in de casus van de dreigende combattant? Dit zou betekenen dat we dit keer het verlies van vijandelijke soldatenlevens wel als een morele kost in rekening gaan brengen. Bestaat er dan een kans dat de defensieve handeling van Ca toch disproportioneel zou kunnen zijn en dat bijgevolg (en dit in tegenstelling tot de traditionele oorlogsethiek) Cb niet langer zou kunnen beschouwd worden als een legitiem doelwit? De defensieve handeling van Ca zou binnen de logica van de IPI maar proportioneel zijn indien datgene wat Ca wenst te bereiken opweegt tegen de hiermee gepaard gaande noodzakelijke schade toegebracht aan Cb. 25 Zoals eerder gesteld, wenst Cb Ca te doden of ernstig te verwonden en wil Ca dit verhinderen door het stellen van een letale handeling. Als inderdaad zou blijken dat Ca de intenties van Cb op geen enkele andere wijze kan verhinderen dan het stellen van een dodelijke actie, dan gaat het hier wel degelijk om een proportionele handeling. Het vrijwaren van het leven van Ca (of het voorkomen van ernstige lichamelijke letsels) weegt zeker op tegen het verlies van het leven van Cb. Dit is een klassieke en algemeen aanvaarde inschatting bij de IPI. Een belangrijk verschilpunt met een potentieel slachtoffer bij individuele zelfverdediging is dat Ca niet zomaar de mogelijkheid heeft om zijn belager te ontvluchten met het oog op het ontsnappen aan een dreiging. Een tactische terugtrekking met de bedoeling om in de nabije toekomst beter weerstand te kunnen bieden vormt op zich geen probleem. Het louter op de vlucht slaan omdat men bedreigd wordt, is dat duidelijk wel. Dit heeft uiteraard alles te maken met de specifieke functie van de combattant: van Ca wordt namelijk verwacht dat hij nog een andere reden heeft (die niet aanwezig is bij individuele zelfverdediging) om zijn belager te doden. Het elimineren van Cb in zijn rol van combattant heeft ook tot gevolg dat de militaire capaciteit van B, zij het in beperkte mate, zal worden aangetast. We zouden in dat opzicht kunnen stellen dat Ca s defensieve handeling een dubbel voordeel oplevert: een voordeel van individuele aard (het redden van het eigen leven) en een voordeel van collectieve aard (het aantasten van de militaire capaciteit van B). 26 Of Ca s defensieve handeling ooit disproportioneel kan zijn (en daarmee ingaat tegen de traditionele oorlogsethiek) zal dus ondermeer afhangen van de mate waarin Ethische Perspectieven 20 (2010)1, p. 88

15 deze twee voordelen al dan niet ten volle gaan doorwegen in de proportionaliteitsinschatting (gemakkelijkheidshalve zullen we ervan uitgaan dat Ca Cb steeds zal moeten doden om hem af te weren). Een bijzonder pertinente vraag in dit verband is de inzet van Ca s defensieve handeling. Is het bijvoorbeeld niet denkbaar dat Ca Cb zal moeten doden om een minder kwaad te verhinderen dan het verlies van zijn leven? Waar een dergelijke veronderstelling perfect plausibel is in een niet-oorlogscontext (bijvoorbeeld iemand doden om zijn eigendomsrechten te vrijwaren), is dit heel wat minder evident in een oorloggerelateerde casus. Als Cb Ca aanvalt, is dat niet om zijn portefeuille of zijn wagen te stelen, maar om hem te doden of ernstige lichamelijke schade te berokkenen. Op zich is deze vaststelling voldoende om er redelijkerwijze vanuit te gaan dat Ca s defensieve handeling steeds proportioneel zal zijn in de casus van de dreigende combattant (een leven voor een leven). We hebben het bijkomende morele gewicht van het met de uitschakeling van Cb verbonden militaire nut niet echt nodig om de proportionaliteit van Ca s defensieve handeling te onderbouwen. Hiermee lijkt, althans voor deze specifieke casus, de analyse gebaseerd op de IPI de argumentatie van de traditionele oorlogsethiek niet in gevaar te brengen. Het is echter de vraag of we tot een vergelijkbare conclusie zullen blijven komen naarmate we casussen gaan beschouwen die telkens wat verder afwijken van de casus van de dreigende combattant. Dit zal blijken in de volgende paragrafen. Een defensieve handeling tegen meerdere dreigende combattanten Laten we uitgaan van hetzelfde scenario als in de vorige paragraaf: B is een onrechtvaardige oorlog gestart tegen A. Veronderstel verder dat zich tijdens de vijandelijkheden tussen A en B de volgende situatie voordoet: een beperkt aantal combattanten van A (nca) verdedigt een gegeven locatie X tegen een belangrijke troepenmacht van B (ncb). Voor A is het behoud van X niet van levensbelang: als de nca de locatie zouden opgeven, dan zou dat niet zo heel veel verschil maken in de strategische aanpak van A. Wel is X interessant voor A omdat die locatie perfect verdedigbaar is met een beperkt aantal manschappen. In het strategische plaatje van B speelt X echter een heel wat belangrijkere rol. De militaire verantwoordelijken van B zijn bereid om heel wat combattanten in te zetten, en desnoods op te offeren, om X te veroveren. 27 In de gewapende confrontatie die volgt tussen de nca en de ncb wordt een aanzienlijk aantal van de ncb gedood of ernstig gewond zonder dat X wordt veroverd. Laten we dit de casus van de nutteloze aanval noemen. Vanuit het perspectief van de traditionele oorlogsethiek is het massaal doden en verwonden van de ncb een volledig legitieme handeling. Zoals reeds opgemerkt in Ethische Perspectieven 20 (2010)1, p. 89

16 de vorige paragraaf vormen immers zowel de nca als de ncb een legitiem doelwit, omdat ze behoren tot de klasse van de combattanten. Maar wat indien we diezelfde casus gaan beoordelen op basis van de IPI? Kan in dat geval het op grote schaal doden en verwonden van de ncb toch als niet-legitiem beschouwd worden om redenen van disproportionaliteit? Bij de bespreking van de proportionaliteitsvereiste in het geval van individuele zelfverdediging kwamen we tot de vaststelling dat het aantal dreigingen dat noodzakelijk mag worden gedood om het eigen leven te redden, niet meteen een relevante factor vormt (zie de paragraaf over zelfverdediging tegen meerdere schuldige dreigingen). Naar analogie hiermee zou dus kunnen verondersteld worden dat ook het aantal dreigende combattanten waarmee men geconfronteerd wordt, er niet echt toe doet. Als vanuit de IPI het doden van één dreigende combattant proportioneel is, dan is een letale defensieve handeling ten aanzien van meerdere combattanten dat ook. Een dergelijke conclusie zou correct zijn indien 1) de doelstelling van de ncb erin bestaat om de nca te doden of ernstige lichamelijke schade te berokkenen en 2) de nca geen andere mogelijkheid hebben om die substantiële schade te vermijden dan het doden van de ncb. Dit is echter niet het geval in de hierboven geschetste casus. Ten eerste is het niet zozeer de bedoeling van de ncb om de nca substantiële schade toe te brengen, maar eerder om X te veroveren (indien de ncb X zouden kunnen bezetten zonder de nca schade te berokkenen, dan zou hun doelstelling ook bereikt zijn). Ten tweede is voor de nca het doden of het ernstig verwonden van de ncb niet echt noodzakelijk om het eigen leven te redden. Het zou voor de de nca bijvoorbeeld volstaan om zich terug te trekken uit X om zo het risico voor het eigen leven weg te nemen. Als deze analogie dus niet echt opgaat, hoe moet deze casus dan wel ingeschat worden op basis van de IPI? De voordelen of baten verbonden aan de defensieve militaire actie van de nca zijn in de beschouwde casus in essentie van collectieve aard, namelijk het militaire nut dat voortvloeit uit het verdedigen van de locatie X en het elimineren van zoveel mogelijk van de ncb in hun rol van combattant. 28 De morele kost wordt gevormd door het massale verlies aan mensenlevens en het toebrengen van ernstige verwondingen aan de ncb. In tegenstelling tot de vorige casus (defensieve handeling tegen een dreigende combattant) is de proportionaliteitsafweging hier heel wat minder evident. Aangezien voor A het behoud van X van weinig belang is, moet de afweging gebeuren tussen het militaire nut verbonden met het uitschakelen van de ncb in hun rol van strijder en het verlies van mensenlevens en de substantiële lichamelijke schade die hiermee gepaard zal gaan. Ethische Perspectieven 20 (2010)1, p. 90

17 Om deze afweging toch op een enigszins zinvolle wijze te kunnen maken, is het noodzakelijk dat we even stilstaan bij het concept militair nut. Het militaire nut van een handeling wordt bepaald door de mate waarin die handeling bijdraagt tot de realisatie van het einddoel van de oorlog (het behalen van een militaire overwinning). Dit nut is echter geen statisch gegeven. Eenzelfde militaire handeling kan gekenmerkt worden door een verschillend nut in verschillende operationele omstandigheden. 29 Indien A bijvoorbeeld aan de winnende hand is (de overwinning van A is nog slechts een kwestie van tijd), zouden we kunnen stellen dat het militaire nut van het uitschakelen van een bijkomende combattant van B (dit is wat we het marginale militaire nut zullen noemen) eerder gering is. Of we die bijkomende combattant nog uitschakelen of niet heeft niet zo heel veel belang meer. Het uitschakelen van diezelfde bijkomende combattant zal echter een heel wat groter marginaal militair nut hebben indien A op het punt staat om de oorlog te verliezen. Elke verzwakking van de militaire capaciteit van B, dus ook de uitschakeling van een bijkomende combattant van B, zou in dit geval meer dan welkom zijn. Waar het militaire nut kan beschouwd worden als een waarde die varieert in functie van de specifieke operationele context, is dat niet zo voor de waarde verbonden met het verlies van een mensenleven. Het zou inderdaad van een zeker cynisme getuigen indien we de waarde van een mensenleven zouden laten afhangen van allerlei operationele variabelen. 30 Wat op basis van deze verbijzondering alvast kan gesteld worden, is dat het proportionele karakter van de defensieve handeling van de nca niet langer vanzelfsprekend is. Waar volgens de traditionele oorlogsethiek de militaire actie van A volledig legitiem is, blijkt dat op grond van de IPI niet langer zo. Indien A bijvoorbeeld aan de winnende hand zou zijn, dan bestaat de kans dat de afweging tussen het militaire nut verbonden met het uitschakelen van de ncb en het verlies van mensenlevens dat hiermee gepaard zal gaan, negatief is. Hier zien we alvast twee elementen verschijnen die ons kunnen helpen om te verklaren waarom er niet meteen een neiging bestaat om de logica van de IPI te hernemen in de in bello-proportionaliteit. Ten eerste is er het feit dat naarmate de kans op winst voor A toeneemt (en bijgevolg het marginale militaire nut van het uitschakelen van bijkomende combattanten van de ncb minder groot wordt), de proportionaliteitsvereiste voor A almaar strenger gaat worden. Of anders gesteld: hoe waarschijnlijker de overwinning voor A wordt, hoe groter de kans dat de defensieve handeling van de nca als disproportioneel zal moeten worden ingeschat. Dit is vanuit militair oogpunt niet meteen een aantrekkelijk vooruitzicht. Een tweede element is hier nauw mee verbonden. Daar het de militaire verantwoordelijken van de ncb zijn die beslissen om in de eindfase van de strijd toch massaal Ethische Perspectieven 20 (2010)1, p. 91

18 manschappen te blijven inzetten (ze willen kost wat kost X innemen ook al zal dit het eindresultaat niet meer beïnvloeden), gaan ook zij paradoxaal genoeg mee het (dis)proportionele karakter van de defensieve handeling van nca bepalen. Als nca in die eindfase willen vermijden dat hun defensieve handeling disproportioneel wordt, zullen ze zich noodgedwongen moeten terugtrekken uit X. Dit is vanuit militair oogpunt opnieuw een bijzonder onaantrekkelijke implicatie. Als er al moreel verantwoordelijken zijn voor het nutteloos opofferen van soldatenlevens, dan zijn dat in eerste instantie de bevelvoerders van de ncb zelf en niet die van de nca. 31 Een offensieve handeling tegen meerdere niet-dreigende combattanten Volgens de traditionele oorlogsethiek is het toegelaten om geweld te gebruiken tegen combattanten die niet meteen een bedreiging vormen. Denk hierbij bijvoorbeeld maar aan militaire eenheden die tijdens de vijandelijkheden in reserve gehouden worden (ze vormen niet meteen een bedreiging, maar zullen dat wel worden in de toekomst). Of eenheden die zo slecht getraind en uitgerust zijn dat ze, zelfs als ze ingezet worden, geen reële bedreiging vormen. Of eenheden die in de eindfase van de vijandelijkheden de strijd gestaakt hebben en zich massaal terugtrekken. In elk van die drie voorbeelden hebben we te maken met individuen die, omdat ze nog steeds deel uitmaken van de klasse van de strijders, een legitiem doelwit vormen. Maar wat zegt een IPI-analyse in elk van deze drie gevallen? Het is een vrij realistische verwachting dat de kost aan vijandelijke soldatenlevens in de drie aangehaalde voorbeelden hoog zal zijn. Dit heeft in de eerste plaats uiteraard te maken met het feit dat de combattanten in kwestie niet (meer) echt in staat of voorbereid zijn om met succes weerwerk te bieden. En wat met de militaire baten die daar tegenover staan? In het voorbeeld van de vijandelijke reserve-eenheid vloeit het militaire nut van een offensieve actie met als doel om die eenheid te vernietigen voort uit het wegnemen van een toekomstige dreiging. Hoe omvangrijk dit militaire nut ingeschat moet worden hangt in essentie af van de twee volgende factoren: 1) hoe waarschijnlijk is het dat die reserve-eenheid ook zal ingezet worden en 2) wat is het verschil dat deze eenheid op het terrein kan maken als ze ingezet wordt? Op basis van deze dubbele inschatting moet dan nagegaan worden of de resulterende baten gaan opwegen tegen de haast zekere morele kost die gepaard gaat met het elimineren van de vijandelijke eenheid in kwestie. In de twee andere voorbeelden (een offensieve actie tegen slecht getrainde of uitgeruste combattanten en het uitschakelen van terugtrekkende combattanten) is het Ethische Perspectieven 20 (2010)1, p. 92

Inhoud. Woord vooraf 11. Inleiding 15 DEEL I: THEORIE

Inhoud. Woord vooraf 11. Inleiding 15 DEEL I: THEORIE Inhoud 5 Inhoud Woord vooraf 11 Inleiding 15 DEEL I: THEORIE 1 Ethisch denken over oorlog en vrede 23 1.1 Inleiding 23 1.2 De theorie van de rechtvaardige oorlog: definitie en principes 23 1.3 Andere posities

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

OORLOG, MORELE VERANTWOORDELIJKHEID EN HET DODEN VAN COMBATTANTEN

OORLOG, MORELE VERANTWOORDELIJKHEID EN HET DODEN VAN COMBATTANTEN OORLOG, MORELE VERANTWOORDELIJKHEID EN HET DODEN VAN COMBATTANTEN Carl Ceulemans 1 Abstract Whenever states decide to go to war, they are supposed to respect certain moral and legal constraints. One of

Nadere informatie

Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Brainstorm. Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus februari 2017

Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Brainstorm. Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus februari 2017 Brainstorm Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus februari 2017 Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Marijke Peys, stafmedewerker humanitair recht marijke.peys@rodekruis.be

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

Thinking War in the 21st Century. Introducing Non-State Actors in Just War Theory H.A. Noorda

Thinking War in the 21st Century. Introducing Non-State Actors in Just War Theory H.A. Noorda Thinking War in the 21st Century. Introducing Non-State Actors in Just War Theory H.A. Noorda Thinking War in the 21 st Century Introducing Non-State Actors in Just War Theory Hadassa Noorda Samenvatting

Nadere informatie

DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK.

DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK. DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK STARTPUNT In beginsel art. 2 (4) HVN: geweldsverbod interstatelijke betrekkingen Uitzonderingen:

Nadere informatie

Opdracht Levensbeschouwing Doodstraf

Opdracht Levensbeschouwing Doodstraf Opdracht Levensbeschouwing Doodstraf Opdracht door een scholier 1930 woorden 14 maart 2003 6,2 18 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing 0. Geef een korte argumentatie waarom jij tegen of voor de doodstraf

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 7 mei 2018 ADVIES 2018-41 met betrekking tot de toegang tot informatie die in een databank aanwezig

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Nader Advies Geweldgebruik tegen ISIL in Syrië 23 juni 2015 Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

5-4-2016. Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus april 2016.

5-4-2016. Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus april 2016. Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus april 2016 Marijke Peys, stafmedewerker humanitair recht marijke.peys@rodekruis.be Brainstorm Welke gevolgen hebben gewapende conflicten?

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet

Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet Essay Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet Ethici onderscheiden zich van gewone mensen doordat zij niet schijnen te weten wat morele oordelen zijn. Met behulp van elkaar vaak uitsluitende ismen trachten

Nadere informatie

De ethische dualiteit van de Rechtvaardige

De ethische dualiteit van de Rechtvaardige 08 De ethische dualiteit van de Rechtvaardige Oorlogstheorie 1 Zijn combattanten die deelnemen aan een onrechtvaardige oorlog mee verantwoordelijk voor het immorele karakter van die oorlog? De klassieke

Nadere informatie

Definitie en oorsprong. Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Brainstorm

Definitie en oorsprong. Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Brainstorm Brainstorm Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus juli 2017 Welke gevolgen hebben? Marijke Peys, stafmedewerker humanitair recht marijke.peys@rodekruis.be Overzicht 1. Invalshoek

Nadere informatie

Kwetsbare minderheidsgroep

Kwetsbare minderheidsgroep IND-werkinstructie nr. 2013/14 (AUA) Openbaar/ Extern Aan Directeur klantdirectie Asiel c.c. DDMB Van Hoofddirecteur IND Datum 26 juni 2013 Geldig vanaf 26 juni 2013 Geldig tot Onderwerp Vindplaats Bijlage(n)

Nadere informatie

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS Q1. Denkt u dat het voor de toekomst van Nederland het beste is als wij actief deelnemen in de wereldpolitiek of moeten wij ons niet in de wereldpolitiek mengen? 1

Nadere informatie

Tabel competentiereferentiesysteem

Tabel competentiereferentiesysteem Bijlage 3 bij het ministerieel besluit van tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling

Nadere informatie

Commentaar op de tekst Euthanasie vanuit een christelijk perspectief, gegeven door Br. René Stockman, generale overste Broeders van Liefde

Commentaar op de tekst Euthanasie vanuit een christelijk perspectief, gegeven door Br. René Stockman, generale overste Broeders van Liefde Commentaar op de tekst Euthanasie vanuit een christelijk perspectief, gegeven door Br. René Stockman, generale overste Broeders van Liefde Ingaand op de tekst die werd opgesteld om de visietekst van de

Nadere informatie

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen. Samenvatting door A. 1576 woorden 4 december 2014 1,3 2 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Paragraaf 2 De ethische optiek 1 inleiding Ethiek gaat over goed en kwaad in het menselijk handelen. Onderscheid

Nadere informatie

Probeer alle gebieden in DiceLand te veroveren door alle tegenstanders uit te schakelen of probeer met de hoogste score te winnen.

Probeer alle gebieden in DiceLand te veroveren door alle tegenstanders uit te schakelen of probeer met de hoogste score te winnen. DiceLand Auteur: Spartaco Albertarelli Uitgegeven door Kidult Game, 2002 Een tactische veroveringsspel voor twee spelers met dobbelstenen in de hoofdrol. Doel Probeer alle gebieden in DiceLand te veroveren

Nadere informatie

Opgave 3 De gewapende overval

Opgave 3 De gewapende overval Opgave 3 De gewapende overval 12 maximumscore 2 een argumentatie dat het idee van vrije wil als bovennatuurlijke kracht in het kader van vrije wil als bewuste aansturing voor veel mensen aantrekkelijk

Nadere informatie

Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus april 2015

Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus april 2015 Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus april 2015 Laura De Grève, stafmedewerker humanitair recht laura.degreve@rodekruis.be 12/04/2015 - Rode Kruis Vlaanderen Internationaal

Nadere informatie

Inhoud. 1 Eristische dialectiek of de kunst van het gelijk krijgen 7. 2 De termen logica en dialectiek 69

Inhoud. 1 Eristische dialectiek of de kunst van het gelijk krijgen 7. 2 De termen logica en dialectiek 69 Inhoud 1 Eristische dialectiek of de kunst van het gelijk krijgen 7 2 De termen logica en dialectiek 69 3 De dialectiek van Aristoteles in de Topica 73 Nawoord door Tjark Kruiger 81 [5] 1 Eristische dialectiek

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 5 september 2016 ADVIES 2016-78 met betrekking tot de weigering om toegang te verlenen tot het volledige

Nadere informatie

Overwegingen over beëindiging van oorlogen : de casus Libië

Overwegingen over beëindiging van oorlogen : de casus Libië Carl Ceulemans Overwegingen over beëindiging van oorlogen : de casus Libië Het is vanuit moreel oogpunt niet onverschillig hoe en wanneer een oorlog beëindigd wordt. Staakt men de vijandelijkheden te snel,

Nadere informatie

Feedback. Wat is feedback?

Feedback. Wat is feedback? Feedback Wat is feedback? Letterlijk vertaald is feedback terugvoeding. Het is het proces waarin informatie teruggevoerd wordt in een informatieverwerkend systeem, in dit geval de mens. Als het om mensen

Nadere informatie

Sectoraal comité van het Rijksregister. Beraadsiaging RR nr 62/2013 van 31 juli 2013

Sectoraal comité van het Rijksregister. Beraadsiaging RR nr 62/2013 van 31 juli 2013 1/6 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadsiaging RR nr 62/2013 van 31 juli 2013 Betreft: aanvraag van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur om uitbreiding te bekomen van de beraadslagingen RR

Nadere informatie

1red , NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, uur

1red , NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, uur 1red18248 29-06-2007, NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, 22.50 uur MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE MINISTERRAAD, OVER HET ONDERZOEK NAAR EVENTUELE VERLENGING VAN DE MISSIE IN

Nadere informatie

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 19 mei 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Bescherming van journalisten in het internationaal humanitair recht

Bescherming van journalisten in het internationaal humanitair recht Bescherming van journalisten in het internationaal humanitair recht Roeland Neyrinck Juridisch adviseur Somalië: 46 journalisten gedood sinds 1992 (Bron: CJP) 10 journalisten gedood in 2012 (Bron: CJP)

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting Dutch summary

Nederlandse samenvatting Dutch summary 110 Ethics in Economic Decision-Making Nederlandse samenvatting Dutch summary We maken in het dagelijks leven vele beslissingen. Een groot deel van deze beslissingen bepaalt niet alleen onze eigen (financiële)

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 7

Samenvatting. Samenvatting 7 Samenvatting Levensbeëindiging het veroorzaken of bespoedigen van de dood door het toedienen van een middel met het doel het leven te bekorten is strafbaar als doodslag of moord. Onder omstandigheden kan

Nadere informatie

ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS

ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS Advies 2017-09 / 6.07.2017 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud... 3 3 Bespreking... 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Wijzigende

Nadere informatie

Pestprotocol Basisschool de Horizon, Te Heerlen

Pestprotocol Basisschool de Horizon, Te Heerlen Pestprotocol Basisschool de Horizon, Te Heerlen Opgemaakt op 26-1-2017 Door: Gedragsspecialisten, Sanne Habets en Carla Vanderheijden Inhoud - Het belang van een anti pest protocol. - Uitgangspunten van

Nadere informatie

Onze geestelijke werkelijkheid. uit de cursus Geestelijke ontwikkeling 1956

Onze geestelijke werkelijkheid. uit de cursus Geestelijke ontwikkeling 1956 uit de cursus Geestelijke ontwikkeling 1956 Wanneer je leeft en je zoekt naar hogere krachten, dan vind je veel verbluffende verschijnselen. Je vindt de grote goden en de kleine goden als werkzame krachten

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 30 september 2013 ADVIES 2013-46 met betrekking tot de toegang tot notulen van de SIOD (CTB/2013/80)

Nadere informatie

Inschatting wilsbekwaamheid volgens KNMG richtlijn

Inschatting wilsbekwaamheid volgens KNMG richtlijn Naam patiënt:.. Geboortedatum patiënt:... Naam afnemer: Datum afname: Inschatting wilsbekwaamheid volgens KNMG richtlijn 1. Wilsbekwaamheid wordt altijd beoordeeld ter zake een bepaald onderzoek of bepaalde

Nadere informatie

Coöperatie en communicatie:

Coöperatie en communicatie: Nederlandse Samenvatting (summary in Dutch) 135 Coöperatie en communicatie: Veranderlijke doelen en sociale rollen Waarom werken mensen samen? Op het eerste gezicht lijkt het antwoord op deze vraag vrij

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 07 / 96 van 22 april 1996 ------------------------------------------- O. ref. : 10 / A / 96 / 011 BETREFT : Ontwerp van koninklijk

Nadere informatie

Causale Kunst: Fotografie

Causale Kunst: Fotografie Causale Kunst: Fotografie Bram Poels, 3868788 Van vele (moderne) kunstwerken kunnen we ons afvragen of het wel kunst is. Als onderdeel van deze grote vraag over de kunst als geheel, kunnen we ons verder

Nadere informatie

EXTERNE LEIDRAAD VOOR DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 62 VAN DE BANKWET

EXTERNE LEIDRAAD VOOR DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 62 VAN DE BANKWET 1/5 EXTERNE LEIDRAAD VOOR DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 62 VAN DE BANKWET SOORTEN CUMULBEPERKINGEN STRUCTUUR ARTIKEL 62 De wettelijke cumulbeperkingen, zoals geformuleerd in artikel 62 van de wet van 25 april

Nadere informatie

Eindexamen filosofie havo I

Eindexamen filosofie havo I Beoordelingsmodel Opgave 1 De graaf van Monte-Cristo 1 maximumscore 3 een uitleg van welke primaire hartstocht haat kan worden afgeleid: de droefheid 1 de opvatting van Spinoza over haat: de wil tot verwijderen

Nadere informatie

Biomonitoring en sensoring op de werkplek ethische aspecten

Biomonitoring en sensoring op de werkplek ethische aspecten Biomonitoring en sensoring op de werkplek ethische aspecten Bijeenkomst Contactgroep Gezondheid en Chemie, i.s.m. de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde Den Bosch, 13 juni 2019

Nadere informatie

Contract Law as Fairness. A Rawlsian Perspective on the Position of SMEs in European Contract Law J.G. Klijnsma

Contract Law as Fairness. A Rawlsian Perspective on the Position of SMEs in European Contract Law J.G. Klijnsma Contract Law as Fairness. A Rawlsian Perspective on the Position of SMEs in European Contract Law J.G. Klijnsma Samenvatting Contract Law as Fairness geeft een Rawlsiaans perspectief op de positie van

Nadere informatie

LETSELPREVENTIE-ONDERZOEK: SYMPTOOMBESTRIJDING OF NOODZAAK?

LETSELPREVENTIE-ONDERZOEK: SYMPTOOMBESTRIJDING OF NOODZAAK? LETSELPREVENTIE-ONDERZOEK: SYMPTOOMBESTRIJDING OF NOODZAAK? Inleiding ter gelegenheid van het bezoek van Staatsecretaris Drs. J. F. Scherpenhuizen aan het Instituut voor Wegtransportmiddelen TNO op 25

Nadere informatie

Morele plicht, morele verantwoordelijkheid en Frankfurt-tegenvoorbeelden

Morele plicht, morele verantwoordelijkheid en Frankfurt-tegenvoorbeelden Morele plicht, morele verantwoordelijkheid en Frankfurt-tegenvoorbeelden Giesje Wouters Inleiding Hoe is het mogelijk dat onze onvrije wil wel een belemmering vormt voor morele verantwoordelijkheid, maar

Nadere informatie

TAXONOMIE HISTORISCH DENKEN

TAXONOMIE HISTORISCH DENKEN Verwijs naar dit document als Smets, W. (2018), Taxonomie historisch denken, opgehaald van: Karel de Grote Hogeschool, https://www.kdg.be/onderzoek-en-expertise/onderzoeksprojecten/praktijkonderzoek-historisch-denken

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Opgave 1 Een sceptische schnauzer en een sceptische arts

Vraag Antwoord Scores. Opgave 1 Een sceptische schnauzer en een sceptische arts Opgave 1 Een sceptische schnauzer en een sceptische arts 1 maximumscore 3 een uitleg dat de schnauzer vragen stelt die blijk geven van metafysisch scepticisme: hij vraagt zich af of er wel een buitenwereld

Nadere informatie

FACULTATIEF PROTOCOL BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND OVER DE BETROKKENHEID VAN KINDEREN IN GEWAPENDE CONFLICTEN

FACULTATIEF PROTOCOL BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND OVER DE BETROKKENHEID VAN KINDEREN IN GEWAPENDE CONFLICTEN FACULTATIEF PROTOCOL BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND OVER DE BETROKKENHEID VAN KINDEREN IN GEWAPENDE CONFLICTEN (niet officiële Nederlandse vertaling). (VP = Voorafgaande paragraaf) VP 1

Nadere informatie

BEÏNVLOEDINGSSTIJLEN. Tegenbewegende stijlen. Meebewegende stijlen. = duwen = trekken. evalueren aansporen en onder druk zetten

BEÏNVLOEDINGSSTIJLEN. Tegenbewegende stijlen. Meebewegende stijlen. = duwen = trekken. evalueren aansporen en onder druk zetten BEÏNVLOEDINGSSTIJLEN Er zijn verschillende beïnvloedingsstijlen te onderscheiden. De stijlen kunnen worden onderverdeeld in: TEGENBEWEGENDE STIJLEN MEEBEWEGENDE STIJLEN = duwen = trekken Tegenbewegende

Nadere informatie

Technische analyse kan in verschillende soorten grafieken gebruikt worden om trends en trendwijzigingen

Technische analyse kan in verschillende soorten grafieken gebruikt worden om trends en trendwijzigingen Woord Vooraf 7 8 Woord vooraf In tegenstelling tot de fundamentele analyse, waar vooral naar de waarde van een aandeel wordt gezocht, staat bij de technische analyse van aandelen de koers centraal. Wanneer

Nadere informatie

Methodologie verdachten. Politiële criminaliteitsstatistieken

Methodologie verdachten. Politiële criminaliteitsstatistieken Methodologie verdachten Politiële criminaliteitsstatistieken INHOUDSTAFEL VERDACHTEN: METHODOLOGISCHE HANDLEIDING... 3 Waarom?... 3 Wat verstaat men onder verdachten?... 3 Twee kenmerken: geslacht en leeftijd...

Nadere informatie

Radicalisering begrijpen

Radicalisering begrijpen Radicalisering begrijpen Wat is radicalisering Tal van verschillende definities van radicalisering: Een individueel proces dat wordt beïnvloed door groepsprocessen; De heersende politieke orde en dialoog

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 30 september 2013 ADVIES 2013-48 met betrekking tot de toegang tot auditrapporten in het bezit van

Nadere informatie

Privacy policy. 1. Algemeen

Privacy policy. 1. Algemeen Privacy policy Deze privacy policy ( Privacy Policy ) heeft als doel om de leden en de deelnemers aan activiteiten van VZW Zombietrail Staden correct te informeren over de verwerking van hun persoonsgegevens.

Nadere informatie

Hervorming geestelijke gezondheidszorg 107 voor volwassenen Toekomstige hervorming voor kinderen Sector Arbeids- & Organisatiepsychologie

Hervorming geestelijke gezondheidszorg 107 voor volwassenen Toekomstige hervorming voor kinderen Sector Arbeids- & Organisatiepsychologie Deontologische vragen m.b.t. samenwerken in teams en netwerken Prof. Adélaïde BLAVIER, PhD Centre d Expertise en Psychotraumatismes et Psycho-Légale Département de Psychologie, Université de Liège (ULg)

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 13 februari 2017 ADVIES 2017-13 met betrekking tot de weigering om een kopie te verstrekken van

Nadere informatie

Wetenschapscommunicatie en/of democratisch debat? Pieter Maeseele

Wetenschapscommunicatie en/of democratisch debat? Pieter Maeseele Wetenschapscommunicatie en/of democratisch debat? Pieter Maeseele Wie ben ik? Communicatiewetenschappen UA Media, Wetenschap & Democratie Media & Democratie - Evalueren van mate waarin media bijdragen

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.777 ----------------------------- Zitting van woensdag 5 oktober 2011 -------------------------------------------------

A D V I E S Nr. 1.777 ----------------------------- Zitting van woensdag 5 oktober 2011 ------------------------------------------------- A D V I E S Nr. 1.777 ----------------------------- Zitting van woensdag 5 oktober 2011 ------------------------------------------------- Outplacement werknemers van beschutte en sociale werkplaatsen en

Nadere informatie

Doel. Spel. www.ihots.nl. Duur: - Groep - Individueel. Laat je inspireren door de voorbeeld vragen in deze spiekbrief.

Doel. Spel. www.ihots.nl. Duur: - Groep - Individueel. Laat je inspireren door de voorbeeld vragen in deze spiekbrief. www.ihots.nl Doel Laat je inspireren door de voorbeeld vragen in deze spiekbrief Spel Alle spellen Gebruik deze spiekbrief telkens wanneer je een spel start in de ihots app. Laat je inspireren door de

Nadere informatie

ARUP studie Groningen 2013

ARUP studie Groningen 2013 ARUP studie Groningen 2013 Strategie voor structurele versteviging van gebouwen Nederlandse samenvatting Issue 17 januari 2014 Nederlandse samenvatting 1 Inleiding Dit rapport omvat een samenvatting van

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 27 oktober 2014 ADVIES 2014-85 met betrekking tot de weigering om een kopie te verstrekken van de

Nadere informatie

DE WET VAN DE KRACHT VAN UW GEDACHTEN

DE WET VAN DE KRACHT VAN UW GEDACHTEN Hoe voel je je? Dat is een barometer om te weten of je de dingen naar je laat toekomen die goed voor je zijn. Voel je je goed, dan komt er meer goeds in je leven omdat je dit aantrekt; voel je je down,

Nadere informatie

Geweld is het vernietigen of schade toebrengen aan mensen, de natuur of aan dingen/

Geweld is het vernietigen of schade toebrengen aan mensen, de natuur of aan dingen/ Samenvatting door Jasmijn 918 woorden 27 juni 2016 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Levensbeschouwing Zin in zin Godsdienst/ levensbeschouwing samenvatting hoofdstuk 5 geweld. Geweld is het vernietigen

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 1 februari 2016 ADVIES 2016-07 met betrekking tot de weigering om toegang te geven tot het volledige

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 8 augustus 2011 ADVIES 2011-299 over de weigering om toegang te verlenen tot bepaalde informatie

Nadere informatie

Het Mirakel dat Jij Bent

Het Mirakel dat Jij Bent Het Mirakel dat Jij Bent Vervul jouw potentieel (Deel I van III) Struinend door het gras Kijkend naar de horizon Genietend van Alles dat IS Jouw weg... Schrijver: A.M.I. van der Kwast Coverontwerp: in

Nadere informatie

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel Evaluatie van beleid en beleidsinstrumenten Protocol tussen de entiteit 1 verantwoordelijk voor de (aansturing van de) evaluatie en (de instelling verantwoordelijk voor) het beleidsinstrument Vlaamse overheid

Nadere informatie

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2632 Advies IS - Irak Datum 3 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper Op

Nadere informatie

Deel 9/12. Leer je invloed effectief aanwenden om je doelen te bereiken

Deel 9/12. Leer je invloed effectief aanwenden om je doelen te bereiken Beantwoord eerst de volgende vragen: 1. Welke inzichten heb je gekregen n.a.v. het vorige deel en de oefeningen die je hebt gedaan? 2. Wat heb je er in de praktijk mee gedaan? 3. Wat was het effect op

Nadere informatie

ONGERUBRICEERD/ALLEEN VOOR OFFICIEEL GEBRUIK. SBIR-pitch: Defensieverkenningen. cyberspace

ONGERUBRICEERD/ALLEEN VOOR OFFICIEEL GEBRUIK. SBIR-pitch: Defensieverkenningen. cyberspace SBIR-pitch: Defensieverkenningen in cyberspace Inhoud 2 1. Aanloop naar de ontwikkeling van CNA-capaciteit 2. Verkennen van het digitale domein 3. Concrete behoefte Adviesaanvraag regering bij AIV/CAVV

Nadere informatie

Procedure. Integriteit in het gedrang. Kris Stas maart Inleiding. 1. Begrippen Procedure Acties

Procedure. Integriteit in het gedrang. Kris Stas maart Inleiding. 1. Begrippen Procedure Acties Procedure Integriteit in het gedrang Kris Stas maart 2004 Inleiding Het centrum beschikt over een procedure waarin wordt vastgelegd welke acties worden ondernomen wanneer de hulpverlener een vermoeden

Nadere informatie

Definitie en oorsprong. Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Brainstorm

Definitie en oorsprong. Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Brainstorm Brainstorm Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus maart 2017 Welke gevolgen hebben? Marijke Peys, stafmedewerker humanitair recht marijke.peys@rodekruis.be 5 Overzicht 1. Invalshoek

Nadere informatie

Voor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar:

Voor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar: Samenvatting literatuuronderzoek superpromoters Aanleiding en definitie De overheid zoekt naar nieuwe manieren om haar boodschap zo overtuigend mogelijk over het voetlicht te krijgen. Dit geldt in het

Nadere informatie

Zaak C-475/99. Firma Ambulanz Glöckner tegen Landkreis Südwestpfalz

Zaak C-475/99. Firma Ambulanz Glöckner tegen Landkreis Südwestpfalz Zaak C-475/99 Firma Ambulanz Glöckner tegen Landkreis Südwestpfalz (verzoek van het Oberverwaltungsgericht Rheinland-Pfalz om een prejudiciële beslissing) Artikelen 85, 86 en 90 EG-Verdrag (thans artikelen

Nadere informatie

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-228/97 Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Artikel 86 EG-Verdrag (thans artikel 82 EG) Machtspositie en collectieve machtspositie Misbruik Geldboete" Arrest van het Gerecht

Nadere informatie

REACTIE. SCHULDIG VERZUIM VOOR PSYCHIATER DIE AGRESSIEVELING WEIGERT? Psychiater Boechout riskeert vervolging. Meer konden we toen niet doen

REACTIE. SCHULDIG VERZUIM VOOR PSYCHIATER DIE AGRESSIEVELING WEIGERT? Psychiater Boechout riskeert vervolging. Meer konden we toen niet doen SCHULDIG VERZUIM VOOR PSYCHIATER DIE AGRESSIEVELING WEIGERT? Psychiater Boechout riskeert vervolging Jonathan Jacob overleed aan politiegeweld nadat psychiatrie hem geweigerd had. REACTIE RUDY VERELST,

Nadere informatie

DE GROTE PESIOENENQUETE

DE GROTE PESIOENENQUETE DE GROTE PESIOENENQUETE Hoe denken arbeiders van Vandewiele over hun pensioen? De analyse ABVV metaal Vandewiele Doel van de enquête IKV het maatschappelijk debat, ontstaan uit de voorgestelde pensioenhervormingen,

Nadere informatie

Opgave 2 Doen wat je denkt

Opgave 2 Doen wat je denkt Opgave 2 Doen wat je denkt 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom Swaab het bestaan van vrije wil verwerpt op grond van de experimenten van Libet: bewustzijn komt pas na de beslissingen van de hersenen

Nadere informatie

Advies van 18 juli 2005 uitgebracht op grond van artikel 133, tiende lid van het Wetboek van vennootschappen

Advies van 18 juli 2005 uitgebracht op grond van artikel 133, tiende lid van het Wetboek van vennootschappen ADVIES- EN CONTROLECOMITE OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS Ref: Accom ADVIES 2005/1 Advies van 18 juli 2005 uitgebracht op grond van artikel 133, tiende lid van het Wetboek van vennootschappen

Nadere informatie

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie 23 mei 2016 BESLISSING nr. 2016-6 over de weigering om toegang te geven tot het veiligheidsrapport van de reactor van Doel 3 (FBC/2016/03)

Nadere informatie

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 39 / 2006 van 27 september 2006

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 39 / 2006 van 27 september 2006 KONINKRIJK BELGIE Brussel, Adres : Hoogstraat, 139, B-1000 Brussel Tel.: +32(0)2/213.85.40 E-mail : commission@privacycommission.be Fax.: +32(0)2/213.85.65 http://www.privacycommission.be COMMISSIE VOOR

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 9 juli 2012 ADVIES 2012-50 met betrekking tot de toegang tot de verslagen van de ombudsdienst van

Nadere informatie

A DATA-DISCOVERY JOURNEY

A DATA-DISCOVERY JOURNEY A DATA-DISCOVERY JOURNEY Waarom een data- discovery journey Je hebt een hoop data maar wat kun je er mee. Data is voor veel bedrijven nog een erg abstract begrip. Natuurlijk snapt iedereen dat informatie

Nadere informatie

1.2. De naleving en de uitvoering van de akkoorden uit het verleden. Belangrijke akkoorden uit het verleden werden nog niet uitgevoerd.

1.2. De naleving en de uitvoering van de akkoorden uit het verleden. Belangrijke akkoorden uit het verleden werden nog niet uitgevoerd. Eisenbundel 2015-2016 Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1. Onderhandelingskader... 3 1.2. De naleving en de uitvoering van de akkoorden uit het verleden... 3 2. De herziening van de baremische schalen.... 3 2.1.

Nadere informatie

Responsibility to protect

Responsibility to protect Responsibility to protect Staatssoevereiniteit en het gebruik van militair geweld: een ethisch-normatieve analyse Carl Ceulemans * 1. Inleiding Met einde van de Koude Oorlog zag het er even naar uit dat

Nadere informatie

«JAAN» Commissie van Aanbestedingsexperts. Commissie van Aanbestedingsexperts

«JAAN» Commissie van Aanbestedingsexperts. Commissie van Aanbestedingsexperts 24 februari 2017, Advies 401 (mr. Janssen, mr. Jansen, mr. Chen) Noot mr. M.M. Fimerius en mr. M. Turk Proportionaliteit geschiktheidseisen. Proportionaliteit selectiecriteria. Referentie-eisen. Stapeling

Nadere informatie

Het hiernamaals, het leven na de dood

Het hiernamaals, het leven na de dood Het hiernamaals, het leven na de dood ] الهولندية- [ nederlands - dutch revisie: Yassien Abo Abdillah 2013-1435 الا خرة لياة بعد املوت» بالة اهلونلدية «مراجعة: ياس أبو عبد االله 2013-1435 Alle lof behoort

Nadere informatie

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) De Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV) kijkt relatief tevreden terug op 2011, het Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

Samenvatting. Bijlage B

Samenvatting. Bijlage B Bijlage B In dit proefschrift stellen we ons het doel de besluitvorming van agenten en de communicatie tussen deze agenten te beschrijven en te formaliseren opdat de agenten rechtvaardigbare opvattingen

Nadere informatie

Naar: Raad van Europa, Compasito: Manual on Human Rights Education for Children

Naar: Raad van Europa, Compasito: Manual on Human Rights Education for Children Verover het kasteel! Naar: Raad van Europa, Compasito: Manual on Human Rights Education for Children Leeftijd: 9-12 jaar Duur: 120 min. Doelen Kinderrechten Kinderrechtenwaarden Kinderrechtenvaardigheden

Nadere informatie

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 4

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 4 Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 4 Deel 1, Hoofdstuk 3 Dat de Natuur de oorzaak is. Rikus Koops 15 juni 2012 Versie 1.0 In de vorige toelichting heb ik de organisatie van de Natuur

Nadere informatie

Maatschappelijke oorzaak

Maatschappelijke oorzaak Recht-Op hanteert het maatschappelijk schuldmodel inzake armoede. De organisatie van de maatschappij, de heersende structuren en regelgevingen veroorzaken armoede, bestendigen of vergroten ze zelfs. Modaliteit

Nadere informatie

Instelling expertgroep voor vraagstuk politieke steun bij interstatelijk geweld en humanitaire interventie

Instelling expertgroep voor vraagstuk politieke steun bij interstatelijk geweld en humanitaire interventie 951-370 Instelling expertgroep voor vraagstuk politieke steun bij interstatelijk geweld en humanitaire interventie nr. Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld (wordt door griffie ingevuld als antwoorden

Nadere informatie

Conceptreactie op de brief van het College met kenmerk en omschrijving: RIB Totstandkoming beheersverordening Ridderkerk-Zuid 2013

Conceptreactie op de brief van het College met kenmerk en omschrijving: RIB Totstandkoming beheersverordening Ridderkerk-Zuid 2013 Conceptreactie op de brief van het College met kenmerk 1189496 en omschrijving: 2017-02-16 RIB Totstandkoming beheersverordening Ridderkerk-Zuid 2013 Concept versie 2, 23-02-2017 Bijlagen: 1 Overzicht

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

Schieten zonder (strafrechtelijke) gevolgen?

Schieten zonder (strafrechtelijke) gevolgen? Schieten zonder (strafrechtelijke) gevolgen? Pieter Tersago en Jeroen De Herdt Faculteit Rechten Onderzoeksgroep Rechtshandhaving en behoorlijke rechtsbedeling In het Oost-Vlaamse Erpe-Mere is een man

Nadere informatie