NEN-EN Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij het toepassen van de NEN-EN 15259:

Transcriptie

1 Code van goede meetpraktijk van de VKL (Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen) Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet- en regelgeving, een concrete bijdrage te leveren aan het waarborgen, ontwikkelen, toepassen en in stand houden van de kwaliteit van luchtmetingen in Nederland. De vereniging behartigt tevens de gemeenschappelijke belangen van haar leden. De vereniging zal zich daarbij in het bijzonder richten op het bevorderen van: Een correcte en integrale toepassing van Europese richtlijnen en Nationale regelgeving op het gebied van luchtmetingen; Maatregelen gericht op het tegengaan van oneerlijke concurrentie als gevolg van het niet toepassen hiervan. Voor verdere informatie kunt u terecht op de VKL-website NEN-EN Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste werkwijze bij het toepassen van de NEN-EN 15259: Meetmethoden emissies van stationaire bronnen Eisen voor meetvlakken en meetlocaties en voor doelstelling, meetplan en rapportage van de meting en de NPR-CEN/TS Measurements of stationary source emissions Application of EN ISO/IEC to periodic measurement binnen de VKL. Deze werkwijze is na onderlinge afstemming binnen de technische commissie van de VKL tot stand gekomen. Dit document vervangt de CvGM 002 Meetvlakbeoordeling en CvGM 004 Rapportage CvGM-VKL 017 Versie 1.0 December 2012

2 Meetvlak en meetopeningen Over de uitvoering van de meetvlakken hebben de meetbureaus weinig invloed, zeker als de meetpunten al bestaan. De NEN-EN en CEN/TS geven duidelijk aan waaraan een meetvlak moet voldoen. Afwijkingen zullen in de rapportage vermeld worden. In hoofdstuk 4 wordt beschreven waaraan het meetvlak stromingstechnisch moet voldoen. In dit hoofdstuk worden de fysieke eisen weergegeven met betrekking tot bordes, meetopeningen en bereikbaarheid. Een meetvlak moet aan de volgende eisen voldoen: Het bordes moet voldoende groot zijn om de meetmiddelen te kunnen plaatsen en te manoeuvreren (geen over de railing hangende probes); Het bordes moet stevig genoeg zijn om 6 personen en 300 kg aan middelen te kunnen dragen; De meetmiddelen moeten veilig boven gebracht kunnen worden; Het meetbordes moet goed bereikbaar zijn (via trappen conform 15675); Voldoende aantal meetopeningen van de juiste afmetingen. In onderstaande tabel zijn de richtlijnen uit de NEN-EN voor meetbordessen gegeven. Meet- Ruimte Minimale Minimale situatie voor meet- ruimte totale opening voor ruimte (m 2 ) apparatuur (m 2 ) en beweging (m 2 ) a Niet nodig 4 4 b De in de tabel aangegeven situatie a betreft een simpele TOC-meting aan in een afgaskanaal met een diameter van 0,2 m. De in de tabel aangegeven situatie b betreft een complexe meting in een afgaskanaal met een diameter van 1,35 m waar meerdere componenten als totaalstof, rookgassen, dioxines en zware metalen gemeten moeten worden. Bij bestaande meetvlakken wordt veelal niet aan al deze eisen voldaan. In overleg met de opdrachtgever en vergunningverlener / NEa kan besloten worden om het meetvlak aan te passen of om toch te meten. De afwijkingen moeten dan wel in het rapport vermeld worden. Meetplan Achtergrond Om de metingen goed uit te kunnen voeren dient voorafgaand aan de meting een meetplan opgesteld te worden. Het meetplan bevat informatie voor de meetinstantie, het bedrijf en eventueel de handhaver over de meetmethodes en de condities waaronder de metingen uitgevoerd 2 13

3 Code van goede meetpraktijk van de VKL (Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen) dienen te worden. Indien dezelfde meting herhaald wordt, mag hetzelfde meetplan hergebruikt worden. Uitvoering Om een meetplan op te kunnen stellen dient een locatieonderzoek uitgevoerd te worden. Primair wordt bij een locatie onderzoek uitgegaan van het fysiek bezoeken van de meetlocatie. Indien de meetinstantie bekend is met de meetlocatie door eerdere bezoeken aan het bedrijf, hoeft de locatie niet fysiek bezocht te worden en kan het meetplan uit de beschikbare gegevens worden vastgesteld. Bij minder complexe metingen kan een locatieonderzoek bestaan uit het opsturen van een vragenlijst naar de klant en het bestuderen van foto s van de meetlocaties. Het meetplan dient tenminste te bevatten: Bedrijfsnaam + omschrijving; Omschrijving bronnen met elk een unieke id; 3 13 De procesomstandigheden waaronder de metingen uitgevoerd moeten worden en zijn deze omstandigheden representatief voor het bedrijf; Afspraken tussen meetinstantie en klant; Toe te passen meetmethodes en eventuele afwijkingen op de norm; Omschrijving van productieproces en meetlocatie; Projectleider van meetinstantie, personeel van klant dat bij de meting aanwezig moet zijn (bijvoorbeeld procesoperator) en hulpmiddelen (bijvoorbeeld een hoogwerker); Minimale inhoud van het rapport (zie hoofdstuk Meetrapport). De meetploeg dient bij aankomst op het bedrijf te verifiëren of de procesomstandigheden zoals die beschreven zijn in het meetplan overeenkomen met de procesomstandigheden op de meetdag. Met de emitent kan afgesproken worden dat de emitent verantwoordelijk is voor representatieve procesomstandigheden. In het rapport kan dan vermeld worden CvGM-VKL 017 Versie 1.0 December 2012

4 dat de meting onder representatieve procesomstandigheden is uitgevoerd en voor verdere informatie kan naar de emitent verwezen worden. Meetvlakbeoordeling Locatie van het meetvlak Achtergrond Ten behoeve van het uitvoeren van lucht emissiemetingen dient voorafgaand aan de metingen altijd een meetvlakbeoordeling plaats te vinden. Dit is noodzakelijk om je er van te verzekeren dat het uiteindelijk genomen monster, ook daadwerkelijk representatief is voor de uiteindelijke emissie. In deze code wordt aangegeven hoe om te gaan met de meetvlakbeoordeling ten behoeve van de volgende drie verrichtingen: De beoordeling voor het uitvoeren van debietmetingen De beoordeling voor het uitvoeren van metingen naar stof en/of stofgebonden en componenten en discontinue gasvormige metingen De beoordeling voor het uitvoeren van continue metingen naar gasvormige parameters. Naast de bovenstaande beoordelingen worden er aanbevelingen gedaan voor de locatie van het meetvlak. Deze zijn in onderstaande paragraaf opgenomen. Plaatsing van het meetvlak Voor plaatsing van het meetvlak wordt binnen de VKL verwezen naar de aanbevelingen in de normering NEN-EN betreffende situering van het meetvlak. Het meetvlak in het afgaskanaal wordt daar gekozen waar de verstoring van de gasstroom door obstakels in het kanaal (zoals bochten en afsluiters) zoveel mogelijk is afgezwakt. De concentratieverdeling over het meetvlak van de te meten component dient zo gelijk mogelijk te zijn. Een meetvlak in een verticaal kanaal is te verkiezen boven eenzelfde in een horizontaal kanaal, omdat in een horizontaal kanaal zelfs bij hoge gassnelheden zich stof kan afzetten en er gemakkelijk ongelijkmatige stofverdelingen kunnen ontstaan. Voor uitvoering van debiet- en stofgebonden metingen dient het meetvlak zich in een recht leidinggedeelte te bevinden van minstens 7 maal de hydraulische diameter (Dh), om een voldoende 4 13

5 Code van goede meetpraktijk van de VKL (Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen) Parameter Gassnelheid Richting gasstroom Fluctuaties drukverschil per meetpunt Dynamische en statische druk Verdeling gassnelheid Richting Temperatuurafwijkingen Voldoende aantal assen Criterium > 5 m/s en < 50 m/s < 15 t.o.v. lengteas van kanaal < 24 Pa P > 5 Pa Afwijking gemiddelde snelheid per as < 5% van het totale gemiddelde Geen negatieve luchtsnelheden < 5% van het gemiddelde Afhankelijk van diameter Stof- en Stofgebonden metingen en discontinue gasvormige metingen homogene gassnelheidsverdeling in het meetvlak te hebben. Het meetvlak dient zich op een afstand te bevinden van 5Dh na een verstoring in boven genoemd recht leidinggedeelte. Wordt gemeten in een schoorsteen dan dient de minimale afstand tot de uitstroomopening van de schoorsteen eveneens 5 Dh te zijn. Het totale rechte leidingwerk dient dus in dit geval 10 Dh te bedragen. Door het uitvoeren van metingen kan worden vastgesteld of de plaats van een meetvlak geschikt is voor het uitvoeren van een emissiemeting. Indien er niet aan de gestelde criteria wordt voldaan zullen de optredende afwijkingen en de invloed van deze afwijkingen (een mogelijk grotere meetonnauwkeurigheid) aan de opdrachtgever worden gemeld. Debietmetingen Een meetvlak is geschikt voor uitvoering van een debietmeting als het aan onderstaande criteria uit de ISO voldoet. Voor stofvormige en stofgebonden componenten is de verdeling praktisch nooit gelijkmatig in verband met de massatraagheid van deeltjes (een en ander is afhankelijk van de snelheidsverdeling van het meetvlak en de deeltjesgrootteverdeling). Een meetvlak is geschikt voor het uitvoeren van metingen naar stofgebonden componenten indien het aan de onderstaande criteria uit de NEN-EN voldoet. Parameter Gassnelheid Richting gasstroom Criterium V > 2 m/s < 15 t.o.v. lengteas van kanaal Verdeling gassnelheid Vmax / Vmin < 3 Richting Voldoende aantal assen Geen negatieve luchtsnelheden Afhankelijk van diameter Stof- en stofgebonden metingen dienen isokinetisch en getraverseerd te worden uitgevoerd. Indien er aërosolen (druppels) in het kanaal voorkomen dienen de discontinue metingen naar gasvormige componenten ook isokinetisch en traverserend te worden uitgevoerd. Indien er geen druppels in 5 13 CvGM-VKL 017 Versie 1.0 December 2012

6 het kanaal aanwezig zijn behoeven de discontinue metingen niet isokinetisch uitgevoerd te worden. Indien er uit een homogeniteitsbeoordeling conform NEN-EN tevens is vastgesteld dat er sprake is van een homogene verdeling mogen de discontinue metingen naar gasvormige componenten op 1 punt uitgevoerd worden. Continue gasvormige metingen De meetvlakbeoordeling wordt uitgevoerd conform NEN-EN Beoordeling Bij continue gasvormige metingen dient er tevens aan de criteria voor debietmetingen voldaan te worden. Bij de beoordeling conform NEN-EN kan een vast referentiepunt gebruikt worden. Indien mogelijk zal het meetsysteem van de opdrachtgever als referentiepunt gebruikt worden bij de meetvlakbeoordeling. Afhankelijk van de concentratieverdeling zijn de volgende 3 situaties mogelijk: De metingen kunnen op een willekeurig punt in het meetvlak uitgevoerd worden. De metingen dienen op een bepaald referentiepunt te worden uitgevoerd; De metingen dienen getraverseerd te worden. Traversemetingen De traversemetingen met de continue monitoren worden uitgevoerd m.b.v. verwarmde lans i.v.m. mogelijke condensatie van het afgas op het moment dat de lans ver uit het kanaal steekt. De meting vindt minimaal 2 minuten per traversepunt plaats. Alleen mogelijk bij voldoende grote meetopeningen en nodig bij kanalen groter dan 0,35 m. Traverse metingen mogen met 1 meetsysteem uitgevoerd worden. In dat geval worden eerst traversemetingen met 1 systeem uitgevoerd. Vervolgens wordt de meting op een vast punt uitgevoerd. Indien er sprake is van inhomogeniteit en Up o s Uperm dan moet de meetvlakbeoordeling alsnog met 2 onafhankelijke meetsystemen worden uitgevoerd. Bijzondere situaties Naast de bovengenoemde standaard situaties zijn er verschillende omstandigheden waarbij sprake is van een bijzondere situatie. Een bijzondere situatie kan vragen om een aangepaste strategie op basis van inzicht en ervaring. 6 13

7 Code van goede meetpraktijk van de VKL (Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen) De strategie dient voorafgaand aan de metingen overlegd te worden met de opdrachtgever en het bevoegde gezag. Indien gebruik wordt gemaakt van het meetsysteem van de opdrachtgever dient aandacht te worden besteed in de rapportage aan de gehanteerde meetonzekerheid. Voorbeelden van bijzondere situaties zijn: Lage concentraties Bij concentraties van 10% van de EGW is een meetvlakbeoordeling niet noodzakelijk. Metingen na een denox-installatie In deze gevallen is de kans groot op het voorkomen van inhomogeniteit en fluctuatie in concentraties ten gevolge van de ammoniak inspuiting. Bij voorkeur vinden hier traversemetingen plaats. Metingen in grote kanalen (> 2, 5 m) Indien de meetopeningen in het kanaal tegenover elkaar zijn gesitueerd, wordt er per as vanaf twee kanten gemeten. Indien dit niet mogelijk is zullen enkel de haalbare traversenpunten worden gemeten. Metingen in een kanaal waarin een aantal stromen samenkomen In deze gevallen is het mogelijk dat de beide stromen ongemengd het afgaskanaal verlaten. Bij voorkeur vinden hier traversemetingen plaats. Ook kan ervoor gekozen worden het aantal meetpunten te verhogen om een beter beeld van de concentratieverdeling te krijgen. Metingen bij hoge temperaturen (T > 500 C) Indien het mogelijk is zal de meetapparatuur uit veiligheidsoverwegingen aangesloten worden op het meetsysteem van de opdrachtgever. Metingen bij hoge druk Indien het mogelijk is zal de meetapparatuur uit veiligheidsoverwegingen aangesloten worden op het meetsysteem van de opdrachtgever of van een speciaal daarvoor door de opdrachtgever aangebrachte meetvoorziening. Metingen in sterk fluctuerende afgasstromen In deze gevallen wordt er een voldoende snelle traversemeting uitgevoerd bij de beoordeling van de geschiktheid van het meetvlak. Indien blijkt dat er sprake is van een inhomogene verdeling zal tijdens de uitvoering van de werkelijke metingen een 2 e meting van een component op een vast punt plaatsvinden om een beeld van de procesfluctuaties te krijgen. Metingen in kanalen met (grote) onderdruk In dit soort kanalen is het eerste meetpunt aan de rand van het kanaal meestal niet representatief door het in lekken van buiten. Kleine variatie in concentratie bij de referentiemeting Als er maar een kleine variatie in concentratie optreed bij de referentiemeting, is de kans op afkeur van het meetvlak volgens de NEN- EN groot. Als oplossing kan gekeken worden naar de concentratie gecorrigeerd voor zuurstof. Indien de variatie in het meetvlak kleiner is dan de meetonnauwkeurigheid (s), dan wordt het meetvlak als homogeen beschouwd CvGM-VKL 017 Versie 1.0 December 2012

8 De frequentie van uitvoering van een meetvlakbeoordeling zal in overleg met de opdrachtgever en het bevoegde gezag worden vastgelegd. Ter info Hieronder wordt het compendium van VITO aangaande de uitvoering van de meetvlakbeoordeling weergegeven. Homogeniteit conform Compendium lucht emissiemetingen VITO Veronderstelde homogeniteit: Een meetsectie mag zonder verdere testen als homogeen worden beschouwd als voldaan wordt aan alle onderstaandevoorwaarden: de meetsectie voldoet aan de afstandsregels voor stofgehaltebepaling en/of debietmeting (*) met diameter tot maximaal 1,10 m en er is slechts één bron aangesloten. (*) De afstandsregels dienen minstens gerespecteerd voor de toevoer van lucht of van verschillende gasstromen, voor de uitstroom naar de atmosfeer en voor bochten stroomopwaarts het meetpunt. Andere verstoringen kunnen voor de homogeniteit van gassen als minder relevant worden beschouwd. Een ventilator kan bijv. de homogeniteit verbeteren, maar indien niet voldaan aan de afstandsregels, dient dit aangetoond. Vermoeden van niet-homogeniteit: Indien niet aan alle bovenstaande voorwaarden is voldaan, dus bij minder gunstige ligging van de sectie dan door de normen voor stofgehaltebepaling of debietmeting wordt voorgeschreven, bij horizontale kanalen, grotere diameters (> 1,10 m) of meerdere bronnen op hetzelfde kanaal aangesloten is er een vermoeden van niet-homogeniteit en dient de homogeniteit te worden aangetoond. Vastlegging beoordeling meetvlak Na vaststelling van de geschiktheid van het meetvlak (homogeniteitbepaling) zullen de meetresultaten en de hierbij gevoerde bedrijfsvoering (info van opdrachtgever) worden gedocumenteerd door de meetinstantie en aan de opdrachtgever worden overhandigd. Bij toekomstige continue gasvormige metingen op dezelfde locatie bij onveranderde bedrijfsvoering zal er geen uitgebreide geschiktheidbeoordeling plaatsvinden, maar kan worden volstaan met een verwijzing naar de al uitgevoerde beoordeling. Enkel indien er sprake is van wijzigingen in meetvlak of de bedrijfsvoering zal de uitgebreide geschiktheidbeoordeling opnieuw worden uitgevoerd. 8 13

9 Code van goede meetpraktijk van de VKL (Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen) Rapportage Achtergrond Rapportages van emissiemetingen dienen te voldoen aan eisen die worden gesteld in normen, het bevoegde gezag en de klant. Vanuit de PKL is een rapportageformat opgesteld met de minimale eisen voor de inhoud van een meetrapport. Dit rapportageformat is in bijlage 2 van dit document opgenomen. Hieronder zijn nog aanvullende eisen aan de rapportage beschreven. Kwaliteit In het rapport dient te worden aangegeven welke metingen onder accreditatie zijn uitgevoerd. Tevens dient te worden vermeld of er is afgeweken van de geldende normen met inbegrip van de reden en welke consequentie dit 9 13 heeft voor de meetonzekerheid. Indien er werkzaamheden zijn uitbesteed dient dit te worden opgenomen in het rapport. Meetonnauwkeurigheden Per te toetsen parameter dient een uitspraak gedaan te worden ten aanzien van de meetonnauwkeurigheid voor het 95% betrouwbaarheidsinterval. Toetsing en beschouwing In het rapport dient te worden aangegeven of de metingen voldoen aan de gestelde eisen. Mogelijk dient er in een beschouwing een deskundigen oordeel gegeven te worden ten aanzien van bijvoorbeeld: spreiding in getallen, de invloed van afwijkingen op de norm etcetera. CvGM-VKL 017 Versie 1.0 December 2012

10 Bijlage 1 Meetvlak Key 1 measurement point 2 measurement line 3 measurement plane 4 measurement port 5 clearance area 6 measurement site 7 manual sampling train 8 measurement section 9 outlet section 10 inlet section Symbols d internal duct diameter 10 13

11 Key a) top view b) front view A measurement line, measurement plane S measurement port S1 reference method S6 HCI, total carbon, water-vapour AMS S2 reference method S7 reference method S3 dust AMS (optical head) S8 volume flow AMS (transmitter) S3a dust AMS (reflector) S8a volume flow AMS (reciever) S4 SO 2, NO, O 2 AMS S9 temperature S5 reference method S9a pressure 11 13

12 Bijlage 2 Rapportageformat Informatie in projectdossier NEN EN ISO NEN EN NEN EN O2 NEN EN Vocht NEN EN Rapport Titel X A X Nummer X A X Auteur X A X Verantwoordelijke goedkeuring/vrijgave X A X Paraaf goedkeuring/vrijgave X A X Projectdossier Projectdossiernummer X A X Meetinstantie X X X X A X Adres X X O Opdracht Opdrachtgever X X X A X X Locatie X X A X X Contactpersoon X O Meetplan Bedrijf X X X X X X X X A X X Adres X X X X A X Installatie X X X X X X X X X X A X X Identificatie meetplaats X X X X X X X X X X X X X X X X X A X Beschrijving meetplaats X X X X X X X X X X X X X A X Procesbeschrijving X X X X X X X X X X X X A X Bestrijdingstechniek X X X X X X X X A X Meetdoel X X X X X X X A X X Procescondities tijdens metingen X X X X X X X X X X X X X X A X Te registreren procescondities X X A X Verwachtte rookgascondities (T,p, vocht, snelheid) X X X X X V X Verwachte rookgassamenstelling X V Aantal (deel)metingen X X X X X X X X X X A X Meetduur (deel)metingen X X X X X X X X X X X A X Te meten rookgasparameters A X Te meten componenten X X A X Meetnormen/ -methoden X X X X X X X X X X X X X X X X A X Accreditatie X A X Uitvoering Datum/tijd metingen X X X X X X X X X X X X X X X X A X X Betrokken medewerkers X X X X V X X X X A X Gebruikte apparatuur X X X V X X X X X X A X - type X X X V X X X X A X - identificatie (apparatuur die gekalibreerd wordt) X X X V X X X X X X A X - meetonzekerheid instrument X X X O X X X X X O - calibratiecertificaten O X O - gegevens sonde X X X V X X V V X - gegevenes monsternameleiding (materiaal en temperatuur) X V X X X X V X - meetrange X X V X X X A X Resultaten lektest X X X X V X Bemonsteringstijden X X X X X A X Afwijkingen t.o.v. meetplan X X X X A X Onderbouwing afwijking t.o.v. meetplan X X A X Bijzonderheden tijdens de metingen (check norm) X O Afwijkingen t.o.v. normen X X X X X X X X X X X X X X X X A X Meetvlak Meetvlak (vorm en afmetingen) X X X A X Meetvlakbeoordeling X X X A1 X Aantal monsternamepunten (traversepunten) X X X X X A X Resultaat concentratieprofielmeting V V X Resultaat rookgassnelheid- en temperatuurmeting X X A X Monsternamestrategie X X X X X X X A X Debiet metingen druk X X X X X X X V X afgastemperatuur X X X X X X X V X vochtgehalte X X X X X X X V X rookgasdichtheid X X X V snelheid X X X X X X X V X Continue metingen Monsterconditionering X V X X V X Uitgevoerde controles met controlegas X V X X X V X Referentie naar de ruwe meetgegevens X O NO2-converterrendement X V X Gebruikte ijkgassen (kwaliteit en concentratie) X X X X V X Gecorrigeerde meetgegevens X V V V V X A X Stof- en andere niet continue metingen Nozzles X X X V V V V V V2 X Gasmetertemperatuur X O Druk gasmeter X O Filtermateriaal X X X X V X Filtertemperatuur tijdens monstername X X O Absorptiemiddel / Adsorptiemiddel V X X X V V V X Monstervolume X X X X X X V X X V X Monsternemingsdebiet X X X O Isokinetiek factor over monstername X X X X X X X V X Identificatie monsters V V V V X V X V X Filterconditionering voor weging X O Gewicht stof op filter X V X Gewicht stof in spoelvloeistof X V X Analyse resultaat X X X X V V V X V X V X Vangstrendement X X X X V X X X V X Resultaten blanco's X X X X X V V V V X SO2 NEN EN SO2 NEN ISO 7935 NOx NEN EN CO NEN EN FID NEN EN Stof NEN EN Dioxinen NEN EN zware metalen NEN EN kwik NEN EN HCl NEN EN 1911 HF NEN ISO NH3 NEN 2826 Geur NEN EN debiet ISO VKL afspraak Samenvatting voorstel VKL Hoofdtekst/bijlage 12 13

13 Vervolg rapportageformat Bedrijfsgegevens Procescondities (werkelijk conform meetplan) X X X X X X X X X X X X A X Veranderingen in proces tijdens metingen X X X X X X X X A X Bedrijfsmetingen Bedrijfsmetingen O2, H2O, T, etc X V X Datum en start- en eindtijd deelmetingen X A X Beschrijving analyser(s) X V X Meetprincipe analyser(s) X V X Meetgrootheden X V X Meetrange X V X Meetplaats X V X Resultaten Gemiddelde gemeten concentraties (standaard conditie) X X X X X X X X X X X X X X X X X X A X X Berekeningsmethoden X X O Meetonzekerheid X X X X X X X X X X A X Beoordeling meetresultaten X X A X X Beoordeling representativiteit procesvoering in vergelijking tot het meetplan X X A X Specifieke rapportageverplichtingen Kalibratiefunctie bedrijfsmeetsysteem X V X X Geldig kalibratiebereik X V X X Variabiliteitstest X V X X Kalibratiegrafiek met kalibratiebereik X V X Resultaten laatste functionele test X V X Beoordeling resultaten QAL3 AST V X Voorverdunningen bij geur X V X Datum en tijd olfactometrische bepalingen X V X Gebruikte referentie bij geur X O Aktuele bemonsteringscondities bij geur X V X Analyse certificaten uitbestede analyses in rapport V V V V V V V V V X 1) Indien meetvlakbeoordeling niet zelf wordt gedaan dan verwijzing naar rapportage van een ander meetbureau en toevoege n copie relevante bladzijde v2 BIJ ISOKINETISCHE MONSTERNAME A Altijd in iedere rapportage O Opvraagbaar (in projectdossier) V Rapporteren voor de betreffende norm X Uit de norm 13 13