John Peeters Recycling B.V. Klipperweg PC MAASTRICHT

Transcriptie

1 John Peeters Recycling B.V. Klipperweg PC MAASTRICHT Afdeling Vergunningen Behandeld de heer F.H.E.M. Spronk Zaaknummer Telefoon Ons kenmerk 2014/55992 Fax (043) Uw kenmerk Maastricht 13 oktober 2014 Bijlage(n) - Verzonden Onderwerp Besluit buiten behandeling laten aanvraag Geachte heer Peeters, Gedeputeerde Staten van Limburg hebben op 9 juli 2014 uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor de locatie Klipperweg 8-10 en 24, 6222 PC te Maastricht. De aanvraag betreft het project wijziging voorschrift 5.9 van de vigerende vergunning en is bij ons geregistreerd onder zaaknummer Uw aanvraag voldoet niet aan de indieningsvereisten die zijn opgenomen in de Ministeriele regeling omgevingsrecht (Mor). Wij hebben u daarom op 27 augustus 2014 schriftelijk verzocht de aanvraag voor 18 september 2014 aan te vullen. Op 18 september hebben wij namens u van Jacobs Milieu Advies een aanvulling gekregen. De aanvulling betreft een schriftelijke reactie die geen invulling geeft aan de door ons gevraagde informatie. In onze brief van 27 augustus hebben wij ten aanzien van uw aanvraag de navolgende opmerkingen gemaakt cq. aanvullingen gevraagd. 1. Zoals blijkt uit de overwegingen van het besluit van 4 oktober 2011 heeft noch de brandweer van de gemeente Maastricht, noch de regionale brandweer van Zuid-Limburg de aangevraagde situatie voor Klipperweg 8-10 goedgekeurd. De aanname dat indien een brand beheersbaar is, dit ook beheersbaar is voor het milieu, wordt niet onderbouwd. Een brand die beheersbaar is vanuit het oogpunt van brandbestrijding en veiligheid van omliggende objecten en personen, kan in geval van grote compartimenten van bepaalde opgeslagen materialen en/of het gebrek aan inzetbare bestrijdingscapaciteit lang branden voor dat de brand uitgebrand is. In ons verzoek om aanvulling van de aanvraag om een revisievergunning (van zowel de aanvraag van als de aanvraag van ) hebben wij ten aanzien van deze grote opslagen verzocht om nadere gegevens.

2 In het kader van het zoveel mogelijk voorkomen en beperken van de gevolgen van het milieu van een ongewoon voorval dient dit aspect te worden beschouwd. Of een eventuele brand in een opslagcompartiment binnen een redelijke termijn te bestrijden is en de milieugevolgen zo beperkt als mogelijk worden gehouden, blijkt niet uit uw verzoek. Een brand is onder controle in de zin van overslag naar andere gebouwen, maar een brand die dagenlang uitbrandt omdat hij niet adequaat bestreden kan worden, strookt niet met de bescherming van het milieu en het voorkomen dan wel beperken van de gevolgen voor het milieu. In de aanvraag is het beperken van de gevolgen van een ongewoon vooral, in casu het zo snel mogelijk blussen van de brand, onvoldoende geborgd. De daadwerkelijke gevolgen voor het milieu die optreden als gevolg van een brand in een of meer van de aangevraagde grote opslagcompartiment zijn evenmin inzichtelijk gemaakt. Ook in de revisievergunning van 2011 zijn buitengewoon grote opslagen van brandbaar materiaal aangevraagd en vergund. Ook in die aanvraag is geen sprake van adequate eigen brandpreventieve en brandbestrijdingsmiddelen. De door het bedrijf genomen maatregelen zijn namelijk slechts gericht op het beschermen van de omliggende gebouwen en de toegankelijkheid van de inrichting voor de brandweer. Het betreft hier de veiligheid van personen en gebouwen in de nabijheid van het opslagcompartiment, zoals in de bouwregelgeving is verankerd. Voor de bestrijding van een brand leunt het bedrijf volledig op de beschikbaarheid van de plaatselijke brandweer. Het zoveel mogelijk voorkomen van de gevolgen van een brand is direct gekoppeld aan een snelle signalering van de brand en een snelle bestrijding van de brand. Omdat voor het signaleren en bestrijden van een brand niet gekozen wordt voor automatische systemen maar voor inzet van de plaatselijke brandweer, is afstemming en goedkeuring van de brandweer onontbeerlijk. Het in grote omvang opslaan van brandbare afvalstoffen zonder adequate voorzieningen om een brand te voorkomen, een brand vroegtijdig te kunnen signaleren en om een brand adequaat te kunnen bestrijden is niet in lijn met de zorgplicht ten aanzien van het milieu. Ook is dit niet in lijn met het toepassen van de best beschikbare technieken. In uw verzoek om wijziging van voorschrift 5.9 is niet onderbouwd hoe de risico s op brand worden voorkomen en hoe de gevolgen voor het milieu zo beperkt mogelijk blijven. Wij hebben daarbij verder opgemerkt dat de verplichting in voorschrift 5.9 dient ter bescherming van het milieu en meer specifiek ter voorkoming en beperking van de gevolgen voor het milieu in het geval van brand. Een verplichting waartegen u in de procedure van de revisievergunning geen zienswijze heeft ingebracht en evenmin een beroep heeft aangetekend. In de aanvullende gegevens d.d. 16 september 2014 wordt inhoudelijk het volgende vermeld: a. In het verzoek tot wijziging van voorschrift 5.9 van de vigerende omgevingsvergunning is aangegeven dat John Peeters Recycling B.V. nadrukkelijk aandacht besteed aan het beheersen van de opslag van brandbare afvalstoffen. Verder is het personeel voldoende opgeleid om snel en adequaat te kunnen reageren op eventuele calamiteiten of beginnende branden. Het voorhanden hebben van voldoende blusmiddelen op het terrein en op het materieel biedt voldoende handvatten om een beginnende brand in de kiem te smoren. b. Helaas bestaat altijd een kans dat een ongewoon voorval zich voordoet dat niet direct kan worden verholpen en te laat wordt gezien. Om dit te voorkomen is Klippenweg 24 reeds voorzien van camera's en wordt Klipperweg 8-10 in de nabije toekomst eveneens voorzien van camera's. c. Met camera s kan ook buiten de openingstijden controle uitgevoerd worden op de opslagen.

3 d. Een aantal medewerkers gaat een aanvullende brandveiligheidscursus volgen die toegespitst is op het beheersen van de brandveiligheid voor deze specifieke situatie. Hiermee wordt getracht een calamiteit, aan bijv. het materieel, direct aan te pakken en brandoverslag naar de opslagen van overige brandbare afvalstoffen te voorkomen. e. De opslagen van brandbare afvalstoffen zijn in de afgelopen 10 jaar nog nooit in brand geraakt als gevolg van de opslag op zich. Dit als gevolg van een goed afvalstoffenbeheer door deskundig en adequaat personeel. f. Het feit dat de Brandweer Zuid-Limburg wel degelijk het brandveiligheidsplan in 2011 heeft goedgekeurd, geeft aan dat zij van mening zijn dat zij een eventuele brand binnen afzienbare tijd brandmeester zijn en hiermee eventuele overlast voor de omgeving c.q. milieu voorkomen. g. Ten overvloede dient nogmaals vermeld te worden dat onder andere (afval)hout in het kader van artikel 7.7 van het Bouwbesluit 2012 gezien wordt als een niet-milieugevaarlijke stof. De opslagomvang van de houtopslag behoeft dan ook niet beperkt te worden tot 300 ton vurenhoutequivalent. Ten aanzien van deze aanvulling merken we op dat er geen nadere gegevens worden overgelegd waaruit blijkt welke maatregelen en voorzieningen getroffen worden om de gevolgen voor het milieu zoveel mogelijk te voorkomen. Voorschrift 5.9 beperkt de opslag van brandbare (afval)stoffen tot compartimenten van maximaal 300 ton vurenhoutequivalenten. Aanpassen van dit voorschrift kan alleen als geborgd is dat de branden in grotere compartimenten in voldoende mate bestreden kunnen worden en duidelijk is dat de gevolgen voor het milieu in voldoende mate zijn beperkt. Net als ten tijde van de revisievergunning van 2011 heeft het bedrijf ook nu nog steeds geen afstemming met de brandweer gezocht terwijl evenmin zelf adequate maatregelen getroffen zijn. In de aanvullende gegevens worden slechts een aantal niet nader gespecificeerde voornemens geuit. Er zijn of worden camera s geplaatst maar niet vermeld is waar en hoeveel camera s aanwezig zijn, wanneer hoeveel camera s worden bijgeplaatst. Evenmin wordt vermeld wat voor camera s dit zijn (reguliere bewakingscamera s, infra rood camera s) en welke terreindelen in het zicht liggen. Wie deze camerabeelden bekijkt en of deze continu worden bekeken, zo nodig met een doorverbinding naar de brandweer, is ook niet vermeld. Van automatische branddetectie, essentieel buiten kantooruren, wordt geen melding gemaakt, hetgeen ook geldt voor de doormelding naar een beveiligingsbedrijf of brandweer. Welke cursussen door wie en wanneer gevolgd zullen worden, is evenmin gespecificeerd. Verder merken we op dat John Peeters eerder te maken heeft gehad met een zware brand lang heeft gewoed met als gevolg dat er gedurende enkel dagen lang verbrandingsemissies naar de omgeving hebben plaatsgevonden. De oorzaak van een brand is in het kader van deze aanvraag niet het meest relevant. Het gaat om het zoveel mogelijk voorkomen van de milieugevolgen en in dit kader dus om een snelle detectie en adequate brandbestrijding en de borging hiervan. Dergelijke gegevens zijn niet bij de aanvraag gevoegd. Voor wat betreft de goedkeuring van de brandweer in 2011 waarnaar verwezen wordt, verwijzen we naar onze overwegingen in het oorspronkelijke besluit. In dit besluiten hebben wij al opgemerkt dat de brandweer in haar advies van 27 januari 2011 aangeeft onder voorwaarden akkoord te zijn met de geactualiseerde tekening voor Klipperweg 24 maar dat dit advies van de brandweer geen betrekking

4 heeft op de andere locatie. Het akkoord van de brandweer betreft echter slechts de beheersbaarheid van brand in relatie tot gebouwen en hoogspanningsleiding. Over de bestrijding en de duur hiervan wordt door de brandweer niets vermeld. De voorzieningen die de brandweer in 2012 heeft geaccordeerd in het kader van de veranderingsvergunning, een gewaarborgde vrije toegang en de aanwezigheid van een bluswaterbassin van minimaal volume van 360 m3, wordt door u in dit verzoek niet vermeld, ook niet het feit dat het bassin nog steeds niet aanwezig is en de opslagen structureel te groot zijn. Het feit dat John Peeters Recycling B.V. in haar aanvullende gegevens blijk geeft van allerlei voornemens, onderschrijft naar onze mening te meer dat de bestaande situatie in de aanvraag ook naar zijn mening onvoldoende is. Ten opzichte van de aanvraag behorend bij deze revisievergunning bevat het verzoek om wijziging van het voorschrift geen nieuwe documenten of inzichten. Dat geldt ook voor de aanvullende gegevens. Besluit Nu de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking, hebben wij op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht besloten om uw aanvraag niet in behandeling te nemen. Bezwaar Als dit besluit uw belang rechtstreeks raakt en u het met de inhoud van dit besluit niet eens bent, kunt u bezwaar maken. U moet dan binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is verzonden een bezwaarschrift indienen. Op deze procedure is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten: a. de naam en het adres van de indiener; b. de datum; c. een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, en; d. de redenen van het beroep (motivering). Het bezwaarschrift moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Limburg Cluster Juridische Zaken en Inkoop, team Rechtsbescherming 6202 MA Maastricht. Voor meer informatie verwijzen wij u naar en klik vervolgens op e-loket. Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Als u een bezwaarschrift heeft ingediend, dan kunt u tevens een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening indienen bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, sector Bestuursrecht, Postbus 950, 6040 AZ Roermond.

5 U kunt ook digitaal een verzoek indienen bij genoemde rechtbank via Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. Afschrift Een afschrift van dit besluit hebben wij verzonden aan: Jacobs Milieu Advies, Akerstraat 140, 6417 BR Heerlen; Gemeente Maastricht; Waterschap Roer en Overmaas. Gedeputeerde Staten van Limburg namens dezen, C.J. Hermans, Afdelingshoofd Vergunningen a.i. Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg 1 1 De Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg (RUD ZL) verzorgt namens de gemeenten in Zuid-Limburg en namens de provincie Limburg de opgedragen (milieu)taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving.