Masteropleiding Geneeskunde/Klinisch Onderzoeker SUMMA2006

Transcriptie

1 Reglement Examencommissie Geneeskunde Studiejaar 2014/2015 Masteropleiding Geneeskunde/Klinisch Onderzoeker SUMMA2006 In dit examenreglement zijn de regels van de examencommissie m.b.t. de goede gang van zaken tijdens de tentamens en de richtlijnen m.b.t. de beoordeling opgenomen. Dit reglement is niet los te zien van wat bepaald en geregeld is in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), de Onderwijs- en Examenregeling (OER) en het Studentenstatuut. In de OER zijn de opleidingsspecifieke rechten en plichten opgenomen van studenten enerzijds en de Universiteit Utrecht anderzijds. In het (algemene universitaire) Studentenstatuut staan de rechten en plichten die voor alle studenten gelden. Inhoud PARAGRAAF 1. ALGEMENE BEPALINGEN art. 1 - toepassingsgebied 2 art. 2 - examencommissie geneeskunde 2 art. 3 - maatstaven 3 PARAGRAAF 2. ORGANISATIE TOETSEN EN GANG VAN ZAKEN art. 4 - examinatoren 3 art. 5 - tijdstippen tentamens 3 art. 6 - inschrijving cursussen en tentamens 4 art groepsindeling 5 art. 7 - terugtrekking cursus/tentamen 5 art aanwezigheidsplicht cursus 5 art. 8 - de orde tijdens een examen of tentamen 6 art. 9 - vragen en opgaven 6 PARAGRAAF 3. TOETSEN EN BEOORDELING art coschappen in het buitenland en in niet-geaffilieerde ziekenhuizen 7 art beoordelingen 7 art professioneel gedrag 8 art inzage 8 art inzagemogelijkheden en nabespreking SUMMA Voortgangstoets 8 art getuigschrift en cum laude regeling 8 PARAGRAAF 4. BORGEN KWALITEIT EXAMINERING art borgen kwaliteit toetsen 9 art onderzoeken kwaliteit toetsen 9 art borgen kwaliteit examens (eindniveau afgestudeerden) 9 PARAGRAAF 5. SLOTBEPALINGEN art wijziging 9 art inwerkingtreding 10 1

2 PARAGRAAF 1. ALGEMENE BEPALINGEN art. 1 - toepassingsgebied Dit reglement is van toepassing op de tentamens en de examens van de masteropleiding geneeskunde/klinisch onderzoeker SUMMA 2006 De in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van deze opleiding omschreven begrippen zijn ook van toepassing op dit reglement. art. 2 - examencommissie geneeskunde 1. De studie Geneeskunde kent één examencommissie voor de totale opleiding Geneeskunde. 2. De examencommissie kent voor de bewaking van de studievoortgang 5 subcommissies: a. de subcommissie bacheloropleiding CRU; deze ziet toe op goede afhandeling van de zaken die de bachelorfase betreffen en bereidt ook het bindend studieadvies voor. b. de subcommissie masteropleiding CRU; deze commissie ziet toe op goede afhandeling van de zaken die de masteropleiding betreffen. de subcommissie masteropleiding SUMMA; deze ziet toe op goede afhandeling van de zaken die de SUMMA opleiding betreffen c. de subcommissie portfolio, d. de subcommissie professioneel gedrag e. de commissie kwaliteitszorg toetsing f. De subcommissies zijn de belangrijkste adviesorganen van de examencommissie. Voorts kent de commissie een aantal adviserende leden. Zie bijlage 1 voor een overzicht met namen. 3. De decaan benoemt de voorzitter en de leden van de examencommissie voor een termijn van drie jaar op basis van hun deskundigheid op het terrein van de betreffende opleiding(en) of het terrein van toetsing. Herbenoeming is mogelijk. Als lid van de examencommissie kan niet worden benoemd degene die een managementfunctie met financiële verantwoordelijkheid bekleedt of bestuurlijke (eind)verantwoordelijkheid voor een onderwijsprogramma heeft. 4. Het Dagelijks Bestuur wordt gevormd door de voorzitters van de subcommissies bachelor, master en SUMMA en is belast met de behartiging van de dagelijkse gang van zaken van de examencommissie. 5. Namens SUMMA 2006 worden twee leden de examencommissie benoemd. 6. De voorzitter van de subcommissie SUMMA ziet toe op goede afhandeling van de zaken die de opleiding SUMMA betreffen.8. Het dagelijks bestuur en de ambtelijk secretaris zijn belast met de behartiging van de dagelijkse gang van zaken van de examencommissie. 7. De examencommissie ziet erop toe dat examinatoren beoordelen aan de hand van dezelfde, tevoren schriftelijk vastgestelde, normen. 8. In gevallen betreffende de toetsen en het examen waarin de Onderwijs- en examenregeling of dit Reglement niet voorziet, beslist de examencommissie. 9. Op verzoek van een belanghebbende kan de examencommissie besluiten afwijkingen van de in het vorige lid genoemde reglementen toe te staan. Indien een verzoek wordt afgewezen wordt dit aan belanghebbende onder opgaaf van redenen binnen 6 weken medegedeeld. 10. Indien de belanghebbende hierom verzoekt wordt deze in staat gesteld het verzoek mondeling toe te lichten. De belanghebbende kan zich hierbij laten bijstaan door een derde. 11. De examencommissie wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris. Deze maakt geen deel uit van de examencommissie. De ambtelijk secretaris draagt zorg voor: - het voorbereiden, bijeenroepen en notuleren van de vergaderingen; 2

3 - het bewaken van de uitvoering van genomen besluiten; - het communiceren van besluiten aan studenten en andere betrokkenen; - het opstellen van periodieke rapportages; - het archiveren van behandelde verzoeken, bezwaren en genomen besluiten. 12. De examencommissie stelt de Reglementen Examencommissie Geneeskunde vast van alle opleidingen Geneeskunde van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. 13. De examencommissie benoemt de voorzitters van de subcommissies genoemd in lid De examencommissie is verantwoordelijk voor het behandelen van klachten die betrekking hebben op de afwikkeling van de dagelijkse gang van zaken binnen de sub-examencommissies genoemd in artikel 2 lid 2. art. 3- maatstaven Bij de beoordeling van verzoeken om uitzonderingen betrekken de examencommissie en de examinatoren overwegingen die betrekking kunnen hebben op: a. het behoud van kwaliteits- en selectie-eisen van het examen of een toets. a. doelmatigheidseisen, onder meer tot uitdrukking komend in een streven om: 1. tijdverlies voor studenten (als gevolg van omstandigheden buiten hun schuld) tijdens de studie zoveel mogelijk te beperken 2. studenten zo snel mogelijk te bewegen hun studie af te breken indien het slagen voor toetsen onwaarschijnlijk is geworden. b. bescherming tegen zichzelf van studenten die een te grote studielast op zich willen nemen. c. mildheid ten opzichte van studenten die door omstandigheden buiten hun schuld in de voortgang van hun studie vertraging hebben ondervonden. PARAGRAAF 2. ORGANISATIE TOETSEN EN GANG VAN ZAKEN art. 4 - examinatoren 1 Examinatoren worden benoemd door de examencommissie uit de leden van de wetenschappelijke staf, die betrokken zijn bij het onderwijs 2 De examinatoren zijn verantwoordelijk voor de toetsing van hun cursus. 3 De examencommissie kan ook overige leden van het wetenschappelijk personeel en deskundigen van buiten de opleidingen als examinator aanwijzen. 4 De examencommissie kan overgaan tot intrekking van de aanwijzing van de examinator, indien de examinator zich niet houdt aan de wet- en regelgeving of richtlijnen van de examencommissie, of als de competentie van de examinator op het gebied van toetsing (maken, afnemen, beoordelen) herhaaldelijk van onvoldoende kwaliteit is gebleken. art. 5 - tijdstippen tentamens 1. Schriftelijke tentamens (dit geldt niet voor de herkansingen) worden afgenomen op tijdstippen, die tenminste 30 dagen voor aanvang van het betreffende onderwijs door de examencommissie zijn vastgesteld. 2. Herkansingen worden afgenomen op tijdstippen die uiterlijk 3 maanden tevoren worden bekend gemaakt. 3. Bij de vaststelling van de tijdstippen van tentamens wordt zoveel mogelijk voorkomen dat tentamens samenvallen. 3

4 4. Wijziging van vastgestelde tijdstippen vindt uitsluitend plaats in geval van overmacht. 5. Studenten dienen datum, plaats en tijd van de tentamens steeds op de website Geneeskunde te controleren op mutaties. Studenten die ingeschreven zijn voor een blok krijgen per solismail bericht over eventuele mutaties. 6. Mondelinge tentamens worden op een door de betreffende examinator(en), zo mogelijk na overleg met de student, te bepalen tijdstip afgenomen. 7. Indien een mondeling tentamen wordt afgenomen als vervanging van een schriftelijke toets, is daarvoor toestemming van de voorzitter van de examencommissie nodig. art. 6 - inschrijving cursussen en tentamens 1. Studenten worden één keer in de gelegenheid gesteld om deel te nemen aan het kleinschalig onderwijs. 2. Om te kunnen deelnemen aan een cursus, dient een student zich hiervoor minimaal één week van te voren via Osiris Student in te schrijven. Ook uitschrijven kan tot één week van te voren. Dit geldt ook voor de SVT. Op het moment van inschrijven moet aan de toegangseisen zijn voldaan. 3. De examencommissie kan toestaan dat van de in lid 2 genoemde periode wordt afgeweken als de student aantoont door overmacht te zijn verhinderd zich tijdig in te schrijven. 4. Inschrijven impliceert deelname aan de kleinschalige werkvormen en aan de toetsing van een onderdeel. Tevens krijgt de student daarmee toegang tot de Blackboard-module van de cursus. 5. Bewijsvoering voor correcte inschrijving ligt bij de student; hiertoe kan hij een print maken van zijn inschrijving in Osiris Student of de automatische bevestigingsmail van Osiris gebruiken. 6. Alleen inschrijven voor de toetsing van een cursus is niet mogelijk. 7. Het afleggen van toetsen is alleen toegestaan als het onderwijs van de betreffende cursussen is gevolgd. 8. Deelname aan de herkansing van een gevolgde cursus in hetzelfde studiejaar is alleen toegestaan als het behaalde cijfer eerder in het studiejaar niet lager was dan een 4.0 en niet hoger dan een 5.4. (zie OER art. 5.1 lid 3).Er is slechts één herkansing per jaar toegestaan. De SVT is uitgesloten van deze regeling, deze toets mag meerdere malen per jaar herkanst worden 9. Als een student zonder geldige reden niet aan de toets deelneemt waarvoor hij is ingeschreven, wordt hij geacht een cijfer 0 te hebben behaald. Voor hem is vervolgens lid 7 van toepassing. De examencommissie beoordeelt per geval of er sprake is van overmacht. Op grond van overmacht kan eventueel een uitzondering worden gemaakt. De beoordeling of er sprake is van overmacht wordt als regel gedelegeerd aan de studieadviseurs. 10. Tijdens een coschap mag maar 1x een tentamen worden afgelegd dat betrekking heeft op eerder gevolgd onderwijs (m.u.v. de SVT). 11. De entreetoets Studentenpoli (SP) jaar 1 bestaat uit twee delen: Clinical Skills (CS) en Clinical Encounter (CE). Voldoendes voor de beide deeltoetsen zijn vereist voor een voldoende resultaat voor de entreetoets. 12. Om te mogen deelnemen aan de eindtoets Summa CS CE moet eerst de entreetoets behaald zijn. 13. De eindtoets CS CE bestaat uit twee delen: Clinical Skills (CS) en Clinical Encounter (CE). Voldoendes voor de beide deeltoetsen zijn vereist voor een voldoende resultaat voor de eindtoets Summa CS CE jaar Voldoende resultaten voor de in lid 10 en 11 genoemde deeltoetsen van de entreetoets SP en de eindtoets Summa CS CE blijven geldig tot het einde van het volgende studiejaar. 15. Voor het behalen van deel 1 van Clinical Skills & Clinical Encounter is een voldoende resultaat voor de entreetoets SP jaar 1 vereist. 4

5 16. Om te mogen deelnemen aan de studentenpoli s is een voldoende resultaat voor de entreetoets vereist. 17. Alleen studenten die voldoen aan de toelatingseisen voor de teck-track binnen SUMMA en die zich in OSIRIS ingeschreven hebben voor SUMMA-tech mogen de deeltoets SUMMA-tech afleggen. Een student kan wisselen van de SUMMA-tech track naar het reguliere SUMMA programma. Vakken die hij behaald heeft als onderdeel van de SUMMA-tech track gelden ook voor het reguliere programma. 18. Studenten die het reguliere programma volgen en niet ingeschreven staan voor de SUMMA-tech track mogen geen toetsen afleggen die specifiek zijn voor SUMMA-tech. 19. De toetsen van de blokken van de lijn Kennis die zowel onderdeel uitmaken van SUMMA2006 als van SUMMA-tech en die dus een reguliere en technische variant hebben, bestaan uit twee delen. Beide deeltoetsen moeten met een voldoende worden afgerond. Deeltoets 1 bepaalt 90% van het cijfer en wordt afgelegd door alle studenten. Deeltoets 2 gaat over het verdiepingsonderwijs en bepaalt 10% van het cijfer. Deze deeltoets is verschillend voor studenten die technisch, dan wel biomedisch verdiepingsonderwijs hebben gevolgd. Studenten schrijven zich in OSIRIS in voor de technische of de biomedische variant. 20. De deeltoets over het basisdeel wordt herkanst tijdens de reguliere herkansing. Herkansing van de deeltoets over het verdiepingsonderwijs geschiedt i.o.m. de coördinator en vindt uiterlijk plaats tijdens de reguliere herkansing. Wanneer één van beide deeltoetsen niet gehaald is na de herkansing vervalt ook de deeltoets die wel gehaald was. art groepsindeling 1. Op basis van de jaarlijkse universitaire inschrijving van studenten deelt de afdeling Onderwijszaken studenten in groepen in. 2. De student is pas definitief ingedeeld in een groep nadat hij zich heeft ingeschreven voor het onderwijs via Osiris Student. Deze groepsindelingen zijn bindend voor het volgen van het betreffende ingeroosterde onderwijs en voor de indelingen van coschappen en stages. 3. De groepsindeling wordt aan studenten bekendgemaakt door middel van publicatie op Blackboard en/of Solismail. art. 7 - terugtrekking cursus/tentamen 1. Afmelden voor een coschap is alleen toegestaan vanwege geldige redenen en tot uiterlijk 2 maanden voor aanvang van het coschap. 2. Afmelden voor een keuzecoschap is alleen toegestaan vanwege geldige redenen en tot uiterlijk 2 maanden voor aanvang van het keuzecoschap. 3. Een student die tijdens een cursus de deelname aan kleinschalig onderwijs staakt, heeft schriftelijke toestemming nodig van de examinator om opnieuw deel te mogen nemen aan deze cursus wanneer de cursus opnieuw wordt gegeven. De examinator zal die toestemming alleen verlenen wanneer de studieadviseur aangeeft dat zwaarwegende omstandigheden het volgen van het onderwijs op de oorspronkelijke tijdstippen onmogelijk hebben gemaakt. 4. Afmelden voor een tentamen na inschrijving voor de cursus is niet toegestaan. 5. Afmelden voor het portfoliogesprek korter dan twee weken van te voren, resulteert in een ND voor dit onderdeel. art aanwezigheidsplicht cursus 5

6 1. Voor iedere cursus geldt dat de praktische oefeningen verplicht zijn. Als een student niet aanwezig kan zijn bij een praktische oefening is hij verplicht zich af te melden met opgaaf van reden bij de cursuscoördinator. Voor deelname aan een toets is een minimale participatie van 80 % van de praktische oefeningen vereist. 2. Aanwezigheidsplicht CSCE Voor de individuele onderdelen van CS en CE 1 en 2 (de onderdelen voorafgaand aan de entreeen de eindtoets) is een aanwezigheid van 80% verplicht art. 8 - de orde tijdens een examen of tentamen 1. De afdeling Onderwijszaken draagt ervoor zorg, dat ten behoeve van de schriftelijke tentaminering voldoende surveillanten aanwezig zijn, die erop toezien dat het tentamen in goede orde verloopt. 2. Bij calamiteiten tijdens een digitaal tentamen wordt het calamiteitenplan digitale toetsing gevolgd. 3. De student is verplicht zich te legitimeren met behulp van zijn bewijs van inschrijving aan de UU en een geldig identiteitsbewijs. De toegang tot het tentamen wordt ontzegd, indien de student zich niet kan legitimeren. 4. Aanwijzingen van de examencommissie, c.q. de examinator of surveillant, die voor, tijdens en onmiddellijk na afloop van het tentamen en de inzage gegeven worden, dienen door de student te worden opgevolgd. 5. Volgt de student één of meer aanwijzingen als bedoeld in het derde lid niet op, dan kan hij door de examencommissie c.q. examinator worden uitgesloten van verdere deelname aan het desbetreffende tentamen. De uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag van dat tentamen wordt vastgesteld. Voordat de examencommissie een besluit tot uitsluiting neemt, stelt zij de student op zijn verzoek in de gelegenheid ter zake te worden gehoord. Uitsluiting resulteert in toekennen van een cijfer 0 en toepassen van de regels beschreven in artikel 6 lid 8. Daarnaast kan een berisping worden gegeven, die wordt aangetekend in Osiris. 6. De duur van een tentamen is zodanig dat studenten redelijkerwijs voldoende tijd hebben om de vragen te beantwoorden. 7. Laatkomers worden tot een tentamen toegelaten tot ten hoogste 30 minuten na de aanvang van het tentamen, mits geen andere studenten de zaal hebben verlaten. 8. Studenten mogen de zaal waar het tentamen wordt afgenomen niet verlaten binnen 30 minuten na aanvang van het tentamen. 9. Studenten die tijdens het tentamen in het bezit blijken te zijn van mobiele telefoons of andere elektronische apparaten die aanstaan, worden uitgesloten van verdere deelname aan het desbetreffende tentamen. Uitsluiting resulteert in toekennen van een cijfer 0 en toepassen van de regels beschreven in artikel 6.lid In geval van georganiseerde fraude kan de examencommissie het tentamen ongeldig verklaren en binnen 3 weken een nieuwe toets afnemen. 11. In de Onderwijs- en Examenregeling is beschreven wat in ieder geval wort verstaan onder fraude en plagiaat. Deze beschrijving is niet uitputtend: de examencommissie kan ook andere gedragingen als fraude of plagiaat bestempelen. art. 9 - vragen en opgaven 1. Elke toetsing omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus, alsmede de beoordeling van de resultaten van dat onderzoek. 6

7 2. De vragen en opgaven van de toetsen gaan de tevoren bekendgemaakte bronnen waaraan de stof is ontleend niet te buiten. Deze worden bij aanvang van het onderwijs dat op de toets voorbereidt in hoofdzaak bekendgemaakt. Uiterlijk een maand voor het afnemen van de toets wordt de omvang van de stof definitief bekendgemaakt. 3. Vragen en opgaven van de toets zijn zo evenwichtig mogelijk gespreid over de stof. 4. De toets representeert de onderwijsdoelen naar inhoud en vorm. Uit de vraagstelling blijkt hoe gedetailleerd het antwoord van de examinandus moet zijn. 5. Voor het afnemen van een schriftelijk tentamen stelt de examencommissie c.q. examinator een student, op zijn verzoek, zo mogelijk, in de gelegenheid kennis te nemen van soortgelijke vragen, alsmede van de modelbeantwoording daarvan. PARAGRAAF 3. TOETSEN EN BEOORDELING art. 10 coschappen in het buitenland en in niet-geaffilieerde ziekenhuizen Alleen het klinische keuze coassistentschap van jaar 4 mag in het buitenland of buiten de gecontracteerde ziekenhuizen in Nederland worden gelopen (zie OER artikel 4.3). De ASAS dient in een opleidingsziekenhuis van de Onderwijs-en Opleidingsregio Utrecht te worden gevolgd. art. 11- beoordeling 1. De beoordeling van schriftelijke tentamens geschiedt aan de hand van tevoren schriftelijk vastgelegde, en eventueel naar aanleiding van de correctie bijgestelde, normen. 2. Ingeval bij de beoordeling van een tentamen meer dan één examinator is betrokken, zien de examencommissies erop toe, dat alle examinatoren beoordelen aan de hand van dezelfde normen. 3. De wijze van beoordeling is zodanig dat de student kan nagaan hoe de uitslag van zijn tentamen tot stand is gekomen. 4. Voor de beoordeling van het resultaat van een tentamen/cursus geldt het laatst toegekende cijfer. 5. Indien bij praktische oefeningen door meerdere studenten een bijdrage wordt geleverd aan één gezamenlijk werkstuk/presentatie, hanteert de examencommissie de volgende richtlijnen: a. afspraken over de taakverdeling van de door de studenten te verrichten werkzaamheden worden, voordat de werkzaamheden een aanvang nemen, door de verantwoordelijke examinator(en) schriftelijk vastgelegd; b. studenten worden op grond van de door hen verrichte werkzaamheden individueel beoordeeld. 6. Informatie over de wijze van beoordelen met betrekking tot de cursussen staat aangegeven in de schriftelijke informatie (inclusief blok- of lijnboek) over de betreffende cursussen. 7. Het eindcijfer van coschappen en stages dient een (gewogen) gemiddelde te zijn van de deelcijfers. 8. Bij de beoordeling van de coassistentschappen moet de student een voldoende voor professioneel gedrag halen om te kunnen slagen voor het coassistentschap (zie artikel 5.3 OER). 9. De uitslagen van de toetsen van coschappen moeten worden geregistreerd in Osiris. Ook deze toetsen kunnen bij een voldoende resultaat niet worden herkanst. Indien een student zakt voor de coschaptoets, kan hij alleen met toestemming van de examinator aan het coschap deelnemen. 7

8 art beoordeling professioneel gedrag Zie artikel 5.3 Onderwijs- en Examenregeling art inzage 1. Zo spoedig mogelijk na de bekendmaking van de uitslag van een mondeling tentamen vindt desgevraagd dan wel op initiatief van de examinator een nabespreking plaats tussen de examinator en de student, waarbij de examinator de beslissing motiveert. 2. Gedurende een termijn van 20 dagen, die aanvangt op de dag na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen, kan de student de examinator om een nabespreking verzoeken. De nabespreking geschiedt op een door de examinator te bepalen plaats en tijdstip. 3. Indien een collectieve nabespreking wordt georganiseerd, kan de student een verzoek als bedoeld in het tweede lid pas indienen, wanneer hij bij de collectieve bespreking aanwezig is geweest en hij het desbetreffende verzoek motiveert of wanneer hij door overmacht verhinderd is geweest bij de collectieve nabespreking aanwezig te zijn. 4. Het bepaalde in het vorige lid is van overeenkomstige toepassing, indien de examinator aan de student gelegenheid biedt om zijn uitwerking te vergelijken met modelantwoorden. art Inzagemogelijkheden en nabespreking SUMMA Voortgangstoets 1. Na de voorlopige uitslag worden de data bekend gemaakt waarop de toets met modelantwoorden kan worden ingezien. Deze data liggen altijd binnen 15 werkdagen na bekendmaking van de voorlopige uitslag. 2. In alle gevallen geldt dat kopiëren van de SVT-vragen en antwoorden voor eigen gebruik niet is toegestaan conform de OER art art getuigschriften en cum laude regeling 1. Ten bewijze dat het masterexamen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt. Het getuigschrift wordt ondertekend door de voorzitter, of bij diens afwezigheid de vice-voorzitter of subcommissie voorzitter. De uitreiking geschiedt in het openbaar, tenzij de examencommissie in bijzondere gevallen anders heeft bepaald. Op het IDS bij het getuigschrift worden vermeld: - de door de opleiding aangeboden cursussen; - niet tot het examen behorende, aan de opleiding gerelateerde, universitaire cursussen die met toestemming van de examencommissie elders met goed gevolg zijn afgelegd, met een maximum van vier cursussen. Toestemming voor opname van extracurriculair onderwijs in het IDS moet minimaal zes weken voor aanvang worden aangevraagd. Toestemming voor opname in het IDS wordt in ieder geval verleend, indien het een mastercursus uit de Onderwijscatalogus van de UU betreft, die niet gevolgd wordt in het kader van een andere opleiding. 2. In geval de geëxamineerde tijdens het afleggen van het examen blijk heeft gegeven van uitzonderlijke bekwaamheid, kan dit op het getuigschrift worden vermeld met de woorden "cum laude". De voorwaarden voor het behalen van dit judicium zijn beschreven in de OER. 3. De examencommissie belegt minimaal twaalf maal per collegejaar een zitting. 8

9 4. De procedure voor het afstuderen en aanmelden voor de diploma-uitreiking wordt gepubliceerd op de website van de opleiding. Het getuigschrift wordt gedateerd op de dag van het afsluitende portfoliogesprek. 5. Indien de student het afstuderen wenst uit te stellen, dient hij binnen 2 weken na de verzenddatum van de met het bericht dat aan de exameneisen van de opleiding is voldaan een verzoek in te dienen bij de examencommissie (examenciegnk@umcutrecht.nl). Uitstel is slechts in een beperkt aantal gevallen mogelijk (zie OER art. 6.1). 6. De artsenbuluitreiking vindt 8 x per jaar plaats. De data en de procedure van de uitreiking, zoals vastgesteld door de afdeling Onderwijszaken, worden gepubliceerd op de website van de opleiding PARAGRAAF 4. BORGEN KWALITEIT EXAMINERING art borgen kwaliteit toetsen De examencommissie ziet er op toe dat: a. er een toetsbeleid/toetsplan is dat wordt uitgevoerd b. toetsen worden gemaakt op basis van de leerdoelen en eindtermen van de cursus c. er uniforme afspraken zijn over de manier waarop toetsen worden gemaakt art onderzoeken kwaliteit toetsen 1. De commissie kwaliteitszorg toetsing (CKT) is belast met de analyse en advisering ten aanzien van de kwaliteit van de toetsing. Daartoe onderzoekt zij steekproefsgewijs en naar aanleiding van klachten, uitkomsten evaluaties, slagingspercentages en dergelijke - de kwaliteit van afzonderlijke toetsen met betrekking tot de validiteit (zij meten kennis vaardigheden en competenties) en betrouwbaarheid (zij zijn consistent en nauwkeurig) en informeert de examencommissie daarover. 2. De examencommissie kan de CKT opdracht geven tot het verstrekken van informatie, het doen van onderzoek en het doen van voorstellen met betrekking tot de inrichting van de toetsing. De toetscommissie is verplicht om deze opdrachten uit te voeren. De toetscommissie is voor de uitvoering van deze opdrachten verantwoording verschuldigd aan de examencommissie. art borgen van kwaliteit examens (eindniveau van de afgestudeerden) De examencommissie ziet er op toe dat: a. de eindkwalificaties van de opleiding zoals beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling, zijn vertaald in toetsbare leerdoelen per cursus b. er systematisch wordt nagegaan of er voldoende aansluiting is tussen de cursusdoelen en de eindtermen, of de optelsom van de leerdoelen per cursus overeen komt met de eindkwalificaties van de opleiding. PARAGRAAF 5. SLOTBEPALINGEN art wijziging 1. Wijzigingen van dit reglement worden door de examencommissie bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2. Wijzigingen, die van toepassing zijn op het lopende studiejaar vinden alleen plaats, indien de belangen van studenten hierdoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 9

10 art inwerkingtreding Dit reglement treedt in werking op 1 september 2014 en vervangt daarmee de Reglementen examencommissie SUMMA van alle voorafgaande jaren Aldus vastgesteld door de Examencommissie Geneeskunde aan de Universiteit Utrecht, op 31 augustus