Lichtgewicht (woon)gebouwen
|
|
- Mathilda Smet
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Bouwfysica Lichtgewicht (woon)gebouwen Deel 2: Voorspelling van de geluidreductie in bouwkundige knooppunten Momenteel zijn er geen rekenmethoden waarmee de geluid- en trillingsisolatie in lichtgewicht gebouwen goed kunnen worden voorspeld. Dergelijke methoden zouden echter ondersteuning kunnen bieden bij productontwikkeling en in het ontwerpproces van lichtgewicht woongebouwen. Een eerder artikel in Bouwfysica (deel 1, in ) beschreef hoe de rekenmethoden in (NEN-) EN aangepast dan wel toegepast kunnen worden ten behoeve van de voorspelling van de lucht- en contactgeluidisolatie tussen ruimten in gebouwen die bestaan uit lichtgewicht constructies. Specifieke onderdelen van dergelijke rekenmethoden zijn de beschrijving en voorspelling van het trillings- en geluidgedrag van bouwkundige knooppunten. Daar gaat dit artikel op in. In het onderzoek Bouwknopen in lichtgewicht gebouwen is bepaald op welke wijze Statistische Energie Analyse (SEA) ingezet kan worden om de geluidoverdracht in bouwkundige knooppunten te voorspellen, en hoe de Eindige Elementen Methode (EEM) ingezet kan worden om de (voelbare) trillingoverdracht en laagfrequente geluidoverdracht in bouwkundige knooppunten te voorspellen. De resultaten uit de SEA- en EEM-modellen zijn vergeleken met resultaten uit metingen, zowel in het laboratorium als in praktijksituaties. Voorspellingen en meetresultaten komen over het algemeen (redelijk) goed met elkaar overeen. dr. ir. G.S. (Susanne) Bron-van der Jagt, TNO, Delft prof. ir. E. (Eddy) Gerretsen, TNO, Delft dr. ir. S.S.K. (Sven) Lentzen, TNO, Delft Inleiding De geluidisolatie van afzonderlijke (dek)vloeren, (voorzet)wanden en plafonds is relatief eenvoudig te vinden in de literatuur, te berekenen of te bepalen uit metingen in het laboratorium. De bepaling van de geluidreductie in bouwkundige knooppunten is echter beduidend gecompliceerder. Gegevens betreffende deze geluidreductie zijn onmisbaar in voorspellingen van de totale geluidoverdracht tussen ruimten. Dat geldt voor de zware bouw (bestaande uit steenachtige en betonnen constructies), maar zeker ook voor de lichte bouw waar de bijdrage van flankerende geluidoverdracht vaak (via vloeren en gevels) relatief groter is dan in de zware bouw. De geluidisolatie van op bouwkundige knooppunten aangesloten bouwconstructies is in de lichte bouw beduidend minder dan in de zware bouw. Dit kan gecompenseerd worden door bouwkundige knooppunten met een grotere geluidreductie. Zeker in woongebouwen is een goede geluidreductie in de bouwkundige knooppunten vereist om aan de vigerende geluideisen te kunnen voldoen. Om constructieve redenen zijn volledige dilataties in de hoofddraagconstructie in woongebouwen niet mogelijk. Dit betekent dat de hoofddraagconstructie beperkt gedilateerd kan worden uitgevoerd, en/of dat vloeren, wanden en gevels vaak via verende tussenlagen zijn gekoppeld met andere bouwdelen. Al met al moeten de bouwkundige knooppunten in het ontwerpstadium van een gebouw met zorg worden ontwikkeld, waarbij berekeningen inzicht kunnen geven in de te verwachten geluidisolatie. Ook kunnen bouwkundige knooppunten in het laboratorium worden opgebouwd om de geluidreductie uit metingen te bepalen, maar dit is in de regel kostbaar. Om bovengenoemde redenen is onderzocht in hoeverre: de geluidreductie in bouwkundige knooppunten kan worden voorspeld; de geluidreductie zoals bepaald voor geïsoleerde bouwkundige knooppunten in rekenmodellen, en in laboratorium- of andere experimentele opstellingen representatief zijn voor de praktijk. Dit artikel beschrijft hoe Statistische Energie Analyse (SEA) en de Eindige Elementen Methode (EEM) toegepast zijn om de geluidreductie in bouwkundige knooppunten te voorspellen. Tevens geeft dit artikel de resultaten van de validatie van de rekenmethoden door vergelijking van rekenresultaten met metingen. De metingen zijn gedaan aan in het laboratorium opgebouwde bouwkundige knooppunten die overeenkwamen met de gemodelleerde knooppunten. Daarnaast beschrijft dit artikel hoe de ontwikkelde kennis de komende tijd zal worden gedeeld met ingenieursbureaus, brancheorganisaties, toeleveranciers en andere partijen in de bouw. De resultaten van het onderzoek, dat heeft geleid tot de in dit artikel beschreven rekenmethoden, zijn uitgebreider beschreven in drie rapporten [1, 2, 3]. In een eerder in Bouwfysica gepubliceerd artikel (deel 1, in ) zijn
2 geluid en trillingen Bouwfysica rekenmethoden beschreven die kunnen worden gebruikt voor de voorspelling van de lucht- en contactgeluidisolatie tussen ruimten in lichtgewicht gebouwen. In een ander artikel zullen de resultaten voor (voelbare) trillingen worden beschreven. Geluidreductie in bouwkundige knooppunten De geluidreductie in bouwkundige knooppunten wordt gekarakteriseerd door de trillingoverdrachtsverzwakking K ij. De trillingoverdrachtsverzwakking voor een gegeven pad van element i naar element j wordt bepaald als het gemiddelde snelheidsniveauverschil tussen beide elementen. Dit niveauverschil hangt ook af van andere factoren dan het bouwkundig knooppunt zelf, namelijk de demping van de elementen, die ook door de aansluitende constructies langs de randen (de randdemping) wordt bepaald. Daarom wordt een uitklinktijdcorrectie op het niveauverschil uitgevoerd waarmee K ij invariant wordt voor variaties in elementafmetingen en randvariaties. Als formule ziet de definitie van K ij er als volgt uit: K ij D = v, ij + D 2 v, ji + 10lg l ij a a i j (1) Hierin is D v,ij het gemiddelde snelheidsniveauverschil tussen de elementen i en j, wanneer element i geëxciteerd wordt. De knooplengte wordt met l ij aangeduid. De uitklinktijdcorrectie vindt als volgt in de equivalente absorptielengte a i plaats: 2 2, 2 π Si ai = c T 0 s, i f ref f met f ref = 1000 Hz (2) In ISO [6] wordt aangegeven hoe en onder welke voorwaarden deze grootheid a i uit metingen bepaald kan worden. In het onderhavige onderzoek is gebleken dat de trillingoverdrachtsverzwakking, zoals deze hierboven gedefinieerd is, ook bij lichte bouwkundige knooppunten de overdracht via het knooppunt correct weergeeft (dus naast zware bouwkundige knooppunten waarvoor dit al bewezen was voor het opstellen van (NEN-)EN 12354). Voor lichte, gedempte en gelaagde elementen wordt op pagina 16 van (NEN-)EN [4] en op pagina 11 van (NEN-)EN [5] een vereenvoudigde benadering beschreven waarbij de aanpassing aan de uitklinktijden achterwege gelaten wordt en voor K ij een aangepaste definitie wordt gehanteerd. Hierbij wordt genormeerd op de oppervlakte S van de elementen in plaats van op de equivalente absorptielengte a. Voor deze normering van K ij wordt de term K ij,s geïntroduceerd: K D + D v, ij v, ji ij, S = lg l ij S S i j (3) Deze benadering van de trillingoverdrachtsverzwakking wordt theoretisch onderbouwd door het feit dat lichte en samengestelde elementen gekenmerkt worden door een hoge interne demping. Hierdoor wordt het gemiddelde snelheidsniveauverschil ongevoelig voor variaties in de randdemping. Het gemiddelde snelheidsniveauverschil is daarom alleen afhankelijk van de koppellengte l i en van de oppervlakte van het zendende vlak S i en het ontvangende vlak S j. Het grote voordeel van deze benadering van K ij ligt in het feit dat het niet meer noodzakelijk is om voor praktijksituaties een berekening of schatting van de uitklinktijd te maken. In het onderhavige onderzoek is bepaald in hoeverre de vereenvoudiging conform formule 3 van toepassing is op de beschouwde typen lichte bouwkundige knooppunten. De resultaten hiervan zijn uitgebreid beschreven in het vorige artikel (deel 1) in Bouwfysica. Gebleken is dat de vereenvoudiging toegepast kan worden voor bouwkundige knooppunten met aangrenzende lichte bouwelementen met een beperkte randdemping, zoals (min of meer) starre opleggingen. Bij een beperkte randdemping kan dus gebruik gemaakt worden van zowel formule 1 als formule 3 voor de bepaling van K ij. Indien de bouwelementen met grote randdemping ingebouwd worden, zoals een vloer die op rubbers is opgelegd, moet de trillingoverdrachtsverzwakking op de equivalente absorptielengte a i genormeerd worden. Bij grote randdemping moet dus gebruik gemaakt worden van formule 1 voor de bepaling van K ij. Beschouwde situaties In het onderhavige onderzoek is bepaald in hoeverre de geluidreductie in bouwkundige knooppunten kan worden voorspeld. Hierbij zijn de bouwkundige knooppunten gekarakteriseerd door de trillingoverdrachtsverzwakking K ij. Hiertoe zijn tien bouwkundige knooppunten gemodelleerd. Een deel van de knooppunten zou in woongebouwen kunnen worden toegepast. Met andere woorden; met deze knooppunten kan aan de vigerende geluideisen worden voldaan. Dit is echter niet het primaire selectiecriterium geweest. De knooppunten bezitten een zodanige variatie dat bepaald kan worden in hoeverre de gehanteerde modelleringsmethoden breed toegepast kunnen worden. Voor de beschrijving van de geluidoverdracht is gebruik gemaakt van Statistische Energie Analyse (SEA). Voor de beschrijving van de overdracht van (voelbare) trillingen en laagfrequente geluidoverdracht is gebruik gemaakt van de Eindige Elementen Methode (EEM). In de modellen is feitelijk een meting gesimuleerd aan een geïsoleerd bouwkundig knooppunt, dat wil zeggen een knooppunt dat losstaat van de omgeving met uitzondering van de bevestiging op de zeer dikke betonvloer in het laboratorium. De knooppunten zijn ook gebouwd in het laboratorium. In de opstellingen zijn metingen verricht. Aan de hand van de vergelijking tussen berekeningen en metingen is de geldigheid van deze modellen getoetst. In appendix A zijn de beschouwde bouwkundige knooppunten schematisch weergegeven. Modellering met SEA De SEA modellen bestaan uit verstijfde platen (vloeren en wanden) en balkachtige elementen (stalen liggers en kolommen). Deze fysische substructuren bevatten subsystemen voor buiging en compressie in het geval van de platen en voor buiging, compressie en torsie in het geval van de balkachtige elementen.
3 Bouwfysica 1a Trillingoverdrachtsverzwakking K S,ij tussen de vloeren van knooppunt 2.1, knooppunt 2.2 met starre vloeropleggingen en knooppunt 2.2a met verende vloeropleggingen; resultaten van metingen (lijnen met bolletjes) en SEA-modelleringen (doorgetrokken lijnen) 1b Trillingoverdrachtsverzwakking K S,ij tussen de vloeren van de knooppunten 2.3, 2.4, 2.5 en 2.6; resultaten van metingen (lijnen met bolletjes) en SEA-modelleringen (doorgetrokken lijnen) Het modelleren van verstijfde platen in SEA vereist wat extra aandacht. Vanaf een bepaalde frequentie passen er eigenmodes in de plaatvelden tussen de verstijvers (stijlen, regels en balken in vloeren en wanden), afwijkend van de eigenmodes in de verstijfde plaat (het samenstel van plaatdelen, en stijlen, regels en liggers). Als gevolg hiervan zullen de plaatvelden tussen de verstijvers zich onafhankelijk van de verstijfde plaat en elkaar gaan gedragen. Deze zullen dus als aparte subsystemen gemodelleerd moeten worden. Voor meer details hierover, zie [7]. De verstijfde platen (vloeren en wanden) in het bouwkundig knooppunt bestaan ieder dus uit een subsysteem voor de globale verstijfde plaat en een subsysteem voor de plaatvelden. De buigingssubsystemen van de verstijfde platen worden in het gebruikte SEA pakket gemodelleerd als globale, equivalent homogene platen met een equivalente dikte en een extra buigfactor K b. Ze zijn over de vol ledige verstijverlengte en omtrek van de plaat verbonden met het onverstijfde subsysteem. In het model bestaan de subsystemen horende bij de globale verstijfde plaat en de plaatvelden niet in het gehele frequentiegebied naast elkaar. Vanaf een bepaalde frequentie houden de subsystemen horende bij het globale systeem op te bestaan en vanaf een andere frequentie (lager dan de eerstgenoemde, dus ze bestaan beide over een gedeelte van het frequentiegebied) bestaan de subsystemen horende bij de plaatvelden pas. Dit wordt gemodelleerd door in het deel van het frequentiegebied waarin de subsystemen eigenlijk niet zelfstandig bestaan, de modale dichtheid, golflengte in het materiaal en het reële deel van de admittantie met 6 db/octaaf te laten toenemen. Naast deze correctie voor afwijkend gedrag voor verschillende typen platen, moet er ook gecorrigeerd worden voor de verschillende materialen waaruit de vloeren en wanden bestaan. In het model worden daarom ook equivalente
4 geluid en trillingen Bouwfysica Trillingoverdrachtsverzwakking K S,ij tussen boven elkaar gelegen wanddelen van de knooppunten 2.3, 2.4, 2.5 en 2.6; resultaten van metingen (lijnen met bolletjes) en SEA-modelleringen (doorgetrokken lijnen) grootheden gebruikt voor de materiaalparameters dichtheid, elasticiteitsmodulus etc. In de gebruikte methodiek zijn verstijfde platen niet gekoppeld aan de ruimte en stralen dus geen geluid af. Dit gebeurt via de plaatvelden. Beneden de coïncidentiefrequentie wordt het geluid vooral langs de randen en verstijvers van de platen afgestraald. De ruimte en de fundatie waarop de constructie staat, fungeren als akoestische opslagtanks. De energie die hieraan wordt overgedragen wordt hierin volledig geabsorbeerd. De fysische afmetingen van deze subsystemen zijn daarom niet van belang, als ze de energie maar volledig absorberen (voldoende groot en genoeg interne demping/absorptie), zoals in de praktijk ook zal gebeuren. De gebruikte (interne) dempingcoëfficiënten η voor de verstijfde vloeren, vloervelden, verstijfde wanden, wandvelden, liggers en kolommen zijn respectievelijk 2%, 1%, 4%, 4%, 2% en 1%. De liggers zijn gemodelleerd als lijnverbindingen. De kolommen zijn via puntverbindingen gekoppeld aan de liggers. De fundatie heeft de materiaaleigenschappen van beton. Als aanstoting wordt een ingaand vermogen P in van 1 Watt gebruikt, variërend aangebracht op vloer, wand of plafond. Dit betekent dat voor iedere 1/3 octaafband dezelfde energie geleverd wordt aan de constructie en de uiteindelijke responsies ook genormeerd zijn op 1 Watt ingaand vermogen. Om te kunnen vergelijken met een normering op de kracht, moet het resultaat gedeeld worden door het reële deel van de ingangsadmittantie van het aangestoten element. Om een beeld te geven van de omvang van de modellen en de benodigde rekentijd: voor de varianten met wanden en plafonds zijn ongeveer 260 subsystemen (buiging, compressie, etc.), 800 koppelingen en één excitatie voor 24 1/3-octaafband middenfrequenties gebruikt. Dit geeft een totale rekentijd van ongeveer tien seconden op een 3 GHz Windows pc. Modellering met EEM De eindige elementen modellen (EEM modellen) zijn gebaseerd op 3D CAD-modellen, die gemaakt zijn met het softwarepakket UniGraphics. Deze modellen worden in het softwarepakket Ansys Workbench voorzien van materiaalparameters en omgezet naar eindige elementen modellen. Deze modellen bestaan uit een zogenaamd grid van vele duizenden lineaire elementen. Er zijn minimaal zes elementen per golflengte gemodelleerd voor het frequentiegebied tot 250 Hz. De modellen zijn smalbandig geanalyseerd. De exacte hoeveelheid elementen is verschillend per variant en per materiaal. De geluidsnelheid en daarmee de golflengte zijn immers ook verschillend per materiaal. Naast de maximale frequentie is het aantal benodigde elementen ook bepaald door de complexiteit van het model en de grootte van de contactoppervlakken. Het grid moet namelijk fijn genoeg zijn om een correcte verbinding te vormen tussen de verschillende onderdelen. Het gevolg hiervan is dat bij sommige varianten, met veel details en grote verschillen tussen afmetingen van verschillende onderdelen, het aantal elementen en daarmee de benodigde rekentijd behoorlijk kan oplopen. De varianten 4 en 5 bestaan uit respectievelijk circa en elementen. Voor een berekening met vijf aanstootposities van 1 tot 300 Hz met een f van 4 Hz resulteerde dit op een HP 64 bit 3 GHz Unix machine in een rekentijd van ongeveer vier dagen. Voor alle varianten en modellen geldt dat alleen het constructiegeluidpad is geanalyseerd. De modellen bevatten dus geen akoestische elementen, zoals de lucht om de constructie heen. Dit is laagfrequent geoorloofd, omdat de afstraling laagfrequent erg laag is. De modellen bestaan uit zogenaamde lineaire shell en solid elementen. De
5 Bouwfysica EEM SEA meting in laboratorium meting in praktijk 30 K ij [db] frequentie [Hz] 3 Trillingoverdrachtsverzwakking K ij tussen de vloeren van knooppunt 1.1; resultaten van metingen in het laboratorium, metingen in de praktijksituatie, SEA- en EEM-modelleringen demping is per variant verschillend, variërend van 1% tot 5% structurele demping voor varianten zonder en met wanden en plafonds. Voor de berekening van de responsie van de constructie, is een harmonische responsie berekening uitgevoerd. Eén onderdeel wordt op verschillende posities (zie de beschrijving van de metingen in de volgende paragraaf) met een eenheidskracht (= 1 N) aangestoten en de responsie wordt fasegetrouw berekend in het aanstootpunt en op verschillende plaatsen op de andere onderdelen. Hiermee kan dan het snelheidsniveauverschil L v van bijvoorbeeld vloer naar vloer bepaald worden. Metingen Om de betrouwbaarheid van de gemaakte rekenmodellen te toetsen, zijn de resultaten uit de berekeningen vergeleken met meetresultaten. Daarom zijn de bouwkundige knooppunten ook als meetopstellingen opgebouwd in het laboratorium. Een uitzondering hierop vormt het knooppunt 2.7. Hiervoor zijn metingen gedaan in proefwoningen op het terrein van De Vree en Sliepen in Tiel. Impressies van de meetsituaties zijn te zien in appendix A. Daarnaast zijn, om te beoordelen of een laboratoriumopstelling representatief is voor de praktijk, metingen in een praktijksituatie vergeleken met metingen in een laboratoriumopstelling waarin hetzelfde bouwkundige knooppunt 1.1 als toegepast in de praktijk was nagebouwd. Deze metingen zijn gedaan in de bedrijfshal en het kantoor van FeNB2 in Schagen. De resultaten zijn verderop in dit artikel beschreven. Tijdens de metingen is ieder wand- en plafondelement beurtelings aangestoten op minimaal drie posities met een hamer (met krachtopnemer) of een hamerapparaat; ieder vloerelement is op minimaal vijf posities aangestoten. Tegelijkertijd is van ieder wand- en plafondelement op minimaal zes posities de responsie gemeten met versnellingsopnemers; van ieder vloerelement is op minimaal tien posities de responsie gemeten. Uit de metingen zijn trillingoverdrachtsverzwakkingen K ij bepaald conform ISO [6] (zie ook de formules eerder in dit artikel). Resultaten en toetsing van de geldigheid van de SEA modellen In de figuren 1 en 2 worden meetresultaten en SEA-resultaten vergeleken voor een (representatieve) selectie van de beschouwde bouwkundige knooppunten en geluidoverdrachtspaden. Bij de overdracht tussen de wanden onder en boven het bouwkundig knooppunt bleek uit metingen een enigszins verschillend gedrag tussen de wanddelen links en rechts van het knooppunt, hetgeen vanwege de symmetrie in de berekeningen niet terug te vinden is. Vooral de vrij geringe en moeilijk voorspelbare koppeling tussen de bladen van de wand onder het knooppunt en de verdere constructie speelt hier een belangrijke rol. De resultaten in figuur 2 betreffen de wanden aan één zijde van het bouwkundig knooppunt. Vergelijken we met de meetresultaten voor de wanden aan de andere zijde van het bouwkundige knooppunt (niet in de figuur opgenomen) dan is de overeenstemming bij knooppunt 2.3 minder en bij knooppunt 2.4 beter. Bespreking resultaten figuren 1 en 2 De resultaten geven een (redelijk) duidelijk en consistent beeld van de trillingsoverdracht bij de onderzochte knooppunten. Over het algemeen is er een (redelijk) goede overeenkomst tussen de modellerings- en meetresultaten. De overeenkomsten blijven redelijk bij de lagere frequenties, hoewel daar niet meer volledig aan de SEA-randvoorwaarden wordt voldaan (zie [1] en [8]). Bij hogere frequenties worden de verschillen tussen metingen en modelleringen groter voor de overdracht tussen boven elkaar gelegen wanden, wat te verklaren is in de moeilijk voorspelbare koppeling tussen de bladen van de wand onder het knooppunt en de verdere constructie.
6 geluid en trillingen Bouwfysica Representativiteit van modellen en laboratoriumopstellingen voor de praktijk In het onderhavige onderzoek is bepaald of K ij -waarden, zoals afgeleid voor geïsoleerde bouwkundige knooppunten uit metingen in laboratorium- of andere experimentele opstellingen of uit berekeningen, representatief zijn voor de praktijk. In figuur 3 worden de meetresultaten, SEA- en EEM-resultaten vergeleken voor het geluidoverdrachtspad vloer-vloer in het bouwkundige knooppunt 1.1 (zie appendix A). Naast inbouw in een van de omgeving geïsoleerde laboratoriumopstelling, is het knooppunt ook ingebouwd in een praktijksituatie (een kantoorgebouw). In beide situaties zijn metingen verricht. De resultaten uit de metingen en modelleringen komen redelijk goed met elkaar overeen. De verschillen tussen iedere afzonderlijke bepalingsmethode en het gemiddelde van alle bepalingsmethoden is over het algemeen kleiner dan 5 db, vaak kleiner dan 2,5 db. Ook de verschillen tussen de metingen in het laboratorium en de praktijk zijn over het algemeen kleiner dan 5 db, wat bevestigt dat een laboratoriumopstelling representatief kan zijn voor de praktijk. Naar een database van bouwkundige knooppunten De modellen ter simulatie van de geluidisolatie (en de looptrillingen) in lichtgewicht gebouwen zijn in het onderhavige onderzoek toegepast op vier bouwsystemen. Op korte termijn zal een website ( worden gerealiseerd waar de diverse bouwsystemen evenals de daarbij behorende geluid- en trillingseigenschappen zullen worden beschreven. Deze internetsite zal in de komende jaren worden uitgebreid met gegevens van meer bouwsystemen. De eigenschappen worden op verschillende niveaus gepresenteerd: A-gewogen genormeerde luchtgeluidniveauverschillen D nt;a en contactgeluidniveaus L nt;a (voor een representatieve configuratie van ruimten). Met behulp van deze gegevens kan bepaald worden hoe voor een specifiek gebouwontwerp aan de eisen in het Bouwbesluit kan worden voldaan. Voor directe geluidoverdrachtspaden luchtgeluidreductie-indices R s en genormeerde contactgeluidniveaus L n,s. Voor flankerende paden genormeerde luchtgeluidniveauverschillen D n,f en contactgeluidniveaus L n,f (zie het voorgaande artikel in Bouwfysica voor de definitie van deze grootheden). Op basis van deze gegevens kunnen dominante overdrachtspaden voor een specifieke situatie geïdentificeerd worden en kunnen doeltreffende verbeteringsmaatregelen worden geadviseerd. Een grafische interpretatie van de relatieve hoeveelheid geluid die per pad overgedragen wordt. Hiermee wordt snel inzicht verkregen in de dominante overdrachtspaden, en daarmee dus de eerstaangewezen paden die aangepast dienen te worden ter verhoging van de totale geluidisolatie. De op S genormeerde trillingoverdrachtsverzwakkingen K ij,s per flankerend pad, zoals bepaald met de SEA-modellen. Deze waarden kunnen als input voor de, voor lichte gebouwen aangepaste, geluidisolatiemodellen gebruikt worden (zie het voorgaande artikel (deel 1) in Bouwfysica ). Conclusies In dit artikel is beschreven hoe SEA gebruikt kan worden voor de beschrijving van de geluidoverdracht via bouwkundige knooppunten in lichtgewicht gebouwen, en hoe EEM gebruikt kan worden voor de beschrijving van (voelbare) trillingsoverdracht en laagfrequente geluidoverdracht. Diverse knooppunten zijn in SEA en EEM gemodelleerd. Daarnaast zijn deze knooppunten ingebouwd in laboratoriumopstellingen en in één geval in een praktijksituatie. In deze opstellingen en praktijksituatie zijn metingen verricht. Uit vergelijkingen tussen modellen en metingen blijkt dat de trillingoverdrachtsverzwakking K ij (redelijk) goed kan worden voorspeld met SEA en EEM. SEA is een zeer efficiënte methode om de knoopspecifieke parameters voldoende te voorspellen. Het frequentiebereik waarbinnen SEA in de onderhavige gevallen als voldoende nauwkeurig beschouwd wordt, begint vanaf de 125 Hz octaafband. Bij laagfrequent geluid blijken de knoopspecifieke eigenschappen nauwkeuriger te kunnen worden voorspeld met EEM. De knoopspecifieke eigenschappen kunnen ook worden bepaald uit metingen in laboratoriumopstellingen. Uit het onderhavige onderzoek is gebleken dat dergelijke opstellingen representatief zijn voor praktijksituaties. Op basis van grotere aantallen berekeningen en metingen en vergelijkingen daartussen, kunnen in de toekomst (duidelijker) uitspraken over de betrouwbaarheid van SEA en EEM voorspellingen van geluidreducties in lichtgewicht bouwkundige knooppunten worden gedaan. Evenals de impact hiervan op voorspellingen van de (totale) geluidisolatie tussen ruimten. Dit is onderwerp van vervolgonderzoek dat thans loopt. n Bronnen [1] Bouwknopen in lichtgewicht gebouwen rapportage fase 1 van het TNO Co onderzoek, TNO, 2006 [2] Bouwknopen in lichtgewicht gebouwen rapportage fase 2 van het TNO Co onderzoek, TNO, april 2008 [3] Voorspellingsmethoden van geluid en trillingen bij lichte bouwknopen, TNO, augustus 2010 [4] NEN/NBN-)EN , Geluidwering in gebouwen Berekening van de akoestische eigenschappen van gebouwen met de eigenschappen van de bouwelementen Deel 1 Luchtgeluidisolatie tussen ruimten, 2000 [5] (NEN/NBN-)EN , Geluidwering in gebouwen Berekening van de akoestische eigenschappen van gebouwen met de eigenschappen van de bouwelementen Deel 2 Contactgeluidisolatie tussen ruimten, 2000 [6] ISO 10848, Acoustics Laboratory measurement of the flanking transmission of airborne and impact sound between adjoining rooms, 2006 [7] Termeer, M.K., de Jong, C.A.F., Statistical Energy Analysis applied to ship-like structures, Part I: air-borne noise radiation, TNO-report HAG-RPT , 1998 [8] Lyon, R.H. en R.G. DeJong, Theory and application of Statistical Energy Analysis, second edition, 1995
7 Bouwfysica AppENDIX A Beschouwde bouwkundige knooppunten in SEA en EEM modellen, en waaraan metingen zijn gedaan in laboratoriumopstellingen. A1 schematische weergave van de bouwknopen die in detail beschouwd zijn. aan de uiteinden van de balken bevonden zich kolommen. Deze zijn niet aangegeven in deze fi guur. Voor een 3D overzicht, zie fi guur a2. De knooppunten 2.1 en 2.2 zijn zowel met een starre oplegging van de vloeren op de balken gemodelleerd en doorgemeten, als met een verende oplegging In figuur A1 worden de onderzochte bouwknopen schematisch weergegeven. Elke bouwknoop is van een nummer voorzien, waarvan het eerste cijfer de onderzoeksfase aangeeft waarin deze onderzocht is. Bouwknoop 1.1 Deze knoop bestaat uit dubbele UNP liggers die zowel de staalframevloeren als de metalstudwanden dragen. Beide UNP liggers zijn alleen via de hoofdkolommen aan elkaar gekoppeld. De vloeren bestaan uit Σ liggers met daarbovenop een geprofileerde staalplaat met anhydriet. De vloeren rusten via hoekprofielen (en vilten tussenlagen) op de UNP liggers. Bouwknoop 2.1 Deze knoop bestaat uit dubbele UNP liggers die de staalframevloeren dragen. Beide UNP liggers zijn alleen via de hoofdkolommen aan elkaar gekoppeld. De vloeren bestaan uit 185 mm hoge (koudgevormde) metalen C profielen met daarbovenop een 20 mm dikke laag spaanplaat. De vloeren zijn koud dan wel verend (via Sylomer tussenlagen) opgelegd op de UNP liggers. Bouwknoop 2.2 Deze knoop bestaat uit een enkele HEA240 ligger die de staalframevloeren draagt. De HEA ligger is tussen twee hoofdkolommen ingeklemd (gelaste verbinding). De vloeren bestaan uit 185 mm hoge (koudgevormde) metalen C profielen met daarbovenop een 20 mm dikke laag spaanplaat. De vloeren zijn koud dan wel verend (via Sylomer tussenlagen) opgelegd op de HEA ligger. Bouwknopen 2.3, 2.4 en 2.5 Deze knopen zijn uitbreidingen op bouwknoop 2.2. Aan deze bouwknoop zijn metalstudwanden en een verend afgehangen plafond toegevoegd in bouwknoop 2.3. Verder is een lichte verend opgelegde dekvloer toegevoegd in bouwknoop 2.4, en een zware verend opgelegde dekvloer in bouwknoop 2.5. De lichte dekvloer bestond uit 20 mm gipsvezelplaat op 10 mm mineraalwol (product Rigidur E30MF van Saint Gobain). De zware dekvloer bestond uit anhydriet op een zwaluwstaartplaat die was opgelegd op rubbergranulaat stroken (product van Reppel). Bouwknoop 2.6 Deze bouwknoop is een karakteristieke knoop die in de staalframebouw toegepast wordt. Hier worden de staalframevloeren door de metalstudwanden gedragen volgens het principe van de balloonmethode. De vloeren hangen met behulp van hoekprofielen tussen de dragende wanden. Bouwknoop 2.7 Deze bouwknoop is karakteristiek voor het Maskerade systeem (houtskeletbouw) en is afwijkend van de andere bouwknopen geen woningscheidende knoop, maar een knoop die de aansluiting tussen de woningscheidende vloer en de gevel representeert. Om verticale geluidoverdracht tussen gevelelementen en tussen de vloer en het onderliggende gevelelement zoveel mogelijk te voorkomen, zijn verende opleggingen (rubbergranulaat) toegepast. De bouwknopen 1.1 tot en met 2.5 representeren de staalskeletbouw, waarin gevarieerd wordt tussen enkele en dubbele liggers en tussen verschillende varianten van dekvloeren. Bouwknoop 2.6 representeert de staalframebouw volgens de balloonmethode. Bouwknoop 2.7 is een variant in de houtskeletbouw.
8 geluid en trillingen Bouwfysica A2 Foto s van de meetopstelling in het laboratorium waarin de bouwkundige knooppunten 2.1 tot en met 2.6 zijn opgebouwd. Knooppunt 1.1 is in een vergelijkbare opstelling opgebouwd, maar op een andere locatie A3 Foto van proefwoningen in Tiel waarin metingen zijn gedaan aan bouwkundig knooppunt 2.7 conform het Maskerade concept 10_17_Bron.indd :42:12
ontvang vloer plafond wand
1 Voorbeelddetails De modellen ter simulatie van de geluidisolatie en de looptrillingen in lichtgewicht gebouwen zijn toegepast op vier uitgekozen bouwsystemen. Naast de beschrijving van het bouwsysteem
Nadere informatieontvang vloer plafond wand
Voorbeelddetails De modellen ter simulatie van de geluidisolatie en de looptrillingen in lichtgewicht gebouwen zijn toegepast op vier uitgekozen bouwsystemen. Naast de beschrijving van het bouwsysteem
Nadere informatieontvang vloer plafond wand
Voorbeelddetails De modellen ter simulatie van de geluidisolatie en de looptrillingen in lichtgewicht gebouwen zijn toegepast op vier uitgekozen bouwsystemen. Naast de beschrijving van het bouwsysteem
Nadere informatieSlimline & Geluidisolatie
Slimline & Geluidisolatie Conclusies geluidsoverdracht bouwknoop Slimline vloersysteem Onderzoek TU/e Laboratorium voor Akoestiek en TNO Delft Meetgegevens trillingsoverdracht d.d. juni 2009 en in de praktijk
Nadere informatieMemorandum. Monitoring Systems Stieltjesweg 1 Postbus 155 2600 AD Delft
Memorandum Aan Reppel BV / Fonofloor BV t.a.v. de heer ing. R. van der Klis Postbus 102 3300 AC DORDRECHT Van prof.ir. E. Gerretsen Onderwerp Akoestische beoordeling vloersystemen Inleiding Reppel BV en
Nadere informatiePresentatie en gebruik van productgegevens. Suskasten en het bouwbesluit
Presentatie en gebruik van productgegevens Suskasten en het bouwbesluit In Nederland wordt tot nu toe de akoestische prestatie van geluidgedempte ventilatievoorzieningen (suskasten) gegeven door de geluidisolatie
Nadere informatieRapport. Case Study Geluidisolatie Appartementencomplex met Wienerberger Porotherm woningscheidende wand. Opdrachtgever: Wienerberger BV
Rapport Case Study Geluidisolatie Appartementencomplex met Wienerberger Porotherm woningscheidende wand Opdrachtgever: Wienerberger BV 4 mei 2011 Colofon Blad: 2 van 22 Plaats & Datum: Eindhoven, 4 mei
Nadere informatieSlimline & Geluidisolatie
Slimline & Geluidisolatie Samenvatting van diverse onderzoeken naar de geluidisolatie van het Slimline vloersysteem. dhr. G. van der Zanden en dhr. G. Wesdorp 2009 Slimline Buildings BV, Westplein 6, 3016
Nadere informatieEen harde vloerafwerking vraagt een flexibele oplossing
Een harde vloerafwerking vraagt een flexibele oplossing Een zwevende dekvloer met een voldoende contactgeluidsisolatie geeft de bewoners de vrijheid om een harde vloerafwerking te kiezen. Theo Scheers
Nadere informatieRekenvoorbeeld. Trillingen in vloeren. B.C.H. Vervest
Rekenvoorbeeld Trillingen in vloeren B.C.H. Vervest B e h o r e n d b i j : 1 P r o j e c t d o c u m e n t R e n o v a t i e w o o n g e b o u w D e L e e u w v a n V l a a n d e r e n, A m s t e r d
Nadere informatie12-4-2013. Meten = weten geluidsisolatie vloeren. Introductie. Uitgebreide meetmethode contactgeluidsisolatie zwevende dekvloeren in de ruwbouw
Mensen met oplossingen M+P MBBM groep www.mp.nl Meten = weten geluidsisolatie vloeren contactgeluidsisolatie zwevende dekvloeren in de ruwbouw ir. Sara Persoon 2 Introductie Wie zijn wij? Theorie: eisen
Nadere informatiebetekent één norm...
WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK GELUIDISOLATIE Scheidingswanden met gipsplaten kunnen ondanks hun lichte constructie hoog scoren als het gaat om geluidisolatie. Dat hebben ontwerpers, bouwers en gebruikers
Nadere informatieDE FLANKERENDE GELUIDISOLATIE VAN GLASWANDEN
12 3 2014 BOUWFYSICA WWW.NVBV.ORG DE FLANKERENDE GELUIDISOLATIE VAN GLASWANDEN De totale geluidisolatie tussen twee aangrenzende (kantoor)ruimten wordt niet alleen bepaald door geluidoverdracht via de
Nadere informatieBeoordelingsrapport. Woningscheidende wanden met een Bohebiflex Inbouw wandgoot
Lid NLingenieurs ISO-9001:2000 gecertificeerd Beoordelingsrapport Betreft: Rapportnummer: Woningscheidende wanden met een Bohebiflex Inbouw wandgoot A 2057-2-RA-001 Datum: 11 november 2010 (herzien d.d.
Nadere informatieLICHTE ZWEVENDE DEKVLOEREN
nederlands akoestisch genootschap NAG journaal nr. 151 mei 2000 LICHTE ZWEVENDE DEKVLOEREN Een beoordeling van de bereikbare contactgeluidisolatie verbetering van droge lichte zwevende dekvloeren op basis
Nadere informatieNotitie 4111199.N02. Akoestisch advies voor de verbouw van het fabrieks- annex kerkgebouw aan de Oudeweg te Ter Apel tot woongebouw.
Akoestisch advies voor de verbouw van het fabrieks- annex kerkgebouw aan de Oudeweg te Ter Apel tot woongebouw Inleiding In opdracht van B.B.A.W. Bouwmanagement te Norg is ten behoeve van de verdere planuitwerking
Nadere informatieBouwfysische Gegevens Akoestische Isolatie. Toelichting bij de bladen met akoestische prestaties
Bouwfysische Gegevens Akoestische Isolatie Toelichting bij de bladen met akoestische prestaties Toelichting bij de bladen met akoestische prestaties. Op het blad is de theoretisch berekende geluidisolatie
Nadere informatie1 Model ter berekening van de lucht- en contactgeluidisolatie
Model ter berekening van de lucht- en contactgeluidisolatie. Inleiding In de NEN-EN delen en [, ] worden de modellen beschreven ter bepaling van de lucht- en de contactgeluidisolatie tussen woningen in
Nadere informatieDAIDALOS PEUTZ. bouwfysisch ingenieursbureau. Inhoud. Ghislain Gielen Technical Engineer AirDeck Tel. 0032476295763 e-mail: ghislain@airdeck.
DAIDALOS PEUTZ bouwfysisch ingenieursbureau Europese groep adviesbureaus in bouwfysica, akoestiek, lawaaibeheersing, milieutechniek, brandveiligheid Ghislain Gielen Technical Engineer AirDeck Tel. 0032476295763
Nadere informatie7.3 Grenstoestand met betrekking tot de dragende functie 7.3.1 Kanaalplaatvloeren Buiging
Tabel 4 Brandwerendheidseisen met betrekking tot bezwijken (zie Bouwbesluit tabellen V) bouwconstructie brandwerendheidseis (min.) bouwconstructie waarvan bet bezwijken l~idt tot bet onbruikbaar worden
Nadere informatiePermoxx metalstud wand MS 100/1.75.1.A; laboratoriummeting geluidisolatie. Datum 13 april 2012 Referentie 20120122-01
Permoxx metalstud wand MS 100/1.75.1.A; laboratoriummeting geluidisolatie Datum 13 april 2012 Referentie 20120122-01 Referentie 20120122-01 Rapporttitel Permoxx metalstud wand MS 100/1.75.1.A; laboratoriummeting
Nadere informatieZin en onzin van neurale netwerken in de akoestiek
18 1 2011 Bouwfysica Zin en onzin van neurale netwerken in de akoestiek in dit artikel wordt gekeken naar de waarde van het gebruik van neurale netwerken in de akoestiek. specifiek is onderzocht of het
Nadere informatieBASISBOUWAKOESTIEK. Ir. Bart Ingelaere. bart.ingelaere@bbri.be - www.normen.be. http://www.bbri.be bart.ingelaere@bbri.be www.normen.
BASISBOUWAKOESTIEK Ir. Bart Ingelaere Afdeling Akoestiek Tel. 02/655.77.11 Fax 02/653.07.29 bart.ingelaere@bbri.be - www.normen.be In een wereld met toenemend lawaai zijn producten / bouwkundige oplossingen
Nadere informatieBOUWFYSICA VACUÜMISOLATIEPANELEN TOEGEPAST IN GEBOUWEN KWARTAALBLAD VAN DE NEDERLANDS VLAAMSE BOUWFYSICA VERENIGING
BOUWFYSICA KWARTAALBLAD VAN DE NEDERLANDS VLAAMSE BOUWFYSICA VERENIGING VACUÜMISOLATIEPANELEN TOEGEPAST IN GEBOUWEN LICHTGEWICHT (WOON)GEBOUWEN NEURALE NETWERKEN IN DE AKOESTIEK DAKELEMENT MET HOGE GELUIDSISOLATIE
Nadere informatieGeluidabsorptie van een aantal Sonaspray constructies
Stieltjesweg 1 Postbus 155 2600 AD Delft TNO-rapport MON-RPT-033-DTS-2008-00750 Geluidabsorptie van een aantal Sonaspray constructies www.tno.nl T +31 15 269 20 00 F +31 15 269 21 11 Datum 5 maart 2008
Nadere informatieNotitie. TNO Technical Sciences Oude Waalsdorperweg AK Den Haag Postbus JG Den Haag
Notitie Aan Eric Ivens, Hans de Haan Projectorganisatie Zuidasdok Van Dr. ir. A.P. Berkhoff, ir. M.G. Dittrich Onderwerp Resonatoren als geluidreducerende maatregel bij de Schinkelbrug Inleiding Naar aanleiding
Nadere informatieGELUIDMETING WBA 2662
Verslag van: GELUIDMETING WBA 2662 Betreft: De Dam 14 appartementen + penthouse gelegen aan de Dam te Amsterdam Gouda, 4 oktober 2018 F. Scholten Bouwtechnisch Adviseur onderdeel Woningborg Groep Rapportage
Nadere informatieMet het volgende stappenplan kan getoetst worden of naar verwachting de vereiste prestaties van 0,-5 en -20 db gehaald zullen worden.
B. Noodzakelijke gegevens ten behoeve van gedetailleerde toetsing [art. 2.1.6bijlage 1]: Gegevens omtrent de BOUWFYSISCHE eigenschappen KWALITEITSVERKLARINGEN of andere bewijsstukken om mede met het oog
Nadere informatieNotitie. Metingen Lucht- en Contactgeluidisolatie. 1. Inleiding. 2. Uitgangspunten. 2.1. Omstandigheden
Notitie Metingen Lucht- en Contactgeluidisolatie Project : Muzieklokalen Cultureel Centrum De Weijer Locatie : Boxmeer Opdrachtgever : Cultureel Centrum De Weijer Kenmerk : 10067.N01.1-BM Datum : 28 april
Nadere informatieDatum: 18 maart 2011 Ons kenmerk: 20103154.RH3851 Project: Beoordeling staalconstructie systeem FlexFrameBouw Betreft: Onderzoek brandwerendheid
Adviseurs voor milieu, geluid, trillingen, brand en bouwfysica Alcedo bv Keizersweg 26 Postbus 140, 7450 AC Holten T: (0548) 63 64 20 F: (0548) 63 64 30 FlexFrameBouw bv T.a.v. de heer J. Douwes Kalanderstraat
Nadere informatieRapport. Akoestische kwaliteit van vloerafwerkingen. Datum: 11 mei 2010 TS/TS/ /AG 16408-3-RA. 1. Inleiding
Rapport Lid ONRI ISO-9001: 2000 gecertificeerd Betreft: Rapportnummer: Akoestische kwaliteit van vloerafwerkingen AG 16408-3-RA Datum: 11 mei 2010 Ref.: TS/TS/ /AG 16408-3-RA 1. Inleiding In voorliggend
Nadere informatieCAUBERG-HUYGEN Ir: RAADGEVENDE INGENIEURS BV ---r-1
CAUBERG-HUYGEN r: RAADGEVENDE NGENEURS BV ---r-1 Contactgeluidisolatie zwevende dekvloer met!somo Floor db; laboratoriummetingen Datum 25 augustus 2008 Referentie 20072805-01 CAUBERG-HUYGEN ~ RAADGEVENDE
Nadere informatieLaboratoriummetingen Voor Sonacoustic International BV
Laboratoriummetingen Voor Sonacoustic International BV Aborptiemetingen aan Power Acoustics Opdrachtgever Sonacoustic International b.v Contactpersoon de heer R. Hylkema Kenmerk R058906ab.00001.hve Versie
Nadere informatieGeluidisolatie. Verleden heden toekomst. Ir W.G.M. Beentjes. NSG Geluidhinderdag maart 2014
Geluidisolatie Verleden heden toekomst Ir W.G.M. Beentjes NSG Geluidhinderdag 2014 26 maart 2014 Inhoud! Beschrijving Nederlandse woningen! Globale ontwikkelingen bouwkunde! Eisen aan de nieuwbouw! Kwaliteit
Nadere informatiehttp://www.daidalos.be
anwending van prognosemethoden invloed op het ontwerp en op de uitvoering Paul Mees DIDLOS bouwfysisch ingenieursbureau http://www.daidalos.be Deze lezing handelt over de rekenmethodes NBN EN 124-1&2 voor
Nadere informatieNIEUWBOUW LEGERINGSGEBOUW TE BREDA NAGALMTIJD
BOUWFYSISCH RAPPORT NIEUWBOUW LEGERINGSGEBOUW TE BREDA NAGALMTIJD Project 121318-RH 22 mei 2013 Versie 1.0 Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding... 3 2 Uitgangspunten... 3 3 Situatie... 3 4 Geluidabsorptie
Nadere informatieHet voorspellen van de akoestiek in sportzalen
Het voorspellen van de akoestiek in sportzalen Het toetsen van de rekenmethode Stageonderzoek Jelmer Niesten 21/05/15 Kennisdag Bouwfysica 2015 1/18 Introductie Stageonderzoek: akoestiek in sportzalen
Nadere informatieLaagfrequente geluidroosters ir. Chris van Dijk (Alara-Lukagro) Huijgensweg 3, 2964 LL Groot-Ammers 0184-661700 ch.van.dijk@alara-lukagro.
Laagfrequente geluidroosters ir. Huijgensweg 3, 2964 LL Groot-Ammers 0184-661700 ch.van.dijk@alara-lukagro.com, Een akoestisch rooster dient altijd twee doelen. Enerzijds is er een geluidseis en anderzijds
Nadere informatieVoorzetwanden: vrijstaand stijl- en regelwerk (hout of metaal)
Voorzetwanden: vrijstaand stijl- en regelwerk (hout of metaal) De R w - waarde van een wandopbouw wordt gemeten in het akoestisch laboratorium of berekend op basis van voorspellingsmodellen (EN 12354).
Nadere informatieBEOORDELING GELUIDWERING WOONSTUDIOS HELFTHEUVEL 3840-R-V1.0
BEOORDELING GELUIDWERING WOONSTUDIOS HELFTHEUVEL 3840-R-V1.0 BEOORDELING GELUIDWERING volgens Bouwbesluit 2012 Omzetting kantoor helftheuvel naar woonstudio s Kenmerk: 3840-R-V1.0 Datum rapport : s-hertogenbosch
Nadere informatieGeluidisolatie met gipsblokken
www.multigips.nl Geluidisolatie met gipsblokken De wensen op het gebied van wooncomfort stijgen voordurend, zoals de behoefte aan maximale privacy en minimale geluidoverlast van buren. Tegelijkertijd zijn
Nadere informatieGELUIDMETING. Verslag van: Betreft: Contactgeluid transmissie appartementen aan de Melissantstraat in Rotterdam
Verslag van: GELUIDMETING Betreft: Contactgeluid transmissie appartementen aan de Melissantstraat in Rotterdam WBA0001874.09.2 Gouda, 21 september 2015 Ing. L. Blokland Woningborg Advies B.V. Rapportage
Nadere informatieGeluidlek van TivoliVredenburg. wat leren we ervan? Arnold Koopman Eddy Gerretsen Sven Lentzen
Geluidlek van TivoliVredenburg wat leren we ervan? Arnold Koopman Eddy Gerretsen Sven Lentzen Inhoud Over het gebouw Over het lek Over de oplossing Bouwende partijen, HH Architecten Zonneveld Ingenieurs
Nadere informatieAkoestisch onderzoek geluidwering gevel nieuwbouw 24 appartementen hoek Rijnlandstraat Landscheidingstraat te Leidschendam Centrum
Akoestisch onderzoek geluidwering gevel nieuwbouw 24 appartementen hoek Rijnlandstraat Landscheidingstraat te Leidschendam Centrum Opdrachtgever: Contactpersoon: Bouwfonds Ontwikkeling BV (regio Zuid-West)
Nadere informatieRapport 2004.2831-1: Climarad verwarmings- en ventilatie-unit; geluidwering
BAm/2004.2831/DFi 28 januari 2005 Opdrachtgever: Brugman Radiatorenfabriek B.V. Postbus 9 7650 AA TUBBERGEN Contactpersoon: de heer ir. R. van Holsteijn (Van Holsteijn en Kemna) Behandeld door: ing. B.J.
Nadere informatieGELUIDISOLATIE VAN VERPLAATSBARE WANDEN
Plafond Wand Theo Scheers AkoeSSSTisch GELUIDISOLATIE VAN VERPLAATSBARE WANDEN Door de juiste materialen en constructies te kiezen, kan een belangrijke bijdrage worden geleverd aan een goede akoestiek
Nadere informatieLuchtgeluidisolatie Soundblox wand; laboratoriummetingen. Datum 30 juli 2015 Referentie
Wilhelm Röntgenstraat 4 8013 NE ZWOLLE Postbus 1590 8001 BN ZWOLLE T +31 (0)38-4221411 F +31 (0)38-4223197 E zwolle.ch@dpa.nl www.dpa.nl/cauberg-huygen Luchtgeluidisolatie Soundblox wand; laboratoriummetingen
Nadere informatieGELUIDSISOLATIE VAN HOUTEN DRAAGVLOEREN
GELUIDSISOLATIE VAN HOUTEN DRAAGVLOEREN 1. De IsolGomma oplossingen blz 2 Roll Grei Upgrei zwevende chape zwevende chape / droge dekvloer zwevende chape / droge dekvloer Acousticmat KF1-700 Acousticmat
Nadere informatieWoongeluiden: eisen we genoeg? Presentatie NSG - Gertjan Verbaan @DGMR Adviseurs
Woongeluiden: eisen we genoeg? Presentatie NSG - Gertjan Verbaan @DGMR Adviseurs Voorbeeld van geluid 2 Wat blijft er over? 3 Percentage gehinderden 4 Relatie met geluidisolatie Onderzoek RIGO 1997 sociale
Nadere informatieinnovation in insulation
warmte vocht geluid 2.000 / BG / 12-2004 Bergman Grafimedia Deze uitgave is met de meeste zorg samengesteld. Eventuele wijzigingen en zetfouten ten alle tijde voorbehouden. Geluid Inleiding Aan geluid
Nadere informatieLAAGFREQUENT GELUID WINDPARK DE
LAAGFREQUENT GELUID WINDPARK DE VEENWIEKEN Datum 2 juli 2015 Van D.F. Oude Lansink, Pondera Consult Betreft Analyse Laagfrequent geluid windpark De Veenwieken Projectnummer 714068 M1 Inleiding In opdracht
Nadere informatieHOUTEN DRAAGVLOER & GELUIDSISOLATIE
HOUTEN DRAAGVLOER & GELUIDSISOLATIE 1 HOUTEN DRAAGVLOER 1 ACHERGRONDINFORMATIE WAAROM DEZE INFOBROCHURE? blz 3 MASSA-VEER-MASSA SYSTEEM blz 4 GELUIDSISOLATIE STEENACHTIGE VLOEREN TOV HOUTEN DRAAGVLOEREN
Nadere informatieMemo TNO reflecties achterzijde schermen
BIJLAGE 12 Memo TNO reflecties achterzijde schermen Akoestisch onderzoek OTB/MER 2 e fase Ring Utrecht Deelrapport Specifiek - 3 - Notitie Aan Royal HaskoningDHV, t.a.v. Jan Derksen Van Arno Eisses Gebouwde
Nadere informatieHKO/2001.0382/SDE 19 maart 2001. Opdrachtgever: Karaat Parket De Noesten 52 9431 TC WESTERBORK. Contactpersoon: de heer J.
HKO/2001.0382/SDE 19 maart 2001 Opdrachtgever: Karaat Parket De Noesten 52 9431 TC WESTERBORK Contactpersoon: de heer J. Nienhuis Behandeld door: mevr. ing. H. Koerts ing. W.J. Eschbach Cauberg-Huygen
Nadere informatieVoor ingebruikname. Ingebruikname
Geluidsisolatie Genormaliseerde luchtgeluidisolatie scheidingsconstructie. R def = L z L o + 10 log S/A [db(a)] L z = geluiddrukniveau in zendvertrek [m 2 ] L o = geluiddrukniveau in ontvangvertrek [db]
Nadere informatieMEETRAPPORT. Meting trillingen vanwege railverkeer bij woningbouwlocatie Knopenfabriek aan de Wallerstraat te Nijkerk
M+P - raadgevende ingenieurs Müller-BBM groep geluid trillingen lucht bouwfysica Visserstraat 50, Aalsmeer Postbus 344 1430 AH Aalsmeer T 0297-320 651 F 0297-325 494 Aalsmeer@mp.nl www.mp.nl MEETRAPPORT
Nadere informatieRapport. Laboratorium voor Akoestiek
Rapport Lid ONRI ISO-9001: 2000 gecertificeerd Laboratorium voor Akoestiek bepaling van de contactgeluidisolatie verbetering van een zandcement dekvloer op PUR-schuim onderlaag fabrikaat Nestaan Holland
Nadere informatieNotitie beoordeling koudebruggen
Notitie beoordeling koudebruggen Betreft Blok 5 AB Houthaven te Amsterdam Opdrachtgever Vorm Ontwikkeling Contactpersoon De heer J. Verhaar Werknummer 813.307.00 Versie Datum editie 1 15 oktober 2015 Inleiding
Nadere informatieOnder de dekvloer Demtec ES Onder dekvloeren, hout en beton. Onder dekvloeren, hout en beton. . Soms wordt ook de (oude) ΔL w
GRANISOVLOERen Vilton Granisovloeren zijn dunne geluidisolerende vloersystemen voor zwevende dekvloeren. De akoestische vloeren zijn vervaardigd uit gerecycled rubbergranulaat. Er zijn verschillende soorten
Nadere informatieTraditioneel parket in appartementen.
Traditioneel parket in appartementen. Traditioneel parket in nieuwbouw appartementen. Een goede keus en geen probleem, mits er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Parketvloeren zijn in. Veel nieuwe
Nadere informatieDe Grote Vaart Pieter Zeemanlaan te Papendrecht
De Grote Vaart Pieter Zeemanlaan te Papendrecht geluidwering tussen woningen Opgesteld door: Datum: 2 mei 2011 S&W Consultancy Rapportnr: 2110489 Postbus 5185 Versie: 1 4380 KD Vlissingen Tel: 0118 442
Nadere informatieStatische calculatie Country High 8 x 2 m. NL14200 brug Aetsveld B rev0. Ir. EHM Volker. Streetlife Bv. Oude Singel 144.
Statische calculatie Country High 8 x 2 m NL14200 brug Aetsveld B3 Country High brug model 28-9-2015 rev0 Ir. EHM Volker Streetlife Bv Oude Singel 144 2312 RG Leiden T:071-524 6846 www.streetlife.nl streetlife@streetlife.nl
Nadere informatieInsulation technology. Houtmassiefbouw CONTACTGELUIDSISOLATIE
Insulation technology Houtmassiefbouw CONTACTGELUIDSISOLATIE houtmassiefbouw - contactgeluidsisolatie 08/01/2016 2 laboratoriumtests houtmassiefbouw 1. XLAM draagvloer 14 cm 2. zwevende chape 3. droge
Nadere informatieFLEXIDAL RUBBER Bosstraat 20 9880 AALTER
Akoestische rubberstrips Acoustrip730 10 mm zacht type technische fiche: klik hier Stywall S10 ADM 10 mm hard type technische fiche: klik hier Stywall AD 6 mm hard type technische fiche: klik hier Stywall
Nadere informatieAkoestische kwaliteit van de woningbouw in Nederland Ir. M.L.S.Vercammen, Peutz bv, Mook, Nederland, m.vercammen@mook.peutz.nl, www.peutz.
Akoestische kwaliteit van de woningbouw in Nederland Ir. M.L.S.Vercammen, Peutz bv, Mook, Nederland, m.vercammen@mook.peutz.nl, www.peutz.nl 1. Inleiding In deze voordracht wordt een beeld geschetst van
Nadere informatieIndicatieve bepaling brandwerendheid tegel PL2/40+A gemonteerd op een spouw met steenwol tegen een staalplaat met verstijvingen.
Indicatieve bepaling brandwerendheid tegel PL2/40+A gemonteerd op een spouw met steenwol tegen een staalplaat met verstijvingen. Bepaling van het temperatuurverloop in de constructie bij verhitting volgens
Nadere informatieAkoestische absorptie en diffusiteit
Mensen met oplossingen M+P MBBM groep www.mp.nl Rapport Wonderwall Wandelementen Akoestische absorptie en diffusiteit M+P.WON.12.01.1 30 januari 2013 Colofon Opdrachtnemer Opdrachtgever M+P Raadgevende
Nadere informatieThe British School of Amsterdam
The British School of Amsterdam Akoestisch onderzoek inzake vergunning W01/0565 2005 d.d. 2 mei 2006; wijziging aan achterzijde van stenen hoofdgebouw Rapportnummer SB 625-1-RA-001 d.d. 30 oktober 2015
Nadere informatieLaboratorium onderzoek geluidwering Climarad verwarmings en ventilatie Unit. Datum 17 mei 2017 Referentie
Stationsweg 2 8011 CZ ZWOLLE Postbus 1590 8001 BN ZWOLLE T +31 (0)38-4221411 F +31 (0)38-4223197 E zwolle.ch@dpa.nl www.dpa.nl/cauberg-huygen K.v.K 58792562 IBAN NL71 RABO 0112 075584 Laboratorium onderzoek
Nadere informatieDe nieuwe norm NBN S : Gevelgeluidisolatie
De nieuwe norm NBN S01-400-1 : Nieuwe eisen gevelgeluidisolatie D Atr In afgewerkte toestand controleerbaar in situ : Meetformule (EN ISO 140-5) In ontwerpstadium te berekenen : Rekenformule (EN 12354-3)
Nadere informatieAKOESTISCHE OPTIMALISATIE van HOUTSKELETBOUW (AH+)
AKOESTISCHE OPTIMALISATIE van HOUTSKELETBOUW (AH+) APPARTEMENTEN Metingen Mock up MBS, Beringen Gebruikersgroepvergadering AH+ 22/02/2012 Mock up MBS, methodiek VERTIKAAL (appartementen) 1/ scheidingsvloer:
Nadere informatieTechnische informatie. kantoren
Technische informatie kantoren appartementen bestaande fundering Inleiding Renovatieprojecten Slimline is een unieke combinatie van plafond, installatieruimte en topvloer. Slimline is dunner, lichter en
Nadere informaties tichting ouw esearch Geluidisolatie: ankerloze spouwmuur of enkelvoudige muur Copyright SBR, Rotterdam
s tichting ouw esearch Geluidisolatie: ankerloze spouwmuur of enkelvoudige muur stichtingbouwi-esearch Geluidisolatie: ankerloze spouwmuur of enkelvoudige muur Rotterdam, 1988 De stichting stelt zich
Nadere informatieakoestisch rapport toetsing interne geluidisolatie Klooster Koningsoord Berkel-Enschot Roozen van Hoppe Wilhelminadijk 7 5089 NT HAGHORST
Behoort bij besluit van Burgem eester en Wethouders d a t u m : 12 mei 2016 r eg.n r. : Z-HZ_WABO-2016-00516 b esl u i t : Toegekend Nam ens dezen, de m anager Vergunningen van de afdeling Dienstverlening
Nadere informatieRapport. Rapportnummer: A Datum: 19 augustus 2004 TS/SD/DB/A RA. Rapportnummer A d.d. 19 augustus 2004
Rapport Lid ONRI ISO-9001: 2000 gecertificeerd Laboratorium voor Akoestiek Bepaling van de contactgeluidisolatieverbetering van diverse verend opgelegde houten parketvloeren fabrikaat OSBE Parket Rapportnummer
Nadere informatieGlas en akoestische isolatie Decibels berekenen
Geluid Algemeen Geluid wordt veroorzaakt door trillingen of golven die zich voortplanten in de lucht, een vloeistof of vaste materie zoals een muur. Het gaat om minieme veranderingen in de luchtdruk die
Nadere informatieRapport : Laboratorium geluidabsortiemetingen; product Artwall van Incatro B.V.
JBR/2000.2165/WLM 26 januari 2001 Opdrachtgever: Incatro B.V. Roerderweg 39a 6041 NR ROERMOND Contactpersoon: de heer C. Huijskens Behandeld door: ing. J. Bril Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs B.V.
Nadere informatieAKOESTISCHE RENOVATIE deel 2 : INTERIEUR
AKOESTISCHE RENOVATIE deel 2 : INTERIEUR Marcelo BLASCO - Charlotte CRISPIN - Bart INGELAERE - Manuel VAN DAMME - Debby WUYTS >> Afdeling Akoestiek - WTCB debby.wuyts@bbri.be Technologisch Adviseur Bouwakoestiek
Nadere informatieBepalingsmethoden van schermeigenschappen
M+P MBBM groep www.mp.nl Mensen met oplossingen Bepalingsmethoden van schermeigenschappen Wout Schwanen NSG-bijeenkomst geluidschermen 6 september 2016 2 Schermen als geluidmaatregel Geluidschermen Vaak
Nadere informatieNOTITIE. Datum 14 september 2016 Projectnaam Matrix VII Werknummer RNL Warmteweerstand gebouwschil ir. J.A. Pleysier Ir. M.
NOTITIE Datum 14 september 2016 Projectnaam Matrix VII Werknummer Van ir. J.A. Pleysier Ir. M.Ritmeijer Aan OT Deerns Nederland B.V. Bouwfysica & Energie Fleminglaan 10 2289 CP Rijswijk Postbus 1211 2280
Nadere informatieGyproc SoundBloc. Verwerkingsvoorschriften. TvE-10-09.1
Gyproc SoundBloc Verwerkingsvoorschriften TvE-10-09.1 1. Gyproc SoundBloc Systemen Hogere geluidsisolatie voor meer comfort! De vraag naar akoestisch comfort wordt steeds groter. Een toenemend deel van
Nadere informatieGELUIDSTECHNISCHE ASPECTEN VAN EEN EXPERIMENTEEL WANDELEMENT
GELUIDSTECHNISCHE ASPECTEN VAN EEN EXPERIMENTEEL WANDELEMENT Ing. C.J.A.M. HUIJBREGTS, ing. J. DE KLEINE, ing. P.A.M. OFFERMANS, dr.ir.s.p.g.moonen TUE/CCO/02-21 INHOUDSOPGAVE AFBEELDINGENLIJST 1 1 INLEIDING
Nadere informatieTechnische informatie
Technische informatie kantoren appartementen bestaande fundering INLEIDING Slimline is een unieke combinatie van plafond, installatieruimte en topvloer. Slimline is dunner, lichter en duurzamer dan alternatieve
Nadere informatieCalduran Kalkzandsteen Dilatatierichtlijnen
Calduran Kalkzandsteen Dilatatierichtlijnen Versie december 2004 Calduran Kalkzandsteen Bouwtechniek en Voorlichting Postbus 97 3840 AB Harderwijk (0341) 464 004 Calduran Kalkzandsteen Dilatatierichtlijnen
Nadere informatie"EVALUATIE VAN AKOESTISCHE VOORZIENINGEN IN DIRECTIEKANTOOR DE KERN TE ALMERE-HAVEN" door. Ing. W.F. Landheer. 1979-36 Ado januari
W E R K D O C U M E N T "EVALUATIE VAN AKOESTISCHE VOORZIENINGEN IN DIRECTIEKANTOOR DE KERN TE ALMERE-HAVEN" door Ing. W.F. Landheer 1979-36 Ado januari \+. R I J K S D I E N S T V O O R D E I J S S E
Nadere informatieRapport. Concept. Laboratorium voor Akoestiek
Rapport Lid NLingenieurs ISO-9001 gecertificeerd Concept Laboratorium voor Akoestiek Bepaling van de geluidisolatie van een verplaatsbare systeemwand type Obi-wand met aluminium stijlen, fabrikaat Obimex
Nadere informatiede weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype.
TNO heeft een onderzoek naar de invloed van een aantal parameters op de wrijvings- en weerstandscoëfficiënten van DEC International -slangen en -bochten uitgevoerd (rapportnummer 90-042/R.24/LIS). De volgende
Nadere informatieLaboratorium voor Akoestiek. Bepaling van de geluidisolatie van glazen wand, type 'Stadip 55/2' met deur, fabrikaat Obimex B.V.
Laboratorium voor Akoestiek Bepaling van de geluidisolatie van glazen wand, type 'Stadip 55/2' met deur, fabrikaat Obimex B.V. Rapportnummer A 3021-2-RA-001 d.d. 19 februari 2016 Laboratorium voor Akoestiek
Nadere informatieT +32 (0) F +32 (0) Kernenergiestraat Antwerpen Belgium
MERFORD NOISE CONTROL B.V INDUSTRIEGEBIED GORINCHEM-OOST II POSTBUS 160, 4200 AD GORINCHEM FRANKLINWEG 8, 4207 HZ GORINCHEM TELEFOON +31 (0)183-675000 TELEFAX +31 (0)183-626440 K.V.K. NR. 23041114 BTW.
Nadere informatiePROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE C
ONDERWERP Laagfrequent geluid transformatorstation locatie Wijk aan Zee PROJECTNUMMER C05057.000084 DATUM 18 juni 2019 ONZE REFERENTIE 083924531 C VAN Erik Koppen Inleiding Voor het transformatorstation
Nadere informatieAkoestisch onderzoek Hoogveldseweg te Mill
+ Huisvestingadvies 00.236 Akoestischonderzoek HoogveldsewegteMill versie.0 datum 25oktober202 auteur Ing.M.Schipperen bestand Rapport afdrukdatum 25oktober202 voor accoord Ing.M.Schipperen(projectleider)
Nadere informatieTrillingoverdrachtverzwakking in de praktijk bij enkele knooppunten met ankerloze spouwmuren van cellenbeton 1
nederlands akoestisch genootschap NAG journaal nr. 188 november 28 Trillingoverdrachtverzwakking in de praktijk bij enkele knooppunten met ankerloze spouwmuren van cellenbeton 1 H.J. Martin 1, J.P. Smits
Nadere informatieSamenvatting Samenvatting Seiches zijn opslingerende staande golven die in afgesloten havenbekkens kunnen ontstaan, wanneer vanaf zee golven met specifieke golflengtes de haven binnen dringen. In het Europoortgebied
Nadere informatieUitbreiding tweede openluchtschool te Amsterdam. Beperking van galm. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L.
Uitbreiding tweede openluchtschool te Amsterdam Beperking van galm Rapportnr: 2161296 Datum: 20-12-2016 Versie: 1 Contactpersoon: L. Mol Samenvatting Bij de uitbreiding van de tweede openluchtschool te
Nadere informatiePostbus 58 4200 AB GORINCHEM. Lange Kleiweg 5 Postbus 1090 2280 BC RIJSWIJK. Notified Body Nr.: 1234. Niet-dragende wand met Attema hollewanddozen
CLASSIFICATIE VAN DE BRANDWERENDHEID VOLGENS EN 13501-2:2007+A1:2009 VAN EEN NIET-DRAGENDE WANDCONSTRUCTIE VOORZIEN VAN HOLLEWANDDOZEN MET VERSCHILLENDE TYPEN BEDRADING Opdrachtgever: Attema B.V. Postbus
Nadere informatieIndicatieve bepaling brandwerendheid tegel PL2/40 gemonteerd op een spouw met steenwol tegen een staalplaat.
Indicatieve bepaling brandwerendheid tegel PL2/40 gemonteerd op een spouw met steenwol tegen een staalplaat. Bepaling van het temperatuurverloop in de constructie bij verhitting volgens de koolwaterstofkromme.
Nadere informatiePsi-waarden ( ) in de EPC-berekening. Het bepalen van de -waarden (spreek uit: psi-waarden) en het invoeren daarvan in de EPC-berekening.
Psi-waarden ( ) in de EPC-berekening Probleem Het bepalen van de -waarden (spreek uit: psi-waarden) en het invoeren daarvan in de EPC-berekening. Oplossingsrichtingen Oplossingsrichtingen Om de?-waarden
Nadere informatieSlimline Technische Informatie. brochurea4 Techniek SlimLineRBui1 1 27-03-2008 13:18:41
Slimline Technische Informatie brochurea4 Techniek SlimLineRBui1 1 27-03-2008 13:18:41 Inleiding Slimline is een unieke combinatie van plafond, installatieruimte en topvloer. Slimline is dunner, lichter
Nadere informatie