Programmabegroting Versie:

Transcriptie

1 Programmabegroting 2016 Versie:

2 elektrische boten en daarmee de vraag naar oplaadpunten neemt echter toe en er dreigt een wildgroei aan allerlei verschillende oplaadpunten te ontstaan. Dit is een onwenselijke ontwikkeling gezien het uiterlijk van de openbare ruimte. Ook voor particulieren begint er vraag te ontstaan. Voor pleziervaartuigen zou er een aantal algemene locaties moeten worden aangewezen. De vraag ernaar op dit moment is nog beperkt. We verwachten echter dat dit toeneemt. Voor pleziervaartuigen zou aansluiting kunnen worden gezocht bij het beleid dat bestaat voor oplaadpalen voor auto s. In 2016 zal voor zowel de bedrijfsvaart als de pleziervaart moeten worden onderzocht hoe de behoefte voor oplaadpunten ruimtelijk het beste kan worden ingevuld en zullen er dus regels worden ontwikkeld mbt oplaadpunten voor elektrisch varen. 5B2.2 Exploiteren havens en waterwegen In 2016 is er klein onderhoud gepland in de Passantenhaven en de Charterhaven. Op basis van het beheerplan zorgt de gemeente voor schone sanitaire voorzieningen in de Passantenhaven (o.a. controle op legionella). 5B2.3 Behandelen ligplaatsvergunningen Conform de nieuwe verordening op de bedrijfsvaartuigen en het nieuwe ligplaatsenplan bedrijfsvaartuigen zullen de vergunningen worden uitgegeven. 5B2.4 Handhaven gebruik openbaar water In 2016 wordt toezicht en handhaving uitgevoerd op veilig watergebruik om ervaren overlast op het water te verminderen. Doel is het tegengaan van vervuiling op, het voorkomen van overlast en schade, het tegengaan van illegaal gebruik en het verbeteren van het gebruik van water. De inzet blijft hetzelfde als in 2015: watergebruikers informeren over de regels van (vaar)water en versterken van de informatiepositie en samenwerking met de politie en andere toezichtspartners. Effectindicatoren bij 5B Openbaar water Effectindicator Realisatie Streefwaarden Bron Doel 5B2 Verbeteren waterkwaliteit 5B2.a Beoordeling onderhoud watergangen 6,6 (2011) 6,7 (2013) 6,6 (2015) - 7,0-7,0 Stadsenquête Doel 5B3 Recreatieve waarde water vergroten 5B3.a Rapportcijfer door Leidenaren voor de recreatieve kwaliteit van groen en water in Leiden 7,0 (2010) 6,6 (2013) 7,0 (2015) - 7,3-7,3 Stadsenquête Beleidsterrein 5C Openbaar groen Leiden is een compacte stad met relatief weinig groen binnen de gemeentegrenzen. Dat hoeft het woongenot niet te beperken, als het kleinschalige groen in de stad maar van hoge kwaliteit is en de natuurlijke en recreatieve verbindingen met grotere groengebieden buiten de stad maar goed zijn. Direct rondom Leiden liggen namelijk grotere en diverse groengebieden zoals het plassengebied, de duinen, horsten en het Groene Hart. Met de aanleg van het Singelpark en het opknappen van bestaande parken investeert Leiden de komende jaren flink in het groen in de stad. In samenwerking met de regionale partners worden projecten ontwikkeld om het groen in het ommeland van de stad bereikbaar en van hogere kwaliteit te maken. Omdat kennis bijdraagt aan de waardering voor groen en natuur, wordt ook geïnvesteerd in natuur- en milieueducatie en in communicatie over het groen en de natuur in de stad. Naast een goede kwaliteit van het groen zelf, is het van belang dat deze structuren bekend zijn, gewaardeerd worden en goed gebruikt worden door de inwoners van Leiden. Bewoners worden steeds belangrijker voor het groen in de stad. In de participatie heeft de gemeente een belangrijke rol in het afstemmen van vraag en aanbod, belangengroepen met elkaar in contact brengen, waar mogelijk initiatieven faciliteren, concrete mogelijkheden bieden om onderling kennis en diensten uit te wisselen, convenanten afsluiten. Er wordt als uitwerking van de structuurvisie 2025 structureel geïnvesteerd in de groenstructuren die er zijn, met name in de parken en de samenhang tussen de groengebieden. Kwaliteitsverbetering en een kwaliteitsslag van het groenbeheer krijgen daarbij de volle aandacht. Het is onze ambitie om het groen in de stad te behouden en, waar mogelijk, te versterken. Dit met aandacht voor biodiversiteit conform de duurzaamheidsambities van de gemeente Leiden. We willen dit realiseren met gebruik van bestaande middelen, door prioriteiten te stellen en door een gerichte inzet van het beschikbare budget. 64 Beleidsbegroting

3 Het groene en recreatieve karakter van de Oostvlietpolder wordt versterkt volgens het door de gemeenteraad vastgestelde Toetsingskader Oostvlietpolder. Speerpunten van gemeentebeleid zijn de aanleg van een recreatieve verbinding tussen recreatiegebied Vlietland, de Oostvlietpolder en polderpark Cronesteyn en de duurzame inpassing van de RijnlandRoute. Doelen en prestaties bij 5C Openbaar groen Doel 5C1 Behoud van de kwaliteit van het openbaar groen Prestatie 5C1.1 Doorontwikkelen beleid groen 5C1.2 Renoveren en herinrichten parken 5C1.3 Beheren openbaar groen 5C1.4 Behandelen kapvergunningen 5C2 Verbeteren kwaliteit en vergroten recreatieve waarde openbaar groen 5C2.1 Ontwikkelen en uitvoeren beleid dierenwelzijn en biodiversiteit 5C2.2 Opvang zwerfdieren 5C2.3 Ontwikkelen en uitvoeren beleid regionaal groen 5C2.4 Uitvoeren ontwikkelplan Oostvlietpolder 5C2.5 Aanleggen Singelpark 5C1.1 Doorontwikkelen beleid groen In 2016 wordt het uitvoeringsprogramma voor de verbetering van de groene hoofdstructuur opgesteld. Hierin zijn de maatregelen opgenomen om het groensysteem in de stad zo robuust en kwalitatief hoogwaardig mogelijk te maken, conform de ambities uit de Structuurvisie 2025 en de Kadernota kwaliteit openbare ruimte, die zijn gebundeld in de Nota Versterken en verbinden van Groen in Leiden (2013). Het uitvoeringsprogramma loopt van Het uitvoeringsprogramma is afhankelijk van bestaande budgetten. Deze mogelijkheden worden bij het uitvoeringsprogramma zelf in kaart gebracht. In 2015 is een Beeldkwaliteitsplan groene hoofdstructuur opgesteld, waarin de huidige (beeld)kwaliteit van de groenstructuur naast het gewenste beeld wordt gezet. Het verschil tussen het huidige en het gewenste beeld vormt de basis voor het uitvoeringsprogramma. Met name de lijnen in de stad en de verbindingen met de omgeving zijn belangrijk. De duurzaamheidsambities van Leiden zetten in op een groenere stad en op een hogere biodiversiteitswaarde van het bestaande en nieuwe groen in de stad. Om een hoogwaardig groene stad te realiseren worden reststukjes en overhoeken omgevormd naar aantrekkelijke onderdelen van de openbare ruimte in de buurt of wijk waarbij de verbetering van biodiversiteit ook hier het leidende beginsel is. In 2016 wordt op basis van het Beeldkwaliteitsplan een uitvoeringsprogramma voor de verbetering van de groene hoofdstructuur opgesteld. Onderdeel hiervan vormt een onderzoek naar mogelijkheden van verbetering van de biodiversiteit van het groen in Leiden en een inventarisatie van reststukjes en overhoeken die in aanmerking komen tot omvorming. In 2016 wordt gestart met de versterking van de groene ruggengraat van Park Leidse Hout naar Dieperhout, conform de Structuurvisie. 5C1.2 Renoveren en herinrichten parken De gemeente Leiden heeft binnen haar grenzen verscheidene stadsparken en groenplekken. Het doel is om de parken in goede conditie te houden door deze ongeveer eens in de 25 jaar te renoveren. Daarmee wordt een park weer toekomstbestendig en beantwoordt weer aan de veranderende behoeften van gebruikers. Het investeringsplan volgt een meerjarenplanning. Deze planning is gebaseerd op de afschrijving of slijtage van een park; de looptijd van het beheerplan (25 jaar); de Structuurvisie tot 2025 en het Structuurplan Groen (2013); en de dynamiek in de omgeving, zoals wijkvisies, bouwplannen of burgerinitiatieven. De planning van het groot onderhoud is maatwerk en er is flexibiliteit nodig om te kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen. In 2016 wordt het Heempark gerenoveerd. Dit is in verband met capaciteitsproblemen doorgeschoven vanaf 2013 naar 2016 en is onder meer gericht op het beter beheerbaar maken. Daarnaast vindt in de periode de renovatie plaats van het Morspark, naar aanleiding van het burgerinitiatief Morslint. Ook wordt de Oprijlaan van Rhijnhof aangepakt in het kader van gemeentelijke afspraken over het Masterplan Rhijnhof. In 2016 wordt het kaderbesluit Groen in de Zeeheldenbuurt genomen en vervolgens de uitvoering voorbereid. In het project Groen in de Zeeheldenbuurt worden drie projecten uit het uitvoeringsprogramma Zeeheldenbuurt samen genomen: Ommetjes in de Zeeheldenbuurt (project 3): het realiseren van een aaneengesloten voetpadenstructuur in de Zeeheldenbuurt en langs de oevers van het eiland voor wandelaars; Vergroenen en verbeteren van de openbare ruimte van de Zeeheldenbuurt (project 9): het vergroenen van de stenige straten in de Zeeheldenbuurt, stukjes van straten, tuinen en vergroenen van privaat gebied Beleidsbegroting 65

4 met als doel dat bewoners elkaar meer kunnen ontmoeten en verblijven op straat. Een ander doel is een duurzame buurt te realiseren die de gevolgen van klimaatverandering kan opvangen; Herontwikkeling Park Zeeheldenbuurt en Bontekoe (project 4): het huidige Zeeheldenpark inrichten als intensief te gebruiken, toegankelijke, uitnodigende groene ruimte voor alle buurtbewoners, incidentele bezoekers van buiten de buurt en ondernemers en werknemers van bedrijventerrein de Waard. Dit park te verbinden aan de groene zone Bontekoe en daarmee onderdeel te zijn van de ommetjes. 5C1.3 Beheren openbaar groen In 2016 wordt voor groen ingezet op vergroting van participatie bij de inrichting en beheer als basis van de in ontwikkeling zijnde visie op openbare ruimte. De basis inrichting openbare ruimte is een uitgangspunt van de in ontwikkeling zijnde visie op de openbare ruimte. 5C1.4 Behandelen kapvergunningen Sinds 2015 gaat de gemeente op een andere manier om met het bestaande bomenbestand. Het bestaande bomenbestand wordt gezien als ruimtelijke kwaliteit. Bij ruimtelijke ingrepen wordt zorgvuldig gekeken hoe bomen behouden kunnen blijven. Pas in het uiterste geval wordt tot kap overgegaan. Bij ruimtelijke ingrepen door de gemeente zelf wordt beter toezicht gehouden op het behoud en eventuele kap van bomen. Verder wordt het toezicht op illegaal kappen en verleende kapvergunningen geïntensiveerd. 5C2.1 Ontwikkelen en uitvoeren beleid dierenwelzijn en biodiversiteit In de gemeentelijke Nota Dierenwelzijn (2011) is vastgelegd welke onderwerpen op het terrein van dierenwelzijn voor Leiden relevant zijn om aandacht aan te besteden binnen de ruimte die de landelijke wetgeving daartoe biedt. Het betreft hier met name de Wet Dieren. Deze betrekkelijk nieuwe wet (januari 2013) is een raamwet. Veel onderwerpen die behandeld werden in afzonderlijke wetten zoals de Wet op de Dierenbescherming en de Gezondheid en Welzijnswet Dieren, zijn nog niet uitgewerkt voor de nieuwe Wet Dieren zodat de komende periode delen uit de oude wetgeving nog van toepassing zullen blijven. Naast aandacht voor het uitvoeren van afspraken uit de Leidse Nota Dierenwelzijn, zullen ook wijzigingen in de landelijke wetgeving die consequenties kunnen hebben voor het lokale beleid, gesignaleerd worden. Vrijwillige imkers beheren diverse bijenstallen in de stad. Nieuwe imkers zijn regelmatig op zoek naar plekken in de stad waar zij hun bijen kunnen plaatsen. In samenwerking met de reeds actieve imkers zullen locaties uitgezocht worden waar nieuwe kasten of korven geplaatst kunnen worden. Het Stadsnatuurmeetnet is een monitoringsinstrument voor de flora en fauna in Leiden. Jaarlijks worden er, op vaste punten verspreid over de stad, verschillende soortgroepen op een standaard wijze geteld. De telgegevens worden geanalyseerd en gecommuniceerd en er worden aanbevelingen voor water- en groenbeheer gedaan. De gegevens geven een indicatie van de aantallen planten en dieren die in de stad gesignaleerd worden en, wat belangrijker is, trends van toe- of afname van soorten en daarmee van de biodiversiteit. Daarnaast levert het Stadsnatuurmeetnet gegevens voor een juiste uitvoering van de Flora- en faunawet, zowel voor beheer als voor ruimtelijke ontwikkelingen (omgevingsvergunning). De informatie is beschikbaar in tabelvorm en op de kaart (Natuurinleiden.nl). In 2016 worden de gegevens van het Stadsnatuurmeetnet toegankelijk gemaakt voor burgers. 5C2.2 Opvang zwerfdieren Voor het uitvoeren van de wettelijk verplichte taak voor gemeenten om zwerfdieren gedurende veertien dagen op te vangen, zijn afspraken gemaakt met het Streekdierentehuis Stevenshage. Zij zorgt gedurende deze periode voor de dieren en na veertien dagen worden de dieren, als er nog geen eigenaar bekend is, in eigendom door de gemeente overgedragen aan het Streekdierentehuis die vervolgens zoekt naar passende nieuwe huisvesting voor deze dieren. Stichting Dierentehuizen Leiden en Omstreken vangt zwerfdieren op voor de gemeenten Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude. Het Dierenasiel is recentelijk grondig gerenoveerd en kan daardoor nog beter dieren in nood helpen opvangen. 5C2.3 Ontwikkelen en uitvoeren beleid regionaal groen Het regionaal groenbeleid richt zich in 2016 op de uitvoering van het programma Leidse Ommelanden. Dit groenprogramma loopt van 2015 tot en met Het programma realiseert een netwerk aan routes vanaf de Leidse singels langs aantrekkelijke en bijzondere plekken in de ommelanden. Economische, historische en ecologische functies worden gecombineerd en eigentijdse behoeften worden vervuld terwijl tegelijkertijd wordt bijdragen aan de kwaliteiten van het landschap. De gemeenten Leiden, Leiderdorp, Kaag en Braassem Teylingen, Oegstgeest, Katwijk, Voorschoten en Zoeterwoude voeren gezamenlijk het programma uit en maken daarbij gebruik van elkaars expertise staat in het teken van de herinrichting van Klinkenbergerplas, Valkenburgsemeer, Kagerzoom en Ghoybos. Recreanten, belanghebbenden en geïnteresseerden worden hierbij betrokken. In 2016 wordt een meetsysteem in gebruik genomen voor het monitoren van regionale biodiversiteit op specifieke locaties. 66 Beleidsbegroting

5 5C2.4 Uitvoeren ontwikkelplan Oostvlietpolder De Oostvlietpolder wordt conform het door de raad vastgestelde Toetsingskader Oostvlietpolder ontwikkeld tot een duurzaam groen gebied met meer recreatiemogelijkheden. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de door de gemeente aangestelde gebiedsbeheerder het Zuid Hollands Landschap (ZHL). In 2016 wordt de aanleg van de 2e fase van t Vogelhoff afgerond. Onderdeel daarvan is de ontwikkeling van t Bijenhoff; een unieke samenwerking tussen de gemeente Leiden, ZHL, architectenbureau GAAGA, het ROC Leiden, imkers en adviseurs van Naturalis en stichting EIS. t Vogelhoff wordt in 2016 in het kader van het project Groene Cirkels bijvriendelijk ingericht. In 2016 worden nadere afspraken gemaakt met de Provincie Zuid Holland om met de aanleg van de Rijnlandroute ook fase 3 (de aansluiting met polderpark Cronesteijn door een fietstunneltje onder de Europaweg en met recreatiegebied Vlietland) te realiseren. Gemeente en ZHL onderzoeken samen de mogelijkheid om de gemeentelijke stallen te ontwikkelen tot informatiepunt en beheeruitvalsbasis van het ZHL. Om de stadsbewoners blijvend kennis te laten maken met de polder wordt ook in 2016 de Leidse Hooidagen ondersteund. 5C2.5 Aanleggen Singelpark De gemeenteraad heeft eind 2013 het kaderbesluit Singelpark vastgesteld: een prachtig project om een aaneengesloten groene singelrand rondom de binnenstad van Leiden mogelijk te maken, waar je kan genieten van de natuur, varen, wandelen, spelen, picknicken, sporten of juist ontspannen. Een park van en voor de bewoners, een groene omlijsting van de historische binnenstad, een park waar Leiden zich nog meer mee op de kaart zet. Bij de vaststelling van het Kaderbesluit Singelpark is door de raad een prioritering van deelgebieden en onderdelen vastgesteld en is de opdracht gegeven om deze verder uit te werken tot definitieve ontwerpen en in uitvoeringsbesluiten aan de Raad voor te leggen. Bij het kaderbesluit zijn de volgende deelgebieden/onderdelen geprioriteerd: 1. Zeven brugverbindingen t.b.v. de aaneengesloten singelrand; 2. Singelroute met o.a. routeaanduiding / routemarkering / entrees/ informatieverschaffing; 3. Lammermarkt; 4. Nuon-gebied; 5. Arsenaalplein; 6. Morspoort en Park de Put; 7. Bleekerspark; 8. Ankerpark; 9. Katoenpark; 10.Bereikbaarheid Hortus Botanicus. In 2014 en 2015 zijn diverse geprioriteerde deelprojecten gestart. Dit zijn de brugverbindingen, de Singelroute, de Lammermarkt, het Energiepark / Nuongebied, de Morspoort en Park de Put, het Katoenpark, Ankerpark. In 2015 en 2016 worden diverse uitvoeringsbesluiten aan de raad voorgelegd waarna de uitvoering kan starten. Een groot deel van 2016 zal gekenmerkt worden door uitvoering van diverse deelprojecten. Het gehele project ligt daarmee goed op koers. Binnen de looptijd zal het project gefaseerd worden gerealiseerd. Effectindicatoren bij 5C Openbaar groen Effectindicator Realisatie Streefwaarden Bron Doel 5C1 Behoud en verbetering van de kwaliteit van het openbaar groen 5C1.a Beoordeling onderhoud groen 6,8 (2011) 6,9 (2013) 6,8 (2015) - 7,0-7,0 Stadsenquête Doel 5C2 Recreatieve waarde groen vergroten 5C2.a Rapportcijfer door Leidenaren voor de recreatieve kwaliteit van groen en water in de omgeving van Leiden 7,3 (2010) 7,3 (2013) 7,6 (2015) - 7,3-7,3 Stadsenquête Beleidsterrein 5D Duurzaamheid Leiden gaat voor gezonde stadsnatuur en een schone omgeving. Met inzet van de kennis en innovatie die de stad bezit, worden flinke stappen gemaakt met verduurzaming en vergroening. Samen met inwoners, bedrijven, instellingen en beheerders investeert de gemeente Leiden in duurzaamheid. Duurzame lokale initiatieven worden gestimuleerd en gefaciliteerd. Beleidsbegroting 67