EVALUATIERAPPORT. Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel (SVB-THT) Bouwdienst Rijkswaterstaat. Ir. Boyke M.H.
|
|
- Vincent van der Berg
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Bouwdienst Rijkswaterstaat EVALUATIERAPPORT Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel (SVB-THT) Ir. Boyke M.H. Djorai Zoetermeer. oktober 1998 Bouwdienst Rijkswaterstaat Afdeling Ontwikkeling Technieken en Onderhoudsbeleid Postbus AB ZOETERMEER
2 EVALUATIERAPPORT Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel Document Versie Status Datum Plaats PBMS-nummer Opgesteld door evarap-svbtht. v2 2 Definitief 12 oktober 1998 Zoetermeer 5734 (A,B3,B5) ir. M.H. Djorai c.s. Vastgesteld door: Functionaris Naam Han.dtekening.. Opdrachtgever ing. F.J. Wermer Datum I 3 - lt.'.:.-r Bevoegd gezag Projectleider ir. K. Tjaden ir. M.H. Djorai Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel EVALUATIERAPPORT
3 EVALAUTIERAPPORT Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel INHOUDSOPGAVE Blz. Voorwoord 1. Inleiding 4 2. Implementatiefase Inleiding Fase-I: vóór het inbouwen Fase-II: tijdens het inbouwen Fase-lil: ná het inbouwen Monitoringplan 6 3. Waarnemingen Scheurvorming Vochtplekken / Lekkages Betonschaden Evaluatie Implementatiefase Beheersaspecten Gebruiksfase Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen Relevante documenten/notities behorend bij dit pilotproject 17 Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel EVALUATIERAPPORT 2
4 Voorwoord Voor u ligt het evaluatierapport van het pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel. Het rapport beschrijft in het bijzonder de ervaringen opgedaan in de implementatiefase van dit pilotproject. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan het verloop van dit project vanaf de start (iuni 1996) tot en met het formele einde van dit project Uuli 1998) met name op de (interne Bouwdienst RWS) beheersaspecten. Tenslotte wordt de monitoringsmogelijkheid van het pilotgebied in de gebruiksfase van de tunnel kort besproken Bij dit project zijn diverse partijen zowel binnen de Bouwdienst RWS alsmede buiten de Bouwdienst RWS betrokken geweest. Vooral de TU Delft, de Tunnel Combinatie Heinenoord (TCH) en het Centrum Ondergronds Bouwen (COB) moeten hierbij vermeld worden. Hierbij wil ik dan ook een ieder bedanken voor hun bijdrage aan dit project alsmede de totstandkoming van dit rapport. In het bijzonder gaat mijn dank uit naar de leden van de projectgroep SVB-THT voor de prettige samenwerking gedurende de projectperiode. Zoetermeer, 12 oktober 1998 ir. M.H. Djorai Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel EVALUATIERAPPORT 3
5 1. Inleiding De Tweede Heinenoordtunnel onder de Oude Maas is de eerste geboorde verkeerstunnel van Nederland. Door de minister van Verkeer en waterstaat is deze tunnel (samen met de Botlektunnel) als proef(boor)project aangewezen. Enkele gegevens van de tunnel: boorgedeelte 950 m (2 buizen naast elkaar); buiten en binnen diameter boorgedeelte 8,3n,6 m; lengte tunnelring 1,5 m; per tunnelring 7 tunnelsegmenten plus een sluitstuk; lengte start- en ontvangstschacht ca. 200 m; de segmenten worden geprefabriceerd in traditioneel gewapend beton en heeft een sterkteklasse 845. De huidige traditioneel gewapend beton segmenten zijn voorzien van een wapeningskorf van circa 100 kg/m 3. Uit onderzoek is gebleken dat het vervangen van de wapeningskorf door staalvezels in bepaalde gevallen duidelijk voordelen kunnen bieden. Het pilotproject "Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel" had dan ook als doel het ontwerpen, produceren en implementeren (lees: inbouwen) van 16 staalvezelbetonnen ringen in de tweede buis van de Tweede Heinenoordtunnel. Op basis van een uitgebreid onderzoek (gestart in juni 1996) zijn in week 47 van 1997 bij de Schokindustrie Strukton Segmenten V.O.f. (SSS) 16 ringen in staalvezelbeton vervaardigd, waarbij de wapeningskorven van de traditioneel gewapend beton segmenten volledig zijn vervangen door staalvezels. In totaal zijn dit 112 segmenten en 16 sluitstukken. Gegevens van de toegepaste staalvezels: Merk : Dramix (met haakeinden) Lengte-Dikte verhouding (UD) : 80 ( ) Treksterkte : ca MPa. (High Carbon) Hoeveelheid : 60 kg/m 3 In het onderstaand tabel is de betonsamenstelling van zowel de traditioneel gewapend beton segmenten als van de staalvezelbetonnen segmenten weergegeven. Hieruit blijkt dat de mengselsamenstelling nauwelijks is aangepast. Traditionele segmenten Staalvezelbetonnen segmenten Cement (ENCl) 350 kg 350 kg 25% CEM I 52,5 R 25% CEM I 52,5 R 75% CEM IlilA 52,5 75% CEM III/A 52,5 water-cement factor 0,42 0,42 Toeslagmaterialen: zand 0-4 mm 39% 40% gebroken grind 4-16 mm 61% 60% maximale korreldiameter 16 mm 16 mm Hulpstof: superplastificeerder 0,9% TILMAN M6 1,0% TILMAN M6 Vezeltoevoeging: DRAMIX RC 80/60 SP wapeningskorf ca. 100 kg/m 3 60 kg/m 3 (HC) Tabel 1: Betonsamenste/lingen van traditioneel resp. staalvezelbetonmengsels Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel EVALUATIERAPPORT 4
6 2. Implementatiefase 2.1 Inleiding Voordat met de implementatie kon worden begonnen zijn diverse aanvullende besprekingen uitgevoerd tussen de betrokkenen partijen bij de bouw van de Tweede Heinenoordtunnel. Er is ook een uitgebreid monitoringplan opgesteld op basis waarvan aan de implementatie vorm moest worden gegeven. Op basis van het bovengenoemd plan is op donderdag 11 juni 1998 één ring van staalvezelbeton (ringnummer 411) probleemloos ingebouwd in de tweede buis van de Tweede Heinenoordtunnel. Aansluitend aan deze ring zijn tot en met ringnummers 454 vervolgens de traditioneel gewapend betonringen ingebouwd. De staalvezelbetonnen ring werd zowel vóór, tijdens als ná het inbouwen gemonitoord op een aantal aspecten, vastgelegd in het monitoring plan voor de implementatiefase. Vooral tijdens het inbouwen van de ringnummers 412,413 en 414 zijn de invloed op ringnummer 411 goed in de gaten gehouden. Het resultaat van de ene ring gaf aanleiding om het zogenaamde "lange traject" zijnde 15 ringen van staalvezelbeton in te bouwen, welke op woensdag 17 en donderdag 18 juni 1998 heeft plaatsgevonden. Deze 15 ringen werden als volgt gepositioneerd: nummers 455 tot en met 468, vervolgens nummer 469 een traditionele ring (i.v.m. "linkse/rechtse"), waarna nummer 470 weer van staalvezelbeton. De langste aaneengesloten traject van staalvezelbetonnen ringen omvat dus 14 ringen (= 21 m). Om het inbouwproces goed te bewaken werd de implementatiefase van de pilot -in het bijzonder voor wat betreft schaden aan de betonsegmenten- als volgt onderscheiden: Fase-I: vóór het inbouwen van de staalvezelbetonnen ringen; Fase-II: tijdens het inbouwen van de staalvezelbetonnen ringen; Fase-lil: ná het inbouwen van de staalvezelbetonnen ringen. 2.2 Fase-I: vóór het inbouwen In deze fase zouden de segmenten beschadigd kunnen raken tijdens ontkisten, transport en opslag (vanuit SSS tot en met stapeling op het tasveld) en tijdens transport vanaf bouwplaats naar boorfront. De logistieke stappen waarbij schaden kunnen ontstaan zijn: 1. Inladen op vrachtwagens; 2. Uitladen op bouwplaats; 3. Transport met segmentkraan in schacht en stapeling op treinwagons; 4. Transport met treintje naar tunnelboormachine (TBM), keren en neerleggen van de segmenten op stutten van de 1 e volgwagon; 5. Transport van de segmenten met de TBM vacuümkraan en neerleggen segmenthouder. Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel EVALUATIERAPPORT 5
7 2.3 Fase-U: tijdens het inbouwen In deze fase kunnen de segmenten beschadigd raken tijdens het inbouwen. 6. Transport met segmenthouder onder de erector en aanbrengen van in ring; 7. Vasthouden van segment aan aanliggende segmentstenen; 8. Zetten van vijzeldrukken op segment; 9. Inschuiven sluitsteen; 10. Aanbrengen vijzelkrachten op segmenten tijdens voortgang van de tunnelboormachine (TBM) en uitdrukken van de segmenten in grond. 2.4 Fase-lil: nà het inbouwen Na het inbouwen kunnen de ringen beschadigen ten gevolge van grond-, grout- en waterdrukken. De meest kritische situatie ontstaat wanneer de ring uit het schild wordt gedrukt. Als ring x de laatst ingebouwde ring is voor de eerstvolgende boorgang, dan is ring x-2 de meest kritische ring. Dit is namelijk de eerste ring die volledig wordt belast door grond-, grout- en waterdrukken. 2.5 Monitoringplan Voor de implementatiefase van de pilot is een uitgebreid monitoringplan opgesteld met als tweeledig doel. Het primaire doel van het monitoringplan is het inbouwproces van staalvezelbetonnen segmenten in de tweede buis van de Tweede Heinenoordtunnel beheerst te laten geschieden. Hiertoe is een plaatsingsscenario gedefinieerd en zijn de ringen in een stabiele grondlaag (zo homogeen mogelijke zandlaag) gesitueerd. Op basis van een risicomatrix, die vanuit een theoretische benadering is opgesteld, maar ook op een praktische casu quo realistische wijze is beschouwd, zijn er kwantitatieve criteria opgesteld aan de hand waarvan getoetst kan worden of het inbouwproces beheerst wordt uitgevoerd en of het verantwoord is om door te gaan met het inbouwen van de staalvezelbetonnen ringen. Kortom, in het monitoringplan zijn er antwoorden geformuleerd op de volgende vragen. welke ongewenste gebeurtenissen kunnen zich voordoen? wat zijn de kansen van het optreden van een ongewenste gebeurtenis? wat zijn de gevolgen wanneer een ongewenste gebeurtenis optreedt? hoe kunnen de ongewenste gebeurtenissen, kansen en gevolgen worden geminimaliseerd en beheerst? Tenslotte zijn in het monitoringplan interventieniveau's geformuleerd, op grond waarvan men in had kunnen grijpen tijdens de implementatiefase, met als extreem geval het stopzetten van het inbouwproces van staalvezelbetonnen ringen. Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel EV ALU ATIERAPPORT 6
8 Het secundaire doel van het monitoringplan was een objectieve vergelijking te kunnen maken tussen de staalvezelbetonnen en de traditioneel gewapende betonnen segmenten door middel van een duidelijk omschreven meetprogramma. Hierdoor kan een evaluatie van de praktische ervaringen en een terugkoppeling met de theorie worden bewerkstelligd om uiteindelijk uitspraken te kunnen doen met betrekking tot de geschiktheid van het materiaal voor toepassing in boortunnels. Voor alle duidelijkheid: de staalvezelbetonnen segmenten waren niet geïnstrumenteerd. Metingen zijn visueel en met de hand uitgevoerd. Een speciaal voor dit pilotproject geformeerde team bestaande uit medewerkers van de Bouwdienst RWS, TU Delft en de aannemerscombinatie TCH (Tunnelcombinatie Heinenoord) was belast met het uitvoeren van metingen en het begeleiden van het inbouwproces van de staalvezelbetonnen ringen. 3. Waarnemingen Zowel vóór, tijdens als nà het inbouwen van de staalvezelbetonnen ringen zijn de volgende aspecten gemonitoord: o Scheurvorming; f) Vochtplekken / Betonschaden. 3.1 Scheurvorming In het proefproject van 15 staalvezelbetonnen ringen en in 10 traditioneel gewapende ringen daarvoor en daarachter is tijdens het inbouwen van de segmenten en tijdens de verschillende boorgangen een aantal malen scheurvorming waargenomen. Deze scheurvorming werd geconstateerd bij segmenten die aan de onderzijde van de tunnelboormachine (TBM) werden geplaatst, d.w.z. achter vijzelparen 6, 7, 8 en/of 9. Vanwege de grotere water- en korreldrukken aan de voet van de TBM, die onder een stijgende helling moest boren, waren de vijzeldrukken hier dan ook groter dan bovenin de ring. Bepaalde scheuren waren volgens onderzoek ook verwacht. In het afstudeeronderzoek van de heer B. Kückelkorn (TU Delft, december 1997) wordt aangetoond dat met name de kopsplijtspanningen tussen de vijzelschoenen in (zie figuur 1) tot scheurvorming kunnen leiden. Doordat er echter sprake is van een opgelegde vervorming werd verwacht dat na scheurvorming een herverdeling van spanningen zou optreden, waardoor de scheurwijdten beperkt zouden blijven. Dit bleek ook te gebeuren in de praktijk. Nadat de ringen echter buiten de TBM waren gedrukt, werden de scheuren dichtgedrukt te zijn door de normaaldrukkracht in de ring als gevolg van de grond-, grout- en waterdrukken. De scheuren waren hierdoor nauwelijks meer zichtbaar. De volgende waargenomen scheurvormingsprocessen zijn te onderscheiden: langsscheuren t.g.v. kopsplijtspanningen; langsscheuren t.g.v. primaire splijtspanningen onder de middelste vijzelschoen. Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel EVALUA TIERAPPORT 7
9 ±36oo i boutpockets primaire splijtspanningen 0 0 ~ I I --.-l Figuur 1: Splijtspanningen in segment t.g.v. vijzeldrukken tijdens inbouwen en tijdens boorgang lld i I 350 I! Ten gevolge van de kopsplijtspanningen ontstonden er in de onderste segmenten doorgaande scheuren in ongeveer de helft van de staalvezelbetonnen ringen (zie figuur 2). Ook bij de traditioneel gewapend beton ringen werd deze scheurvorming waargenomen. Scheurwijdten bij de staalvezelbeton segmenten bleven echter beperkt tot 0,3 mm, terwijl bij traditioneel gewapende segmenten scheurwijdten tot 0,8 mm gemeten zijn. In één staalvezelbetonnen segment en in een aantal traditioneel gewapende segmenten groeide een dergelijke scheur echter door (zie figuur 3). Dit is mogelijk het gevolg van een relatief groot verschil in voegopenstand over de langsvoeg en een ongelijkmatige ondersteuning van het segment door de laatst ingebouwde ring. Uit de verrichtte metingen is ook duidelijk gebleken dat voegopenstanden aan de boorfrontzijde, dus aan de zijde waar de vijzels zich afzetten, groter zijn dan aan de zijde van de voorgaande ring (het tulpeffect). Wanneer het segment vervolgens niet gelijkmatig ondersteund wordt door de vorige ring zal een buigend moment ontstaan in het 'vlak' van het segment. Omdat in de langsvoeg aan boorfrontzijde vaak nog voldoende ruimte aanwezig is om te kunnen vervormen, is geen verdere scheurgroei mogelijk. 200 '---. kopsplijtscheuren.~ i \ kopsplijtscheuren boutpockets bou~ckets Figuur 2: Scheurvorming ter plaatse van de boutpockets als gevolg van kopsplijtspanningen ~. Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel EVALUATIERAPPORT 8
10 - / boutpockets :1:3600 o o I ' 200 i 160i 1 -- : ' I i ---r I I i ~I Figuur 3: Scheurgroei als gevolg van kopsplijtspanning en buiging door voegopenstand en ongelijkmatige ondersteuning Het tweede scheurvormingsproces werd waargenomen achter de middelste vijzelschoen. Hier ontstond meestal één en soms twee splijtscheuren die tot aan de tweede conusgat (centerpocket) doorgroeide (zie figuur 4). De gemeten scheurwijdten na inbouwen bleven hier eveneens beperkt: w max < 0,2 mmo 200 ~ primaire splijtscheur ~ boutpockets 9 ~ boulpockets o ~; -1 Figuur 4: Scheurgroei als gevolg van splijtspanningen achter middelste vijzelschoen.160: >---' i 350, r---- Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel EVALUATIERAPPORT 9
11 3.2 Vochtplekken I Lekkages Bij de staalvezelbetonnen segmenten zijn in tegenstelling tot de traditioneel gewapende beton segmenten vooral vochtplekken waargenomen bij de conusgaten. Bij een tweede inspectie van de geïnventariseerde vochtplekken t.p.v. de conusgaten (na 5 dagen) was het merendeel van de vochtplekken nog aanwezig. Ook kwamen vochtplekken voor bij enkele boutpockets, ringvoegen en ter plaatse van een sluitsteen. Dit was echter niet significant meer dan bij de traditioneel gewapend betonnen segmenten. In bijna alle"vochtplekgevallen" was er slechts sprake van 'zweten'. Slechts eenmaal was er een lek te constateren. Hierbij stroomde een straaltje vanaf de sluitsteen langs de ring omlaag (zie figuur 5). Naar alle waarschijnlijkheid functioneerde het afdichtingsrubber t.p.v. de sluitsteen hier niet goed en is deze lekkage niet te wijten aan het toepassen van staalvezelbeton. De zogenaamde zweetplekken bij de boutpockets (figuur 6) zijn mogelijk het gevolg van doorgaande scheuren die ontstaan zijn t.g.v. kopsplijtspanningen tussen de vijzelschoenen. De 'lekkages' bij de conusgaten zijn daarentegen moeilijker te verklaren. Een beschadiging van of nabij de conusgaten zou veroorzaakt kunnen worden door de erector. Een andere mogelijkheid is dat er scheurvorming is opgetreden aan de buitenzijde van het segment. Verder kan ook het fabricageproces van invloed zijn geweest op de betonkwaliteit en permeabiliteit ter plaatse. Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel EVALUA TIERAPPORT 10
12 Figuur 5: Lekkage bijs/ljitsteen Figuur 6: Voch(plekbij conusgat 3.3 Betonschaden Slechts bij één staalvezelbetonnen segment uit ringnummer 411 is hoekschade geconstateerd op het tasveld bij de tunnel. Deze schade nabij het afdichtingsprofiel is (naar alle waarschijnlijkheid) ontstaan bij uitladen vanaf de vrachtwagen. Daarnaast is ook in de tunnel één hoekschade geconstateerd dat naar alle waarschijnlijkheid is ontstaan als gevolg van het afzetten van de vijzel op het uiteinde van het segment (zie figuur 7). Deze schade bevond zich echter niet in de buurt van het afdichtingsprofiel, maar aan de binnenzijde van de lining hoekschade ~~, -I,fJ~' '. ~.." I. ~ ti boutpockets boutpockets./ 0. 0' ~i Figuur 7: Hoekschade als gevolg van afzetten van vijzels i ~~21 / afdichtingsprofiel i' 350 _.I ~_._--- Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel EVALUATIERAPPORT 11
13 4. Evaluatie 4.1 Implementatiefase Aan het stortoppervlak van de staalvezelbetonnen segmenten steken enkele vezels uit tot maximaal 1 mmo Om te voorkomen dat deze puntjes de rubberen staartafdichting beschadigen zijn de staalvezelbetonnen segmenten voorzien van een epoxy-coating aan de buitenzijde (= het stortoppervlak). De scheuren, die zijn waargenomen in de staalvezelbetonnen segmenten, zijn herkenbaar en treden op dezelfde plaatsen op als bij de traditioneel gewapende segmenten. Optredende scheurwijdten zijn in de meeste gevallen echter kleiner in staalvezelbeton. Zij bleven dan ook beperkt tot een maximaal gemeten waarde van 0,3 mmo Nadat de ring uit de boormachine is gedrukt en de volle belasting van grond en grout dus op de Iining werkt, worden de scheuren echter weer dichtgedrukt. Overigens ontstaan bijna alle scheuren op het moment dat de vijzels worden afgezet op de segmenten tijdens inbouw van de ring of tijdens de eerste boorgang naarmate de vijzeldruk toeneemt. Na de tweede inspectieronde van het traject van de vijftien staalvezelbetonnen ringen en van het monitoringtraject van traditioneel gewapende beton ringen bleek dat vochtplekken bij de conusgaten niet optreedt in het traject met traditioneel gewapende beton ringen. Daarentegen zijn in het traject met staalvezelbeton wel vochtplekken t.p.v. conusgaten te vinden. De spiraalwapening ter plaatse van de conusgaten in de traditioneel gewapende segmenten lijkt geen overbodige luxe te zijn. In het traject van de traditioneel gewapende ringen is driemaal een betonschade ontdekt in een segment naast de sluitsteen. Hierbij bleken schollen te zijn afgesprongen en/of excessieve scheurvorming te zijn opgetreden. De traditionele wapening werd zodoende blootgesteld aan zuurstof en vocht. Om corrosie tegen te gaan is reparatie hier dus noodzakelijk. In de staalvezelbetonnen ringen is dit schadetype niet waargenomen. Dit is mogelijk het gevolg van het feit dat dit detail in geval van staalvezelbeton sterker is dan bij de traditioneel gewapende segmenten. De hoeveelheid vochtplekken, die is geconstateerd ter plaatse van de ringvoegen, is in het geval van staalvezelbeton groter dan voor de traditioneel gewapende ringen. Dit is moeilijk te verklaren omdat de buitenzijde van de Iining niet geïnspecteerd kan worden. Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel EVALUATIERAPPORT 12
14 4.2 Beheersaspecten Het prospect van het pilotproject is op 8 mei 1996 opgesteld en geaccordeerd. De planning zag er als volgt uit: Start: 19 juni 1996 (projectopdracht); Einde: 31 juli 1997 (overdracht definitieve beslisrapporten C.q. de ontwerpnota's). Het project is, voor wat betreft de uitwerking, in drie stappen verdeeld: Stap 1 VOORONDERZOEK Start: september 1996 einde december 1996 Te leveren product: Geleverd product: Geraamde kosten: Werkelijke kosten: State of the art report State of the art report (TU Delft, nr ) ,- incl. btw ,- incl. btw Stap 2 HOOFDONDERZOEK Start: januari 1997 Einde: juli 1997 Werkelijke einde: september 1997 (uitloop 2 maanden) Fasen: Globaalontwerpnota, TU Delft Stortproef van een segment bij de SSS Laboratorium/experimenteel onderzoek aan de TU Delft Experimenteel onderzoek aan de TNO Bouw (proef afschuifgedrag van de staalvezelbetonnen nokken) Concept definitief ontwerpnota, TU Delft Second opinion door Adviesbureau ir. J.G. Hageman BV. op het concept definitief ontwerpnota Het definitief ontwerpnota, TU Delft Te leveren producten: Definitief ontwerpnota inclusief resultaten experimenteel onderzoek Geleverde producten Definitief Ontwerp, TU Delft. Rapportnummer Laboratoriumonderzoek, TU Delft. Rapportnummer Opmerking: In deze rapporten zijn de resultaten van de SSS- en de TNO proef alsmede opmerkingen van Bureau Hageman verwerkt. Geraamde kosten van het totale "Deel Hoofdonderzoek" was gepland op ,- incl. btw. Hierbij waren go / no go beslispunten opgenomen, zijnde: Fase A: Globaal ontwerp Fase B: Experimenteel/ Laboratorium onderzoek Fase C: Definitief ontwerp Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel EVALUATIERAPPORT 13
15 Bij de opstelling van de kostenraming voor het "Deel Hoofdonderzoek" is slechts rekening gehouden met kosten gemoeid aan de TU Delft. Deze kosten waren in totaal f , + f ,- (resp. voor de fasen A, Ben C) = f ,- inclusief btw. Lopende het project zijn de volgende (onvoorziene) kosten bij het "Deel Hoofdonderzoek" bijgekomen: Stortproef bij de SSS Afschuifproef nokken bij de TNO-Bouw Second opinion Buro Hageman Totaal 7.088,-; ,-; 8.225,-; ,- incl. btw. Dit leverde een totale kostenpost hoofdonderzoek van: f ,- incl. btw. De definitieve rapporten werden aan de opdrachtgever (de heer F.J. Wermer) in september 1997 overhandigd, waarmee het hoofdonderzoek feitelijk werd afgerond. Stap 3 IMPLEMENTATIE Op basis van het eindadvies is het implementatietraject ingegaan. In november (week 47) 1997 zijn 16 ringen (dat zijn 112 segmenten en 16 sluitstukken c.q. sluitstenen) in staalvezelbeton geproduceerd. Bij de bespreking inzake het implementatietraject aan de hand van de definitieve rapporten in september 1997 (om tot productie van de segmenten over te gaan) werd besloten een onderzoek te laten uitvoeren naar de vezeloriëntatie/-verdeling. Parallel aan de initiatie van dit aanvullend onderzoek zijn in november ringen in staalvezelbeton bij de Schokindustrie Strukton Segmenten v.o.f. (SSS) geproduceerd. Het aanvullend vezeloriëntatieonderzoek werd door de TU Delft uitgevoerd in de periode december 1997tot en met maart De kosten aan dit onderzoek bedroeg: f ,- incl. btw. en was ook onvoorzien. In het implementatietraject zijn er diverse correspondenties verricht met de verzekeringsmaatschappij. Ook zijn er aanvullende besprekingen gevoerd met externe deskundigen. Desalniettemin besloot de verzekeringsmaatschappij deze pilot niet te verzekeren. De resultaten van de 2 e meetring (in het kader van K100 en COB meetprogramma) bleken echter significante verschillen te vertonen dan was voorspeld. Hierdoor werd het wenselijk geacht om de TU Delft te vragen een controleberekening op de staalvezelbetonnen segmenten uit te voeren met als uitgangspunt de snedekrachten voortkomend uit de 2 e meetring. Deze opdracht is door de TU Delft in mei 1998 uitgevoerd en de bevindingen in een notitie vastgelegd. De kosten van deze opdracht bedroeg f.3.610,- incl. btw. en was feitelijk eveneens onvoorzien Het resultaat gaf alsnog geen aanleiding om van implementatie af te zien. Op basis van de resultaten van het totale onderzoek is door de Bouwdienst RWS uiteindelijk besloten de implementatie van deze pilot door te voeren en dus zelf de mogelijke risico's te dragen. Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel EVALUATIERAPPORT 14
16 De beslissing heeft ertoe geleid dat op 11, 17 en 18 juni 1998 de implementatie op basis van een monitoring plan heeft plaatsgevonden en dus de 16 staalvezelbetonnen ringen in de tweede buis van de Tweede Heinenoordtunnel zijn ingebouwd. In het onderstaand tabel is een overzicht weergegeven van de uiteindelijke kosten aan deze pilot ten behoeve van inkoop extern. FASEN Plan Realisatie VOORONDERZOEK f ,-* f ,- HOOFDONDERZOEK & IMPLEMENTATIE f ,- f ,- TOTAAL ft I.119,- f ,- *) bedragen inclusief BTW {.} ).000~,,= Tabel 2: Extern (gemaakte) kostenoverzicht De geplande en gerealiseerde interne capaciteit voor deze pilot is in het onderstaand tabel weergegeven. Het tabel geldt voor de periode 20 juni 1996 tot en met 21 september FASEN Plan Realisatie VOORONDERZOEK 200 uren 109 uren HOOFDONDERZOEK & IMPLEMENTATIE 600 uren 646 uren TOTAAL 800 uren 755 uren Tabel 3: Interne capaciteitsoverzicht 5. Gebruiksfase Hoewel er feitelijk geen aanleiding voor is, is er voorziening getroffen om ook in de gebruiksfase (in de toekomst), indien gewenst, de mogelijkheid te hebben de staalvezelbetonnen ringen te kunnen monitoren. In ringnummer 462 is in de bekleding een afneembaar "luik" (zogenaamd inspectie-opening) aangebracht. Hierdoor is het mogelijk om deze staalvezelbetonnen ring te inspecteren. De afmeting van deze inspectie-opening/kast is 0,76 x O,76m2 (hoogte x breedte); hart van deze kast bevindt zich op 1,28 m boven wegdek. De deur is afsluitbaar en de sleutel wordt bewaard in de technische ruimte. Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel EVALUATIERAPPORT 15
17 6. Conclusies en Aanbevelingen 6.1 Conclusies Op grond van de resultaten van dit pilotproject (vooronderzoek, hoofdonderzoek & implementatie) kan worden gesteld dat de proef met staalvezelbeton als toepassing in tunnelsegmenten voor de Tweede Heinenoordtunnel zondermeer is geslaagd. Betonschaden zijn nauwelijks opgetreden. Met name het detail bij de sluitsteen lijkt minder gevoelig voor schaden dan in geval van traditioneel gewapend betonnen segmenten. Vochtplekken en lekkages ter plaatse van de conusgaten treden echter regelmatig op, in tegenstelling tot de traditioneel gewapende ringen, waar in het monitoringtraject geen vochtplekken waarneembaar zijn. Daarnaast is ook het aantal vochtplekken ter plaatse van de ringvoegen groter dan bij de traditioneel gewapende ringen. Op grond van de beheersaspect "kosten extern" kan worden geconcludeerd dat er een overschrijding van ca. s» % heeft plaatsgevonden t.o.v. de geplande kosten. Deze kostenoverschrijding is vooral te verklaren aan het karakter van dit project (innovatieproject), waardoor alle denkbare risico's in feite tot een minimum moest worden beperkt met als gevolg extra kosten. Ook gaandeweg het project bleek bepaalde aspecten binnen het project nader aandacht te verdienen, welke tijdens het schrijven c.q, opstellen van het projectplan niet waren voorzien. De geplande capaciteit viel binnen de gangbare marges. 6.2 Aanbevelingen In het onderzoek is geen aandacht besteed aan de optimalisatie van het staalvezelbetonmengsel. Het verdient aanbeveling om een mengseloptimalisatie voor verdere toepassing alsnog uit te voeren. Ook aan het stortoppervlak dient nader aandacht besteed te worden, zodat de extra bewerking (in casu het aanbrengen van een epoxy-laag) achterwege kan blijven. Het ontwerp van de geplaatste staalvezelbetonnen segmenten is gedicteerd door het traditioneel gewapende segmentontwerp van de Tweede Heinenoordtunnel. Er dient te worden onderzocht in hoeverre aanpassing van de details, zoals de conus- en boutgaten, het ontwerp voor staalvezelbetonnen segmenten kan verbeteren, zodat deze zwakkere doorsneden van het segment in de uitvoering niet meer leiden tot vochtplekken. Tenslotte dient het aspect brandwerendheid nader onderzocht te worden alvorens staalvezelbeton in snelverkeerstunnels of spoorwegtunnels kan worden toegepast. Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel EVALUATIERAPPORT 16
18 7. Relevante documenten/notities behorend bij dit pilotproject. 1. Staalvezelbeton in de linings van boortunnels, een state-of-the-art. Rapportnummer , december 1996 (TU DelftlBouwdienst RWS). 2. Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoord Tunnel, het concept ontwerp. Rapportnummer , mei 1997 (TU Delft). 3. Pilotproject SVBTHT. Experimenteel onderzoek naar het afschuifgedrag van ringvoegdeuvels van staalvezelbeton. TNO-rapport 97-CON-R 1336, oktober Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoord Tunnel, laboratoriumonderzoek en definitief ontwerp. Rapportnummer , juli 1997 (TU Delft). 5. Tweede Heinenoordtunnel Second opinion toepassing staalvezelbeton. Notitie Adviesbureau ir. J.G. Hageman BV., 28 juli Eindadvies voor de implementatie van het pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoord Tunnel. M.H. Djorai, Zoetermeer, 3 september Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoord Tunnel, het laboratoriumonderzoek. Rapportnummer , juli 1997 (TU DelftlBouwdienst RWS). 8. Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoord Tunnel, het definitief ontwerp. Rapportnummer , juli 1997 (TU Delft/Bouwdienst RWS). 9. Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoord Tunnel, voorkeursoriëntatie vezels t.g.v. productieproces. Rapportnummer , maart 1998 (TU Delft/Bouwdienst RWS). 10. Beantwoording van de brief d.d. 11 december 1997 met als kenmerk betreffende Toepassing staalvezelversterkte betonringen, behandeld door meneer/mevrouw L. Eekhof van de verzekeringsmaatschappij. Svb-tht7.24, Zoetermeer, 26 januari Toepassing van staalvezelbetonnen segmenten in de Tweede Heinenoordtunnel. MEMO ir. M.H. Djorai, Zoetermeer, 25 maart Notitie: Controle van staalvezelbetonnen segmenten THT op snedekrachten uit de 2 e meetring. Ir. A.G. Kooiman, TU Delft, 28 mei Kostenvergelijking tussen staalvezels en traditionele wapening. Kopie Hoofdstuk 7 van het afstudeeronderzoek aan de TU Delft van dhr. M. Krullaars getiteld: Staalvezelbeton voor prefab tunnelelementen. BSW-R-97-28, Utrecht 30 oktober Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel EVALUATIERAPPORT 17
Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel
Ministerie van Verkeer en \/\laterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterst.aat. Bouwdlenst Rijkswaterstaat Pilotproject Staalvezelbeton in de Tweede Heinenoordtunnel (SVB-THT) Ir. Boyke M.H. Djorai Zoetermeer
Nadere informatieNotitie Dossier 8915
Notitie 02 03 2016 Dossier 8915 Brandschade bergingen Tichelberg Noord te Zoetermeer Verslag inspecties d.d. 21 en 26 januari 2016 tijdens verwijderen dakbedekking 1 Inleiding Op 31 december 2014 heeft
Nadere informatieVraag 1 Herinnert u zich uw antwoorden op de eerdere vragen over de veiligheid van de A4-tunnel Midden-Delfland? 1
Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000
Nadere informatieOnderzoek betonkwaliteit silo s Zeeburgereiland
Silo s Zeeburgereiland te Amsterdam Onderzoek betonkwaliteit silo s Zeeburgereiland code: V0891 Silo s Zeeburgereiland te Amsterdam Onderzoek betonkwaliteit silo s Zeeburgereiland 11 december 2008 datum:
Nadere informatieVoor een volledig overzicht van de uitspraken van mijn ambtsvoorganger verwijs ik naar bijlage 1.
a 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070
Nadere informatiePagina's : 6 Tabellen : 1 Figuren : 11 Bijlagen : -
05-CVB-R0321 ORIENTEREND ONDERZOEK NAAR HET GEDRAG BIJ BRAND VAN EEN HOUTEN VLOER-PLAFONDCONSTRUC- TIE MET EEN PLAFOND VAN LEEM OP RIET 22 december 2005 WTJB/GTTB Opdrachtgever: Leembouw Nederland Van
Nadere informatieVerwerkingsvoorschriften breedplaatvloeren
Verwerkingsvoorschriften breedplaatvloeren Montagejukafstanden De combinatie van plaatdikte, plaatwapening, vloerdikte en tralieliggers in een breedplaatelement bepalen de montagejukafstand ofwel de afstand
Nadere informatiePlaatsingsaanwijzingen voor infiltratievoorzieningen
1. Transport en opslag. De Rigofill blokken worden per 4 stuks (de halfblokken per 8 stuks) verpakt. De pakketten worden met een heftruck, kraan of een ander hefwerktuig opgepakt. Daarbij zijn de onderste
Nadere informatieHoofdgroep Onderwerp Aspect Methode Frequentie Registratie P1 Mengselsamenstelling NEN 7126 art. 4.2 en NEN-EN 206 art. 4 en 6
Beton blad 1 van 6 P1 Mengselsamenstelling NEN 7126 art. 4.2 en NEN-EN 206 art. 4 en 6 Verificatie Bij elk nieuw mengsel P2 Besluit bodemkwaliteit BRL 5070 BRL 5070 Bij elk nieuw mengsel en bij mengselwijziging
Nadere informatiePresentatie Boortunnel
Presentatie Boortunnel Horvat & Partners Onafhankelijke auditors en adviseurs op het gebied van civiele techniek, milieu & veiligheid en infrastructuur Willemsplein 489 3016 DR Rotterdam Postbus 4177 3006
Nadere informatie- 2 aansluitingen (op b.v. ontvangpunten en andere bouwdelen), lasnaden, handwerk of aanzetten waar geen bitumineus membraan is aangebracht dient onde
- 1 Wijzigingsblad AS 6700 d.d. 18-02-2016 vastgesteld door het Accreditatiecollege Bodembescherming Wijziging nummer 1 Van toepassing op: Protocol 6701, versie 2.0 van 19 februari 2015 Datum vaststelling
Nadere informatieRijkswaterstaat GPO. Lekkage in tunnels. Techniek & Ervaringen. Ing. Leo 22 feb 2018
Rijkswaterstaat GPO Lekkage in tunnels Techniek & Ervaringen Ing. Leo Leeuw @ 22 feb 2018 Lekkage in tunnels Lekkage in tunnels II Deel I Projecten 2001-2008 Deel II Projecten 2009-2017 2 In het voorwoord
Nadere informatie5 PRODUCTEN 5.3 SYSTEEMVLOEREN
PRODUCTEN.3 SYSTEEMVLOEREN RIBBENVLOER Een ribbenvloer is een vrijdragende systeemvloer van geprefabriceerde vloerelementen die in de lengterichting (overspanningsrichting) van ribben zijn voorzien. Ook
Nadere informatieIndicatieve bepaling brandwerendheid tegel PL2/40 gemonteerd op een spouw met steenwol tegen een staalplaat.
Indicatieve bepaling brandwerendheid tegel PL2/40 gemonteerd op een spouw met steenwol tegen een staalplaat. Bepaling van het temperatuurverloop in de constructie bij verhitting volgens de koolwaterstofkromme.
Nadere informatieHoofdgroep Onderwerp Aspect Methode Frequentie Registratie P1 Mengselsamenstelling NEN-EN 206 art. 4 en 6 en NEN 7126 art. 4.2
Beton blad 1 van 5 P1 Mengselsamenstelling NEN-EN 206 art. 4 en 6 en NEN 7126 art. 4.2 Verificatie Bij elk nieuw mengsel P2 Besluit bodemkwaliteit BRL 5070 BRL 5070 Bij elk nieuw mengsel en bij mengselwijziging
Nadere informatieProRail. HSL Tunnel Rotterdam Noordrand. Rapportage inspectie betonkwaliteit
ProRail HSL Tunnel Rotterdam Noordrand Rapportage inspectie betonkwaliteit ProRail HSL Tunnel Rotterdam Noordrand Rapportage inspectie betonkwaliteit referentie projectcode status RIS430-8/pouc/017 RIS430-8
Nadere informatieHerontwikkeling Zoeterwoudsesingel 34, Leiden Notitie fundering herstel
Pieters Bouwtechniek Martinus Nijhofflaan 2 2624 ES Delft 015-2190300 Postbus 1047 2600 BA Delft info@pbt-delft.nl www.pietersbouwtechniek.nl Herontwikkeling Notitie fundering herstel Opdrachtgever: Architect:
Nadere informatieBouwdienst Rijkswaterstaat. Doorkiesnummer Bijlage(n) Uw kenmerk
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Bouwdienst Rijkswaterstaat Aan HeB t.a.v. Dhr. P.P. Numan Postbus 605 3195 ZG Rotterdam Contactpersoon A.J.c. van Aart Datum 08-10-98
Nadere informatieBeproevingen casco. Leren van het SVB-proefproject (1) thema
thema 1 Leren van het SVB-proefproject (1) Beproevingen casco Behalve in bedrijfsvloeren wordt staalvezelbeton (SVB) in Nederland nog niet of nauwelijks toegepast. Dat komt door het gevestigde idee dat
Nadere informatieBUtgb Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw Lid van UEAtc en van EOTA
BUtgb Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw Lid van UEAtc en van EOTA Technische goedkeuring Sector burgerlijke bouwkunde Goedkeuringsleidraad nr. G0011 BESCHERMING VAN DE WAPENING IN
Nadere informatieTracé Boortunnel lange variant
DHV B.V. 3.5 Tracé Boortunnel lange variant 3.5.1 Beschrijving Vanaf de A13 gaat het Tracé Boortunnel lange variant (BTL) omlaag om de A4, alle aansluitingen van knooppunt Ypenburg en de Laan van Hoornwijck
Nadere informatieMateriaalontwikkeling
Parallelsessie 3 Materiaalontwikkeling Materiaalontwikkeling Staalvezels in betonwegen Geoptimaliseerd uitgeborsteld beton Sessievoorzitter: Dick Hordijk, Bureau Hageman Materiaalontwikkeling Staalvezels
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 200 20 29 296 Tunnelveiligheid Nr. 24 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,
Nadere informatieAmbities in hybride beton
Ambities in hybride beton Motto Innovatie is en blijft onze voornaamste drijfveer ir. Erwin ten Brincke RC adviseur 2 Introductie Multidisciplinair adviesbureau voor de gebouwde omgeving 250 medewerkers
Nadere informatieIndicatieve bepaling brandwerendheid tegel PL2/40+A gemonteerd op een spouw met steenwol tegen een staalplaat met verstijvingen.
Indicatieve bepaling brandwerendheid tegel PL2/40+A gemonteerd op een spouw met steenwol tegen een staalplaat met verstijvingen. Bepaling van het temperatuurverloop in de constructie bij verhitting volgens
Nadere informatieMeetrapport meetring Botlekspoortunnel
2-CON-DYN-R-214 Meetrapport meetring Botlekspoortunnel TNO Bouw Contactpersoon Lange Kleiweg 5, Rijswijk Postbus 49 26 AA Delft Telefoon 15 284 2 Fax 15 284 39 9 Datum 18 december 2 Auteur(s) Ir. D.J.
Nadere informatieMemo. Berend Feddes. Simon Duivenvoorde april 2005
Memo Dienst Beheer Infrastructuur afdeling Technisch Specialistisch Onderhoud Aan Berend Feddes Van Telefoonnummer Datum Simon Duivenvoorde 0182-62 22 82 21 april 2005 Betreft Korte notitie met aandachtspunten
Nadere informatieWijzigingsblad BRL 9205
Wijzigingsblad BRL 9205 Duikerelementen van gewapend beton 14 maart 2014 Vaststelling, aanvaarding en bindend verklaring Vastgesteld door College van Deskundigen Constructief Beton d.d. [dd maand jjjj]
Nadere informatieBouwen in Beton BOUBIBdc1. Scheurvorming in beton Docent: M.Roos
Bouwen in Beton BOUBIBdc1 Scheurvorming in beton Docent: M.Roos Scheurvorming Toetsing scheurwijdte Stromingschema scheurwijdte Scheurvorming Op buiging belaste gewapende betonelementen scheuren onder
Nadere informatieVoorbeeld project SILVAE
Voorbeeld project SILVAE Algemene aannemer en projectontwikkelaar van residentiële projecten (95%), top en subtop segment. 50 % algemene aanneming 50 % projectontwikkeling grond + bouw Omzet : 25 MIO 75
Nadere informatiebedding met stijfheid > 0
grondbelasting. De snelheid waarmee de belasting verandert is evenredig met de snelheid waarmee de stijfheid van de grout verandert. Er is gekozen voor een snelle verharding van de grout. Dat houdt in
Nadere informatieJ. Bienefelt Aan: Projectgroep RWS Bramen Datum: 21 maart 2017 Cc: -
Van: J. Bienefelt Aan: Projectgroep RWS Bramen Datum: 21 maart 2017 Cc: - Onze referentie 2017-Efectis-M000564 Onderwerp: Testresultaten RWS Bramen brandproef 5 1. ALGEMEEN Deze memo geeft beknopt de ruwe
Nadere informatieRekenregels vvuhsb; een voorzet
23 Juni 2011 Ir. P.C. van Hennik Ing. P.P.F. van Rijen Rekenregels vvuhsb; een voorzet Inhoudsopgave CAE Nederland B.V. Introductie Praktijk voorbeelden Het materiaal (samenstelling & eigenschappen) Rekenen:
Nadere informatie7.3 Grenstoestand met betrekking tot de dragende functie 7.3.1 Kanaalplaatvloeren Buiging
Tabel 4 Brandwerendheidseisen met betrekking tot bezwijken (zie Bouwbesluit tabellen V) bouwconstructie brandwerendheidseis (min.) bouwconstructie waarvan bet bezwijken l~idt tot bet onbruikbaar worden
Nadere informatieVergelijking Q-last en puntlasten op magazijnvloeren. Puntlasten op vloeren vaak onderschat. Puntlasten op vloer vaak onderschat
Vergelijking Q-last en puntlasten op magazijnvloeren Puntlasten op vloeren vaak onderschat 48 8 17 1 Niels Punt, Lex van der Meer ABT bv Nieuwe kleding, nieuwe laptop, nieuwe fiets? Het wordt steeds gewoner
Nadere informatieevit model klaar in jpg formaat. Maak dit bestand van te voren klein in windows picture-manager door afbeelding bewerken /comprimer
21; evit model klaar in jpg formaat. Maak dit bestand van te voren klein in windows picture-manager door afbeelding bewerken /comprimer nager een foto op formaat ca 21 x 24 dmv bewerken/snijden ng in knoppenbalk
Nadere informatieAan de bewoners van de P.J. Troelstralaan 87 t/m 107 te Zaandam
II II II 2015/218861 II II II N gemeente Zaanstad Realisatie nformatie Infornr CD E Aan de bewoners van de P.J. Troelstralaan 87 t/m 107 te Zaandam DATUM ONS KENMERK BIJLAGE(N) DOORKIESNUMMER ONDERWERP
Nadere informatieVerzekering Polis nr. Naam inspecteur: Vochtmeting: Testen met water: Rookproef: Herstel :
Factuur adres Object adres Naam: Vve Croesestraat 76 Naam : Adres: Croesestraat 76 straat : Postcode: 3522 AH Postcode: Plaats: Utrecht plaats Titel: heer Titel: Contactpersoon: Griffioen Contactpersoon:
Nadere informatieattest-met-productcertificaat Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 5
KOMO attest-met-productcertificaat Nummer K24174/02 Vervangt K24174/01 Uitgegeven 2006-09-01 d.d. 2004-01-01 Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 5 Betonwarenindustrie Dautzenberg B.V. VERKLARING VAN KIWA
Nadere informatieProjectvoorstellen maken
Projectvoorstellen maken 1. Kader 1.1. Gebruiksaanwijzing 1.2. Wat zijn de eisen aan een projectvoorstel? 2. Inleiding 2.1 Signalering 2.2 Vooronderzoek 2.3 Probleemsituatie 3. Doelstellingen en randvoorwaarden
Nadere informatieImpact van schade; omgaan met verkregen informatie
Impact van schade; omgaan met verkregen informatie Prof.dr.ir. Dick Hordijk Adviesbureau ir. J.G. Hageman B.V. en TU-Delft Aanleiding COBc-dag 2012: Presentatie Winkelcentrum t Loon (Peeters) Onderzoek
Nadere informatieRijnlandRoute. Informatiebijeenkomst Vlietweg 6 juni 2018
RijnlandRoute Informatiebijeenkomst Vlietweg 6 juni 2018 Programma 19.30u Opening Govert van Hooff 19.35u Werkzaamheden startzone Hugo Jacobs 19.50u Boorproces Thomas Schubert 20.05u Monitoring Hans Mortier
Nadere informatieRAPPORT. Scheurvorming en doorbuiging in gewapend beton bij toepassing van geribd staal
RAPPORT COMMISSIE VOOR UITVOERING VAN RESEARCH INGESTELD DOOR DE B ETON VER EN IGING Scheurvorming en doorbuiging in gewapend beton bij toepassing van geribd staal SCHEURVORMING EN DOORBUIGING IN GEWAPEND
Nadere informatieEvaluatie Tweede Heinenoordtunnel
Evaluatie Tweede Heinenoordtunnel Technische, juridische en contractuele aspecten bij de bouw van de eerste geboorde tunnel in Nederland, 1996-1999 Rijkswaterstaat directie Zuid-Holland Bouwdienst Rijkswaterstaat
Nadere informatieOverschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2007
Datum Overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2007 2 van 11 1. Probleemstelling Ingevolge artikel 8.22 van de Wet luchtvaart schrijft de Inspecteur-Generaal Verkeer en Waterstaat (hierna:
Nadere informatieReductiemaatregelen versie 2. Plan van Aanpak CO2- Reductiemaatregelen uit ketenanalyses
Plan van Aanpak CO2- Reductiemaatregelen uit ketenanalyses Naam Paraaf Datum Opgesteld M. Adriaans 13-9-2012 Gecontroleerd A.F. Verhallen 13-9-2012 Datum: 28-8-2011 Reductiemaatregelen Ketenanalyses Ippel
Nadere informatieeindrapport Optimalisatie van de geextrudeerde boortunne/: de binnenbekisting SAMENVATTING
Optimalisatie van de geextrudeerde boortunne/: de binnenbekisting eindrapport SAMENVATTING Wanneer men kijkt naar de kostenopbouw van een geboorde tunnel, die gebouwd wordt volgens de gebruikelijke segmenten-methode,
Nadere informatieSchoorsteentechniek Brummen BV Dhr. E. Kurble Postbus AA BRUMMEN
TNO-rapport 22-CVB-R5576 Bepaling van de brandveiligheid van het STB dubbelwandig schoorsteensysteem met omkokering van Schoorsteentechniek Brummen B.V. toegepast als rookgasafvoersysteem van stooktoestellen
Nadere informatieDakelementen (TT) in voorgespannen beton. Willy Naessens 75
Dakelementen (TT) in voorgespannen beton Willy Naessens 75 Algemene beschrijving Waarom TT-dakelementen kiezen De TT-dakelementen in voorgespannen beton worden gevormd door 3 ribben met een tussenafstand
Nadere informatieBouwen met kennis 'CUR BOUW &INFRA. Staalvezelbeton
Bouwen met kennis 'CUR BOUW &INFRA Staalvezelbeton inventarisatie van regelgeving Bouwen met kennis 'CUR BOUW & INFRA Staalvezelbeton inventarisatie van regelgeving Publicatie 246-2012 Auteursrechten Alle
Nadere informatieTNO-rapport WATERSTOFDIFFUSIE IN EEN CONSTRUCTIEDETAIL VAN STAAL VOORZIEN VAN EEN ZINKLAAG
IT 00 * * FI _ NO 4 5 ilzm 1 W. - j r* * * * * * Ri.:istaaI Pctu' 20.)(iO 3'2 LA U'çhi TNO-rapport 99M1-00809ISCAJVIS WATERSTOFDIFFUSIE IN EEN CONSTRUCTIEDETAIL VAN STAAL VOORZIEN VAN EEN ZINKLAAG TNO
Nadere informatieInvloed van afstandhouders op het chloride indringingsprofiel.
Studies & Development Toegepast Cement- en Betononderzoek Invloed van afstandhouders op het chloride indringingsprofiel. Onderzoek uitgevoerd voor: naam: Stoter Beton adres: postcode: telefoon: Projectnummer
Nadere informatieDirectie Zeeland. Doorkiesnummer 0118-686480. Bijlage(n). Uw kenmerk
» Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat -Generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland 1 2 NOV 1999 Aan het hoofd van de hoofdafdeling Waterhuishouding en Waterkeringen van Directoraat-Generaal
Nadere informatieBesteksomschrijving Voton HSP. volgens Stabu- en RAW-systematiek. Voton HSP is een product van Voorbij Funderingstechniek
Besteksomschrijving Voton HSP volgens Stabu- en RAW-systematiek Voton HSP heeft een eigen website : www.voton-hsp.nl Stelt u prijs op nader contact, informatie of een Cd rom over het HSP systeem, dan kunt
Nadere informatieLiefkenshoekspoorverbinding Versterkingsplaat Kanaaldok
Liefkenshoekspoorverbinding Versterkingsplaat Kanaaldok Ir. Alex Vandemeulebroecke Projectdirecteur Locobouw Innovatieforum BBG 2010 Voorwoord Liefkenshoekspoorverbinding: DBFM-contract Locorail: Opdrachtnemer
Nadere informatieNek en Pilaar. Figuur 12. Tabel 1
Nek en Pilaar In figuur 12 resp. 13 wordt de vorm en afmeting van de nek resp. pilaar gegeven. Deze worden gemaakt uit drie lagen hout, twee van 12mm dik en de middelste is 18mm dik, welke stevig met elkaar
Nadere informatieGelderland-Zuid Nijnnegen. reg.nr.: BM/JJ^} procesverantw.:^^ 2 2 AUG 2013. clnr.;'>.iii'.: afycuaan: Onderwerp Bestemmingspian Stadsbrug -1 -
Nijnnegen reg.nr.: BM/JJ^} procesverantw.:^^ Gemeente Afdeling Stadsontwikkeling T.a.v. dhr. MuntjeweriT PB9105 6500 HG NIJMEGEN clnr.;'>.iii'.: afycuaan: )MEN 2 2 AUG 2013 NIJME:GEN Prof. Bellefroidstraat
Nadere informatieSterkteberekeningen van transportleidingen zijn er in principe in drie categoriën:
A COMPANY OF Notitie Aan : Prof.ir. A.C.W.M. Vrouwenvelder Van : ir J. Busser Datum : 2 mei 2007 Kopie : Ir. B. Derkzen; ir J. Bierling Onze referentie : N35204.20/N/501301/Rott1 HASKONING NEDERLAND B.V.
Nadere informatieGemeente Borne. Externe Veiligheid Gemeentelijke Verbindingsweg Borne
Gemeente Borne Externe Veiligheid Gemeentelijke Verbindingsweg Borne Gemeente Borne Externe veiligheid Gemeentelijke Verbindingsweg Borne referentie projectcode status RIS717-1-P definitief projectleider
Nadere informatiePostbus CB Rijswijk Lange Kleiweg GH Rijswijk
Postbus 1090-2280 CB Rijswijk Lange Kleiweg 5-2288 GH Rijswijk 088 3473 723 nederland@efectis.com Verzamelrapport - brandwerendheid in de zin van NEN 6069:2011 van doorvoeringen met RPI-J Schuimband Rapportnummer
Nadere informatieRekenkamercommissie Oostzaan
Rekenkamercommissie Oostzaan Jaarplan 2015 Missie Rekenkamercommissie De rekenkamer heeft de ambitie om door middel van haar onderzoeken een positieve bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het bestuur
Nadere informatieConstructieve analyse bestaande vloeren laag 1/2/3 (inclusief globale indicatie van benodigde voorzieningen)
Pieters Bouwtechniek Haarlem B.V. Dr. Schaep manstraat 284 2032 GS Haarlem Postbus 4906 2003 EX Haarlem Tel.: 023-5431999 Fax: 023-5316448 Email: pbt.haarlem@pieters.net Internet: www.pietersbouwtechniek.nl
Nadere informatieINSTITUUT TNO VOOR BOUWMATERIALEN EN BOUWCONSTRUCTIES TOEGEPAST-NATUURWETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
* T 'W RAPPORT BETREFFENDE HET GEDRAG BIJ EENZIJDIGE VERHITTING VAN 3 LICHTGEWICHT BETONPLATEN VOORZIEN AAN DE ONDERZIJDE VAN EEN LAAG STEENWOL EN EEN LAAG PYROK MET STREKMETAAL. KA' ' ' F Sk l. lwe Rapportnuinmer
Nadere informatieSpanningen in de bouwfase en de gebruiksfase van boortunnels. Voorwoord
Voorwoord Dit rapport is het eindresultaat van mijn afstudeerproject aan de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen van de TU Delft. Dit rapport is geschreven in opdracht van de Projectorganisatie
Nadere informatieBA-richtlijn 3.1 Versie januari 2007
Techniek BA-richtlijn 3.1 Metalen bevestigingsmiddelen voor het afhangen van verlaagde plafonds in beton, cellenbeton en andere steenachtige materialen Metalen bevestigingsmiddelen voor het afhangen van
Nadere informatieVan vlechten tot monteren wapening
Betondag Van vlechten tot monteren wapening R.Sagel Traditionele verwerking: knippen Traditionele verwerking: Buigen Traditionele verwerking: Vlechten De wapening moet met elkaar worden verbonden middels:
Nadere informatieTNO Bouw en Ondergrond. Parkeergarage Bos en Lommerplein Amsterdam veldonderzoek. TNO-rapport 2006-D-R0167
TNO Bouw en Ondergrond TNO-rapport 2006-D-R0167 Parkeergarage Bos en Lommerplein Amsterdam veldonderzoek Civiele Infrastructuur Van Mourik Broekmanweg 6 Postbus 49 2600 AA Delft www.tno.nl T 0152763000
Nadere informatieRaadsvoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. 000184414Zaaknummer OOPOVL02. Onderwerp Kredietaanvraag geluidschermen A59 versie 7 december 2010
000184414Zaaknummer OOPOVL02 Onderwerp Kredietaanvraag geluidschermen A59 versie 7 december 2010 Raadsvoorstel Inleiding In dit voorstel wordt u gevraagd een aanvullend krediet van 17.726.000,-- beschikbaar
Nadere informatieSamenvatting SAMENVATTING INLEIDING Vit literatuuronderzoek is gebleken dat bij boortunnelprojecten gebruik wordt gemaakt van verschillende ringsystemen. In het ene project worden veel verschillende ringtypes
Nadere informatieQuakeShield Modellering constructief gedrag bij belasting in het vlak 17 November 2017
QuakeShield Modellering constructief gedrag bij belasting in het vlak 17 November 2017 Advisering op het gebied van constructies voor gebouwen en civiele werken QuakeShield Systeem Het QuakeShield Systeem
Nadere informatieAANLEVERCONDITIES INSERTS, SACHETS en FLOWPACKS
1 (5) AANLEVERCONDITIES INSERTS, SACHETS en FLOWPACKS Administratieve begeleiding LET OP, BELANGRIJK!!! >>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>> Aangeleverde goederen/europallets moeten zijn voorzien van palletlabels
Nadere informatieHoofdgroep Onderwerp Aspect Methode Frequentie Registratie P1 Mengselsamenstelling NEN-EN 206 art. 4 en 6 en NEN 7035 art. 4.2
Beton blad 1 van 7 P1 Mengselsamenstelling NEN-EN 206 art. 4 en 6 en NEN 7035 art. 4.2 Verificatie Bij elk nieuw mengsel P2 Besluit bodemkwaliteit BRL 5070 BRL 5070 Bij elk nieuw mengsel en bij mengselwijziging
Nadere informatieBrandweer Haarlemmermeer T.a.v. dhr. G. van Ommeren Postbus 41 2130 AA HOOFDDORP 2130AA41. Geachte heer Van Ommeren,
Retouradres: Postbus 49, 2600 AA Delft Brandweer Haarlemmermeer T.a.v. dhr. G. van Ommeren Postbus 41 2130 AA HOOFDDORP 2130AA41 Centrum voor Brandveiligheid Van Mourik Broekmanweg 6 Postbus 49 2600 AA
Nadere informatieGoirle, Vennerode. Onderzoek externe veiligheid. Auteur(s) drs. M. de Jonge. Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus 70 5120 AB Rijen
Goirle, Vennerode Onderzoek externe veiligheid projectnr. 183803 revisie 02 31 maart 2009 Auteur(s) drs. M. de Jonge Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus 70 5120 AB Rijen datum vrijgave beschrijving
Nadere informatieBETONSTAAL GERIBDE en GEDEUKTE STAVEN GERIBDE en GEDEUKTE DRAAD met hoge ductiliteit
OCBS Vereniging zonder winstoogmerk Keizerinlaan 66 B 1000 BRUSSEL www.ocab-ocbs.com TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN PTV 302 Herz. 7 2015/6 PTV 302/7 2015 BETONSTAAL GERIBDE en GEDEUKTE STAVEN GERIBDE en GEDEUKTE
Nadere informatieHet rapport is geschreven in opdracht van het projectbureau Noordelijk Holland van de Hogesnelheidslijn-Zuid (HSL-Zuid).
Voorwoord Dit rapport maakt deel uit van mijn afstudeerwerk bij de sectie Betonconstructies aan de Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen (Citg) van de TU Delft. Dit rapport is als voorstudie de
Nadere informatieMemo. Inhoudsopgave. Onderwerp: Deksloof damwand gemaal Kamperveen. Engbert van der Weide. Datum: Documentnummer: IJD
Memo Onderwerp: Deksloof damwand gemaal Kamperveen Aan: Opsteller: Engbert van der Weide Pieter Schoutens Datum: 18-10-2016 Documentnummer: IJD-013265 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Uitgangspunten...
Nadere informatieKANAALPLAATVLOER PRODUCTEN 3 SYSTEEMVLOEREN
5 5 PRODUCTEN 3 SYSTEEMVLOEREN KANAALPLAATVLOER Een kanaalplaatvloer is een vrijdragende systeemvloer met een rechthoekige doorsnede, die van holle kanalen is voorzien. De vloer wordt soms ook wel holle
Nadere informatieSimon Vereeke Ruud Bosters Paul Geernaert Ernst Jonker Leden Pb
Revisietoetsing Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland Polder/bestek Ser-Lippens- en Nieuw Othenepolder dp 0084 15 dp 0094 85 bestek ZL-5109 Aan Simon
Nadere informatiereg.nr.: /5-, 900e/5-.69 procesverantw.: o - 9 MAART 2015 Gerv,n class.nr.: afgedaan:
BRANDWEER 4,) Gelderland-Zuid Gemeente Nijmegen Afdeling Stadsontwikkeling T.a.v. dhr. Doove PB 9105 6500 HG NIJMEGEN reg.nr.: /5-, 900e/5-.69 procesverantw.: o - 9 MAART 2015 Gerv,n class.nr.: afgedaan:
Nadere informatieNotitie hoofdconstructeur
INGENIEURSBUREAU A. PALTE B.V. VALKENBURG AAN DE GEUL DOCUMENT: 420077-RAP-002 PAGINANUMMER 1. Notitie hoofdconstructeur De hoofdconstructeur van het gebouw heeft in een notitie opgesteld bij het rapport.
Nadere informatiesterkte en stijfheid van kolommen bij wisselbelasting
sterkte en stijfheid van kolommen bij wisselbelasting kolommen met rechthoekige doorsnede STICHTING C O M M I S S I E VOOR U I T V O E R I N G V A N R E S E A R C H INGESTELD DOOR DE BETO N VE R EN I Gl
Nadere informatieNummer K/ Vervangt K/ Uitgegeven d.d. Geldig tot Pagina 1 van 5. Kelderwanden van staalvezelbeton
KOMO attest Nummer K/ Vervangt K/ Uitgegeven 2016- d.d. Geldig tot 2021- Pagina 1 van 5 Naam VERKLARING VAN CI Dit attest is op basis van BRL 2353 "" d.d. 2011-01-31, inclusief wijzigingsblad d.d. 2016-03-16
Nadere informatieOnderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek
Raadsvergadering, 22 april 2008 Voorstel aan de Raad Nr: 228 Agendapunt: 6 Datum: 9 april 2008 Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek Onderdeel raadsprogramma:
Nadere informatieNieuwsbrief Looiershof 14 juni 2017 Voortgang Project Looiershof
Nieuwsbrief Looiershof 14 juni 2017 Voortgang Project Looiershof Beste mensen, Veel verschillende activiteiten vinden momenteel parallel aan elkaar plaats. In de afgelopen weken zijn de groutankers geboord.
Nadere informatieOfferte / Gemeente Breda / Versie 2.0
Gemeente Breda t.a.v. mevrouw J de Bruijn Postbus 90156 4800 RH BREDA Breda, 9 juli 2007 Betreft : Referentie: Offerte ontwerpfase websites GemeenteBreda002 Geachte mevrouw De Bruijn, Met plezier sturen
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 mei 2019
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk 2019Z08843
Nadere informatieFunderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast. Varianten funderingsherstel: - Plaat- en balkfundaties - Kelderbouw - Schuimbeton
Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast Varianten funderingsherstel: - Plaat- en balkfundaties - Kelderbouw - Schuimbeton Funderingsherstel bij woningen en andere gebouwen is niet
Nadere informatieKlantprofilering. Objectieve meting voortgang en resultaten trajecten
Klantprofilering Objectieve meting voortgang en resultaten trajecten Concept projectvoorstel, versie 0.4 26 oktober2004 Documenthistorie Versie/Status Datum Wijzigingen Auteur 0.1 16/06/2004 B.G. Langedijk
Nadere informatieNieuw gewapende grondsysteem snel gemonteerd bij Schipholviaduct
1 Nieuw gewapende grondsysteem snel gemonteerd bij Schipholviaduct Met medewerking van: H.M. Zeiderveld, Projectleider Van der Made Betonbouw BV, Zevenbergen en ing. M. van den Berg, Directeur Terre Armée
Nadere informatieTECHNISCHE SPECIFICATIE TONSTENEN
Bijlage dd 01-12-2015 TECHNISCHE SPECIFICATIE TONSTENEN Rijkswaterstaat Ondersteuning Operaties Afd. Markeren Postbus 556 3000 AN Rotterdam RWS 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 GROEP 0 ALGEMEEN 4 003 Kwaliteitsbewaking
Nadere informatieKamervraag/vragen van de leden Ulenbelt en Van Huijm
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33
Nadere informatieFunderingen. Willy Naessens 7
Funderingen Willy Naessens 7 1. Funderingen op staal of volle grond Inleiding Aanzet van funderingen op draagkrachtige grond op geringe diepte. Hier kan men een onderscheid maken tussen prefab funderingen
Nadere informatieRevisiehistorie Revisie Datum Status Wijzigingen
Revisiehistorie Revisie Datum Status Wijzigingen 1.0 05 02 2016 TER GOEDKEURING Eerste uitgave INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 1 1.1 Doel van dit document... 1 1.2 Objectbeschrijving... 1 1.3 Gerelateerde
Nadere informatieDe wanden die verticaal vervoerd worden kunnen zonder hulp middelen worden opgehesen aan de speciaal ingestorte hijsvoorziening.
Holle wanden Montage handleiding 1.1 Transport De wanden kunnen op 2 manieren vervoerd worden afhankelijk van de grote van de wanden. a) horizontaal op een platte wagen, elementen boven op elkaar. b) Verticaal
Nadere informatieRonde owb-vloer met staalvezels
Ontwerp bouwput voor diepste parkeergarage van Nederland Ronde owb-vloer met staalvezels De parkeergarage Lammermarkt, aan de rand van het centrum in Leiden, is de diepste garage van Nederland. Het realiseren
Nadere informatieIII 1111 Ons kenmerk: 2015/229563
111111111111111111 III 1111 Ons kenmerk: 2015/229563 Aan de bewoners van de Jan van Goyenkade 1 t/m 8, 78 en 7C, Paul Cézannestraat 31 en 33, Paulus Potterhof 18 t/m 21, Saenredamstraat 50 t/m 53 gemeente
Nadere informatieOntwerp & uitvoering start- en ontvangstschachten BTC strikt vertrouwelijk Samenvatting Sinds enkele jaren worden in Nederland grate diameter tunnels geboord, deze worden uitgevoerd als spoor- of verkeerstunnel.
Nadere informatieStudiedag Beton in het ondergronds
Studiedag Beton in het ondergronds bouwen De aandacht voor ondergronds bouwen neemt toe. Enerzijds omdat het ruimtegebrek in ons land zich steeds meer doet gelden, anderzijds omdat het behoud van landschap
Nadere informatie