Nieuwe tijden, nieuwe mensen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nieuwe tijden, nieuwe mensen"

Transcriptie

1 Nieuwe tijden, nieuwe mensen

2

3 Nieuwe tijden nieuwe mensen Belgen over arbeid, gezin, ethiek, religie en politiek Koen Abts Karel Dobbelaere Liliane Voyé (red.)

4 D/2011/45/219 isbn NUR 756 Vormgeving cover: Lodewijk Joye Vormgeving binnenwerk: Jurgen Leemans De auteurs en Uitgeverij Lannoo nv Tielt, Uitgeverij LannooCampus maakt deel uit van Lannoo Uitgeverij, de boeken- en multimediadivisie van Uitgeverij Lannoo nv. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag verveelvoudigd worden en of openbaar gemaakt, door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Uitgeverij LannooCampus Erasme Ruelensvest 179 bus Leuven België

5 Inhoud 5 Inhoud Inleiding: Waardenonderzoek in Europees perspectief 9 Koen Abts, Karel Dobbelaere, Jan Kerkhofs & Liliane Voyé 1.1 Over waarden Over waarderingen Over vertrouwen in de instellingen Waakzaamheid bij wetenschappelijk onderzoek De structuur van het boek Gezin: opvattingen over relaties, gezin, gender en familiale solidariteit 23 Patrick Deboosere, Dimitri Mortelmans & Jacques Marquet 1.1 Inleiding Evolutie van gezinswaarden in België Diversiteit in familiewaarden verklaard Besluit 62 Literatuur 65 Bijlage: Kinderen krijgen in België, hoe verschillend kan dat bij Nederlandstaligen en Franstaligen zijn? Een kwestie van taal en nuancering Arbeid in het nieuwe millennium: van verplichting tot ontplooiing? 71 Hans De Witte & Anja Van den Broeck 2.1 Inleiding Hoe centraal staat (betaalde) arbeid? Het arbeidsethos: op zoek naar de morele inbedding van arbeid Arbeidsoriëntaties: moeder, waarom werken wij? Arbeidstevredenheid en dreiging met werkloosheid onder de werkenden Besluit 98 Literatuur 102

6 6 Nieuwe tijden nieuwe mensen 3. Ethiek: Het logge vaartuig van de zeden neemt geen scherpe bochten. Of toch? 105 Veerle Draulans & Jaak Billiet 3.1 Bij wijze van intro Opinies over goed en kwaad Vertrouwen in andere mensen Betrokkenheid op andere mensen, dichtbij of veraf Betrokkenheid op milieu en leefomgeving Beoordeling van allerhande handelingen: gerechtvaardigd of niet? Waarden in de opvoeding Terugblik, overwegingen en besluit 136 Literatuur Religie en kerkbetrokkenheid: naar een sociaal gemarginaliseerde kerk? 143 Karel Dobbelaere, Jaak Billiet & Liliane Voyé 4.1 De Belgische pluraliteit De kerkelijkheid in tijden van secularisering De private godsdienstigheid van onkerkelijken en kerkelijken De ongelijke verdeling van kerkbetrokkenheid, geloof en gebed Individuele secularisatie en compartimentalisatie Naar een verklaring van de verdere ontkerkelijking en de dalende religiositeit: de invloeden samen bekeken Een theoretische interpretatie Epiloog 171 Literatuur Politieke betrokkenheid en institutioneel wantrouwen. De spiraal van het wantrouwen doorbroken? 173 Koen Abts, Marc Swyngedouw & Dirk Jacobs 5.1 Inleiding Politieke betrokkenheid: apathische of kritische burger? Institutioneel wantrouwen in de periode Politieke vervreemding of niet? Politiek wantrouwen en antidemocratische denkbeelden verklaard Besluit 205 Literatuur 209 Bijlagen 212

7 Inhoud 7 6. Godsdienstige betrokkenheid en de houding tegenover het vreemde: een verdwijnend verband? 215 Jaak Billiet 6.1 Inleiding Godsdienstige betrokkenheid en de houding tegenover vreemden : theorie Meting van de voornaamste concepten Beschrijvende bevindingen Een empirische verklaring van etnische dreiging en de etnische burgerschapsopvatting Een empirische verklaring van etnische dreiging Besluit 238 Literatuur 240 Bijlagen Trends in waardenoriëntaties ( ): oudgedienden en instromers opnieuw onderzocht 245 Ron Lesthaeghe & Karel Neels 7.1 Inleiding Data en methoden Generatieprofielen en hun verschuivingen over de vier enquêtes De waardenoriëntaties van de instromers Conclusies 274 Literatuur 275 Bijlage Besluit: Nieuwe wereld, nieuwe mensen? Tussen detraditionalisering en individuele zelfbeschikking 279 Koen Abts, Karel Dobbelaere & Liliane Voyé 8.1 Dertig jaar waardenverandering: tussen verdergaande trend, nieuw evenwicht en ommekeer Verschillende waarden naar generatie, onderwijsniveau, geslacht, kerkelijkheid en regio? 288 Literatuur 294 Over de auteurs 295

8

9 Inleiding 9 Inleiding: Waardenonderzoek in Europees perspectief Koen Abts, Karel Dobbelaere, Jan Kerkhofs & Liliane Voyé In 1978 plande een groep academici onder het voorzitterschap van professor Jan Kerkhofs een vergelijkend onderzoek naar waarden in West-Europa. Bedoeling van de European Values Study (EVS) was na te gaan of er sprake is van een typisch Europees waardencomplex. In 1981 gebeurde het eerste veldwerk in de meeste lidstaten van de toenmalige Europese Gemeenschap. Oorspronkelijk werd er onderzoek gedaan in België, Duitsland, Denemarken, Frankrijk, Groot-Brittannië, Ierland, Italië, Nederland en Spanje. De vragen hadden betrekking op arbeid en vrije tijd, gezin en seksualiteit, godsdienst, ethiek en politiek. Op basis van dit onderzoek werd vastgesteld dat er wel een aantal waarden gedeeld worden, maar dat er geen sprake is van een typisch Europees waardensysteem. Hiervoor zijn de historische en culturele verschillen tussen de landen te groot. Opvallend was echter wel dat de verschillen naar leeftijd in alle Europese landen gelijkaardig waren. Dit liet een generationele trend vermoeden. Om de generatieverschillen en de evolutie op het vlak van waarden te testen was een nieuw en ruimer onderzoek gewenst. Daarom werd in het onderzoek herhaald, waarbij tevens het geografisch gebied uitgebreid werd. Nieuwe landen werden bij het onderzoek betrokken: de vijf landen van Noord-Europa, Zwitserland, Oostenrijk en Portugal alsook landen uit het voormalige Oostblok. Vele vaststellingen uit de eerste golf werden bevestigd. Zo onder meer de generatieverschillen op het vlak van religie en gezin, de voortschrijdende secularisering en individualisering en de groeiende nadruk op de situatie-ethiek. Ook werd in de vergelijkende studies bijzondere aandacht besteed aan opvattingen betreffende solidariteit. In 1999 werd op zijn beurt een derde onderzoeksgolf uitgevoerd in alle Europese landen, uitgezonderd Noorwegen. Ook nu werd vastgesteld dat een aantal reeds eerder onderkende trends zich verderzetten. Vooral het tanende belang van vertrouwde zingevers en normeringen, zoals geloof, arbeidsethos, huwelijk en lijfelijke zelfbeperking is hier treffend. De resultaten van de drie vorige Belgische onderzoeken werden door uitgeverij Lannoo met de steun van de Koning Boudewijnstichting gepubliceerd

10 10 Nieuwe tijden nieuwe mensen in drie boeken: De Stille Ommekeer (1984), De Versnelde Ommekeer (1992) en Verloren Zekerheid (2000). Op dit ogenblik is het Europees Waardenonderzoek uitgegroeid tot een grootschalig waardenonderzoek dat vergelijking op het vlak van overtuigingen, houdingen en waarden over heel Europa voor de periode mogelijk maakt. Het is een uniek project omdat hetzelfde onderzoek ongeveer elke tien jaar herhaald wordt en omdat het aangeeft hoe Europeanen denken over maatschappelijke kwesties. Zo werden in de vierde onderzoeksgolf in burgers in niet minder dan 45 Europese landen bevraagd, gaande van IJsland tot Azerbeidjan en van Portugal tot Noorwegen. In totaal werden in Europa niet minder dan mensen geïnterviewd. In dit boek bespreken we de resultaten van het Belgisch luik van het Europees Waardenonderzoek dat in 2009 werd uitgevoerd. Aan de ene kant gaan we na hoe Belgen op dit moment denken over gezin, werk, ethiek, religie, politiek en samenleving. Aan de andere kant laat de opeenvolging van vier onderzoeken vanaf 1981 tot 2009 toe om een beeld te vormen van de evoluties en de veranderingen bij de Belgische bevolking op dit vlak gedurende de laatste decennia. Om uitspraken te kunnen doen, moeten de gegevens natuurlijk eerst verzameld worden. In het kader van het recente Europees Waardenonderzoek werden daarom vanaf april tot juli 2009, door 104 getrainde interviewers niet minder dan geldige interviews op basis van een toevallige steekproef op adres afgenomen: 791 in Vlaanderen, 591 in Wallonië en 127 in Brussel. De responsgraad voor het Belgische luik van het Europees Waardenonderzoek is 60%. Dit betekent dat zes op tien benaderde respondenten ook effectief meegedaan hebben aan het onderzoek. Omdat niet alle categorieën proportioneel vertegenwoordigd zijn, wordt er gebruikgemaakt van een weegcoëfficiënt die de betreffende categorieën herleidt tot hun ware proporties in de Belgische bevolking. In dit onderzoek wordt er gewogen voor geslacht, leeftijd, opleiding en regio. De gegevens werden verzameld vóór de pedofiliecrisis in de Belgische Kerk en vóór de federale verkiezingen van Dit impliceert dat we alleen structurele trends op lange termijn vatten en dat uitspraken over het conjuncturele effect van de recente crisissen op de legitimiteit van de katholieke kerk of op de politieke opvattingen niet gevat worden. Wel weten we bijvoorbeeld dat een aantal mensen zich ten gevolge van de pedofiliecrisis uitgeschreven hebben uit de doopregisters en kunnen we verwachten dat deze affaires een effect hebben op de kerkpraktijken, op de geloofwaardigheid van de kerkelijke uitspraken en op het ethische denken van mensen. Toekomstig onderzoek moet toelaten deze hypothesen te testen.

11 Inleiding Over waarden Waarden kunnen niet rechtstreeks worden geobserveerd. Toch spreken we dagelijks over waarden als trouw, schoonheid, genegenheid, vrijheid, gelijkheid, eerlijkheid, recht vaardigheid, veiligheid of waarheid. Soms worden waarden ook gebruikt om een kind of een volwassene te typeren: een leergierig kind, een kranige jongen, een net meisje, een wijze vrouw, een stoere man. Ook staten en bewegingen identificeren zich met waarden. De basiswaarden van de Franse revolutie waren vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid, terwijl de groene beweging alvast in de beginfase de nadruk legde op de zogenaamde S-waarden, namelijk stilte, soberheid en samenhorigheid die in oppositie staan tot concurrentie, prestatie en consumptie. Dit impliceert dat sommigen ook spreken over onwaarden als ze het over leden van andere groeperingen hebben en verwijzen naar hun hebzucht, gierigheid, oneerlijkheid of onbetrouwbaarheid. We leiden deze (on)waarden af uit kenmerken van menselijk gedrag of eigenschappen van menselijke organisaties. Waarden zijn relatief abstracte idealen en motieven die in een samenleving of door een groep als nastrevenswaardig worden beschouwd. Vandaar dat we in het wetenschappelijk werk zoeken naar concrete aanwijzingen die het mogelijk maken om deze waarden te meten. In dit geval spreken we van indicatoren. Een goed voorbeeld hiervan is de schaal van Inglehart, die een onderscheid maakt tussen materialistische waarden zoals materiële rijkdom, economische zekerheid en fysieke veiligheid en anderzijds postmaterialistische waarden die verwijzen naar individuele zelfontplooiing en inspraak. In alle bijdragen in dit boek worden indicatoren gebruikt als meting van achterliggende waarden. Het meten van waarden is daarom niet eenvoudig. Dat ervaren we in het gewone leven. Als we iemand onbetrouwbaar vinden dan gebruiken we vaak kenmerken in het gedrag om onze evaluatie te beargumenteren, maar tegelijkertijd wordt in discussies snel duidelijk dat verschillende partijen het niet altijd met elkaar eens zijn omdat elke betrokken partij andere elementen naar voren schuift om het tegendeel te bewijzen. In het wetenschappelijk onderzoek spreken we in onderzoekstermen over geldige of valide indicatoren om waarden te kunnen vatten, die op een betrouwbare wijze gemeten moeten worden. Statistische technieken helpen ons om de betrouwbaarheid van de gebruikte indicatoren te toetsen, terwijl de wetenschappelijke kritiek de geldigheid ervan in vraag kan stellen. Maar wat zijn dan waarden? In feite verwijzen waarden naar impliciete of expliciete opvattingen over het wenselijke, over wat moet en nastrevenswaardig is. Deze principes of idealen zijn in feite richtsnoeren die aangeven hoe men moet handelen of juist niet mag handelen. Samen met de achterliggende overtuigingen werken verinnerlijkte waarden als individuele beweegredenen die aanzetten tot een algemene levenswijze dan wel concrete gedragingen of beslissingen motiveren. Waarden moeten daarom

12 12 Nieuwe tijden nieuwe mensen begrepen worden als ideas formulating action commitments. Het is dus niet louter een voorkeurstandaard, maar wel degelijk een normatieve standaard: waarden zeggen wat hoort te zijn en hoe men zich hoort te gedragen. Tegelijkertijd zijn waarden nogal abstract. Wanneer we indicatoren gebruiken om waarden te meten, dan zoeken we naar de latente structuur die achter de indicatoren verscholen is. Voorbeelden die in dit boek aan bod komen zijn de peiling naar de mate van postmaterialisme, religiositeit, democratisch denken of opvattingen over rolverdeling tussen man en vrouw in onze samenleving. Meer algemeen proberen we te achterhalen welke waarden burgers hebben op het vlak van arbeid, gezin, ethiek, religie en politiek. Deze thematiek wordt in de afzonderlijke hoofdstukken meer diepgaand behandeld. 1.2 Over waarderingen Zoals de vorige keren startte het interview ook nu weer met een vraag naar het belang dat de persoon hecht aan arbeid, gezin, vrienden, vrije tijd, godsdienst en politiek. De antwoorden zijn af te lezen in Tabel 1. Wat onmiddellijk opvalt is de stabiliteit in het antwoordgedrag. In vergelijking met 1990 en 1999 is er weinig variatie in het percentage geïnterviewden dat de domeinen belangrijk of zeer belangrijk vindt, behalve dan wat godsdienst betreft. Daarnaast valt het op dat vooral gezin, arbeid, vrienden en vrije tijd door de Belgen als zeer belangrijke levensdomeinen worden gezien, terwijl godsdienst en politiek voor de meerderheid van de Belgen als niet erg belangrijk worden ervaren. Het gezin komt nog altijd op de eerste plaats. Niet minder dan 86% van de Belgen vindt het zeer belangrijk in hun leven. Uit het hoofdstuk over gezinswaarden blijkt echter dat het gezin niet noodzakelijk verwijst naar het traditionele gezin. Maar het geeft wel aan dat mensen heel wat waarde hechten aan primaire relaties die stoelen op interpersoonlijke communicatie en die geborgenheid bieden. Dit blijkt ook duidelijk uit het feit dat vriendschap zo hoog scoort, ofschoon slechts de helft het als zeer belangrijk aanduidt. Het onderhouden van primaire relaties met gezinsleden en vrienden vergt tijd. Vandaar dat zeer veel Belgen zoveel belang hechten aan vrije tijd, namelijk tijd die men zelf kan invullen en tijd die men met gezinsleden en vrienden kan doorbrengen. Uit de latere resultaten blijkt dat mensen de combinatie van arbeid en gezin belangrijk vinden, net zoals mensen in de huidige tijd nog steeds heel wat steun vinden bij voorgegeven groepen als het gezin en de familie. Dit neemt niet weg dat ook vriendschapsrelaties of keuzegroepen waar men elkaar als gelijken in een geest van wederzijds vertrouwen ontmoet zeer belangrijk worden bevonden. In tijden dat de tradities aan geldingskracht verloren hebben, lijken zowel familie als vrienden bronnen van wederzijdse ondersteuning te zijn.

13 Inleiding 13 Tabel 1. Aandeel mensen dat levensdomeinen (zeer) belangrijk vinden (in %)( ) Domeinen Gezin Arbeid Vrienden Vrije tijd Godsdienst Politiek Het belang dat aan gezin, vriendschap en vrije tijd gehecht wordt, is in de laatste decennia niet veranderd. Hetzelfde geldt voor werk. Zo vindt maar liefst 90% van de respondenten dat werk voor hen zeer belangrijk (55%) dan wel tamelijk belangrijk (35%) is in hun leven. Arbeid komt hiermee op de tweede plaats van de belangrijkste levensdomeinen. Aangezien een groot deel van de bevolking afhankelijk is van betaald werk, zijn deze resultaten niet verwonderlijk. Dit neemt niet weg dat burgers heel uiteenlopend kunnen denken over werk. Dit komt tot uitdrukking in het hoofdstuk rond arbeid. Sommigen zien bijvoorbeeld arbeid als een morele plicht of als een bron van inkomen terwijl anderen het zien als een vorm van zelfontplooiing en de inhoud van het werk benadrukken. Tot slot worden godsdienst en politiek als niet zo belangrijke levensdomeinen beoordeeld: vier op tien Belgen vinden godsdienst belangrijk in hun leven, terwijl slechts drie op tien Belgen ook politiek aanhalen. Wanneer we de evolutie van 1990 tot 2009 bekijken, blijkt dat godsdienst doorheen de tijd een iets minder en politiek een iets meer belangrijke rol in het leven van Belgen speelt. Uit het hoofdstuk over godsdienst en kerkelijkheid blijkt duidelijk dat er een verdere terugloop is van de religieuze betrokkenheid en dat dit het sterkst is bij de jongste generaties. Wel hebben de overgangsrituelen nog enig succes, maar dat zijn slechts uitzonderlijke fasen in het leven van een individu of een familie. In het hoofdstuk rond politiek wordt duidelijk dat er slechts een beperkte groep echt actief betrokken is op het politieke bedrijf, maar blijkt tegelijkertijd ook dat maar één op drie Belgen echt apolitiek ingesteld is. De grootste groep is beperkt politiek geïnteresseerd. In de boekbijdrage wordt de populaire stelling van toenemende politieke apathie gerelativeerd en wordt naar een verklaring gezocht. De regionale verschillen in belangrijkheid zijn voor drie levensdomeinen significant (zie Tabel 2). In Vlaanderen vindt men arbeid iets minder belangrijk dan in de twee andere regio s. Of dit te maken heeft met de hogere werkloosheidscijfers in Wallonië en Brussel of met de ervaring van werkloosheidsrisico s wordt in het hoofdstuk over arbeid besproken. Het belang van vrije tijd en van vrienden is in Wallonië minder dan in de twee andere regio s. En ten slotte is godsdienst nog steeds belangrijker in Vlaanderen vergeleken met Wallonië en het sterkst in Brussel. De hogere score in

14 14 Nieuwe tijden nieuwe mensen Tabel 2. Aandeel mensen dat levensdomeinen (zeer) belangrijk vinden naar regio in 2009 (in %) Domeinen Brussel Vlaanderen Wallonië Gezin Arbeid *** Vrienden *** Vrije tijd Godsdienst *** Politiek *** : de kans dat de vastgestelde verschillen kleiner is dan 0,001 Brussel kan te maken hebben met de grotere aanwezigheid van moslims. Deze vaststelling komt overeen met de resultaten van In dit boek wordt verder ingegaan op de regionale verschillen op het vlak van opvattingen omtrent arbeid, gezin, ethiek, godsdienst en politiek in zoverre die statistisch betekenisvol zijn. Tabel 3. Aandeel mensen dat levensdomeinen (zeer) belangrijk vinden naar landen in 2009 (in %) Domeinen België Frankrijk Duitsland Nederland Gezin Arbeid Vrienden Vrije tijd Godsdienst Politiek Een vergelijking van België met onze buurlanden laat zien dat de verschillen in het belang dat men hecht aan bepaalde levensdomeinen niet zo groot zijn (zie Tabel 3). Overal vindt men gezin en vrienden (zeer) belangrijk. Het gevolg is dat ook vrije tijd belangrijk wordt geacht. In Duitsland en Nederland wordt vrije tijd zelfs hoger ingeschat dan arbeid. Dit is niet het geval in België en Frankrijk. Arbeid scoort alleen in Duitsland wat minder. Het belang dat men hecht aan politiek en godsdienst is in alle landen beduidend lager dan het belang dat men toekent aan de primaire relaties, aan de vrije tijd en aan de arbeid. Wat godsdienst en politiek betreft, is het verschil met onze buurlanden opvallend. In België wordt politiek veel minder belangrijk gevonden dan in de buurlanden, terwijl Belgen ook meer belang aan godsdienst dan aan politiek hechten. Dit gaat in tegen de trends in onze buurlanden. Daar wordt politiek meer gewaardeerd en wordt niet politiek, maar wel godsdienst als de minst belangrijke levenssfeer gezien.

15 Inleiding Over vertrouwen in de instellingen Sinds 1981 wordt er gepeild naar het vertouwen dat nationale en internationale instellingen genieten. In het hoofdstuk rond politiek wordt de kwestie van het institutionele vertrouwen meer diepgaand onderzocht. Hier gaan we kort in op de vraag hoe het vertrouwen in bepaalde instellingen sinds 1981 geëvolueerd is en in welke mate het niveau van wantrouwen in België verschilt van de buurlanden. Om de vergelijking over de tijd te maken, hebben we de vier antwoordcategorieën gaande van helemaal geen, niet zo veel, tamelijk veel en heel veel vertrouwen gescoord van nul tot drie. Hoe hoger de score, hoe hoger het vertrouwen in de betreffende instelling. Uit de ruwe vergelijking van de resultaten van 1981 en 2009 blijkt dat negen van de dertien bevraagde instellingen in 2009 op hetzelfde vertrouwensniveau van 1981 zitten of zelfs iets meer vertrouwen genieten. De sociale zekerheid en de vakbonden zijn sterk gestegen, terwijl het vertrouwen in het gerecht, de EU en vooral de Kerk gedaald is. Tabel 4. Vertrouwen in (inter)nationale instellingen in 1981 (1990) en 2009 (score van 0 tot 3) (*) Vertrouwen in instellingen Verschil ( ** ) (1990) Onderwijsstelsel 1,95 2,09 + 0,14 Kerk 1,79 1,18-0,61 Europese Unie (1,72) 1,58-0,14 Sociale zekerheid (1,71) 1,99 + 0,28 Politie 1,66 1,78 +0,12 Gerecht 1,60 1,44-0,16 Administratie 1,38 1,54 + 0,16 Grote bedrijven 1,32 1,39 + 0,07 Leger 1,31 1,48 + 0,17 Parlement 1,24 1,28 + 0,04 Pers 1,22 1,30 + 0,08 Vakbonden 1,12 1,42 + 0,30 (**) Alle verschillen zijn significant op niveau p < 0,0001 behalve Grote bedrijven p < 0,001, Pers < 0,01 en Parlement niet significant Gerecht en EU worden vandaag minder vertrouwd dan in 1981 respectievelijk In het hoofdstuk over institutioneel wantrouwen blijkt echter dat beide instellingen de ergste vertrouwenscrisis al hebben doorgemaakt in de jaren tachtig en vooral de jaren negentig. De erosie van het vertrouwen in de Kerk is daarentegen wel een constante. De Kerk die in 1981 nog de tweede hoogste score had, is drie decennia later naar de laatste plaats verwezen. Mogelijke verklaringen voor het sterke verval vindt men in het hoofdstuk over religie. Onze meting gebeurde voor het uitbreken van de pedofiliecrisis in de Belgische Kerk. Dat de trend structureel is, staat buiten kijf. De

16 16 Nieuwe tijden nieuwe mensen vraag blijft echter in welke mate het vertrouwen in de Kerk na onze meting in 2009 nog een conjuncturele deuk heeft gekregen. In De Standaard van 4 januari 2011 werd verwezen naar een bevraging gedaan door Ipsos in samenwerking met Think BBDO. Dit commerciële onderzoek stelt dat het vertrouwen in de Kerk van 28% in oktober 2009 tot 8% in juli 2010 zou gedaald zijn. De vraag is echter wat deze cijfers waard zijn en in hoeverre deze cijfers te vergelijken zijn met de resultaten van het Europees Waardenonderzoek, aangezien zowel de steekproef als de bevragingsmethode sterk verschillen. Zo werden in het betreffende commerciële onderzoek ongeveer 1000 internetenquêtes afgenomen bij een steekproef van de Belgische bevolking tussen 18 en 65 jaar. Op basis van het hoofdstuk rond religie wordt duidelijk dat dit niet geheel onproblematisch is. Het design sluit immers juist de meest kerkbetrokken generatie en meest traditioneel ingestelde mensen uit, namelijk mensen ouder dan 65 jaar en mensen zonder internet. De veronderstelling is dan ook dat dit type van commerciële enquêtes niet adequaat is om het wantrouwen in de Kerk op betrouwbare wijze te meten. In het Europees Waardenonderzoek werd daartegen een steekproef van alle Belgen vanaf 18 jaar en zonder vastliggende bovengrens van leeftijd via een face-toface interview bevraagd. De reden dat we naar deze commerciële studie verwijzen is dat er zeker wel een invloed van de pedofiliecrisis op het vertrouwen in de Kerk is, maar dat er nood is aan wetenschappelijk onderzoek om te achterhalen wat dan wel de sterkte van dit effect is. Tabel 5. Vertrouwen in instellingen in België en zijn buur landen in 2009 (in %) Vertrouwen in instellingen België Duitsland Frankrijk Nederland Gezondheidszorg Onderwijsstelsel Sociale zekerheid Politie Milieuorganisaties Europese Unie Navo Administratie Leger Gerecht Vakbonden Grote bedrijven Parlement Pers Kerk Regering Politieke partijen

17 Inleiding 17 Ten slotte wordt in Tabel 5 het institutionele vertrouwen in België vergeleken met de buurlanden. Enkele opvallende verschillen en gelijkenissen dienen te worden onderstreept. De spreiding van het institutionele vertrouwen is het grootst in België, dan volgen Duitsland en Frankrijk, terwijl er heel wat minder variatie is in Nederland. In België, Frankrijk en Nederland krijgen de gezondheidszorg, het onderwijsstelsel, de sociale zekerheid en de politie het meest vertrouwen. Vooral het uitgesproken vertrouwen in de instellingen verbonden met de welvaartsstaat is in België frappant. Frankrijk kent een gelijkaardig patroon, maar de Fransen zijn het leger meer genegen en de Europese Unie minder genegen dan de Belgen. Het patroon van Nederland en België is ook niet zo heel verschillend, maar wat opvalt is dat Nederlanders gemiddeld genomen minder dan Belgen vertrouwen stellen in de instellingen verbonden met verzorgingsstaat, in de Europese Unie, in milieuorganisaties en in de administratie, maar dat ze opvallend meer vertrouwen hebben in de politieke instellingen zoals het parlement, de regering en de politieke partijen. Duitsland is op zijn beurt de vreemde eend in de bijt. Niet België zoals vaak gedacht wordt, maar wel Duitsland lijkt ten minste als het gaat over de instellingen het meest wantrouwige land van onze contreien te zijn. Alleen de milieuorganisaties, het leger, het gerecht en het onderwijs worden door meer dan de helft van de Duitse bevolking vertrouwd. Wellicht zou het interessant zijn om in de analyse een onderscheid te maken tussen de voormalige Westduitse en Oostduitse regio s. Uit de internationale vergelijking kunnen vier algemene vaststellingen gemaakt worden. Ten eerste is in bijna alle landen de steun voor en het vertrouwen in de instellingen verbonden met de verzorgingsstaat heel sterk en uitgesproken positief. In tijden dat de traditionele kaders van geloof, arbeidsethiek en kerngezin steeds minder normeren en integreren, blijken mensen sterk terug te vallen op de institutionele integratiekaders van de welvaartsstaat. In zekere zin zijn het trouwens juist deze arrangementen die een vast kader scheppen en die mensen voldoende steun en zekerheid geven om het eigen leven als autonoom subject zelf vorm te geven. En dit weet men in West-Europa blijkbaar te waarderen. Ten tweede is het met het vertrouwen in de ordehandhavende instellingen nog relatief goed gesteld. Vooral de politie scoort hoog op het vlak van vertrouwen, net zoals het leger en het gerecht een meerderheid van de bevolking in alle vier landen weet te overtuigen. Ten derde bengelen zowel in België als in Duitsland en Frankrijk de politieke partijen en de regering helemaal onderaan de ladder van het institutionele vertrouwen. In deze landen vertrouwt niet meer dan één op vijf inwoners de politieke partijen en wordt de regering ook maar door één derde van de bevolking positief beoordeeld in het uitoefenen van zijn functie, namelijk het maken van collectief bindende beslissingen. Ten vierde staan Kerk en pers in alle landen net voor de politiek onderaan de ladder. Dit is een algemeen fenomeen. Het lijkt te suggereren dat de vertrouwenscrisis niet alleen de katholieke kerk, maar ook de protestantse kerken treft.

18 18 Nieuwe tijden nieuwe mensen 1.4 Waakzaamheid bij wetenschappelijk onderzoek Het Europees Waardenonderzoek is een cross-nationaal en longitudinaal onderzoek. Dit betekent dat de studie vergelijking tussen Europese landen en vergelijking doorheen de tijd mogelijk maakt. Dit design heeft zowel voordelen als nadelen. Het grootste voordeel is dat het inzicht geeft in maatschappelijke processen en in sociale verandering. De mogelijkheden evenals de belangrijke inzichten die het Europees Waardenonderzoek biedt, komen uitgebreid aan bod in dit boek. Het geeft aan dat dit type onderzoek noodzakelijk is om een goed beeld te krijgen van de veranderingen op het vlak van waardenoriëntaties. De wetenschappelijke en maatschappelijke waarde kan bijgevolg moeilijk overschat worden. Elk onderzoek kent echter zijn specifieke problemen op het vlak van methodologie en interpretatie. Om belangrijke trends op het vlak van arbeid, gezin, ethiek, religie en politiek te kunnen vaststellen, moeten in het Europees Waardenonderzoek bijvoorbeeld heel wat vragen uit vorige enquêtes behouden blijven en moet er zorgzaam omgesprongen worden bij de interpretatie van de gegevens. Alle auteurs in dit boek zijn op een kritische en zelfkritische wijze omgegaan met de data. In deze paragraaf behandelen we daarom kort een aantal methodologische kanttekeningen die nu en dan aangeraakt worden in de verschillende boekbijdragen. Naast mogelijkheden kennen onze gegevens een aantal beperkingen. Maar in de beperking herkent men de meester. Aan de ene kant kunnen maar een gering aantal nieuwe vragen opgenomen worden om nieuwe problemen en tendensen te bestuderen. Het is immers niet mogelijk om af te wijken van de internationale vragenlijst die goedgekeurd is door een selecte groep van methodologen. Aan de andere kant is er bij de vergelijking van de resultaten van de verschillende studies over de jaren heen voorzichtigheid geboden. Dit heeft verschillende methodologische redenen. Ten eerste gaat het niet om paneldata waarbij dezelfde personen vier keer worden bevraagd in een periode van 28 jaar. In het Europees Waardenonderzoek gaat het om vier afzonderlijk enquêtes telkens met verschillende respondenten, wat impliceert dat selectie-effecten in de opeenvolgende steekproeven ervoor zorgen dat omzichtig moet omgesprongen worden met het vergelijken van de resultaten doorheen de tijd. Ten tweede vereist een adequate meting van waarden en opvattingen een nauwkeurige formulering van de vraag. Vooral wanneer we de regio s in België willen vergelijken kan taal een bijkomend probleem betekenen. Is de vraag in het Frans en Nederlands wel gelijk? En wordt er wel hetzelfde verstaan en gemeten in beide landsdelen? Gezien het internationaal karakter van het Europees Waardenonderzoek wordt er heel wat aandacht geschonken aan deze vertaalkwestie en is het meetinstrument doorgaans vergelijkbaar. Toch is soms waakzaamheid geboden bij het vergelijken van verschillende taalgroepen omwille van taaleffecten. Ten derde zorgt de wijzigende maatschappelijke context ervoor dat er kleine variaties zijn in de manier waarop sommige waarde-items

19 Inleiding 19 zijn bevraagd in de opeenvolgende rondes van het Europees Waardenonderzoek. Dit impliceert dat de samenstelling van een beperkt aantal vragen in de opeenvolgende observatiejaren lichtjes is gewijzigd. Ten vierde is er wel een sterk instrumenteffect te wijten aan een veranderde ondervragingstechniek en vraagvorm. De wijze waarop vijf belangrijke vragen door de respondent dienden beoordeeld te worden in 2009 werd gewijzigd ten opzichte van de vorige observatiejaren. Zo is er bijvoorbeeld de vraag welke groepen van mensen zou u liever niet als buren hebben. Hierna volgt een lijst van vijftien bevolkingsgroepen. In de vorige observatiejaren werd telkens voor elke bevolkingsgroep apart gevraagd of men deze ja of neen als buren wenst, terwijl in 2009 gevraagd werd om die groepen die men niet als buren wil uit de lijst te kiezen zonder dat elke groep afzonderlijk werd voorgelezen voor de interviewer. Het gevolg is dat het aandeel respondenten die een bepaalde bevolkingsgroep niet als buur wenst in 2009 fors onderschat wordt in vergelijking met de vroegere observatiejaren. Dit is een methodologisch artefact. Het maakt dat bepaalde gegevens uit 2009 niet zomaar kunnen vergeleken worden met deze uit het verleden omdat de instrumenteffecten onvoldoende afgezonderd kunnen worden. Uit al deze methodologische kanttekeningen blijkt dat wijzigingen op het vlak van de instructies, formulering en beoordeling van vragen soms aanleiding kunnen geven tot grote verschillen in de resultaten, wat de vergelijking doorheen de tijd voor bepaalde vragen delicaat maakt. In ongeveer elke boekbijdrage wordt nu en dan gewaarschuwd om de nodige voorzichtigheid aan de dag te leggen bij de interpretatie van verschuivingen doorheen de tijd. Waakzaamheid is een gangbare en essentiële wetenschappelijke reflex. Dit neemt niet weg dat de meeste opgenomen vragen in en resultaten van het Europees Waardenonderzoek wel degelijk vergelijkbaar zijn en nog voldoende informatie bevatten om uitspraken over sociale en culturele veranderingen in het laatste kwarteeuw in België te doen. Sowieso blijven de grote trends duidelijk leesbaar en kunnen de meeste verschillen doorheen de tijd wel degelijk betekenisvol geïnterpreteerd worden. 1.5 De structuur van het boek Het boek Nieuwe tijden, Nieuwe mensen probeert na te gaan hoe Belgen denken over gezin, arbeid, ethiek, religie en politiek en in welke mate dit denken is gewijzigd in de laatste decennia. Het hoofdstuk van Patrick Deboosere, Dimitri Mortelmans en Jacques Marquet kijkt na hoe Belgen denken over huwelijk, gezin, gender en familiale solidariteit. Eerst wordt ingegaan op de nieuwe samenleefvormen en de betekenis die de partnerrelatie en het huwelijk daarin innemen. Vervolgens wordt de evolutie in het denken over de rolverdeling tussen man en vrouw bekeken en staan de auteurs stil bij het bredere familiale netwerk en de vormen van steun tussen de generaties. Ten slotte wordt nagekeken in welke mate het denken over gezin en genderrollen bepaald wordt door iemands positie op de arbeidsmarkt, door de veranderende rol van reli-

20 20 Nieuwe tijden nieuwe mensen gieuze instellingen en door gebeurtenissen die mensen meemaken in hun leven. In hun bijdrage gaan Hans De Witte en Anja Van den Broeck na welk belang mensen hechten aan arbeid en wat hen motiveert om te werken. Zij onderzoeken onder andere hoe het in België gesteld is met het traditionele arbeidsethos dat werk ziet als een morele plicht en in welke mate er verschillen zijn in de visie op arbeid tussen verschillende bevolkingsgroepen. Zij wijzen ook op de jobonzekerheid en haar gevolgen. Veerle Draulans en Jaak Billiet onderzoeken op hun beurt de ethische opstelling van de Belgen. Zij geven tekst en uitleg bij de verdere ontwikkeling van lichamelijke zelfbeschikking, dus de houding tegenover ethische kwesties als euthanasie, abortus of homoseksualiteit. Daarnaast kijken zij ook hoe het gesteld is met het sociaal vertrouwen en met de burgerzin in onze samenleving en in welke mate dat al dan niet gewijzigd is in de tijd. Karel Dobbelaere, Jaak Billiet en Liliane Voyé hebben het over religie in een land waar de helft van de bevolking zich nog katholiek noemt en bijna veertig procent zichzelf definieert als onkerkelijk. Zij gaan vooral na op welke vlakken beide collectiviteiten verschillend zijn aangaande sociale achtergrondkenmerken en waardenoriëntaties. Uit hun analyse blijkt dat de secularisatie en compartimentalisatie verder schrijdt en hoofdzakelijk optreedt bij de jongste generaties. Koen Abts, Marc Swyngedouw en Dirk Jacobs bekijken het politieke gedrag en de houding tegenover politiek en democratie. In hun bijdrage wordt onderzocht hoe het staat met de politieke interesse en participatiegeneigdheid van burgers. En of er op het vlak van vertrouwen in de instellingen een neergaande trend dan wel enig herstel te bespeuren valt. Daarnaast wordt ook nagegaan wat de verschillen in politiek vertrouwen en politieke vervreemding van Belgen kan verklaren. Jaak Billiet onderzoekt vervolgens de relatie tussen godsdienstige betrokkenheid en de houding tegenover vreemden, waarbij hij scherpstelt op etnische dreiging en etnisch burgerschap. Hij stelt vast dat het matigend effect van religie op de negatieve houding tegenover vreemden vrijwel verdwenen is, hetgeen hij in verband brengt met de ingrijpende veranderingen in godsdienstige betrokkenheid in België de voorbije decennia. Daarnaast wordt tevens ingegaan op de rol van opleiding, verenigingsparticipatie, generatie en culturele waarden in de verklaring van etnische dreiging en etnisch ingevuld burgerschap. Ten slotte volgen Ron Lestaeghe en Karel Neels een iets ander pad. Zij gaan door middel van cohortanalyse na wat de algemene trends in de waardenoriëntaties zijn en gaan na in welke mate de oudgedienden en de nieuwkomers van elkaar verschillen op dat vlak. Deze analyse geeft een ruw beeld van de veranderingen en biedt op die manier een aanvulling op de meer thematische en diepgravende analyses in de andere boekbijdragen. Voorts bestuderen ze ook de zogenaamde instromers, namelijk de 20- tot 34-jarigen uit de vier verschillende golven. Al deze hoofdstukken zouden tezamen een vrij goed beeld moeten geven van hoe het op dit moment gesteld is met de waarden in België en in welke mate ze in het laatste kwarteeuw verschoven zijn. Om deze evoluties te kunnen vaststellen, is

21 Inleiding 21 systematisch wetenschappelijk onderzoek onontbeerlijk. Deze studie zou dus niet mogelijk zijn geweest zonder de financiële steun van de Koning Boudewijnstichting. Daarnaast hebben ook de Faculteit Sociale Wetenschappen, het Centrum voor Sociologisch Onderzoek en de Onderzoeksteams Sociaal Beleid en Surveymethodologie van de Katholieke Universiteit dit onderzoek mee helpen realiseren. De organisatie van het veldwerk werd gedaan door het Instituut voor Sociaal en Politiek Opinieonderzoek van de Katholieke Universiteit Leuven. Hiervoor onze welgemeende dank. Het spreekt vanzelf dat alleen de auteurs verantwoordelijk zijn voor de inhoud van hun bijdrage.

22

23 Gezin Gezin: opvattingen over relaties, gezin, gender en familiale solidariteit Patrick Deboosere, Dimitri Mortelmans & Jacques Marquet 1.1 Inleiding Dat gezinnen de essentiële bouwstenen vormen van de maatschappij is een voor de hand liggende en vaak aangehaalde sociologische evidentie. Die evidentie belet evenwel niet dat die bouwstenen in de afgelopen vijftig jaar een grondige transformatie hebben ondergaan. Gezinnen van vandaag worden gekenmerkt door een grote diversiteit in samenstelling. De grote verscheidenheid aan partnergeschiedenissen en opeenvolgende stadia van gezinsvorming en -ontbinding liggen hieraan ten grondslag. Terwijl het instituut huwelijk in de afgelopen decennia in België, zoals in veel Europese landen, steeds meer in vraag wordt gesteld, is dit niet het geval voor het belang dat aan het gezin wordt gehecht. De waardenonderzoeken zijn een uitstekend meetinstrument om die evolutie in gedrag en waarden te registreren en geven mooi aan hoe verschillende oorspronkelijk samenhangende waarden uit elkaar kunnen groeien en afwijkende trajecten volgen. Een analyse van de gender- en gezinswaarden in België toont een boeiend patroon van veranderingen die deels gebonden zijn aan de elkaar opeenvolgende geboortecohorten (Inglehart, 1997) en deels de tijdsgeest weerspiegelen. Over de motor van die veranderingen en de interactie tussen waarden en gedrag is al veel gepubliceerd. Hier beperken we ons tot een beschrijving van de recente evolutie van gender- en gezinswaarden in België. Eerst gaan we in op de nieuwe samenleefvormen en de betekenis die de partnerrelatie en het huwelijk daarin innemen. Vervolgens wordt de evolutie in de genderverhouding bekeken en ten slotte wordt stilgestaan bij het bredere familiale netwerk en de vormen van intergenerationele steun. Waarden en opvattingen die mensen aanhouden hebben uiteraard een invloed op het gevolgde gedrag. Heel wat onderzoek heeft echter ook aangetoond hoe, omgekeerd, waarden en opvattingen worden beïnvloed door de genomen beslissingen, door de positie die men inneemt of door de ervaringen die men heeft doorlopen (Beets,

24 24 Nieuwe tijden nieuwe mensen Liefbroer, & Gierveld, 1999). Vandaar dat we de evolutie van de gezinswaarden met betrekking tot partnerrelaties en huwelijk niet als dusdanig weergeven, maar toetsen aan de huishoudenpositie waarin men zich bevindt en aan de ervaringen die men heeft opgedaan. Het waardenonderzoek van 2009 laat toe om vrij gedetailleerd de doorlopen partnerrelaties te reconstrueren. De partnerstatus die we aldus definiëren geeft zowel een beeld van de huidige relatie als van de daaraan voorafgaande partnergeschiedenis van de respondent. Afhankelijk van de waarden die worden gepeild blijken de scheidingslijnen tussen de standpunten van geslachten, leeftijdsgroepen en partnerstatus sterk te kunnen variëren. Bij de koppelrelatie en de opvattingen over de rolpatronen van man en vrouw verleggen we het accent en wordt de nadruk gelegd op de verschillen (of gelijkenissen) in opvattingen tussen mannen en vrouwen en op de evolutie hiervan over de verschillende waardenonderzoeken heen. De tijdsdimensie staat ook centraal in het derde luik waarin de aandacht gaat naar de waarden en opvattingen met betrekking tot intergenerationele solidariteit en de mate waarin deze evolueren in het licht van de sterk gewijzigde familiale samenstelling. We sluiten het hoofdstuk af met een meer uitgebreide analyse naar genderrollen en de visie op relaties. We kijken daarbij of en in welke mate de klassieke verklaringshypothesen voor de verschuivingen in familiewaarden opgaan in België. De eerste hypothese is de economische hypothese die voornamelijk teruggaat op verschuivingen in waarden als gevolg van arbeidsparticipatie van alle partners in een huishouden. De tweede hypothese is de culturele hypothese die verschuivingen in familiewaarden koppelt aan algemene waardenverschuivingen in de samenleving. Hier wordt in het bijzonder de secularisering als verklaring naar voren geschoven en we beperken ons dan ook tot dit domein. Een derde en laatste hypothese betreft de levensloop. Waarden wijzigen doorheen de levensloop en waarden wijzigen zeker door het zelf meemaken van levensloopgebeurtenissen of het meemaken van gebeurtenissen in de familie. We gaan dan ook kijken in welke mate events in de levensloop verschillen in gezinswaarden kunnen verklaren. 1.2 Evolutie van gezinswaarden in België De evolutie van het huwelijk en de betekenis van de relatie ( ) Sinds de eerste survey naar waarden in België in het kader van het Europees Waardenonderzoek (1981) zijn de patronen in familievorming in ons land grondig gewijzigd. De dalende vruchtbaarheid en het uitstel van ouderschap sinds het midden van de jaren zestig waren al in de jaren tachtig symptomen van een ingrijpende verandering (Lesthaeghe & Van de Kaa, 1986). Voor een aantal kenmerken zoals ongehuwd samenwonen (zowel

25 Gezin 25 vóór het huwelijk als na een echtscheiding), uitstel van huwelijk en echtscheidingen is er sindsdien, over de surveys heen, in ons land sprake van een echte trendversnelling (Lesthaeghe & Neels, 2002). De verschillen naar leeftijd in de survey van 2009 geven aan dat op bevolkingsniveau die evolutie zich wellicht nog een tijd zal verderzetten. Dit belet niet dat de diffusie van nieuwe leefvormen bij de jongste leeftijdsgroepen misschien op een verzadigingspunt is beland, waardoor de groeitrend kan beginnen afzwakken. Het resultaat is in elk geval een enorme diversificatie aan leefvormen en aan partnergeschiedenissen, een evolutie die zich overigens in geheel Europa heeft voorgedaan. Dit wordt goed geïllustreerd door de evolutie tussen 1981 en 2006 van het aandeel samenwonenden in de leeftijdsgroep tussen 25 en 34 jaar. Berekeningen op basis van censusgegevens en van het bevolkingsregister geven aan dat het aandeel ongehuwd samenwonenden in deze leeftijdsgroep opklimt van nauwelijks 3% in 1981 tot vrijwel een vierde van hun leeftijdsgenoten een kwart eeuw later (Deboosere, et al., 2009) Is het huwelijk een voorbijgestreefde instelling? Het valt te verwachten dat die snelle evolutie in gedrag ook samengaat met een belangrijke verschuiving in opvattingen en waarden met betrekking tot relatievorming en huwelijk. Nader onderzoek van de vragen die daarop betrekking hebben, geeft echter aan dat de evolutie in opvattingen en waarden meer gediversifieerd is dan verwacht. Sommige opvattingen blijken merkwaardig stabiel te blijven. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de waarde die men hecht aan het gezin. In 1990, 1999 en 2009 bleef het aantal personen dat het gezin als tamelijk of zeer belangrijk beschouwt op ongeveer 96% en was het verschil naar leeftijd of regio verwaarloosbaar. De toename in nieuwe leefvormen doet aan die opvatting geen afbreuk. Sommige evoluties lijken ook niet steeds lineair te verlopen. Voor de vergelijking tussen de verschillende waardenonderzoeken over de jaren heen is echter voorzichtigheid geboden. Selectie-effecten in de opeenvolgende steekproeven en wijzigingen in de wijze waarop de vragen werden afgenomen, maken de vergelijking voor bepaalde vragen delicaat. Dit belet niet dat de grote trends duidelijk leesbaar blijven en dat verschillen (of de afwezigheid van verschillen) naar leeftijd, geslacht of regio, mits enige voorzichtigheid, wel degelijk betekenisvol zijn. Het huwelijk als formele instelling wordt in de opeenvolgende waardenonderzoeken steeds minder onderschreven. Terwijl in % het huwelijk als voorbijgestreefd beschouwde, werd dit in de surveys van 1990, 1999 en 2009 achtereenvolgens 20%, 29% en 35%. De trend voor het geheel van het land is onmiskenbaar en houdt gelijke tred met de evolutie naar een toenemend aantal definitief ongehuwd samenwonenden. De verschillen tussen de regio s blijven niettemin in 2009 behoorlijk groot met 30% in Vlaanderen, 40% in Wallonië en 46% in Brussel die van mening zijn dat het huwelijk als instelling voorbijgestreefd is. Onderstaande grafieken geven aan dat die evolutie naar leeftijd tussen de gewesten verschillend is. (Het onregelmatig verloop van de Brusselse grafieken houdt o.a. verband met de kleinere steekproefomvang).

26 26 Nieuwe tijden nieuwe mensen Figuur 1. Evolutie van het percentage personen naar leeftijd die het huwelijk achterhaald vinden per regio voor de periode Vlaanderen Wallonië Brussel Over de drie waarnemingsjaren heen blijkt de proportie jongeren die het huwelijk als voorbijgestreefd beschouwen vanaf 1990 in Vlaanderen en Wallonië op ongeveer 30% te liggen en blijft dit over de surveys en tussen de regio s zeer vergelijkbaar. De verschuiving in opvatting blijkt zich vooral voor te doen bij de oudere leeftijdscohorten. In Vlaanderen lijkt het alsof de verworven opvattingen nauwelijks veranderen en gewoon doorschuiven met de verouderende leeftijdscohorten. In Wallonië lijkt er sprake van een diffusieproces althans tussen 1990 en In Brussel is er sprake van een toename over alle leeftijden met een wat vreemd verloop bij jongeren (daling in 1999 en opnieuw sterke stijging in 2009), wellicht ook ten gevolge van de steekproefomvang. Algemeen kunnen we stellen dat terwijl de verschuiving in gedrag vooral spectaculair is bij de jongste leeftijdsgroepen, de opvattingen over de toekomst van het huwelijk als instelling met uitzondering van Brussel vooral evolueren bij ouderen. Overigens is het zeer de vraag in hoeverre de eigen leefsituatie mee het antwoord op die vraag bepaalt. Voor het waardenonderzoek van 2009 kunnen we de respondenten indelen naar hun partnergeschiedenis. Onderstaande tabel geeft de partnersitu-

27 Gezin 27 atie van de respondenten weer op het moment van de bevraging. Tabel 1 geeft voor mannen en vrouwen afzonderlijk de verdeling naar leeftijdsgroep (na weging) voor een aantal elkaar uitsluitende partnergeschiedenissen. De opdeling werd gemaakt aan de hand van een reeks vragen over de burgerlijke staat, de huidige en de voorgaande partnerrelaties. Alleen de belangrijkste combinaties werden behouden en zo goed als mogelijk volgens de levenscyclus van boven naar beneden gerangschikt. In samenhang met leeftijd heeft dit uiteraard als resultaat dat de grootste groepen jonge mannen en vrouwen eerder in de bovenste rijen terechtkomen. De twee eerste rijen bevatten alle personen die nooit met een partner hebben samengewoond. Het enige wat hen onderscheidt is het al dan niet hebben van een vaste relatie op het moment van de enquête. Een derde van de mannen (33%) tussen 19 en 35 jaar heeft nog nooit met een partner samengewoond en verklaart geen vaste relatie te hebben. Meer dan 50% van de mannen in die leeftijdsgroep heeft nooit met een partner samengewoond. Voor vrouwen van 19 tot 35 jaar is dat net 40%. Onder de 25 jaar heeft slechts 10% van de mannen een ervaring met samenwonen onder welke vorm dan ook, bij vrouwen is dit 18%. Deze hoge waarden illustreren hoe partnervorming steeds meer wordt uitgesteld. Dit hangt voor een deel samen met de steeds langere opleidingsduur en latere intrede in de arbeidsmarkt, maar we zien een gelijkaardige evolutie bij laagopgeleiden. Niet alleen de partnervorming wordt uitgesteld, maar jonge mensen blijven steeds langer in het ouderlijk huis wonen. Verder onderscheiden we verschillende situaties waarbij respondenten op het moment van het interview samenleven met een partner: feitelijk samenwonenden, samenwonend op basis van een samenlevingscontract, gehuwden na cohabitatie en gehuwden. In de laatste groep gaat het in een beperkt aantal gevallen om een tweede huwelijk, maar zonder voorafgaande cohabitatie. De volgende groepen waren ooit gehuwd of samenwonend, maar door scheiding of sterfte is die relatie beëindigd. Alleenstaanden na partnerrelatie wonen op het moment van het interview niet samen met een partner en hebben ook geen vaste relatie. Alleenstaande weduwnaars en weduwen behoren niet tot deze groep, maar zijn afzonderlijk opgenomen in de laatste rij. Daartussen bevinden zich twee groepen die een nieuwe relatie zijn aangegaan of opnieuw samenwonen na verlies van hun voorgaande partner zonder gehuwd te zijn. Gezien de kleine aantallen zullen deze groepen verder samengenomen worden. Boven de leeftijd van 35 jaar vormt het huwelijk nog altijd het dominante patroon. Het zijn vooral de geboortecohorten van na 1975 waar samenlevingscontracten of feitelijk samenwonen een belangrijk alternatief vormen op het huwelijk. Een groot aantal gehuwden heeft voorafgaand aan het huwelijk een periode van cohabitatie gekend. Dit is het geval voor meer dan twee op drie gehuwde vrouwen onder de 35 jaar. Maar ook onder de oudere geboortecohorten vinden we reeds behoorlijk hoge percentages, zowel onder mannen als vrouwen, die een overgangsperiode van ongehuwd samenwonen hebben gekend.

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Inleiding De mate van vertrouwen van burgers in de overheid en maatschappelijke instellingen werd al vaker de toetssteen van de democratie genoemd: daalt

Nadere informatie

ETHIEK, RELIGIE EN INSTITUTIONEEL VERTROUWEN IN EVS

ETHIEK, RELIGIE EN INSTITUTIONEEL VERTROUWEN IN EVS ETHIEK, RELIGIE EN INSTITUTIONEEL VERTROUWEN IN EVS KOEN ABTS Centrum voor Sociologisch Onderzoek Katholieke Universiteit Leuven ETHIEK, RELIGIE EN INSTITUTIONEEL VERTROUWEN (1981-2009) Europees Waardeonderzoek

Nadere informatie

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) De verschillende betekenissen van ongehuwd samenwonen in Europa: Een studie naar verschillen tussen samenwoners in hun opvattingen, plannen en gedrag. In de

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Digitale (r)evolutie in België anno 2009

Digitale (r)evolutie in België anno 2009 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 9 februari Digitale (r)evolutie in België anno 9 De digitale revolutie zet zich steeds verder door in België: 71% van de huishoudens in

Nadere informatie

Samenwoonrelaties stabieler

Samenwoonrelaties stabieler Anouschka van der Meulen en Arie de Graaf Op 1 januari 25 telde Nederland bijna 75 duizend paren die niet-gehuwd samenwonen. Ten opzichte van 1995 is dit aantal met bijna 45 procent toegenomen. Van de

Nadere informatie

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten Huishoudensprognose 26 2: belangrijkste uitkomsten Elma van Agtmaal-Wobma en Coen van Duin Het aantal huishoudens blijft de komende decennia toenemen, van 7,2 miljoen in 26 tot 8,1 miljoen in 23. Daarna

Nadere informatie

Kortcyclische arbeid, Op de teller!

Kortcyclische arbeid, Op de teller! Kortcyclische arbeid, Op de teller! 1 Doel Doel van dit instrument is inzicht bieden in de prevalentie (mate van voorkomen) en de effecten van kortcylische arbeid. Dit laat toe een duidelijke definiëring

Nadere informatie

Huishoudensprognose : ontwikkelingen naar type en grootte

Huishoudensprognose : ontwikkelingen naar type en grootte Huishoudensprognose 5: ontwikkelingen naar type en grootte Andries de Jong Het aantal huishoudens neemt de komende decennia fors toe, van 6,9 miljoen in naar 8, miljoen in 5. Deze groei wordt vooral bepaald

Nadere informatie

Bijlage bij hoofdstuk 15 van het Sociaal en Cultureel Rapport 2010

Bijlage bij hoofdstuk 15 van het Sociaal en Cultureel Rapport 2010 Bijlage bij hoofdstuk 15 van het Sociaal en Cultureel Rapport 2010 In deze bijlage wordt achtereenvolgens kort ingegaan op de verrichte analyses en de gebruikte bestanden en worden enige aanvullende resultaten

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 Positieve arbeidsmarktevoluties in het derde kwartaal van 2015 De werkgelegenheidsgraad bij de 20- tot 64-jarigen bedroeg in het derde kwartaal van 2015 67,4% en steeg

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 80. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË

Standaard Eurobarometer 80. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Standaard Eurobarometer 80 DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie.

Nadere informatie

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 Seppe Van Gils In vergelijking met Europa (EU-15) wordt Vlaanderen gekenmerkt door een gemiddeld aandeel werkenden (63,4%). Ten opzichte van het gemiddelde

Nadere informatie

Brusselse bevolking per nationaliteitsgroep - alle leeftijden (2014)

Brusselse bevolking per nationaliteitsgroep - alle leeftijden (2014) Dat onze samenleving steeds diverser wordt is een open deur intrappen. Opeenvolgende migratiestromen brachten mensen uit alle hoeken van de wereld naar Brussel: werknemers uit Italië, Spanje, Marokko,

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

4 Opvattingen over kerk en godsdienst 1

4 Opvattingen over kerk en godsdienst 1 4 Opvattingen over kerk en godsdienst 1 4.1 Het prestige van de kerken De kerken zijn niet meer de gezaghebbende instanties van vroeger. Dat is niet alleen zo in Nederland. Zelfs in uitgesproken godsdienstige

Nadere informatie

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen Arie de Graaf en Suzanne Loozen In 25 telde Nederland 4,2 miljoen personen van 18 jaar of ouder die zonder partner woonden. Eén op de drie volwassenen woont dus niet samen met een partner. Tussen 1995

Nadere informatie

Fase 1.3. Lichamelijke en psychische effecten van kortcyclische arbeid op de mens

Fase 1.3. Lichamelijke en psychische effecten van kortcyclische arbeid op de mens Fase 1.3. Lichamelijke en psychische effecten van kortcyclische arbeid op de mens 1 Doel Doel van dit instrument is inzicht bieden in de prevalentie (mate van voorkomen) en de effecten van kortcylische

Nadere informatie

Eurobarometer Standaard 82. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2014 NATIONAAL RAPPORT BELGIË

Eurobarometer Standaard 82. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2014 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Eurobarometer Standaard 82 DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2014 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie.

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Het gezin van morgen. Rood of blauw?

Het gezin van morgen. Rood of blauw? Het gezin van morgen. Rood of blauw? OUTLINE Lessen voor de 21 ste eeuw Maandag 16 november 2015 Koen Matthys & Sofie Vanassche Family and Population Studies Structuur Historische aanloop Van standaardgezin

Nadere informatie

12. Een breder perspectief

12. Een breder perspectief 12. Een breder perspectief Aart Liefbroer en Pearl Dykstra Veranderende trends In de voorgaande hoofdstukken zijn vooral de naoorlogse ontwikkelingen rond relatie- en gezinsvorming aan de orde geweest.

Nadere informatie

2011/5 De (in)stabiliteit van huwelijken in België

2011/5 De (in)stabiliteit van huwelijken in België 2011/5 De (in)stabiliteit van huwelijken in België Martine Corijn D/2011/3241/020 Inleiding Het dalende aantal huwelijken en het stijgende aantal echtscheidingen maakt dat langdurende huwelijken soms minder

Nadere informatie

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey ICOON Paper #1 Ferry Koster December 2015 Inleiding Dit rapport geeft inzicht in de relatie

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 Jeugdwerkloosheid gedaald in het eerste kwartaal van 2015 Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2015 In het eerste kwartaal van 2015 was 67,4% van de 20- tot 64-jarigen

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 De Belgische arbeidsmarkt in 2012 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten Hoeveel personen verrichten betaalde arbeid? Hoeveel mensen zijn werkloos? Hoeveel inactieve

Nadere informatie

Beeld van het Europees Parlement in Nederland

Beeld van het Europees Parlement in Nederland Directoraat-generaal Voorlichting Afdeling Analyse van de publieke opinie Ter attentie van het DG Voorlichting van het Europees Parlement Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, september 2013

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 Lichte daling werkloosheid Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2015 De werkloosheidgraad gemeten volgens de definities van het Internationaal Arbeidsbureau daalde

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

Hoe Europeanen denken over biotechnologie en genetisch gemodificeerd voedsel in 2005

Hoe Europeanen denken over biotechnologie en genetisch gemodificeerd voedsel in 2005 Eens in de drie jaar wordt in de Europese Unie onderzoek verricht naar de publieksopvattingen over biotechnologie. Eind 05 zijn in totaal 25.000 respondenten in de 25 lidstaten van de EU ondervraagd. Hier

Nadere informatie

VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21

VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21 VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21 Seppe Van Gils Kort samengevat In dit hoofdstuk volgen we de loopbaan van de voltijds en uit het tweede kwartaal van 1998 op tot en met het derde kwartaal

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES IN BELGIË EERSTE RESULTATEN

MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES IN BELGIË EERSTE RESULTATEN MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES IN BELGIË EERSTE RESULTATEN Frederik Heylen Jan Beyers Te gebruiken referentie: HEYLEN F. & BEYERS J. (2016). MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES IN BELGIË: EERSTE RESULTATEN. UNIVERSITEIT

Nadere informatie

Verenigingen en vrijwilligerswerk: hardnekkige fenomenen

Verenigingen en vrijwilligerswerk: hardnekkige fenomenen Verenigingen en vrijwilligerswerk: hardnekkige fenomenen Luk Bral en Guy Pauwels Studiedag 20 jaar peilen in Vlaanderen Leuven, 31 januari 2017 Inhoud Context Opzet Evolutie informele contacten, lidmaatschap

Nadere informatie

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016 Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen

Nadere informatie

Demografische evoluties in Vlaamse gezinnen vanaf 1970

Demografische evoluties in Vlaamse gezinnen vanaf 1970 Demografische evoluties in Vlaamse gezinnen vanaf 197 Edith Lodewijckx Departement Kanselarij en Bestuur, Studiedienst Vlaamse Regering 1 Vijftig jaar evolutie van huishoudens in Vlaanderen: 197-22. Edith

Nadere informatie

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft. ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 8 november 2006 1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

Nadere informatie

Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk

Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk G. Dekker Aan het kerkelijk gemengde huwelijk wordt vanuit de sociale wetenschappen niet zo bijzonder veel aandacht geschonken. De belangstelling

Nadere informatie

www.share-project.be De resultaten van de studie 50+ in Europa

www.share-project.be De resultaten van de studie 50+ in Europa www.share-project.be De resultaten van de studie 50+ in Europa Wat nu? De volgende stap in het 50+ in Europa - project is het toevoegen van de levensloopgeschiedenis van mensen aan de bestaande SHARE-database.

Nadere informatie

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg Overzicht uitgeschreven huisartsen 1990-2015 NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg ISBN 978-94-6122-424-8 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 88. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 88. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH)

SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) Sinds de jaren zestig is het aandeel migranten in de Nederlandse bevolking aanzienlijk gegroeid. Van de totaal 16,3 miljoen inwoners in

Nadere informatie

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief Organisation for Economic Coöperation and Development (2002), Education at a Glance. OECD Indicators 2002, OECD Publications, Paris, 382 p. Onderwijs speelt een

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van

Nadere informatie

Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017

Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017 PERSBERICHT - 8 mei 2018 Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017 Het Agentschap Binnenlands Bestuur en Statistiek Vlaanderen publiceren vandaag de

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2016-I

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2016-I Aanwijzing voor de kandidaat Als in een vraag staat dat je een hoofd- of kernconcept moet gebruiken, dan gebruik je in het antwoord die elementen uit de omschrijving van het hoofd- of kernconcept die nodig

Nadere informatie

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB79.5) EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Deel betreffende de Parlemeter 2013

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB79.5) EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Deel betreffende de Parlemeter 2013 Directoraat-generaal Communicatie AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE Eurobarometer van het Europees Parlement (EB79.5) Brussel, november 2013 EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Deel betreffende

Nadere informatie

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheidgraad blijft hoog Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2014 67% van de 20- tot 64-jarigen was aan het werk. Dat percentage blijft nagenoeg

Nadere informatie

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis Oktober 2009 De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis De werkloosheid: moet het ergste nog komen? De uitzendarbeid en het aantal openstaande betrekkingen lopen weer terug Het

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 Geen heropleving van de arbeidsmarkt in 2013 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten 4.530.000 in België wonende personen zijn aan het werk in 2013. Hun aantal

Nadere informatie

PERSBERICHT CIM 22/04/2015

PERSBERICHT CIM 22/04/2015 PERSBERICHT CIM 22/04/2015 Nieuwe CIM studie over kijkgedrag op nieuwe schermen Belgen keken nooit eerder zoveel naar TV-content Het CIM, verantwoordelijk voor kijkcijferstudies in België, volgt sinds

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

De evolutie van het ledenaantal van de politieke partijen in Vlaanderen,

De evolutie van het ledenaantal van de politieke partijen in Vlaanderen, Marc Hooghe Joris Boonen De evolutie van het ledenaantal van de politieke partijen in Vlaanderen, 1970-2014 Centrum voor Politicologie KU Leuven 30.10.2014 Open VLD telt volgens de meest recente cijfers

Nadere informatie

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997. In deze paragraaf worden een aantal kenmerken van de steekproef besproken. Het gaat om de volgende socio-demografische karakteristieken : verblijfplaats : per regio en per provincie; geslacht en leeftijd;

Nadere informatie

Rapport nr. 633, december2013. Drs. Joris Kregting

Rapport nr. 633, december2013. Drs. Joris Kregting Rapport nr. 6, december201 Drs. Joris Kregting 2.1 Inleiding en bronnen 2.2 Katholieken 8 2. Normen en waarden en de kerk 9 2. Het gebruik van voorbehoedsmiddelen 10 2.5 Huwelijk en samenwonen van homoseksuelen

Nadere informatie

Echtscheiding en contactbreuk tussen kleinkinderen en grootouders

Echtscheiding en contactbreuk tussen kleinkinderen en grootouders Echtscheiding en contactbreuk tussen kleinkinderen en grootouders Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 1Vrije Universiteit Brussel, 2 KU Leuven Grootouders spelen vaak een belangrijke rol in het leven

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS De tijd die kinderen doorbrengen in en buiten het eigen gezin, o.a. in de kinderopvang, hangt nauw samen met de werksituatie van de ouders. Werk is

Nadere informatie

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk?

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? Motivatie en welzijn Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? SERV. 2012. Arbeidsethos en arbeidsoriëntaties op de Vlaamse arbeidsmarkt 2007-2010. Informatiedossier. Brussel: SERV Stichting Innovatie

Nadere informatie

Marriages and births in the Netherlands/nl

Marriages and births in the Netherlands/nl Marriages and births in the Netherlands/nl Statistics Explained Waarom nog trouwen? Burgerlijke staat en geboortes in Nederland Tekst: Lydia Geijtenbeek - Centraal Bureau voor de Statistiek. Gegevens geëxtraheerd

Nadere informatie

WORKLESS HOUSEHOLDS IN VLAANDEREN Hoofdstuk 21

WORKLESS HOUSEHOLDS IN VLAANDEREN Hoofdstuk 21 WORKLESS HOUSEHOLDS IN VLAANDEREN Hoofdstuk 21 Seppe Van Gils De manier waarop individuele arbeidsmarktposities (werkzaam, werkloos of niet-beroepsactief) op gezinsniveau worden gecombineerd, kan belangrijke

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

Wat is de levenskwaliteit bij mensen die een EOT-traject volgen? Hoe evolueert deze levenskwaliteit in de eerste 30 maanden?

Wat is de levenskwaliteit bij mensen die een EOT-traject volgen? Hoe evolueert deze levenskwaliteit in de eerste 30 maanden? Wat is de levenskwaliteit bij mensen die een EOT-traject volgen? Hoe evolueert deze levenskwaliteit in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Met als doel de

Nadere informatie

s t u d i e De markt van de dood De markt van de dood Oktober 2011

s t u d i e De markt van de dood De markt van de dood Oktober 2011 s t u d i e De markt van de dood De markt van de dood Oktober 2011 Inhoudstafel 1. Doelstellingen 2. Methodologie 3. De herdenking van overleden personen 4. Allerheiligen 5. De begrafenis 6. Conclusies

Nadere informatie

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen PERSONEN IN FINANCIËL E MOEILIJKHEDEN : PROFIELEN? Colloquium van het Observatorium Krediet en Schuldenlast, 5 december 2013, Brussel Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

Nadere informatie

Gezinsenquête. 1. Situering

Gezinsenquête. 1. Situering Gezinsenquête 1. Situering De gezinsenquête is een schriftelijke enquête (postenquête) Bij gezinnen met kinderen tussen 0 en 25 jaar in het Vlaamse Gewest en Brussels Hoofdstedelijk Gewest Met vragen over

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Facts and Figures: Activiteiten in gezinsverband

Facts and Figures: Activiteiten in gezinsverband Facts and Figures: Activiteiten in gezinsverband Annelore Van der Eecken & Juno Tourne Vrijetijdsactiviteiten in gezinsverband zijn doorgaans erg belangrijk voor jongeren omdat het gezin een context is

Nadere informatie

Verslag college 1: Democratische waarden onder druk?

Verslag college 1: Democratische waarden onder druk? Verslag college 1: Democratische waarden onder druk? In de collegereeks Democratie en burgerschap, georganiseerd door ProDemos en de Universiteit van Amsterdam, kijken we naar de huidige stand van zaken

Nadere informatie

De leefvorm van moeders bij de geboorte van een kind: evolutie in het Vlaamse Gewest tussen 1999 en 2007

De leefvorm van moeders bij de geboorte van een kind: evolutie in het Vlaamse Gewest tussen 1999 en 2007 2010/19 De leefvorm van bij de geboorte van een kind: evolutie in het Vlaamse Gewest tussen 1999 en 2007 Martine Corijn D/2010/3241/451 Samenvatting In het Vlaamse Gewest nam tussen 1999 en 2007 het aandeel

Nadere informatie

Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders

Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders Martine Mol De geboorte van een heeft grote invloed op het arbeidspatroon van de vrouw. Veel vrouwen gaan na de geboorte van het minder werken.

Nadere informatie

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1)

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1) Directoraat-generaal Communicatie Afdeling Analyse van de publieke opinie Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1) Brussel, 14 oktober 2015 Parlemeter 2015 Deel I De hoofduitdagingen voor

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 Licht herstel van de arbeidsmarkt? Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2013 67,5% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage stijgt met 0,8 procentpunten

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

Artikelen. Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten. Maarten Alders en Han Nicolaas

Artikelen. Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten. Maarten Alders en Han Nicolaas Artikelen Huishoudensprognose 2 25: belangrijkste uitkomsten Maarten Alders en Han Nicolaas Het aantal huishoudens neemt de komende jaren toe, van 7,1 miljoen in 25 tot 8,1 miljoen in 25. Dit blijkt uit

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.

Nadere informatie

Generation What? 1 : Jongeren over Politiek

Generation What? 1 : Jongeren over Politiek Generation What? 1 : Jongeren over Politiek De Generation What enquête peilde niet alleen naar de zogenaamd politieke opvattingen van jongeren, maar ook naar hun meer fundamentele houding tegenover het

Nadere informatie

Digitale (r)evolutie in België anno 2010.

Digitale (r)evolutie in België anno 2010. ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 23 februari 2011 Digitale (r)evolutie in België anno 2010. De digitale revolutie zet zich steeds verder door in België: 73% van de Belgische

Nadere informatie

ONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9

ONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9 ONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9 Tom Vandenbrande Op het vlak van de gelijke vertegenwoordiging van kansengroepen op de arbeidsmarkt bengelt Vlaanderen aan de staart van het Europese peloton.

Nadere informatie

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan Carel Harmsen en Liesbeth Steenhof In dit artikel wordt de levensloop gevolgd van jongeren die in 1995 het ouderlijk huis hebben verlaten. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de verschillen tussen herkomstgroeperingen.

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België 2018 Samenvatting en kernboodschappen September 2018 ANNEX 6 : NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING EN KERNBOODSCHAPPEN VAN DE ANALYSE

Nadere informatie

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties Deel 1: Gemiddelde leeftijd en leeftijdsopbouw Mathieu Vliegen en Niek van Leeuwen De se bevolkingskernen vertonen niet alleen een ongelijkmatig ruimtelijk spreidingspatroon, maar ook regionale verschillen

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen Europese Commissie - Persbericht Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen Brussel, 21 december 2018 Uit een nieuwe Eurobarometer-enquête

Nadere informatie

Een meer gelijke verdeling van beroepsarbeid en beroepsinkomen tussen mannen en vrouwen in Vlaanderen, maar...

Een meer gelijke verdeling van beroepsarbeid en beroepsinkomen tussen mannen en vrouwen in Vlaanderen, maar... Een meer gelijke verdeling van beroepsarbeid en beroepsinkomen tussen mannen en vrouwen in Vlaanderen, maar... Van Dongen, W. 2010. Naar een meer democratische verdeling van beroepsarbeid en beroepsinkomen

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens Bierings, H., Schmitt, J., van der Valk, J., Vanderbiesen, W., & Goutsmet, D. (2017).

Nadere informatie

Bevolkingsstatistieken geven een eerste beeld van de levensloop en de levensomstandigheden van vrouwen en mannen in België.

Bevolkingsstatistieken geven een eerste beeld van de levensloop en de levensomstandigheden van vrouwen en mannen in België. 1 Bevolking Laatste update 2017 Inhoud 1.1 Leeftijdsverdeling... 1 1.2 Vruchtbaarheid... 2 1.3 Sterfte... 2 1.4 Levensverwachting... 3 1.5 Huwelijken en echtscheidingen... 4 1.6 Wettelijk samenwonen...

Nadere informatie

7.2. Boekverslag door J woorden 13 juni keer beoordeeld. Filosofie. Inhoudstafel Inleiding Rapport Interview Enqûete Bronnen

7.2. Boekverslag door J woorden 13 juni keer beoordeeld. Filosofie. Inhoudstafel Inleiding Rapport Interview Enqûete Bronnen Boekverslag door J. 1355 woorden 13 juni 2003 7.2 54 keer beoordeeld Vak Filosofie Inhoudstafel Inleiding Rapport Interview Enqûete Bronnen Inleiding Het aantal jongeren dat bij een echtscheiding is betrokken

Nadere informatie

www.share-project.nl Resultaten van het project 50+ In Europa

www.share-project.nl Resultaten van het project 50+ In Europa www.share-project.nl Resultaten van het project 50+ In Europa Wat gebeurt er nu? Published by Mannheim Research Institute for the Economics of Aging (MEA) L13,17 68131 Mannheim Phone: +49-621-181 1862

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 04-08-2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Algemene informatie geleverde ondersteuning...

Nadere informatie

s t u d i e De markt van de dood De markt van de dood Oktober 2010

s t u d i e De markt van de dood De markt van de dood Oktober 2010 s t u d i e De markt van de dood De markt van de dood Oktober 2010 Inhoudstafel 1. Doelstellingen 2. Methodologie 3. De doden gedenken 4. Allerheiligen 5. Begrafenissen 6. Conclusies 2 Doelstellingen De

Nadere informatie