1 Inleiding Depressie Behandelingen depressie Verwachtingen follow-up onderzoek 6

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1 Inleiding Depressie Behandelingen depressie Verwachtingen follow-up onderzoek 6"

Transcriptie

1 0

2 Abstract Interapy heeft in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam een behandeling voor depressie via het internet opgezet. Deze behandeling bestaat uit cognitieve gedragstherapeutische interventies; zoals psycho-educatie, schrijfopdrachten, registratie, activatie, het uitdagen van negatieve automatische gedachten en terugvalpreventie. Dit onderzoek betreft een follow- up onderzoek dat anderhalf jaar na de Interapyhandeling van depressie wordt uitgevoerd om de effectiviteit op lange termijn vast te stellen. 46 Deelnemers worden opnieuw via de mail benaderd om vragenlijsten over depressie in te vullen. De depressievragenlijsten bestaan uit de BDI, de SCL-90 en de DASS. Daarnaast worden drie evaluatievragenlijsten afgenomen; een algemene vragenlijst (mening over de behandeling via het internet), een specifieke vragenlijst (mening over de behandeling) en een evaluatie over het follow- up onderzoek. Van de 46 deelnemers hebben 44 (96%) gereageerd en 39 (85%) de vragenlijsten ingevuld. De deelnemers blijken na anderhalf jaar blijvend minder hinder te ervaren van depressieve klachten en beoordelen tevens de Interapybehandeling als positief. Op basis van de verkregen resultaten uit dit follow- up onderzoek kan geconcludeerd worden dat de Interapybehandeling ook op lange termijn effectief is om mensen met een depressie te behandelen. 0

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Depressie Behandelingen depressie Verwachtingen follow-up onderzoek 6 2 Methode Depressie onderzoek Interapyprotocol Follow-up onderzoek Vragenlijsten Design De data analyses 15 3 Resultaten Meetinstrumenten Exploratieve analyse 20 4 Discussie 27 5 Literatuur 30 Bijlage 1: eerste uitnodiging deelnemers Bijlage 2: Brief aan deelnemers: inactief adres Bijlage 3: Brief aan deelnemers: niet in gebruik Bijlage 4: Algemene evaluatie vragenlijst Bijlage 5: Specifieke evaluatie vragenlijst Bijlage 6: Follow up evaluatie vragenlijst 0

4 1. Inleiding Gedurende het laatste decennium heeft het gebruik van het internet binnen de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) een sterke ontwikkeling doorgemaakt. Ging het in eerste instantie voornamelijk om zelfhulpgroepen, waarbij websites informaties aanboden over verschillende psychologische en psychiatrische aandoeningen, zoals websites over bipolaire stoornissen en eetstoornissen, is het accent de laatste jaren steeds meer komen te liggen op interactieve contacten, waarbij het veel meer gaat om behandeling, dan om het verstrekken van informatie. Zo bestaan er momenteel complete vormen van therapie op afstand (Personen uit het Autisme Spectrum (PAS), 2002). Aanbieders van dergelijke hulp, vaak gekoppeld aan een instantie, zijn voornamelijk gekwalificeerde psychologen, psychotherapeuten, sociaal-psychiatrische verpleegkundigen en hulpverleners die gespecialiseerd zijn op een specifiek vakgebied, zoals seksuologen of verslavingszorghulpverleners. Dat hiermee in een grote behoefte wordt voorzien, blijkt uit de enorme groei aan sites rond medische en psychische onderwerpen. Een voordeel van het aanbieden van hulp via het internet is de grote mate van anonimiteit en laagdrempeligheid, waardoor nieuwe doelgroepen makkelijker bereikt kunnen worden. Verondersteld zou kunnen worden dat juist voor mensen met lichte psychische problemen deze vorm van hulpverlening een uitkomst is, daar de stap naar de reguliere hulpverlening door hen als te groot wordt gezien. Daarbij kan een contact, of een advies via de , voor cliënten die op een wachtlijst staan, een tijdelijk verlichting van klachten betekenen. Tevens profiteert de GGZ van de aanzienlijke kostenbesparing van de behandelingen via het internet. De lagere kosten vloeien zowel voort uit de geringere personeelskosten, als uit de deelname van veel mensen tegelijk (PAS, 2002). Internetbehandelingen sluiten ook goed aan bij het huidige beleid van de overheid en de bezuinigingen om binnen de GGZ een steeds beperkter aantal zittingen te vergoeden. Interapy, een bedrijf dat sinds enkele jaren gebruikt maakt van de mogelijkheid om via het internet therapie aan te bieden, is in 1997 gestart als onderzoeksproject van de programmagroep Klinische Psychologie binnen de Universiteit van Amsterdam. De behandelingen van Interapy zijn geprotocolleerde behandelingen gebaseerd op de cognitieve gedragstherapeutische principes. De interactieve website van Interapy biedt een behandelvorm aan waarbij cliënt en behandelaar samen stapsgewijs een vast traject doorlopen (Van de Ven, Lange, Schrieken, Bredeweg & Emmelkamp, 1999; Lange, Van de Ven, Schrieken & Emmelkamp, 2001). 1

5 Het effect van de Interapy behandelingen wordt gemeten aan de hand van psychologische vragenlijsten die voor en na de behandeling afgenomen worden. Uit eerder onderzoek van Interapy is gebleken dat behandelingen gericht op posttraumatische stress (Lange, et al., 2001; Lange, Van de Ven & Schrieken, 2003) en burn- out klachten (Lange, Van de Ven, Schrieken & Smit 2003a; Lange, Van de Ven, Schrieken & Smit 2003b) effectief zijn op de lange termijn. De klinische verbeteringen waren respectievelijk groter dan 50% en 63% voor de behandeling van posttraumatische stress en burn- out (Lange et al., 2003b; Lange et al., 2003c). Drie jaar geleden is in samenwerking met GGZ Stichting Mentrum Amsterdam en programmagroep Klinische Psychologie van de Universiteit Amsterdam bij Interapy een protocol voor de behandeling van depressie opgezet. Onderzoek van Lange et al. (2005) naar de effectiviteit van deze behandelvorm toont aan dat deelnemers die direct behandeld worden significant meer verbeteren dan de deelnemers die psycho- educatie hebben gekregen. De vraag is echter of na verloop van tijd de positieve resultaten van blijvende aard zullen zijn. Dit onderzoek is een follow- up onderzoek, na ruim anderhalf jaar, om de effectiviteit van de Interapybehandeling voor depressie op lange termijn te beoordelen. Met behulp van vragenlijsten en evaluatielijsten zal de effectiviteit van de depressiebehandeling op lange termijn worden onderzocht. 2

6 1.1 Depressie Prevalentie en risicofactoren Jaarlijks wordt bijna zes procent van de Nederlandse bevolking getroffen door een depressie. Dit zijn ongeveer 750 duizend inwoners van Nederland (Richter, 2002). Volgens Gijssen en Van der Wilk van het Nationaal Kompas van Volksgezondheid (2003) wordt bijna 20 % van de Nederlanders minstens éénmaal in zijn leven depressief. Bij vrouwen komt depressie twee maal zo vaak voor als bij mannen; maar als de ziekte zich eenmaal gemanifesteerd heeft, is het ziekteverloop en de kans op herhaling ongeveer gelijk. Wanneer men eenmaal een depressieve periode heeft meegemaakt is de kans op een nieuwe episode groot: 50% valt terug binnen twee jaar en na vijf jaar blijkt 75% van de cliënten één of meer nieuwe depressieve episoden te hebben gehad (Boelens, 2001).Voordat er daadwerkelijk van een depressie gesproken kan worden, moeten de klachten voldoen aan een aantal criteria. Deze worden onder andere geclassificeerd in de DSM- IV (DSM-IV, APA, 2002). Persoonlijke en economische gevolgen Hoewel het verloop van een depressie kan variëren, is de gemiddelde duur van een depressieve episode acht maanden. De gevolgen voor welbevinden en psychosociaal functioneren hangen direct samen met de ernst van de klachten (Judd et al., 2000). Daarnaast lijkt depressie de kans op voortijdig overlijden te vergroten. Mensen met een depressie lopen ongeveer tweemaal de kans om binnen een bepaalde periode te overlijden dan anderen. De reden hiervoor is niet helemaal duidelijk, maar zou te maken kunnen hebben met de kans op suïcide, een ongezonde leefstijl (Dalton, Mellemkjaer, Olsen, Mortensen & Johansen, 2000), meer ongevallen door gevaarlijke activiteiten, een verminderde motivatie tot herstel bij cliënten met bijkomende lichamelijke aandoeningen en het slecht opvolgen van medicatieadviezen (Carney, Freeland, Eisen, Rich & Jaffe, 1995). Als men naar de economische gevolgen kijkt, dan kost depressie de Nederlandse samenleving 2,1 miljard euro per jaar, berekend voor jarigen (Richter, 2002). Dit getal houdt de jaarlijkse behandelkosten en de productieverliezen door ziekteverzuim in. Op dit moment is het grootste oorzaak van ziekteverzuim en de vierde oorzaak van wereldwijde ziekte (GBD, Global Burden of Disease). Als naar bepaalde groepen wordt gekeken, is het de voornaamste oorzaak van ziekte voor vrouwen tussen de 15 en 44 jaar en de tweede oorzaak van ziekte voor mannen in dezelfde leeftijdsgroep, in zowel Eerste als Derde Wereld landen. Er wordt 3

7 voorspeld dat over de hele wereld in 2020 depressie de belangrijkste oorzaak van ziekte zou zijn, met 7,1% van alle ziektegevallen (GBD). 1.2 Behandelingen depressie Cognitieve gedragstherapie De cognitieve therapie behoort tot de meest onderzochte psychologische behandelingen van depressie. Er is met name veel onderzoek gedaan naar het behandelresultaat van cognitieve gedragstherapie op de korte termijn (Boelens, 1997; Kirsch & Sapirstein, 1998). Zo stellen de onderzoekers Emmelkamp, Hollon en Beck, dat de effectiviteit van cognitieve gedragstherapie, bij een lichte en matige vorm van depressie, vergelijkbaar is met een behandeling met antidepressiva (Boelens, 1997; Kirsch & Sapirstein, 1998). Volgens Antonuccio, Burns, Danto & O Donahue (2000) geldt dit ook voor de meer ernstige vormen van depressie. De effecten van cognitieve gedragstherapie zijn, volgens Richter (2002), vergelijkbaar met, of superieur aan, de resultaten die worden behaald met bibliotherapie, bewegingstherapie en interpersoonlijke therapie. De cognitieve therapie heeft als uitgangspunt dat mensen informatieverwerkers zijn. Negatieve ervaringen van mensen zorgen voor een vertekening in het informatieverwerkingssysteem. Deze vertekeningen worden in stand gehouden door selectieve aandacht, interpretatie- en geheugenprocessen. Bij depressieve personen wordt de informatieverwerking vertekend door selectieve aandacht, selectieve interpretatie en selectieve geheugenprocessen. De schematische verwerking van binnenkomende informatie wordt door deze processen negatief gekleurd, wat weer leidt tot een negatieve stemming en het verminderen van het activiteitenniveau. Specifiek voor depressie zijn er volgens Beck drie samenhangende cognitieve processen te onderscheiden, de zogenaamde cognitieve triade. Met de cognitieve triade wordt bedoeld dat depressieve personen een negatieve kijk hebben op de volgende facetten: zichzelf ( Ik ben niks waard ), de toekomst ( Ik zal tot mijn pensioen hier moeten blijven werken ), de wereld ( Niemand geeft om mij ). Een kenmerk voor de depressieve persoon is dat deze geneigd is situaties negatief te interpreteren, terwijl ook andere interpretaties - meer positieve of neutrale - mogelijk zouden zijn (Boelens, 1999). De neerslachtige stemming veroorzaakt negatieve gedachten waardoor situaties negatief worden geïnterpreteerd en de reacties op de omgeving negatiever zijn. De 4

8 reacties van de omgeving op de depressieve persoon worden hierdoor ook negatiever, wat de slechte stemming in stand houdt of verergert. Op deze wijze ontstaat een vicieuze cirkel. Het doel van de cognitieve gedragstherapie is het veranderen van de eigen gedachten en het gedrag. Directieve therapie Directieve therapie is meestal een kortdurende behandelingsvorm waarbij de therapeut met een eclectische kijk, opdrachten, positieve etikettering voor de klachten en feedback geeft. Directieve therapie heeft als doel om het inzicht van de cliënt te vergroten en vervolgens door verandering de klachten te laten verminderen (Lange, 1996). Er wordt gewerkt met concrete, duidelijke omschreven doelen. Van de cliënt wordt een bepaalde mate van zelfwerkzaamheid verwacht. Vaak wordt gevraagd om voor het volgende gesprek iets te doen of te oefenen. Regelmatig vindt een evaluatiegesprek plaats om te kijken of men nog steeds op de goede weg zit. In plaats van probleemgericht gaat de directieve therapeut oplossingsgericht te werk (Riagg-r.n.w.). Zowel directieve als cognitieve gedragstherapie bieden een geschikte basis voor geprotocolleerde behandelingen. Een geprotocolleerde behandeling wordt gekenmerkt door een klachtenbeoordeling, een omschreven behandeldoel en een systematisch behandelplan. Juist door de hoge mate van gestructureerdheid en de vaste inhoud worden deze geprotocolleerde behandelingen zeer geschikt geacht om via het Internet aan te bieden (Lange et al., 2005). 5

9 1.3 Verwachtingen follow-up onderzoek De effectiviteit van de Interapybehandeling is inmiddels door verschillende gecontroleerde en ongecontroleerde onderzoeken aangetoond (Lange, et al., 2001; Lange, et al., 2003). In navolging van deze resultaten, is een onderzoek opgezet om de effectiviteit van de Interapybehandeling voor depressie op de lange termijn na te gaan. In dit onderzoek worden 46 deelnemers, die ruim anderhalf jaar geleden de Interapy behandeling voor depressie hebben afgesloten, benaderd met de vraag of zij willen meewerken aan een follow-up onderzoek. Naast de effectiviteit van de behandeling, verkregen door analyses over de resultaten van de deelnemers die de therapie hebben afgerond, zal ook exploratief worden gekeken naar de meningen van de deelnemers over de behandeling, de behandelaar en de geschiktheid van het internet als medium om therapie te ontvangen. De vraagstelling die in dit onderzoek gehanteerd wordt is als volgt: Ervaren de deelnemers, ruim anderhalf jaar na het afronden van de Interapybehandeling voor depressie, blijvend minder hinder van depressieve klachten. Verwacht wordt dat de deelnemers significant minder depressieve klachten ervaren en psychisch beter functioneren dan voor de Interapybehandeling. Tevens wordt het verschil tussen de resultaten voor en na het initiële onderzoek vergeleken met het verschil tussen de resultaten voor het onderzoek met de resultaten van het follow- up onderzoek. Als dit verschil gelijk is, zijn de deelnemers blijvend minder depressief en is de Interapybehandeling ook op de lange termijn effectief bevonden. 6

10 2. Methode 2.1 Depressie onderzoek Deelnemers De deelnemers voor de depressiebehandeling zijn destijds verworven door advertenties in het weekblad van de UvA (Folia), in een Nederlands dagblad en de Interapy site. In eerste instantie hadden 243 deelnemers zich aangemeld. Van deze groep werden 70 deelnemers geschikt bevonden. Na drop-outs bestond de uiteindelijke groep uit 46 deelnemers. De groep bestond uit 13 mannen en 33 vrouwen. Zij varieerden in leeftijd van 23 tot 64 jaar, met een gemiddelde leeftijd van 42 jaar (SD = 9.3). Zij werden verdeeld over een actieve behandelgroep (n = 32) en een psychoeducatiegroep (n = 14). Het opleidingsniveau liep uiteen van VMBO (8%) tot HBO onderwijs (70%). Eenderde van de deelnemers woonden alleen; de overige deelnemers woonden samen met partner en/of kinderen, of met vrienden/huisgenoten. Analyses lieten zien dat tussen de condities geen significante verschillen bestonden in opleiding, sekse, leeftijd of beginscores op de effectmaten. Voor de deelnemers die niet geschikt werden bevonden voor de behandeling werd een face-to-face contact, met de mogelijkheid van het voorschrijven van medicatie, geïndiceerd. (Lange et.al., 2005). Behandelaars De behandelingen werden destijds uitgevoerd door een groep van 25 behandelaars (6 mannen en 19 vrouwen). Elke deelnemer had één vaste behandelaar. De behandelaars hadden één, hooguit drie deelnemers. De meeste behandelaars waren recent afgestudeerde klinisch psychologen werkzaam bij Interapy. Een klein aantal therapeuten waren afkomstig van het Mentrum GGZ in Amsterdam. De gemiddelde leeftijd van de behandelaars was 33 jaar (range 21-58, SD = 10.6). Allen hadden een training doorlopen om met dit depressieprotocol te kunnen werken. Wekelijks vonden groepssupervisie- bijeenkomsten plaats (Lange et. al., 2005) 7

11 2.3 Interapyprotocol Het depressieprotocol van Interapy biedt de mogelijkheid om de instructies aan te passen aan de behoeftes en mogelijkheden van hun cliënt. De behandelaar geeft instructies voor huiswerk, dat zij zelf thuis uit moeten voeren. Deze werkwijze vraagt een actieve inzet van cliënten. Zij doen in deze aanpak ervaringen op met verschillende praktische technieken en kunnen zo goed zelf bepalen wat voor hen de beste manier is om terugval in een depressieve periode te voorkomen. De verschillende fasen van het protocol Het protocol waaruit de depressiebehandeling van Interapy is opgebouwd bestaat uit zes fasen en duurt minimaal twaalf weken. Met de praktische oefeningen is de cliënt ongeveer twee uur per week bezig. Aan het begin van iedere nieuwe oefening ontvangt de cliënt bij wijze van psycho- educatie informatie over het doel van de opdracht. Bij elk behandelonderdeel is er de mogelijkheid om buiten de site om, telefonisch of via de contact te hebben met de behandelaar. Om een inzicht te geven wat de bovengenoemde zes fasen inhouden wordt hieronder een toelichting per fase gegeven: Fase 1: Bewustwording van de symptomen In deze fase worden de cliënten door middel van schrijfopdrachten bewuster gemaakt van zijn of haar klachten en de mogelijke oorzaken van de depressie. Door bewuster te worden van stemmingswisselingen, kunnen cliënten gemakkelijker zelf hun stemming beïnvloeden. Fase 2: Structuur en dagschema In deze fase van de behandeling ligt de nadruk op gebeurtenissen uit het dagelijkse leven van de cliënt. Samen met hun behandelaars maken cliënten planningen voor de volgende dagen. Er zal onder andere aandacht worden gegeven aan het inplannen van rust nemen, slaaphygiëne en lichaamsbeweging. Cliënten gaan in dit onderdeel hun dagen actief invullen en krijgen veel ideeën aangereikt over hoe dat te doen. Fase 3: Automatische negatieve gedachten Dit is het belangrijkste onderdeel van de behandeling. In deze fase worden cliënten bewust van gedachten en gevoelens die hun stemming op een negatieve wijze beïnvloeden. Cliënten leren alert te zijn op deze gedachten en proberen zelf invloed erop uit te oefenen. Uitgangspunt is daarbij, dat gedachten niet per se waar hoeven te zijn. Cliënten gaan de 8

12 geloofwaardigheid van gedachten over zichzelf en de wereld om hen heen uitdagen en toetsen. Daarnaast leren ze om een alternatief voor elke negatieve gedachte te verzinnen. Fase 4: Positieve zelfspraak In deze fase gaan cliënten een opstel schrijven over zijn of haar positieve kwaliteiten. De belangrijkste positieve eigenschappen zet de cliënt op een kaartje die hij bij zich kan houden. Cliënten leren in deze fase om positieve eigenschappen voor de geest te halen op momenten dat ze het moeilijk hebben. Fase 5: Omgaan met anderen In fase vijf leren cliënten op een positieve manier met anderen in hun omgeving om te gaan, zodat mogelijke negatieve reacties uitblijven. Depressieve mensen kunnen zich soms afwijzend of vijandig opstellen waardoor negatieve omgangspatronen met andere mensen kunnen ontstaan en waardoor ze minder steun van anderen mensen zullen ontvangen. Fase 6: De toolkit (de gereedschappenkist) In deze laatste fase stellen de cliënten een toolkit samen die voor hen in de toekomst van belang kan zijn. Dit doen cliënten door in een document vast te leggen samen wat hen bij een eventuele volgende sombere of depressieve periode van pas kan komen. Figuur 1: een schematisch overzicht van de behandelelementen van het Interapyprotocol en de fasen waarin zij aan bod komen 9

13 2.3 Follow-up onderzoek Deelnemers Binnen het huidige onderzoek werden de deelnemers in eerste instantie per benaderd met het verzoek om de vragenlijsten voor het follow- up onderzoek in te vullen (bijlage 1). In deze stond het adres van de website en de inlogcode voor de deelnemers vermeld. Na één maand hadden 23 deelnemers de vragenlijsten ingevuld en twee deelnemers hadden aangegeven niet mee te willen werken. De deelnemers die niet op de reageerden (21 deelnemers) of waarvan het adres niet meer geldig was, kregen een brief toegestuurd (bijlage 2). De deelnemers die niet reageerden op zowel de als de brief, waren na twee weken telefonisch benaderd. Tot slot werden acht deelnemers die drie weken later nog niet hadden gereageerd nogmaals met een benaderd (bijlage 3). In deze e- mail werd een deadline gesteld om de vragenlijsten binnen twee weken in te vullen. Van de 8 overgebleven deelnemers hadden alsnog 6 de vragenlijsten ingevuld. Van de 46 deelnemers hadden 44 gereageerd op de uitnodiging (96%). Het aantal deelnemers dat de vragenlijsten hadden ingevuld is 39 (85 %). De overige 7 deelnemers hadden de vragenlijsten niet ingevuld om verschillende redenen; van 2 deelnemers waren zowel het woonadres als het adres niet meer achterhaalbaar. 3 Deelnemers gaven aan niet mee te willen werken, daar ze het niet konden opbrengen om nogmaals de vragenlijsten in te vullen. Eén deelnemer gaf aan niet de Interapy site te kunnen openen en had na herhaaldelijk proberen het opgegeven. Tenslotte gaf één deelnemer aan geen behoefte te hebben om wederom de vragenlijsten in te vullen. 10

14 2.4 Vragenlijsten De effectiviteit van de behandeling in dit follow- up onderzoek wordt beoordeeld aan de hand van de volgende meetinstrumenten: Beck Depression Inventory (BDI) (Beck, Ward, Mendelson, Mock & Erbaugh, 1961; Bouman, 1994). De BDI is een zelfrapportage instrument om de ernst van depressieve symptomen vast te stellen. Deze vragenlijst bestaat uit 21 items. De deelnemers kunnen meerdere antwoorden kiezen; bij de score telt dan het hoogste antwoord. Een voorbeeld vraag uit de BDI is: 1 = ik voel me niet verdrietig, 2 = ik voel me verdrietig, 3 = ik ben voortdurend verdrietig en kan het niet van me afzetten, 4 = ik ben zó verdrietig of ongelukkig dat ik het niet meer verdragen kan. De totaalscore geeft de mate van depressieve stemming weer, met een range van 0 tot 63. Voor de normering van dit follow-up onderzoek wordt uitgegaan van de indeling die gehanteerd is binnen het originele depressie onderzoek van Lange et al. (2005). De indeling is als volgt: 0-9 is geen tot minimale depressie; is matige depressie; is matig tot ernstige depressie; en tot slot score als ernstige depressie. De betrouwbaarheid van de BDI is goed te noemen; Cronbach s alfa is minstens De BDI correleert hoog met andere depressievragenlijsten, wat betekent dat er sprake is van een goede convergente validiteit. De divergente kwaliteit is twijfelachtig; er bestaan aanzienlijke correlaties met angst- en neuroticisme- schalen. Mogelijk meet de BDI een concept dat breder is dan depressie alleen (Koch & Schrijver, 2004). De Symptom Check List (SCL-90) (Arrindell, & Ettema, 1981; Derogatis, 1977; Derogatis, Lipman & Covi,, 1973; Derogatis, Rickels & Rock, 1976; Koeter, 1992) meet de mate van fysieke en mentale problemen. De SCL-90 bestaat uit meerdere schalen. Voor dit onderzoek is alleen gebruik gemaakt van de depressieschaal. De 16 items zijn stellingen die betrekking hebben op depressieve klachten. De deelnemers kunnen op een vijf- punt Likert- schaal (oplopend van 1 = helemaal niet tot 5 = heel erg ) aangeven in welke mate zij de afgelopen week, met vandaag erbij, door de klachten gehinderd zijn. Een voorbeelditem uit de SCL-90: Nare gedachten of ideeën niet kwijt kunnen raken : 1 = helemaal niet, 2 = een beetje, 3 = nogal, 4 = tamelijk veel, 5 = heel erg. De SCL-90 is een betrouwbaar instrument met een Cronbach s alfa van.97. De betrouwbaarheden van de verschillende schalen zijn goed te noemen en lopen van α= 0.77 tot

15 Er is sprake van een goede convergente en divergente validiteit (Derogatis, Lipman & Covi, 1973). De Depressie Angst Stress Schaal (DASS) (De Beurs, Van Dyck, Marquenie, Lange & Blonk, 2001; Antony, Bieling, Cox, Enns & Swinson, 1998; Lovibond & Lovibond, 1995a; Lovibond & Lovibond, 1995b). De DASS is een Nederlandse vertaling van (De Beurs, Van Dyck, Marquenie, Lange en Blonk, 2001) de Depression Anxiety Stress Scale (Lovibond en Lovibond, 1995a, Lovibond en Lovibond, 1995b). De vragenlijst bestaat uit 42 items waarvan 14 items per subschaal. Ze worden gescoord op een Likert- schaal die loopt van 0 = helemaal niet of nooit van toepassing tot 3 = zeer zeker of meestal van toepassing. Een hogere score duidt op meer klachten. De DASS is een vragenlijst die drie symptoomgroepen meet: Depressie, Angst en Stress. Het meet vooral de vitale kenmerken van depressie. Voor de effectmeting van dit follow-up onderzoek wordt alleen gekeken naar de depressieschaal. Een voorbeeld vraag uit de DASS: vraag 34: Ik had het gevoel niets waard te zijn. 1 = helemaal niet, 2 = een beetje, 3 = nogal, 4 = zeer zeker. De DASS wordt geacht voldoende psychometrische kwaliteiten te hebben. Op de depressieschaal, van de Nederlandse versie van de DASS, wordt een Cronbach s alfa gevonden van.95 en hoger. De Cronbach s alfa voor de Angst- en Stressschaal is respectievelijk.94 en.97. De convergente validiteit is goed; de depressieschaal correleert.72 met de BDI. De discriminerende validiteit is eveneens goed te noemen (De Beurs et. al., 2001). Voor elke schaal zijn er normen beschikbaar voor zowel de klinische als de normale populatie. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van de normering behorende bij de normale populatie. De Werkalliantie Vragenlijst (WAV) (Vervaeke & Vertommen, 1996) meet de samenwerkingsrelatie tussen cliënt en therapeut. De vragenlijst bestaat uit twaalf stellingen die betrekking hebben op de manier waarop cliënten denken of voelen over de samenwerking met de therapeut ten tijde van een behandeling. De 12 stellingen zijn onderverdeeld in drie categorieën: de Band-, Doel-, en Taken- overeenkomst. Een voorbeeld vraag die betrekking heeft op de categorie Bandovereenkomst is: vraag 3: Ik had het gevoel dat de behandelaar mij aardig vond. Een voorbeeld vraag van de categorie Doelovereenkomst is: vraag 12: Ik geloofde dat de manier waarop we aan mijn problemen werkten de juiste was. Tenslotte een voorbeeld vraag van de categorie Takenovereenkomst: vraag 1: De behandelaar en ik waren 12

16 het eens over wat ik moest doen in de therapie om mijn situatie te verbeteren. Elke uitspraak heeft zeven antwoordmogelijkheden die oplopen van 1 = nooit, 4 = soms tot 7 = altijd. De betrouwbaarheid van de WAV is goed en de toepasbaarheid gemiddeld. Echter de theoretische onderbouwing en de veranderingsgevoeligheid zijn onvoldoende en de validiteit van deze vragenlijst is onbekend (B. van Wijngaren, H.J. Wennink & I. Kok, 2003). Evaluatievragenlijsten De algemene vragenlijst is in samenwerking met Interapy ontwikkeld, zodat het in de toekomst toegepast kan worden voor elke Interapybehandeling, ongeacht de problematiek waar de behandeling op is gericht. De vragenlijst bestaat uit 19 vragen met voornamelijk subjectieve vragen die bedoeld zijn om te onderzoeken hoe de deelnemers de Interapybehandeling via het internet hebben ervaren. 8 Items worden gescoord op een vijf- punt schaal en 8 items worden dichotoom gescoord. Daarnaast hebben de deelnemers de mogelijkheid om in eigen woorden een toelichting te geven. Een voorbeeldvraag uit de algemene evaluatie: item 6: Als je nu terug kijkt naar de Interapy behandeling anderhalf jaar geleden, in hoeverre heb je de behandeling als zinvol ervaren? 1 = zinvol tot 5 = niet zinvol (bijlage 4). De antwoorden worden exploratief per vraag geanalyseerd om de ervaring en mening van de deelnemers ten opzichte van de Interapybehandeling te onderzoeken. Behandeling via het Internet is een vrij nieuwe vorm van therapie geven. Met antwoorden en suggesties die deelnemers aan de hand van deze vragenlijst geven, kan in de toekomst de therapie via het Internet zo mogelijk geoptimaliseerd worden. De specifieke vragenlijst heeft als doel om deze Interapybehandeling gericht op depressie te evalueren. Deze vragenlijst bestaat uit twee vragen: Vraag 1: Vind je de Interapybehandeling Depressie een effectieve methode voor het verminderen van depressieve klachten? 1 = ja en 2 = nee (bijlage 5). Bij de tweede vraag wordt aan de deelnemers gevraagd hun oordeel te geven over de verschillende interventies waar de depressiebehandeling uit bestaat en ruimte geboden om eventueel toelichting te geven. De vraag is opgedeeld in zes delen, namelijk: schrijven/registreren, disfunctionele automatische gedachten, positieve zelfinstructie, omgaan met anderen, toolkit en dagplanning/ activiteiten. De antwoordschaal is een tien - punt schaal oplopend van 1 = niet zinvol tot 10 = erg zinvol. 13

17 Met behulp van de follow- up evaluatievragenlijst worden de deelnemers gevraagd hun mening te geven over dit follow-up onderzoek (bijlage 6). Deze evaluatievragenlijst bestaat uit vier vragen. Voorbeeld vraag 1: Hoe vind je het om na zo een lange tijd weer door Interapy benaderd te worden? 1 = prettig tot 5 = onprettig. Daarnaast wordt aan de deelnemers ruimte geboden om eventuele opmerkingen of suggesties over dit follow-up onderzoek te geven. 2.5 Design In het huidige onderzoek wordt getoetst of de deelnemers, ruim anderhalf jaar naar het beëindigen van deinterapybehandeling, blijvend minder last ervaren van depressieve klachten. Het depressie onderzoek (Lange, et. al., 2005) waar dit follow-up onderzoek op gebaseerd is, bestond uit drie meetmomenten. Het eerste meetmoment van het depressie onderzoek werd gevormd door de pretest direct voor de behandeling; het tweede meetmoment was de posttest direct na de behandeling. Zes weken na het afronden van de depressie behandeling vormde het derde meetpunt. In dit follow-up onderzoek is gebruik gemaakt van drie meetpunten: de pretest (meetpunt één) en posttest (meetpunt twee) van het depressie onderzoek en de resultaten van het huidige follow- up onderzoek (meetpunt drie). Meetpunt één (de prestest) en meetpunt drie (de follow-up) worden met elkaar vergeleken. Hiermee wordt de effectiviteit van de Interapybehandeling op de lange termijn onderzocht. De verwachting is dat er een significante daling van de scores tussen deze twee meetpunten wordt gevonden. Daarnaast wordt in dit onderzoek gekeken of de significante verschillen tussen de pretest en de posttest, gevonden in het initiële onderzoek, gelijk zijn aan de verschillen tussen de pretest en de follow-up. Dit zou betekenen dat de destijds gevonden verbetering van depressieve klachten, na ruim anderhalf jaar gehandhaafd blijven. De effectgroottes (effect size; ES) worden berekend door middel van Cohen s d (Cohen, 1998). Verwacht wordt dat tussen meetpunt één en meetpunt drie een grote tot gemiddelde effectgrootte gevonden zal worden. Daarnaast wordt berekend hoeveel procent van de deelnemers, na ruim anderhalf jaar, individueel betrouwbaar zijn verbeterd (reliable change; RC) op de mate van depressieve klachten en psychopathologiesymptomen. Naast deze 14

18 betrouwbare vooruitgang wordt de individuele klinische significantie (clinical change; CS) berekend. Dit is het percentage deelnemers dat ruim anderhalf jaar na het afronden van de behandeling, van normgroep is veranderd. Exploratieve analyse Ten slotte worden aan de hand van de drie evaluatievragenlijsten en de WAV exploratieve analyses uitgevoerd. Met deze analyses wordt onderzocht hoe de deelnemers de depressiebehandeling, anderhalf jaar later, hebben ervaren. Onder andere wordt onderzocht of de deelnemers, na het afronden van de depressie behandeling, andere behandelingen (ten behoeve van psychische klachten) hebben ondergaan. Eveneens zal exploratief worden onderzocht of er een verband bestaat tussen de wijze waarop de deelnemers de samenwerking met hun therapeut hebben ervaren en hun behandelresultaat op de BDI en de SCL-90, anderhalf jaar geleden. 2.6 De data analyses Effectiviteit van de follow-up op lange termijn Om de effectiviteit van de Interapy behandeling op lange termijn te toetsen, wordt een gepaarde t-toets gebruikt. Er wordt eenzijdig getoetst bij een significantieniveau van α =.05. De effectgroottes (ES) worden berekend aan de hand van Cohen s d. Volgens Cohen (1988) geeft een effectgrootte van.80 een groot effect aan,.50 geeft een gemiddeld effect weer en.20 een klein effect. Hiervoor wordt de volgende formule gebruikt: Cohen s d = [M 1 M 3 ] / S.D. pooled S.D. pooled = S.D. 1 + S.D. 3 / 2 M 1 zijn de gemiddelde scores op de pretest en M 3 zijn de gemiddelde scores van de followup. S.D. 1 en de S.D. 3 zijn de standaardafwijkingen van deze scores. De antwoorden van de algemene vragenlijst en de follow-up vragenlijst worden in percentages weergegeven, de resultaten van de specifieke vragenlijst en de WAV worden in een tabel weergegeven. 15

19 De betrouwbare vooruitgang en de klinische relevantie Om de klinische vooruitgang te beoordelen, worden de betrouwbare vooruitgang, oftewel de reliable change (RC) en de individuele klinische significantie (CS) berekend. Met de RC wordt onderzocht hoeveel procent van de deelnemers, na ruim anderhalf jaar, individueel is verbeterd in de mate van depressieve klachten en psychopathologie. Daarvoor is de methode van Jacobson en Truax (1991) gebruikt. Hierbij wordt per deelnemer eerst onderzocht of er een betrouwbare (niet aan toeval toe te schrijven) verandering is opgetreden (RC). De RC-waarde is een z-waarde, met andere woorden als deze groter en gelijk is aan 1.96 (z-waarde bij een significantie van p=.10, en bij eenzijdig getoetst p=.05) wordt de vooruitgang betrouwbaar genoemd. Het percentage van de deelnemers dat individueel betrouwbaar is verbeterd, vormt uiteindelijk de maat die in resultaten wordt weergegeven. Om de RC te berekenen wordt de volgende formule gebruikt: RC = (x 1 -x 2 ) / S diff x 1 is de score op de prestest (meetmoment 1) x 2 is de score op de follow-up (meetmoment 3) S diff is de standaardmeetfout bij herhaalde metingen. Om de standaardmeetfout te berekenen wordt daarom de test-hertestbetrouwbaarheid gebruikt: S diff = (2(S 1 1-rxx) S 1 is de standaardafwijking van een normgroep rxx is de test-hertestbetrouwbaarheid De standaardafwijking van de normgroep en de test-hertestbetrouwbaarheid staan beschreven in de respectievelijke handleidingen van SVL (Brom & Kleber, 1985) en van de SCL-90 (Arrindell & Ettema, 1986). De klinische significantie ( clinical significance : CS) wordt beoordeeld door na de te gaan of de deelnemers na de behandeling binnen het gebied van een normpopulatie scoren. Hiervoor wordt eveneens gebruik gemaakt van de methode van Jacobson en Truax (1991). Om te bepalen wat binnen het gebied van de normgroep is, wordt de grens tussen gemiddelden van de normgroep en van de onderhavige populatie berekend. Er wordt hierbij rekening gehouden met de standaardafwijkingen van beide populaties. Wanneer per deelnemer de score op de tweede follow-up deze cut- off score overschrijdt, valt de deelnemer binnen het gebied van de normpopulatie. Op vergelijkbare wijze als bij de RC, wordt er rekening gehouden met een significantieniveau van p=.05. Dit wil zeggen dat het verschil van de score per individu en de 16

20 cut- off score significant groter moet zijn dan de meetfout van de normgroep. Het percentage van de deelnemers dat klinisch significant is verbeterd vormt de uiteindelijke maat die in de resultaten wordt weergegeven. Om de CS te berekenen wordt de volgende formule gebruikt: CS = S 0 x M 1 + S 1 x M 0 / S 0 + S 1 M 0 = gemiddelde score normale populatie M 1 = gemiddelde score klinische populatie S 0 = standaard deviatie score normale populatie S 1 = standaard deviatie score klinische populatie De gemiddelden en standaard deviaties werden overgenomen uit de literatuur van Jacobson en Truax (1991). 17

21 3. Resultaten 3.1 Meetinstrumenten Homogeniteit Om de groepsgemiddelden van de prestest met de follow-up (van de BDI, de SCL-90 en de DASS) te vergelijken, is een ANOVA uitgevoerd. Verwacht wordt een significante daling tussen de gemiddelden van de pre-test en de follow-up. Voor deze variantieanalyse is de assumptie van gelijkheid over de groepsgemiddelden vereist. Dit is middels een homogeniteitstoets onderzocht. De resultaten van deze toets geven aan dat de variantie tussen de groepen gelijk is; BDI 1 vs. BDI 3 : F(1,37) = 0.54, p 1-3 = 0.466, SCL-90 1 en SCL-90 3 : F(1,37) = 0.04, p 1-3 = 0.840, en DASS 1 vs. DASS 3 : F(1,37) = 0.33, p 1-3 = Vragenlijsten In tabel 1 staan de gemiddelden, standaardafwijkingen, p- waarden, F- waarden en effectgroottes van de effectmaten BDI, de SCL-90 en de drie subschalen van de DASS op de drie meetmomenten voor de groep van 39 deelnemers. De afname van depressie, angst en stress is op alle meetinstrumenten significant, met grote effectsizes. Tevens blijkt dat, na anderhalf jaar, de resultaten van de deelnemers licht verbeterd zijn, met uitzondering van de subschalen depressie en stress van de DASS. 18

22 Tabel 1. Gemiddelden en standaarddeviaties van de BDI, SCl-90 en de drie subschalen van de DASS Posttest Follow-up M SD M SD M SD F p d BDI < SCL < DASS Depressie DASS Angst DASS Stress < < < BDI 1 vs. BDI 3 F (1.37) = 23.0, p 1-3 < 0.001, d 1-3 = 1.2 SCL-90 1 vs. SCL-90 3 F (1.37) = 14.2, p 1-3 < 0.001, d 1-3 = 1.3 DASS 1 vs. DASS 3 (Depressie) F (1.37) = 21.5, p 1-3 < 0.001, d 1-3 = 1.2 DASS 1 vs. DASS 3 (Angst) F (1.37) = 6.5, p 1-3 = 0.015, d 1-3 = 0.8 DASS 1 vs. DASS 3 (Stress) F (1.37) = 21.5, p 1-3 < 0.001, d 1-3 = 1.0 Klinische significantie en betrouwbare vooruitgang op de BDI en de SCL-90 In tabel 2 staan de percentages van de 39 deelnemers die tussen de pretest en de follow-up betrouwbaar vooruit zijn gegaan ( reliable change : RC) en de percentages van de deelnemers die binnen het gebied van de gezonde populatie zijn gevallen ( klinische significantie : CS). Bij de berekenen van de percentages is een betrouwheidswaarde van p=.05 in acht genomen. Uit de resultaten van de BDI komt naar voren dat 64% van de deelnemers betrouwbaar zijn verbeterd; 33% van de vooruitgang kan als klinisch significant beschouwd worden. Dit betekent dat tweederde van de deelnemers verbeterd zijn, met andere woorden minder depressieve klachten ervaren. De helft van deze groep deelnemers is zodanig verbeterd dat ze geen depressieve klachten meer ervaren. Uit de resultaten van de SCL-90 blijkt dat 66% van de deelnemers betrouwbaar zijn verbeterd waarvan 56% klinisch significant. De resultaten van de SCL-90 geven dus aan dat tweederde van de deelnemers, wat betreft hun depressieve klachten, verbeterd zijn. Van deze groep is 85% zodanig verbeterd dat ze geen depressieve klachten meer ervaren. 19

23 Tabel 2. Percentages betrouwbare vooruitgang (RC) en klinische vooruitgang (CS) tussen pretest en follow-up op de BDI en de SCL-90 bij p<. 05 (N=39) (N=39) RC CS BDI % 33% SCL % 56% 3.2 Exploratieve analyse WAV In tabel 3 worden de resultaten weergegeven van de subschalen, Band, Doel en Taak, van de Werk Alliantie Vragenlijst (WAV). Van de WAV is geen normering bekend. Tevens is de WAV niet afgenomen in het initiële onderzoek. De resultaten van dit follow-up onderzoek worden vergeleken met de maximale en de minimale scores van de verschillende subschalen. Uit de scores van de drie subschalen komt naar voren dat de deelnemers positief staan ten opzichte van hun behandelaar van de Interapy behandeling, met name de subschaal Band wordt door de deelnemers hoog gescoord. De gemiddelde scores zijn omgezet in percentages, weergegeven in de laatste kolom. Tabel 3. Resultaten van de drie subschalen van de WAV (N=38) (N=38) Minimale score Maximale score M SD % positieve beoordeling WAV Band WAV Doel WAV Taak WAV band - BDI 3 : r = -0.1, N = 39, p =.590 WAV band - SCL-90 3 : r = -0.2, N = 39, p =.197 WAV taak - BDI 3 : r = -0.3, N = 39, p =.077 WAV taak - SCL-90 3 : r = -0.4, N = 39, p =.026 WAV doel - BDI 3 : r = -0.2, N = 39, p =.316 WAV doel - SCL-90 3 : r = -0.3, N = 39, p =

24 Exploratief is onderzocht of er een verband bestaat tussen de perceptie van de deelnemers ten opzichte van hun samenwerking met hun therapeut, ten tijde van de behandeling en het uiteindelijke behandelresultaat, anderhalf jaar later. De resultaten van de subschalen van de WAV zijn vergeleken met de resultaten van zowel de BDI, als de SCL-90. Uit deze correlatie analyse (zie tabel 3) kwam naar voren dat er een trend bestaat tussen de verschillende subschalen van de WAV met zowel de BDI, als de SCL-90. Hoe minder depressief de deelnemers, hoe positiever de perceptie van de deelnemers ten opzichte van hun samenwerking met hun therapeut. Echter deze trend is niet significant. 21

25 Algemene evaluatie Op basis van de evaluatievragenlijsten die de deelnemers na de behandeling hebben ingevuld, kan de beoordeling van de behandeling worden beschreven. In tabel 4 worden de antwoorden van de deelnemers weergegeven. Tabel 4. Beoordelingen van diverse aspecten van de behandeling in percentage (N = 38) Beoordeling contact met de behandelaar Vraag Antwoorden % Hoe heb je het ervaren om prettig 79 % via de computer contact te hebben? onprettig 13 % Heb je face-to-face contact gemist? ja 37 % nee 63 % Heb je het contact als persoonlijk ja 76 % ervaren? nee 24 % Beoordeling van Interapy Vraag Antwoorden % Wat vond je van de duur van goed 71 % de behandeling? te kort 21 % te lang 8 % Heb je behandeling als zinvol ervaren? zinvol 74 % niet zinvol 10 % Vond je het programma overzichtelijk? ja 95 % nee 5 % Zou je de behandeling aan iemand anders ja 90 % aanbevelen? nee 10 % 22

26 Verandering in klachten vóór en ná de behandeling Vraag Antwoorden % Zijn de klachten verbeterd gedurende de verbeterd 78 % behandeling? niet veranderd 19 % verslechterd 3 % Zijn de klachten verbeterd na afsluiting verbeterd 61 % van de behandeling? niet veranderd 22 % verslechterd 16 % Heb je gedurende de behandeling medicijnen ja 19 % gebruikt voor niet-lichamelijke klachten? nee 81 % Heb je na afsluiting van de behandeling medicijnen ja 24 % gebruikt voor niet-lichamelijke klachten? nee 76 % Ben je na afsluiting van de behandeling ja 42 % ergens anders onder behandeling geweest? nee 58 % *Percentages afgerond op hele getallen. Percentages geen mening zijn in de tabel niet vermeld. Uit tabel 4 blijkt onder andere dat (79%) van de 38 deelnemers het prettig tot zeer prettig hebben gevonden om alleen via de computer contact te hebben, 63% heeft geen face- to- face contact gemist. Bijna driekwart van de deelnemers heeft de Interapybehandeling, anderhalf na het afronden ervan, als zinvol ervaren. Na het afsluiten van de Interapy behandeling hebben zestien deelnemers (42%) gebruik gemaakt van een andere vorm van psychotherapie, waarvan 40% langer dan zes maanden. Acht deelnemers (21%) waren tijdens de afname van het follow- up onderzoek nog steeds in behandeling. De behandelingsvormen waren divers: van psychotherapie tot alternatieve behandelingen. In tabel 5 zijn de gemiddelden en standaardafwijkingen van de posttest en het follow-up onderzoek van de BDI, SCl-90 en de drie subschalen van de DASS, voor deelnemers met een alternatieve behandeling en zonder een alternatieve behandeling, weergegeven. Beide groepen deelnemers scoorden voor de behandeling (de pretest) op alle meetinstrumenten gelijk. Na de behandeling zijn er verschillen opgetreden tussen beide groepen. 23

27 Tabel 5. Gemiddelden en standaarddeviaties van de posttest en de follow- up van de BDI, SCl-90 en de drie subschalen van de DASS, voor deelnemers met een alternatieve behandeling (N = 16); en deelnemers zonder alternatieve behandeling (N=22) Posttest met Posttest zonder Follow-up met Follow-up zonder M SD M SD M SD M SD BDI SCL DASS depressie DASS Angst DASS Stress BDI 2 t = 1.8, df = 36, p = (éénzijdig getoetst bij een 95% betrouwbaarheidsinterval). BDI 3 t = 2.5, df = 36, p = DASS 2 (Angst) t = 1.5, df = 36, p = DASS 3 (Angst) t = 2.2, df = 36, p = DASS 2 (Stress) t = 1.8, df = 36, p = (éénzijdig getoetst bij een 95% betrouwbaarheidsinterval). DASS 3 (Stress) t = 2.0, df = 36, p = (getoetst bij een ongelijke variantie). De deelnemers die voor een alternatieve behandeling hebben gekozen scoren gemiddeld hoger dan de deelnemers die geen alternatieve behandeling hebben ondergaan, dit geldt zowel voor de posttest meting als voor de follow- up meting. Op de BDI en de subschalen Angst en Stress van de DASS bestaan significante verschillen tussen beide groepen. Dit betekent dat de deelnemers die hebben gekozen voor een alternatieve behandeling meer depressief zijn, dan de deelnemers die geen alternatieve behandeling hebben ondergaan, zowel direct na de behandeling als anderhalf jaar later. Specifieke evaluatie Het grootste gedeelte (90%) van de 37 deelnemers vonden de Interapybehandeling voor depressie, anderhalf jaar later, een effectieve methode voor het verminderen van depressieve klachten. Daarnaast is aan de deelnemers gevraagd om de verschillende interventies op een tienpunts- schaal te scoren; de gevonden resultaten zijn weergegeven in tabel 6. 24

28 Tabel 6. Beoordeling van de verschillende interventies op een schaal 1-10, 1 = niet zinvol, 10 = erg zinvol (N= 37) Interventie M SD schrijven automatische gedachten uitdagen positieve zelfinstructie stemmingsmeter omgaan met anderen dagschema toolkit gedragsexperiment De deelnemers staan over het algemeen genomen positief staan ten opzichte van de verschillende interventies. De interventies 'schrijven', 'het uitdagen van automatische gedachten' en 'positieve zelfinstructie' worden met name zinvol geacht. Evaluatie follow-up In de evaluatie follow-up vragenlijst werden de deelnemers gevraagd hun mening te geven over dit follow-up onderzoek. De resultaten staan in tabel 7. Tabel 7. Antwoorden evaluatievragenlijst Beoordeling follow-up onderzoek Vraag Antwoorden % Hoe vind je het om na zo een lange tijd prettig 68 % weer door Interapy benaderd te worden? niet prettig 3 % Wil je op de hoogte blijven van dit onderzoek? ja 95 % nee 5 % *Percentages afgerond op hele getallen. Percentages geen mening zijn in de tabel niet vermeld. 25

29 Een ruime meerderheid van de deelnemers (68%) gaf aan het prettig te vinden weer door Interapy te worden benaderd. Daarnaast lijkt er bij de deelnemers een grote betrokkenheid te bestaan bij dit follow-up onderzoek; 95% van de deelnemers gaven aan dat ze graag op de hoogte gehouden wilden worden van de resultaten van dit onderzoek. Opmerkingen en suggesties van de deelnemers Uit de suggesties en opmerkingen die de deelnemers aan de hand van de evaluatievragenlijsten gaven, kwam onder andere naar voren dat een gedeelte van de deelnemers (20%) de behoefte hadden aan de mogelijkheid om hun eigen resultaten, inclusief het advies van hun behandelaar na te kunnen lezen. Eveneens 20% van de deelnemers gaven aan dat ze een vorm van nazorg hadden gemist. Zij misten het contact met de therapeut. Na een intensieve therapie, waarin de deelnemers gewend waren geraakt om te mailen met een behandelaar, bestond er geen mogelijkheid tot nazorg. Ook misten zij de mogelijkheid tot inzicht in de psychoeducatie. Zij hadden geen naslagwerk van de therapie of geschreven commentaar van hun therapeut. Dit misten zij het meeste op momenten dat het wat minder met ze ging. Driekwart van de deelnemers (78%) gaven aan dat hun klachten gedurende de behandeling waren verbeterd. Zeven deelnemers gaven daarvoor als reden het verkregen inzicht en acceptatie van hun klachten. Hierdoor voelde ze zich gesteund en hadden ze het gevoel dat ze als gevolg van de behandeling meer grip hadden gekregen op hun klachten. Bijna de helft van de deelnemers (43%) gaven aan dat de behandeling te lang geleden plaats had gevonden waardoor ze het moeilijk vonden om de behandeling adequaat te beoordelen. 26

30 4. Discussie De resultaten van de hier beschreven depressiebehandeling komen in grote lijnen overeen met de eerder onderzochte Interapybehandeling van posttraumatische stress (Lange et al., 2003a) en burn- out (Lange et al., 2004). De Interapybehandeling voor depressie blijkt ook op de lange termijn effectief te zijn om mensen met een depressie te behandelen. De resultaten van dit follow- up onderzoek tonen aan dat de 39 deelnemers, anderhalf jaar na het afronden van de Interapybehandeling, minder hinder ervaren dan vóór de Interapybehandeling, gemeten in ernst van depressieve klachten. De gevonden effecten zijn groot en een hoog percentage van de deelnemers is dusdanig verbeterd dat men van een grote klinische relevantie kan spreken. Bij het beoordelen van deze resultaten moet in ogenschouw genomen worden dat de meeste deelnemers, bij aanvang van de behandeling, al geruime tijd last hadden van depressieve klachten (gemiddeld zes jaar) (Lange et al., 2005). Met andere woorden, spontaan herstel zal geen factor van betekenis zijn geweest. Naast een afname in depressieve klachten, is er ook een vermindering in angst- en stressklachten gevonden. Hoewel de behandeling zich niet op deze specifieke klachten richt, is deze verandering wel te verwachten. Stress en angst hangen namelijk in grote mate samen met het algemene psychische welbevinden (Renckens, 2004). Onder de deelnemers bestaat een grote tevredenheid over de diverse aspecten van de behandeling. Met name de interventies schrijven, het uitdagen van automatische gedachten en positieve zelfinstructie werden als zeer effectief beoordeeld. De drie bovengenoemde interventies werden in het initiële onderzoek eveneens als hoogste gescoord. De overige interventies werden, gezien de hoge scores, eveneens als effectief beoordeeld. De interventies schrijven en automatische gedachten hebben als doel om de deelnemer bewust te maken van gedachten en gevoelens die de stemming op een negatieve wijze beïnvloeden. Beide interventies zijn gericht op bewustwording van de deelnemer, wat mogelijk van invloed is op het ziekte- inzicht en acceptatie van klachten. De interventie positieve zelfinstructie is gericht op het bewust worden van positieve eigenschappen van de deelnemer. De overeenkomst van deze drie interventies is dat het ziekte- inzicht en de zelfkennis toenemen, wat mogelijk het gevoel van zelfbeschikking vergroot. 19 Deelnemers (51%) geven in hun toelichting dan ook aan dat ze voornamelijk als gevolg van de 27

Interapy Online Psychotherapie 10 jaar Onderzoek & Praktijk. Bart Schrieken

Interapy Online Psychotherapie 10 jaar Onderzoek & Praktijk. Bart Schrieken Interapy Online Psychotherapie 10 jaar Onderzoek & Praktijk Bart Schrieken Presentatie Soorten e-mental health Onderzoek Voorbeelden praktijk Conclusies & aanbevelingen Online aanbod door GGZ in Nederland

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

psychologische hulp online

psychologische hulp online psychologische hulp online posttraumatische stress pathologische rouw paniekstoornis en agorafobie depressie bulimia nervosa Burn-out preventie en behandeling diagnostische screening & indicatie Geschiedenis

Nadere informatie

Anke van den Beuken Straat Postcode Mail. De heer Jansen Kapittelweg EN Nijmegen. Horst,

Anke van den Beuken Straat Postcode Mail. De heer Jansen Kapittelweg EN Nijmegen. Horst, Anke van den Beuken Straat Postcode Mail De heer Jansen Kapittelweg 33 6525 EN Nijmegen Horst, 13-1-2017 Betreft: terugkoppeling behandeling meneer D*****, 12-**-1988 Geachte Meneer Jansen, Met toestemming

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEID 2018

KLANTTEVREDENHEID 2018 Pagina 1 van 18 KLANTTEVREDENHEID 2018 Faas Psychologie Pagina 2 van 18 Inhoudsopgave Introductie... 4 Samenvatting... 5 Verbeterpunten... 6 Resultaten CQI 2018... 6 Bejegening... 7 1. Neemt de behandelaar

Nadere informatie

Inzicht in de praktijk van online therapie. Stijn Bornewasser Behandelcoördinatie Interapy

Inzicht in de praktijk van online therapie. Stijn Bornewasser Behandelcoördinatie Interapy Inzicht in de praktijk van online therapie Stijn Bornewasser Behandelcoördinatie Interapy Inhoud Kenmerken online therapie? Welke behandelingen biedt Interapy aan? Voor wie is het geschikt (en voor wie

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

samenvatting Opzet van het onderzoek

samenvatting Opzet van het onderzoek 167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.

Nadere informatie

GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD

GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD RESULTATEN ANALYSE 2014 GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD De Rughuis Methode heeft aangetoond dat de gezondheidstoestand en kwaliteit van leven bij patiënten met chronische rugklachten enorm kan toenemen.

Nadere informatie

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH) Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEID Faas Psychologie

KLANTTEVREDENHEID Faas Psychologie KLANTTEVREDENHEID 2017 Faas Psychologie Pagina 1 van 13 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Verbeterpunten... 3 Introductie... 4 Resultaten CQI 2017... 5 Bejegening... 5 1. Neemt de behandelaar u serieus?...

Nadere informatie

Yes We Can Fellow onderzoek

Yes We Can Fellow onderzoek Yes We Can Fellow onderzoek Resultaten 2017 1 Inhoud Inleiding... 3 Respons... 3 Eigenschappen responsegroep... 3 Enkelvoudige of meervoudige problematiek... 4 Zorg voorafgaand aan opname... 4 Situatie

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Brief Symptom Inventory. Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG

Brief Symptom Inventory. Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG Brief Symptom Inventory Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG Kenmerken Verkorte versie van de SCL-90 53 items 9 subschalen (met 4 tot 6 items) Antwoordcategorieën: 0 4 Scoring (gemiddelde):

Nadere informatie

Periode van invullen vragenlijsten 2 december 2013 tot en met 18 juni 2014

Periode van invullen vragenlijsten 2 december 2013 tot en met 18 juni 2014 Wetenschappelijk onderzoek VoetreflexPlus behandelingen. Onderzoeksverslag voor Total Health De opleiding van Total Health leidt studenten op tot VoetreflexPlus therapeut. In het derde leerjaar van deze

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING Hoofdstuk 1 is de algemene introductie over de inhoud van dit proefschrift. Depressie en angststoornissen zijn de meest voorkomende psychische stoornissen en brengen een grote

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Psychofysiologische begeleiding zinvol bij SOLK. (Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijk Klachten)

Psychofysiologische begeleiding zinvol bij SOLK. (Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijk Klachten) Psychofysiologische begeleiding zinvol bij SOLK. (Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijk Klachten) Eveline Kempenaar Algemene Leden Vergadering VDV november 2012 In het nieuws! 1 Definitie SOLK Lichamelijke

Nadere informatie

Meer informatie MRS 0610-2

Meer informatie MRS 0610-2 Meer informatie Bij de VGCt zijn meer brochures verkrijgbaar, voor volwassenen bijvoorbeeld over depressie en angststoornissen. Speciaal voor kinderen zijn er brochures over veel piekeren, verlatingsangst,

Nadere informatie

Kennislacunes NHG-Standaard Depressie

Kennislacunes NHG-Standaard Depressie Kennislacunes Kennislacunes 1. Het nut van screening naar depressie bij mensen met een chronische somatische aandoening in de (noot 15-16). 2. De 4DKL als instrument om het verloop van de (ernst van de)

Nadere informatie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het bestuderen van de aard en de mate van veranderingen op meerdere domeinen van het neurocognitief

Nadere informatie

Behandeling & Diagnostiek

Behandeling & Diagnostiek Behandeling & Diagnostiek Inhoud Voorwoord Wat doet de GGZ Groep? Werkwijze Wanneer kan de GGZ Groep u helpen? Wanneer kan de GGZ Groep u niet helpen? Diagnostiek Werkwijze Kwaliteit Vergoeding Tot slot

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life prospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin 20 personen met een laag-normale vitamine B12 waarde zijn gevraagd

Nadere informatie

Psychotherapie voor Depressie werkt! Maar hoe?

Psychotherapie voor Depressie werkt! Maar hoe? Psychotherapie voor Depressie werkt! Maar hoe? Effecten en Werkingsmechanismes van Cognitieve Therapie en Interpersoonlijke Therapie voor Depressie Dr. Lotte Lemmens Maastricht University Psychotherapie

Nadere informatie

Brief Symptom Inventory. Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG

Brief Symptom Inventory. Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG Brief Symptom Inventory Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG Overzicht Kenmerken BSI Subschalen, items, verschillende scores Psychometrische kwaliteit Betrouwbaarheid en validiteit T-scores

Nadere informatie

ROM met de OQ-45. Kim la Croix, sheets: Kim de Jong. Discover the world at Leiden University

ROM met de OQ-45. Kim la Croix, sheets: Kim de Jong. Discover the world at Leiden University ROM met de OQ-45 Kim la Croix, sheets: Kim de Jong Vraag Gebruikt u op dit moment de OQ-45? a. Nee, maar ik overweeg deze te gaan gebruiken b. Ja, maar ik gebruik hem nog beperkt c. Ja, ik gebruik hem

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

Periodieke monitoring binnen behandelplangericht werken

Periodieke monitoring binnen behandelplangericht werken CGG AHASVERUS Periodieke monitoring binnen behandelplangericht werken Behandelplangericht werken en monitoring Doelstellingen 1. Betere afstemming realiseren tussen cliënt en hulpverlener wat betreft focus

Nadere informatie

Post-hbo opleiding cognitief gedragstherapeutisch

Post-hbo opleiding cognitief gedragstherapeutisch Post-hbo opleiding cognitief gedragstherapeutisch werker Volwassenen en ouderen mensenkennis Van onze klinisch psycholoog heb ik een groep cliënten overgenomen, bij wie ik de instrumenten uit de opleiding

Nadere informatie

De geprotocolleerde Interapy-behandeling van depressie via het internet; resultaten van een gerandomiseerde trial *

De geprotocolleerde Interapy-behandeling van depressie via het internet; resultaten van een gerandomiseerde trial * De geprotocolleerde Interapy-behandeling van depressie via het internet; resultaten van een gerandomiseerde trial * Alfred Lange, Hans Vermeulen, Cornelie H. Renckens, Menno Schrijver, Jean-Pierre van

Nadere informatie

(Na)zorg bewust meten

(Na)zorg bewust meten 26 Het volgen van uitbehandelde patiënten levert waardevolle inzichten op (Na)zorg bewust meten Tekst: Simone Fens, Ellis van Duist, Marjon Woudstra Qualizorg en MTCZorg zijn twee jaar geleden een initiatief

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

but no statistically significant differences

but no statistically significant differences but no statistically significant differences Astma is een chronische aandoening, die niet te genezen is. Met de passende zorg kunnen symptomen tot een minimum worden gereduceerd en zou een astma patiënt

Nadere informatie

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapiegroep voor mensen met een bipolaire stoornis

Cognitieve gedragstherapiegroep voor mensen met een bipolaire stoornis Psychiatrie Cognitieve gedragstherapiegroep voor mensen met een bipolaire stoornis www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl PSY002 / Cognitieve gedragstherapiegroep

Nadere informatie

Onderzoek en behandeling door de medisch psycholoog

Onderzoek en behandeling door de medisch psycholoog Onderzoek en behandeling door de medisch psycholoog Inleiding In overleg met uw behandelend arts heeft u informatie gekregen over het maken van een afspraak met een medisch psycholoog van de afdeling

Nadere informatie

Toegankelijkheid en effectiviteit van de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen. Samenvatting

Toegankelijkheid en effectiviteit van de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen. Samenvatting Toegankelijkheid en effectiviteit van de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Psychische stoornissen komen geregeld voor bij ouderen (65-plus).

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie

Cognitieve gedragstherapie Cognitieve gedragstherapie Een succesvolle psychotherapie voor diverse emotionele stoornissen en problemen Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie Wat is Cognitieve Gedragstherapie? Cognitieve gedragstherapie

Nadere informatie

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Autismespectrumstoornissen: ADASS Achtergrond ADASS Veelvuldig voorkomen van

Nadere informatie

Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest

Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest Van DSM IV naar DSM 5 DSM IV - somatisatie stoornis, - somatoforme

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie?

Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie? Nijmeegs Kenniscentrum Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie? Jan-Frederic Wiborg, Jose van Bussel, Agaat van Dijk, Gijs Bleijenberg, Hans

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie een effectieve psychotherapie

Cognitieve gedragstherapie een effectieve psychotherapie Cognitieve gedragstherapie een effectieve psychotherapie Informatie voor mensen die hun probleem willen aanpakken 2 3 Cognitieve gedragstherapie Een effectieve psychotherapie In deze brochure kunt u lezen

Nadere informatie

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst Nederlandse samenvatting Patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben last van recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst veroorzaken. Om deze angst

Nadere informatie

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan.

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. IJLGE 8: QULIDEM Inleiding et instrument heeft een eerste toetsing bij 4 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. Daarmee is een eerste versie van een bruikbaar instrument ontwikkeld. et

Nadere informatie

The black-box ontmanteld: outcome als input voor continue kwaliteitsverbetering binnen de geestelijke gezondheidszorg

The black-box ontmanteld: outcome als input voor continue kwaliteitsverbetering binnen de geestelijke gezondheidszorg The black-box ontmanteld: outcome als input voor continue kwaliteitsverbetering binnen de geestelijke gezondheidszorg O. Peene (PhD) P. Cokelaere (MSc, MBA) V. Meesseman (MSc) Onze kernopdracht De gezondheid,

Nadere informatie

Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 2010-2011

Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 2010-2011 Feitenkaart Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 010-011 In september 007 is de uitvoering van het Rotterdamse leefstijlprogramma Van Klacht naar Kracht gestart. Het doel van het programma

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

Gelukkig ondanks pijn

Gelukkig ondanks pijn Gelukkig ondanks pijn Een online positieve psychologie interventie voor patiënten met chronische musculoskeletale pijn Elke Smeets, Madelon Peters, Marion Feijge, Steven Linton, & Gerhard Andersson Positieve

Nadere informatie

Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60)

Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60) Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60) Auteurs: T. Batink, G. Jansen & H.R.A. De Mey. 1. Introductie De Flexibiliteits Index Test (FIT-60) is een zelfrapportage-vragenlijst

Nadere informatie

PersonaCura. Uw specialist in persoonlijkheid & gedrag bij senioren

PersonaCura. Uw specialist in persoonlijkheid & gedrag bij senioren PersonaCura Uw specialist in persoonlijkheid & gedrag bij senioren Inleiding We willen allemaal oud worden, maar het liever niet zijn. Ouder worden betekent immers omgaan met verlies van gezondheid, van

Nadere informatie

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Een verpleegkundige in Engeland die is gespecialiseerd in patiënten met multiple sclerose / MS voerde een informele studie uit waarbij

Nadere informatie

De begeleider cliënt relatie vragenlijst

De begeleider cliënt relatie vragenlijst De begeleider cliënt relatie vragenlijst De relatie begeleider cliënt meten John Roeden, Anno Velema, Baalderborg Groep Introductie Positieve relatie tussen cliënt en begeleider belangrijk Levert een bijdrage

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Interpersoonlijke psychotherapie

Interpersoonlijke psychotherapie Interpersoonlijke psychotherapie in een ambulante groep een behandelprotocol voor depressie Dina Snippe, psychotherapeut Opleider-supervisor NVGP en NVIPT De genezing van de krekel Geacht somber gevoel,

Nadere informatie

Deze studie is gepubliceerd in Directieve Therapie, 2006, 26(3), 229-241

Deze studie is gepubliceerd in Directieve Therapie, 2006, 26(3), 229-241 Langetermijneffecten van de Interapy Burnout-behandeling: de resultaten van een follow-upstudie na ruim tweeënhalf jaar Jos Verstraten 1, Alfred Lange 2 en Eva Lith 1 Deze studie is gepubliceerd in Directieve

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik

Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik Informatie voor mensen die hun probleem willen aanpakken 2 Kortdurende motiverende interventie en cognitieve gedragstherapie Een effectieve behandeling

Nadere informatie

Behandelen gestuurd door directe feedback: samen kennis genereren over wat werkt

Behandelen gestuurd door directe feedback: samen kennis genereren over wat werkt Behandelen gestuurd door directe feedback: samen kennis genereren over wat werkt Rint de Jong - Karakter Heddeke Snoek Karakter Judith Horstman Pionn Marleen van Aggelen - Pionn 22 september 2015 Met welke

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Bijlage bij hoofdstuk 7 Ervaren gezondheid, leefstijl en zorggebruik

Bijlage bij hoofdstuk 7 Ervaren gezondheid, leefstijl en zorggebruik Bijlage bij hoofdstuk 7 Ervaren gezondheid, leefstijl en zorggebruik B7.1 Constructie van de maten voor fysieke en psychische gezondheid SF-12 vragen in SING 09 In gezondheidsonderzoek wordt vaak de zogenaamde

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,

Nadere informatie

MINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE

MINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE MINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE MARION SPIJKERMAN VGCT CONGRES, 13 NOVEMBER 2015 OVERZICHT Introductie Methode Resultaten Discussie Mindfulness en ACT interventies als ehealth:

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

De effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de

De effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de Samenvatting De effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de gezondheidsbeleving van bewoners en hulpverleners In de jaren die volgden op de vliegramp Bijlmermeer op 4 oktober 1992, ontstond

Nadere informatie

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported

Nadere informatie

Predictoren voor behandelsucces bij de behandeling van eetbuistoornis Mirjam Lammers Klinisch psycholoog psychotherapeut

Predictoren voor behandelsucces bij de behandeling van eetbuistoornis Mirjam Lammers Klinisch psycholoog psychotherapeut Predictoren voor behandelsucces bij de behandeling van eetbuistoornis Mirjam Lammers Klinisch psycholoog psychotherapeut Amarum, centrum voor eetstoornissen Wat is eetbuistoornis? Ongecontroleerd overeten

Nadere informatie

FEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Simon Janzen ID 4589-2 Datum 11.11.2015. Zelfrapportage

FEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Simon Janzen ID 4589-2 Datum 11.11.2015. Zelfrapportage FEEL-E Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen HTS Report ID 4589-2 Datum 11.11.2015 Zelfrapportage FEEL-E Inleiding 2 / 14 INLEIDING De FEEL-E brengt de strategieën in kaart die volwassenen gebruiken

Nadere informatie

Jaarrapport Het Voorbeeld BV 2007

Jaarrapport Het Voorbeeld BV 2007 Jaarrapport Het Voorbeeld BV 2007 Copyright Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Cenzo worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt. Voor het gebruik van

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Deze folder geeft informatie over de diagnostiek en behandeling van cluster C persoonlijkheidsstoornissen. Wat is een cluster C Persoonlijkheidsstoornis? Er bestaan verschillende

Nadere informatie

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift 153 SAMENVATTING Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift Angst en depressie zijn de meest voorkomende psychische stoornissen, de ziektelast is hoog en deze aandoeningen brengen hoge kosten met

Nadere informatie

De Kinder- en jeugdpsycholoog

De Kinder- en jeugdpsycholoog De Kinder- en jeugdpsycholoog Inhoudsopgave Inleiding... 1 De kinder- en jeugdpsycholoog... 1 Vraagstellingen... 1 Gezag... 2 Intake... 2 Psychologisch onderzoek... 2 Psychologische behandeling... 3 Psycho-educatie...

Nadere informatie

Doorbreek je depressie

Doorbreek je depressie Doorbreek je depressie Doorbreek je depressie Werkboek voor de cliënt Drs. P.J. Molenaar Drs. F.J. Don Prof. dr. J. van den Bout Drs. F. Sterk Prof. dr. J. Dekker Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó

Nadere informatie

Beschrijving zorgclustermodel ggz. Voor deelnemers aan pilotfase 2

Beschrijving zorgclustermodel ggz. Voor deelnemers aan pilotfase 2 Beschrijving zorgclustermodel ggz Voor deelnemers aan pilotfase 2 Inhoud In document treft u de volgende informatie aan: 1. De beslisboom met de indeling van de zorgclusters; 2. De beschrijving van de

Nadere informatie

Algemene informatie Medische Psychologie

Algemene informatie Medische Psychologie Algemene informatie Medische Psychologie Inhoudsopgave Inleiding... 1 De psycholoog... 1 Vraagstellingen... 1 Intake... 1 Vervolg... 2 Behandeling... 2 - Psycho-educatie... 2 - Psychotherapie... 2 - Traumabehandeling...

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod U bent niet de enige Een op de tien Nederlanders heeft te maken met een persoonlijkheidsstoornis of heeft trekken hiervan. De Riagg Maastricht is gespecialiseerd

Nadere informatie

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma

Nadere informatie

Interpersoonlijke psychotherapie

Interpersoonlijke psychotherapie Interpersoonlijke psychotherapie in een groep een behandelprotocol voor depressie Dina Snippe, Opleider-supervisor IPT en groepspsychotherapie Cora Versteeg, supervisor IPT en groepspsychotherapeut i.o.

Nadere informatie

Een effectiviteitsanalyse van de

Een effectiviteitsanalyse van de Verzuimende werknemers Een effectiviteitsanalyse van de verzuimbegeleiding door Top-Care Onderzoek naar de effectiviteit van de verzuimspecifieke aanpak van Top-Care Esther Hilbers 1 In deze rapportage

Nadere informatie

RAPPORT EVALUATIE GEBRUIK ONLINE KLACHTGERICHTE MINI-INTERVENTIES (SNELBETERINJEVEL.NL)

RAPPORT EVALUATIE GEBRUIK ONLINE KLACHTGERICHTE MINI-INTERVENTIES (SNELBETERINJEVEL.NL) RAPPORT EVALUATIE GEBRUIK ONLINE KLACHTGERICHTE MINI-INTERVENTIES (SNELBETERINJEVEL.NL) Voor de periode 26-09-2016 tot 01-02-2017 Februari 2017, Trimbos-instituut. ACHTERGROND Het ministerie van VWS is

Nadere informatie

Behandeling informatie.

Behandeling informatie. Behandeling informatie. Bij een wachttijd langer dan een maand wordt de mogelijkheid geboden om door te verwijzen naar een andere GBGGZ- aanbieder. Psychologenpraktijk NK heeft nauwe contacten met een

Nadere informatie

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam PT Positiviteitstest HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage PT Inleiding 2 / 8 INLEIDING De Positiviteitstest is een vragenlijst die op basis van zelfrapportage in kaart brengt in hoeverre

Nadere informatie

Gezinskenmerken: De constructie van de Vragenlijst Gezinskenmerken (VGK) Klijn, W.J.L.

Gezinskenmerken: De constructie van de Vragenlijst Gezinskenmerken (VGK) Klijn, W.J.L. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Gezinskenmerken: De constructie van de Vragenlijst Gezinskenmerken (VGK) Klijn, W.J.L. Link to publication Citation for published version (APA): Klijn, W. J. L. (2013).

Nadere informatie

Meten van lichaamsbeleving

Meten van lichaamsbeleving Meten van lichaamsbeleving ALV NVPMT 31 maart 2016 Mia Scheffers wjscheffers@gmail.com 1 Twee delen Deel 1 Waarom belangrijk; resultaten tot nu toe Deel 2 Obstakels en valkuilen, aandachtspunten 2 Waarom?

Nadere informatie

Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente

Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente Donald van der Burg Onderzoek naar responsiviteit van de CMS/SST

Nadere informatie

Gebruik van de OQ-45 in de behandeling, ook U? Katinka Franken Neuropsycholoog

Gebruik van de OQ-45 in de behandeling, ook U? Katinka Franken Neuropsycholoog Gebruik van de OQ-45 in de behandeling, ook U? Katinka Franken Neuropsycholoog zondag 19 februari 2012 Doelen ROM (routine outcome monitoring) Secundair 1. gegevensverzameling voor beleid 2. gegevensverzameling

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID Jeugd 2010 4 K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant: TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die

Nadere informatie

Compatibility Process Scale (ACPS). De therapeutische alliantie is gemeten met de Werk

Compatibility Process Scale (ACPS). De therapeutische alliantie is gemeten met de Werk De invloed van indicatiestelling door overleg (the Negotiated Approach) op patiëntbehandelingcompatibiliteit en uitkomst bij de behandeling van depressieve stoornissen 185 In deze thesis staat de vraag

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 Twee populaties: parametrische toetsen

Hoofdstuk 6 Twee populaties: parametrische toetsen Hoofdstuk 6 Twee populaties: parametrische toetsen 6.1 De t-toets voor het verschil tussen twee gemiddelden: In veel onderzoekssituaties zijn we vooral in de verschillen tussen twee populaties geïnteresseerd.

Nadere informatie

Het klinisch effect van AOT: Onderzoek in de praktijk. Jennie Wakker

Het klinisch effect van AOT: Onderzoek in de praktijk. Jennie Wakker Het klinisch effect van AOT: Onderzoek in de praktijk Jennie Wakker Symposium AOT: werkt het? Is het bewezen? AOS, Arnhem, 14 maart 2009 Titel The clinical effectiveness of breathing and relaxation therapy:

Nadere informatie