argument WOORDBREUK INTERNATIONAAL BURUNDI : WAAR EEN VAKBOND DE 1 MEI-OPTOCHT MOET BOYCOTTEN

Transcriptie

1 ITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO CHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND E SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D ACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FIN P 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTER RB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S ITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO CHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND E SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D ACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FIN P 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTER RB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S ITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO CHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND E SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D ACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FIN P 2 DE POST OPENBARE LRB GROEP POLITIE SECTOR FINANCIËN RECHTER RB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P argument DE JAARGANG N 6 JUNI 2015 MAANDELIJKSE UITGAVE VAN HET VSOA OPENBARE SECTOR VAN DE ACLVB België - Belgique P.B.- P.P Brussel X BC 9791 MAANDBLAD VAN HET VRIJ SYNDICAAT VOOR HET OPENBAAR AMBT WOORDBREUK MARC SMITS LEES PAGINA 3 Algemeen voorzitter François Fernandez-Corrales en secretaris-generaal Henk Herman trokken met een delegatie naar de partijhoofdkwartieren van respectievelijk MR en Open Vld. Hun verrassingsactie moest de liberale partijvoorzitters duidelijk maken dat de liberalen in de federale regering woordbreuk pleegden omdat er geen sociaal overleg is over wijzigingen aan de rechten van de ambtenaren. Het is tijd dat de liberale regeringsverantwoordelijken wakker worden, zo luidde het tijdens de actie. PAGINA S 4 > 5 INTERNATIONAAL BURUNDI : WAAR EEN VAKBOND DE 1 MEI-OPTOCHT MOET BOYCOTTEN PAGINA 7 RECHTERLIJKE ORDE ALGEMENE VERGADERING VSOA RECHTERLIJKE ORDE GUY VAN CAUWENBERGHE NIEUWE VOORZITTER

2 ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND E SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 ACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FI EP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTE RB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S ITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGAC ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND E SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 ACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FI EP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTE RB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S ITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGAC ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND E SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 ACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FI EP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTE RB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S ITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGAC VSOA 2 ONZE ADRESGEGEVENS SECRETARIAAT-GENERAAL Lang Levenstraat BRUSSEL Tel 02/ Fax 02/ vsoa@vsoa.eu GROEP SPOOR Kantersteen BRUSSEL Tel 02/ Fax 02/ secretariaat@vsoa-rail.be Nationaal Voorzitter : Filoteo AFRICANO FGGA : FEDERALE GEMEENSCHAPS- EN GEWESTADMINISTRATIES Boudewijnlaan (2de verd.) BRUSSEL Tel. : 02/ Fax : 02/ N.M.K.N info@vsoa-g2.eu Nationaal Voorzitter : Jos MERMANS INHOUD Inhoud Blz. 2 tot 6 : Secretariaat-generaal Blz. 7 : Rechterlijke Orde Blz. 8 tot 9 : Spoor Blz. 10 tot 12 : DefensIe Blz. 13 : FGGA Blz. 14 tot 15 : De Post Blz. 16 tot 18 : Politie Blz. 19 : Belgacom Blz : Onderwijs Blz. 24 : Communicatie VSOA GROEP LOKALE EN REGIONALE BESTUREN Vooruitgangstraat BRUSSEL Tel 02/ Fax 02/ slfpvsoa@skynet.be Nationaal Voorzitter : Serge MEEUWS GROEP ONDERWIJS Boudewijnlaan (1ste verd.) BRUSSEL Tel 02/ Fax 02/ info@vsoa-onderwijs.be Gemeenschapsvoorzitter : Louis DEMEYERE GROEP DE POST Centrumgalerij 244 (3e verdieping) BRUSSEL Tel 02/ Fax 02/ P.R. : post@vsoa.eu Nationaal Voorzitter : Marc DE MULDER GROEP BELGACOM Prinses Elisabethplein BRUSSEL Tel 02/ / Fax 02/ Bank : BE vsoa.belgacom@skynet.be Nationaal Voorzitter : Pierre MOTTOULLE GROEP RECHTERLIJKE ORDE Centrumgalerij - Blok 2, 4de verdieping Kleerkopersstraat BRUSSEL Tel 02/ Fax 02/ info@ro-vsoa.be Nationaal Voorzitter : Guy VAN CAUWENBERGHE GROEP DEFENSIE Lozenberg ZAVENTEM Tel 02/ Fax 02/ info@vsoa-defensie.be Nationaal Voorzitter : Edwin LAUWEREINS GROEP FINANCIEN Centrumgalerij - Blok 2, 4de verdieping Kleerkopersstraat BRUSSEL Tel 02/ Fax 02/ minfin@vsoa.eu Nationaal Voorzitter : Stefaan SLAGHMUYLDER GROEP POLITIE Minervastraat ZAVENTEM Tel 02/ Fax 02/ info@vsoa-pol.be Bank : Nationaal Voorzitter : Vincent GILLES AANVRAAG SYNDICALE PREMIE UITERLIJK EIND JUNI INDIENEN (LAATSTE KANS) VSOA-leden hebben nog tijd tot eind juni om een aanvraag in te dienen voor de syndicale premie. Vakbondsleden krijgen zo een gedeelte van hun financiële bijdragen terug als beloning voor hun inzet en solidariteit. De maximale premie bedraagt 90 voor de leden van het VSOA of het ACLVB werkzaam in de openbare sector en die minimum 151,49 bijdragen betaalden in het referentiejaar Wie minder bijdroeg ontvangt een verminderde premie volgens onderstaande tabel. MINIMALE BIJDRAGE REFERENTIEJAAR 2014 SYNDICALE PREMIE ,49 90,00 113,62 67,50 75,75 45,00 37,87 22,50 Tips bij het invullen en versturen van de aanvraag voor syndicale premie: Voor wie? - actieve personeelsleden van de overheidssector aangesloten bij een representatieve vakbond Welk document? - origineel formulier (duplicaten, fotokopieën, gefaxte, gescande of g de documenten zijn NIET geldig); - bij verlies origineel formulier of indien uw werkgever u geen aanvraagformulier bezorgt heeft, kan u een verklaring op eer voor het referentiejaar 2014 invullen en indienen (te vinden op Wat invullen op de aanvraag? - Vul duidelijk leesbaar vak C en D van de aanvraag in: IBAN rekeningnummer (op uw bankkaart de cijfers volgend op BE ), dateer en onderteken met de vermelding gelezen en goedgekeurd. Naar waar versturen of heb je bijkomende vragen? - Bij het secretariaat van uw VSOA-beroepsgroep (zie linkerkolom) of het ACLVB-secretariaat waar u uw bijdragen betaalt. Hoe sneller u de volledig ingevulde aanvraag bezorgt, hoe vlugger de premie op uw rekening staat. De vzw Arbeid en Verdienste stelt alles in het werk om er voor te zorgen dat uiterlijk op 31 december 2015 de laatste premie betaald is. Dit nummer werd samengesteld met de medewerking van de verantwoordelijken van het Redactiecomité ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FIN EP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTER LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FIN EP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTER LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FIN EP 2 DE POST OPENBARE LRB GROEP POLITIE SECTOR FINANCIËN RECHTER LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LRB S. MEEUWS C. DEMERLIER BELGACOM P. MOTTOULLE M. DE VLAEMYNCK SPOOR F. AFRICANO R. DE THAEY DEFENSIE E. LAUWEREINS E. SEGURA ONDERWIJS L. DEMEYERE M. HEYNDRICKX FINANCIËN S. SLAGHMUYLDER P. BOQUET POLITIE V. GILLES L. MAESEN DE POST M. DE MULDER H. CLAUWAERT RECHTERLIJKE ORDE A. SERVAIS G. VAN CAUWENBERGHE FGGA J. MERMANS R. TOURLAMAIN R. WILLEMS Verantw. Uitgever: F. FERNANDEZ-CORRALES Beheer en Publiciteit: H. HERMAN Communicatie: C. WILLEM Eindredactie: B. CORNELIS Fotoredactie: M. SMITS Prepress en druk Creative Plus Production & Corelio Printing

3 editoriaal 3 VSOA Woord van de voorzitter DE LIBERALE WOORDBREUK Wij zijn de verdachtmakingen van de heren-liberale politici meer dan beu! SMITS In de statuten van onze organisatie staat uitdrukkelijk vermeld dat het VSOA handelt op basis van sociale liberale grondslagen. Het VSOA oefent zijn syndicale activiteit uit in volle filosofische en politieke onafhankelijkheid. Het waakt over de eerbiediging van de essentiële principes van vrijheid, solidariteit en verdraagzaamheid, om op sociaal vlak bij te dragen tot de rechtvaardigheid, de vrede en de vooruitgang. Met deze principes trokken we naar de hoofdkwartieren van de politieke partijen Open Vld en MR, de regeringspartijen waarvan we zouden kunnen verwachten dat zij het dichtst aanleunen bij onze principes, verwoord in onze statuten. Driemaal helaas, het liberalisme dat zij in hun beleid ontwikkelen, staat ver van onze edele idealen zoals omschreven in onze statuten. Hun beleid is allesbehalve sociaal omdat hun botte besparingspolitiek in het openbaar ambt tot een algemene verarming van de ambtenaar leidt. Hun beleid is allesbehalve liberaal omdat zij eenzijdig maatregelen opleggen zonder rekening te houden met de verzuchtingen van onze syndicale organisatie. Hun beleid is gestoeld op het recht van de sterkste en zet niet aan tot solidariteit en rechtvaardigheid. Daarom vonden wij het nodig actie te voeren aan de voordeur van die partijen. Wij respecteren in het beslissingsproces ieders plaats. Er is het primaat van de politiek, waardoor het democratisch verkozen parlement op aangeven van de regering het laatste woord moet krijgen. Maar er is ook het respect voor het middenveld dat een belangrijke link vormt tussen het beleid en de burgers. En dat respect is er vandaag helemaal niet. Liberale politici zeggen zelfs dat de overheidsvakbonden totaal niet meer van deze tijd zijn, dat zij niet democratisch functioneren, en in de overheidsbedrijven over een beslissingsmonopolie beschikken. Dit is zonder meer een felle kaakslag voor de duizenden vakbondsafgevaardigden die zich elke dag voor het welzijn van hun leden inspannen. Onze statuten zijn duidelijk en op democratische basis gefundeerd. Bij alle interne verkiezingen worden deze regels uitdrukkelijk gerespecteerd. Het is een grove leugen dat er geen evenwichten zijn tussen mannen en vrouwen in onze acties. Wij waken daar zeer rigoureus over. De beweringen van de twee Vlaamse liberale kamerleden Vincent Van Quickenborne en Egbert Lachaert zijn pure verdachtmakingen die wij helemaal niet kunnen smaken. Wij zijn hun verdachtmakingen meer dan beu! Als men kritiek wil uiten, speel dan de bal, en niet de man en de vrouw, heren-liberale politici. De regering Michel wil voornamelijk besparen op de kap van de ambtenaren. Ze hebben hen als aangeschoten wild uitgekozen. Door stelselmatig budgetten te laten krimpen, zal er morgen wellicht geen doeltreffende openbare dienstverlening meer zijn. Nochtans, wij hebben geen lessen in democratie te krijgen, als straks de kwaliteit van de dienstverlening wordt afgebouwd, is dit democratisch recht van elke burger een illusie. De liberale politici plegen woordbreuk. Het regeerakkoord kondigt sociaal overleg aan voor elke wijziging aan de personeelsstatuten, maar dit overleg wordt nauwelijks gerespecteerd. Wij vinden ons niet meer terug in het liberale beleid van de regering Michel. Dit is voor onze organisatie een heel harde en bittere conclusie, maar het is nu eenmaal de waarheid. Liberalisme staat voor verantwoordelijkheid en respect tegenover de burgers, dat zou de leidraad moeten vormen van de regeringspartijen Open Vld en MR. We vragen hen dus dringend wakker te worden, en het huidige beleid over een andere boeg te gooien. Met een menselijk, sociaal en rechtvaardig gelaat. Laat de cijfertjes even thuis, en denk aan de mensen. Mensen hebben een echt hart, cijfers zijn enkel hard. Wij reiken de hand, weiger ze niet. Herstel het vertrouwen, start opnieuw een echte dialoog. Laat liberalen, die eigenlijk uw medestanders zouden moeten zijn, niet in de steek. We hopen alvast dat onze boodschap begrepen is. François Fernandez-Corrales Algemeen voorzitter VSOA

4 actualiteit VSOA 4 Burundi Waar een vakbond 1 mei moet boycotten In Burundi heeft de Confédération Syndicale du Burundi (COSYBU), een partnerorganisatie van VSOA en ACLVB, de traditionele 1 mei-optocht moeten boycotten omdat deze werd gekaapt door de plaatselijke machthebbers. Dit alles in een sfeer van grote onveiligheid. gingen die hard werden onderdrukt door de politie, die met echte kogels schoot. Op het ogenblik dat dit stuk werd geschreven telde men al negen doden. BELGA In Burundi zijn vandaag heel zorgwekkende ontwikkelingen aan de gang. De top van de COSYBU heeft dan ook terecht beslist om voorzichtig te zijn en het leven van de leden niet in gevaar te brengen. Om de huidige situatie te begrijpen, moeten we ons de tragische evenementen die Burundi destijds dooreengeschud hebben, terug voor de geest halen. Van 1993 tot 2000 woedde er een burgeroorlog die een tol van meer dan levens eiste. Net zoals in Rwanda ging het in feite om een stammenoorlog tussen Hutu s en Tutsi s. Gelukkig waren de slachtingen er minder systematisch dan in het Land van Duizend Heuvels en was er ook niet echt sprake van een genocide. Die stammenoorlog was al eeuwenoud en is begonnen vóór de kolonisering door Duitsland en België, dit in tegenstelling tot wat men hier en daar wel eens kan lezen. De burgeroorlog werd uiteindelijk (min of meer) beslecht door het Vredesakkoord van Arusha (Tanzania), dat tot stand kwam dankzij de bemiddeling van de presidenten Mandela en Clinton en dat ondertekend werd op 28 augustus Het akkoord bracht een (wankel?) evenwicht tussen Hutu s en Tutsi s tot stand. Vervolgens kwam het erop aan een democratisch staatsbestel te vestigen. De inspanningen daartoe hebben in 2005 geleid tot de verkiezing van een Volksvertegenwoordiging en een Senaat. Het Parlement koos vervolgens Pierre Nkurunzira tot nieuwe president van de republiek. En daar ligt de oorzaak van het probleem waarmee Burundi vandaag geconfronteerd wordt. De nieuwe grondwet bepaalt expliciet dat de president slechts twee ambtstermijnen mag dienen. De huidige president wil zich echter kandidaat stellen voor een derde ambtstermijn met als argument dat hij in 2005 niet door het volk verkozen is maar door het Parlement (volksvertegenwoordigers en senatoren samen) en dat hij dus nog maar één keer een electorale legitimiteit van het volk heeft verworven, namelijk in Bijgevolg vindt hij dat hij de mogelijkheid heeft om te streven naar een tweede verkiezing op basis van het algemeen kiesrecht. Deze stelling wordt door zijn tegenstanders betwist. Zij onderstrepen dat hij wel degelijk twee volledige ambtstermijnen aan de macht is geweest en dat hij zich krachtens de grondwet dus niet herverkiesbaar kan stellen. Ze voegen eraan toe dat er daarenboven in 2010 geen tegenkandidaten waren aangezien de oppositie destijds geen kandidaten heeft voorgedragen. Wegens de dreigingen die de machthebbers toen uitten aan het adres van de politieke tegenstanders, heeft de oppositie toen geoordeeld dat het gevaarlijk was om een normale verkiezingscampagne te voeren, waardoor het onmogelijk was om tegenkandidaten voor te dragen. Om hun ontevredenheid te uiten over de wil van president Nkurunzira om een derde mandaat na te streven, nam een deel van de bevolking deel aan massale beto- Steun aan het Burundees syndicalisme Op voorstel van de NGO International Trade Union Confederation, werd de ACLVB in 2003 benaderd door de top van de Burundese vakbond COSYBU. Deze laatste had dringend nood aan vorming voor zijn kaderleden. De ACLVB heeft hier onmiddellijk op gereageerd met de oprichting van een vormingscentrum voor vakbondskaders van zowel de openbare als de privésector. Tegen alle verwachtingen in werd dit initiatief goedgekeurd en ondersteund door de Franse Gemeenschap, nu Federatie Wallonie Bruxelles, en later door de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF). Dankzij het geleverde werk beschikt Burundi vandaag over een vakbondsstructuur die naam waardig, wat misschien niet naar de zin is van iedereen. Neen tegen meeheulend syndicalisme In de aanloop naar de daarnet aangehaalde verkiezingscampagne, vatte de Burundese regering het idee op om op 1 mei een grote optocht te organiseren met de bedoeling te tonen hoe populair het regime wel is en hoe begaan het wel is met de werkende klasse. Deze PR-stunt kende maar een zeer matig succes. Talrijke onafhankelijke getuigen stelden vast dat er maar weinig mensen aanwezig waren en dat de meesten dan nog ambtenaren waren die tegenover verscheidene journalisten anoniem hebben verklaard dat ze gedwongen werden om op te dagen op straffe van zware sancties of zelfs ontslag. De regeringsverantwoordelijken lijken dit trouwens verwacht te hebben want in plaats van deze optocht zoals gewoonlijk te organiseren in het centrum van Bujumbura, hebben ze zich verplicht gevoeld ze te verplaatsen naar een voetbalveld in een buitenwijk van de hoofdstad. Ze vreesden weliswaar dat de tegenstanders van een derde kandidatuur van Pierre Nkurunzira van de gelegenheid gebruik zouden maken om te betogen, maar ze wisten ook dat er maar weinig volk zou opdagen, wetende dat de representatieve vakbonden niet zouden volgen en dat die nog minder de politieke recuperatie van het Feest van de Arbeid

5 actualiteit 5 VSOA BELGA zouden goedkeuren. Dit laatste was het geval van COSYBU, die een mededeling publiceerde waarin het, overigens in gematigde bewoordingen, uitlegde waarom het aan zijn leden vroeg om af te zien van deelname aan een optocht die politiek van aard was en die niet de bedoeling had om de arbeid en de arbeiders te eren. In de mededeling stelt COSYBU de massale schendingen vast van de burgerlijke en individuele vrijheden en geeft het volgende voorbeelden: discriminatie bij de omkadering van betogingen, willekeurige aanhoudingen en opsluiting van betogers, schendingen van de persvrijheid door de sluiting van meerdere onafhankelijke radiozenders, geweld van de politie tegen journalisten en betogers, enz. COSYBU eiste ook van de regering in Bujumbura dat ze alle burgerlijke en individuele vrijheden garandeert door ervoor te zorgen dat de personen die wensen te betogen dit in alle veiligheid kunnen doen, door de personen die werden aangehouden na deze betogingen onvoorwaardelijk vrij te laten, door alle radiozenders toe te staan uit te zenden over het hele land en door op te houden met alle vormen van pesterijen en intimidatie van journalisten die hun werk op een wettige manier uitoefenen. Zonder zich te willen mengen in de interne aangelegenheden van Burundi, kan elke rechtgeaarde democraat alleen maar akkoord gaan met deze principes. Droevig Het VSOA van zijn kant zou het heel droevig vinden mochten de elf jaren werk met de Burundese collega s vernietigd worden door toedoen van een dictatuur want de geleverde inspanningen hebben in Burundi geleid tot bijzonder krachtige vakbondsstructuren die door tal van hun Afrikaanse collega s met afgunst worden bekeken. We kunnen niet anders dan hopen dat het offer van een 1 mei-viering ertoe zal leiden dat vele anderen in vrede en rust kunnen leven. Burundi staat op een tweesprong. Hopelijk slaat het land de juiste richting in en steken de oude demonen, die al zoveel kwaad hebben aangericht in dat land en in de ruimere regio, niet opnieuw de kop op. Jacques OFFERGELD François Fernandez-Corrales, algemeen voorzitter van het VSOA : NIET ALLES LATEN VERLOREN GAAN François Fernandez-Corrales, algemeen voorzitter van het VSOA, volgt al sinds 2002 de ontwikkelingen in Burundi op in het kader van de vorming van de vakbondskaders in dat land. Hij vreest dat alles in die jaren bereikt, zal verloren gaan. François Fernandez-Corrales: Telkens ik Burundi bezocht, stelde ik een gunstige evolutie vast en een echte verbetering van de levensstandaard in dat land. Voor iedereen was het zichtbaar dat er een waar pluralisme tot stand kwam, een actief en dynamisch middenveld en een vrij syndicalisme. Alle inspanningen om de mensen te vormen in het vreedzaam omgaan met sociale conflicten, hebben uitstekende resultaten opgeleverd. In relatief korte tijd zijn er grondige verbeteringen op economisch en sociaal vlak zichtbaar. Dit werd vastgesteld zowel door de Burundezen als door de internationale experten. Het zou bijzonder jammer zijn indien dit alles zou vernield worden door de huidige onrust. DE RAAD VAN STATE VERNIETIGT ENKELE BEPALINGEN VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 SEPTEMBER 2013 OVER DE EVALUATIE IN DE FEDERALE OVERHEID Op 3 april 2015 vernietigde de Raad van State een aantal bepalingen van het koninklijk besluit van 24 september 2013 over de evaluatie in de federale overheid. Volgende bepalingen werden vernietigd: - de artikelen over de tweetalige samenstelling van de beroepscommissies omdat deze samenstelling niet in overeenstemming is met de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken - de artikelen over de mogelijkheid om de vermelding 'voldoet aan de verwachtingen' ambtshalve toe te kennen bij bepaalde afwezigheden van meer dan zes maanden, omdat het verschil in behandeling van personeelsleden bij verschillende afwezigheden van meer dan zes maanden in de evaluatieperiode niet gerechtvaardigd is - de artikelen die de beroepscommissie of vervolgens de leidend ambtenaar toelaten een lagere evaluatievermelding te geven dan de vermelding die oorspronkelijk werd toegekend, omdat het in strijd is met de rechten van de verdediging en het recht om te worden gehoord. Met het oog op de rechtszekerheid besloot de Raad van State dat de vernietiging pas ingaat vanaf 1 september 2015, wat betekent dat de bovengenoemde artikelen van toepassing blijven tot en met 31 augustus De reeds genomen beslissingen van de beroepscommissies en de beslissingen die nog genomen zullen worden tot 31 augustus 2015, blijven dus van toepassing. Vanaf 1 september 2015 zal het, op basis van het huidige koninklijk besluit van 24 september 2013, niet meer mogelijk zijn om: - ambtshalve de vermelding voldoet aan de verwachtingen toe te kennen bij een afwezigheid van meer dan 6 maanden - als beroepscommissie in de huidige vorm samen te komen en te oordelen over evaluatie- of stagedossiers. De regelgeving wordt zo snel mogelijk aangepast om te voldoen aan de twee arresten van de Raad van State. Bron : FEDWEB

6 actualiteit VSOA 6 Nieuw boek van onze huiscartoonist Pévé Mijn ultiem avontuur In Leuven stelde onze huiscartoonist Pévé onlangs zijn nieuw boek Dokter, mag ik lachen met mijn kanker voor. Na een medisch onderzoek werd bij Pévé onverwacht tongkanker vastgesteld. Hij werd in het Brusselse Bordetziekenhuis opgenomen, met zijn dikke tong, kon niet meer spreken, en communiceerde al die tijd via zijn cartoons. Jos Wouters, vormgever samen met Pévé (Philippe van den Driessche) en Stef Boogaerts, uitgever (Casa Littera) SMITS In het ziekenhuis hield Pévé een dagboek bij. En dat doet een cartoonist vanzelfsprekend al... tekenend. In een 120-tal cartoons brengt hij het wel en wee in het ziekenhuis in kaart. Geheel in zijn stijl gaan die van beschrijvend tot bijzonder cynisch sommige cartoons lachen vierkant met zijn ziekte. Dit boek zet meteen aan tot reflectie over ziek zijn. En het laat je achter met de vraag: mag je lachen met ziekte? Tekenen in plaats van praten Pévé: Ik tekende het bed, de baxters en heel veel andere medische apparatuur. Zo ben ik uiteindelijk ook op het idee gekomen mijn schetsblok te vullen met cartoons. Tekenen was ook een aangename manier om met de andere zieken en met het medisch en verplegend personeel te communiceren. Spreken was immers onmogelijk door de kanker aan mijn tong. En toen er eindelijk een eind kwam aan de drie chemotherapieën en de 35 bestralingssessies, zette ik die tekeningen op het internet. Pévé heeft altijd getekend. In 1968, op zijn achttiende, publiceerde hij zijn eerste cartoon in Le Soir Illustré. Tijdens zijn vijf jaar rechtenstudie had hij alle tijd en mogelijkheden om te tekenen. Een makkelijke periode in mijn leven, veel makkelijker dan wat nadien kwam, zo weet hij. Droomleven Pévé, (Philippe Van den Driessche) werd in 1950 geboren in het Congolese Tschikapa (Kasai district). Hij studeerde rechten aan de KU Leuven. Hij werkte mee aan Pourquoi-Pas, aan Trends, Le Soir en aan Spirou met La Plus Mauvaise BD du monde. Voor hem was dat een droomleven. Mijn vrouw, een kunstschilder, hielp me bij de kleuren, soms hertekende ze ook mijn ontwerpen. Het verdwijnen van Pourquoi-Pas en de opeenvolgende herstructureringen veroordeelden hem echter tot kleinere samenwerkingen die hem veel meer werk kostten. Bijgevolg werd hij ook publiciteitstekenaar en -ontwerper, een wereld waar eerlijkheid zelden de regel is, weet hij. Dit boek is ongetwijfeld mijn ultieme avontuur als cartoonist, besluit Pévé. Ik draag het op aan mijn lotgenoten en aan het medisch korps, waarvoor ik een warme waardering voel. Maar, is het leven niet om te sterven van het lachen? Pévé, Dokter, mag ik lachen met mijn kanker? Een uniek verslag in cartoons. Uitg. Casa Littera, 2015; 100 blz.; 15 euro. Aankoop via de website en in winkels in de ziekenhuizen. Argument geeft 10 exemplaren van het boek Dokter mag ik lachen met mijn kanker weg onder de VSOA-leden! Wil jij het winnen? Stuur een voor 10 juni 2015 met je naam, adresgegevens en lidnummer naar cindy.willem@vsoa-argument.be We loten 10 winnaars uit alle inzendingen.

7 rechterlijke orde 7 VSOA Algemene vergadering van de groep VSOA Rechterlijke Orde Guy van Cauwenberghe voorzitter SMITS Guy Van Cauwenberghe, Nathalie Martin en Annelliese Servais Op 6 mei vond de jaarlijkse algemene vergadering plaats van de groep VSOA Rechterlijke Orde, in aanwezigheid van de algemeen voorzitter François Fernandez-Corrales, de secretaris generaal Henk Herman, evenals de voorzitters van de groepen Politie en de Post en vertegenwoordigers van andere groepen. Het belang van de algemene vergadering was dit jaar nog groter dan de andere jaren, want er moest immers worden overgegaan tot de verkiezing van een nieuw vast bureau. De talrijk opgekomen leden/kiezers maakten hun keuze duidelijk door aan de nieuw verkozen ploeg een sterk mandaat te verlenen. Werden verkozen: - Guy Van Cauwenberghe, voorzitter; - Anneliese Servais, Frans- en Duitstalig ondervoorzitter - Nathalie Martin, federaal-secretaris/penningmeester. Het is duidelijk dat het nieuw vast bureau voor enkele belangrijke uitdagingen staat. Zowel op het vlak van de werking van de groep, als op dat van de vertegenwoordiging en verdediging van de leden bij de sectoriële onderhandelingen, ligt heel wat werk op de plank. Evenwel zonder de steun en de medewerking van de afgevaardigden en de leden zullen zij hier niet in slagen en het is dan ook belangrijk om niet in verspreide slagorde naar buiten te komen. Als groep ondersteunt VSOA Rechterlijke Orde ook de visie van de algemene voorzitter, François Fernandez-Corrales, die het als volgt formuleerde: Globaal denken en sectorieel handelen zijn de sleutels van het succes van het VSOA. Naar goede gewoonte werd de vergadering beëindigd met de traditionele receptie.

8 spoor VSOA 8 Het Vierde Spoorwegpakket komt er aan! De groep Spoor heeft zich altijd verzet via het ETF (European Transport Workers' Federation) tegen de liberalisering zonder strikte sociale regels. Veel amendementen zijn ingediend, maar de debatten moeten nog plaatsvinden in de verschillende Europese Assemblees. Maar hoewel de exacte toepassingsdatum nog niet precies is vastgesteld, moet elke spoorwegbediende de feiten die vroeg of laat waarheid worden, onder ogen zien. Het vierde spoorwegpakket luidt de laatste fase in van de liberalisering van het spoor (volledige openstelling van binnenlandse markten van het reizigersverkeer) en zal belangrijke gevolgen hebben voor de werknemers. De huidige regering heeft ook verklaard bereid te zijn deze op te nemen in haar spoorwegbeleid om de NMBS voor te bereiden. M.a.w. de NMBS moet zich zonder uitstel voorbereiden met het risico er erg verzwakt uit te komen. We geven u dan ook een overzicht van alle Europese liberaliseringsmaatregelen vanaf de eerste richtlijnen van de jaren negentig tot vandaag. De Europese instanties zijn, onder andere, de Europese Commissie, het Europees Parlement, de Raad van Ministers. De Europese normen zijn het Verdrag van de Unie, de Verordening, de Richtlijn, de aanbevelingen, het advies... Het Witboek wordt gepubliceerd om de toekomstige pistes aan te geven die de Europese Commissie meent te moeten nemen in de komende jaren of zelfs decennia. Ze kondigt reeds de toekomstige richting inzake liberalisering aan. De Spoorwegpakketten zijn samengesteld uit Richtlijnen en Verordeningen. De Richtlijn is gericht naar de Lidstaten en zal binnen een bepaalde termijn in het nationaal recht moeten omgezet worden. Ze heeft kracht van wet en de Lidstaten moeten ze naleven op straffe van zware boetes. De Verordening is, aan haar kant, rechtstreeks van toepassing en heeft eveneens kracht van wet. Het Basisspoorwegpakket: Samengesteld uit vier Richtlijnen: 3 Richtlijn 440/91/EEG Betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap. (Koninklijk Besluit van 5/02/1997). - Bestuurlijke onafhankelijkheid van de spoorwegondernemingen (SO) tegenover de Staat. - Boekhoudkundige scheiding tussen SO en BI (Beheerder van de Infrastructuur) - De toegang en doorreis. 3 Richtlijn 95/18/EEG Betreffende de verlening van vergunningen aan Spoorwegondernemingen. (Koninklijk Besluit van 11/12/1998): - Het financieel vermogen. Jaarrekeningen over de laatste drie jaar voor de aanvraag tot vergunning, het ondernemingsplan voor een periode van 5 jaar, het financieringsplan (5 jaar); - De professionele bevoegdheid. Informatie over de aard en het onderhoud van het rijdend materieel, de veiligheidsnormen, de kwalificatie van het personeel...; - Eerbaarheid van haar vertegenwoordigers; - Voldoende dekking in burgerlijke aansprakelijkheid (verzekering). 3 Richtlijn 95/19/EEG Inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van gebruiksrechten voor de infrastructuur. (Ministerieel Besluit van 23/03/1999): - Afgifte van het veiligheidsattest. Twee attesten uitgegeven door de BI die de bekwaamheid van het personeel en van het materieel van de SO erkent. - Aanvraag verdeling van de capaciteiten van de infrastructuur. - Berekening van het gebruiksrecht. De toekenning van een spoorwegtraject gebeurt tegen betaling. De NMBS bepaalt en ontvangt het infrastructuurgebruiksrecht. (De Staat houdt toezicht op niet-discriminatie). - Richtlijn 96/19/EEG Inzake de interoperabiliteit van hogesnelheidstreinen. (Ministerieel Besluit van 26/03/1999). Het eerste Witboek op 1/03/ inzake het Europese vervoersbeleid en de liberalisering. Het tweede Witboek op 1/05/2001 inzake het Europese vervoersbeleid tot het jaar 2010: tijd om keuzes te maken. 1e Spoorwegpakket Het werd in februari 2001 aangenomen en voor 15 maart 2003 in het nationaal recht omgezet. Het stelt een beperkte opening in voor het goederenvervoer per spoor en bestaat uit: 3 Richtlijn 2001/12/EG tot wijziging van Richtlijn 91/440(*); 3 Richtlijn 2001/13/EG tot wijziging van Richtlijn 95/18(*); 3 Richtlijn 2001/14/EG tot wijziging van Richtlijn 95/19(*); 3 Richtlijn 2001/16/EG betreffende de interoperabiliteit van het trans- Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem + procedures TSI (Technische Specificaties inzake Interoperabiliteit). Dat spoorwegpakket handelt onder andere over: 3 de liberalisering van het vervoer van goederen op het trans-europees vervoersnetwerk (TEN-V) in 2003 en volledig in 2007; 3 het uitbrengen van aparte balansen voor BI en SO; 3 de toewijzing van de essentiële functies aan instanties die onafhankelijk zijn van de SO s (het gaat hier om het uitreiken van de licenties, de verdeling van de spoorwegtrajecten, het veiligheidsattest); 3 de toewijzing van de veiligheidsfuncties aan een instantie die onafhankelijk is van de SO s; 3 het aannemen van de regels betreffende de tarifering van de infrastructuur. (*) Zie basispakket

9 spoor 9 VSOA Amper 10 maanden na het in voege treden van het eerste Spoorwegpakket, het Infrastructuurpakket en een jaar voor zijn omzetting in de nationale wetgevingen stelde de Europese Commissie haar 2e Spoorwegpakket voor. 2e Spoorwegpakket. Ook Veiligheidspakket genoemd Het werd aangenomen in april Het opent de concurrentie op de markt van het Europees spoorwegvervoer van goederen. Het vestigt ten voordele van de nieuwkomers een recht van toegang tot de Europese en trans- Europese spoorwegnetwerken. Het bestaat uit: 3 Verordening 2004/881/EG tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau in Rijsel-Valenciennes (het ERA). Deelname van de vertegenwoordigers van de werknemers uit de Spoorwegen in de werkgroepen die bij het Agentschap betrokken zijn (vakbondsdeskundigen). Geen stemrecht maar advies; 3 Richtlijn 2004/49/EG tot wijziging van 95/18/EG inzake de licenties van de SO s, en van 2001/14 verdeling van de capaciteiten, de tarifering en de certificering inzake veiligheid; 3 Richtlijn 2004/50/EG. Tot wijziging van 96/48/CE de interoperabiliteit van het trans-europees spoorwegsysteem HS en van 2001/16/CE de interoperabiliteit van het conventioneel trans-europees spoorwegsysteem; 3 Richtlijn 2004/51/EG. Tot wijziging van 440/91 Internationale diensten van spoorwegvervoer van goederen vanaf 1 januari 2006 Alle soorten van diensten van «spoorwegvervoer van goederen vanaf 1 januari Het 3e Spoorwegpakket Het werd voorgesteld op 3 maart 2004, en werd aangenomen op 23 oktober Het bestaat, oorspronkelijk, uit twee Richtlijnen en twee Verordeningen. Verordening 2007/1371/CE zal teruggetrokken worden en er zullen twee Richtlijnen en één Verordening overblijven. Het voorziet onder andere in de opening voor de concurrentie van de internationale spoorwegdiensten voor reizigers en in de bespoediging van de technische en juridische integratie van de Europese spoorwegruimte. Het bestaat uit: 3 Richtlijn 2007/58/EG. Betreffende de opening van de markt voor de internationale diensten 2008 (cabotage) en binnenlandse diensten 2012 voor het vervoer van reizigers; 3 Richtlijn 2007/59/EG. Inzake de certificering van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen. Die Richtlijn vindt haar bron in de overeenkomst die werd ondertekend door de sociale partners (CER- The Community of European Railway and Infrastructure Companies en ETF- European Transport Workers' Federation) in het Comité voor de Europese sociale dialoog op 27 januari Het akkoord werd als historisch bestempeld en moest toelaten om de sociale dumping te vermijden. Een ander akkoord over het gebruik van mobiele werknemers die interoperabele grensoverschrijdende diensten verrichten, eveneens ondertekend op 27 januari 2004, is uitgemond op Richtlijn 2005/47/EG van 18 juli 2005 omgezet in Belgisch recht in 7 november Verordening 2007/1370/EG. Over de rechten en plichten van de internationale spoorwegreizigers. 3 Verordening 2007/1371/EG. Betreffende de compensaties bij nietnaleving van de contractuele kwaliteitsvereisten die toepasselijk zijn op de diensten van goederenvervoer op het spoor. Zal in eerste lezing komen. Op 1 januari 2007 kwam het binnenlands en internationaal goederenvervoer volledig open voor concurrentie. Op 1 januari 2010 werd het internationaal reizigersvervoer volledig open gesteld voor concurrentie. Op 1 september 2010, werd Eurostar een privaatrechtelijke spoorwegonderneming en zal voortaan Eurostar International Ltd genoemd worden. De NMBS bezit 5 % van het kapitaal tegen 55 % bij de SNCF en 40 % bij London & Continental Railways. Op 31 maart 2015 werd Thalys een spoorwegonderneming en zal voortaan Thi Factory genoemd worden. De NMBS bezit 40 % van het kapitaal tegen 60 % bij de SNCF. 3e Witboek op 28 maart Stappenplan voor een interne Europese vervoersruimte werken aan een concurrerend en zuinig vervoerssysteem. Het 4e Spoorwegpakket Met dat 4e Spoorwegpakket, openbaar gemaakt op 30/01/2013, heeft de Europese Commissie geacht dat het gepaste moment is aangebroken om kennis te geven van de maatregelen die ze meent te nemen om de interne Europese vervoersruimte, de ultieme stap naar liberalisering, af te werken! Kortweg, men gaat naar de volledige opening van het spoorwegvervoer voor het binnenlands reizigersverkeer. Het bestaat uit drie Richtlijnen, drie Verordeningen, drie verslagen en drie impactanalyses. Het steunt op drie pijlers, namelijk: een technische pijler, een pijler over liberalisering en een pijler over governance (volledige scheiding tussen de vervoerder en de BI). Over die wetteksten wordt beraadslaagd in het Parlement en op de Raad. Het gaat hier om een Spoorwegpakket dat van levensbelang is voor onze historische ondernemingen. In de huidige stand van zaken is het Europees Parlement, dat dit spoorwegpakket in 1e lezing heeft gestemd, het voornamelijk eens geworden over het technisch gedeelte. De leden van de groep Spoor waren diep geschokt door het bericht van het plotse overlijden in april van hun collega Ghislain Saudmont. Ghislain begon bij de NMBS als treinbegeleider in september 1976 in het depot van Luik. Zijn loopbaan eindigde in het depot van Bertrix in april 2013, nadat hij eerder ook in het depot van Aarlen had gewerkt. Filoteo AFRICANO Federaal voorzitter Lid ETF IN MEMORIAM GHISLAIN SAUDMONT Ghislain vervulde volkomen zijn plicht tegenover zijn werkgever en de klanten gedurende zijn loopbaan en was een voorbeeld voor zijn collega's. Ghislain was afgevaardigde van het eerste uur, en altijd aanwezig op de vakbondsactiviteiten van onze groep. Hij was ook enkele jaren penningmeester van de Regionale Zuid-Oost Namen / Aarlen. Al onze gedachten zijn bij zijn familie. Ghislain we missen je heel erg!

10 defensie VSOA 10 Een verslag om in het oog te houden Een plan met te veel ambitie? Column De strategische visie aangekondigd door de minister van Defensie Steven Vandeput lijkt vol ambitie, en als vakorganisatie kunnen we ze alleen maar toejuichen, maar we blijven op onze hoede! Inderdaad, al heeft de ministerraad het eerste gedeelte van die visie goedgekeurd, is er nog niets wezenlijks gedaan Zo zal een interkabinettenwerkgroep opgericht worden om de investeringen te bepalen die moeten gedaan worden op het niveau van het leger. Bovendien, zoals uitgelegd in het artikel hierna, heeft de Minister laten weten dat een echt concreet plan waarin het aspect infrastructuur ter sprake komt pas in september 2015 zal bekend gemaakt worden. Wij onderlijnen dat het absoluut noodzakelijk is dat niet alleen deze regering, maar de volgende, dit plan blijven volgen en dat de nodige financiële middelen ter beschikking worden gesteld om het uit te voeren. Zonder financiële middelen zal het plan niet kunnen uitgevoerd worden, want de investeringen zullen niet kunnen gedaan worden in al de betrokken domeinen. We blijven waakzaam Het voornaamste is het vrijwaren van de toekomst van het militair en burgerpersoneel dat dagelijks ten dienste van het land werkzaam is. Bijkomend is het een absolute noodzaak dat Defensie aantrekkelijk blijft zowel voor elke persoon die bij haar in dienst wenst te treden voor het geheel van de bevolking door het imago dat ze uitstraalt. In die geest heeft onze organisatie reeds een aantal eisen rond zes actiepijlers opgesteld. Die eisen waarborgen de veiligheid en het welzijn voor het personeel, maar ook een aantrekkingskracht voor het beroep via een geleidelijke aanpassing aan de huidige samenleving. We nodigen u uit om onze visie op Defensie te lezen of opnieuw te bekijken op onze website Een duidelijke visie op onze verwachtingen en de noden van het personeel van Defensie in deze onzekere tijden. Edwin LAUWEREINS Voorzitter VSOA Defensie Elk jaar stelt de Interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (IDPBW) een jaarverslag op. Dit verslag gaat over het welzijnsbeleid van de werknemers binnen Defensie. Het bevat, onder andere, de statistieken van de arbeidsongevallen van de laatste twaalf maanden, maar ook het grote aantal preventiemaatregelen die tijdens het afgelopen jaar werden genomen. Welzijn op het werk De taken verbonden aan de opdrachten van de IDPBW bestaan uit het geven van advies over het beleid inzake welzijn op het werk, maar ook het verstrekken van steun aan al de belanghebbende partijen (korpscommandanten, leden van de hiërarchische lijn en personeelsleden). Die taken worden de dienst toegewezen om de regels toe te passen die bepaald zijn in de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk evenals de normatieve verplichtingen die vervat zijn in de codex over het welzijn op het werk. Binnen Defensie is de IDPBW op twee niveaus georganiseerd: - het eerste niveau is dat van de Generale Staf: het jaarverslag wordt opgesteld door de afdeling risicobeheer en door de afdeling gezondheidstoezicht. Het wordt op de agenda van het Hoog Overlegcomité (HOC) geplaatst. Om de transparantie op haar beleid van welzijn op het werk te waarborgen, publiceert Defensie haar verslag op haar Intranet; het kan geraadpleegd worden door de medewerkers die bij haar zijn tewerkgesteld; - het tweede niveau is het lokale: voor de 23 kwartier-groeperingen wordt een verslag opgemaakt door elke lokale dienst voor preventie en bescherming op het werk, en het bevat gegevens over het welzijnsbeleid binnen de eenheden. Het wordt op de agenda van het Basisoverlegcomité van het eerste jaarkwartaal geplaatst. Elke cel arbeidsgeneeskunde moet haar eigen jaarverslag opmaken dat de statistieken bevat over de gezondheidsprestaties over het afgelopen jaar. Een verslag over al de activiteiten van iedere cel moet eveneens voorgesteld worden, op lokaal niveau, op de vergadering van het BOC in het eerste jaarkwartaal. Op basis van het geheel aan gegevens verzameld op lokaal niveau zal het jaarverslag op het niveau van de Generale Staf opgesteld worden. Al die verschillende verslagen, wat ook het niveau moge zijn, moeten eveneens aan de Arbeidsinspectie (Inspection Labour Environnement ILE) bezorgd worden voor advies en commentaar. Statistieken Belangrijk is dat buiten de algemene informatie over de organisatie zelf, we daar ook de statistieken terugvinden over ongevallen op de arbeidsplaats (dodelijke ongevallen, bestendige ongeschiktheid en het totaal aantal ongevallen van het personeel). Een specificiteit van het jaarverslag van Defensie is dat het melding geeft van de ongevallen op de arbeidsweg en degene die voortvloeien uit militaire specificiteit (tijdens maneuvers, oefeningen, operaties of nog degene die gelinkt zijn met het onderhouden van de fysieke conditie van het personeel van Defensie). Dat alles met inachtname van de verschillende categorieën van medewerkers (beroepsmilitairen, studenten, stagiairs, reservisten, vrijwilligers, burgers ). Het jaarverslag vermeldt ook gegevens over de gezondheid van de werknemers betreffende de veiligheid, inlichtingen over hygiëne op het werk en op de werkplaatsen, informatie over de psycho-sociale weerslag van de werklast. Het geeft ook een beknopte toelichting over elk van de domeinen volgens de maatregelen die er genomen zijn en de perspectieven die overwogen worden voor de toekomst. Onbetwistbare getuige Dat document, dat traditioneel in juni wordt gepubliceerd, is de onbetwistbare getuige van de oprechte inzet van Defensie sinds meer dan 10 jaar voor de uitvoering van de risicoanalyse die de hoeksteen is van haar dynamisch systeem van risicobeheer. De statistieken en de verschillende verslagen die in hun respectieve Comités werden voorgesteld over de laatste 12 jaar werden door de vakorganisaties en door de vertegenwoordigers van de werkgever op alle niveaus van Defensie goedgekeurd. Dat is een bewijs niet alleen van die inzet maar ook van de betrokkenheid van Defensie om de moeilijke en drastische werkomstandigheden van het beroep van militair en van hun collega s ambtenaren die dagelijks naast hen werken, te verbeteren.

11 defensie 11 VSOA Problematiek van het rijbewijs Tijdens een Basisoverlegcomité werd door één van onze afgevaardigden een vraag in verband met het rijbewijs C opgeworpen. Er werd vastgesteld dat de militaire chauffeurs (houders van een rijbewijs C) meer dan regelmatig verplicht worden om te rijden met aanhangwagens waarvan de toegelaten massa boven 750 kg ligt. Het rijbewijs C laat toe om autovoertuigen anders dan deze van categorie D1 of D te besturen, waarvan de Maximaal Toegelaten Massa boven 3500 kg ligt en die ontworpen en gebouwd zijn voor het vervoer van maximum acht passagiers, buiten de bestuurder. Aan de voertuigen van die categorie mag een aanhangwagen gekoppeld worden waarvan de Maximaal Toegelaten Massa niet boven 750 kg ligt. Indien de maximaal toegelaten massa boven 750 kg ligt, is een rijbewijs C+E vereist. VSOA Defensie nam geen vrede met het antwoord dat op het BOC werd gegeven, en maakte deze niet te verwaarlozen problematiek bij de DGJM aanhangig. Op het BOC werd immers geantwoord dat het enige dat in aanmerking moet genomen worden voor het militair vervoer is: «de binnenkant van het militair rijbewijs. Met andere woorden de kant met de behaalde brevetten. De andere kant is enkel een aanduiding van het equivalente burgerrijbewijs. Gezien de opleiding vaste dissel >750 kg niet conform is met burgeropleiding: geen automatische omzetting naar C + E. Opleiding losse dissel >750 kg of semi-remorque is wel conform, dus wel C + E. Chauffeur is sowieso gedekt als geslaagde opleiding op het rijbewijs staat. A, B, C, hebben niets te maken met het militair rijbewijs. Dus geen probleem binnen Defensie.» Tegenspraak Dat antwoord is in tegenspraak met de beschikkingen van het Koninklijk Besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C1, C1+E, C, C+E, D1, D1+E, D, D+E. De militaire chauffeurs die houder zijn van een militair rijbewijs C worden verplicht een voertuig te besturen waaraan een aanhangwagen met een Maximaal Toegelaten Massa boven 750 kg is gekoppeld, terwijl het K.B. van 4 mei 2007 een rijbewijs C+E eist. De tekst van het K.B. maakt een onderscheid naar het gewicht van de aanhangwagen (meer of minder dan 750 kg). Als er dus sprake is van minder dan 750 kg is het rijbewijs C noodzakelijk, maar als het om meer dan 750 kg gaat, dan is een rijbewijs C+E vereist. Het feit dat de aanhangwagen een vaste of losse dissel heeft, is niet relevant. Er wordt gevreesd dat de aansprakelijkheid van de militaire chauffeurs en die van Defensie wordt betrokken, aangezien de chauffeurs een voertuig met aanhangwagen besturen waarvoor ze niet over het vereiste rijbewijs beschikken. Aansprakelijkheid De problematiek werd vervolgens aanhangig gemaakt bij de DGJM, die als volgt heeft geantwoord: «Algemeen beschouwd en los van de wettelijke bepalingen in deze materie, wordt het militair rijbewijs, dat enkel geldig is voor het besturen van militaire voertuigen, ingekaderd door een interne regelgeving van Defensie die bepaalde specificiteiten toelaat. Indien bovendien militaire chauffeurs regelmatig het bevel krijgen om met aanhangwagens te rijden waarvan de MTM boven 750 kg ligt, is hun eigen aansprakelijkheid niet betrokken». De Algemene Directie verantwoordt zich met art. 91 & 92 van de wet van 20 mei 1994 betreffende de statuten van het personeel van Defensie. We kunnen daaruit besluiten dat de verantwoording van Defensie niet correct is! Het artikel bepaalt enerzijds dat de Staat aansprakelijk is voor schade die door een militair wordt toegebracht, maar anderzijds meldt datzelfde artikel ook het feit dat de Staat de door een militair veroorzaakte schade kan doen betalen en dat hierdoor de militair zal gehouden zijn tot de terugbetaling van genoemde sommen en aldus aansprakelijk zal zijn voor de veroorzaakte schade, als hij een opzettelijke fout begaat, een zware fout of een lichte fout die gewoonlijk voorkomt. Alweer een tegenstrijdig antwoord, dat betekent dat: - de aansprakelijkheid van de militair die schade zou berokkenen dus niet automatisch is opgeheven bij het besturen van een militair voertuig waarvoor hij niet beschikt over het vereiste rijbewijs; - maar de omstandigheden maken dat de militair verplicht wordt om het voertuig te besturen; - het gekregen bevel onwettelijk is en de militair begaat een overtreding. Bijgevolg, in geval van een gerechtelijke vervolging, aangezien het gaat om een overtreding als gevolg van een onwettelijk bevel. Zouden de gratis gerechtelijke bijstand, de terugbetaling van de boetes en de betaling van de schade gewaarborgd moeten zijn en niet facultatief en niet gunstig beschouwd en onderzocht worden geval per geval zoals gemeld in het antwoord van defensie in dat verband! Het VSOA zal die problematiek opvolgen en zal u hierover blijven inlichten. AMAY Om de belangen van onze leden te verdedigen en hen nog beter te ondersteunen, kwamen tijdens de voorbije weken een aantal nieuwe afgevaardigden onze structuur versterken. Over wie gaat het precies? En hoe kan je hen bereiken? Virginio BAGORDA 4 Bn Gn Vaste lijn : GSM: virginio.bagorda@slfp-defense.be NIEUWE GEZICHTEN AMAY Nathalie PICARD 4 Bn Gn Vaste lijn : GSM: nathalie.picard@slfp-defense.be