Hoofdstuk 4B. Schildklierhormoonresistentie. Lysbeth Bakker

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoofdstuk 4B. Schildklierhormoonresistentie. Lysbeth Bakker"

Transcriptie

1 Hoofdstuk 4B Schildklierhormoonresistentie Auteurs Gré Hoitinga Lysbeth Bakker Groningen, februari 2016

2 Inhoudsopgave Samenvatting 2 Inleiding 3 De normale werking van de schildklier 4 Schildklierhormoonresistentie: het ziektebeeld 5 Waarom is het ziektebeeld zo verschillend? 5 Welke mutaties liggen hieraan ten grondslag? 6 Mutaties in het MCT8 gen 6 Mutaties in het SECISBP2 gen 7 Mutaties in de β gen receptor 8 De prognose 9 Conclusie 10 Referenties 11 1

3 Samenvatting Schildklierhormoon is betrokken bij allerlei functies in ons lichaam. Een afwijking in de werking van schildklierhormoon kan dan ook grote gevolgen hebben. Bij schildklierhormoonresistentie is er wel voldoende schildklierhormoon aanwezig, maar reageert het lichaam er niet of niet voldoende op. Maar wat zijn precies de oorzaken en gevolgen hiervan? De normale schildklierhormooncascade werkt via een negatieve feedbackloop. Zodra het lichaam niet meer reageert op het hormoon, is dit mechanisme ook verstoord. Dit kan verschillende ziektebeelden opleveren. De oorzaak van schildklierhormoonresistentie is een genetische mutatie. Er zijn al veel verschillende typen en subtypen van mutaties gevonden die geassocieerd zijn met deze aandoening. Tot nu toe zijn de behandelmogelijkheden gelimiteerd, maar door de toenemende kennis over de genetische oorsprong, kan diagnostiek vaak in een steeds vroeger stadium plaatsvinden. Tot zelfs voor de geboorte. Schildklierhormoonresistentie is dus een zeldzame, maar ingrijpende aandoening die zorgt voor verhoogde T3/T4 levels, maar normale TSH levels. De ziekte wordt geassocieerd met verschillende genetische defecten en heeft een zeer uiteenlopend ziektebeeld: van geen symptomen tot milde of zelfs ernstige vormen van hyper- of hypothyroïdie. 2

4 Inleiding Genoeg schildklierhormoon en toch ziek? Het klinkt vreemd, en toch zijn er mensen die aan deze ziekte lijden. Ze zijn resistent tegen de werking van het schildklierhormoon. Er wordt genoeg schildklierhormoon aangemaakt, maar het is niet in staat om zijn functie in het lichaam juist te vervullen. Een gelukkig zeldzame, maar toch zeer vervelende aandoening voor sommige mensen. En daarmee zo razend interessant om hier meer over te weten te gaan komen. Het schildklierhormoon is een belangrijke speler in het reguleren van het metabolisme. Maar het doet meer. Het ondersteunt de werking van andere hormonen en de sympathische activiteit. Het heeft invloed op de groei en ontwikkeling en induceert cellulaire eiwitten. Kortom, bij bijna alle lichaamsprocessen speelt het schildklierhormoon wel in meer of mindere mate een rol. Via een negatief feedback systeem reguleert het de afgifte van TRH en TSH. Wanneer het hormoon dus niet zijn werking op de juiste manier kan vervullen, zoals bij schildklierhormoonresistentie het geval is, kan dit voor nodige problemen zorgen. Maar welke problemen zijn er te verwachten bij resistentie tegen het schildklierhormoon? Hoe komt het ziektebeeld tot stand en wat zijn de gevolgen? De vraagstelling van dit hoofdstuk luidt daarom als volgt: Wat zijn de (genetische) oorzaken en gevolgen van schildklierhormoonresistentie? Om deze vraag te kunnen beantwoorden is het nodig eerst in te gaan op de normale werking van het schildklierhormoon. Hoe kunnen we spreken van ziekte, als het onduidelijk is hoe de normale functie hoort te zijn? Daarom gaat het eerste subhoofdstuk over de normale schilklierhormooncascade. Het klinische beeld bij patiënten met resistentie tegen het schildklierhormoon loopt enorm uiteen. Hoe ziet dit ziektebeeld eruit en wat is de ontstaanswijze hiervan? Wat veroorzaakt nou die enorme verschillen? Aangezien schildklierhormoonresistentie bekend staat als genetische aandoening, willen we weten welke mutaties hieraan ten grondslag liggen. In het derde subhoofdstuk behandelen we een aantal van hen die alle drie een ander onderdeel van de normale schildklierhormoonhuishouding beïnvloeden. Dan rest er nog een vraag, namelijk wat de prognose is voor deze ziekte. Zijn er behandelingen mogelijk die kunnen leiden tot genezing? Of is behandeling enkel bestrijding van symptomen? Daarover gaat het vierde en tevens laatste subhoofdstuk. Door het beantwoorden van deze deelvragen hopen we de vraagstelling van dit hoofdstuk, wat zijn de (genetische) oorzaken en gevolgen van schildklierhormoonresistentie?, te kunnen beantwoorden. 3

5 De normale werking van de schildklier De schildklierhormooncascade begint bij de hypothalamus (die overigens weer wordt beïnvloedt door hogere hersencentra) die het TSH Releasing Hormone (TRH) afgeeft. Onder invloed van TRH wordt de adenohypofyse gestimuleerd tot het afgeven van Thyroid Stimulating Hormone (TSH). Onder invloed van TSH uit de adenohypofyse gaat de schildklier hormonen produceren. Het kan twee vormen van het schildklierhormoon produceren. Het grootste deel is thyroxine (T4), ook wel het inactieve prohormoon genoemd. De meeste effecten worden echter tot stand gebracht door het actieve hormoon tri-jodothyronine (T3) (Rang & Dale, 2014). In cellen van perifere weefsel zorgen enzymen, de verschillende iodothyronine deiodinases, voor de omzetting van T4 in T3. Voordat het de cellen van het doelorgaan bereikt, moeten T3 en T4 vanuit de bloedbaan in de cellen worden opgenomen. Ondanks hun lipofiele karakter, komt het transport over de celmembraan tot stand via thyroid hormoon transporters. In de cel bindt T3 aan een nuclear receptor. Het gevormde hormoon-receptorcomplex kan binden aan de promotor van specifieke genen in het DNA. T3 kan vervolgens genexpressie reguleren door transcriptie van genen te stimuleren of te remmen (Jansen et al., 2005). De biologische activiteit van het schildklierhormoon in de cellen van doelorganen wordt door verschillende factoren bepaald. De intracellulaire T3 concentraties wordt bepaald door de hoeveelheid geproduceerde en circulerende T3 en T4 concentraties. Ook aanwezigheid, typen en functionaliteit van transporters in de celmembranen en deiodinase activiteit in de cel zijn hierbij cruciaal (Jansen et al., 2005). De deiodinases zijn homologe selenoproteïnen. Drie verschillende typen deiodinases hebben hun eigen functie en komen verschillend tot expressie in weefsels. Type 1 komt vooral tot expressie in de lever en nieren en zorgt daar hoofdzakelijk voor het genereren van plasma T3. Type 2 komt vooral tot expressie in het brein, de adenohypofyse, de schildklier en in de skeletspieren. Het zorgt voornamelijk voor de lokale generatie van plasma T3 in het brein. Type 3 komt voornamelijk tot expressie in het foetale brein, maar ook andere foetale weefsels, de placenta en de uterus. Het zorgt voornamelijk voor de omzetting van T4 in het inactieve metaboliet reverse tri-jodothyronine (rt3). Waarschijnlijk om groeiende weefsels te beschermen tegen een overmaat aan T3. Deiodinase activiteit is afhankelijk van de schildklierstatus (Jansen et al., 2005). Verschillende families schildklierhormoon transporters zijn geïdentificeerd. Veel hiervan zijn eiwittransporters. Maar ook de enzymen die zorgen voor de omzetting naar het actieve schildklierhormoon vereisen correcte transcriptie en translatie van de juiste genen. 4

6 Genetische mutaties die zorgen voor defecten in de vorming van de juiste transporters, receptoren en enzymen in deze cascade kunnen zorgen voor resistentie van het schildklierhormoon (Jansen et al., 2008). Schildklierhormoonresistentie: het ziektebeeld Wanneer het doelorgaan niet meer voldoende kan reageren op het schildklier hormoon, spreekt men van schildklierhormoonresistentie. Dit is een dominant erfelijke aandoening. De oorzaak ligt in genetische mutaties, die zorgen voor afwijkende receptoren, transporters en/of enzymactiviteit in de schildkliercascade. Schildklierhormoonresistentie werd voor het eerst beschreven door Refetoff et al. in Karakteristiek voor schildklierhormoonresistentie zijn de verhoogde serum T3 levels, waarbij de TSH levels normaal of verhoogd zijn. Dit duidt op een defect in de negatieve feedback van T3 op TSH. Hoewel de karakteristieken redelijk eenduidig lijken, bestaan er grote verschillen in de fenotypen van patiënten. Ze kunnen asymptomatisch zijn en bij toeval gediagnostiseerd zijn, maar ze kunnen ook verschillende symptomen vertonen. Deze symptomen zijn bijvoorbeeld hyperactiviteit, moeheid, groeistoornissen of taalstoornissen. Een aantal patiënten heeft een vergroting van de schildklier (struma). (Pohlenz et al., 1995) Waarom is het ziektebeeld zo verschillend? Schildklierhormoonresistentie kan dus in het ziektebeeld twee dingen betekenen, namelijk resistentie van de hypofyse: Pituitary Resistance to Thyroid Hormone (PRTH), of resistentie van de perifere weefsels: Generalised Resistance to Thyroid Hormone (GRTH). PRTH lijdt vooral tot symptomen die overeenkomen met hyperthyroïdie en thyrotoxiciteit, terwijl GRTH juist lijdt tot symptomen overeenkomstig met hypothyroïdie. Dit lijkt tegenstrijdig, omdat bij GRTH er ook verhoogde levels van T3/T4 worden gevonden. Echter is het perifere weefsel niet voldoende in staat om te reageren op deze T3/T4-levels, waardoor kenmerken van hypothyroïdie ontstaan, zoals vermoeidheid, depressie en hartfalen. (Lee et al., 2011) Hoewel er dus onderscheid te maken is tussen PRTH en GRTH blijkt in de praktijk dat bij patiënten beide vormen vaak overlappend voorkomen, waardoor tegenstrijdige symptomen ontstaan. Er wordt vermoed dat de mate van de symptomen kunnen verschillen per genetische mutatie die aan het fenotype ten grondslag ligt. (Beck-Peccoz & Krishna, 2009) 5

7 Maar ook binnen de beide vormen is het klinische beeld bij schildklierhormoonresistentie heterogeen. Dit varieert van slechts veranderde laboratorium parameters tot ernstige klachten waaronder struma, hyper- of hypothyroïdie, groei achterstand, concentratie gebrek of hyperactiviteit. Een mogelijke verklaring voor dit heterogene beeld is de variëteit waarin verschillende weefsels reageren op een verhoogd serum T3 level. Hierbij komt ook nog een variëteit tussen verschillende individuen. (Magalha es et al., 2007). Ook zijn de klachten die een individu ervaart vaak subjectief en niet direct te herleiden naar abnormale parameters. Het zou zo kunnen zijn dat een individu toch klachten ervaart bij normale serum schildklierhormoon levels. Zijn de standaard vastgestelde waarden voor normale serum schildklierhormoon levels op dit individu niet van toepassing? Omgekeerd kan het voorkomen dat abnormale serum schildklierhormoonlevels nauwelijks of niet tot klachten leiden. Hoe is dit te verklaren? Het blijkt dat dit complexe vraagstukken betreffen die niet eenvoudig zijn op te lossen. Enerzijds ligt de oorzaak hier in statistieken, waarbij een normale verdeling vaak wordt aangehouden. En hierin altijd een kleine populatie een uitzondering op de regel vormt. Anderzijds hebben we te maken met perceptie van patiënten, dat altijd aan subjectiviteit onderhevig is. De meest voorkomende klinische symptomen bij schildklierhormoonresistentie zijn tachycardie en struma. Dit beeld zorgt vaak voor het misdiagnosticeren van hyperthyroïdie als een oorzaak van de ziekte van Graves. Patiënten worden hierdoor vaak foutief behandeld met anti-thyroïdmedicijnen of radioactief iodine (Magalha es et al., 2007). Welke gevolgen heeft dit voor het verdere verloop van de ziekte? Zou het laat diagnosticeren van schildklierhormoonresistentie en/of een foutieve behandeling een negatief effect kunnen hebben op het verder verloop van de ziekte? Dit zou een vraag voor vervolgonderzoek kunnen zijn. Welke mutaties liggen hieraan ten grondslag? Bij een zo verschillend ziektebeeld verwachten we ook verschillende oorzaken. Deels is dit te wijten aan de verschillende mutaties die kunnen leiden tot schildklierhormoonresistentie. We behandelen hier drie mutaties die elk een ander deel van de normale schildklierhormoonpathway in het lichaam beïnvloeden. Mutaties in het MCT8 gen Het MCT8 gen is gelokaliseerd in een regio op het X-chromosoom. Mutaties in dit gen kunnen zorgen voor X-chromosomale ziekten. MCT8 is een gen dat codeert voor een actieve en specifieke schildklierhormoontransporter. Wanneer hierin een mutatie optreedt dat zorgt voor een veranderde aminozuurvolgorde in het eiwit, kan dit gevolgen hebben voor de functionaliteit van de transporter. Wanneer er sprake is van een mutatie in het MCT8 gen 6

8 kan dit zorgen voor een X-chromosomale vorm van schildklierhormoonresistentie (Maranduba et al., 2006). Mutaties in het MCT8 gen kunnen ernstige mentale retardatie veroorzaken. Waaronder gebrek aan spraak, verlies van spierspanning, spasticiteit in armen en benen, aanhoudende onwillekeurige spiercontracties en in sommige patiënten verlies van zicht en gehoor (Maranduba et al., 2006). Mutaties in het MCT8 gen gaan ook gepaard met abnormale schildklierhormoon parameters. Serum levels van T3 zijn sterk verhoogd, terwijl levels van het inactieve prohormoon T4 verlaagd zijn. Deze mutatie zorgt voor verlaging van de cellulaire opname van T3, maar ook van de intracellulaire T3 metabolisme. De neurologische defecten in patiënten met een MCT8 mutatie zijn het gevolg van te lage intracellulaire T3 levels en gewijzigd metabolisme van T3 in neuronen van het centraal zenuwstelsel. De ernstige onderontwikkeling van spieren (atrofie) kan een gevolg zijn van te hoge serum T3 levels (Maranduba et al., 2006). Het onderzoek van Maranduba et al. toonde aan dat cellen die een MCT8 mutatie tot expressie brachten iets minder dan de helft minder T3 opnamen dan cellen met een wild type transporter. Ook het T3 metabolisme is sterk verlaagd in cellen met MCT8 mutatie t.o.v. de wild type cellen. Dit laat zien dat bij een verlaagde opname van T3 door de transporter ook minder beschikbaar is voor intracellulaire T3 metabolisme. Patiënten met een mutatie in het MCT8 hebben verhoogde serum T3 en vrije T3 levels, maar niet verhoogde serum T4 en vrije T4 levels. Dit indiceert dat, hoewel de MCT8 transporter in staat is tot transport van zowel T3 als T4, het belangrijker is voor het transport van T3 dan voor T4 (Maranduba et al., 2006). De ernst van de abnormaliteit in schildklierhormoon parameters hangt af van de type mutatie. Is er een afwijkende transporter of is de transporter geheel afwezig? Dit heeft consequenties voor het fenotype. Maar kan ook verschillende uitwerkingen hebben op patiënten (door bijvoorbeeld leeftijdsverschillen). Er is verder onderzoek nodig om een genotype fenotype correlatie te kunnen vaststellen (Maranduba et al., 2006). Het MCT8 gen komt tot expressie in verschillende weefsels, onder andere de lever, de nieren, het hart en het brein. Het transport eiwit komt voor in verschillende brein gebieden, voornamelijk in neuronen. Astrocyten zorgen m.b.v. type 2 deionidases voor de omzetting van T4 in T3. T3 is cruciaal tijdens foetale en neonatale brein ontwikkeling. Een goed functionerende MCT8 transporter is dus essentieel voor een goede opname van T3 in de neuronen en een gezonde brein ontwikkeling. Neuronen bezitten nucleaire receptoren, zodat T3 genexpressie kan reguleren in de cel, maar ook type 3 deionidiases. Deze enzymen zorgen voor het beëindigen van T3 werking (Maranduba et al., 2006). Neuronen bezitten geen type 2 deionidases en zijn dus voor omzetting van T4 naar T3 geheel afhankelijk van nabij gelegen astrocyten (Jansen et al., 2005). 7

9 Een defect in de MCT8 transporter zorgt dus door een verlaagde opname en degradatie van T3, wat kan resulteren in neurologische onderontwikkeling van het foetale brein (Maranduba et al., 2006). In andere organen kunnen de gevolgen van de mutatie in het MCT8 gen milder of zelfs afwezig zijn. Blijkbaar zijn deze organen minder afhankelijk voor opname van T3 van hun MCT8 transporter. Deze organen laten geen effecten van hypothyroïdie zien, in tegenstelling tot het brein (Maranduba et al., 2006). Mutaties in het SECISBP2 gen De regulatie van het intracellulair metabolisme van schildklierhormonen wordt verzorgd door enzymen, de zogeheten selenoproteïnen iodothyronine deiodinases. Zoals eerder vermeld zijn hiervan drie verschillende typen. Ze zorgen ervoor dat er actief T3 voor de cel beschikbaar komt, maar ook voor omzetting en afbraak van overtollig schildklierhormoon in de cel. Metabolisme van schildklierhormoon omvat dus niet alleen synthese/omzetting naar actief T3, maar ook omzetting naar inactieve metabolieten waardoor de schildklierhormoon activiteit weer kan afnemen. Continue regulatie van schildklierhormoon activiteit is erg belangrijk om de activiteit binnen acceptabele grenzen te houden. Zowel overactiviteit als verminderde activiteit is immers niet in het belang van homeostase. Hetgeen het lichaam constant probeert na te streven (Dumitrescu et al., 2005). Selenium is een essentieel spore element voor de synthese van deze enzymen. Het aminozuur Selenocysteine is een belangrijke bouwstof voor de iodothyronine deiodinases. Het bevindt zich in het actieve domein van het enzym. Voor een goede werking van het enzym is het dus cruciaal dat dit aminozuur correct wordt ingebouwd. Het UGA codon in het RNA, welke in een standaard genetische code functioneren als stop codon en translatie beëindigen, kan echter in de nabijheid van het element selenocysteine insertion sequence (SECIS) en co-factoren waaronder het SECIS binding proteïne (SECISBP2)voor Selenocysteïne coderen (Dumitrescu et al., 2005). Er zijn dus bepaalde sequenties in het mrna die noodzakelijk zijn voor het inbouwen van Selenocysteïne in het selenoproteine en daarmee voor een juiste eiwitsynthese zorgen. Er wordt nog steeds onderzoek gedaan naar sequenties en factoren die een rol spelen in dit mechanisme (Dumitrescu et al., 2005). Nu richten wij ons op mutaties in het SECISBP2 gen en de gevolgen daarvan op het schildklierhormoonmetabolisme. Dit is in 2005 onderzocht door Dumitrescu et al. Aangedane familieleden in twee families met een homozygote mutatie op het SECISBP2 gen hadden verlaagde serum T3 levels tezamen met verhoogde T4 levels en normale tot hoge TSH concentraties. Dit is het gevolg van verminderde activiteit van het type 2 deiodinase enzym, maar mogelijk ook van de typen 1 en 3 deiodinases. 8

10 Gevolg van deze SECISBP2 mutatie is een verminderde feedback regulatie van T4 op TSH. Een deficiëntie in deionidases ten gevolge van deze mutatie resulteert in een mild klinisch fenotype. Mogelijke verklaring hiervoor is dat deze mutatie zorgt voor slechts een gedeeltelijk verlies van de functie van het SBP2 eiwit (Dumitrescu et al. 2005). Een vertraging in de groei tussen drie en acht weken oude kinderen met een SECISBP2 mutatie werd waargenomen. In tegenstelling tot muizen, was de functie van het gehoor nog normaal in deze kinderen (Dumitrescu et al., 2005). Mogelijk worden de klinische gevolgen van deze mutatie onderschat, aangezien met dit onderzoek de gevolgen op lange termijn niet onderzocht zijn. Mogelijk manifesteren gevolgen van deze mutatie zich op latere leeftijd, bijvoorbeeld door verminderde fertiliteit (Dumitrescu et al., 2005). Mutaties in de β gen receptor Een andere bevinding die de genetische basis voor de diagnose voor schildklierhormoonresistentie bevestigt is een mutatie in een allel van het schildklierhormoon receptor β (TRβ) gen. Schildklierhormoonreceptoren (TRs) zijn transcriptiefactoren die worden gereguleerd door de aan- of afwezigheid van het schildklierhormoon. Ze activeren of onderdrukken transcriptie van bepaalde genen met behulp van co-activators of co-repressors. Er bestaan twee subtypes van de receptor, TRβ1 en TRβ2. De TRβ2 bevindt zich vooral in de hypofyse en hypothalamus, waar het een belangrijke rol speelt in de feedbackregulatie van de schildklierhormonen. TRβ1 komt voornamelijk tot expressie in de perifere weefsels. De TRβ2 zorgt bij verhoogde levels circulerend T3/T4 voor een negatieve feedback door middel van het onderdrukken van TRH en TSH synthese. Hierdoor wordt verdere T3/T4 afgifte geremd. Bij afwezigheid van circulerend T3 heeft de TRβ2 een zwak activerende werking. De TRβ2 is dan ook een veel sterkere activator dan de TRβ1. Dat wil zeggen, de TRβ2 heeft bij een veel lagere concentratie een even sterk activerende werking als de TRβ1. Dit waarschijnlijk om al te kunnen reageren op verhoogde T3/T4-levels nog voordat de TRβ1 in de weefsels overgestimuleerd wordt. Zo blijft de algehele endocriene homeostase behouden. De TRβ1 heeft bij afwezigheid van T3 een remmende werking op zijn targetgenen en is alleen een activator na binding aan T3. Er zijn tenminste 137 verschillende mutaties gevonden in de TRβ die worden geassocieerd met schildklierhormoonresistentie (Lee et al., 2011), bijvoorbeeld de P453A mutatie. Bij deze mutatie is op codon 453 een nucleotide vervangen, namelijk een cytosine voor een guanine. Dit zorgt voor een gewijzigde aminozuurvolgorde in het eiwit. Normaal codeert het codon voor proline, als gevolg van de mutatie codeert het codon voor alanine. Deze mutatie ligt in het hormoonbindingsdomein van het schildklierhormoon receptor β gen. Dit doet vermoeden dat deze mutatie zorgt voor een veranderde bindingsaffiniteit van het hormoon met deze receptor (Bayraktaroglu et al., 2009). 9

11 Zoals al eerder genoemd wordt er onderscheid gemaakt tussen GRTH en PRTH. Gevonden is dat bij GRTH zowel de TRβ1 als de TRβ2 een mutatie bevatten, wat zorgt voor een verminderde negatieve feedback en dus verhoogde T3/T4 levels, maar omdat de TRβ1 ook een verminderde werking heeft, is de respons op deze T3/T4 levels niet verhoogd. Bij PRTH wordt voornamelijk de TRβ2 in zijn functie aangetast. Hierdoor wordt het verschil in gevoeligheid voor T3 tussen de TRβ1 en TRβ2 sterk verkleind, wat resulteert in een verminderde negatieve feedback op TRH en TSH, maar een even sterke gevoeligheid voor T3 in de perifere weefsels. Dit geeft symptomen van perifere hyperthyroïdie en thyrotoxiciteit. Verder onderzoek wordt gedaan naar mogelijke verschillen in het soort mutatie en verschil in uitwerking in de verschillende weefsels. (Lee et al., 2011) De prognose MCT8 mutaties zorgen door hun belangrijke invloed op de vroege brein ontwikkeling vaak voor onomkeerbare negatieve effecten. De positieve effecten van postnatale behandeling met T3 zijn limiterend. Behandeling met T3 is alleen effectief in patiënten waarbij de MCT8 transporter slechts gedeeltelijk inactief is. Toediening van T3 analogen die door cellen kunnen worden opgenomen, door een alternatieve transporter, zou ook een behandel optie kunnen zijn. Ondersteunende therapieën kunnen ingezet worden om somatische klachten te minimaliseren of verminderen Jansen et al., 2008). Het opsporen van mutaties is ondanks de beperkte behandelmogelijkheden en genezing van klachten, erg belangrijk. Dragers van de mutatie kunnen worden geïdentificeerd en prenatale diagnostiek draagt bij aan vroege opsporing van mogelijke ziekte (Jansen et al., 2008). Wanneer een dergelijke mutatie die zorgt voor resistentie tegen schildklierhormoon wordt aangetroffen, dient de volgende vraag zich aan; is het erfelijk en daarmee een risico voor de volgende generatie? Complexe vraagstukken die verder onderzoek vereisen en waarin ethiek een belangrijke rol speelt. Omdat het ziektebeeld zo afwisselend is, is ook de prognose niet eenduidig. Als de patiënt asymptomatisch is, is behandeling niet zozeer nodig. Echter kunnen er ook ernstige symptomen van hypothyroïdie ontstaan, zoals struma. Dit moet vaak levenslang behandeld worden met synthetische vormen van T3 of T4. Onderzoek naar behandeling van de verschillende vormen en verschijnselen is nog in volle gang. Een meer individuele behandeling is gewenst. 10

12 Conclusie Het mag duidelijk zijn dat het onderzoek rondom schildklierhormoonresistentie in volle gang is, en niet onterecht. Schildklierhormoon vervult namelijk een essentiële rol in allerlei lichaamsprocessen. Normaal gezien circuleert het actieve hormoon, T3, door het lichaam en grijpt daar aan op receptoren. Bij een stijgende levels circulerend T3 (en T4, inactief hormoon) vindt er negatieve feedback plaats door remming op de afgifte van TSH in de adenohypofyse, wat vervolgens de nieuwe afgifte van schildklierhormoon weer remt. Echter, bij schildklierhormoonresistentie is ofwel de hypofyse verminderd gevoelig voor T3/T4, ofwel de hypofyse én de periferie. En dan kan de mate van gevoeligheid ook nog verschillen tussen personen, maar ook al binnen de persoon, tussen de verschillende weefsels. Dit veroorzaakt dan ook dat het ziektebeeld enorm uiteenlopend is. De ziekte kan zich als geheel asymptomatisch manifesteren, maar ook ernstige symptomen van hypothyreoïdie en zelfs hyperthyreoïdie geven. Aan al deze verschijnselen ligt uiteindelijk een genetische mutatie ten grondslag. In de loop der jaren zijn er al meerdere genetische mutaties geassocieerd met de aandoening. In het algemeen betreffen dit vooral mutaties aan genen die coderen voor schildklierhormoontransporters, zoals het MCT8 gen, enzymen, zoals SECISBP2 en receptoren als de TRβ. Ook binnen deze groepen aangedane essentiële genen kunnen nog op verschillende plaatsen verschillende mutaties bestaan. Zo wordt maar weer aangetoond dat het zeer uiteenlopende ziektebeeld heel verklaarbaar is. Het zou natuurlijk ideaal zijn als al deze verschillende oorzaken ook passend behandeld zouden kunnen worden. Helaas is dit tot nu toe nog niet het geval. Bij sommige mutaties is in een vroeg stadium al veel schade geleden door een verminderde groeiontwikkeling. Postnatale behandeling met T3 is dan vaak niet meer verhelpend. Prenataal onderzoek naar de aanwezigheid van mutaties zou dit kunnen voorkomen. Bij verschillende mutaties kan de aandoening asymptomatisch verlopen, waarbij behandeling niet nodig is. Indien er symptomen van hypothyroïdie ontstaan kan dit vaak behandeld worden met toediening van synthetisch schildklierhormoon. Concluderend, schildklierhormoonresistentie is een naam voor verhoogde serum T3/T4 levels met tegelijkertijd normale of zelfs iets verhoogde TSH levels. Dit geeft een totaal verstoorde schildklierhormooncascade, wat kan zorgen voor een breed ziektebeeld met milde tot zeer ernstige symptomen. Dit is te verklaren door de vele verschillende soorten genetische oorzaken die de aandoening kent. Behandelingen tot nu toe zijn vaak onvoldoende en niet individueel genoeg. Onderzoek is dan ook nog volop in gang en dat is ook zeker nodig! 11

13 Referenties Bayraktaroglu, T., Noel, J., Alagol, F., Colak, N., Mukaddes, N.M., Refetoff, S. (2009). Thyroid Hormone Receptor Beta Gene Mutation (P453A) in a Family Producing Resistance to Thyroid Hormone. Experimental and Clinical Endocrinology and Diabetes. 117: Beck-Poccoz, P., Khrishna V., Chatterjee, K. (2009). The Variable Clinical Phenotype in Thyroid Hormone Resistance Syndrome. Thyroid. 4(2): Dumitrescu, A.M., Liao, X.H., Abdullah, M.S.Y., Lado-Abeal, J., Abdul Majed, F., Moeller, L.C., Boran, G., Schomburg, L., Weiss, R.E, Refetoff, S. (2005).Mutations in SECISBP2 result in abnormal thyroid hormone metabolism. Nature Genetics. 37: Jansen, J., Friesema, E.C.H., Milici, C., Visser, T.J. (2005). Thyroid Hormone Transporters in Health and Disease. Thyroid. 15: Jansen, J., Friesema, E.C.H., Visser, W. E., Visser, T.J. (2008). Thyroid Hormone Transporters in and out of cells. Trends in endocrinology and metabolism. 19: Lee, S., Young, B. M., Wan, W., Chan, I. H., & Privalsky, M. L. (2011). A Mechanism for Pituitary-Resistance to Thyroid Hormone (PRTH) Syndrome: a Loss in Cooperative Coactivator Contacts by Thyroid Hormone Receptor (TR)β2. Molecular Endocrinology, 25(7): Magalha es, P.K., Rodrigues Dare, G.L., Rodrigues Dos Santos, S., Nogueira, C.R., De Castro, M., Zanini Maciel, L.M. (2007). Clinical features and genetic analysis of four Brazilian kindreds with resistance to thyroid hormone. Clinical Endocrinology. 67: Maranduba, C.M.C, Friesema, E.C.H., Kok, F., Kester, M.H.A., Jansen, J., Sertié, A.L., Passos-Bueno, M.R., Visser, T.J. (2006). Decreased cellular uptake and metabolism in Allan-Herndon-Dudley syndrome (AHDS) due to a novel mutation in the MCT8 thyroid hormone transporter. Journal of Medical Genetics. 43: Pohlenz, J., Wirth, S., Winterpacht, A., Wemme, H., Zabel, B., Schönberger, W. (1995). Phenotypic variability in patients with generalised resistance to thyroid hormone. J. Med. Genet. 32:

14 Rang, H.P., Ritter, J.M., Flower, R.J., Henderson, G. (2015). Rang & Dale s Pharmacology (eight edition). London, United Kingdom: Elsevier Health Sciences. 13

Algemene Samenvatting

Algemene Samenvatting Algemene Samenvatting e vitamine metaboliet 1,25-dihydroxyvitamine ( ) speelt een sleutelrol bij het handhaven van de calcium homeostase door middel van effecten op de darm, het bot en de nier. e metaboliet

Nadere informatie

5 juli blauw. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2

5 juli blauw. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2 Kleef hier onmiddellijk een identificatie-etiket blauw Toelatingsexamen arts en tandarts 5 juli 2016 Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2 Figuur 1A: Werking van een wateroplosbaar hormoon:

Nadere informatie

5 juli geel. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2

5 juli geel. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2 Kleef hier onmiddellijk een identificatie-etiket geel Toelatingsexamen arts en tandarts 5 juli 2016 Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2 Figuur 1A: Werking van een wateroplosbaar hormoon:

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Chapter 8 112 Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Insulin induceert complexe responsen in perifere weefsel zoals de skeletspier, vet, hart, lever en het brein om

Nadere informatie

Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer

Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer Introductie onderzoeksproject De ziekte van Alzheimer De ziekte van Alzheimer is een neurologische aandoening en is de meest voorkomende vorm van dementie.

Nadere informatie

Samenvatting. Chapter 8

Samenvatting. Chapter 8 Samenvatting Chapter 8 154 Het dopaminerge systeem is betrokken bij de controle over een heel scala aan fysiologische functies, variërend van motorische activiteit tot de productie van hormonen en het

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Nederlandse samenvatting Hematopoiesis Een volwassen mens heeft ongeveer vijf liter bloed waarin zich miljarden cellen bevinden. Deze cellen zijn onder te verdelen op basis van

Nadere informatie

Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen?

Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen? Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen? A: interfase B: profase C: anafase D: cytokinese 2. Een SNP (single nucleotide polymorphism)

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dikkedarmkanker is na longkanker de meest voorkomende doodsoorzaak ten gevolge van kanker in de westerse wereld. Dikkedarmkanker manifesteert zich na een accumulatie van verscheidene genetische veranderingen.

Nadere informatie

Understanding the non-thyroidal illness syndrome from in vivo and in vitro studies Kwakkel, G.J.

Understanding the non-thyroidal illness syndrome from in vivo and in vitro studies Kwakkel, G.J. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Understanding the non-thyroidal illness syndrome from in vivo and in vitro studies Kwakkel, G.J. Link to publication Citation for published version (APA): Kwakkel,

Nadere informatie

Samenvatting 95 SAMENVATTING

Samenvatting 95 SAMENVATTING Samenvatting Samenvatting 95 SAMENVATTING Tijdens de ontwikkeling en groei van een solide tumor, staan de tumorcellen bloot aan een gebrek aan zuurstof (hypoxie). Dit is het gevolg van de snelle groei

Nadere informatie

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NRLP-12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NRLP-12 gerelateerde terugkerende

Nadere informatie

Dutch summary. Mitochondriaal dysfunctioneren in multiple sclerosis

Dutch summary. Mitochondriaal dysfunctioneren in multiple sclerosis Mitochondriaal dysfunctioneren in multiple sclerosis Multiple sclerose (MS) is een ingrijpende aandoening van het centraal zenuwstelsel en de meest voorkomende oorzaak van niet-trauma gerelateerde invaliditeit

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting.

Nederlandse samenvatting. . 10 Nederlands samenvatting Uit cijfers van de Hartstichting blijkt dat bijna 1 op de 3 Nederlanders sterft aan een hart- of vaatziekte (HVZ). Daarmee is het een van de voornaamste doodsoorzaken in Nederland.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch) (summary in Dutch) Type 2 diabetes is een chronische ziekte, waarvan het voorkomen wereldwijd fors toeneemt. De ziekte wordt gekarakteriseerd door chronisch verhoogde glucose spiegels, wat op den duur

Nadere informatie

te onderscheiden valt van FSHD (FSHD2). Omdat deze patiënten echter meer dan 10 D4Z4 repeats hebben kon eerder de diagnose van FSHD in een DNA test

te onderscheiden valt van FSHD (FSHD2). Omdat deze patiënten echter meer dan 10 D4Z4 repeats hebben kon eerder de diagnose van FSHD in een DNA test SAMENVATTING Facioscapulohumerale spierdystrofie (FSHD) is een erfelijke spierziekte die wordt gekenmerkt door verzwakking van de aangezichtspieren (facio), de spieren rond de schouderbladen (scapulo)

Nadere informatie

<A> Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. <B> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine.

<A> Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. <B> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Cytosine

Nadere informatie

<A> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. <B> Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine.

<A> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. <B> Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine. Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine. Thymine

Nadere informatie

Een bijzondere band tussen grootvader en kleinkind

Een bijzondere band tussen grootvader en kleinkind Een bijzondere band tussen grootvader en kleinkind Duizenden grootvaders liepen rond met onbegrepen neurologische klachten totdat de Amerikaanse kinderarts Randi Hagerman een verband legde tussen de klachten

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting SAMENVATTING X-gebonden creatine transporter deficiëntie. Creatine is een natuurlijke stof die vooral in de spieren zit. De stof heeft een belangrijke rol in de energiehuishouding van de cel. Creatine

Nadere informatie

DNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008

DNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008 DNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008 DNA 1. Hieronder zie je de schematische weergave van een dubbelstrengs DNA-keten. Een

Nadere informatie

Alternative splicing of thyroid hormone receptor alpha transcripts during health and disease Timmer, D.C.

Alternative splicing of thyroid hormone receptor alpha transcripts during health and disease Timmer, D.C. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Alternative splicing of thyroid hormone receptor alpha transcripts during health and disease Timmer, D.C. Link to publication Citation for published version (APA):

Nadere informatie

94 Transcriptie en vorming van mrna bij prokaryoten en eukaryoten

94 Transcriptie en vorming van mrna bij prokaryoten en eukaryoten 94 Transcriptie en vorming van mrna bij prokaryoten en eukaryoten Transcriptie bij prokaryoten: Prokaryoten hebben geen celkern, waardoor het DNA los in het cytoplasma ligt. Hier vindt de transcriptie

Nadere informatie

V5 Begrippenlijst Hormonen

V5 Begrippenlijst Hormonen V5 Begrippenlijst Hormonen ADH Hormoon dat de terugresorptie van water in de nierkanaaltjes stimuleert. adrenaline Hormoon dat door het bijniermerg wordt afgescheiden. Adrenaline wordt ook door zenuwvezels

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Nederlandse samenvatting proefschrift Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Cerebral changes in Amyotrophic Lateral Sclerosis, 5 september 2017, UMC Utrecht Inleiding Amyotrofische

Nadere informatie

Oudercontactdag CHT (0-5 jaar) 7 november 2015

Oudercontactdag CHT (0-5 jaar) 7 november 2015 Oudercontactdag CHT (0-5 jaar) Paul van Trotsenburg, Nitash Zwaveling Kinderarts-endocrinologen, 7 november 2015 Emma Kinderziekenhuis AMC Inhoud Anatomie en ontwikkeling van de schildklier Werking van

Nadere informatie

Figuur 1: schematische weergave van een cel

Figuur 1: schematische weergave van een cel Inleiding De titel van het proefschrift is Preventing the transmission of mitochondrial diseases. Dat wil zeggen: het tegengaan dat mitochondriële ziekten worden doorgegeven aan het nageslacht. Mitochondriën

Nadere informatie

Erfelijke spastische paraparese

Erfelijke spastische paraparese Erfelijke spastische paraparese He althy Ageing: moving to the next generation WAT IS EEN ERFELIJKE SPASTISCHE PARAPARESE? Erfelijke spastische paraparese is feitelijk een groep aandoeningen. Deze aandoeningen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting GENETISCHE EN RADIOLOGISCHE MARKERS VOOR DE PROGNOSE EN DIAGNOSE VAN MULTIPLE SCLEROSE Multiple Sclerose (MS) is een aandoening van het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg)

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Majeed Versie 2016 1. WAT IS MAJEED 1.1 Wat is het? Het Majeed syndroom is een zeldzame genetische aandoening. Kinderen met dit syndroom lijden aan chronische

Nadere informatie

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington 2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington Erfelijkheid Erfelijk materiaal in de 46 chromosomen De mens heeft in de kern van elke lichaamscel 46 chromosomen: het gaat om 22 paar lichaamsbepalende chromosomen

Nadere informatie

Familiaire Mediterrane Koorts

Familiaire Mediterrane Koorts https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Familiaire Mediterrane Koorts Versie 2016 2. DIAGNOSE EN BEHANDELING 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? Over het algemeen wordt de volgende aanpak

Nadere informatie

Intermezzo, De expressie van een eiwit.

Intermezzo, De expressie van een eiwit. Samenvatting Bacteriën leven in een omgeving die voortdurend en snel verandert. Om adequaat te kunnen reageren op deze veranderingen beschikken bacteriën over tal van sensor systemen die de omgeving in

Nadere informatie

Hyperekplexia. Movement disorders GRONINGEN He althy Ageing: moving to the next generation

Hyperekplexia. Movement disorders GRONINGEN He althy Ageing: moving to the next generation Hyperekplexia He althy Ageing: moving to the next generation WAT IS HYPEREKPLEXIA? Hyperekplexia is een zeldzame neurologische aandoening. Een andere naam is startle disease. Patiënten met hyperekplexia

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28736 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Debeij, Jan Title: The effect of thyroid hormone on haemostasis and thrombosis

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De rol van proteïne kinase A in de vorming van galkanaaltjes door levercellen Een mens is opgebouwd uit cellen. Iedere cel is omgeven door een membraan die de inhoud van de cel

Nadere informatie

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen? Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande

Nadere informatie

Kanker en genetisch testen

Kanker en genetisch testen Kanker en genetisch testen Dirk Jan Boerwinkel Freudenthal Instituut voor didactiek van wiskunde en natuurwetenschappen Nascholing Reizende DNA labs als voorbereiding voor het examen 4 november 2011 Definitie

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Alle levende organismen zijn afhankelijk van energie; zonder energie is er geen leven mogelijk. Uit de thermodynamica is bekend dat energie niet gemaakt kan worden, maar ook niet

Nadere informatie

157 De ontdekking van de natuurlijke aanwezigheid van antisense oligonucleotiden in eukaryote cellen, die de expressie van specifieke eiwitten kunnen reguleren, heeft in de afgelopen tientallen jaren gezorgd

Nadere informatie

genen vachtkleur genotype fenotype BB, Bb, of Bb l zwarte vacht gen voor een donkere bb of bb l bruine vacht kleur (autosomaal) b l b l

genen vachtkleur genotype fenotype BB, Bb, of Bb l zwarte vacht gen voor een donkere bb of bb l bruine vacht kleur (autosomaal) b l b l X-chromosomale inactivatie Elke vrouw is een mozaïek, zegt Anton Grootegoed, hoogleraar aan het Erasmus MC te Rotterdam. Ze heeft groepjes cellen waarin het X-chromosoom dat van haar vader komt is uitgeschakeld,

Nadere informatie

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA DNA bevat de erfelijke informatie van een organisme. Een gen(ook wel erffactor) is een stukje DNA dat de informatie bevat voor een erfelijke eigenschap(bvb

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting 12 Samenvatting Groei is een complex proces, dat wordt gereguleerd door verschillende externe en interne factoren. Een afwijking van het normale groeipatroon kan een aanwijzing zijn voor

Nadere informatie

Familiaire Mediterrane Koorts

Familiaire Mediterrane Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Familiaire Mediterrane Koorts Versie 2016 2. DIAGNOSE EN BEHANDELING 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? Over het algemeen wordt de volgende aanpak gehanteerd:

Nadere informatie

Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom)

Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom) www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom) Versie 2016 1. WAT IS MKD 1.1 Wat is het? Mevanolaat kinase deficiëntie is een genetische aandoening.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 169 Nederlandse samenvatting Het aantal ouderen boven de 70 jaar is de laatste jaren toegenomen. Dit komt door een significante reductie van sterfte op alle leeftijden waardoor een toename van de gemiddelde

Nadere informatie

Examen Voorbereiding DNA. Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016. 2016 JasperOut.nl. Thema 2 DNA

Examen Voorbereiding DNA. Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016. 2016 JasperOut.nl. Thema 2 DNA Examen Voorbereiding DNA Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 2 DNA Begrippenlijst: Begrip mtdna kerndna Plasmiden Genoom DNA-replicatie DNA-polymerase Eiwitsynthese RNA-molecuul Codon Genregulatie

Nadere informatie

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou Samenvatting door E. 1393 woorden 6 december 2016 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 4: Erfelijkheid 5-HTTPLR gen heeft invloed op de hoeveelheid geluk die je ervaart.

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING INTRODUCTIE

NEDERLANDSE SAMENVATTING INTRODUCTIE Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING INTRODUCTIE Dementie komt veel voor, met name op oudere leeftijd. Dementie is een term die wordt gebruikt wanneer hersenfuncties zodanig zijn aangetast

Nadere informatie

Samenvatting, discussie en vooruitzichten

Samenvatting, discussie en vooruitzichten Leuko-encefalopathie met betrokkenheid van de hersenstam en ruggenmerg en lactaatverhoging: moleculaire mechanismen, klinische aspecten en opening voor behandeling Samenvatting, discussie en vooruitzichten

Nadere informatie

Hemochromatose: wat is het..hoe kom je aan wat doe je eraan.hoe voelt het?

Hemochromatose: wat is het..hoe kom je aan wat doe je eraan.hoe voelt het? Hemochromatose: wat is het..hoe kom je aan wat doe je eraan.hoe voelt het? Wie ben ik? Wat is hemochromatose? Hoe kom je eraan? Wat doe je eraan? Wat zijn de complicaties van? Hoe voel U zich? Open spreek

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 129 In de ontwikkelde landen krijgt een op de drie mensen kanker. Ondanks betere screening en behandelingsmogelijkheden is kanker in ontwikkelde landen nog steeds de meest voorkomende

Nadere informatie

Chapter 10 C H A P T E R. Nederlandse Samenvatting

Chapter 10 C H A P T E R. Nederlandse Samenvatting Chapter 10 C H P R ederlandse Samenvatting 10 175 S M V I G Haemostase Hartinfarct en beroerte zijn het gevolg van trombi (bloed stolsels) die belangrijke vaten afsluiten en daardoor weefsel beschadiging

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Inleiding

Nederlandse samenvatting. Inleiding Nederlandse samenvatting 157 Inleiding Het immuunsysteem (afweersysteem) is een systeem in het lichaam dat werkt om infecties en ziekten af te weren. Het Latijnse woord immunis betekent vrijgesteld, een

Nadere informatie

Schildklierafwijkingen en zwangerschap. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Schildklierafwijkingen en zwangerschap. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie Schildklierafwijkingen en zwangerschap Afdeling Verloskunde/Gynaecologie In het kort Normaal gesproken werkt de schildklier naar behoren. Bij een abnormale werking kan de schildklier te snel werken (hyperthyreoïdie)

Nadere informatie

Schildklierstoornissen. Algemeen: klieren en hormonen. Algemeen: klieren en hormonen. Aminozuurderivaten Peptiden Vetten

Schildklierstoornissen. Algemeen: klieren en hormonen. Algemeen: klieren en hormonen. Aminozuurderivaten Peptiden Vetten Schildklierstoornissen Algemeen: klieren en hormonen Endocrien: het secretieproduct (hormoon) wordt naar het extracellulair weefsel afgegeven en gaat via de bloedbaan naar het doelweefsel Exocrien: het

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Hart- en vaatziekten zijn één van de meest voorkomende doodsoorzaken in Nederland en andere westerse landen. Een belangrijke oorzaak van hart- en vaatziekten

Nadere informatie

Gewichtsverlies bij Huntington patiënten

Gewichtsverlies bij Huntington patiënten Wetenschappelijk nieuws over de Ziekte van Huntington. In eenvoudige taal. Geschreven door wetenschappers. Voor de hele ZvH gemeenschap. Mollige muizen wijzen op het belang van de hypothalamus bij de ziekte

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Chimpansees zijn de enige diersoort waarvan bekend is dat ze vatbaar zijn voor HIV- 1 infectie. Gedurende verscheidene jaren van onderzoek is gebleken

Nadere informatie

SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS

SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS Een organisme bestaat uit verschillende weefsels, die opgebouwd zijn uit cellen. Cellen zijn dus de bouwblokken van elk levend organisme. De ontwikkeling van slechts een

Nadere informatie

DNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life

DNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life DNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life De vragen die voorkomen in het COO-programma DNA & eiwitsynthese zijn op dit formulier weergegeven. Het is de bedoeling dat je,

Nadere informatie

Hand-out bij de oefen- en zelftoets-module bij hoofdstuk 7 van 'The Molecular Biology of the Cell', Alberts et al.

Hand-out bij de oefen- en zelftoets-module bij hoofdstuk 7 van 'The Molecular Biology of the Cell', Alberts et al. Centraal Dogma Hand-out bij de oefen- en zelftoets-module bij hoofdstuk 7 van 'The Molecular Biology of the Cell', Alberts et al., 6e druk Mei 2016 Van DNA naar mrna Hier zie je een deel van de sequentie

Nadere informatie

SAMEN ME VAT A T T I T N I G

SAMEN ME VAT A T T I T N I G SAMENVATTING 186 Inleiding Het renine-angiotensine-aldosteron-systeem (RAAS) is een hormonaal systeem dat in belangrijke mate betrokken is bij de regulatie van bloeddruk en nierfunctie. Het RAAS is een

Nadere informatie

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen? Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/45570 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Bömer, N. Title: Thyroid hormone signalling in Osteoarthritis: early life events

Nadere informatie

Hyperthyreoïdie Snel werkende schildklier

Hyperthyreoïdie Snel werkende schildklier Hyperthyreoïdie Snel werkende schildklier Afdeling interne geneeskunde De schildklier De schildklier maakt schildklierhormonen aan. Schildklierhormoon speelt een grote rol bij de stofwisseling in alle

Nadere informatie

Schildklier en zwangerschap

Schildklier en zwangerschap Schildklier en zwangerschap De schildklier kan te snel werken (hyperthyreoïdie) of te langzaam (hypothyreoïdie). In beide gevallen moeten voor en tijdens de zwangerschap de schildklierhormonen onder controle

Nadere informatie

NLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro NLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NLRP12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NLRP12 gerelateerde terugkerende koorts

Nadere informatie

Cover Page. Author: Slieker, Roderick Title: Charting the dynamic methylome across the human lifespan Issue Date:

Cover Page. Author: Slieker, Roderick Title: Charting the dynamic methylome across the human lifespan Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/45888 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Slieker, Roderick Title: Charting the dynamic methylome across the human lifespan

Nadere informatie

Chapter 9 Samenvatting

Chapter 9 Samenvatting Samenvatting Marcel D. Posthumus SAMENVATTING Reumatoïde artritis (RA) is een aandoening die voorkomt bij 0,5-1% van de bevolking en die gekenmerkt wordt door een chronische ontsteking van meerdere gewrichten

Nadere informatie

Schildklierafwijkingen en zwangerschap

Schildklierafwijkingen en zwangerschap Schildklierafwijkingen en zwangerschap Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. De schildklier 1 Schildklierziekten 2 Onderzoek 2 Behandeling 3 Gevolgen en eventuele complicaties voor jezelf

Nadere informatie

Schildklier en zwangerschap

Schildklier en zwangerschap Schildklier en zwangerschap De schildklier De schildklier is een klein orgaan aan de voorkant van de hals, boven het kuiltje in de hals. Normaal is de schildklier niet te voelen of te zien. Vanuit de hersenen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het mucosale immuunsysteem Het afweersysteem beschermt het lichaam tegen infecties met bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. De huid en de mucosale weefsels zoals bijvoorbeeld

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 6.1 Introductie Artrose is de meest voorkomende aandoening van het bewegingsapparaat. Het proces wordt gekenmerkt door de afbraak van het kraakbeen op de gewrichtsdelen en de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Fibrose, oftewel verlittekening van weefsels, is een proces dat tot uitval van belangrijke organen kan leiden, met de dood tot gevolg. In feite ligt het aantal sterfgevallen veroorzaakt door fibrose hoger

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse Samenvatting In dit proefschrift wordt de rol en interactie van verschillende cholesterol en fosfolipiden transporters besproken. Deze transporters zijn erg belangrijk voor het bewaren van

Nadere informatie

Antiinflammatoire effecten van Glucocorticoiden Rhen et al. N Engl J Med 2005;353:

Antiinflammatoire effecten van Glucocorticoiden Rhen et al. N Engl J Med 2005;353: Antiinflammatoire effecten van Glucocorticoiden Rhen et al. N Engl J Med 2005;353:1711-23 Pleiotrope werking van glucocorticoïden Gc-R heeft een effect op verschillende pathways Gc hebben op alle systemen

Nadere informatie

Fragiele-Xsyndroom. Een erfelijke aandoening

Fragiele-Xsyndroom. Een erfelijke aandoening Fragiele-Xsyndroom Een erfelijke aandoening Het fragiele-x-syndroom is, een erfelijke aandoening, die gepaard gaat met een verstandelijke handicap, op autisme gelijkend gedrag en dikwijls bepaalde uiterlijke

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Majeed Versie 2016 1. WAT IS MAJEED 1.1 Wat is het? Het Majeed syndroom is een zeldzame genetische aandoening. Kinderen met dit syndroom lijden aan chronische

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Chapter 9 Inleiding Het dengue virus (DENV) en het West Nijl virus (WNV) behoren tot de Flaviviridae, een familie van kleine sferische virussen met een positief-strengs RNA genoom.

Nadere informatie

Ziekte van Pompe. Wat is de ziekte van Pompe? We kunnen de fout bij RNAsplitsing. corrigeren

Ziekte van Pompe. Wat is de ziekte van Pompe? We kunnen de fout bij RNAsplitsing. corrigeren Tekst Gert-Jan van den Bemd Fotografie Levien Willemse Ziekte van Pompe Een nieuwe behandeling van de ziekte van Pompe lijkt een stap dichterbij gekomen. Dat blijkt uit twee recente publicaties. We kunnen

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Het PAPA-Syndroom Versie 2016 1. WAT IS PAPA 1.1 Wat is het? Het acroniem PAPA staat voor Pyogenische Artritis, Pyoderma gangrenosum en Acne. Het is een

Nadere informatie

Moleculaire mechanismen. De connectie tussen interacties van eiwitten en activiteiten van cellen

Moleculaire mechanismen. De connectie tussen interacties van eiwitten en activiteiten van cellen Moleculaire mechanismen De connectie tussen interacties van eiwitten en activiteiten van cellen The Hallmarks of Cancer Hanahan and Weinberg, Cell 2000 Niet afhankelijk van groei signalen Apoptose ontwijken

Nadere informatie

132

132 6DPHQYDWWLQJ 132 6DPHQYDWWLQJ Sotos syndroom, ook wel cerbraal gigantisme genoemd, werd voor het eerst beschreven in 1964 door Professor Sotos. Hij beschreef 5 kinderen met snelle lengtegroei, een grote

Nadere informatie

1 (~20 minuten; 20 punten)

1 (~20 minuten; 20 punten) TENTAMEN Moleculaire Cel Biologie (8A840) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld & Dr. M. Merkx 27-01-2012 14:00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik

Nadere informatie

Algemene aspecten van erfelijkheid. Waarom is kennis over erfelijke aspecten van een ziekte belangrijk? Wanneer erfelijkheidsadvies/onderzoek?

Algemene aspecten van erfelijkheid. Waarom is kennis over erfelijke aspecten van een ziekte belangrijk? Wanneer erfelijkheidsadvies/onderzoek? Erfelijke nierziekten: algemene aspecten van erfelijkheid, overerving en erfelijkheidsadvies Nine Knoers Klinisch Geneticus Commissie Erfelijke Nierziekten NVN 4 november 2006 HUMAN GENETICS NIJMEGEN Inhoud

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Analyse van chromosomale afwijkingen in gastrointestinale tumoren In het ontstaan van kanker spelen vele moleculaire processen een rol. Deze processen worden in gang gezet door

Nadere informatie

Thema: schildklierproblemen Te snel of te langzaam?

Thema: schildklierproblemen Te snel of te langzaam? Thema: schildklierproblemen Te snel of te langzaam? Bruce H.R. Wolffenbuttel Afd. Endocrinologie Hoe vaak komen schildklierziekten voor? man vrouw Te snel 1 3 per 1000 Te langzaam 1.6 10 per 1000 Dit betekent

Nadere informatie

LADA en MODY: hoe moeten we LADA en MODY opsporen. Welke kan in de eerste lijn worden behandeld en welke juist niet? Disclosure belangen

LADA en MODY: hoe moeten we LADA en MODY opsporen. Welke kan in de eerste lijn worden behandeld en welke juist niet? Disclosure belangen LADA en MODY: hoe moeten we LADA en MODY opsporen. Welke kan in de eerste lijn worden behandeld en welke juist niet? Disclosure belangen Geen conflicterende belangen voor deze presentatie Eelco de Koning

Nadere informatie

Aangeboren stofwisselingsziekten in de creatine aanmaak en transport

Aangeboren stofwisselingsziekten in de creatine aanmaak en transport Aangeboren stofwisselingsziekten in de creatine aanmaak en transport Wat zijn aangeboren stofwisselingsziekten in de creatine aanmaak en transport? Dit zijn stofwisselingsziekten waarbij er onvoldoende

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting Gisten zijn ééncellige organismen. Er zijn veel verschillende soorten gisten, waarvan Saccharomyces cerevisiae, oftewel bakkersgist, de bekendste is. Gisten worden al sinds de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De menselijke hersenen bestaan uit ongeveer 100 miljard zenuwcellen (neuronen). Neuronen zijn de basis elementen die bijvoorbeeld gedrag en geheugen mogelijk maken. Neuronen hebben

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 157 N ederlandse samenvatting Nederlandse Samenvatting 158 Nederlandse samenvatting Het aantal gevallen van huidkanker, waaronder melanoom, neemt nog steeds toe in de westerse

Nadere informatie

Hypothyreoïdie Traag werkende schildklier

Hypothyreoïdie Traag werkende schildklier Hypothyreoïdie Traag werkende schildklier Afdeling interne geneeskunde De schildklier De schildklier maakt schildklierhormonen aan. Schildklierhormoon speelt een grote rol bij de stofwisseling in alle

Nadere informatie

Phospoinositides and Lipid Kinases in Oxidative Stress Signalling and Cancer W.J.H. Keune

Phospoinositides and Lipid Kinases in Oxidative Stress Signalling and Cancer W.J.H. Keune Phospoinositides and Lipid Kinases in Oxidative Stress Signalling and Cancer W.J.H. Keune Nederlandse samenvatting Het menselijk lichaam bestaat uit meer dan 100.000 miljard cellen die we in grote groepen

Nadere informatie

Algemene samenvatting

Algemene samenvatting Algemene samenvatting 9 Chapter 9 172 Algemene samenvatting ALGEMENE SAMENVATTING Dit proefschrift beschrijft enige aspecten van heterogeniteit tussen osteoclasten die aanwezig zijn in verschillend gelokaliseerde

Nadere informatie

Nederlandstalige samenvatting van het rapport Prospects to reduce aggressive and sexual behaviours in entire male pigs

Nederlandstalige samenvatting van het rapport Prospects to reduce aggressive and sexual behaviours in entire male pigs Nederlandstalige samenvatting van het rapport Prospects to reduce aggressive and sexual behaviours in entire male pigs Tette van der Lende, ProPhys Animal Science Consultancy, Swifterbant, The Netherlands

Nadere informatie

Hoe kijken we naar het DNA van een patiënt?

Hoe kijken we naar het DNA van een patiënt? Hoe kijken we naar het DNA van een patiënt? Ies Nijman UMC Utrecht Dept of Genetics, Centre for Molecular Medicine Center for Personalized Cancer Treatment (CPCT), Hartwig Medical Foundation 1994 DNA sequenties,

Nadere informatie

Oplossingen Biologie van 2000

Oplossingen Biologie van 2000 www. Oplossingen Biologie van 2000 Disclaimer: Alle uitwerkingen zijn onder voorbehoud van eventuele fouten. Er is geen enkele aansprakelijkheid bij de auteur van deze documenten. Vraag 1 Om deze vraag

Nadere informatie