Kenniscentrum InfoMil Begrippenlijst
|
|
- Nora Mertens
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Kenniscentrum InfoMil Begrippenlijst 30 december 2016
2 Inhoudsopgave Begrippenlijst Metingen voor herleiding 13 Aanbrengen van een lijmlaag (activiteit 16) 13 Aardgasequivalenten 13 Absorptievloeistof 14 Absorptievloeistof 14 Accreditatie 14 Accreditatie 14 Accreditatie 14 Accreditatie 15 Accreditatie meetinstantie 15 Accreditatie meetinstantie 15 Accreditatie meetinstantie 15 Accreditatie meetinstantie 15 Accreditatie meetinstantie 15 Accreditatie meetinstantie 16 Accreditatie meetinstantie 16 Accreditatie/geaccrediteerde meetinstantie 16 Afdwingen erkende maatregel 16 Afgas 16 Afzonderlijke meting 16 Alleen AST 16 Alternatieve methoden 17 Alternatieve methoden 17 Alternatieve methoden 17 Analysegrens 17 Andere drukactiviteiten: rotatiediepdruk en/of flexografie, rotatiezeefdruk en lamineer- of lakeenheden (activiteit 3) 17 Artikel 1.10 (derde lid) van het Activiteitenbesluit. 18 Artikel 1.10 (derde lid) van het Activiteitenbesluit. 18 Artikel 1.10 (eerste lid) van het Acitiviteitenbesluit. 18 Artikel 1.10 (tweede lid) van het Activiteitenbesluit. 18 AST Functionele testen 18 AST Herleiding 18 AST Parallelmetingen 19 AST Rapportage/ frequentie 19 Autoschadeherstel 19 B Strategie gasvormige componenten 19 B Strategie stofvormige componenten 19 B Traversemeting aantal meetpunten 19 B Traversemeting gasvormige componenten 20 Bandlakken (activiteit 7) 20 basisbestand 21 Basislast 21 BBT-conclusies 21
3 Bedrijfsomstandigheden 21 Bedrijfsomstandigheden 21 Bedrijfsomstandigheden 22 Bedrijfsomstandigheden 22 Bedrijfsomstandigheden 22 Bedrijfsomstandigheden 22 Bedrijfsomstandigheden 22 Bedrijfsomstandigheden 22 Bedrijfsomstandigheden 22 Bedrijfsomstandigheden 23 Bedrijfsomstandigheden 23 Bedrijfsonderdeel 23 Beheersplan 23 Beide uitspraken 23 Bemonstering diffuse en oppervlaktebron 23 Bemonstering puntbron 23 Bepaling in droog rookgas 23 Bepaling in droog rookgas 24 Bepaling in droog rookgas 24 Bepaling in droog rookgas 24 Bepaling in droog rookgas 24 Bepaling in nat rookgas 24 Bepaling in nat rookgas 24 Bepaling in nat rookgas 25 Bepaling in nat rookgas 25 Bewerking van rubber (activiteit 18) 25 Bewerkingseenheid 25 Bij een minimaal jaarlijks elektriciteitsverbruik van kwh of m3 verbruik aan aardgasequivalenten aan brandstoffen in het bedrijf. 25 Bijstellen vermenigvuldigingsfactoren door bevoegd gezag (Regime 1) 25 Bioaccumulerend 26 Biomassa 26 Blanco monsters 26 Blanco monsters 26 Bor 26 BREF 26 Bron 26 Bruto vloeroppervlak 26 C Aantal deelmetingen 27 C Accreditatie meetinstantie 27 C Afspraken rapportage 27 C Bedrijfsomstandigheden 27 C Meetdoel 27 C Meetlocatie 27 C Meetmethode 27 C Monsternamestrategie 27 C Te meten componenten en referentieparameters 27
4 C Tijdstip en duur metingen 27 C Carcinogene stof 28 CARII 28 Categorie 28 C-factor 28 Chemisch reinigen (activiteit 11) 28 Coating 28 Coating en overspuiten van voertuigen (activiteit 6) 28 Coating van hout (activiteit 10) 29 Coating van leer (activiteit 13) 30 Coating van voertuigen > 15 ton 30 Coating van wikkeldraad (activiteit 9) 31 Condensatiesysteem 31 Continue metingen 31 Controle opstelling 31 Controlefrequentie 32 Controleplan 32 Controleregime 32 Controleverplichtingen 32 Controlevorm 32 Converter 32 Converter 32 Daggemiddelde concentratie 32 De huidige planperiode is , gevolgd door de perioden en Debiet 32 Debietmeting 32 Deel van de norm 33 Detectielimiet 33 Detectielimiet 33 Diffuse bron 33 Dubbel uitvoeren van een emissiebeperkende techniek 33 EED, Verklaring grotere ondernemingen 33 Emissie 33 Emissiegrenswaarde 33 Energiebesparing en Winst is via te raadplegen. 33 Energiedrager 34 Energiefunctie 34 Equivalent 34 ERP's (emissierelevante parameters) 34 ETS-ondernemingen, verklaring 34 EU-GHS-verordening 34 Extractie van plantaardige oliën en dierlijke vetten en raffinage van plantaardige oliën (activiteit 19) 34 Extractieve CEMS 34 Extreem risicovolle stof 34
5 Fabricage van schoeisel (activiteit 14) 35 FID-brandstof en verbrandingslucht 35 FID-brandstof en verbrandingslucht 35 Filtermateriaal 35 Filtermateriaal 35 Filtermateriaal en adsorbentia 35 Gasmeter 35 Gasmeter 36 Gasmeter 36 Gasmeter 36 Gasmeter 36 Gasmeter - kalibratie 36 GCN-kaart 36 Gebouwgebonden maatregelen 36 Graaddagen 37 Grensmassastroom 37 grenswaarde 37 Handreikingen bij keuze reductieprogramma of emissiegrenswaarden 37 Heatsetrotatie (activiteit 1) 37 Herleiding voor vracht 38 Het betreft een energie-efficiëntieverbetering van 30% in de periode van Het streven is dat deze 30 % wordt verdeeld over 20 % binnen het bedrijf en 10 % buiten het bedrijf. 38 I1: Ingezet VOS 38 I2: VOS intern hergebruikt 38 IBM-projecten 39 Illustratiediepdruk (activiteit 2) 39 Impingers en slangen 39 Impingers en slangen 39 Impregneren van hout (activiteit 12) 39 In plaats van 39 In situ CEMS 40 Inerte goederen 40 Informatie over maatregelenlijsten 40 Inkt 40 Inspectie 40 In-stack filter 40 Installaties 40 invoerbestand 40 invoergegevens 40 Inzicht VOS-verbruik 40 ISL2 41 Isokinetische bemonstering 41 Isokinetische bemonstering 41 jurisdictie 41 Kalibreren 41 Kankerverwekkende stof of mengsel 41
6 Kleefstof 41 Kosteneffectiviteit 42 Lak 42 Lamineren van hout en kunststof (activiteit 15) 42 Lekdichtheid 42 Lekdichtheid 42 Lekdichtheid monsternamesysteem 42 Lekdichtheid monsternamesysteem 42 Lekdichtheid monsternamesysteem 42 Lekdichtheid monsternamesysteem 43 Lekdichtheid monsternamesysteem 43 Lekdichtheid monsternamesysteem 43 Lekdichtheid monsternamesysteem 43 Lekdichtheid monsternamesysteem 43 Lekdichtheid monsternamesysteem 43 Lekdichtheid monsternamesysteem 43 Lekdichtheid monsternamesysteem 43 Lekdichtheid monsternamesysteem 43 Lekdichtheid monsternamesysteem 43 Lekdichtheid toegangsopening 44 Lekdichtheid toegangsopening 44 Lekdichtheid toegangsopening 44 Lekdichtheid toegangsopening 44 Lekdichtheid toegangsopening 44 Lekdichtheid toegangsopening 44 Lekdichtheid toegangsopening 44 Lekdichtheid toegangsopening 45 Lekdichtheid toegangsopening 45 Lekdichtheid toegangsopening 45 Lekdichtheid toegangsopening 45 Lineariteitscontrole 45 Lineariteitscontrole 45 looptijd 45 Luchtverontreiniging 46 Massastroom 46 Maximaal toelaatbaar risico 46 Meetbereik 46 Meetbereik 46 Meetbereik 46 Meetbereik 46 Meetbereik 46 Meetbereik 46 Meetmethode 46 Meetonzekerheid 47 Meetplaats 47 Meetvlak 47
7 Meetvlak 47 Metingen voor herleiding 47 Metingen voor herleiding 48 Metingen voor herleiding 48 Metingen voor herleiding 48 Metingen voor herleiding 48 Metingen voor herleiding 48 Metingen voor herleiding 48 Metingen voor herleiding 48 Metingen voor herleiding 48 Metingen voor herleiding 49 Metingen voor herleiding 49 Metingen voor herleiding 49 Metingen voor herleiding - zuurstof 49 Minimalisatieverplichting 49 Modulair uitvoeren emissiebeperkende techniek 49 Molmassa of dichtheid van het rookgas 49 Monitoringstool 50 Monsterconditionering 50 Monsterconditionering 50 Monsterflessen 51 Monsterflessen 51 Monstername 51 Monstername 51 Monstername 51 Monstername 52 Monstername 52 Monstername 52 Monstername 52 Monstername 53 Monstername 53 Monstername 53 Monstername 53 Monstername 53 Monstername 54 Monstername voorverdunning 54 Monsternamepunten 55 Monsternamepunten 55 Monsternamesonde 56 Monsternamesonde 56 Monsternamesonde 56 Monsternamesonde 56 Monsternamesonde 57 Monsternamesonde 57 Monsternamesonde 57 Monsternamesonde en filter 57
8 Monsternamesonde en filter verwarming 57 Monsternamesonde en filter- uitvoering 57 Monsternamesysteem 57 Monsternamesysteem 57 Monsternamesysteem - lekdichtheid 58 Monsternamesysteem - uitvoering 58 Monsternamesysteem - uitvoering 58 Monsternamesysteem - uitvoering 58 Monsternamesysteem - uitvoering 58 Monsternamesysteem - verwarming 58 Monsternamesysteem - verwarming 58 Monsternamesysteem filter/condensatiemethode verwarming en koeling 59 Monsternamesysteem gekoelde- sonde-methode 59 Monsternamesysteem verdunningsmethode - verdunning en koeling 59 Monsters - bewaren 59 Monsters - bewaren 59 Mutageen 59 NEN NEN-EN-ISO NIBM-projecten 59 Niet kunnen voldoen aan emissiegrenswaarden activiteit 19 (Regime 4) 59 Niet kunnen voldoen aan emissiegrenswaarden activiteit 8 (Regime 2) 60 Niet kunnen voldoen aan grenswaarde diffuse emissie (Regime 2) 60 Niet-aangewezen oppervlaktewateren 60 Nominaal vermogen 60 Normaal kubieke meter 60 NSL 60 Nullast 60 O5: VOS verwijderd uit afgas 60 O6: VOS in afval 61 O7: VOS in product 61 O8: VOS hergebruikt buiten de activiteit 61 Odour unit 61 Ongereinigde massastroom 61 Op grond van artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit. 61 Oppervlaktereiniging met R-stoffen (activiteit 4) 62 Organisch oplosmiddel 62 Overbrenging absorptievloeistof in monsterfles 62 Overige coatingprocessen (activiteit 8) 62 Overige oppervlaktereiniging (activiteit 5) 63 overschrijdingsdagen 63 overschrijdingsuren 63 Overzicht maatregelen behandeling halfconcentraten 64 Overzicht maatregelen procesbaden 64 Overzicht maatregelen spoelen en reinigen 65 Overzicht maatregelen uitsleepvermindering 66
9 Overzicht zuiveringstechnieken 67 Parts per million 71 PBT-stoffen 72 Periodieke controles 72 Periodieke controles 72 Periodieke controles 72 Periodieke controles 72 Persistent 73 Pitotbuis 73 Prestatiekenmerken 73 Prestatiekenmerken 73 Prestatiekenmerken 73 Prestatiekenmerken 73 Prestatiekenmerken 74 Prestatiekenmerken 74 Proceseenheid 74 Procesemissies 74 Processen 74 programmagebied 74 Puntbron 74 QAL en AST 74 QAL1 Herleiding 74 QAL1 Monstername 75 QAL1 Prestatiekenmerken 75 QAL1 QAL3-criteria 75 QAL1 Rapportage/bronnen/bedrijfsomstandigheden 75 QAL1 Responstijd 76 QAL1 Toetsing 76 QAL2 Functionele testen 76 QAL2 Gelijktijdigheid 76 QAL2 Herhaling QAL 2 76 QAL2 Kalibratiebereik 77 QAL2 Kalibratiefunctie 77 QAL2 Meetinstantie 77 QAL2 Monstername 77 QAL2 Parallelmetingen 77 QAL2 Rapportage/ frequentie 77 QAL2 Standaard referentiemethode 78 QAL2 Variabiliteitstoets 78 QAL3 Controlekaarten 78 QAL3 Kalibratiebereik 78 QAL3 Periodieke controles 78 Quenching 79 Quenching chemoluminescentie 79 Rapportage 79 Rbl
10 REACH-verordening 80 Referentie zuurstofpercentage 80 Referentiegrootheden 80 Registratie gegevens 80 rekenhart 80 rekenpunt 80 Rekentool 80 Reprotoxisch 80 Respirabel stof 81 Rookgas 81 Rookgas 81 Rookgas 81 Rookgas 81 Rookgas 81 Rookgas 81 Rookgas 81 Rookgas 81 Rookgas 81 Rookgas 81 Rookgas 82 Rookgas 82 Rookgas 82 Rookgas 82 Rookgas 82 Rookgas 82 Rookgas 82 R-stoffenregeling 82 RWZI 83 Saneringstool 83 Schoorsteen 83 significante wijziging 83 Snelwegbijdrage 83 Spiken 83 Spoelen 83 Spoelen impingers 83 Spoelen monsternameapparatuur 84 Spoelen monsternameapparatuur 84 Spoelen monsternameapparatuur 84 SRM-1 84 SRM-2 84 Standaard brandstof 84 Standaardcondities 85 Standaardvolume 85 Stofcategorie 85 Stofklasse 85 Stofvormige emissie 85
11 Stookinstallatie 85 Storingen 85 Storingsemissie 85 Storingsfactor 86 Stowa 86 STOWA, stichting rioned 86 TEQ: toxische equivalentiefactor 86 Thermisch vermogen 86 Toelichting afgaseis (Regime 2) 86 Toelichting alternatief reductieprogramma 86 Toelichting diffuse emissie (Regime 2) 87 Toelichting Regime 1 87 Toelichting terugverdientijd 88 Toelichting totale emissie 88 Toelichting verbuik 88 toetspunt 89 Tonto 89 Toxisch 89 Type stookinstallaties 89 Vast object 89 Vaste objecten 89 Verbruiker 89 Verontreinigende stoffen 90 Vervaardigen van coatingmengsels, lak, inkt en kleefstoffen (activiteit 17) 90 Vervaardigen van geneesmiddelen (activiteit 20) 90 Verwaarloosbaar risiconiveau 90 Vluchtige organische stof (VOS) 90 Vluchtige organische stoffen 90 Voeding 90 voor lozing op oppervlakte 91 Voorzieningen 91 Wasflessen absorptievloeistof 91 Wasflessen frit 91 Waterwetvergunning 91 Weging 91 Weging 91 Welke VOS meerekenen 91 Werkzaamheden en handelingen 92 Wettelijke grondslag is de Wet milieubeheer. 92 Wettelijke grondslag is de Woningwet. 92 Wm 92 Zeer zorgwekkende stof 92 zeezoutcorrectie 92 Zero and span check 92 Zero and span check 92 Zero and span check 93
12 Zie artikel 1.4, eerste lid, van het Activiteitenbesluit 93 Zie artikel 16.1 (tweede lid) van de Wet milieubeheer. 93 Zie artikel 2.1 of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 93 Zie artikel 5.12 van het Besluit omgevingsrecht (juncto artikel 16.5 van de Wet milieubeheer). 93 Zie artikel 5.12 van het Bouwbesluit. 93 Zie artikel 8.41a (eerste lid) van de Wet milieubeheer. 93 Zie artikel 8.41a (tweede lid) van de Wet milieubeheer. 93 Zie artikel artikel 2.1 van het Activiteitenbesluit. 93 Zie rapport Energie in vergunningverlening en handhaving d.d. 14 juni 2010 van de VROM-inspectie 94 Zuurstofpercentage 94 Colofon 95
13 Begrippenlijst 12. Metingen voor herleiding Wanneer de CxHy-concentratie moet worden gerapporteerd in droog rookgas en bij een bepaald standaard zuurstofgehalte, moeten het actuele vochtgehalte en de actuele zuurstofconcentratie tegelijk met de CxHy-meting worden bepaald in de nabijheid van het meetvlak. De gemeten CxHy-concentraties moeten hiermee worden herleid. Aanbrengen van een lijmlaag (activiteit 16) Richtlijn Industriële Emissies, bijlage VII deel 1: Aanbrengen van lijmlagen Activiteiten waarbij een kleefstof op een oppervlak wordt aangebracht, met uitzondering van het aanbrengen van lijmlagen en lamineren samenhangend met drukprocessen. De activiteiten omvatten ook de reiniging van procesapparatuur, maar niet de reiniging van de werkstukken. Aardgasequivalenten Een aardgasequivalent (a.e.) drukt een standaard hoeveelheid energie uit per type brandstof (zoals huisbrandolie, stookolie, steenkool, benzine diesel) Daardoor is het mogelijk om verschillende brandstoffen te vergelijken. Aardgasequivalenten vergeleken met diverse brandstoffen Brandstof Aardgasequivalent (m3) m3 a.e. = Stadsverwarming 1 GJ = 31,6 m3 800 GJ Huisbrandolie 1 liter = 1,20 m3(1) liter Stookolie 1 liter = 1,30 m3(1) liter Steenkool 1 kg = 0,93 m3(1) 27 ton Vloeibaar propaan 1 liter = 0,73 m liter LPG 1 liter = 0,95 m liter Diesel 1 liter = 1,13 m liter Begrippenlijst Kenniscentrum InfoMil 13
14 Benzine 1 liter = 1,04 m liter Droog hout 1 kg = 0,48 m3(1) 52 ton Absorptievloeistof Toepassing van verouderde absorptievloeistof in de impingers kan leiden tot doorslag van metalen en dus tot een onderschatting van de metaalconcentraties. De verdunde waterstofperoxide/salpeterzuuroplossing moet daarom, zo mogelijk, op de dag van gebruik worden klaargemaakt. Absorptievloeistof Toepassing van verouderde absorptievloeistof in de impingers kan leiden tot doorslag van kwik en dus tot een onderschatting van de kwikconcentratie. Er kan worden gekozen tussen een kaliumdichromaat/ salpeterzuuroplossing of een kaliumpermanganaat/zwavelzuuroplossing. Deze mogen tot maximaal 1 week na aanmaak worden gebruikt. De laatstgenoemde absorptievloeistof moet in het donker worden bewaard om de vorming van bruinsteen zoveel mogelijk te beperken. Accreditatie In een aantal gevallen wordt in wet- en regelgeving gesteld dat een meetinstantie moet zijn geaccrediteerd op basis van NEN-EN-ISO/IEC of óf deze normen aantoonbaar moet toepassen. De normen bevatten de eisen waaraan een meetinstantie moet voldoen als zij wil aantonen dat ze volgens een kwaliteitssysteem werkt, technisch competent is en in staat is technisch valide resultaten te leveren. Accreditatie vindt in Nederland plaats door de Raad voor Accreditatie (RvA). Accreditatie door vergelijkbare buitenlandse instellingen wordt ook erkend. Overigens hoort bij accreditatie een zogenaamde scope waarin staat voor welk type metingen de accreditatie geldig is. Certificatie is niet hetzelfde als accreditatie; gecertificeerde meetinstanties zullen zelf nog moeten aantonen dat zij NEN-EN-ISO/IEC of naar behoren toepassen. Accreditatie In een aantal gevallen wordt in wet- en regelgeving gesteld dat een meetinstantie moet zijn geaccrediteerd op basis van NEN-EN-ISO/IEC of óf deze normen aantoonbaar moet toepassen. De normen bevatten de eisen waaraan een meetinstantie moet voldoen als zij wil aantonen dat ze volgens een kwaliteitssysteem werkt, technisch competent is en in staat is technisch valide resultaten te leveren. Accreditatie vindt in Nederland plaats door de Raad voor Accreditatie (RvA). Accreditatie door vergelijkbare buitenlandse instellingen wordt ook erkend. Overigens hoort bij accreditatie een zogenaamde scope waarin staat voor welk type metingen de accreditatie geldig is. Certificatie is niet hetzelfde als accreditatie; gecertificeerde meetinstanties zullen zelf nog moeten aantonen dat zij NEN-EN-ISO/IEC of naar behoren toepassen. Accreditatie In wet- en regelgeving of in de vergunning kan zijn gesteld dat een meetinstantie moet zijn geaccrediteerd op basis van NEN-EN-ISO/IEC of óf deze normen aantoonbaar moet toepassen. Zij bevatten de eisen waaraan een meetinstantie moet voldoen als zij wil aantonen dat ze volgens een kwaliteitssysteem werkt, technisch competent is en in staat is technisch valide resultaten te Begrippenlijst Kenniscentrum InfoMil 14
15 leveren. Accreditatie vindt in Nederland plaats door de Raad voor Accreditatie ( Accreditatie door vergelijkbare buitenlandse instellingen wordt ook erkend. Overigens hoort bij de accreditatie een zogenaamde scope, waarin staat voor welk type metingen de accreditatie geldig is. Accreditatie In wet- en regelgeving of in de vergunning kan zijn gesteld dat een meetinstantie moet zijn geaccrediteerd op basis van NEN-EN-ISO/IEC of óf deze normen aantoonbaar moet toepassen. Zij bevatten de eisen waaraan een meetinstantie moet voldoen als zij wil aantonen dat ze volgens een kwaliteitssysteem werkt, technisch competent is en in staat is technisch valide resultaten te leveren. Accreditatie vindt in Nederland plaats door de Raad voor Accreditatie ( Accreditatie door vergelijkbare buitenlandse instellingen wordt ook erkend. Overigens hoort bij de accreditatie een zogenaamde scope, waarin staat voor welk type metingen de accreditatie geldig is. Accreditatie meetinstantie In wet- en regelgeving of in de vergunning kan zijn gesteld dat een meetinstantie moet zijn geaccrediteerd op basis van NEN-EN-ISO/IEC of óf deze normen aantoonbaar moet toepassen. Zij bevatten de eisen waaraan een meetinstantie moet voldoen als zij wil aantonen dat ze volgens een kwaliteitssysteem werkt, technisch competent is en in staat is technisch valide resultaten te leveren. Accreditatie vindt in Nederland plaats door de Raad voor accreditatie ( Accreditatie door vergelijkbare buitenlandse instellingen wordt ook erkend. Overigens hoort bij de accreditatie een zogenaamde scope, waarin staat voor welk type metingen de accreditatie geldig is. Accreditatie meetinstantie In wet- en regelgeving of in de vergunning kan zijn gesteld dat een meetinstantie moet zijn geaccrediteerd op basis van NEN-EN-ISO/IEC of óf deze normen aantoonbaar moet toepassen. Zij bevatten de eisen waaraan een meetinstantie moet voldoen als zij wil aantonen dat ze volgens een kwaliteitssysteem werkt, technisch competent is en in staat is technisch valide resultaten te leveren. Accreditatie vindt in Nederland plaats door de Raad voor accreditatie ( Accreditatie door vergelijkbare buitenlandse instellingen wordt ook erkend. Overigens hoort bij de accreditatie een zogenaamde scope, waarin staat voor welk type metingen de accreditatie geldig is. Accreditatie meetinstantie De betrouwbaarheid van meetresultaten wordt vergroot wanneer een meetinstantie werkt volgens de normen NEN-EN-ISO/IEC of ISO/IEC Deze normen beschrijven de vereisten voor de competenties van meetinstanties/laboratoria. Door de Raad voor Accreditatie (RvA) geaccrediteerde meetinstanties/laboratoria passen deze norm aantoonbaar toe. De accreditatie vindt plaats per meetmethode. Accreditatie meetinstantie De betrouwbaarheid van meetresultaten wordt vergroot wanneer een meetinstantie werkt volgens de normen NEN-EN-ISO/IEC of ISO/IEC Deze normen beschrijven de vereisten voor de competenties van meetinstanties/laboratoria. Door de Raad voor Accreditatie (RvA) geaccrediteerde meetinstanties/laboratoria passen deze norm aantoonbaar toe. De accreditatie vindt plaats per meetmethode. Accreditatie meetinstantie In wet- en regelgeving of in de vergunning kan zijn gesteld dat een meetinstantie moet zijn geaccrediteerd op basis van NEN-EN-ISO/IEC of óf deze normen aantoonbaar moet toepassen. Zij bevatten de eisen waaraan een meetinstantie moet voldoen als zij wil aantonen dat ze Begrippenlijst Kenniscentrum InfoMil 15
16 volgens een kwaliteitssysteem werkt, technisch competent is en in staat is technisch valide resultaten te leveren. Accreditatie vindt in Nederland plaats door de Raad voor accreditatie ( Accreditatie door vergelijkbare buitenlandse instellingen wordt ook erkend. Overigens hoort bij de accreditatie een zogenaamde scope, waarin staat voor welk type metingen de accreditatie geldig is. Accreditatie meetinstantie In wet- en regelgeving of in de vergunning kan zijn gesteld dat een meetinstantie moet zijn geaccrediteerd op basis van NEN-EN-ISO/IEC of óf deze normen aantoonbaar moet toepassen. Zij bevatten de eisen waaraan een meetinstantie moet voldoen als zij wil aantonen dat ze volgens een kwaliteitssysteem werkt, technisch competent is en in staat is technisch valide resultaten te leveren. Accreditatie vindt in Nederland plaats door de Raad voor accreditatie ( Accreditatie door vergelijkbare buitenlandse instellingen wordt ook erkend. Overigens hoort bij de accreditatie een zogenaamde scope, waarin staat voor welk type metingen de accreditatie geldig is. Accreditatie meetinstantie In een aantal gevallen wordt in wet- en regelgeving gesteld dat een meetinstantie moet zijn geaccrediteerd op basis van NEN-EN-ISO/IEC of óf deze normen aantoonbaar moet toepassen. De normen bevatten de eisen waaraan een meetinstantie moet voldoen als zij wil aantonen dat ze volgens een kwaliteitssysteem werkt, technisch competent is en in staat is technisch valide resultaten te leveren. Accreditatie vindt in Nederland plaats door de Raad voor Accreditatie (RvA). Accreditatie door vergelijkbare buitenlandse instellingen wordt ook erkend. Overigens hoort bij de accreditatie een zogenaamde scope, waarin staat voor welk type metingen de accreditatie geldig is. Certificatie is niet hetzelfde als accreditatie; gecertificeerde meetinstanties zullen zelf nog moeten aantonen dat zij NEN-EN-ISO/IEC of naar behoren toepassen. Accreditatie/geaccrediteerde meetinstantie Meetinstantie die de Raad voor Accreditatie (RvA) heeft erkend als competent voor het uitvoeren van metingen. Bij een accreditatie hoort een scope. Een alternatief voor accreditatie is het door een meetinstantie aantoonbaar tot uitvoering brengen van de norm over de competentie van laboratoria NEN-EN-ISO/IEC Afdwingen erkende maatregel Anders ligt het wanneer een bedrijf sectorvreemde activiteiten uitvoert. In dat geval kan de drijver en het bevoegd gezag voor deze sectorvreemde activiteit een bestaande erkende maatregellijst gebruiken van een andere sector. Karakteristieken van sectoren onderling kunnen verschillen. Daarom moeten partijen de toepasbaarheid (op basis van terugverdientijden) na gaan. Bijvoorbeeld klaslokalen die binnen een onderneming aanwezig zijn voor in huis opleidingen. Deze hebben andere bedrijfstijden dan een klaslokaal in een echte onderwijsinstelling. Mogelijk is er voor de sectorvreemde activiteit geen lijst beschikbaar of kiest de ondernemer ervoor deze niet te gebruiken. In dat geval geldt de algemene energiebesparingsverplichting van artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit. Afgas Gasvormige drager van de emissie. Afzonderlijke meting Meting ter controle van de emissie, bestaande uit tenminste drie onafhankelijke deelmetingen (monsternemingen). Uit te voeren door een geaccrediteerde meetinstantie (of gelijkwaardig). Alleen AST Begrippenlijst Kenniscentrum InfoMil 16
17 Deze test wordt uitsluitend tijdens de AST uitgevoerd Alternatieve methoden De norm biedt ruimte voor alternatieve methoden, maar dan moet daarvan wel de gelijkwaardigheid worden aangetoond. Het bevoegd gezag kan controleren of de meetinstantie is geaccrediteerd "gelijkwaardig aan" NEN-EN De beoordeling van de uitvoering van de alternatieve methode zal gedeeltelijk buiten de scope van dit praktijkblad vallen. Alternatieve methoden De norm biedt ruimte voor alternatieve methoden, maar dan moet daarvan wel de gelijkwaardigheid worden aangetoond. Het bevoegd gezag kan controleren of de meetinstantie is geaccrediteerd "gelijkwaardig aan" NEN-EN De beoordeling van de uitvoering van de alternatieve methode zal gedeeltelijk buiten de scope van dit praktijkblad vallen. Alternatieve methoden De norm biedt ruimte voor alternatieve methoden, maar dan moet daarvan wel de gelijkwaardigheid worden aangetoond. Het bevoegd gezag kan controleren of de meetinstantie is geaccrediteerd "gelijkwaardig aan" NEN-EN De beoordeling van de uitvoering van de alternatieve methode zal gedeeltelijk buiten de scope van dit praktijkblad vallen. Analysegrens Er moet zoveel monster worden verzameld dat de analysegrens van het gehele proces van monsterneming en analyse lager is dan 0,5 pg /m3/ TEF per verbinding. Hiervoor wordt een rookgasmonstervolume van minimaal 4 m3 aanbevolen. Metingen in het kader van het Besluit Verbranden Afvalstoffen (BVA) dienen te bestaan uit drie deelmetingen van minimaal 2 uur, uitgevoerd in een periode van 8 uur. Andere drukactiviteiten: rotatiediepdruk en/of flexografie, rotatiezeefdruk en lamineer- of lakeenheden (activiteit 3) Richtlijn Industriële Emissies, bijlage VII deel 1: Drukken Een activiteit waarbij tekst en/of afbeeldingen worden gereproduceerd door met behulp van een beelddrager inkt, op ongeacht welk soort oppervlak aan te brengen. Hieronder vallen ook daarmee samenhangende lak-, coating- en lamineertechnieken. Onder hoofdstuk V vallen alleen de volgende deelprocessen: 1. flexografie: een drukactiviteit waarbij gebruik wordt gemaakt van een beelddrager van rubber of elastische fotopolymeren, waarop de drukkende delen zich boven de niet-drukkende delen bevinden, en van vloeibare inkt die door verdamping droogt; lamineren samenhangend met een drukproces: de samenhechting van twee of meer flexibele materialen tot een laminaat; rotatiediepdruk: een drukactiviteit waarbij gebruik wordt gemaakt van een cilindrische beelddrager, waarop de drukkende delen lager liggen dan de niet-drukkende delen, en vloeibare inkt die door verdamping droogt. De napjes worden met inkt gevuld en het overschot wordt van de niet-drukkende delen verwijderd voordat het te bedrukken oppervlak contact met de cilinder Begrippenlijst Kenniscentrum InfoMil 17
18 maakt en de inkt uit de napjes trekt; 6. rotatiezeefdruk: een rotatiedrukactiviteit waarbij de inkt door een poreuze beelddrager wordt geperst, waarbij de drukkende delen open zijn en het niet-drukkende deel wordt afgedekt, en zo op het te bedrukken oppervlak wordt gebracht en gebruik wordt gemaakt van vloeibare inkt die uitsluitend door verdamping droogt. Bij een rotatief drukproces wordt het te bedrukken materiaal niet als aparte vellen maar van een rol in de machine gebracht; 7. lakken: een proces waarbij een lak of een kleefstof om later het verpakkingsmateriaal af te sluiten op een flexibel materiaal wordt aangebracht. De activiteiten omvatten ook de reiniging van procesapparatuur, maar niet de reiniging van de werkstukken. Toelichting: Andere rotatiediepdruk, flexografie, rotatiezeefdruk, lamineer- of lakeenheden, rotatiezeefdruk op textiel/karton Onder de werkingssfeer van deze activiteit van afdeling 2.11 valt rotatiediepdruk en/of flexografie, rotatiezeefdruk en lamineer- of lakeenheden waarbij uitsluitend inkt, lak of lijm wordt gebruikt die door verdamping droogt (ook watergedragen inkten). De activiteit valt niet onder de werkingssfeer van afdeling 2.11 als UV- of IR-inkten worden gebruikt of als er sprake is van vellenzeefdruk in plaats van rotatiezeefdruk. Artikel 1.10 (derde lid) van het Activiteitenbesluit. CO2 en overige broeikasgassen (zoals lachgas en methaan). Artikel 1.10 (derde lid) van het Activiteitenbesluit. Artikel 1.10 (derde lid) van het Activiteitenbesluit. Artikel 1.10 (eerste lid) van het Acitiviteitenbesluit. Artikel 1.10 (eerste lid) van het Acitiviteitenbesluit. Artikel 1.10 (tweede lid) van het Activiteitenbesluit. Artikel 1.10 (tweede lid) van het Activiteitenbesluit. AST Functionele testen Voorafgaand aan de parallelmetingen moet worden nagegaan of het meetsysteem op juiste wijze is geïnstalleerd en functioneert. De resultaten van deze functionele testen moeten worden gedocumenteerd. Bij afwijkingen die een effect kunnen hebben op de kwaliteit van de meetgegevens, moet de bedrijfsvoerder correctieve en preventieve acties uitvoeren. Aanbevelingen naar aanleiding van eerder geconstateerde afwijkingen moeten zijn overgenomen of geïmplementeerd. Deze aanbevelingen zijn te vinden in de conclusies van de laatste AST of QAL2 rapportage. AST Herleiding De spreiding van de waarden van het bedrijfsmeetsysteem ten opzichte van de kalibratiefunctie wordt de variabiliteit genoemd. Deze variabiliteit wordt getoetst aan de onzekerheidseis in wet- en regelgeving. Vervolgens kent de AST nog een toets op de geldigheid van de kalibratiefunctie. De resultaten van de AST metingen mogen worden gebruikt voor het uitbreiden van het geldige kalibratiebereik. Begrippenlijst Kenniscentrum InfoMil 18
19 Indien één of beide van bovengenoemde twee testen negatief uitvalt, moeten de oorzaken worden geïdentificeerd en worden verholpen. Vervolgens moeten binnen zes maanden nieuwe parallelmetingen volgens de QAL2 procedure worden uitgevoerd. AST Parallelmetingen Tijdens de AST worden minimaal 5 parallelmetingen uitgevoerd met het meetsysteem en met de standaard referentiemethode voor de betreffende component (SRM; zie AST/5). De metingen moeten gelijkmatig worden verspreid over 1 werkdag. AST Rapportage/ frequentie De AST wordt jaarlijks uitgevoerd in de periode tussen twee QAL2 procedures. De systematiek is, afgezien van bepaalde functionele testen, voor CEMS en PEMS gelijk. Autoschadeherstel Het aanbrengen van een laklaag op wegvoertuigen of een deel daarvan, als onderdeel van de reparatie, de bescherming of decoratie van voertuigen buiten de fabriek. B Strategie gasvormige componenten Voor gasvormige componenten is de keuze van de monsternamestrategie afhankelijk van de homogeniteit van het rookgas. De homogeniteit moet worden vastgesteld met behulp van een homogeniteitstest (ook wel profielmeting genoemd), die nader is beschreven in de norm. Voor het uitvoeren van de homogeniteitstest worden traversemetingen gebruikt. Als de homogeniteitstest aantoont dat de gemeten component homogeen is verdeeld over het rookgas, kan op een willekeurige meetpunt in het meetvlak worden bemonsterd. Als de homogeniteitstest aantoont dat de verdeling van de gemeten component niet homogeen is, maar de toelaatbare onzekerheid in de norm niet wordt overschreden, kan het monster op een representatief meetpunt in het meetvlak worden genomen. In alle andere gevallen moet een traversemeting worden uitgevoerd. Als een meetinstantie er hoe dan ook voor kiest om een traversemeting uit te voeren, is er geen noodzaak om de mate van homogeniteit van het rookgas te bepalen door middel van een homogeniteitstest. B Strategie stofvormige componenten Voor stofvormige of stofgebonden componenten (bijvoorbeeld dioxines of metalen) is het altijd noodzakelijk om een traversemeting uit te voeren. De bemonstering moet isokinetisch plaatsvinden. Bij isokinetische bemonstering is de grootte en richting van de gassnelheid in de aanzuigopening van het monstenamesysteem exact gelijk aan de gassnelheid en -richting in het rookgaskanaal (isokinetiekfactor=1; zie Praktijkblad Stof L40-3P). B Traversemeting aantal meetpunten Bij traversemetingen wordt gebruik gemaakt van meerdere meetpunten. Het minimum aantal meetpunten en de positie daarvan wordt bepaald door de afmeting en de vorm van het meetvlak. Onderstaande tabel geeft het minimum aantal bemonsteringsassen en meetpunten weer voor een rond en rechthoekig rookgaskanaal. De meetpunten moeten worden gepositioneerd in het midden van gelijke oppervlakken in het meetvlak. Begrippenlijst Kenniscentrum InfoMil 19
20 Rond rookgaskanaal Rechthoekig rookgaskanaal Rookgaskanaaldwarsdoorsnede (m) Min. aantal bemonsteringsassen Min. aantal meetpunten Meetvlak (m2) Min. aantal bemonsteringsassen Min. aantal meetpunten <0,35-1 < 0,1-1 0,35-1, ,1-1,0 2 4 > 1,1-1, ,1-2,0 3 9 > 1,6 2 Tenminste 12 en 4 per m2 > 2,0 3 Tenminste 12 en 4 per m2 In sommige gevallen kan een traversemeting niet correct worden uitgevoerd, omdat er een beperkt aantal meetopeningen is of beperkte toegang tot de meetopeningen. De beschikbare bemonsteringsassen moeten dan worden gebruikt en de afwijking gerapporteerd in de meetrapportage. B Traversemeting gasvormige componenten Bij traversemetingen voor gasvormige componenten kan sprake zijn van twee verschillende meetmethoden, namelijk a) een discontinue methode waarbij het monster wordt verzameld in een wasfles of op een adsorbens of b) een continue methode met een analyser. Wanneer deze meetmethoden worden toegepast in combinatie met een traversemeting zijn onderstaande aspecten van belang. a) Bij gebruik van een discontinue methode is het van belang dat op ieder meetpunt het monstervolume is afgestemd op het rookgasdebiet onder standaardcondities. Dit kan op verschillende manieren. De meest gangbare vorm is de isokinetische bemonstering, waarvoor geldt dat de snelheid in de aanzuigopening exact gelijk is aan de gassnelheid in het rookgaskanaal (isokinetiekfactor 1). Voor gasvormige verbindingen is het echter niet noodzakelijk om te bemonsteren met exact dezelfde snelheid en is het toegestaan om te bemonsteren met een isokinetiekfactor afwijkend van 1. Deze moet wel op ieder meetpunt gelijk zijn. Het kan zijn dat door de keuze van de aanzuigopening het monsterdebiet te groot wordt voor een vangstrendement conform de betreffende componentspecifieke norm. In dat geval is een bemonsteringstijd evenredig met de rookgassnelheid op ieder meetpunt toegestaan. Deze laatste methode wordt echter nauwelijks toegepast. b) Bij gebruik van een continue meetmethode moet de gemiddelde concentratie in het meetvlak worden berekend als de som van concentratie maal snelheid op ieder meetpunt, gedeeld door de gemiddelde snelheid. Bandlakken (activiteit 7) Richtlijn Industriële Emissies, bijlage VII deel 1: Begrippenlijst Kenniscentrum InfoMil 20
21 Bandlakken Elke activiteit waarbij een band van staal, roestvrij staal, bekleed staal, koperlegeringen of aluminiumband in een continu procédé wordt bekleed met een filmvormende of laminaatcoating. De activiteiten omvatten ook de reiniging van procesapparatuur, maar niet de reiniging van de werkstukken. Toelichting: Dit proces wordt ook wel lakwalsen (coil coating) genoemd. basisbestand bestand dat voldoet aan het format voor de Rekentool en Monitoringstool Basislast Basislastvermogen of basislastenergieverbruik: Het vermogen of de energiehoeveelheid die het bedrijf verbruikt als het klaar staat voor productie (als er nog net geen productie is of dienst levert). BBT-conclusies Besluit omgevingsrecht, artikel 1.1 lid 1: BBT-conclusie: Document met de conclusies over beste beschikbare technieken, vastgesteld overeenkomstig artikel 13, vijfde lid en zevende lid, van de EU-richtlijn industriële emissies. Toelichting: Artikel 13 lid 5 geeft aan hoe BBT-conclusies worden vastgesteld, lid 7 geeft aan welk deel van bestaande BREFs als BBT conclusie geldt. Richtlijn Industriële Emissies artikel 3 begrip 12: BBT-conclusie: Een document bestaande uit die delen van een BBT-referentiedocument (BREF) met de conclusies over beste beschikbare technieken, de beschrijving ervan, gegevens ter beoordeling van de toepasselijkheid ervan, de met de beste beschikbare technieken geassocieerde emissieniveaus, de daarmee verbonden monitoring, de daarmee verbonden consumptieniveaus en, in voorkomend geval, toepasselijke terreinsaneringsmaatregelen. Bedrijfsomstandigheden Het is van belang dat de metingen worden uitgevoerd bij representatieve bedrijfsomstandigheden, of bij omstandigheden zoals gespecificieerd in de regelgeving, en dat zij worden afgestemd op het karakter van het proces waaraan wordt gemeten. Bij cyclische (batch) processen moet de bemonsteringstijd bijvoorbeeld worden afgestemd op de cyclus. Als het een continu proces betreft, moet een constante bedrijfsvoering (vaste belasting) over de duur van de metingen worden gewaarborgd. Bedrijfsomstandigheden Het is van belang dat de metingen worden uitgevoerd bij representatieve bedrijfsomstandigheden en dat zij worden afgestemd op het karakter van het proces waaraan wordt gemeten. Bij cyclische (batch) Begrippenlijst Kenniscentrum InfoMil 21
22 processen moet de bemonsteringstijd bijvoorbeeld worden afgestemd op de cyclus. Als het een continu proces betreft, moet een constante bedrijfsvoering (vaste belasting) over de duur van de metingen worden gewaarborgd. Bedrijfsomstandigheden Het is van belang dat de meting wordt afgestemd op het karakter van het proces waaraan gemeten wordt. Voor aanvang van de metingen moet de procedure worden doorgesproken met de personen die verantwoordelijk zijn voor de bedrijfsvoering. Bij cyclische (batch) processen dient de bemonsteringstijd te worden afgestemd op de duur van de cyclus. Als het een continu proces betreft, moet een constante bedrijfsvoering (vaste belasting) over de duur van de metingen worden gewaarborgd. Bedrijfsomstandigheden Het is van belang dat de metingen worden uitgevoerd bij representatieve bedrijfsomstandigheden en dat zij worden afgestemd op het karakter van het proces waaraan gemeten wordt. Bij cyclische (batch) processen moet de bemonsteringstijd bijvoorbeeld worden afgestemd op de duur van de cyclus. Als het een continu proces betreft, moet een constante bedrijfsvoering (vaste belasting) over de duur van de metingen worden gewaarborgd. Bedrijfsomstandigheden Het is van belang dat de metingen worden uitgevoerd bij representatieve bedrijfsomstandigheden en dat zij worden afgestemd op het karakter van het proces waaraan wordt gemeten. Bij cyclische (batch) processen moet de bemonsteringstijd bijvoorbeeld worden afgestemd op de cyclus. Als het een continu proces betreft, moet een constante bedrijfsvoering (vaste belasting) over de duur van de metingen worden gewaarborgd. Bedrijfsomstandigheden Het is van belang dat de metingen worden uitgevoerd bij representatieve bedrijfsomstandigheden en dat zij worden afgestemd op het karakter van het proces waaraan wordt gemeten. Bij cyclische (batch) processen moet de bemonsteringstijd bijvoorbeeld worden afgestemd op de cyclus. Als het een continu proces betreft, moet een constante bedrijfsvoering (vaste belasting) over de duur van de metingen worden gewaarborgd. Bedrijfsomstandigheden Het is van belang dat de meting wordt afgestemd op het karakter van het proces waaraan gemeten wordt. Voor aanvang van de metingen moet de procedure worden doorgesproken met de personen die verantwoordelijk zijn voor de bedrijfsvoering. Bij cyclische (batch) processen dient de bemonsteringstijd te worden afgestemd op de duur van de cyclus. Als het een continu proces betreft, moet een constante bedrijfsvoering (vaste belasting) over de duur van de metingen worden gewaarborgd. Bedrijfsomstandigheden Het is van belang dat de metingen worden uitgevoerd bij representatieve bedrijfsomstandigheden en dat zij worden afgestemd op het karakter van het proces waaraan wordt gemeten. Bij cyclische (batch) processen moet de bemonsteringstijd bijvoorbeeld worden afgestemd op de cyclus. Als het een continu proces betreft, moet een constante bedrijfsvoering (vaste belasting) over de duur van de metingen worden gewaarborgd. Bedrijfsomstandigheden Het is van belang dat de metingen worden uitgevoerd bij representatieve bedrijfsomstandigheden en dat zij worden afgestemd op het karakter van het proces waaraan wordt gemeten. Bij cyclische (batch) Begrippenlijst Kenniscentrum InfoMil 22
23 processen moet de bemonsteringstijd bijvoorbeeld worden afgestemd op de cyclus. Als het een continu proces betreft, moet een constante bedrijfsvoering (vaste belasting) over de duur van de metingen worden gewaarborgd. Bedrijfsomstandigheden Het is van belang dat de metingen worden uitgevoerd bij representatieve bedrijfsomstandigheden en dat zij worden afgestemd op het karakter van het proces waaraan wordt gemeten. Bij cyclische (batch) processen moet de bemonsteringstijd bijvoorbeeld worden afgestemd op de cyclus. Als het een continu proces betreft, moet een constante bedrijfsvoering (vaste belasting) over de duur van de metingen worden gewaarborgd. Bedrijfsomstandigheden Het is van belang dat de metingen worden uitgevoerd bij representatieve bedrijfsomstandigheden en dat zij worden afgestemd op het karakter van het proces waaraan wordt gemeten. De selectie van de geurbronnen dient zodanig te zijn dat een volledig beeld van de emissies ontstaat. Bij cyclische (batch) processen moet de bemonsteringstijd bijvoorbeeld worden afgestemd op de cyclus. Als het een continu proces betreft, moet een constante bedrijfsvoering (vaste belasting) over de duur van de metingen worden gewaarborgd. Bedrijfsonderdeel Bedrijfsonderdelen zijn (deel)processen, gebouwen of onderdelen daarvan en bijbehorende faciliteiten. Beheersplan Beheersplan: het afvalwaterbeheersingssysteem. Het beheersplan draagt een operationeel karakter. In het beheersplan wordt aangegeven welke procedures en werkinstructies relevant zijn en welke informatie tijdens het verwerkingsproces wordt geregistreerd. Beide uitspraken Beide uitspraken betreffen een geheel andere casuïstiek dan hier aan de orde, maar dat is voor de vraag of afvalwater een afvalstof is niet relevant. Bemonstering diffuse en oppervlaktebron Bij een diffuse of oppervlaktebron moet de bemonstering worden uitgevoerd met een methode waarmee een voldoende representatief beeld wordt verkregen van de emissie. Aandacht is vereist voor homogeniteit van de emissiebron en voorkeursstromen. De gebruikte lucht bij een oppervlaktebemonsteringsapparaat moet geurvrij zijn. Bemonstering puntbron Bij een puntbron moeten meetsectie en meetvlak voldoen aan de vereisten uit NEN-EN Bij bestaande installaties kan dit lastig zijn. Afwijkingen dienen in de meetrapportage te worden vermeld. Verder dient te worden nagegaan of er sprake kan zijn van inhomogeniteit van de geurconcentratie in de rookgasstroom. Wanneer dit het geval is, wordt meerpuntsbemonstering aanbevolen. Bepaling in droog rookgas Systemen die meten in droog rookgas kunnen monstergaskoeling gebruiken om de waterdamp af te scheiden van het rookgas. Een koelingtemperatuur van 2 tot 5 oc wordt hierbij aanbevolen. Bij de inrichting van het meetsysteem moet men waken voor NO2-verlies door absorptie van deze verbinding in het condensaat. Daarom moet in ieder geval de monstergaskoeler vóór de monsterpomp worden geplaatst, zoals schematisch weergegeven in nevenstaande figuur. Ook het gebruik van Begrippenlijst Kenniscentrum InfoMil 23
24 permeatiedroging beperkt de kans op NO2-verlies. Bepaling in droog rookgas Systemen die meten in droog rookgas kunnen monstergaskoeling gebruiken om de waterdamp af te scheiden van het rookgas. Hierbij is een maximale dauwpuntstemperatuur van 4 oc vereist. Als de koeler maximaal op deze waarde is ingesteld, wordt ervan uitgegaan dat aan voorgaande is voldaan. Bij de inrichting van het meetsysteem moet men waken voor NO2-verlies door absorptie van deze verbinding in het condensaat. Daarom moet de monstergaskoeler vóór de monsterpomp worden geplaatst, zoals schematisch weergegeven in nevenstaande figuur. Een alternatief voor monstergaskoeling is het gebruik van permeatiedroging. Ook hierbij wordt een dauwpuntstemperatuur van maximaal 4 C voorgeschreven. Dit dauwpunt moet daadwerkelijk worden bepaald. Bepaling in droog rookgas Systemen die meten in droog rookgas kunnen monstergaskoeling gebruiken om de waterdamp af te scheiden van het rookgas. Een koelingtemperatuur van 2 tot 5 oc wordt hierbij aanbevolen. Bij de inrichting van het meetsysteem moet men waken voor SO2-verlies door absorptie van deze verbinding in het condensaat. Daarom moet in ieder geval de monstergaskoeler vóór de monsterpomp worden geplaatst, zoals schematisch weergegeven in figuur b. Ook het gebruik van permeatiedroging beperkt de kans op SO2-verlies. Bepaling in droog rookgas Systemen die meten in droog rookgas kunnen monstergaskoeling gebruiken om de waterdamp af te scheiden van het rookgas. Een koelingtemperatuur van 2 tot 5 oc wordt hierbij aanbevolen. Bij de inrichting van het meetsysteem moet men waken voor het verlies van componenten in het condensaat. Daarom moet in ieder geval de monstergaskoeler vóór de monsterpomp worden geplaatst, zoals schematisch weergegeven in figuur b. Ook het gebruik van permeatiedroging beperkt de kans op verlies van componenten. Bepaling in droog rookgas Systemen die meten in droog rookgas kunnen monstergaskoeling gebruiken om de waterdamp af te scheiden van het rookgas. Hierbij is een maximale dauwpuntstemperatuur van 4 oc vereist. Als de koeler maximaal op deze waarde is ingesteld, wordt ervan uitgegaan dat aan voorgaande is voldaan. Een alternatief voor monstergaskoeling is het gebruik van permeatiedroging. Ook hierbij wordt een dauwpuntstemperatuur van maximaal 4 C voorgeschreven. Dit dauwpunt moet daadwerkelijk worden bepaald. Bepaling in nat rookgas Systemen die meten in nat rookgas kunnen verwarming gebruiken om condensatie in het systeem te voorkomen. Hierbij moet men waken voor koude punten waar ongewild condensatie en daarmee NO2-verlies op kan optreden. Door verwarming en goede isolatie moet de temperatuur van zowel het monstertransportsysteem als de analyser boven het condensatiepunt van water worden gehouden. Bepaling in nat rookgas Systemen die meten in nat rookgas kunnen verwarming gebruiken om condensatie in het systeem te voorkomen. Hierbij moet men waken voor koude punten waar ongewild condensatie en daarmee NO2-verlies kan optreden. Door verwarming en goede isolatie moet de temperatuur van zowel het monstertransportsysteem als de analyser boven 120 C of minimaal 20 C boven het waterdauwpunt Begrippenlijst Kenniscentrum InfoMil 24
25 worden gehouden. Bepaling in nat rookgas Systemen die meten in nat rookgas kunnen verwarming gebruiken om condensatie in het systeem te voorkomen. Hierbij moet men waken voor koude punten waar ongewild condensatie en daarmee SO2-verlies op kan optreden. Door verwarming en goede isolatie moet de temperatuur van zowel het monstertransportsysteem als de analyser boven het condensatiepunt van water worden gehouden. Bepaling in nat rookgas Systemen die meten in nat rookgas kunnen verwarming gebruiken om condensatie in het systeem te voorkomen. Hierbij moet men waken voor koude punten waar ongewild condensatie op kan optreden. Door verwarming en goede isolatie moet de temperatuur van zowel het monstertransportsysteem als de analyser boven het condensatiepunt van water worden gehouden. Speciaal bij zuurstofmeting met behulp van zirconiumcellen vereist het meetprincipe dat bij hoge temperatuur wordt gemeten. Dat gebeurt bij deze methode vrijwel altijd in-situ; direct in het onverdunde (natte) rookgas. Een alternatief is het meten in een met lucht of stikstof verdunde rookgasstroom door middel van dynamische verdunning van het monstergas. Deze methode vereist echter zeer gevoelige meetapparatuur en meestal zal de zuurstofmeting na verdunning niet voldoende nauwkeurig zijn. Bewerking van rubber (activiteit 18) Richtlijn Industriële Emissies, bijlage VII deel 1: Bewerking van rubber Elke alle activiteit met betrekking tot het mengen, malen, vermengen, kalanderen, extruderen en vulkaniseren van natuurlijk of synthetisch rubber en alle nevenbewerkingen om natuurlijk of synthetisch rubber te bewerken tot eindproduct. De activiteiten omvatten ook de reiniging van procesapparatuur, maar niet de reiniging van de werkstukken. Bewerkingseenheid Eenheid voor fysische en/of chemische bewerking van grondstoffen, hulpstoffen of tussenproducten. Bij een minimaal jaarlijks elektriciteitsverbruik van kwh of m3 verbruik aan aardgasequivalenten aan brandstoffen in het bedrijf. Bij een minimaal jaarlijks elektriciteitsverbruik van kwh of m3 verbruik aan aardgasequivalenten aan brandstoffen in het bedrijf. Bijstellen vermenigvuldigingsfactoren door bevoegd gezag (Regime 1) Het bevoegd gezag kan de vermenigvuldigingsfactor (zoals genoemd in de tabel voor Regime 1) in de berekening van de beoogde emissie aanpassen. Volgens artikel 2.12 lid 3 van de Activiteitenregeling kan dit om rekening te houden met een bewezen stijging van het rendement bij gebruik van vaste stoffen. Het gaat hier om de gevallen waarin vaste stoffen efficiënter (met minder VOS-emissie) worden toegepast, maar de rendementstijging (emissiereductie) niet terug komt in de berekening van de beoogde emissie. Het bijstellen van de factor moet dan naar rato van de bewezen rendementstijging (emissiereductie) plaatsvinden. Begrippenlijst Kenniscentrum InfoMil 25
26 Bioaccumulerend Bioaccumulerende stoffen zijn stoffen die zich in organismen of in organen van organismen ophopen. Biomassa [Activiteitenbesluit artikel 1.1 lid 1; Besluit omgevingsrecht bijlage I onder A] Biomassa: A. producten die bestaan uit plantaardig landbouw- of bosbouwmateriaal dat gebruikt kan worden als brandstof om de energetische inhoud ervan te benutten B. plantaardig afval uit land- of bosbouw C. plantaardig afval van de levensmiddelenindustrie, indien de opgewekte warmte wordt teruggewonnen D. vezelachtig plantaardig afval afkomstig van de productie van ruwe pulp en van de productie van papier uit pulp, indien het op de plaats van productie wordt meeverbrand en de opgewekte warmte wordt teruggewonnen E. kurkafval F. houtafval, met uitzondering van houtafval dat ten gevolge van een behandeling met houtbeschermingsmiddelen of door het aanbrengen van een beschermingslaag gehalogeneerde organische verbindingen dan wel zware metalen kan bevatten. Blanco monsters Van de absorptie- en spoelvloeistoffen moeten monsters apart worden gehouden voor een eventuele blanco-analyse. Blanco monsters Van de absorptie- en spoelvloeistoffen moeten monsters apart worden gehouden voor een eventuele blanco-analyse. Bor Als categorieën vergunningplichtige inrichtingen worden aangewezen de categorieën inrichtingen waartoe een IPPC-installatie behoort en de categorieën inrichtingen die als zodanig zijn aangewezen in bijlage I, onderdeel B, en onderdeel C van het besluit. BREF BAT referentie document. Informatie document van de Europese Commissie met beschrijving van de Beste Beschikbare Technieken (BAT, Best Available Techniques) ter vermindering van emissies voor een bepaald proces of een bepaalde bedrijfstak. Zie de tabel met een overzicht van beschikbare BREF's en BBT-conclusies. Bron Emissie naar de lucht van een bewerkingseenheid. Emissiebeperkende voorzieningen kunnen aanwezig zijn bij de bewerkingseenheid. Ook kan lozing van die emissie gecombineerd met andere emissies plaatsvinden op één of meer puntbronnen. Bruto vloeroppervlak Bvo staat voor de bruto vloeroppervlakte. Dit is de vloeroppervlakte van het pand gemeten langs de buitenomtrek (NEN 2580). Ook bijvoorbeeld de oppervlakte van trappenhuizen of liftschachten horen Begrippenlijst Kenniscentrum InfoMil 26
Kenniscentrum InfoMil Begrippenlijst
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Kenniscentrum InfoMil Begrippenlijst 13 januari 2017 Inhoudsopgave Begrippenlijst 3 Alleen AST 3 AST Functionele testen 3 AST Herleiding 3 AST Parallelmetingen
Nadere informatieHandhaving Oplosmiddelenbesluit
Handhaving Oplosmiddelenbesluit Schakeldagen voorjaar 2009 Erwin Theelen In opdracht van Inhoudsopgave Specifieke wensen? 1. Inleiding Oplosmiddelenbesluit (10 min) 2. Praktijkblad Handhaving Oplosmiddelenbesluit
Nadere informatieToezicht lucht in het Activiteitenbesluit. Rommy Ytsma (InfoMil) 11 februari 2016
Toezicht lucht in het Activiteitenbesluit Rommy Ytsma (InfoMil) 11 februari 2016 Inhoud presentatie Voorbereiden bedrijfsbezoek Wat te doen bij onbekende installatie of activiteit Toezicht luchtvoorschriften:
Nadere informatieOrganische koolstoffen C x. (continue FID) H y. Periodieke metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste
Code van goede meetpraktijk van de VKL (Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen) Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet-
Nadere informatieZware metalen en Hg. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de monsterneming van de totale emissie van
Code van goede meetpraktijk van de VKL Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet- en regelgeving, een concrete bijdrage
Nadere informatieZuurstof O 2. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de monsterneming en meting van zuurstof
Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet- en regelgeving, een concrete bijdrage te leveren aan het waarborgen, ontwikkelen,
Nadere informatieBIJLAGE VII. Deel 1. Activiteiten
BIJLAGE VII Deel 1 Activiteiten 1. De in elk van de volgende punten vermelde activiteiten omvatten de reiniging van de procesapparatuur, maar niet de reiniging van de werkstukken, tenzij andersluidende
Nadere informatieStikstofoxiden NO x. Periodieke metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste
Code van goede meetpraktijk van de VKL (Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen) Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet-
Nadere informatieKoolmonoxide CO. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de vaststelling van koolmonoxide in de emissies
Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet- en regelgeving, een concrete bijdrage te leveren aan het waarborgen, ontwikkelen,
Nadere informatieOplosmiddelenbesluit omzetting EG-VOS-richtlijn milieubeheer
Oplosmiddelenbesluit omzetting EG-VOS-richtlijn milieubeheer (Tekst geldend op: 23-02-2012) Besluit van 19 maart 2001, houdende regels inzake het beperken van de emissie van vluchtige organische stoffen
Nadere informatieGericht op de toekomst. Stikstofoxiden. Praktische toepassing van meten van NO x
Stikstofoxiden Praktische toepassing van meten van NO x Maarten van Dam Mvdam@testo.nl 06-53782193 Michel de Ruiter Michel.deruiter@multi-instruments.nl 06-20360160 Dia 2 van 132 Waarom meten? Wetgeving:
Nadere informatieDit praktijkblad is een onderdeel van de L40 serie. Meten van luchtemissies. De L40 bestaat uit een. handleiding, die ingaat op de achtergrond van
InfoMil Praktijkblad L40-13P Geur Periodieke meting LUCHT Dit praktijkblad is een onderdeel van de L40 serie Meten van luchtemissies. De L40 bestaat uit een handleiding, die ingaat op de achtergrond van
Nadere informatieCasus workshop Knelpunten bij de uitvoering van het Oplosmiddelenbesluit op 3 november 2005
Casus workshop Knelpunten bij de uitvoering van het Oplosmiddelenbesluit op 3 november 2005 Casus: Combinatie van processen bij drukkerij. Procesomschrijving: Er worden in een drukkerij allerhande papier
Nadere informatieMeetvlakbeoordeling. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij beoordeling van het meetvlak voor uitvoering
Code van goede meetpraktijk van de VKL (Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen) Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet-
Nadere informatieKooldioxide CO 2. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de vaststelling van kooldioxide in de emissies
Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet- en regelgeving, een concrete bijdrage te leveren aan het waarborgen, ontwikkelen,
Nadere informatieRapportage van emissiemetingen
Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet- en regelgeving, een concrete bijdrage te leveren aan het waarborgen, ontwikkelen,
Nadere informatieDioxines Periodieke metingen
Code van goede meetpraktijk van de VKL (Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen) Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet-
Nadere informatieWij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
(Tekst geldend op: 06-01-2005) Besluit van 19 maart 2001, houdende regels inzake het beperken van de emissie van vluchtige organische stoffen bij het gebruik van organische oplosmiddelen (Oplosmiddelenbesluit
Nadere informatieBIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties
BIJLAGE V Technische bepalingen inzake stookinstallaties Deel 1 Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties 1. Alle emissiegrenswaarden worden berekend bij een temperatuur
Nadere informatieMonitoringsonderzoek ten behoeve van de EUrapportage. uitvoering van de Oplosmiddelenrichtlijn Verslagperiode 2011-2013
Monitoringsonderzoek ten behoeve van de EUrapportage over de uitvoering van de Oplosmiddelenrichtlijn Verslagperiode 2011-2013 Monitoringsonderzoek ten behoeve van de EUrapportage over de uitvoering van
Nadere informatieVOS in het Activiteitenbesluit
VOS in het Activiteitenbesluit Schakeldagen 2009 Gert Locht In opdracht van Inhoud Activiteitenbesluit VOS-voorschriften Voorschriften bij reinigen, coaten, lijmen Casus deel 1 VOS-verbruik Maatregelen
Nadere informatie1999L0013 NL
1999L0013 NL 12.01.2009 003.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN 1999/13/EG VAN DE RAAD van 11 maart 1999
Nadere informatieGasvormige componenten, Absorptie-emissiemetingen naar HCl, HF, NH 3. en SO 2. Periodieke metingen
Code van goede meetpraktijk van de VKL (Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen) Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet-
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 161 Besluit van 19 maart 2001, houdende regels inzake het beperken van de emissie van vluchtige organische stoffen bij het gebruik van organische
Nadere informatiePEMS KWALITEIT EISEN. Predictive Emission Monitoring Systems
PEMS Predictive Emission Monitoring Systems KWALITEIT EISEN Wat is een PEMS Toepasbaarheid van een PEMS PEMS versus AMS Kwaliteitseisen voor een PEMS PEMS in relatie tot EN-14181 en EN-15267 PEMS in relatie
Nadere informatie29.3.1999 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)
29.3.1999 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 85/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) RICHTLIJN 1999/13/EG VAN DE RAAD van 11 maart 1999 inzake de beperking
Nadere informatieFacultatieve Technologies BV Emissieonderzoek 2006 Crematorium Rhijnhof, Leiden
Facultatieve Technologies BV Emissieonderzoek 2006 Crematorium Rhijnhof, Leiden 30 maart 2006 Facultatieve Technologies BV Emissieonderzoek 2006 Crematorium Rhijnhof, Leiden Kenmerk R001-4444100RSA-sbk-V01-NL
Nadere informatieAFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES
p.1/5 AFDELING 5.43.3. VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES Art. 5.43.3.1. 1. In afwijking van de algemene emissiegrenswaarden, bepaald in hoofdstuk 4.4, moeten
Nadere informatieInfoblad. Solventemissies Neem het niet te (v)luchtig op! Is de solventrichtlijn van toepassing op mijn bedrijf? 1. Rubriek 59 VLAREM I
Infoblad Solventemissies Neem het niet te (v)luchtig op! De invoering van de solventrichtlijn (99/13/EG) in 2001 is één van de belangrijkste maatregelen geweest die de voorbije jaren werd ingevoerd om
Nadere informatieEmissieregelgeving voor stookinstallaties
Emissieregelgeving voor stookinstallaties Themadag Stoomplatform NOX uitstoot bij stoomketels 8 december 2011 Wim Burgers Kenniscentrum InfoMil Inhoud 1. Emissieregelgeving Ontwikkelingen voor complexe
Nadere informatieMeetmethoden en meetfrequenties per luchtwasser
Pagina 1 van 2, EV-01417 Rapport nummer :EV-01417 Datum : 18-04-2014 Betreft : Rendementsmetingen van ammoniak bij een biologische luchtwasser (85%) Opdrachtgever : Ormira BV, De heer van Balkom Opdrachtomschrijving
Nadere informatieAntwoord: Ja, onder bepaalde weersomstandigheden zal de pluim zichtbaar zijn als gevolg van waterdamp in de rook.
Veelgestelde vragen en antwoorden: Op de site van Omrin worden de daggemiddelde emissiegegevens van de gemeten componenten in de schoorsteen van de Reststoffen Energie Centrale (REC) weergegeven. Naar
Nadere informatieInhoud. Regelgeving voor stookinstallaties sterk in beweging 30-11-2012
Regelgeving voor stookinstallaties sterk in beweging Schakel - Stookinstallaties in het activiteitenbesluit Wim Burgers Kenniscentrum InfoMil Inhoud 1. Zes veranderingen in regelgeving Consequenties voor
Nadere informatieUpdates t.o.v. Ministerieel goedgekeurde versie van april 2017
Updates t.o.v. Ministerieel goedgekeurde versie van april 2017 LUC/0/001 Meetplaats in het gaskanaal 09/2017 Onder 5 Evaluatie meetplaats bij de rapportering : - afstandsrichtlijnen i.p.v. afstandsregels
Nadere informatieGelijkwaardigheid van niet-geaccrediteerde laboratoria (conform NEN-EN ISO/IEC 17025)
Gelijkwaardigheid van niet-geaccrediteerde laboratoria (conform NEN-EN ISO/IEC 17025) NEa, 20-07-2012, versie 1.0 INTRODUCTIE In artikel 34 van de Monitoring en Rapportage Verordening (MRV) is beschreven
Nadere informatieLucht in het Activiteitenbesluit. Rommy Ytsma (InfoMil) 11 februari 2016
Lucht in het Activiteitenbesluit Rommy Ytsma (InfoMil) 11 februari 2016 Oefening Het gaat om een nieuw IPPC-bedrijf. Er is een BBT-conclusie voor stof. Er is geen BBT-conclusie voor geur. Waar staan de
Nadere informatieVocht. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de meting van vocht binnen de VKL.
Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet- en regelgeving, een concrete bijdrage te leveren aan het waarborgen, ontwikkelen,
Nadere informatieLOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN
388 MONITEUR BELGE 0.07.00 Ed. BELGISCH STAATSBLAD LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN
Nadere informatieWet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Van Gansewinkel Nederland B.V. Aangevraagde activiteiten : Ambtshalve wijziging in verband met IPPC toets Locatie
Nadere informatie5. Herleiding van meetgegevens
5. Herleiding van meetgegevens Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Emissie-eisen in wet- en regelgeving zijn gedefinieerd onder standaardcondities, waardoor zij generiek zijn en onafhankelijk
Nadere informatieMeten van luchtemissies
L40 LUCHT Handleiding Meten van luchtemissies Meten van luchtemissies Een uitgave van InfoMil, november 2003. InfoMil Juliana van Stolberglaan 3 2595 CA Den Haag Postbus 93144 2509 AC Den Haag Telefoon
Nadere informatieMemo Meetonzekerheid bij continue metingen - Bepaling meetonzekerheid en correctie van gemiddelden
Memo Meetonzekerheid bij continue metingen - Bepaling meetonzekerheid en correctie van gemiddelden Vastgesteld door het Platform Kwaliteit Luchtmetingen Rijkswaterstaat Water, Lange Kleiweg 34 2288 GK
Nadere informatieHandleiding Oplosmiddelenboekhouding
Handleiding Oplosmiddelenboekhouding Inleiding Wanneer bij de bedrijfsactiviteiten die zijn genoemd in tabel 1 gebruik wordt gemaakt van producten met daarin vluchtige organische stoffen (VOS) moet per
Nadere informatieBlanco- en doorslagbepalingen. Deze code van goede meetpraktijk geeft een richtlijn. voor het gebruik van blanco- en doorslagbepalingen van
Code van goede meetpraktijk van de VKL Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet- en regelgeving, een concrete bijdrage
Nadere informatieMeetstrategie met betrekking tot stookinstallaties
Nieuwsbrief MilieuTechnologie, maart 1995 (Kluwer, jaargang 2, nummer 3) Jan Gruwez, TREVI nv Meetstrategie met betrekking tot stookinstallaties In de context van VLAREM II worden industriële inrichtingen
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16519 21 oktober 2010 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 13 oktober
Nadere informatieImplementatie NEN-EN 14181 Emissie stationaire bronnen - Kwaliteitsborging van automatische meetsystemen. Achtergronddocument
Implementatie NEN-EN 14181 Emissie stationaire bronnen - Kwaliteitsborging van automatische meetsystemen Pagina 2 van 25 Implementatie NEN-EN 14181 Beschikbaar gesteld door het ministerie van VROM, november
Nadere informatieNEN-EN Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij het toepassen van de NEN-EN 15259:
Code van goede meetpraktijk van de VKL (Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen) Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet-
Nadere informatieBESCHIKKING. Omgevingsvergunning (wijziging voorschriften) datum: 19 december 2016 Provincie Gelderland 2016W0117
BESCHIKKING Omgevingsvergunning (wijziging voorschriften) datum: 19 december 2016 Provincie Gelderland 2016W0117 Aanvraag Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben op 4 mei 2016 een verzoek tot wijziging
Nadere informatieEN Handleiding Instructie voor EN rekensheet
Afschrift Paraaf Prinses Beatrixlaan 2 Postbus 91503 2509 EC Den Haag IPC 652 R. de Ridder T 070 3393219 F 070 3391394 roderik.deridder@minvrom.nl EN 14181 Handleiding Instructie voor EN 14181 rekensheet
Nadere informatieKenniscentrum InfoMil 5 Hoe kan een bedrijf voldoen aan de eisen voor oplosmiddeleninstallati es
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Kenniscentrum InfoMil 5 Hoe kan een bedrijf voldoen aan de eisen voor oplosmiddeleninstallati es 28 januari 2017 Inhoudsopgave eisen voor oplosmiddeleninstallaties
Nadere informatieVLAREM-trein 2017 Lucht
VLAREM-trein 2017 Lucht Toelichtingssessie VLAREM-trein 2017 Vicky Demeyer/Koen Hindrix Afdeling GOP Directie Omgevingsprojecten Stuivende stoffen DEFINITIES overslaghoeveelheid van stuivende stoffen:
Nadere informatieBeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant om de op 6 juni 2008 aan Unipol Holland BV te Oss verleende vergunning ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor de inrichting, bestemd voor de productie
Nadere informatieCO 2 Managementplan Energie meetplan 2.C.2 & 3.B.2 & 4.A.2. Jade Beheer B.V. OFN OFS 2C. Autorisatiedatum: 19-03-2016 Versie: 1.0
CO 2 Managementplan Energie meetplan 2.C.2 & 3.B.2 & 4.A.2 Jade Beheer B.V. OFN OFS 2C Auteur: Coert van Maren Autorisatiedatum: 19-03-2016 Versie: 1.0 CO 2 management plan 2.C.2 & 3.B.2 & 4.A.2 1 Inhoud
Nadere informatie25/11/2014 Omgang met afwijkingen van meetopeningen en meetplatform W. Swaans, G. Otten, G. Lenaers
25/11/2014 Omgang met afwijkingen van meetopeningen en meetplatform W. Swaans, G. Otten, G. Lenaers Inhoud» Problematiek afwijkingen van meetopeningen en meetplatform» Omgang met afwijkingen van meetopeningen
Nadere informatieBepaling van het totale gehalte (som van de stofvormige- en gasvormige fractie) aan metalen in een gaskanaal
Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van lucht Bepaling van het totale gehalte (som van de stofvormige- en gasvormige fractie) aan metalen in een gaskanaal Versie mei 2014 LUC/III/010 Inhoud
Nadere informatieHoe eenvoudig is een gemiddelde? 23 juni NENInfodag. Wim Burgers RWS-WVL-InfoMil
Hoe eenvoudig is een gemiddelde? 23 juni NENInfodag Wim Burgers RWS-WVL-InfoMil Inhoud 1. Wat is een valide gemiddelde? (CEN TC 264 WG 9) 2. Verhouding korte en lange termijn gemiddelden (TWG BREF LCP)
Nadere informatieRevisieversie van de Activiteitenregeling met de voorgestelde wijzigingen voor energiebesparing door de 4e tranche*
Revisieversie van de Activiteitenregeling met de voorgestelde wijzigingen voor energiebesparing door de 4e tranche* De voorgestelde wijzigingen voor energiebesparing van het Activiteitenregeling milieubeheer
Nadere informatieErkende maatregelen voor Energiebesparing
Erkende maatregelen voor Energiebesparing s Hertogenbosch Wendy Simonse, Irma Boswijk 2 Training Toezicht op energiebesparing Indeling sessie Aan de slag met Toezicht op Energie De erkende maatregelen
Nadere informatie12/11/2012 Rendementsbepaling NH 3 -verwijdering van luchtwassers bij stalsystemen G. Otten, W. Swaans
12/11/2012 Rendementsbepaling NH 3 -verwijdering van luchtwassers bij stalsystemen G. Otten, W. Swaans Rendementsbepaling gaswassers» Wettelijk kader= het MB van 19 maart 2004 over de vaststelling van
Nadere informatieGassnelheid en volume metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de meting voor gassnelheid en volume
Code van goede meetpraktijk van de VKL (Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen) Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet-
Nadere informatieRaad voor Accreditatie (RvA) Accreditatie van monsterneming
Raad voor Accreditatie (RvA) Accreditatie van monsterneming Documentcode: RvA-T021-NL Versie 3, 27-2-2015 Een RvA-Toelichting beschrijft het beleid en/of de werkwijze van de RvA met betrekking tot een
Nadere informatieAntwoorden AIM sessie Atkqkqrorav
en AIM sessie Atkqkqrorav In de AIM heeft u tijdens sessie Atkqkqrorav op 08 07 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Checken
Nadere informatieLuchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016
Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam Jaarrapportage 2016 Colofon Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005
Nadere informatie13/03/2014. Ervaringen van de labo s met het LUC
13/03/2014 Ervaringen van de labo s met het LUC Vragen/reacties vanwege de labo s: 1. Veronderstelde homogeniteit (1 bron) 2. Meting gassnelheid indien deze discontinu is 3. Meting gassnelheid bij isokinetische
Nadere informatieToetsing BREF Monitoring FrieslandCampina Lochem
Notitie Concept Contactpersoon Danny Boshoven Datum 5 juni 2014 Kenmerk N001-1223846DBO-V01 Toetsing BREF Monitoring FrieslandCampina Lochem Toetsing aan BREF monitoring De BREF monitoring bevat geen hoofdstuk
Nadere informatieONTWERP BESLUIT MAATWERKVOORSCHRIFTEN
*D161028527* W.Z15.012353.05 / D161028527 ONTWERP BESLUIT MAATWERKVOORSCHRIFTEN Vergunninghouder : ENGIE Energie Nederland N.V. Datum besluit : 3 november 2016 Onderwerp : Maatwerkvoorschriften lucht Gemeente/locatie
Nadere informatieBepaling van het stofgehalte in een gaskanaal
Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van lucht Bepaling van het stofgehalte in een gaskanaal Versie oktober 2018 LUC/I/001 INHOUD Inhoud 1 Toepassingsgebied 3 2 Aanvullingen en aandachtspunten
Nadere informatieomgevingsdienst HAAGLANDEN
Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Bescliikking 00532065 ODH-2018-00160159 2 8 JAN. 2019 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl
Nadere informatieParallelmetingen KBN-2 en JC metingen HCl Omrin, REC Harlingen
Parallelmetingen KBN-2 en JC metingen HCl Omrin, REC Harlingen 27 juni 2012 Parallelmetingen KBN-2 en JC metingen HCl Omrin, REC Harlingen Kenmerk R003-1206610ESP-srb-V01-NL Verantwoording Titel Parallelmetingen
Nadere informatieRijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Kenniscentrum InfoMil Handleiding voor kleine en middelgrote stookinstallaties
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Kenniscentrum InfoMil Handleiding voor kleine en middelgrote stookinstallaties 23 januari 2017 Inhoudsopgave middelgrote stookinstallaties 3 middelgrote
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 28998 21 mei 2019 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 17 mei 2019, IenW/BSK-2019/92054,
Nadere informatieHOOFDSTUK I VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN (VOS) EN SOLVENTEN
Inhoudsopgave HOOFDSTUK I VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN (VOS) EN SOLVENTEN 9 1. Definities van VOS en solventen (organische oplosmiddelen) 9 2. Bronnen van VOS 11 3. Effecten van VOS-emissies 12 3.1. Belangrijkste
Nadere informatieNiet technisch rapport Biostoom Oostende nv
Niet technisch rapport Biostoom Oostende nv In uitvoering van Art. 5.2.3bis.1.35. Vlarem II opgemaakt ten behoeve van de toezichthoudende overheid en OVAM. Werkingsjaar 2016 Verwerkingsinstallatie: Biostoom
Nadere informatieAardgaskwaliteit en het meten van NOx-emissies
Aan PKL-leden Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving NL Milieu en Leefomgeving Prinses Beatrixlaan 2 2595 AL Den Haag Postbus 93144 2509 AC Den Haag www.rijkswaterstaat.nl Contactpersoon Wim Burgers
Nadere informatieBepaling van de stofvormige fractie van metalen in een gaskanaal
Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van lucht Bepaling van de stofvormige fractie van metalen in een gaskanaal Versie november 2015 LUC/I/002 INHOUD Inhoud 1 Toepassingsgebied 3 2 Principe
Nadere informatieten behoeve van Waddinxveense Groenrecycling Wagro BV
RIE-/BBT-TOETS ten behoeve van Waddinxveense Groenrecycling Wagro BV in het kader van een aanvraag veranderingsvergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de inrichting gelegen
Nadere informatieRegelgeving stookinstallaties vernieuwd. NEN-Infodag 4 juni Wim Burgers InfoMil
Regelgeving stookinstallaties vernieuwd NEN-Infodag 4 juni 2013 Wim Burgers InfoMil Inhoud 1. Tijdsbalk vernieuwde regelgeving stookinstallaties 2. Regelgeving 2013 3. Veranderingen meetverplichting 2
Nadere informatieOverzicht aanpassingen aan het LUC
12/11/2012 Overzicht aanpassingen aan het LUC W. Swaans en analyse van lucht (LUC)» Methoden bijgevoegd na WG van 25/10/2011 en reeds Ministerieel goedgekeurd Bepaling van het gehalte gasvormig HCN in
Nadere informatieVOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting
VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Jellice Pioneer Europe te Kapitein Antiferstraat 31 te Emmen 2 INHOUDSOPGAVE 1 OPSLAG GEVAARLIJKE STOFFEN
Nadere informatieAMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING
Ontwerpbesluit AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING Onderwerp De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) verplicht het bevoegd gezag om regelmatig te bezien of de beperkingen waaronder de vergunning
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 21373 14 november 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 31 oktober 2012, nr. IENM/BSK-2012/196587,
Nadere informatieBeste beschikbare technieken. Cathine Knijff. 29 maart 2012
Beste beschikbare technieken Cathine Knijff 29 maart 2012 Inhoud Wettelijke regeling Jurisprudentie Afdeling bestuursrechtspraak EU IED Wetsvoorstel ter implementatie IED Andere relevante wetsvoorstellen
Nadere informatieBijlage I: Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening Definitiebepalingen
Bijlage I: Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening Definitiebepalingen In deze bijlage wordt verstaan onder: a etmaal: de aaneengesloten periode van 24 uur waarover een etmaalverzamelmonster
Nadere informatieNieuwe IPPC-installaties vanaf januari 2013
Nieuwe IPPC-installaties vanaf januari 2013 Kenniscentrum InfoMil Bianca Schijven Opbouw IPPC-installatie Nieuwe categorieën Wat betekent voor omgevingsvergunning Enkele casussen 2 IPPC-installatie Definitie
Nadere informatieNaam hoofdrubriek Naam rubriek RUBRIEK (V)= Vlarem
Lijst van risicoactiviteiten met verhoogde kans om een ernstige waterbodemverontreiniging Lijst opgemaakt op basis van bijlage 1 van het Vlarebo 2008, vs 1 febr 2016 : lijst risico-inrichtingen waarvan
Nadere informatieVloeistofkerende voorzieningen
Afdeling 2.4. Bodem Algemeen 2.9 Als in een inrichting een bodembedreigende activiteit wordt verricht worden bodembeschermende voorzieningen en maatregelen getroffen waarmee een verwaarloosbaar bodemrisico
Nadere informatieActiviteitenbesluit Lucht
Activiteitenbesluit Lucht Op 1 januari 2008 is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, ofwel het Activiteitenbesluit in werking getreden. Bij het Activiteitenbesluit hoort een ministeriële
Nadere informatieAanleg parallelweg N248
Aanleg parallelweg N248 Onderzoek luchtkwaliteit Definitief Provincie Noord-Holland Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 14 juli 2014 Verantwoording Titel : Aanleg parallelweg N248 Subtitel : Onderzoek luchtkwaliteit
Nadere informatieONTWERPPROCEDURE LUC/0/001 MEETPLAATS IN HET GASKANAAL
ONTWERPPROCEDURE LUC/0/001 MEETPLAATS IN HET GASKANAAL INHOUD VLAREM II bepaling meetopeningen/meetplatform Samenvatting ontwerpprocedure LUC/0/001 Meetplaats in het afgaskanaal Reacties laboratoria op
Nadere informatieIndustriële IPPC-installaties en het Activiteitenbesluit
Industriële IPPC-installaties en het Activiteitenbesluit Schakel Activiteitenbesluit in beweging 30 november 2012 Linda van Berkel Alena Groenen Bianca Schijven Wim Burgers Dagprogramma 9.30-12.15 Sessie
Nadere informatieBepaling van het stofgehalte in een gaskanaal
Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van lucht Bepaling van het stofgehalte in een gaskanaal Versie maart 2012 LUC/I/001 INHOUD Inhoud 1 Toepassingsgebied 3 2 Aanvullingen bij de normen
Nadere informatieMODERNISERING MODELVERORDENING
MODERNISERING MODELVERORDENING In de pas lopen met technische ontwikkelingen Piet Bervoets Praktijkdag Waterheffingen 9 oktober 2018 1 Aanleiding Nieuwe techniek modelverordening verhindert toepassing
Nadere informatievan Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Team Metingen en Onderzoek
(s) waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd oofdkantoor Spoorlaan 181 5038 Tilburg Nederland Afkorting oofdlocatie Spoorlaan 181 5038 CB Tilburg Nederland Brabantlaan 1 5216 TV s-ertogenbosch
Nadere informatieMeetvoorwaarden voor productie-installaties met registratie van nuttig aangewende warmte
Meetvoorwaarden voor productie-installaties met registratie van nuttig aangewende warmte Bijlage 3 behorende bij artikel I, onderdeel O, van de Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw
Nadere informatieAgentschapNL Ministerie van Infrastructuur en Milieu. InfoMil NeR Bijlagen Digitale NeR juli 2012
AgentschapNL Ministerie van Infrastructuur en Milieu InfoMil NeR Bijlagen Digitale NeR juli 2012 9 juli 2012 Inhoudsopgave 4.1 Referenties en verwijzingen 6 4.2 Termen en definities 8 Afzonderlijke meting
Nadere informatieWijzigingen emissienormen
Inleiding Vlaremtrein Wijzigingen emissienormen Een overzicht door Brenda Mariën publicatie in BS: 7 januari 009 in werking op maart 009 wijzigingen Verschillende rubrieken Vergunningsvoorwaarden: o.a.
Nadere informatieRuud van Empel. Inspecties & Onderhoud van stookinstallaties en brandstofsystemen. Van Empel Inspecties & Advisering bv
Van Empel Inspecties & Advisering bv Postbus 31 5570 AA BERGEIJK Tel: 0497-550506 Fax: 0497-550507 E-mail: info@vanempelinspecties.com Website: www.vanempelinspecties.com Inspecties & Onderhoud van stookinstallaties
Nadere informatiePROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A
ONDERWERP Luchtkwaliteitsonderzoek REC Harlingen storing 12 november 2018 DATUM 20 november 2018 PROJECTNUMMER C05055.000169 ONZE REFERENTIE 083725337 A VAN ing. A. (Abdu) Boukich AAN Omrin Inleiding Op
Nadere informatie