De effecten op de lange termijn van de Interapy behandeling van paniek via het internet

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De effecten op de lange termijn van de Interapy behandeling van paniek via het internet"

Transcriptie

1 De effecten op de lange termijn van de Interapy behandeling van paniek via het internet

2 Inhoudsopgave Abstract 2 Inleiding 3 Eerder onderzoek naar de Interapy behandeling van paniek 5 Methode 6 Deelnemers 6 Metingen van de effecten 8 Exploratieve metingen 11 Statistische verwerking 12 Resultaten 14 Deelnemers 14 Effecten 15 Effectgrootte 16 Klinische relevantie 17 RCT-completers en RCT-drop-outs 18 Exploratie 18 Medicijngebruik 18 Psychotherapie 20 Kwaliteit van de werkalliantie 21 Evaluatie 23 Opmerkingen deelnemers 28 Discussie 30 Respons 30 Klachtenafname houdt stand 30 Nabehandelingen 31 RCT-completers en RCT-drop-outs 32 Controlegroep 33 WAV 33 Evaluatie 34 Literatuur 36 Bijlagen 39 1

3 Abstract Interapy biedt intensieve behandelvormen van psychische klachten via het internet. Eén van de geprotocolleerde behandelingen van Interapy is een kortdurende behandeling van paniek. Deze bestaat onder andere uit exposure, uitdagen van automatische gedachten en ontspanningsoefeningen. De behandeling is eerder onderzocht met een gerandomiseerd, gecontroleerd onderzoek. Er werden grote effecten gevonden op de korte termijn (Lange et al., 2007). Het onderhavige artikel behandelt het onderzoek naar de effecten op de lange termijn, drie jaar na aanvang van de behandeling. Aan deze langetermijn follow-up namen 46 personen deel door vragenlijsten in te vullen. Dit was 79 procent van de 58 benaderde deelnemers. De vermindering van de klachten had stand gehouden en had zich bij de vermijdingsklachten zelfs nog verder doorgezet. De blijvende verbetering is niet veroorzaakt door nabehandelingen. 2

4 Inleiding Het internet speelt in de geestelijke gezondheidszorg een steeds grotere rol. Mensen kunnen online ontdekken of ze voldoen aan de criteria van een psychische stoornis, contact leggen met lotgenoten en zelfs chatten met hulpverleners. Nederland lijkt koploper op het gebied van de zogenoemde e-therapie. Een recent voorbeeld is het programma Mentaal Vitaal dat het Trimbos-instituut in samenwerking met de GGZ en universiteiten opzet voor de preventie en behandeling van depressie (Riper et al., 2007). Voordelen van deze vorm van hulpverlening zijn het grote bereik, de anonimiteit en de lagere kosten. Behandelingen via internet zijn uitermate geschikt voor mensen die minder mobiel zijn of weinig tijd hebben om te reizen. De anonimiteit kan de drempel om hulp te zoeken verlagen. Gebruik van protocollen kan de kosten drukken: het reduceert personeelskosten en kan het aantal deelnemers laten toenemen, wat zorgt voor kortere wachtlijsten. Een nadeel kan zijn dat cliënten het contact met de hulpverlener onpersoonlijk vinden zonder face-to-face contact. Voor het behandelen van paniekstoornis via het internet is een aantal behandelingen effectief gebleken. Carlbring et al. (2001) ontwikkelden een programma met beperkt therapeutcontact per . De nadruk lag op zelfhulp. Hoofdbestanddelen van deze behandeling waren onder andere psycho-educatie en cognitieve herstructurering. Op bijna alle effectmaten lieten de cliënten significante verbeteringen zien. In later onderzoek van Carlbring et al. (2005) werd geconcludeerd dat de eerder beschreven behandeling even effectief is als tien individuele sessies cognitieve gedragstherapie. De within effectgrootte (Cohen s d) was hoog voor de internetgroep met.78 en ook voor de face-to-face therapiegroep (.99). Klein en Richards (2001) onderzochten een internetbehandeling van paniekstoornis van één week. Dit was een zelfhulpprogramma waarbij vooral informatie werd verschaft. De behandelgroep liet op de korte termijn een grotere vermindering van onder andere paniekaanvallen en vermijding zien dan de controlegroep, die alleen paniekklachten registreerde. In een onderzoek van Klein, Richards en Austin (2006) werden deelnemers aan een cognitieve gedragstherapie voor paniekstoornis op internet (met enig contact met een therapeut) vergeleken met deelnemers die geen begeleiding kregen, maar alleen een handleiding met 3

5 cognitieve gedragstherapie (in boekvorm), of informatie via internet. De internetbehandeling met begeleiding door de therapeut bleek het meest effectief. Deze effecten waren bij de follow-up na drie maanden nog aanwezig. Interapy heeft veel ervaring met behandelingen geheel via internet en volgens een protocol. Er is veel begeleiding van de hulpverlener; de behandeling is te vergelijken met een face-to-face behandeling. Interapy heeft ook een behandeling van paniekklachten ontwikkeld. Deze is onderzocht met een gerandomiseerd, gecontroleerd onderzoek en succesvol gebleken (Lange et al., 2007). De behandelde groep ging significant meer vooruit dan de controlegroep. Er waren vooral flinke between effectgrootten bij de dagelijkse registratie van paniekaanvallen (tussen d =.8 en d = 1.4). Ook na zes weken bleek de behandeling nog effectief. In de onderhavige studie is onderzocht of deze kortetermijneffecten nog in stand zijn, drie jaar na aanvang van de behandeling. In het eerdere onderzoek van de Interapy behandeling van paniek waren er drie meetmomenten: de voormeting direct voorafgaand aan de behandeling, de nameting direct volgend op de behandeling en de follow-up na zes weken. In het huidige onderzoek wordt een meetpunt toegevoegd: de langetermijn follow-up. Door het klachtenniveau bij voor- en nameting te vergelijken met dat bij de langetermijn follow-up is onderzocht in hoeverre er terugval dan wel verdere vooruitgang is. Logischerwijs is te verwachten dat de personen die de behandeling toentertijd hebben afgemaakt (RCT-completers), meer hebben geprofiteerd van de behandeling, dus blijvend meer vooruit zijn gegaan dan degenen die de behandeling niet hebben afgemaakt (RCT-drop-outs). Dit wordt onderzocht. Uit langetermijn follow-up onderzoeken naar de Interapy behandeling van posttraumatische stress (Lange, Van de Ven, Schrieken, & Emmelkamp, 2004), depressie (Krips & Van Hinsberg, 2006) en burn-out (Verstraten, Lange, & Lith, 2006) bleek dat personen die na Interapy een andere behandeling hebben gevolgd of medicijnen hebben gebruikt, gemiddeld meer klachten hadden bij de langetermijn follow-up. In de onderhavige studie wordt daarom exploratief onderzocht of er een verschil is in klachtenafname tussen de voormeting en de langetermijn follow-up, tussen de personen met en zonder een aanvullende behandeling. We zijn geïnteresseerd of een hogere beoordeling van de samenwerkingsrelatie samenhangt met een grotere klachtenafname. Daarom wordt exploratief onderzocht of de vroege beoordeling van de werkalliantie een predictor is voor het klachtenniveau bij de nameting en op de lange termijn. Ook wordt 4

6 onderzocht of de samenwerkingsrelatie bij de nameting een predictor is voor het klachtenniveau op de lange termijn. Hiervoor wordt eerst onderzocht of deze meting wel betrouwbaar is, door de nameting en de langetermijn follow-up van de werkalliantie te correleren. Met behulp van correlaties wordt onderzocht of er samenhang is tussen de beoordeling van de samenwerking door behandelaar en cliënt. Ten slotte wordt onderzocht of de cliënten bij deze langetermijn follow-up nog even tevreden zijn over de behandeling als tijdens de postmeting en of de tevredenheid van de cliënten over de behandeling bij de nameting en de langetermijn follow-up samenhangt met het klachtenniveau bij de langetermijn follow-up en met de beoordeling van de samenwerkingsrelatie. Het eerdere onderzoek naar de Interapy behandeling van paniek: de RCT Deelnemers aan het gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek (Lange et al., 2007) werden eerst gescreend om te zien of ze aan de inclusie- dan wel exclusiecriteria voldeden. Als screening werden onder andere de suïciderisico-vragenlijst, de Whiteley Index (om hypochondrie uit te sluiten) en de Angst Screeningslijst (om obsessief-compulsieve stoornis, sociale en specifieke fobie uit te sluiten) afgenomen. Er werden 58 personen toegewezen aan een vaste behandelaar. De 27 personen in de behandelconditie werden direct behandeld en de 31 in de wachtlijstconditie startten de behandeling na elf weken. De behandelaar en de cliënt hadden alleen contact via de gestructureerde website; er was geen face-to-face contact. Alleen in noodgevallen was er telefonisch of contact. De deelnemers doorliepen het behandelprotocol van zeven modules, waaronder bewustwording door schrijven, ontspannen, uitdagen van automatische gedachten en exposure. De groep deelnemers bestond voor 72 procent uit vrouwen. Ze hadden al gemiddeld negen jaar last van paniekaanvallen. Ongeveer de helft van de deelnemers scoorde op de meting van paniekstoornis met de Panic Disorder Symptom Scale Self Report (PDSS-SR) boven de klinische cut-off score. Van de 58 deelnemers maakten 44 personen de behandeling af. Zij worden in het onderhavige artikel RCTcompleters genoemd. Veertien personen vulden wel de voormeting in maar begonnen niet aan de behandeling of vielen halverwege uit. Zij worden met RCT-drop-outs aangeduid. De analyses in het RCT-onderzoek zijn uitgevoerd over alle 58 deelnemers. Bij gebrek aan nametingscores van de RCT-drop-outs, werden hun voormetingscores bij de analyse ook gebruikt als nameting. 5

7 Methode Deelnemers De 58 personen die deelnamen aan het eerdere onderzoek zijn weer benaderd, zowel de RCT-completers die de behandeling afmaakten, als de RCT-drop-outs die voortijdig stopten met de behandeling. In de mail/brief is aan iedereen gevraagd om vragenlijsten in te vullen op een voor dit doel gebouwd deel van de Interapy website. Bij het schrijven van de brief is veel aandacht besteed aan het zo goed mogelijk motiveren tot deelname. Er is geen controlegroep, waardoor in dit onderzoek geen causale relaties kunnen worden gelegd. Hierop komen we terug in de discussie. De benaderde personen kregen in hun mail of brief een unieke inlogcode en wachtwoord om in een beveiligde omgeving de vragenlijsten digitaal in te vullen. Er werd op de volgende manier contact opgenomen: 1. Er werd een gestuurd. 2. Personen van wie het mailadres niet meer klopte kregen de mail in briefvorm. 3. Personen die na een week niet op de mail hadden gereageerd, kregen een herinneringsmail. 4. Personen die niet reageerden op de herinneringsmail kregen na een week een brief. 5. Personen die vier à vijf weken na het versturen van de eerste nog niet hadden gereageerd werden opgebeld met het verzoek alsnog binnen twee weken mee te doen. 6. Personen die telefonisch hadden beloofd de vragenlijsten in te vullen maar dit na twee weken niet hadden gedaan, kregen nog een herinneringsmail. 7. Wie dan nog niet reageerde werd gebeld met de vraag om telefonisch een aantal vragen te beantwoorden over het aantal paniekaanvallen, medicijngebruik of psychotherapie na de Interapy behandeling en tevredenheid over de behandeling. In onderstaande flowchart is uitgewerkt hoeveel mensen in welk stadium reageerden op het verzoek om mee te doen. 6

8 Flowchart: overzicht van deelname 58 personen krijgen 11 personen vullen de vragenlijsten in 37 personen van wie het mailadres wel werkt maar die niet reageren krijgen een herinneringsmail 10 personen van wie mailadres niet meer werkt krijgen brief 3 personen vullen in 11 personen vullen in, 1 half 26 personen die niet reageren op de herinneringsmail krijgen een brief 8 personen vullen nu de vragenlijsten in 9 personen vullen nu de vragenlijsten in 25 personen (7 van wie het mailadres niet werkte en 18 die niet reageerden op de herinneringsmail) reageren niet op de extra brief en worden gebeld 7 personen die hun telefonische belofte niet nakomen, krijgen een herinneringsmail 3 personen willen niet meedoen, 1 van hen beantwoordt telefonisch een aantal vragen 7 beloven deelname maar doen het niet 6 personen zijn telefonisch onbereikbaar, onder wie de persoon die eerder de lijst half invulde 4 personen vullen alsnog in 3 personen die niet op deze mail reageren worden gebeld 1 persoon beantwoordt een aantal vragen 2 personen zijn nu onbereikbaar 53 personen worden bereikt 46 vullen de vragenlijsten geheel in 7 zijn bereikbaar maar doen niet mee (van wie 1 half) 7

9 In totaal konden dus 53 van de 58 benaderde personen worden bereikt, van wie er 46 de lijsten geheel invulden. Zeven personen werden wel bereikt, maar vulden de lijst (niet geheel) in: Twee personen wilden niet meewerken omdat ze de periode van de paniekklachten achter zich wilden laten en er niet meer aan herinnerd wilden worden. Eén persoon vulde de lijst half in en stopte omdat hij het invullen te lang vond duren. Hij was wel bereid een aantal vragen telefonisch te beantwoorden. Eén persoon vulde de lijsten gedeeltelijk in, maar kon telefonisch niet worden bereikt. Eén persoon kon telefonisch worden bereikt en beantwoorde ook een aantal vragen per telefoon. Twee personen beloofden deelname, maar konden later niet meer telefonisch worden bereikt. De telefonische gegevens zijn voor zover mogelijk meegenomen in de analyses. Metingen van de effecten Er werd gevraagd onderstaande vragenlijsten in te vullen. PDSS-SR-II De Panic Disorder Symptom Scale Self Report (PDSS-SR) wordt gebruikt voor het vaststellen van de ernst van een paniekstoornis. De PDSS-SR wordt in dit onderzoek beschouwd als hoofdmaat, net als in het RCT-onderzoek (Lange et al., 2007). De zelfrapportagevragenlijst van zeven items meet de belangrijkste kenmerken van een paniekstoornis zoals angst gedurende en frequentie van paniekaanvallen. Voor de Nederlandse versie van de PDSS-SR ligt de cut-off score op 8 en is de interne consistentie α =.96 (Van der Meer & Burgerhout, 2004). Uit een usability onderzoek van de Interapy behandeling van paniek bleek dat de Nederlandse bewerking van de lijst tot ergernis en verwarring leidde bij de Responders (Van Tienhoven, 2005). Daarom is er in het genoemde RCT-onderzoek gewerkt met de herziene PDSS-SR II, die bondiger is geformuleerd (Lange et al., 2007). Deze versie wordt ook in het huidige onderzoek gebruikt (zie bijlage 1). 8

10 Vragenlijst Recente paniekklachten De vragenlijst Recente paniekklachten is ontwikkeld voor dit onderzoek als variant op het elektronische dagboek dat deelnemers tijdens de voor- en nameting van het RCT-onderzoek bijhielden. In het dagboek legden cliënten een week lang dagelijks hun paniekaanvallen en de intensiteit daarvan vast. In de RCT-studie werd deze maat als meest rechtstreekse en daarom belangrijkste uitkomstmaat gezien. Om de deelnemers aan het huidige onderzoek niet te zwaar te belasten is niet gevraagd om dagelijks de paniekaanvallen bij te houden, maar om terug te kijken naar het aantal paniekaanvallen dat men de afgelopen week heeft gehad. Om in te kunnen schatten of het gaat om een paniekaanval volgens de DSM-criteria, wordt ook gevraagd de symptomen aan te geven. Met deze gegevens kan het aantal full-blown paniekaanvallen worden geteld. De vragenlijst Recente paniekklachten wordt beschouwd als een hoofdmaat en bestaat uit vijf vragen (zie bijlage 2). Deze vragenlijst levert een retrospectieve schatting op en kan dus niet één op één worden vergeleken met de data van het elektronische dagboek. Bovendien bleek uit een onderzoek van De Beurs et al. (1992) dat patiënten het aantal paniekaanvallen dat ze de afgelopen week hebben gehad veel hoger inschatten dan de continue registratie aangeeft, soms zelfs 100 procent. Omdat er voor de vragenlijst Recente paniekklachten geen cut-off is, wordt onderzocht hoeveel mensen een score van nul paniekaanvallen hebben en bij hoeveel mensen de klachten vijftig procent afnamen. Dit percentage werd ook aangehouden in de RCT-studie (Lange et al., 2007). MI-A De Mobily Inventory (Chambless, Caputo, Jasin, Gracely, & Williams, 1985) meet vermijding van situaties en activiteiten wanneer men alleen of samen is met een vertrouwde persoon. De MI wordt net als in het RCT-onderzoek beschouwd als hoofd-effectmaat. Er zijn twee subschalen van agorafobische vermijding: de MI-A (alleen) en de MI-S (samen). Er wordt onder andere gevraagd naar open ruimten en reizen met bepaalde vervoersmiddelen. Om de Responders niet te veel te belasten is in dit onderzoek alleen gebruik gemaakt van de MI-A. De vermijding wanneer men met een vertrouwde metgezel is, leek voor dit onderzoek minder van belang en bovendien een minder streng criterium. Het deel over het aantal en ernst van de paniekaanvallen van de afgelopen tijd is weggelaten, omdat deze informatie terugkomt in de 9

11 vragenlijst Recente paniekaanvallen. Het deel over de actieradius waarbinnen men durft te reizen is weggelaten omdat het belang hiervan voor het huidige onderzoek niet opwoog tegen de belasting door het aantal vragen. De interne consistentie van de alleen -subschaal is goed met een alfa van.94. De test-hertestbetrouwbaarheid is respectievelijk r =.76 en de cut-off score 2.18 (Lange et al., 2007). DASS De Depressie Angst Stress Schaal is de Nederlandse vertaling en bewerking van de Engelstalige Depression Anxiety Stress Scale (Lovibond & Lovibond, 1993). De lijst bestaat uit drie subschalen voor depressie, angst en stress. De DASS bestaat uit 42 vragen (14 per subschaal). Responders moeten aangeven in hoeverre de uitspraken de afgelopen week van toepassing waren, bijvoorbeeld Ik voelde me somber en zwaarmoedig. De DASS-schalen depressie en stress worden in het onderhavige onderzoek gebruikt als maat van algeheel psychisch functioneren, de angst-subschaal wordt gebruikt als hoofdeffectmaat. De interne consistentie voor de subschalen is α =.95 voor de depressieschaal,.90 voor de angstschaal en.93 voor de stress-schaal voor een niet-klinische populatie en respectievelijk α =.97,.94 en.95 voor een klinische populatie. De testhertestbetrouwbaarheid is goed met respectievelijk.73,.89 en.79 (De Beurs et al., 2001). Evaluatie vragenlijst De evaluatie vragenlijst is speciaal ontwikkeld voor dit langetermijn follow-up onderzoek (zie bijlage 3). Hiermee is onderzocht hoe men drie jaar later de behandeling van paniek beoordeelt op het gebied van begeleiding en ervaren (subjectief) effect. De lijst bestaat uit acht vragen. Deze vragen hoeven alleen te worden beantwoord wanneer de vraag Heb je de Interapy behandeling toentertijd afgemaakt? met ja is beantwoord, omdat deze vragen voor RCT-drop-outs niet of moeilijk te beantwoorden zouden zijn. 10

12 Exploratieve metingen Andere behandelingen In de vragenlijst Andere behandelingen (bijlage 4) geeft de cliënt informatie over medicijngebruik en andere behandelingen die men eventueel na de Interapy behandeling heeft gevolgd. De lijst bestaat uit tien vragen, onder andere of men een andere behandeling voor de paniekklachten heeft gevolgd en of men ooit medicijnen wegens paniekklachten voorgeschreven heeft gekregen door een arts, psycholoog of psychiater. De deelnemers hebben daarnaast nog de mogelijkheid om in een open antwoordscherm te vertellen wat ze van de Interapy behandeling vonden. Werkalliantie Vragenlijst De Werkalliantie Vragenlijst (WAV) (Vervaeke & Vertommen, 1996) meet de samenwerkingsrelatie tussen de cliënt en de therapeut. De lijst bestaat uit drie categorieën: de bandschaal (de emotionele band met de behandelaar), de doelschaal (overeenkomst over de doelen) en de taakschaal (overeenkomst over de taken). Het instrument is beschikbaar als hulpverlenerversie en als cliëntversie. De betrouwbaarheid van de vragenlijst is goed met een alfa van.93 voor de cliëntversie en.87 voor de hulpverlenerversie (Horvath & Greenberg, 1989). De elf behandelaren die betrokken waren bij het RCT-onderzoek zijn in dit onderzoek weer benaderd om de hulpverlenerversies van de WAV in te vullen. Negen van hen gaven hier gehoor aan; zij vulden voor 29 cliënten de lijsten in. De eerste meting van de WAV in het RCT-onderzoek was na module 1 (schrijven). Op dat moment was er tweemaal contact geweest met de behandelaar. De WAV is ook afgenomen in de nameting. In de huidige studie is de WAV afgenomen met de vragen in de verleden tijd. Uit onderzoek van Horvath en Symonds (1991) en Cook en Doyle (2002) bleek dat er een gemiddelde relatie bestaat tussen een goede werkrelatie en positieve therapie-uitkomst. Daarbij was de beoordeling door de cliënt een betere voorspeller dan die door de therapeut. Een werkalliantie kan volgens Cook en Doyle even goed via internettherapie, als via face-to-face therapie tot stand komen. Zij melden dat de vroege werkrelatie een betere voorspeller is voor de therapie-uitkomst dan de gemiddelde scores van de werkalliantie gedurende de gehele behandeling, of de score gemeten op de helft van de behandeling. Naar schatting kostte het de deelnemers ongeveer vijftien tot twintig minuten per persoon om deze vragenlijsten in te vullen. Na hun deelname konden ze als dank 11

13 twee artikelen op de site lezen. De ene was het wetenschappelijke artikel over de Interapy behandeling van paniek van Lange et al. (2007) zoals verschenen in het tijdschrift Dth, de ander een interview van het tijdschrift Viva met een vrouw met paniekklachten die de Interapy behandeling heeft gevolgd. Statistische verwerking De verschillen tussen de klachten bij de voormeting en de langetermijn follow-up zijn getoetst met t-toetsen voor gepaarde waarnemingen. Deze berekeningen zijn uitgevoerd voor de RCT-completers. Er is eenzijdig getoetst. Overal is een significantieniveau van α =.05 aangehouden. Ook is gekeken naar de verandering tussen de nameting en de langetermijn follow-up. Het verschil in klachtenafname tussen de RCT-completers en de RCT-drop-outs is berekend met t-toetsen voor onafhankelijke waarnemingen. Hier is tweezijdig getoetst. De effectgrootten (Cohen s d) zijn berekend. Hiermee wordt het gestandaardiseerde verschil tussen voormeting en de langetermijn follow-up bedoeld. Dit wordt berekend door het gemiddelde van de voormeting minus de langetermijn follow-up te delen door de standaarddeviatie van de voormeting. Een effectgrootte is klein wanneer d =.2, gemiddeld bij d =.5 en groot vanaf d =.8 (Cohen, 1988). Per persoon is nagegaan of er vooruitgang is geboekt tussen de voormeting en de langetermijn follow-up, en of deze afname van het klachtenniveau niet aan toeval is toe te schrijven. De betrouwbare verandering (reliable change RC) is bepaald met de formule van Jacobson en Truax (1991): RC = (x followup x pre)/ S diff. Wanneer de vooruitgang betrouwbaar is, kan de klinische vooruitgang worden beoordeeld. Er is klinische vooruitgang wanneer een deelnemer met een klinische score bij de voormeting in de langetermijn follow-up onder de cut-off scoort. Exploratief is voor alle RCT-completers onderzocht of er verschil was in klachtenafname tussen de groep die een nabehandeling had gevolgd (door een arts voorgeschreven medicijnen of psychotherapie) en de groep die niet was nabehandeld. Dit is onderzocht met t-toetsen voor onafhankelijke waarnemingen. Er werd tweezijdig getoetst. Er is exploratief onderzocht of de beoordeling van de werkalliantie is gerelateerd aan therapie-uitkomst. Dit is gedaan met behulp van partiële correlaties tussen de WAV-score en het klachtenniveau bij de nameting en langetermijn follow- 12

14 up. Hierbij is gecorrigeerd voor het beginniveau van de klachten. Aan de hand van correlaties is onderzocht of de score op de WAV nameting samenhangt met de WAV langetermijn follow-up. Daarnaast is aan de hand van correlaties onderzocht in hoeverre de beoordeling van de samenwerkingsrelatie door de cliënt overeenkomt met die door de behandelaar, beide bij de nameting en langetermijn follow-up. Er is gekeken naar de tevredenheid over de behandeling drie jaar na aanvang en er is geanalyseerd of er samenhang is tussen tevredenheid over de behandeling en het klachtenniveau. Hiervoor zijn de partiële correlaties tussen scores op evaluatievragen en de effectmaten bij de nameting en de langetermijn follow-up berekend. Er is gecorrigeerd voor het beginniveau van de klachten. Er is onderzocht in hoeverre de tevredenheid van cliënten bij de nameting samenhangt met de tevredenheid bij de langetermijn follow-up, door het berekenen van correlaties tussen scores op evaluatievragen. Uiteindelijk is onderzocht in hoeverre de tevredenheid bij de nameting en langetermijn follow-up samenhangt met de beoordeling van de werkalliantie bij de nameting en langetermijn follow-up door het berekenen van correlaties. 13

15 Resultaten Deelnemers In totaal zijn 53 van de 58 benaderde personen bereikt. Van hen vulden er 46 de lijsten geheel in. Dit waren 13 mannen (28 procent) en 33 vrouwen (72 procent). In totaal is dit 79 procent van het oorspronkelijke aantal deelnemers en 87 procent van de bereikte personen. Van de 46 deelnemers aan het huidige onderzoek waren 36 personen toentertijd RCT-completers en 10 RCT-drop-outs. Daarnaast vulden nog twee RCT-drop-outs de lijsten half in. Er is gecontroleerd of er verschillen bestaan tussen de mensen die wel meededen aan het huidige onderzoek (Responders) en degenen die niet hebben meegedaan (Non-Responders). Deze groepen zijn vergeleken aan de hand van het al dan niet hebben afgemaakt van de behandeling (RCT-completer of RCT-drop-out), sekse, ernst van de klachten bij de nameting en tevredenheid over de behandeling bij de nameting. Voor de ernst van de klachten werden de scores op de PDSS-SR nameting vergeleken. Tevredenheid is vastgesteld met een gemiddeld tevredenheidscijfer van de nameting. Dit werd als volgt samengesteld: de score op de evaluatievraag over tevredenheid dat het contact uitsluitend via internet verliep de score op de evaluatievraag over tevredenheid over de begeleiding van de therapeut het gemiddelde van de cijfer die men aan de zeven modules van de behandeling gaf In Tabel 1 is per variabele de verdeling van de groepen Responders en Non- Responders weergegeven in percentages en in Tabel 2 in gemiddelde scores. Tabel 1 Verdeling van respons door de benaderde deelnemers in percentages. Benaderde deelnemers (n=58) Responders % Non-Responders % RCT-completers RCT-drop-outs 86 * 14 Man Vrouw * Hier zijn ook de personen meegerekend die de lijsten half hadden ingevuld 14

16 Tabel 2 Gemiddelde scores van klachten en tevredenheid van Responders en Non-Responders. Benaderde deelnemers Responders (n=36) M Non-Responders (n=8) M PDSS-SR nameting Tevredenheid Zoals te zien is in Tabel 1 deden relatief ongeveer evenveel RCT-completers als RCTdrop-outs mee aan het de langetermijn follow-up, en evenveel mannen als vrouwen. In Tabel 2 is te zien dat Responders en Non-Responders gemiddeld ongeveer even tevreden waren over de behandeling. Het verschil in klachtenniveau tussen de Responders en Non-Responders lijkt wat verder uit elkaar te liggen, maar dit verschil bleek bij nadere analyse niet significant. Het hebben afgemaakt van de behandeling, sekse, klachtenniveau bij nameting en tevredenheid hebben dus geen significante invloed gehad op het al dan niet meedoen aan het langetermijn follow-up onderzoek. Effecten In Tabel 3 staan de gemiddelde scores op de hoofdeffectmaten van de RCTcompleters die de voor-, nameting en de lange termijn follow-up hebben ingevuld. (Voor de tabel met daarin per meetmoment alle RCT-completers: zie tabel 3a bijlage 7.) Tabel 3 Gemiddelde scores en effectgroottes van RCT-completers op de hoofdeffectmaten (n = 36). Voormeting Nameting Langetermijn follow-up Effectmaat M (SD) M (SD) d M (SD) d t of z p* PDSS-SR 8.1 (5.1) 4.1 (3.1) (4.7) <.0005 aantal 1.7 (2.1) 0.5 (1.5) (1.5) paniekaanvallen** intensiteit van paniekaanvallen 4.0 (2.2) 2.0 (1.8) (2.7) MI-A 2.5 (1.1) 2.0 (0.9) (0.8) <.0005 DASS angst 12.4 (8.6) 4.8 (4.5) (5.8) <.0005 * De t-, z- en p-waarden hebben betrekking op de toetsing van voormeting en langetermijn follow-up ** Voor het aantal paniekaanvallen in de vragenlijst Recente paniekaanvallen werd de Wilcoxon-toets gebruikt, de non-parametrische variant van de gepaarde t-toets. 15

17 Uit de resultaten blijkt dat de afname van de klachten die te zien was bij de nameting, zich heeft doorgezet op de lange termijn. Analyse van de data bevestigt dat de klachtenafname tussen de voormeting en de langetermijn follow-up significant is op de lange termijn op alle hoofd-effectmaten. Met uitzondering van het aantal paniekaanvallen en de DASS angst liggen de gemiddelde klachtenscores van de langetermijn follow-up onder die van de nameting. Er is dus geen terugval. Op de MI- A is er zelfs een verdere verbetering tussen de nameting en de langetermijn follow-up (t(35)= 2.3, p =.03) (tweezijdig getoetst). De scores op de effectmaten van algemeen psychisch functioneren zijn weergegeven in Tabel 4. Tabel 4 Gemiddelde scores en effectgroottes van de RCT-completers op kenmerken van algemeen psychisch functioneren (n = 35). Voormeting Nameting Langetermijn follow-up Effectmaat M (SD) M (SD) d M (SD) d t p* DASS depressie 9.7 (8.5) 3.2 (4.0) (6.9) DASS stress 13.9 (8.9) 6.8 (5.1) (5.5) <.0005 * De t-, z- en p-waarden hebben betrekking op de toetsing van voormeting en langetermijn follow-up. Ook uit deze resultaten blijkt dat de klachtenafname stand heeft gehouden. De gemiddelde klachten bij de langetermijn follow-up liggen flink onder die van de voormeting. Analyse van de data laat zien dat deze klachtenafname tussen de voormeting en de langetermijn follow-up op de maten van algemeen psychisch functioneren significant is. Bij de DASS depressie lijkt het gemiddelde klachtenniveau bij de langetermijn follow-up iets hoger te liggen dan bij de nameting, maar nadere analyse wijst uit dat dit verschil niet significant is. Ook hier is er dus geen terugval. Effectgrootte De effectgrootten (Cohen s d) in Tabel 3 en 4 wijzen uit dat de effecten bij de langetermijn follow-up gemiddeld tot groot zijn, variërend tussen 0.5 (aantal paniekaanvallen) en 1.1 (intensiteit van de paniekaanvallen). De tabel laat zien dat, vergeleken met de nameting, de effectgrootten alleen bij de DASS depressie zijn 16

18 gedaald van groot (0.8) naar gemiddeld (0.6). De effectgrootten op de andere maten zijn grotendeels hetzelfde gebleven of zelfs iets toegenomen. Klinische relevantie Voor de RCT-completers werd onderzocht of hun klachtenafname op de lange termijn klinisch relevant en betrouwbaar is. Hiervoor werd berekend hoeveel personen van boven naar onder de cut-off scores gingen en of de klachtenafname per individu groter was dan aan het toeval is toe te schrijven (reliable change). Omdat voor de vragenlijst Recente paniekklachten geen psychometrische eigenschappen bekend zijn, kon hier geen betrouwbare verandering worden berekend, maar alleen de klinische vooruitgang bepaald. In Tabel 5 staan de percentages personen die zowel betrouwbare als klinisch relevante vooruitgang hebben geboekt sinds de voormeting. Tabel 5 RCT-completers in de klinische range die klinisch en betrouwbaar zijn verbeterd. Effectmaat Klinische range Klinisch en betrouwbaar verbeterd n n % PDSS-SR aantal paniekaanvallen 20 16* 80* MI-A DASS angst * Bij het aantal paniekaanvallen gaat het alleen om klinische verbetering De tabel laat zien dat op de PDSS-SR maar liefst 74 procent van de klinische groep als genezen kan worden beschouwd. Bij de vragenlijst Recente paniekklachten rapporteerden van de 20 RCT-completers die bij de voormeting minstens één fullblown paniekaanval per week hadden, nu 14 personen nul paniekaanvallen. Twee personen meldden minimaal 50 procent minder paniekaanvallen. Op de MI-A ging 53 procent van de klinische groep klinisch en betrouwbaar vooruit. Op de DASS angst kan 64 procent als blijvend genezen worden beschouwd. 17

19 RCT-completers en RCT-drop-outs Om te controleren of de scores van de RCT-completers bij aanvang van de behandeling niet al afweken van de scores van de RCT-drop-outs, werden gepaarde t- toetsen uitgevoerd. Daaruit bleken bij de voormeting geen significante verschillen te bestaan tussen de groepen. Om te controleren of de RCT-completers relatief meer vooruit zijn gegaan dan de RCT-drop-outs, zijn de verschilscores tussen de voormeting en de langetermijn follow-up met elkaar vergeleken. De verschilscore is de score van de voormeting minus de score van de langetermijn follow-up. Een hoger getal duidt dus op een grotere klachtenafname. De scores worden weergegeven in Tabel 6. Tabel 6 Gemiddelde verschilscores van RCT-drop-outs (n=10) en RCT-completers (n=36). RCT-drop-outs RCT-completers Effectmaat M (SD) M (SD) t of u p PDSS-SR 2.3 (6.2) 4.4 (5.5) aantal 0.9 (1.0) 1.1 (2.0) paniekaanvallen* intensiteit van 3.2 (2.7) 2.4 (3.5) paniekaanvallen MI-A 0.3 (0.5) 0.7 (0.6) DASS angst 5.9 (10.5) 7.5 (8.7) DASS depressie 4.0 (8.8) 4.9 (8.3) DASS stress 6.8 (10.3) 7.2 (7.8) * Voor het aantal paniekaanvallen in de vragenlijst Recente paniekaanvallen werd de Mann Whitney U-toets gebruikt, de non-parametrische variant van de onafhankelijke t-toets aangezien de data niet normaal zijn verdeeld. In de tabel is te zien dat de gemiddelde klachtenafname van de RCT-completers op bijna alle maten groter is dan bij de RCT-drop-outs. Uit analyse van de verschilscores blijkt echter dat dit verschil tussen de groepen alleen bij de MI-A significant is: de RCT-completers zijn meer vooruit gegaan. Exploratie Medicijngebruik Van de groep RCT-completers zijn vijf personen na het afronden van de Interapy behandeling begonnen met het gebruik van psychofarmaca voor paniekklachten. De anderen gebruikten geen medicijnen, of waren al voor de Interapy behandeling 18

20 begonnen met het gebruik van psychofarmaca. Er is onderzocht of er verschil is in klachtenafname tussen voormeting en langetermijn follow-up tussen de personen die na de behandeling medicijnen gingen gebruiken en de andere RCT-completers. In Tabel 7 zijn de verschilscores weergegeven tussen de twee meetmomenten bij de medicijngebruikers en de anderen. Tabel 7 Gemiddelde verschilscores van degenen die na Interapy zijn begonnen met medicijnen (n=5) en de niet-gebruikers (n=31). Verschilscore Medicijnen Anderen M (SD) M (SD) t of u p PDSS-SR 0.8 (7.9) 5.0 (5.0) aantal 1.6 (2.3) 1.0 (2.0) paniekaanvallen* intensiteit van 0.4 (2.4) 2.8 (3.6) paniekaanvallen MI-A 0.7 (0.6) 0.7 (0.6).2.87 DASS angst 1.8 (13.6) 8.5 (7.6) DASS depressie -0.8 (10.8) 5.8 (7.6) DASS stress 7.8 (11.2) 7.1 (7.4).2.86 * In deze tabel is bij de anderen ook de persoon opgenomen die telefonisch een vraag beantwoordde over het aantal paniekaanvallen. Wanneer deze niet wordt meegerekend zijn de cijfers als volgt: M =.9; SD = 2.0; u = 64.5; p =.63. Voor de vragenlijst Recente paniekklachten is getoetst met de Mann Whitney U-test. De personen die na de behandeling medicijnen gaan gebruiken, hebben op de PDSS- SR, intensiteit van de paniekaanvallen, DASS angst en DASS depressie gemiddeld een kleinere klachtenafname dan de mensen die geen medicatie hebben gebruikt. De verschilscores van het aantal paniekaanvallen en de DASS stress zijn bij de medicijngebruikers juist weer wat hoger. Analyse wijst uit dat deze verschillen niet significant zijn. Personen die na de Interapy behandeling medicijnen hebben gebruikt die door een arts zijn voorgeschreven zijn dus niet significant meer of minder zijn vooruitgegaan dan de mensen die geen medicatie hebben gebruikt. Deze resultaten duiden erop dat de verbeteringen tussen de voormeting en de langetermijn follow-up niet zijn veroorzaakt door medicijngebruik na de behandeling. Bij de groep anderen is ook een persoon meegenomen die tíjdens de behandeling is begonnen met medicijngebruik. Wanneer deze zou worden meegerekend bij de medicijngebruikers wordt hun gemiddelde verschilscore iets hoger, maar de verschillen tussen de groepen blijven niet significant. Wanneer de 19

21 persoon niet zou worden meegerekend die alleen telefonisch een vraag beantwoordde over het aantal paniekaanvallen, verandert er weinig aan de resultaten. Psychotherapie Zes personen hebben na de Interapy behandeling van paniek een psychotherapeutische behandeling gevolgd. Net als voor het medicijngebruik is ook hier onderzocht of er verschil is in klachtenafname tussen voormeting en langetermijn follow-up tussen de nabehandelde en de niet nabehandelde groep. In Tabel 8 staan de gemiddelde verschilscores van deze twee groepen. Tabel 8 Gemiddelde verschilscores van de groep met (n=6) en zonder psychotherapienabehandeling (n=30). Verschilscore Psychotherapie Geen psychotherapie M (SD) M (SD) t of u p PDSS-SR 5.3 (9.8) 4.2 (4.5).3.80 aantal paniekaanvallen* 1.3 (2.3) 1.0 (2.0) intensiteit van 1.5 (2.6) 2.6 (3.6) paniekaanvallen MI-A 0.9 (0.8) 0.7 (0.6).6.54 DASS angst 5.5 (14.7) 7.9 (7.3).6.71 DASS depressie 4.0 (13.2) 5.1 (7.3).3.78 DASS stress 10.3 (10.2) 6.6 (7.3) * In deze tabel is bij de groep geen psychotherapie ook de persoon opgenomen die telefonisch een vraag beantwoordde over het aantal paniekaanvallen. Wanneer deze niet wordt meegerekend zijn de cijfers als volgt: M =.9; SD = 1.9; u = 83.5; p =.88. Voor de vragenlijst Recente paniekklachten is getoetst met de Mann Whitney U-test. Ook hier blijkt uit de tabel dat de gemiddelde klachtenafname bij sommige effectmaten groter is bij de groep die psychotherapie heeft gevolgd, en bij andere effectmaten bij de groep die geen nabehandeling heeft gehad. Analyse wijst uit dat de verschillen tussen de groepen personen niet significant zijn. De personen die na de Interapy behandeling psychotherapie hebben gevolgd, zijn dus niet significant meer of minder vooruitgegaan dan de mensen die niet werden nabehandeld. De resultaten duiden erop dat de verbeteringen tussen de voormeting en de langetermijn follow-up niet zijn veroorzaakt door nadere psychotherapeutische behandeling. Wanneer de 20

22 persoon die alleen telefonisch een vraag beantwoordde over het aantal paniekaanvallen niet zou worden meegerekend, verandert er weinig. Kwaliteit van de werkalliantie De scores op de Werkalliantevragenlijst (WAV) kunnen per subschaal liggen tussen de 4 en 28, waarbij een hoge score een positief oordeel over de werkalliantie weergeeft. In Tabel 9 staat de gemiddelde beoordeling van de werkalliantie door de RCT-completers die aan de langetermijn follow-up deelnamen. In Tabel 10 staat de beoordeling van de werkalliantie door de behandelaar. Tabel 9 Gemiddelde scores per subschaal van RCT-completers (n = 35). Eerste meting Nameting Langetermijn follow-up WAV cliënt M (SD) M (SD) M (SD) Subschaal band 24.1 (2.3) 25.1 (2.2) 24.3 (3.6) Subschaal doel 21.8 (3.2) 24.8 (3.0) 23.6 (3.5) Subschaal taak 21.6 (3.2) 25.0 (2.1) 23.6 (2.9) De gemiddelde scores bij de langetermijn follow-up liggen hoger dan bij de eerste meting, maar iets lager dan bij de nameting. Uit de analyse blijkt dat bij de subschalen doel- en taakovereenkomst de scores bij de langetermijn follow-up significant hoger zijn dan bij de eerste meting (t(33)= 2.6, p =.01) en (t(33)= 3.2, p =.01). Bij de subschaal taak was de score bij de nameting significant hoger dan bij de langetermijn follow-up (t(32)= 2.1, p <.05). Hierbij werd tweezijdig getoetst. Tabel 10 Gemiddelde scores per subschaal van de behandelaars (n = 29) over de RCTcompleters. Eerste meting Nameting Langetermijn follow-up WAV behandelaar M (SD) M (SD) M (SD) Subschaal band 23.3 (2.9) 25.2 (2.3) 23.9 (3.8) Subschaal doel 23.1 (2.7) 24.4 (2.7) 23.1 (5.0) Subschaal taak 21.9 (3.0) 24.4 (2.5) 22.6 (3.3) 21

23 Gemiddeld beoordeelden de behandelaars de werkrelatie bij de langetermijn followup ongeveer even positief als bij de eerste meting. Ook hier lag de score bij de nameting iets hoger. Uit de analyse blijkt dat er tussen de eerste meting en de langetermijn follow-up geen significante verschillen zijn bij de beoordeling van de samenwerkingsrelatie door de behandelaren. Tussen de nameting en de langetermijn follow-up was alleen bij de taakschaal het verschil significant (t(25)= 3.4, p =.01). Er is getoetst of er samenhang bestaat tussen de beoordeling van de werkrelatie van de eerste meting en het klachtenniveau tijdens de nameting en de langetermijn follow-up. Dit is berekend met partiële correlaties tussen de WAV-scores en scores op de PDSS- SR bij de nameting en de langetermijn follow-up, gecorrigeerd voor de PDSS-SR voormeting. De resultaten laten zien dat er geen significante correlatie is tussen de beoordeling van de werkalliantie door de cliënt of de behandelaar en het klachtenniveau. De beoordeling van de werkalliantie bij de eerste meting kan dus niet worden gezien als een predictor voor het klachtenniveau bij de nameting of langetermijn follow-up. Om te kunnen controleren of de WAV-score van de nameting samenhangt met een grotere klachtenafname bij de langetermijn follow-up, is eerst onderzocht of deze WAV-meting wel betrouwbaar is. Daarom zijn de correlaties tussen de nameting en de langetermijn follow-up berekend voor zowel de cliënt als de behandelaar. Dit is te zien in Tabel 11. Tabel 11 Correlatie tussen de WAV-scores op de nameting en de langetermijn follow-up Cliënt (n=35) Behandelaar (n=29) Effectmaat r r WAV totaal Subschaal band.42*.14 Subschaal doel.24.38* Subschaal taak.25.44* * = significant bij α = 0.05 ** = significant bij α =

24 Deze resultaten laten zien dat er alleen een significant verband is tussen de beoordeling van de werkalliantie op de twee meetmomenten bij de WAV cliënt band-, WAV behandelaar doel- en behandelaar taakschaal. De correlaties zijn niet overtuigend hoog. De WAV lijkt geen stabiele retrospectieve maat te zijn. Het is dus niet mogelijk om de samenhang tussen de WAV-nameting en de klachtenafname bij de langetermijn follow-up af te leiden. Er is onderzocht of de beoordeling van de werkalliantie door de cliënt en door de behandelaar bij de langetermijn follow-up samenhangen. Deze correlaties bleken rond de nul te liggen voor zowel de gehele schaal als de subschalen. Bij de nameting was er wel correlatie tussen de beoordeling door de cliënt en de behandelaar, namelijk bij de WAV totaal (r =.36, significant bij α = 0.05) en de WAV subschaal taak (r =.39, significant bij α = 0.01), maar het gaat ook hier weer om weinig overtuigende getallen. Evaluatie Er is onderzocht of er een verband bestaat tussen de tevredenheid over de behandeling vlak erna en drie jaar na aanvang van de behandeling. In Tabel 12 worden de correlaties getoond tussen de scores op de evaluatievragen bij de nameting en de langetermijn follow-up. Niet alle evaluatievragen van de nameting en de langetermijn follow-up waren hetzelfde. Voor deze analyse zijn de vier vragen uit beide metingen gekozen die qua inhoud het meest overeenkwamen. Dit zijn de vragen over: tevredenheid dat het contact uitsluitend via internet verliep de mate waarin het contact met behandelaar als persoonlijk werd ervaren de geschatte invloed die de behandeling heeft op het huidige omgaan met paniekklachten het aanbevelen van de behandeling aan anderen. De vragen over de invloed van de behandeling en het aanbevelen van de behandeling zijn bij de nameting op nominaal niveau beantwoord en bij de langetermijn follow-up ordinaal, dus nu moeilijk te vergelijken. Daarom zijn de scores eerst omgezet naar nominaal niveau, waarbij de cijfers 1 tot en met 5 telden als nee en de cijfers 6 tot en met 10 als ja. 23

25 Tabel 12 Correlaties tussen de evaluatievragen van de RCT-nameting en langetermijn followup (n = 32) Correlaties Contact via internet Contact persoonlijk Invloed in praktijk Aanbevelen * = significant bij α = 0.05 ** = significant bij α = 0.01 r r r r.52**.70** De resultaten in Tabel 12 laten zien dat er zowel voor de tevredenheid over het contact via internet als over de aard van het contact een significante samenhang bestaat tussen de nameting en langetermijn follow-up. Maar over de invloed van de behandeling in de praktijk en het aanbevelen van de behandeling lijkt men bij de langetermijn follow-up heel anders te denken dan vlak na het afronden van de behandeling. In Tabel 13 en 14 is te zien hoe de deelnemers de Interapy behandeling van paniek drie jaar na aanvang van de behandeling beoordelen. Tabel 13 Gemiddelde evaluatiescores van de RCT-completers (n=36) Vraag Langetermijn follow-up M (SD) Hoe tevreden ben je over het feit dat er uitsluitend contact via internet was met je behandelaar? 1 = heel ontevreden 10 = heel tevreden 8.4 (1.7) Hoe vaak heb je nog wel eens je toekomstplan/ persoonlijke gebruiksaanwijzing teruggelezen? Vond je dit nuttig? 1 = helemaal niet 10 = heel nuttig Vind je dat de deelname aan het onderzoek nog invloed heeft op de manier waarop je omgaat met paniekklachten? 1 = helemaal niet 10 = heel veel Zou je de Interapy behandeling van paniek aan iemand anders aanraden? 1 = zeker niet 10 = zeker 4.3 (4.6) 7.7 (2.2) 7.7 (1.8) 8.9 (1.5)* 24

26 * Deze vraag is wel aan de RCT-drop-outs gesteld. Zij gaven een gemiddeld cijfer van 5.7 (SD = 2.5, n = 10). De RCT-drop-outs en RCT-completers komen daarmee op een gezamenlijk cijfer van 8.2 (SD = 2.2, n = 45). Tabel 14 Evaluatiescores van de RCT-completers (n=36) in percentages. Vraag Antwoord Langetermijn follow-up % n Heb je het contact met je behandelaar als persoonlijk ervaren? Ja Nee Heb je face-to-face gesprekken met je behandelaar gemist? Ja Nee Heb je na deelname aan het Interapy onderzoek nog behoefte gehad aan contact met je behandelaar? Ja Nee Heb je nog wel eens je toekomstplan/persoonlijke gebruiksaanwijzing teruggelezen? Ja Nee Gemiddeld is men zeer tevreden over de behandeling, die het cijfer 8.4 krijgt. Ook zou men de behandeling aan anderen aanraden (8.9). Opvallend is dat men drie jaar later nog vindt dat de behandeling redelijk veel invloed heeft op de manier waarop nu wordt omgegaan met paniekklachten (7.7). Een deelnemer zegt in het open antwoordscherm veel baat te hebben bij Interapy: Ik heb heel veel aan de behandeling gehad, ik ben nu nagenoeg klachten vrij. Ik ervaar nog wel eens lichte angst maar dit is zelden en alleen in - voor mij - stressvolle situaties of stressvolle perioden in mijn leven. ( ) Ik heb vóór Interapy psychotherapie-behandelingen en medicatie gehad, maar dit had niet het gewenste effect. Interapy was voor mij echt de uitkomst omdat ik ongestoord, zonder schaamte al mijn gevoelens en symptomen kon beschrijven. De aanpak van Interapy is erg praktisch, wat voor mij ideaal was en mij geholpen heeft. Ik ben blij en dankbaar dat ik nu elke dag zonder paniekaanvallen kan leven, het heeft mijn leven enorm verbeterd. Bijna iedereen (92 procent) heeft het contact met de behandelaar als persoonlijk ervaren. Bij de postmeting vlak na de behandeling was dit 81 procent. Het ging hier toen wel om een iets grotere groep (n = 42). Een ruime meerderheid (69 procent) heeft het face-to-face contact niet gemist. Slechts een kwart van de deelnemers had na de behandeling nog wel contact gewild met de behandelaar. Eén van hen zei daarover: 25

27 Ik denk dat het voor een aantal mensen prettig is dat de therapie afgebouwd wordt. Nu was het klaar en had ik wel nog af en toe behoefte om mijn gal te spuwen. Misschien kan er contact blijven, maar dan eens in de zoveel tijd. Anderen benadrukten het voordeel van therapie via internet: Juist de behandeling via internet maakte voor mij de drempel minder hoog. Ik durfde meer open te zijn en de stap is minder groot dan bijvoorbeeld gesprekken met een psycholoog. Het persoonlijk behandelplan is door iets meer dan de helft (56 procent) van de deelnemers nog wel eens teruggelezen. Gemiddeld deden ze dat 4.3 keer en vonden ze het tamelijk nuttig (7.7). In Tabel 15 is te zien in hoeverre de evaluatiescores bij de nameting en de langetermijn follow-up samenhangen met het klachtenniveau bij de langetermijn follow-up, gecorrigeerd voor het klachtenniveau bij de voormeting. Tabel 15 Partiële correlaties tussen tevredenheid over de behandeling en klachtenniveau van de RCT-completers (n = 35). Contact via internet Contact persoonlijk Invloed in praktijk Aanbevelen Effectmaten langetermijn follow-up Nameting r Follow-up r Nameting r Follow-up r Nameting Follow-up r r Nameting r Follow-up r PDSS-SR * aantal paniekaanvallen intensiteit van * paniekaanvallen MI-A * ** DASS angst ** * = significant bij α = 0.05 ** = significant bij α = 0.01 De partiële correlaties in Tabel 15 wijzen uit dat alleen de vraag over de invloed van de behandeling op het omgaan met paniekklachten significante verbanden heeft met het klachtenniveau op de lange termijn. Hoe groter men deze invloed inschat, hoe 26

28 groter de klachtenafname is. Dit geldt alleen niet voor het aantal paniekaanvallen. Verder is er alleen een significant verband tussen de tevredenheid over het internetcontact en de vermijdingsmaat MI-A op de lange termijn. Tussen de klachtenniveaus bij de nameting en de evaluatievragen is er geen enkel significant verband. Deze nametingscores kunnen dus niet worden gezien als een voorspeller voor de klachtenafname drie jaar na het afronden van de behandeling. De tevredenheid over de behandeling is vergeleken met de beoordeling van de werkrelatie. In Tabel 16 staan de correlaties tussen de WAV-scores van de RCTcompleters bij de nameting en de nametingscores op de vragen over tevredenheid. In Tabel 17 staan de correlaties tussen de WAV-scores van de RCT-completers en scores op de vragen over tevredenheid, beide bij de langetermijn follow-up. Hier zijn dezelfde vragen gebruikt als in Tabellen 12 en 15. Tabel 16 Correlatie tussen de WAV-scores en de evaluatievragen bij de nameting. Nameting Contact via internet Contact persoonlijk Invloed in praktijk Aanbevelen WAV cliënt totaal.48** WAV cliënt band.47** WAV cliënt doel.32* WAV cliënt taak.44** * = significant bij α = 0.05 ** = significant bij α = 0.01 Tabel 17 Correlatie tussen de WAV-scores en de evaluatievragen bij de langetermijn follow-up. Langetermijn follow-up Contact via internet Contact persoonlijk Invloed in praktijk Aanbevelen WAV cliënt totaal **.44** WAV cliënt band **.33* WAV cliënt doel WAV cliënt taak **.57** * = significant bij α = 0.05 ** = significant bij α = 0.01 Uit Tabel 16 blijkt dat er alleen significante samenhang is tussen de nametingsscore van de WAV cliënt (totaal en de subschalen) bij de tevredenheid dat het contact 27

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Inzicht in de praktijk van online therapie. Stijn Bornewasser Behandelcoördinatie Interapy

Inzicht in de praktijk van online therapie. Stijn Bornewasser Behandelcoördinatie Interapy Inzicht in de praktijk van online therapie Stijn Bornewasser Behandelcoördinatie Interapy Inhoud Kenmerken online therapie? Welke behandelingen biedt Interapy aan? Voor wie is het geschikt (en voor wie

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

Interapy Online Psychotherapie 10 jaar Onderzoek & Praktijk. Bart Schrieken

Interapy Online Psychotherapie 10 jaar Onderzoek & Praktijk. Bart Schrieken Interapy Online Psychotherapie 10 jaar Onderzoek & Praktijk Bart Schrieken Presentatie Soorten e-mental health Onderzoek Voorbeelden praktijk Conclusies & aanbevelingen Online aanbod door GGZ in Nederland

Nadere informatie

psychologische hulp online

psychologische hulp online psychologische hulp online posttraumatische stress pathologische rouw paniekstoornis en agorafobie depressie bulimia nervosa Burn-out preventie en behandeling diagnostische screening & indicatie Geschiedenis

Nadere informatie

1 2 3 4 5 Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het nooit zelden soms meestal altijd

1 2 3 4 5 Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het nooit zelden soms meestal altijd MI 1 Naam:... Datum:... Hieronder vindt U een lijst met situaties en activiteiten. Het is de bedoeling dat U aangeeft in hoeverre U die vermijdt, omdat U zich er onplezierig of angstig voelt. Geef de mate

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

samenvatting Opzet van het onderzoek

samenvatting Opzet van het onderzoek 167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Deze studie is gepubliceerd in Directieve Therapie, 2006, 26(3), 229-241

Deze studie is gepubliceerd in Directieve Therapie, 2006, 26(3), 229-241 Langetermijneffecten van de Interapy Burnout-behandeling: de resultaten van een follow-upstudie na ruim tweeënhalf jaar Jos Verstraten 1, Alfred Lange 2 en Eva Lith 1 Deze studie is gepubliceerd in Directieve

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Periode van invullen vragenlijsten 2 december 2013 tot en met 18 juni 2014

Periode van invullen vragenlijsten 2 december 2013 tot en met 18 juni 2014 Wetenschappelijk onderzoek VoetreflexPlus behandelingen. Onderzoeksverslag voor Total Health De opleiding van Total Health leidt studenten op tot VoetreflexPlus therapeut. In het derde leerjaar van deze

Nadere informatie

MINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE

MINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE MINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE MARION SPIJKERMAN VGCT CONGRES, 13 NOVEMBER 2015 OVERZICHT Introductie Methode Resultaten Discussie Mindfulness en ACT interventies als ehealth:

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING Hoofdstuk 1 is de algemene introductie over de inhoud van dit proefschrift. Depressie en angststoornissen zijn de meest voorkomende psychische stoornissen en brengen een grote

Nadere informatie

Samenvatting. BurcIn Ünlü Ince. Recruiting and treating depression in ethnic minorities: the effects of online and offline psychotherapy

Samenvatting. BurcIn Ünlü Ince. Recruiting and treating depression in ethnic minorities: the effects of online and offline psychotherapy Samenvatting 194 Dit proefschrift start met een algemene inleiding in hoofdstuk 1 om een kader te scheppen voor de besproken artikelen. Migratie is een historisch fenomeen die vaak resulteert in verbeterde

Nadere informatie

ROM met de OQ-45. Kim la Croix, sheets: Kim de Jong. Discover the world at Leiden University

ROM met de OQ-45. Kim la Croix, sheets: Kim de Jong. Discover the world at Leiden University ROM met de OQ-45 Kim la Croix, sheets: Kim de Jong Vraag Gebruikt u op dit moment de OQ-45? a. Nee, maar ik overweeg deze te gaan gebruiken b. Ja, maar ik gebruik hem nog beperkt c. Ja, ik gebruik hem

Nadere informatie

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Autismespectrumstoornissen: ADASS Achtergrond ADASS Veelvuldig voorkomen van

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

LEVEN MET PIJN Een gerandomiseerde studie naar een online ACT-behandeling bij chronische pijn

LEVEN MET PIJN Een gerandomiseerde studie naar een online ACT-behandeling bij chronische pijn LEVEN MET PIJN Een gerandomiseerde studie naar een online ACT-behandeling bij chronische pijn Martine Veehof, Hester Trompetter, Ernst Bohlmeijer & Karlein Schreurs 28 maart 2013 Inhoud Achtergrond Online

Nadere informatie

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH) Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEID 2018

KLANTTEVREDENHEID 2018 Pagina 1 van 18 KLANTTEVREDENHEID 2018 Faas Psychologie Pagina 2 van 18 Inhoudsopgave Introductie... 4 Samenvatting... 5 Verbeterpunten... 6 Resultaten CQI 2018... 6 Bejegening... 7 1. Neemt de behandelaar

Nadere informatie

Effectiviteit van online hulpverlening

Effectiviteit van online hulpverlening 9 Effectiviteit van online hulpverlening Dr. Matthijs Blankers, dr. Tara Donker, prof.dr. Heleen Riper en drs. Frank Schalken.1 Inleiding 30. Het belang van wetenschappelijk onderzoek 30.3 Effectiviteit

Nadere informatie

Patiënt-gerapporteerde uitkomstmaten voor patiënten met een heup- of knieprothese

Patiënt-gerapporteerde uitkomstmaten voor patiënten met een heup- of knieprothese Patiënt-gerapporteerde uitkomstmaten voor patiënten met een heup- of knieprothese De NOV heeft haar leden geadviseerd om patiënt-gerapporteerde uitkomstmaten (PROMs) te meten bij alle patiënten die een

Nadere informatie

Stepped care behandeling voor paniekstoornis

Stepped care behandeling voor paniekstoornis Stepped care behandeling voor paniekstoornis Een vergelijking van een 10-weeks begeleide zelfhulp, zo nodig gevolgd door protocollaire CGT, vergeleken met TAU. M. Kampman, A.J.L.M. van Balkom, T. G. Broekman,

Nadere informatie

GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD

GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD RESULTATEN ANALYSE 2014 GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD De Rughuis Methode heeft aangetoond dat de gezondheidstoestand en kwaliteit van leven bij patiënten met chronische rugklachten enorm kan toenemen.

Nadere informatie

BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT

BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT Bijlage 4 BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT Voor een deel van de verantwoording voor het eerste halfjaar van 2016 is gebruik gemaakt van de ZelfRedzaamheid Matrix. Hieronder

Nadere informatie

Langetermijneffecten van de Interapy Burnout-behandeling: de resultaten van een follow-upstudie na ruim tweeënhalf jaar

Langetermijneffecten van de Interapy Burnout-behandeling: de resultaten van een follow-upstudie na ruim tweeënhalf jaar Dth (maart 2006) 26:116 122 DOI 10.1007/BF03060422 ARTIKELEN Langetermijneffecten van de Interapy Burnout-behandeling: de resultaten van een follow-upstudie na ruim tweeënhalf jaar Jos Verstraten Alfred

Nadere informatie

Compatibility Process Scale (ACPS). De therapeutische alliantie is gemeten met de Werk

Compatibility Process Scale (ACPS). De therapeutische alliantie is gemeten met de Werk De invloed van indicatiestelling door overleg (the Negotiated Approach) op patiëntbehandelingcompatibiliteit en uitkomst bij de behandeling van depressieve stoornissen 185 In deze thesis staat de vraag

Nadere informatie

Methode. Design. Het gaat om een gerandomiseerd gecontroleerd effectonderzoek, met pré-post metingen. Deelnemers werden aselect

Methode. Design. Het gaat om een gerandomiseerd gecontroleerd effectonderzoek, met pré-post metingen. Deelnemers werden aselect Geprotocolleerde cognitieve gedragstherapie van klinische en subklinische paniekstoornis, via het internet: de behandeling en de resultaten van een gecontroleerde gerandomiseerde trial. Alfred Lange, Jeroen

Nadere informatie

Tabellenboek bij factsheet panel Psychisch Gezien: Werk, eenzaamheid en stigma. Caroline Place Lex Hulsbosch Harry Michon

Tabellenboek bij factsheet panel Psychisch Gezien: Werk, eenzaamheid en stigma. Caroline Place Lex Hulsbosch Harry Michon Tabellenboek bij factsheet panel Psychisch Gezien: Werk, eenzaamheid en stigma Caroline Place Lex Hulsbosch Harry Michon Inhoudsopgave Algemene toelichting... 3 Legenda bij tabellen... 4 Deel 1 - Algemene

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten In dit proefschrift werd de relatie tussen depressie en het risico voor hart- en vaatziekten onderzocht in een groep

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen

Tevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen Tevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen Patiënt redelijk tevreden, maar snelheid en betrokkenheid bij behandeling kan beter Index 1. Inleiding 2. Onderzoeksmethode

Nadere informatie

Inhoud. Nieuw in de NHG Standaard Angst. Vraag 2. Vraag 1. Vraag 3. Nieuw in de NHG standaard in beleid. Nieuw?! Diagnose en beleid RCT Implementatie

Inhoud. Nieuw in de NHG Standaard Angst. Vraag 2. Vraag 1. Vraag 3. Nieuw in de NHG standaard in beleid. Nieuw?! Diagnose en beleid RCT Implementatie Inhoud Nieuw in de NHG Standaard Angst Christine van Boeijen PAO H 2012 Nieuw?! Diagnose en beleid RCT Implementatie En verder Wat hebt u geleerd? Vraag 1 Waarmee presenteert een patient met een angststoornis

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie een effectieve psychotherapie

Cognitieve gedragstherapie een effectieve psychotherapie Cognitieve gedragstherapie een effectieve psychotherapie Informatie voor mensen die hun probleem willen aanpakken 2 3 Cognitieve gedragstherapie Een effectieve psychotherapie In deze brochure kunt u lezen

Nadere informatie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het bestuderen van de aard en de mate van veranderingen op meerdere domeinen van het neurocognitief

Nadere informatie

Toepasbaarheid en effectiviteit van behandeling voor angststoornissen in de eerste lijn. Christine van Boeijen

Toepasbaarheid en effectiviteit van behandeling voor angststoornissen in de eerste lijn. Christine van Boeijen Toepasbaarheid en effectiviteit van behandeling voor angststoornissen in de eerste lijn Christine van Boeijen Indeling presentatie Welke stoornissen Vooronderzoeken Hoofdonderzoeken Implementatie Welke

Nadere informatie

PARELPRIJS VOOR PETER MEULENBEEK

PARELPRIJS VOOR PETER MEULENBEEK PARELPRIJS VOOR PETER MEULENBEEK (Foto: ZonMw) Peter Meulenbeek, universitair docent geestelijke gezondheidsbevordering bij de faculteit Gedragswetenschappen van de Universiteit Twente, kreeg donderdag

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Depressieve stoornissen zijn wijdverspreid, hebben nadelige gevolgen voor de kwaliteit van leven van patiënten en hun familieleden. Deze stoornissen worden geassocieerd

Nadere informatie

De begeleiding bij chronische angst en depressie (resultaten van de ZemCAD studie)

De begeleiding bij chronische angst en depressie (resultaten van de ZemCAD studie) Improving Mental Health by Sharing Knowledge De begeleiding bij chronische angst en depressie (resultaten van de ZemCAD studie) Jan Spijker, Maringa de Weerd, Henny Sinnema, Bauke Koekkoek, Ton van Balkom,

Nadere informatie

Patricia van Oppen De impact van depressie op de behandeling van de Obsessieve compulieve Stoornis op lange termijn

Patricia van Oppen De impact van depressie op de behandeling van de Obsessieve compulieve Stoornis op lange termijn Patricia van Oppen De impact van depressie op de behandeling van de Obsessieve compulieve Stoornis op lange termijn 9 november 2012 VU Medisch Centrum/GGZinGeest/Amsterdam Patricia van Oppen 1 Presentatie

Nadere informatie

Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting

Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting Benadering van deelnemers Deelnemers aan de cohortstudie werden bij het tweede interview benaderd volgens een zogenaamd benaderingsprotocol,

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie?

Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie? Nijmeegs Kenniscentrum Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie? Jan-Frederic Wiborg, Jose van Bussel, Agaat van Dijk, Gijs Bleijenberg, Hans

Nadere informatie

Opnameinbloemlezingenenreadersmoedigenwijaan, maarwelgraageerstevenoverleggen. Alerechtenvandeartikelenliggenbij destichtingcognitieenpsychose.

Opnameinbloemlezingenenreadersmoedigenwijaan, maarwelgraageerstevenoverleggen. Alerechtenvandeartikelenliggenbij destichtingcognitieenpsychose. Ukunternatuurlijkuitciteren,graagzelfs,maardanwel metbronvermelding.u magditartikelookruimhartig verspreidenmitshetnietvoorcommerciëledoeleindenis. Indiegevalen pasnaonzeschriftelijketoestemming. Opnameinbloemlezingenenreadersmoedigenwijaan,

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever

Nadere informatie

Stichting OOPOEH Eindrapportage over de impactmetingen in september 2015 en juni 2016

Stichting OOPOEH Eindrapportage over de impactmetingen in september 2015 en juni 2016 Stichting OOPOEH Eindrapportage over de impactmetingen in september 2015 en juni 2016 In welke mate draagt Stichting OOPOEH bij aan minder eenzaamheid onder ouderen? PwC deed twee impactmetingen Stichting

Nadere informatie

Het klinisch effect van AOT: Onderzoek in de praktijk. Jennie Wakker

Het klinisch effect van AOT: Onderzoek in de praktijk. Jennie Wakker Het klinisch effect van AOT: Onderzoek in de praktijk Jennie Wakker Symposium AOT: werkt het? Is het bewezen? AOS, Arnhem, 14 maart 2009 Titel The clinical effectiveness of breathing and relaxation therapy:

Nadere informatie

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 2015 In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 IN BEWEGING IMPLEMENTATIE VAN EEN BEST PRACTICE BINNEN HET UNO-VUMC. EINDVERSLAG INLEIDING Ouderen in woonzorgcentra

Nadere informatie

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

Wat zijn angststoornissen en hoe worden ze behandeld?

Wat zijn angststoornissen en hoe worden ze behandeld? NEDERLANDSE SAMENVATTING INTRODUCTIE Het vertrekpunt van dit proefschrift was een probleem dat in de klinische praktijk veel voorkomt. Mensen die een angststoornis hebben gebruiken vaak antidepressiva.

Nadere informatie

Vragenlijst Ervaringen met de kortdurende ambulante geestelijke gezondheidszorg of verslavingszorg

Vragenlijst Ervaringen met de kortdurende ambulante geestelijke gezondheidszorg of verslavingszorg Vragenlijst Ervaringen met de kortdurende ambulante geestelijke gezondheidszorg of verslavingszorg We willen u verzoeken enkele vragen te beantwoorden over de begeleiding of behandeling die u ontvangen

Nadere informatie

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst Nederlandse samenvatting Patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben last van recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst veroorzaken. Om deze angst

Nadere informatie

Gezinskenmerken: De constructie van de Vragenlijst Gezinskenmerken (VGK) Klijn, W.J.L.

Gezinskenmerken: De constructie van de Vragenlijst Gezinskenmerken (VGK) Klijn, W.J.L. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Gezinskenmerken: De constructie van de Vragenlijst Gezinskenmerken (VGK) Klijn, W.J.L. Link to publication Citation for published version (APA): Klijn, W. J. L. (2013).

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

EVIDENCE BASED WERKEN MET E-HEALTH: BIJ ELKE CLIËNT? PROF. DR. ANNEMIEKE VAN STRATEN

EVIDENCE BASED WERKEN MET E-HEALTH: BIJ ELKE CLIËNT? PROF. DR. ANNEMIEKE VAN STRATEN EVIDENCE BASED WERKEN MET E-HEALTH: BIJ ELKE CLIËNT? PROF. DR. ANNEMIEKE VAN STRATEN 2 Hoogleraar Klinische Psychologie VU POH- GGZ in huisartsenpraktijk 3 E-health Wat bedoel ik daarmee? 4 Uitgangspunt:

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Dit proefschrift gaat over depressie en de behandeling daarvan. Bestudeerd is of een behandeling bestaande uit de combinatie van medicatie en psychotherapie meer effectief

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

6 1 = Groot probleem; 2 = Klein probleem; 3 = Geen probleem; 99 = Missing Bereikbaarheid

6 1 = Groot probleem; 2 = Klein probleem; 3 = Geen probleem; 99 = Missing Bereikbaarheid Volwassenen cure Verslaving cure CQiv-amb Patiëntervaring Patiëntervaring Instrument Naam instrument CQ-index Kortdurende ambulante GGZ verkort Code Versie/uitgever Meetpretentie Type instrument Type respondent

Nadere informatie

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...

Nadere informatie

Hypnotherapie als behandeling van het Prikkelbaredarmsyndroom

Hypnotherapie als behandeling van het Prikkelbaredarmsyndroom Hypnotherapie als behandeling van het Prikkelbaredarmsyndroom Een pilot studie naar de behandeling door PDS-therapeuten Methode studiepopulatie 285 patiënten (leeftijd 18-65 jaar, 74% vrouw), gediagnosticeerd

Nadere informatie

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010 Programmalijn: Expeditie Durven, Delen, Doen: Onderwijs is populair, personeel is trots Jaar 3: Deelrapportage 4 Onderwijsontwikkeling Montaigne Lyceum Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) The efficacy and effectiveness of online CBT Ruwaard, J.-J. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) The efficacy and effectiveness of online CBT Ruwaard, J.-J. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) The efficacy and effectiveness of online CBT Ruwaard, J.-J. Link to publication Citation for published version (APA): Ruwaard, J-J. (2013). The efficacy and effectiveness

Nadere informatie

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Raffy Breda

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Raffy Breda Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Raffy Breda Gemeten met de CQI index Februari 2015 Samenstelling: drs. Jeroen J. Haamers, Versie: februari 2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 CQI-onderzoek; achtergrond

Nadere informatie

Kennissessie Meetinstrumenten Kennissessie meetinstrumenten. Overstappen van meetinstrument, naar welk en hoe?

Kennissessie Meetinstrumenten Kennissessie meetinstrumenten. Overstappen van meetinstrument, naar welk en hoe? Kennissessie Meetinstrumenten 09-05-2016 Kennissessie meetinstrumenten Overstappen van meetinstrument, naar welk en hoe? Besluit SBG Communicatie 29/12/2015 Per 1 juli 2016 wordt het aantal meetinstrumenten

Nadere informatie

Brief Symptom Inventory. Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG

Brief Symptom Inventory. Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG Brief Symptom Inventory Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG Kenmerken Verkorte versie van de SCL-90 53 items 9 subschalen (met 4 tot 6 items) Antwoordcategorieën: 0 4 Scoring (gemiddelde):

Nadere informatie

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Een verpleegkundige in Engeland die is gespecialiseerd in patiënten met multiple sclerose / MS voerde een informele studie uit waarbij

Nadere informatie

Brijder Verslavingszorg Hoofddorp

Brijder Verslavingszorg Hoofddorp Ons Team Ons team is zeer divers. We bestaan uit het secretariaat, psychologen, maatschappelijk werkers, sociaal psychiatrisch verpleegkundigen, cognitief gedragstherapeutisch werkers, ervaringsdeskundigen,

Nadere informatie

Stressgerelateerde stoornissen

Stressgerelateerde stoornissen Stressgerelateerde stoornissen Werkhervatting en effectiviteit Prof. dr. R.W.B. Blonk Inleiding Stressgerelateerde stoornissen Effectstudies Stressgerelateerde stoornissen Even recapituleren Volgens de

Nadere informatie

Ambulante behandeling

Ambulante behandeling Ambulante behandeling Ouderen Ambulante behandeling Mondriaan Ouderen geeft behandeling aan mensen met psychische en psychiatrische problemen vanaf de derde levensfase. Mondriaan Ouderen heeft verschillende

Nadere informatie

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden.

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden. Procedure Psychometrische en discriminerend vermogen testfase Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: PRO 04 Eigenaar: 1 Inleiding De richtlijnen en aanbevelingen voor de test naar de psychometrische en onderscheidende

Nadere informatie

KWANTITATIEF ONDERZOEK. Outcome- en follow-up onderzoek

KWANTITATIEF ONDERZOEK. Outcome- en follow-up onderzoek KWANTITATIEF ONDERZOEK Outcome- en follow-up onderzoek 15-18 i.s.m. Prof. Dr. Reitske Meganck - UGent Van 1 april 15 tot 31 maart 17 werden patiënten bij hun opname in Rustenburg bevraagd of ze wilden

Nadere informatie

(Na)zorg bewust meten

(Na)zorg bewust meten 26 Het volgen van uitbehandelde patiënten levert waardevolle inzichten op (Na)zorg bewust meten Tekst: Simone Fens, Ellis van Duist, Marjon Woudstra Qualizorg en MTCZorg zijn twee jaar geleden een initiatief

Nadere informatie

Kiezen voor Pillen of Praten?: Voorkeuren en Besluitvorming omtrent de Behandeling van Stemmings- en Angststoornissen

Kiezen voor Pillen of Praten?: Voorkeuren en Besluitvorming omtrent de Behandeling van Stemmings- en Angststoornissen Kiezen voor Pillen of Praten?: Voorkeuren en Besluitvorming omtrent de Behandeling van Stemmings- en Angststoornissen Een wetenschappelijk onderzoek naar behandelvoorkeuren, gezamenlijke besluitvorming

Nadere informatie

RAPPORT EVALUATIE GEBRUIK ONLINE KLACHTGERICHTE MINI-INTERVENTIES (SNELBETERINJEVEL.NL)

RAPPORT EVALUATIE GEBRUIK ONLINE KLACHTGERICHTE MINI-INTERVENTIES (SNELBETERINJEVEL.NL) RAPPORT EVALUATIE GEBRUIK ONLINE KLACHTGERICHTE MINI-INTERVENTIES (SNELBETERINJEVEL.NL) Voor de periode 26-09-2016 tot 01-02-2017 Februari 2017, Trimbos-instituut. ACHTERGROND Het ministerie van VWS is

Nadere informatie

Brief Symptom Inventory. Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG

Brief Symptom Inventory. Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG Brief Symptom Inventory Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG Overzicht Kenmerken BSI Subschalen, items, verschillende scores Psychometrische kwaliteit Betrouwbaarheid en validiteit T-scores

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING Samenvatting 147 Samenvatting Bezorgdheid om te vallen is een algemeen probleem onder zelfstandig wonende ouderen en vormt een bedreiging voor hun zelfredzaamheid. Deze bezorgdheid is geassocieerd met

Nadere informatie

Je bent jong, krijgt kanker en dan

Je bent jong, krijgt kanker en dan Nazorgproject jongeren en kanker Maril van Kimmenade 03 oktober 2014 Je bent jong, krijgt kanker en dan Nazorgproject jongeren en kanker Maril van Kimmenade Nazorgproject jongeren en kanker Maril van Kimmenade

Nadere informatie

Meer informatie MRS 0610-2

Meer informatie MRS 0610-2 Meer informatie Bij de VGCt zijn meer brochures verkrijgbaar, voor volwassenen bijvoorbeeld over depressie en angststoornissen. Speciaal voor kinderen zijn er brochures over veel piekeren, verlatingsangst,

Nadere informatie

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVAL 2014. December 2014 Marij Tillmanns 36683 GfK 2014 CTO Oval December 2014

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVAL 2014. December 2014 Marij Tillmanns 36683 GfK 2014 CTO Oval December 2014 CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVAL December Marij Tillmanns 36683 1 Inhoud 1. Management Summary 2. Resultaten Algemeen Overall tevredenheid Bedrijfsarts Casemanager Achtergrondkenmerken 3. Onderzoeksopzet

Nadere informatie

A nimal A ssisted T herapy

A nimal A ssisted T herapy C l i ë n t i n f o r m a t i e A nimal A ssisted T herapy b i j o n d e r z o e k s p r o j e c t bij volwassenen met een autismespectrumstoornis bij volwassenen met een autismespectrumstoornis Cliënteninformatie

Nadere informatie

Laat kopzorgen geen probleem worden. Anna-Linde Schermerhorn Productmanager Online Zelfhulp 26 oktober 2015 @Stichting_mirro

Laat kopzorgen geen probleem worden. Anna-Linde Schermerhorn Productmanager Online Zelfhulp 26 oktober 2015 @Stichting_mirro Laat kopzorgen geen probleem worden Anna-Linde Schermerhorn Productmanager Online Zelfhulp 26 oktober 2015 @Stichting_mirro Inhoud Stichting mirro Online zelfhulp Observationeel onderzoek online zelfhulp

Nadere informatie

Klantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG

Klantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG St. Anthoniusplaats 9 6511 TR Nijmegen 024 663 9343 info@movate.nl Klantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG 05-06-2015 1 Inhoudsopgave Management summary 3 Introductie 5 Deelnemerinformatie 6 Pensioenbewustzijn

Nadere informatie

nee -> einde vragenlijst nee -> einde vragenlijst % ja % v01 0 0% %

nee -> einde vragenlijst nee -> einde vragenlijst % ja % v01 0 0% % 04 Uitkomsten meting 1 Inleiding In dit hoofdstuk worden, per thema uit de vragenlijst, de resultaten van de meting gepresenteerd. De resultaten zullen op vraagniveau worden behandeld en waar mogelijk

Nadere informatie

Gelukkig ondanks pijn: een online behandelprogramma voor mensen die lijden aan fibromyalgie of andere vormen van chronische pijn

Gelukkig ondanks pijn: een online behandelprogramma voor mensen die lijden aan fibromyalgie of andere vormen van chronische pijn Gelukkig ondanks pijn: een online behandelprogramma voor mensen die lijden aan fibromyalgie of andere vormen van chronische pijn Algemene informatie Dag in dag uit geconfronteerd worden met aanhoudende

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 121 Nederlandse samenvatting Patiënten met type 2 diabetes mellitus (T2DM) hebben een verhoogd risico op de ontwikkeling van microvasculaire en macrovasculaire complicaties. Echter,

Nadere informatie

1 Inleiding Depressie Behandelingen depressie Verwachtingen follow-up onderzoek 6

1 Inleiding Depressie Behandelingen depressie Verwachtingen follow-up onderzoek 6 0 Abstract Interapy heeft in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam een behandeling voor depressie via het internet opgezet. Deze behandeling bestaat uit cognitieve gedragstherapeutische interventies;

Nadere informatie