Tweede Kamer der Staten-Generaal
|
|
- Ferdinand van Veen
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Kostenbeheersing in de zorgsector Nr. 19 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 31 augustus 1995 De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport 1 heeft op 28 juni 1995 overlegd met minister Borst-Eilers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief d.d. 14 juni 1995 inzake beperking van de aanspraak op fysiotherapie en oefentherapie (24 124, nr. 9). Van het gevoerde overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie 1 Samenstelling: Leden: Lansink (CDA), Schutte (GPV), De Korte (VVD), Van Nieuwenhoven (PvdA), voorzitter, Van der Heijden (CDA), ondervoorzitter, Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), M.M.H. Kamp (VVD), Doelman-Pel (CDA), Swildens- Rozendaal (PvdA), Vliegenthart (PvdA), Mulder-van Dam (CDA), Versnel-Schmitz (D66), Middel (PvdA), Leerkes (Unie 55+), Nijpels-Hezemans (AOV), Fermina (D66), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Dankers (CDA), Marijnissen (SP), Oudkerk (PvdA), Cherribi (VVD), Sterk (PvdA), Van Boxtel (D66), Van Vliet (D66) en Van Blerck-Woerdman (VVD). Plv. leden: Soutendijk-van Appeldoorn (CDA), Van der Vlies (SGP), Essers (VVD), Lilipaly (PvdA), Esselink (CDA), Rijpstra (VVD), Voûte-Droste (VVD), Smits (CDA), Dijksman (PvdA), Houda (PvdA), Beinema (CDA), Van den Bos (D66), Vreeman (PvdA), Rouvoet (RPF), Boogaard (AOV), Van Waning (D66), Sipkes (GroenLinks), De Jong (CDA), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), J.M. de Vries (VVD), Noorman-den Uyl (PvdA), Bremmer (CDA), Bakker (D66) en Cornielje (VVD). De heer Lansink (CDA) onderstreepte dat reeds voorafgaand aan de brievenactie van de Vereniging van vrijgevestigde fysiotherapeuten (VVF) was besloten tot het houden van dit algemeen overleg. Uit de ontvangen brieven kreeg hij overigens de indruk dat velen niet goed op de hoogte zijn van de gevolgen van het voorstel van de beroepsgroep. Verder benadrukte hij geen verband te willen leggen tussen het behandeltarief en de beperkingen op de aanspraken. Kan de minister een eenduidige visie geven op de beperking van zorgaanspraken? Een ad hoc- of zig-zag-beleid roept spanningen op en leidt tot cumulatie van eigen bijdragen en pakketbeperkingen bij mensen die de lasten niet kunnen dragen. Een zekere beperking van de aanspraken op fysiotherapie vond hij overigens bespreekbaar. In dit verband verwees hij naar de stellingname van zijn fractie over het rapport van de commissie-dunning en over een stelsel met aanvullende verzekeringen. Over de financiële taakstelling die voor de fysiotherapie uit het regeerakkoord voortvloeit sprak hij geen oordeel uit, al vond hij een bedrag van 200 mln. op een totaal van 890 mln. voor deze sector wel erg fors. Realisering van deze taakstelling kan verschuivingen in de richting van WAO en Ziektewet tot gevolg hebben. De heer Lansink beoordeelde voorstellen tot beperking van aanspraken in de fysiotherapie op hun effect op de toegankelijkheid van de zorg en de mate waarin ze bijdragen aan redelijke kostenbeheersing in de sector, aan de totstandkoming van aanvullende verzekeringen en aan convergentie tussen ziekenfonds en particuliere markt. Blijkens de brief van 14 juni jl. heeft het overleg met alle betrokkenen niet tot overeenstemming geleid. Waren de verschillen echt niet overbrugbaar? Is het overleg wel afgerond? Met instemming nam hij er kennis van dat er wel overeenstemming is 5K2371 ISSN Sdu Uitgeverij Plantijnstraat s-gravenhage 1995 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 19 1
2 over het ontzien van chronische patiënten. Kan de toetsing daarvan aan huisartsen worden overgelaten, of moet een lijst van aandoeningen worden opgesteld? Op zich lijkt de door de minister voorgestelde regeling redelijk, maar waarom is naar analogie van de regeling in de tandheelkunde niet gekozen voor een knip-variant, zoals die welke door de beroepsgroep zelf is voorgesteld? Zijn bezwaren van de verzekeraars hiertegen echt overtuigend? Het bevreemdde hem dat verzekeraars weliswaar instemmen met het voorstel van de minister, maar dat zij daarbij een enorme lijst problemen opsommen. In de komende tijd moet worden gewerkt aan een op langere termijn houdbare oplossing, vond de heer Lansink. De brief van 14 juni bevat geen kwantitatieve indicatie van mogelijke uitzonderingen op de regel. Hoeveel patiënten zullen naar verwachting aanspraak maken op extra behandelingen en hoeveel behouden vanwege hun chronische aandoening onbeperkte toegang? Hoe verhoudt het tijdelijke karakter van de maatregel zich tot het voor 1997 voorziene structurele model met eigen risico s en economisch genormeerde eigen bijdragen? Alles afwegend gaf de heer Lansink vooralsnog sterke voorkeur aan het model dat door de beroepsgroep zelf is gepresenteerd. Hij ging ervan uit dat betrokkenen bereid zijn om de werking ervan goed uit te leggen. Het liefst zag hij dat bij het onderbrengen van boventallige behandelingen in een aanvullende verzekering werd gewerkt met inkomensnormen. Is de minister bereid om (mede gelet op het in 1997 in te voeren stelsel) op korte termijn het overleg met verzekeraars en fysiotherapeuten te heropenen en de Kamer over de resultaten daarvan tijdig voor de vaststelling van het FOZ te informeren? Afhankelijk van het antwoord overwoog hij, over deze kwestie een plenair debat aan te vragen. De heer Rijpstra (VVD) herinnerde eraan dat het vorige kabinet al had besloten tot beperking van aanspraken van ziekenfondsverzekerden op fysio- en oefentherapie. Hij betreurde het dat na uitvoerig overleg bleek dat een van de participanten zich niet kon vinden in de voorstellen. Hoe oordeelt de minister over het voorstel van de beroepsgroep? Ook hij betwijfelde of de vele briefschrijvers wel precies op de hoogte waren van de gevolgen van het door deze groep voorgestane model. Duidelijk is, dat er iets in de sector dient te veranderen en dat dit alleen kan in nauwe samenspraak tussen alle betrokkenen. Essentieel hierbij is de protocollering. Verwijzend naar een op 15 maart 1990 gehouden mondeling overleg ( XVI, nr. 98) vroeg hij hoe het staat met de protocollering en de experimenten met een consultkaart, waarop de fysiotherapeut aangeeft wat zijns inziens de beste behandeling voor een bepaalde patiënt is. Waarom is er sinds 1990 zo weinig op dit gebied gebeurd? Fysiotherapie is een jonge wetenschap, waarnaar nog niet veel onderzoek is verricht. Wel komt het prominent voor in de rapportage over het onderzoek van de Ziekenfondsraad (ZFR) naar behandelingen waarvan het effect niet geheel duidelijk is. Dit vraagt om vervolgonderzoek, te meer omdat het bij fysio- en oefentherapie van groot belang is dat de patiënt zelf dooroefent. Vanuit dit oogpunt moet er aandacht zijn voor protocollering en normering van het aantal behandelingen. Per indicatie moet er een behandelingsplan komen. Maakt zo n benadering kans in het overleg en is de minister bereid om hierover te spreken? De heer Rijpstra vroeg een onderbouwing van het aantal behandelingen in het voorstel van de minister. Hoe moet een huisarts verwijzen als hij staat voor de keuze tussen fysio- en oefentherapie? Geeft de opleiding tot fysiotherapeut ook veel aandacht aan oefentherapie? Leidt verwijzing naar het relatief het geringe aantal oefentherapeuten niet tot wachtlijsten? Omdat oefentherapeuten niet overal gevestigd zijn, moet de patiënt soms reizen en dus ook extra kosten maken. In dit verband vroeg hij ook aandacht voor het schrijven van de fysiotherapeuten die gevestigd zijn op de Waddeneilanden. Welke winst denkt de minister met haar voorstel te Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 19 2
3 boeken, aangezien zowel in de sfeer van de ziekenfondsverzekering als in die van de particuliere verzekering de kosten voor fysiotherapie en oefentherapie elkaar niet veel ontlopen? Hoe wordt fysiotherapie bij revalidatie na bijvoorbeeld een operatie gegarandeerd? Komt er een verschuiving van intramurale naar extramurale zorg, of wordt fysiotherapie opgenomen in een totaalpakket dat aan een bepaalde medische ingreep is verbonden? Ten slotte pleitte de heer Rijpstra er nog voor om op korte termijn een oplossing te vinden voor het gerezen probleem. Aanpassingen in het pakket moeten niet in drie, maar in één keer worden doorgevoerd. Legt de minister haar voorstel nog voor aan de ZFR? De heer Oudkerk (PvdA) herinnerde eraan, dat de minister tijdens de recente begrotingsbehandeling onderschreef dat het voorstel van de ZFR voor bezuiniging op fysiotherapie kon worden getypeerd als een ongepast rekenmeester-voorstel, dat keihard kon aankomen bij onder andere chronisch zieken. In dit debat zegde zij tevens toe een lijst met indicaties te maken. Tijdens het op 1 maart jl. gehouden debat over chronisch zieken werd dit alles nog herhaald. Tegen deze achtergrond zou het ideaal zijn geweest als nu een voorstel had voorgelegen waarin fysiotherapeutische behandelingen volledig op indicatie zouden worden vergoed. Nu dit niet mogelijk is gebleken beschouwde hij het voorstel van de minister als een tussenoplossing, op weg naar deze door hem bepleite, meer zorginhoudelijke variant. Hij was slechts bereid met deze tussenoplossing in te stemmen als direct wordt gestart met de vormgeving hiervan. De keuze voor negen behandelingen vond hij arbitrair. In de komende jaren zal er meer inzicht ontstaan in de effectiviteit van de behandelingen, maar duidelijk is wel dat fysiotherapie vooral in de beginfase goed helpt en de ziekteduur kan verkorten. Maatschappelijk en economisch gezien is dat van groot belang voor de patiënt en zijn omgeving. Gezien de ervaringen die in de tandheelkunde zijn opgedaan met aanvullende verzekeringen, wees hij het voorstel van de VVF af. Desgevraagd was hij niet bereid om mee te werken aan uitstel van de besluitvorming over het voorstel van de minister, teneinde daarbij ook de resultaten van een ZFR-onderzoek naar de para-medische zorg te kunnen betrekken. Kritiek had de heer Oudkerk op de voorlichting van het ministerie over de maatregel van het kabinet. Door gebrek aan voorlichting zijn allerlei niet terechte conclusies getrokken over de effecten van de maatregel. Opvallend vond hij het dat de patiënten- en consumentenfederatie NPCF duidelijk afstand nam van de acties van de VVF. Dat de minister pas op 26 juni in een uitzending van het Journaal reageerde, vond hij rijkelijk laat. Hij vroeg de minister haar voorstellen voortaan te begeleiden met duidelijke voorlichting. Verder pleitte hij voor permanente monitoring van de uitvoering ervan. Volgens de beroepsvereniging zouden fysiotherapeuten die in loondienst zijn bij vrij gevestigde fysiotherapeuten er namelijk de dupe van kunnen worden. In dit verband moet er ook aandacht voor zijn dat fysiotherapeuten soms niet aan de slag komen omdat hun collega s extreem lange dagen maken. Ook vroeg hij aandacht voor negatieve substitutie-effecten. Wordt een patiënt die om redenen van kostenbesparing vervroegd uit een ziekenhuis wordt ontslagen (en dus is aangewezen op extramurale fysiotherapeutische nazorg) als gevolg van de maatregel van de minister «gestraft»? Wil de minister de resultaten van de monitoring betrekken bij het overleg met de beroepsgroepen en de verzekeraars? Ten slotte pleitte hij ervoor in dit overleg ook te spreken over mogelijkheden tot aanpassing van de tarieven. Mevrouw Oedayraj Singh Varma (Groenlinks) stak het dat zonder inhoudelijke onderbouwing in het regeerakkoord werd aangekondigd hoeveel er op fysiotherapie moet worden bezuinigd, maar erkende dat de maatregel die de minister nu voorstelt al een verbetering is ten opzichte Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 19 3
4 van eerder gedane voorstellen. Gelukkig werd het voorstel van de zorgverzekeraars afgewezen om fysiotherapie naar de aanvullende verzekering over te hevelen. Dit zou niet alleen leiden tot een fikse verhoging van de nominale premie, maar ook de toegankelijkheid van de zorg voor de chronisch zieken en minder draagkrachtigen in gevaar zou brengen. Zij juichte het toe dat de maatregel van de minister de chronisch zieken ontziet, al is nog onduidelijk wie daaronder vallen. Ook ouderen en kinderen met groeistoornissen moeten buiten de werking de maatregel worden gehouden. Verkeerd vond zij het dat de maatregel van de minister op financiële en niet op inhoudelijke gronden berust. In dit verband wees zij erop dat fysiotherapie relatief goedkoop is en dat het medicalisering en veel kostbaarder behandelingen kan voorkomen. Zo kan iemand voor het tarief van een dag ziekenhuisverblijf niet minder dan 30 fysiotherapeutische behandelingen krijgen. Niet alle behandelingen zijn even effectief, maar de beroepsgroep werkt er hard aan om dit onderscheid aan te brengen en een goed onderbouwd behandelpakket te creëren. Als uit het ZFR-onderzoek naar de effectiviteit van paramedische zorg blijkt dat bepaalde behandelingen niet helpen, moeten die uit het pakket worden geschrapt. Aangetoond moet worden waarom en hoelang een behandeling in een bepaalde situatie nodig is. De overheid moet dit effectiviteitsonderzoek stimuleren, want op basis daarvan kan op inhoudelijke gronden worden beslist over de samenstelling van het ziekenfondspakket. Het veld moet worden aangespoord om uiterlijk over een jaar de resultaten van het effectiviteitsonderzoek te presenteren. Als stok achter de deur zou kunnen worden afgesproken om de nu aan de orde zijnde maatregel te laten ingaan op 1 juli 1996, tenzij voor die tijd een inhoudelijke variant wordt gepresenteerd. Als uiterste datum hiervoor moet 1 januari 1997 gelden. Zij vond het onlogisch en ondoelmatig om nu een nieuwe financieringssystematiek in het leven te roepen, terwijl al duidelijk is dat die over enige tijd weer moet worden ingeruild voor een ander systeem. Veranderingen moeten pas worden aangebracht als op basis van inhoudelijke uitgangspunten een keuze voor een vergoedingssysteem in de fysiotherapie kan worden gemaakt. Tegen deze achtergrond stemde zij op dit moment niet in met de door de minister voorgestelde maatregel. De heer Van Boxtel (D66) zag de maatregel van de minister eveneens als een tussenoplossing. Gezien de ontstane beeldvorming vond hij het gewenst om expliciet uit te spreken dat de fysiotherapie als vak uitermate serieus moet worden genomen. Graag zag hij dat de minister dit bevestigde. De reacties op de maatregel spitsen zich (naast zorginhoudelijke vragen) toe op de inkomenseffecten, op de relatie tussen fysiotherapie en oefentherapie en op de beperking van de maatregel tot één beroepsgroep. Hij onderschreef de kritiek van de NPCF. Veel kritiek is hoogstwaarschijnlijk opgeroepen doordat voorafgaande aan de presentatie van de maatregel een aantal dingen zijn misgegaan. Hoe ziet de minister dit? Is er in de afgelopen dagen nog contact geweest met de VVF? Wat vindt de minister van het idee om een aanvullende verzekering in te voeren voor mensen die meer dan negen behandelingen willen? Het antwoord op de vele overige vragen die reeds door collega s werden gesteld, wachtte hij met belangstelling af. Hij hechtte aan een goede evaluatie van de maatregel. In overleg met patiëntenorganisaties en fysiotherapeuten moet in het komende halfjaar hard worden gewerkt aan de lijst van indicaties voor ongelimiteerde fysiotherapeutische behandeling. Ten slotte vroeg hij expliciete aandacht voor de kinderfysiotherapie. Wordt hiervoor een uitzondering gecreëerd? De heer Marijnissen (SP) maakte duidelijk dat er ook naar de mening van zijn fractie kan worden bezuinigd op fysiotherapie. Ziekenfondsen hebben immers becijferd dat 15% tot 20% van de behandelingen Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 19 4
5 overbodig is en algemeen wordt vermoed dat er vaak te lang wordt doorbehandeld. De variant van de beroepsgroep wees hij af. Hoewel het huidige voorstel van het kabinet ontegenzeggelijk beter is dan hetgeen tot nu toe op tafel lag, mag daarbij niet worden vergeten dat het is gebaseerd op de eis dat er hoe dan ook per 1 januari mln. moet worden bezuinigd op fysiotherapie. De minister ziet haar plan als een uitwerking van het streven om een inhoudelijke variant in te voeren. Het leggen van een relatie tussen de reden voor een behandeling en het aantal behandelingen heeft iets inhoudelijks in zich, maar hoe zorgvuldig is die relatie? Uit onderzoek van het Nivel blijkt dat patiënten behorende tot de clusters 1 t/m 3 in de praktijk gemiddeld twaalf tot veertien behandelingen nodig hebben. Wil men 200 mln. besparen, dan zal in dit model iedere patiënt gemiddeld f 140 zelf moeten betalen, of moeten afzien van verdere behandeling. Vooral mensen met zwaar lichamelijk werk (die veelal ook in de laagste inkomenscategorie zitten) doen een beroep op fysiotherapie. Zij kunnen een eigen bijdrage moeilijk opbrengen en zullen veelal afzien van meer dan negen behandelingen. Door zo rigide een limiet te stellen, ontstaat het gevaar dat mensen verstoken blijven van de extra zorg waaraan zij behoefte hebben. In dit verband herinnerde hij eraan dat zijn fractie te kennen heeft gegeven alleen in te stemmen met bezuinigingen die betrekking hebben op evident overbodige zorg. Op grond van dit alles pleitte de heer Marijnissen voor uitstel van de maatregel totdat kan worden beschikt over het ZFR-onderzoek naar de paramedische zorg en op grond van wetenschappelijk onderzoek richtlijnen kunnen worden vastgesteld. Pas dan kan op inhoudelijke gronden worden beoordeeld of er kan worden bezuinigd. Mevrouw Nijpels-Hezemans (AOV) nam met gemengde gevoelens kennis van de brievenactie van de VVF, omdat die vooral mensen die chronisch behoefte hebben aan fysiotherapeutische behandeling onnodig ongerust heeft gemaakt. Benieuwd was zij naar de bijgestelde lijst van chronische aandoeningen die voor ongelimiteerde behandeling in aanmerking komen. Zij maakte zich zorgen over de administratieve rompslomp die het gevolg is van het voorstel van het kabinet, vooral ook, omdat veelal oudere mensen behoefte hebben aan langdurige therapie. Hoe ziet de minister dit? Het is nogal belastend voor alle betrokkenen als steeds weer toestemming moet worden gevraagd. Is het niet mogelijk om (uitgaande van het oordeel van de behandelende arts) voor langdurige behandelingen een soort herhalingsrecept te ontwikkelen, of ze aan te duiden als «chronisch» tot het moment waarop de patiënt weer is hersteld? Op die manier wordt therapie op maat geleverd. Met enige beperking van het beroep op fysio- en oefentherapie kon zij zich verenigen, maar dit mag financieel en/of administratief nooit ten koste gaan van ouderen, gehandicapten en chronisch zieken. Zij drong er daarom op aan om alle onrust zo spoedig mogelijk weg te nemen en nog eens heel zorgvuldig te kijken naar de schijnbaar onaanvaardbaar grote administratieve last die uit het voorstel van de minister voortvloeit. Als niet gegarandeerd kan worden dat fysio- en oefentherapie goed toegankelijk blijven voor iedereen die het nodig heeft, zag zij zich genoodzaakt om zich ernstig te beraden op haar steun aan deze maatregel, ook al is die slechts als tussenoplossing bedoeld. Zij drong erop aan zo snel mogelijk een definitieve regeling te presenteren. Is het wel nodig om deze maatregel op stel en sprong te nemen nu blijkt dat op de geneesmiddelenprijzen een bezuiniging van 700 mln. kan worden binnengehaald die niet in het regeerakkoord was voorzien? Dit biedt ruimte om deze maatregel op te schorten en te gaan werken aan een definitieve maatregel die ieders instemming kan wegdragen. De heer Van der Vlies (SGP) hield vast aan het door zijn fractie bij de begrotingsbehandeling ingenomen standpunt dat op fysiotherapie moet Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 19 5
6 en kan worden bezuinigd. Harde voorwaarde daarbij is dat de toegankelijkheid voor eenieder tot deze zorg gegarandeerd moet zijn, ongeacht draagkracht. In dezen wordt de minister geen recht gedaan in de beeldvorming die rondom de door haar voorgestelde maatregel is opgeroepen. Van een kaalslag op het terrein van de fysio- en oefentherapie is volstrekt geen sprake. Iets anders is het of het voorstel voldoende draagvlak heeft en inhoudelijk verantwoord is. Hij betreurde het dat er geen zorginhoudelijke overwegingen aan ten grondslag liggen. De diverse reacties tegen elkaar afwegende vond hij het bespreekbaar om de maatregel enige tijd op te schorten en in de tussentijd op basis van de aangereikte alternatieven hard te werken aan de vormgeving van een definitief plan. Ook hij vroeg aandacht voor de administratieve effecten van de voorliggende tijdelijke maatregel. Ten slotte sloot hij zich aan bij pleidooien voor uitzondering van bepaalde categorieën patiënten (kinderen met groeistoornissen) van de maatregel. Het antwoord van de minister De minister betreurde het dat in het overleg geen overeenstemming kon worden bereikt over de maatregel, maar voelde zich gesterkt door de steun hiervoor van de patiëntenorganisaties. Zij herinnerde eraan dat dit kabinet het pakket voor alle categorieën zorg wil beperken tot essentiële hulp, die zuinig en zinnig moet worden verleend. Hoewel zij onderschreef dat fysiotherapie een absoluut onmisbaar en nuttig onderdeel is van de noodzakelijke zorg, wees zij erop dat er aanwijzingen zijn dat er meer fysiotherapeutische handelingen worden verricht dan strikt nodig is voor het bieden van essentiële hulp. Nadat een eerder voorstel van de ZFR was afgewezen, heeft het kabinet gewerkt aan een maatregel die chronische patiënten niet zou beperken in hun aanspraken op fysiotherapeutische zorg en overige patiënten niet zou noodzaken tot het sluiten van een aanvullende verzekering. Bewust is niet gekozen voor een maatregel als in de sector tandheelkunde, die tot gevolg had dat voor een stukje noodzakelijke zorg (curatieve tandheelkunde) een aanvullende verzekering moest worden afgesloten. Bij wijze van uitzondering is dit één keer gedaan, maar daarbij wilde de minister het echt laten. Als vaker zo wordt gehandeld bij het uitdunnen van het pakket, wordt eigenlijk alleen een grote verschuiving in de financiering van de gezondheidszorg aangebracht, die vooral de minder draagkrachtigen treft. De door de VVF aangedragen variant wees zij op grond van het voorgaande af. Ook was zij niet gevoelig voor het argument dat de VVF-variant bijdraagt aan het creëren van een breed draagvlak voor een stelsel met aanvullende verzekeringen. Uit de afwijzing van haar maatregel door de VVF leidde zij af dat het daarin opgenomen behandelschema kennelijk zeer dicht raakt aan wat onder essentiële zorg moet worden verstaan en dat er derhalve niet veel valt bij te verzekeren. In dit verband wees zij er nog op dat deze beperking door de LHV aanvaardbaar is geoordeeld. Mede gezien deze steun voelde zij zich gesterkt in haar mening dat de maatregel zorginhoudelijk volstrekt verantwoord is. Zij ging ervan uit dat een goed gemotiveerde patiënt, die ook zelf goed mee-oefent, erin kan slagen om zijn klachten binnen het thans voorgestelde behandelschema onder de knie te krijgen. De uitvoering van de maatregel wordt gevolgd en geëvalueerd om te voorkomen dat patiënten buiten de boot vallen. Voor verschuivingen in de richting van WAO en Ziektewet vreesde zij niet. Ook ging zij niet in op het door sommige fysiotherapeuten aangevoerde argument dat de maatregel leidt tot een grotere belasting van RIAGG s en dergelijke. Op zich had zij er waardering voor dat fysiotherapeuten zich in hun werk ook richten op aspecten van psycho-sociale begeleiding, maar strikt genomen behoort dit niet tot hun werkveld. Op ambtelijk niveau is er recent nog contact geweest met de VVF. Ook had de minister kort geleden nog gesproken met de voorzitter van deze Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 19 6
7 vereniging. Zij was voornemens het overleg met alle partijen voort te zetten. Doel ervan is een verfijning van het in de thans voorliggende maatregel vervatte systeem. De maatregel is daarmee niet overbodig. Het is een tussenoplossing die zeker niet leidt tot overbodige bureaucratische rompslomp. In het overleg wilde zij toewerken naar een zodanig verfijnd systeem dat op grond van een gezamenlijke beoordeling van huisarts en fysiotherapeut, het aantal behandelingen echt kan worden aangepast aan de individuele behoefte van de patiënt. Door chronische patiënten worden thans gemiddeld per jaar zo n 54 fysio- en oefentherapeutische behandelingen geconsumeerd. Het stoorde de minister dat de VVF in haar actie geen melding heeft gemaakt van de uitzondering die in de maatregel voor deze categorie patiënten is gemaakt. Dat de bevolking op basis van dit soort onvolledige informatie van zijn ongerustheid blijkt geeft, verbaasde haar niet. Zij ging ervan uit dat de reacties veel positiever zouden zijn geweest als goede informatie was verstrekt. In dit verband stelde zij het op prijs van de commissie de ruimte te krijgen om voorafgaand aan parlementaire behandeling de bevolking te informeren over voorstellen. Omdat de beroepsgroep reeds gedurende geruime tijd op de hoogte was van het streven naar pakketbeperking (in welk kader serieus de uitvoering van de motie-laning-boersema op kamerstuk , nr. 37 ter hand wordt genomen) betreurde de minister het dat in deze sector standaarden en protocollen nog ontbreken. Zij erkende dat het gaat om een op zichzelf jonge tak van de geneeskunst en dat er hard aan wordt gewerkt, maar desalniettemin moet ervan uit worden gegaan dat het proces nog lang niet is voltooid. Dat fysiotherapie op universitair niveau nog slechts beperkt vertegenwoordigd is, speelt hierbij ook een rol. Van het ZFR-onderzoek naar de werkzaamheid van fysiotherapie verwachtte zij in deze kabinetsperiode geen vruchten meer te kunnen plukken. Intramuraal verleende fysiotherapie valt niet onder de werking van de maatregel. Dit geldt ook voor hulpverlening die op indicatie van het ziekenhuis aan huis wordt verleend door een fysiotherapeut die aan een ziekenhuis is verbonden. Voor het verlenen van dergelijke hulp door een fysiotherapeut uit de eerste lijn, moeten regelingen worden getroffen die recht doen aan de uitgangsgedachte dat ziekenhuisverplaatste zorg binnen het desbetreffende financiële kader wordt verleend. Hieraan zal aandacht worden besteed bij het opstellen van de lijst van chronische aandoeningen. Het woord «chronisch» duidt in dit geval op de (lange) duur van de behandeling en niet op het al dan niet geneesbaar zijn ervan. Gezien de aard van de aandoeningen waarmee veel ouderen te maken hebben, zullen zij veelal vallen onder de categorie chronische patiënten. Groeistoornissen bij kinderen vallen daar zondermeer onder. In dit verband hoopte de minister snel te kunnen beschikken over het COTG-advies over de kinderfysiotherapie en de manuele therapie. Acute blessures en stoornissen aan het bewegingsapparaat worden aangeduid als niet-chronisch. Een beperkte hoeveelheid behandelingen wordt voldoende geacht om dat soort aandoeningen te verhelpen. Zij hoopte in het overleg zover te komen dat op indicatie van de fysiotherapeuten het aantal behandelingen naar boven of naar beneden kan worden verfijnd. Alles overwegende en ook uitgaande van de bezuinigingsdoelstelling uit het regeerakkoord bleef de minister bij invoering van de nu voorgestelde maatregel per 1 januari Zij wenste uiterlijk per 1 oktober a.s. duidelijkheid te bieden over de situatie in De niet ingecalculeerde bezuiniging op de geneesmiddelen heeft hierop geen invloed, want dit geld is hard nodig om de hoogstnoodzakelijke ombuiging in de groei van het budget voor de gezondheidszorg te bewerkstelligen. Invoering van de maatregel per 1 januari 1996 heeft ook tot voordeel dat de beroepsgroep wordt aangespoord om zo snel mogelijk overeenstemming over een verder verfijnd stelsel te bereiken. Hoewel de minister desnoods bereid was hieraan gedurende de zomervakantie door te werken, achtte zij het Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 19 7
8 niet haalbaar om zo n stelsel voor 1 januari a.s. rond te hebben. Wel hoopte zij dit per 1 januari 1997 in te kunnen voeren. Nadere gedachtenwisseling De heer Lansink (CDA) vroeg de minister in het overleg met partijen ook aandacht te schenken aan het per 1997 in te voeren stelsel met aanvullende verzekeringen en inkomensgenormeerde eigen bijdragen, alsmede aan een stelsel analoog aan het Azivo-clustermodel. Hij verzekerde haar dat voortgaan op de nu ingeslagen weg niet zal leiden tot de beoogde kostenbeheersing. Liever dan over deze kwestie nu een plenair debat aan te vragen, zou hij zien dat de minister de recesperiode gebruikte om te bezien of met partijen overeenstemming kan worden bereikt over een van de door hem voorgestane modellen. Over het resultaat hiervan zou dan eind augustus kunnen worden gedebatteerd. De heer Marijnissen (SP) kondigde aan, hoe dan ook een plenair debat over deze kwestie aan te vragen. Hij bleef erbij dat de maatregel onvoldoende door zorginhoudelijke argumenten is onderbouwd. De heer Van der Vlies (SGP) sloot zich aan bij het betoog van de heer Lansink. Mevrouw Nijpels-Hezemans (AOV) sloot zich hier eveneens bij aan. Zij ging ervan uit dat de bezuinigingstaakstelling op de door de minister voorgestelde manier niet zal worden gehaald. De heer Van Boxtel (D66) vond het antwoord van de minister afgewogen en duidelijk. Hij had derhalve geen behoefte aan verder uitstel. Mevrouw Oedayraj Singh Varma (Groenlinks) kondigde aan, een door de SP in te dienen motie te zullen steunen. Verder sloot ook zij zich aan bij de suggestie van de heer Lansink. De heer Oudkerk (PvdA) vond het antwoord van de minister eveneens bevredigend en zag derhalve niets in het voorstel van de heer Lansink. De minister was ervan overtuigd dat haar maatregel recht doet aan de behoefte van patiënten aan fysiotherapeutische behandeling. Verder uitstel van de maatregel wees zij van de hand. De procedures zijn zodanig ingericht dat de desbetreffende ministeriële regeling begin oktober kan worden vastgesteld. Betrokkenen moet namelijk de tijd worden gegund om zich voldoende voor te bereiden op het nieuwe stelsel. De voorzitter van de commissie, Van Nieuwenhoven De griffier van de commissie, Nava Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 19 8
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 21 944 Topklinische Zorg 1991 1994 Nr. 11 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 2 november 1995 De vaste commissie voor Volksgezondheid,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 368 Wijziging van de Ziekenfondswet in verband met de beëindiging van de medeverzekering van WSF-gerechtigden Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 3 juni
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 957 Wijziging kiesstelsel 26 976 Positie van de Eerste Kamer Nr. 3 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 De vaste commissie
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 712 Wijziging van de wet op de Jeugdhulpverlening in verband met het klachtrecht Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 17 juli 1996 De vaste commissie voor
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 000 XVI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 23 760 Beleid inzake XTC Nr. 6 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 28 juni 1995 De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 606 Het onderbrengen van de zorg, bestaande uit duurzaam verblijf en verzorging in een verzorgingshuis, in de aanspraken op grond van de Algemene
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 330 Wijziging van de Wet op de studiefinanciering in verband met de overgang van studerenden van de ziekenfondsverzekering naar de particuliere
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 24 124 Kostenbeheersing in de zorgsector Nr. 45 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 19 september 1996 De vaste commissie voor Volksgezondheid,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 315 Decentralisatieproces maatschappelijke opvang Nr. 3 HERDRUK 3 1 Samenstelling: Leden: Schutte (GPV), Van Rey (VVD), voorzitter, Terpstra
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 410 Kabinetsformatie 2012 Nr. 1 BRIEF VAN DE VERKENNER Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 18 september 2012
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 397 Het verschaffen van een wettelijke basis voor uitkeringen en subsidies op de terreinen van maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid
Nadere informatie2014D10807 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
2014D10807 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. U I T S P R A A K Nr. 2000/97 Med. i n d e k l a c h t nr. 015.00. ingediend door: hierna te noemen 'klaagster',
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 015.00 ingediend door: hierna te noemen 'klaagster', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 XVI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 000 XVI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994-1995 21 847 Herziening van Titel 4 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en wijziging van enige andere bepalingen van Boek 1 van dat wetboek, het Wetboek
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 230 Besluit van 18 mei 2009, houdende wijziging van het Besluit afbreking zwangerschap (vaststelling duur zwangerschap) Wij Beatrix, bij de gratie
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 21 180 Regeringsstandpunt kinderopvang Nr. 28 1 Samenstelling: Leden: Dees (VVD), Lansink (CDA), Schutte (GPV), De Korte (VVD), Van Nieuwenhoven
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 24 170 Gehandicaptenbeleid Nr. 44 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 5 juli 1999 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Nadere informatieZorgen over de voorgenomen overheveling van het kortdurend eerstelijnsverblijf naar de Zvw per 2017.
Ministerie van VWS Mevrouw drs. E.I. Schippers Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE Sparrenheuvel 16 Postbus 520 3700 AM ZEIST Telefoon (030) 698 89 11 Telefax (030) 698 83 33 E-mail info@zn.nl Contactpersoon
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 23 016 Wijziging van de Wet inzake medische experimenten in verband met regels inzake handelingen met menselijke embryo s en geslachtscellen 24
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 241 Enquête vliegramp Bijlmermeer Nr. 39 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 In de vaste commissie voor Volksgezondheid,
Nadere informatieGENEESMIDDELEN Veel gestelde vragen en antwoorden. Augustus 2008
GENEESMIDDELEN Veel gestelde vragen en antwoorden Augustus 2008 Toelichting: De vragen zijn ingedeeld in drie onderdelen: -1- vergoedingen voor geneesmiddelen, -2- preferentiebeleid van zorgverzekeraars,
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 32 620 Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport F VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 28 november
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 24 724 Studiefinanciering Nr. 28 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 19 mei 1998 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. 479 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 600 XVI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004 Nr. 33 BRIEF VAN
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 46 Besluit van 26 januari 2004 tot wijziging van het Besluit zorgaanspraken AWBZ in verband met de aanspraak op verblijf voor een niet-geïndiceerde
Nadere informatieFysiotherapeutisch en oefentherapeutisch zorggebruik door patiënten met een chronische aandoening in de periode
Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (ICS Swinkels, CJ Leemrijse en C Veenhof. Fysiotherapeutisch en oefentherapeutisch zorggebruik door patiënten met een chronische
Nadere informatieRapport. Datum: 10 februari 2003 Rapportnummer: 2003/030
Rapport Datum: 10 februari 2003 Rapportnummer: 2003/030 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat zijn zorgverzekeraar VGZ hem in 2001 niet heeft geïnformeerd over de kosten die hij zelf zou moeten betalen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 23 900 XVI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor
Nadere informatieBrief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
29689 Herziening Zorgstelsel 31016 Ziekenhuiszorg Nr. 623 Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 23 juni 2015 Hierbij
Nadere informatie2018D22525 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
2018D22525 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen
Nadere informatieBepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s)
31 117 Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s) Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 10 juli
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 586 Wijziging van de Ziekenfondswet in verband met samentelling van uitkeringstijdvakken ingevolge de Werkloosheidswet voor de toepassing van
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 874 Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met een herziening van het stelsel van gastouderopvang Nr. 47 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK
Nadere informatieHerziening zorgstelsel. Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld
29 689 Herziening zorgstelsel Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld ------------------ In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties behoefte
Nadere informatieANONIEM BINDEND ADVIES
ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B tegen C en E, beide te D Zaak : Paramedische zorg, fysiotherapie Zaaknummer : 2010.00984 Zittingsdatum : 1 december 2010 1/6 Geschillencommissie Zorgverzekeringen
Nadere informatieVerzekeringsvoorwaarden 2014 inzake fysiotherapie, voor zover relevant
Bijlage 2 Verzekeringsvoorwaarden 2014 inzake fysiotherapie, voor zover relevant Basisverzekering: -Alles Verzorgd Polis. Dit is een naturapolis voor heel Nederland. -Online Verzorgd Polis. Dit is een
Nadere informatieDe Regeling tandheelkundige hulp ziekenfondsverzekering. en Uitvoeringsbesluit vergoedingen particulier verzekerden VWS
Wijziging ziekenfondsverzekering en Uitvoeringsbesluit vergoedingen particulier verzekerden VWS 24 november 1995/nr. VMP/VA-953719 De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Gelet op artikel 7
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal 1
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2009-2010 29 247 Acute zorg 29 248 Invoering Diagnose Behandeling Combinaties (DBCs) E 1 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 15 december 2009
Nadere informatieDe Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 472 Aanpassing van wetten in verband met de vervanging van de gulden door de euro (Aanpassingswet euro) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 8 februari
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 247 Acute zorg Nr. 185 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 1 juli 2013 In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 19 218 Het verworven immuun deficientiesyndroom (AIDS) Nr. 58 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 20 maart 1996 De vaste commissie voor
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 800 Wijziging van de Auteurswet in verband met de afschaffing van bescherming van geschriften zonder oorspronkelijk karakter of persoonlijk
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 23 juni 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatieBeoordeling Bevindingen
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 23 901 Minderhedenbeleid 1995 Nr. 23 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 27 september 1995 De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 094 Wijziging van de Zorgverzekeringswet en de Wet op de zorgtoeslag houdende vervanging van de no-claimteruggave door een verplicht eigen risico
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 615 Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan 1998 Nr. 12 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 21 januari 1998 De vaste commissie voor Onderwijs,
Nadere informatieBrief van de minister en staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
32 618 Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten in verband met de invoering van een verhoogd collegegeld voor langstudeerders (Wet verhoging collegegeld
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 624 Prenatale diagnostiek Nr. 3 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 21 juni 1996 De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en
Nadere informatieDatum 12 maart 2012 Onderwerp antwoorden op de vragen van lid Kooiman (SP) over de financiering van Multi Systeem Therapie
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 769 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Nr.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 586 Wijziging van de Ziekenfondswet in verband met samentelling van uitkeringstijdvakken ingevolge de Werkloosheidswet voor de toepassing van
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16992 23 juni 2015 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 16 juni 2015, kenmerk 776212-137548-MC,
Nadere informatieAanleiding Wij willen u informeren over ons besluit over de hulp bij het huishouden vanwege de maatschappelijke invloed die daarvan uitgaat.
M E M O R A A D Aan: de leden van de raad Van: college van Heusden Datum: 19 november 2013 maatregelen versobering hulp bij het huishouden Doel: ter kennisname/ter informatie Aanleiding: taakstelling Wmo
Nadere informatieANONIEM BINDEND ADVIES
ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, in deze vertegenwoordigd door C te D vs E te F Zaak : Paramedische zorg, oefentherapie Zaaknummer : ANO07.081 Zittingsdatum : 4 april 2007 1/6 Zaak: ANO07.081,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten Generaal
Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1994-1995 23968 Mediabeleid Nr. 4 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 29 december 1994 De vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 618 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 007 Parlementair onderzoek Onderwijsvernieuwingen Nr. 2 BRIEF VAN DE COMMISSIE PARLEMENTAIR ONDERZOEK ONDERWIJSVERNIEUWINGEN Aan de Voorzitter
Nadere informatieNieuwe bepalingen met betrekking tot de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen (Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018)
34858 Nieuwe bepalingen met betrekking tot de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen (Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018) NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt als volgt
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 249 Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met de verstrekking van bijdragen aan zorgaanbieders die inkomsten derven ten gevolge van
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 22 025 Chronisch-ziekenbeleid Nr. 9 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 30 maart 1995 De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn
Nadere informatieVaste Commissie VWS, Tweede Kamer der Staten Generaal Zorgverzekeraars Nederland
Aan Van Vaste Commissie VWS, Tweede Kamer der Staten Generaal Doorkiesnummer (030) 698 82 42 Datum 16 juni 2015 Onderwerp AO Pakketmaatregelen Heeft u vragen of wilt u meer informatie dan kunt u contact
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 978 Aanpassing van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector in verband met de verlaging van het wettelijke
Nadere informatieB&W 30 maart 2010 Gemeenteblad. Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B155 Fysiotherapie en oefentherapie
Jaar: 2010 Nummer: 47 Besluit: B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE RICHTLIJN NR. B155 FYSIOTHERAPIE EN OEFENTHERAPIE Het college van burgemeester en wethouders, Collegevoorstel 30 maart 2010, nummer
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 29 449 Nederlandse corporate governance code (Tabaksblat code) A Herdruk VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 24 november 2004 In de
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 200 20 32 798 Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met bezuiniging op het kindgebonden budget Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 434 (R 1550) Goedkeuring van het op 17 januari 1995 te Antwerpen tot stand gekomen Verdrag inzake de samenwerking op het gebied van cultuur,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 678 Invoering van een systeem van eigen bijdragen in de ZFW Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 23 maart 2015 Betreft Inzet huishoudelijke hulp toelage
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Kenmerk
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 400 XVI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 035 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de introductie van een nieuw stelsel van studiefinanciering in het
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996±1997 28 augustus 1997 Lijst van commissies, delegaties en fracties Postadres : Postbus 20018, 2500 EA 's-gravenhage Bezoekersadres : Lange Poten 4,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 24 761 Wijziging van enige belastingwetten (herziening regime ter zake van winst uit aanmerkelijk belang, consumptieve rente en vermogensbelasting)
Nadere informatieRapport. Datum: 4 oktober 1999 Rapportnummer: 1999/422
Rapport Datum: 4 oktober 1999 Rapportnummer: 1999/422 2 Klacht Op 17 mei 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer B. te Zaandijk, met een klacht over een gedraging van de Minister
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 898 Vragen van het lid
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Nadere informatie29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004
29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004 Nr. 176 Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld 2 februari 2004
Nadere informatieo^akiéff/ofg^it^ De gemeenteraad van Duiven heeft op 18 juli 2016 bijgaande motie Verklaring Omtrent het Gedrag aangenomen.
o^akiéff/ofg^it^ %~%o Van: Verzonden: CC: Onderwerp: Bijlagen: Mat Gijsbers < m.gijsbers@duiven.nl > dinsdag 26 juli 2016 15:33 Raad-Duiven; Chris Papjes; Henk Nijland; Ineke Knuiman; Johannes Goossen;
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1991-199 300 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk VIII (Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen) voor het jaar199
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 32 299 Ziekenhuiszorg Nr. 25 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 XV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 035 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de introductie van een nieuw stelsel van studiefinanciering in het
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 24 514 Wijziging van de wet balansverkorting geldelijke steun volkshuisvesting (aanvullende bijdrage) Nr. 9 NADER VERSLAG Vastgesteld 24 september
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 IXB Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2000 Nr. 16 VERSLAG
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 2 februari 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt
Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 15 maart 2000 Aan de leden en de plv. leden van de vaste commissie voor Justitie OVERZICHT van stemmingen in de Tweede Kamer betreffende
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag
> Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving Afdeling Wetgeving Staatsinrichting en Bestuur Turfmarkt
Nadere informatieActieplan wachttijden in de zorg 11 mei 2017
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82 96 E info@nza.nl I www.nza.nl
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 315 Besluit van 20 mei 1998, tot wijziging van het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering en het Vergoedingenbesluit particulier verzekerden
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 december 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 9a 24 138 Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet
Nadere informatie