DE BENEFACTIEFCONSTRUCTIE IN HET NEDERLANDS:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE BENEFACTIEFCONSTRUCTIE IN HET NEDERLANDS:"

Transcriptie

1 Kom, en haal me fluks de wagen hier voor de deur! DE BENEFACTIEFCONSTRUCTIE IN HET NEDERLANDS: EEN DIACHROON CORPUSONDERZOEK VAN DE 17 DE TOT NU. MASTERPROEF EVELIEN KEMPENEERS FACULTEIT LETTEREN & WIJSBEGEERTE MASTER IN DE TAAL- EN LETTERKUNDE: NEDERLANDS-SCANDINAVISTIEK ACADEMIEJAAR PROMOTOR: DR. TIMOTHY COLLEMAN i

2 VOORWOORD Deze masterproef was zeker niet tot stand gekomen zonder de hulp van een aantal mensen. Eerst en vooral wil ik in het bijzonder mijn promotor, Timothy Colleman, bedanken voor de vlotte samenwerking en de zeer goede begeleiding doorheen dit academiejaar. Mede dankzij hem is deze masterproef geworden tot wat u nu zal lezen. Naast mijn promotor zijn er natuurlijk nog een heleboel andere mensen die een dankwoord verdienen. Daarbij denk ik vooral aan mijn vriend, Willem De Greve. Hij was de enige die niet begon te zuchten als ik weer eens over mijn masterproef begon en daarnaast heeft hij, als medestudent, ook vaak mijn eerste probeersels doorgenomen en voorzien van een kritische noot, die ook hebben bijgedragen tot de uiteindelijke versie van mijn masterproef. Verder denk ik ook aan mijn andere medestudenten en vrienden, waarbij ik altijd terecht kon als het tijd was voor ontspanning. Ten slotte mag ik mijn ouders niet vergeten, ze verdienen na vier jaar ook eens een dankwoord op papier. Vooral voor de emotionele en logistieke ondersteuning ben ik hen meer dan dankbaar. Tot slot wil ik iedereen bedanken, van professoren tot studenten, die ik de afgelopen vier jaar heb mogen leren kennen. Ze hebben me altijd geïnspireerd en gesteund in hetgeen ik deed. Ik denk hierbij vooral aan de vakgroep Nederlandse Taalkunde, waar het onthaal altijd zeer warm was en waar ik met plezier mijn bachelor en masterproef voor heb geschreven. ii

3 Inhoudstabel 0. Inleiding De benefactiefconstructie in al haar gedaantes Het belanghebbend voorwerp als subcategorie van het indirect object Het belanghebbend voorwerp vs. het meewerkend voorwerp Het belanghebbend voorwerp vs. de possessieve datief De intrinsieke betekenis van de benefactiefconstructie Condities voor de benefactiefconstructie De intrinsieke betekenis van de benefactiefconstructie Conclusies Verschillende types binnen de benefactiefconstructie De verhouding van het subject t.o.v. het indirect object: 3 types benefactiefconstructie Recipiënt of beneficiens? Semantische en aspectuele verschillen tussen de omschreven en de niet-omschreven vorm van het belanghebbend voorwerp Aspectuele verschillen tussen de 2 vormen van het belanghebbend voorwerp Semantische verschillen tussen de 2 vormen van het belanghebbend voorwerp Conclusie Corpusonderzoek: selectie van de te onderzoeken werkwoorden Keuze van de werkwoorden Werkwoorden die rechtstreeks werden geselecteerd Testonderzoek WNT Semantische en formele kenmerken van de gekozen werkwoorden Conclusie Corpusonderzoek: voorbereidingen en werkwijze Voorbereidingen Corpora Perioden Werkwoorden Verwerking resultaten Doelstellingen Corpusonderzoek: analyse van de resultaten Een vergelijkende studie van de 9 onderzochte werkwoorden Een vergelijking tussen alle afzonderlijke werkwoorden Een vergelijking tussen alle afzonderlijke categorieën Een vergelijkende studie van de vier onderzochte perioden Benefactieven vs. alle andere attestaties Benefactieven vs. de omschreven vorm met voor De afname van het aantal benefactiefconstructies De invulling van het belanghebbend voorwerp in de benefactiefconstructie Het karakter van het belanghebbend voorwerp in het algemeen iii

4 Pronominaal of niet-pronominaal object? Reflexief of niet-reflexief? Een vergelijking tussen de vier perioden m.b.t. het belanghebbend voorwerp De invulling van het direct object in de benefactiefconstructie Conclusies Besluit Bibliografie iv

5 0. Inleiding Een van de traditionele subcategorieën van het indirect object is het zogenaamde belanghebbend voorwerp (Colleman & De Vogelaer 2003). Het belanghebbend voorwerp onderscheidt zich van andere subcategorieën doordat het (a) vaak geen semantisch argument is van het valentieschema van een werkwoord en (b) omdat het kan worden vervangen door een voorzetselgroep met voor, i.t.t. bijvoorbeeld het meewerkend voorwerp, dat een parafrase kent met aan (Colleman & De Vogelaer 2003:185, Vandeweghe 2002:84-86). De constructie waarin dit belanghebbend voorwerp in zijn nominale vorm voorkomt, wordt ook wel de benefactieve dubbelobject-constructie genoemd, of kortweg: de benefactiefconstructie (Cornips 1994:171 e.v., Colleman 2002:510). Deze benaming zal in wat volgt dan ook standaard worden gebruikt om naar deze constructie te verwijzen. Hieronder staan een paar voorbeelden van constructies met een indirect object: (1) Kaat schenkt hem nog een glas wijn in. (2) Hij kocht haar de mooiste juwelen die een vrouw wensen kon. (3) Gisteren gaf Jan zijn vrouw een ruiker bloemen ter ere van hun huwelijksverjaardag. (4) De koning overhandigde het dolblije kind een ballon. (5) Zal ik je morgen die fiets bezorgen? In al deze zinnen vinden we een dubbelobject-constructie terug, met daarin een subject, een direct object en een indirect object. Toch zien we dat dat indirect object niet in alle zinnen hetzelfde is. Zin (1) en (2) hebben i.t.t. (3), (4) en (5) geen meewerkend voorwerp, maar een belanghebbend voorwerp, wat zich uitdrukt in een verschillende parafrase. De laatste drie zinnen kunnen allemaal worden omschreven door een voorzetselgroep met aan, terwijl de parafrase in de eerste twee zinnen met voor gebeurt. Het valentieschema van kopen en inschenken beschrijft een situatie met 2 medespelers: het subject en datgene wat wordt gekocht of ingeschonken, dus: iemand koopt iets en iemand schenkt iets in. Bij inschenken kan er nog gedacht worden aan een derde, facultatieve medespeler die het object uitdrukt waarin iets wordt ingeschonken: iemand schenkt iets ergens in. Nu wordt in zin (1) en (2) ook de persoon genoemd voor wie er iets wordt gekocht of ingeschonken. De persoon voor wie iets ter beschikking komt, is het belanghebbend 1

6 voorwerp. Dit voorwerp wordt echter niet opgeroepen door de lexicale valentie van het werkwoord: het wordt toegevoegd aan het hele predikaat 1 (Vandeweghe 2004:87). De benefactiefconstructie komt in het huidige Standaardnederlands nog slechts bij een handvol werkwoorden voor (ANS 1997²:1165). Toch was dit tot voor een aantal decennia anders. Uit een corpusgebaseerd onderzoek naar de benefactiefconstructie (zie Colleman 2002) blijkt dat deze constructie in het oudere Nieuwnederlands nog een erg wijd verspreide constructie was, die vrij frequent voorkwam bij tal van werkwoorden. In de 17 de en 18 de eeuw lieten werkwoorden als maken, bouwen en breien geregeld de benefactiefconstructie toe, iets wat nu ondenkbaar zou zijn in het standaardtalig taalgebruik. Uit datzelfde onderzoek van Colleman (2002) blijkt eveneens dat de benefactiefconstructie in de loop van de 19 de eeuw terrein is beginnen te verliezen. Ook volgens Weijnen & Gordijn (1970:126) werd het belanghebbend voorwerp in het AN al in 1805 vervangen door een voorzetselgroep met voor, terwijl in het Middelnederlands een nominaal belanghebbend voorwerp nog gebruikelijk was. De afname van de benefactiefconstructie heeft zich sindsdien steeds verdergezet, met tot gevolg dat in het huidige AN nog slechts enkele werkwoorden worden toegelaten in deze constructie. Deze werkwoorden zijn ook nog eens semantisch beperkt: het gaat om werkwoorden die tot de categorie van food provision or preparation (Colleman, te versch. b: 6) behoren, zoals (een glaasje wijn) inschenken en (een maaltijd) bereiden. De ANS (1997²: 1165) beschouwt deze twee werkwoorden als de enige werkwoorden die de benefactiefconstructie nog toelaten in het huidige Standaardnederlands, alhoewel bereiden steeds vaker enkel nog in formeel taalgebruik voorkomt. Natuurlijk zijn bereiden en inschenken niet de enige twee werkwoorden die nu nog een benefactiefconstructie kunnen krijgen. Op regionaal niveau, en specifiek in Vlaanderen en de zuidelijke provincies van Nederland, vinden we deze constructie nog bij meerdere werkwoorden terug 2. De bovengenoemde werkwoorden maken, bouwen en breien komen bijvoorbeeld nog in regionale variëteiten van het Nederlands voor: (6) Hij bouwde zijn vader een huis. (Klooster 2001:135) (7) Maak me eens een nieuwe dakgoot. (ibidem) 1 Met het predikaat wordt het zinswerkwoord samen met alle medespelers bedoelt die door dat zinswerkwoord worden opgeroepen. Het belanghebbend voorwerp wordt hieraan toegevoegd als extra medespeler. 2 Volgens de ANS (1997² :1165) komt de benefactiefconstructie inderdaad nog voor in het zuidelijke Nederlands, maar zowel Colleman & De Vogelaer (2003) en Van Bree (1981) wijzen erop dat dit naast een zuidelijk ook een oostelijk fenomeen is. 2

7 (8) Over een paar dagen was vader jarig: Marietje breide hem een paar mooie sokken. (Van Bree 1981: ) Maar ook minder voor de hand liggende werkwoorden zoals zingen en strijken komen nog sporadisch voor in regionale variëteiten van het Nederlands (Zie Colleman en De Vogelaer, 2003; Cornips 1994 en Van Bree 1981). In het algemeen kan worden gesteld dat het met name werkwoorden van creatie of verwerving zijn die nog een benefactiefconstructie kunnen krijgen in sommige regionale variëteiten, zoals ook in het Engels het geval is (Colleman te versch: 14) 3. Het werkwoord kopen, een werkwoord van verwerving, heeft een ietwat speciaal statuut: volgens de ANS (1997²:1165) is de benefactiefconstructie bij dit werkwoord sterk regionaal bepaald. Ook Vandeweghe (2004:87) geeft aan dat onderstaande zin (9b) in het zuidelijke deel gewoner is dan in het noordelijke deel van het Nederlandse taalgebied. De Vries (2001) vindt een benefactiefconstructie met kopen in de moderne standaardtaal [ ] op het ongrammaticale af en zegt zelfs dat zulke zinnen alleen nog in taalboeken voorkomen (De Vries 2001: 417). Verder wordt ook door Klooster (2001) een zin als (9b) als dialectisch opgevat. Toch is het niet voor iedereen zo duidelijk of kopen regionale beperkingen kent (zie Colleman 2002: ). (9a) Vader kocht een elektrische trein voor zijn zoontje. (9b) Vader kocht zijn zoontje een elektrische trein. De omschreven vorm in (9a) is in de moderne standaardtaal de meest gewone manier om een belanghebbend voorwerp uit te drukken. (9b) is volgens Vandeweghe en de ANS beperkt tot regionaal taalgebruik. Verder onderzoek zal uitwijzen of dit inderdaad zo is. Nu dringt de vraag zich op waarom enkel inschenken en bereiden nog een benefactiefconstructie krijgen in het Standaardnederlands. Hoe is het zo ver kunnen komen dat de ogenschijnlijk productieve benefactiefconstructie met de jaren verdwenen is bij zo veel werkwoorden? En wanneer is de frequentie van deze constructie dan beginnen af te nemen? Met het oog op het beantwoorden van deze vragen zal ik een aantal weloverwogen gekozen werkwoorden onderwerpen aan een uitgebreid corpusonderzoek. In dit onderzoek staat het diachrone aspect centraal: de bedoeling is proberen te reconstrueren hoe de evolutie van de 3 Voor onderzoek naar de benefactiefconstructie in het Engels en specifiek de regionale verspreiding ervan zie: Takami (2003), Colleman (te versch. a en te versch. b) en Goldberg (1995) 3

8 benefactiefconstructie heeft plaatsgevonden en wanneer deze constructie is beginnen te verdwijnen in het Standaardnederlands. Mogelijke verklaringen voor die verdwijning worden aangereikt tijdens het corpusonderzoek. Eerst en vooral wordt er ter voorbereiding van het corpusonderzoek een overzicht gegeven van de bestaande literatuur over de benefactiefconstructie. In deze literatuurbeschrijving wordt uiteengezet wat de termen belanghebbend voorwerp en benefactiefconstructie juist inhouden. Als eerste deel van deze studie zal dan ook een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen het belanghebbend voorwerp en andere subcategorieën van het indirect object. Ten tweede wordt de intrinsieke betekenis van de benefactiefconstructie onder de loep genomen. Zo lazen we al aan het begin van deze inleiding de definitie van de benefactiefconstructie volgens Colleman & De Vogelaer (2003: ). Verder beschrijven ook Geeraerts (1998), Cornips (1994) en van Bree (1981) deze constructie. In verschillende grammatica s komt deze constructie ook geregeld aan bod. Ook Goldberg (1995), Takami (2003) en Kittilä (2005) bespreken de benefactiefconstructie, maar dan voor het Engels en andere talen. Ten derde wordt de semantische relatie tussen de drie medespelers in de benefactiefconstructie beschreven. Er zijn namelijk binnen de benefactiefconstructie zelf verschillende soorten van relaties die het subject kan aangaan met het indirect object, wat zich uitdrukt in een aantal types benefactiefconstructies. Het onderzoek van Takami (2003) is hierbij belangrijk. Ten slotte wordt er ook nog kort ingegaan op de semantische en aspectuele verschillen tussen de nominale vorm van het belanghebbend voorwerp en de omschreven vorm met voor. Van Belle & Van Langendonck (1992) wijzen op de semantische verschillen tussen beide vormen van het belanghebbend voorwerp. Ook het werk van Cornips (1994: ) is hierbij interessant. Dit overzicht van de bestaande literatuur over de benefactiefconstructie zal een vrij compleet beeld moeten geven van de status van deze constructie in de moderne standaardtaal. Ze vormt een goede basis voor het diachrone onderzoek naar de evolutie van de benefactiefconstructie. Naast de literatuurbespreking vormt het corpusonderzoek het hoofdgedeelte van deze masterproef: het wordt een uitgebreid onderzoek, waarin aan de hand van vier vrij verspreide tijdsperioden de afname van de benefactiefconstructie wordt beschreven. Voor het onderzoek 4

9 worden 9 werkwoorden geselecteerd: bakken, bouwen, bestellen, bereiden, inschenken, halen, kopen, openen en zingen. Ze kunnen worden ingedeeld in een vijftal semantische categorieën: 1. Twee werkwoorden van drank- en voedselverschaffing die in het huidige Standaardnederlands nog geregeld voorkomen in een benefactiefconstructie, zoals ook de ANS (1997²:1165) aangeeft: inschenken en bereiden. 2. Werkwoorden van creatie: bakken, bouwen. 3. Werkwoorden van verwerven/verkrijgen: halen, bestellen, kopen. 4. Werkwoord van performance (er is hier geen sprake van een letterlijk ter beschikking komen, zie De Vogelaer en Colleman 2003: 193): zingen 5. Nog een werkwoord dat niet tot één van de bovenstaande categorieën behoort: openen Tijdens het onderzoek wordt uiteengezet op basis waarvan deze werkwoorden zijn gekozen. De selectie van 9 werkwoorden zal worden geplaatst in een synchroon én een diachroon kader. Concreet houdt dit in dat de bestaande literatuur omtrent het voorkomen van de benefactiefconstructie bij elk van de negen werkwoorden apart wordt besproken. Dit biedt een goed kader waarin de onderzoeksresultaten kunnen worden geanalyseerd. Het voorkomen van de benefactiefconstructie bij de 9 geselecteerde werkwoorden wordt getest aan de hand van twee corpora: enerzijds het Corpus Literair Nieuw Nederlands, anderzijds het omvangrijke corpus De Gids. Uit het Corpus Literair Nieuw Nederlands zal ik de periode onderzoeken van : dit is de vroegste subperiode van het corpus. Verder wordt ook nog de periode die er meteen op aansluit, , onderzocht op het gebruik van de benefactiefconstructie. Daarnaast zal ik de periode van en van onderzoeken met het corpus De Gids, een erg omvangrijk corpus. De twee perioden die uit dit corpus worden geselecteerd, bestrijken allebei een even grote tijdspanne, nl. vijftien jaar. In totaal wordt de frequentie van de benefactiefconstructie dus onderzocht van de 17 de eeuw tot in het midden van de 20 ste eeuw, een periode van een viertal eeuwen. Verder wordt uiteengezet hoe de verwerking van de corpusresultaten verliep. Alle voorbereidingen die hierboven aan bod kwamen, vormen een goede opstap naar de eigenlijke bespreking van de corpusresultaten. Concreet zal in die bespreking worden geprobeerd om een antwoord te geven op de volgende vragen: is de frequentie van de benefactiefconstructie 5

10 bij de negen onderzochte werkwoorden gedaald doorheen de vier onderzoeksperioden? Zo ja, wanneer is die afname dan begonnen? Aan de hand van de resultaten kan er dan een mogelijke verklaring hiervoor worden gezocht. Verder wordt ook onderzocht welk werkwoord en welke categorie van werkwoorden in het algemeen het meest met een benefactiefconstructie verschijnen, over alle perioden heen. Tenslotte wordt er ook nagegaan hoe het direct en het indirect object worden ingevuld als ze verschijnen in een benefactiefconstructie. Uit onderzoek van o.a. Van Bree (1981) blijkt namelijk dat het belanghebbend voorwerp in een benefactiefconstructie vaak wordt ingevuld door een pronominaal object, en specifieker zelfs door een reflexief object. Uit het onderzoek zal moeten blijken in hoeverre deze stelling klopt. De opzet van deze masterproef bestaat er dus in om aan het einde een volledig en gedetailleerd beeld te krijgen van de diachrone evolutie van de benefactiefconstructie in het Nederlands. Hierbij worden de resultaten van het onderzoek vanuit verschillende invalshoeken bekeken, die hierboven kort werden opgesomd. In wat volgt, zal eerst en vooral een beschrijving worden gegeven van de bestaande literatuur omtrent de benefactiefconstructie. Deze bespreking vormt een goed kader waarin we later de resultaten van het corpusonderzoek kunnen plaatsen. 6

11 1. De benefactiefconstructie in al haar gedaantes. Dit hoofdstuk bevat een uitvoerig overzicht van de bestaande literatuur omtrent de benefactiefconstructie. In de volgende paragrafen zal deze constructie duidelijk worden afgebakend. Eerst en vooral zal het belanghebbend voorwerp van de benefactiefconstructie een duidelijk omlijnde plaats krijgen binnen de categorie van het indirect object. Recente literatuur van o.a. Cornips (1994) bespreekt dit. Verder zullen we de intrinsieke betekenis van de benefactiefconstructie nader onderzoeken. Uit heel wat literatuur blijkt dat er een aantal condities zijn waaraan moet worden voldaan vooraleer we kunnen spreken van een echte benefactiefconstructie. Dit zal onder de loep worden genomen. Daarnaast bekijken we ook de drie medespelers in deze constructie: hoe verhouden zij zich tot elkaar? Hieruit hebben een aantal auteurs (o.a. Takami) verschillende types van benefactiefconstructies afgeleid. Deze types zullen worden besproken. Tenslotte worden de aspectuele en semantische verschillen opgesomd tussen de nominale vorm van het belanghebbend voorwerp en de prepositionele tegenhanger ervan met voor. In de eerste paragraaf van deze literatuurbespreking volgt er een vergelijking van het belanghebbend voorwerp met andere subcategorieën van het indirect object. Vooral de subcategorieën die sterke gelijkenissen vertonen met het belanghebbend voorwerp worden besproken. In het licht van het latere corpusonderzoek is het nodig om deze begrippen duidelijk af te bakenen, zodat alle corpusdata op de juiste manier kunnen worden analyseren. 1.1 Het belanghebbend voorwerp als subcategorie van het indirect object. Het indirect object benoemt de derde medespeler van de ditransitieve constructie. Het noemt een medespeler die minder rechtstreeks dan het direct object betrokken is bij datgene wat door het zinswerkwoord wordt uitgedrukt (Vandeweghe 2004:84). Heel wat grammatica s onderscheiden binnen het indirect object een aantal types, waarvan het belanghebbend voorwerp er één is. Vandeweghe (2004:84) spreekt bijvoorbeeld van vier types: een meewerkend, meemakend, belanghebbend en ondervindend voorwerp. Ook Klooster (2001:134) stelt het belanghebbend voorwerp tegenover het meewerkend voorwerp, en verder ook tegenover de possessieve en ethische datief. Om een juist beeld te krijgen van het belanghebbend voorwerp als subcategorie van het indirect object, is het belangrijk om dit 7

12 voorwerp te vergelijken met die andere types indirect object. Hieronder wordt vooral de relatie van het belanghebbend voorwerp tegenover het meewerkend voorwerp en de possessieve datief besproken: deze subcategorieën hebben de meeste kenmerken gemeenschappelijk met het belanghebbend voorwerp. Zo kunnen in later onderzoek de verschillende subcategorieën makkelijker worden herkend in de corpusdata en kan het belanghebbend voorwerp duidelijk ervan worden onderscheiden Het belanghebbend voorwerp vs. het meewerkend voorwerp Onder andere Klooster (2001), De Schutter (1974) en Vandeweghe (2004) maken het onderscheid tussen het belanghebbend en het meewerkend voorwerp, twee types van het indirect object die heel nauw met elkaar verwant zijn. Het meewerkend voorwerp (kortweg MV) is het meest gewone type van indirect object. We vinden dit voorwerp terug in trivalente zinnen van het transactietype, met prototypische werkwoorden als geven, overhandigen, etc. Het MV is de tegenspeler van het subject, waarbij het meestal om een persoon gaat (Vandeweghe 2004:84). Het eerste en meest opvallende verschil met het belanghebbend voorwerp (BV) is de parafrase. In zijn omschreven vorm krijgt het MV namelijk een parafrase met aan, terwijl het BV een parafrase met voor heeft. Dit is een eerste kenmerk op basis waarvan beide subcategorieën van elkaar kunnen worden gescheiden. (10a) Ik heb mijn buurman dat boek gegeven. (10b) Ik heb aan mijn buurman dat boek gegeven. (11a) Ik heb mijn buurman een glas wijn ingeschonken. (11b) Ik heb voor mijn buurman een glas wijn ingeschonken. Het is onmogelijk om zin (10b) te parafraseren met voor en omgekeerd om (11b) te parafraseren met aan. Maar als we kijken naar zin (10a) en (11a), is er niet echt een verschil te merken tussen beide zinnen. De nominale vormen van het BV en het MV lijken heel erg op elkaar. Toch probeert men in de grammatica een semantisch verschil te maken tussen deze twee voorwerpen. Zo spreekt Klooster (2001:134) van een BV als de persoon voor wie iets bestemd is. Ook Vandeweghe (2004:87) maakt een soortgelijk onderscheid: het BV is het doelwit van de bedoelde overdracht die door het zinswerkwoord wordt beschreven. Dit voorwerp wordt niet door de valentie van het werkwoord zelf opgeroepen, maar wordt als het ware toegevoegd aan de constructie. Ook de ANS (1997²:1164) beschrijft het BV als een 8

13 voorwerp dat kan worden voorafgegaan door voorzetseluitdrukkingen als ten bate van, ten behoeve van, ten voordele van, in het belang van. Deze uitdrukkingen parafraseren de betekenis van het BV. Uit deze beschrijvingen blijkt dat het semantische karakter van het BV toch verschilt van het MV. Waar het meewerkend voorwerp veeleer een tegenspeler van het subject is, is het belanghebbend voorwerp meer een persoon waarvoor iets wordt gedaan: het subject doet iets ten voordele van het BV, met de referent van het BV als uiteindelijke bestemming, doelwit, van de overdracht. Ook de parafrase van beide subcategorieën is verschillend. Toch is het onderscheid tussen deze twee voorwerpen niet altijd een zwart-witkwestie. Zoals Colleman & De Vogelaer (2003:185) en ook De Schutter (1974:190) terecht aangeven, is er veeleer sprake van een geleidelijke overgang van het ene type indirect object naar het andere. Aan het ene uiterste staat het MV bij werkwoorden zoals geven en overhandigen: de derde medespeler wordt duidelijk door de betekenis van het werkwoord zelf opgeroepen. Aan het andere uiterste staat het BV bij werkwoorden zoals inschenken en bereiden: degene ten behoeve van wie iets wordt gedaan, wordt niet door de semantiek van het zinswerkwoord opgeroepen. 4 Bij het BV is de actie van het subject ook bedoeld ten voordele van de referent van het indirect object. Tussen deze twee uitersten bevindt er zich een grijze zone, waar heel wat werkwoorden in zitten. (12) Ik schrijf hem een brief. (13) Gisteren kocht ik mijn vrouw een mooie halsketting. In deze zinnen is het niet altijd even duidelijk of het gaat om een BV dan wel om een MV. Als iemand een brief schrijft aan iemand anders, kan je het zo interpreteren dat de referent van het indirect object voordeel haalt uit de actie van het subject. Het subject (ik) doet namelijk iets ten voordele van het indirect object (hem). De referent van het subject heeft ook de intentie om met zijn actie ervoor te zorgen dat de referent van het indirect object uiteindelijk iets ontvangt. Ook zin (13) kunnen we op die manier analyseren. Uit parafrase van beide zinnen blijkt nu echter dat zin (13) een omschreven vorm met voor kent, en dus een BV heeft. Zin (12) kent een parafrase met zowel voor als met aan. 4 Men kan zich degene voor wie iets bestemd is er wel altijd bij voorstellen of afleiden uit de context. 9

14 (14a) Ik schrijf een brief aan hem. (14b) Ik schrijf een brief voor hem. Beide parafrases leveren een verschillende betekenis op. Zin (14a) is de parafrase met een meewerkend voorwerp. Het indirect object is de tegenspeler van het subject: de brief is specifiek aan hem gericht. In (14b) daarentegen staat er een parafrase van het belanghebbend voorwerp. Het subject doet hier iets ten voordele van het indirect object. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat de referent van het belanghebbend voorwerp zelf niet kan schrijven en dat de referent van het subject in zijn plaats een brief schrijft. Het is niet noodzakelijk zo dat de brief in (14b) gericht is aan hem, terwijl dit in (14a) wel het geval is. Verder kan je in zin (12) en (14b) niet echt spreken van een prototypische transactie, die een zin met een MV kenmerkt. Je kan iemand een brief schrijven met de intentie om die aan hem te geven, maar deze transactie hoeft niet plaats te vinden. Hetzelfde geldt voor de zin met kopen. Toch zou het indirect object in zin (12) bij een steekproef eerder als een MV worden aangeduid dan een BV. 5 Dat zin (12) niet als een BV kan of mag geanalyseerd worden, kan tot een discussie leiden, waarop hier niet verder wordt ingegaan. Het is wel duidelijk dat het niet altijd even makkelijk is om een lijn te trekken tussen een belanghebbend en een meewerkend voorwerp Het belanghebbend voorwerp vs. de possessieve datief Cornips (1994:173) beschrijft al meteen in het begin van haar betoog de possessieve datief en hoe die verschilt van de benefactiefconstructie. Ook Klooster (2001:135) bespreekt de possessieve datief als een subcategorie van het indirect object. In Vandeweghe (2004:90) wordt de possessieve datief als volgt gedefinieerd: De transactie-relatie zowel als de affecteerrelatie kunnen i.p.v. door één enkel werkwoord ook verwoord worden door de combinatie van een ww met een complement (= noodzakelijke aanvulling) waarin een lichaamsdeel of kledingstuk genoemd wordt. (Vandeweghe 2001:90) We geven hier twee voorbeelden uit het corpusonderzoek: (15a) Maar de oogen wierden my geopend by gelegenheid van den gemeenzaamen omgang met zeker paar, waar toe myne omstandigheden my noodzaakten. (Den denker, deel I, 1763) 5 In Cornips (1994:178) wordt het indirect object met schrijven ook geparafraseerd als een meewerkend voorwerp. 10

15 (15b) Eindelyk quam een oude Vrouw voor den dag, die, my de deur geopend, en in so een erbarmlyke toestand gesien hebbende, zynde van het hoofd tot de voeten met bloed bedekt, een verschrikkelyk geschreeuw gaf. (Den vermakelyken avanturier, Nicolas Heinsius, 1640) Deze twee zinnen zien er op het eerste gezicht hetzelfde uit: ze hebben allebei een dubbelobject-constructie met openen als zinswerkwoord en mij als indirect object. Toch zijn beide zinnen verschillend. De bovenstaande definitie van de possessieve datief in acht nemend, zijn alle kenmerken daarvan terug te vinden in zin (15a). Het direct object (de oogen) verwijst naar een lichaamsdeel en de relatie die door het werkwoord openen wordt uitgedrukt is er zeker één van affectie. Verder is het indirect object in zin (15a), my, de bezitter van de referent van het direct object, de oogen (Cornips 1994:173). Dit laatste is niet noodzakelijk het geval bij het indirect object van (15b): my hoeft niet de bezitter te zijn van de deur die wordt geopend. Ook de andere kenmerken van de possessieve datief vinden we niet terug in zin (15b): de referent van het direct object is geen lichaamsdeel of kledingstuk en er wordt geen affectierelatie uitgedrukt tussen de deur en my. Bovendien is het indirect object hier optioneel: het valentieschema van openen vraagt geen derde medespeler. 6 In zin (15a) daarentegen vormen het werkwoord en het complement meer een vaste uitdrukking, iemand de oogen openen, waarbij er wel een indirect object gevraagd wordt (Vandeweghe 2004:91). Verder doet het subject in zin (15b), een oude Vrouw, ook iets ten voordele van het indirect object: de deur voor hem openen. Dit alles wijst erop dat (15b) geen possessieve datief heeft zoals in (15a), maar een belanghebbend voorwerp. Als de voorzetselproef wordt toegepast op beide zinnen, levert dit ook verschillende resultaten op: (16a) Maar de oogen wierden (bij) my geopend (16b) Eindelyk quam een oude Vrouw voor de dag, die (voor) my de deur geopend Net zoals bij het meewerkend voorwerp is het mogelijk om de possessieve datief te onderscheiden van het belanghebbend voorwerp d.m.v. een voorzetselproef. We kunnen hieruit concluderen dat het belangrijk is om het belanghebbend voorwerp duidelijk te onderscheiden van de twee subcategorieën van het indirect object die hierboven werden besproken. Op het eerste gezicht lijken beide subcategorieën heel sterk op een 6 We zagen reeds in dat het belanghebbend voorwerp niet door de valentie van het werkwoord wordt opgeroepen, maar wordt toegevoegd aan de constructie. (zie Vandeweghe 2000:87) 11

16 belanghebbend voorwerp, maar bij verdere analyse wordt het duidelijker over welke subcategorie van het indirect object het nu juist gaat. Zowel voor het meewerkend voorwerp als voor de possessieve datief kan de voorzetselproef uitsluitsel bieden over de hoedanigheid van het indirect object. Maar zelfs dan kan er nog discussie ontstaan bij sommige werkwoorden, zoals we zagen voor het werkwoord schrijven. Uiteraard zijn er naast het meewerkend voorwerp en de possessieve datief nog andere subcategorieën van het indirect object (zie 1.1). 7 Deze categorieën worden in deze masterproef verder niet geanalyseerd en vergeleken met het belanghebbend voorwerp, omdat de intrinsieke kenmerken ervan niet zo sterk verwant zijn met het belanghebbend voorwerp. Dit is wel het geval bij het meewerkend voorwerp en de possessieve datief, waardoor ze de nodige aandacht hebben gekregen in deze paragraaf. 1.2 De intrinsieke betekenis van de benefactiefconstructie In deze literatuurbeschrijving wordt niet enkel het belanghebbend voorwerp van verwante subcategorieën van het indirect object onderscheiden. Ook de intrinsieke betekenis van de benefactiefconstructie nemen we onder de loep. Heel wat grammatica s hebben hierover al uitvoerig geschreven en heel wat auteurs hebben over de benefactiefconstructie zo hun eigen definitie ontwikkeld. Reeds aan het begin van de inleiding werd zo de definitie volgens Colleman & De Vogelaer (2003) gegeven. Voor het Nederlands beschrijven ook Geeraerts (1998), Klooster (2001), (Cornips (1994) en van Bree (1981) deze constructie. Maar ook in de Engelstalige literatuur is er heel wat aandacht besteed aan de benefactiefconstructie. Zo beschrijven Goldberg (1995), Takami (2003), Kittilä (2005) en ook Colleman (te versch. a en b) de benefactieve dubbelobject-constructie in het Engels en andere talen. Uit de beschrijvingen van deze auteurs blijkt dat er aan een aantal condities moet worden voldaan vooraleer een indirect object als benefactief kan verschijnen bij een werkwoord. Het eerste deel van deze paragraaf gaat dieper in op de vraag aan welke voorwaarden de medespelers in een zin dan zoal moeten voldoen om in een benefactiefconstructie te verschijnen. O.a. Cornips (1994:176) stelt dat er twee condities zijn vooraleer er van een 7 Voor verdere uitleg over het oordelend voorwerp en het meemakend voorwerp, zie: Vandeweghe (2002:84-88) 12

17 benefactieve dubbelobject-constructie kan worden gesproken. Deze condities zijn verwant met de voorwaarden die Goldberg stelt om voor een goede ditransitieve constructie Condities voor de benefactiefconstructie Aan welke voorwaarden moet een medespeler voldoen vooraleer hij als nominaal belanghebbend voorwerp kan verschijnen in een benefactiefconstructie? Vooral Cornips (1994: ) gaat dieper in op deze vraag. Zij stelt dat er twee condities zijn. Eerst en vooral moet het predikaat transitief zijn. Dit houdt in dat intransitieve werkwoorden nooit een belanghebbend voorwerp kunnen krijgen. De zin Fien werkt hem een geschenk, is dus uitgesloten. (17) Fien werkt (voor) hem een geschenk Ten tweede moet het subject van het transitief predikaat een actief extern argument zijn. (Cornips 1994:177). Een extern argument kan een nomen zijn, een verbum, een hele predicatie, (Vandeweghe 2004:162). Het intern argument daarentegen is de constituent onmiddellijk rechts van het voorzetsel in een voorzetselconstituent: dit kan geen subject zijn. 8 Dat extern argument moet dan ook nog eens actief zijn. Dit wil zeggen dat predikaten die een statische lezing uitdrukken, geen belanghebbend voorwerp kunnen krijgen. Zinnen zoals Fien kent hem een geschenk gaan dus niet op. (18) Fien kent hem een geschenk Wanneer aan deze twee voorwaarden wordt voldaan, is het predikaat klaar om een belanghebbend voorwerp als indirect object te krijgen. 9 Een zin als de volgende krijgt een benefactief omdat hij aan beide condities voldoet: (19) Fien schenkt hem een kop koffie in. Het onderwerp Fien is hier een actief en extern subject: zij voert namelijk een handeling uit ten voordele van het indirect object, hem. Verder is het predikaat transitief. Het valentieschema ervan is: iemand schenkt iets in. Zoals reeds werd besproken in 1.1.1, wordt het belanghebbend voorwerp niet opgeroepen door het valentieschema van het werkwoord, maar eraan toegevoegd. Dat is ook hier zo. 8 Voor meer uitleg omtrent het interne of externe argument in een zin, zie Vandeweghe 2000: Deze condities gelden ook voor zinnen waarin het indirect object een meewerkend voorwerp benoemt. Wat dan juist het verschil is met zinnen waarin een belanghebbend voorwerp verschijnt, zagen we in

18 Nu kan het bij inschenken in sommige gevallen zo zijn dat het direct object, dat normaal wel door het valentieschema wordt opgeroepen, wegvalt waardoor het predikaat intransitief is. Toch is een zin zoals (20) volstrekt grammaticaal: het is zo dat het direct object (bv. Een kop koffie) altijd impliciet aanwezig is, of uit de context kan worden afgeleid, waardoor het predikaat eigenlijk geen intrinsiek intransitief karakter heeft (zie ook ANS 1997²: 1165). (20) Fien schenkt de gasten in. Naast condities voor het subject en het predikaat kent ook de referent van het indirect object een aantal semantische voorwaarden waaraan hij moet voldoen om benefactief te zijn. Ten eerste moet die referent onderscheiden worden van andere soorten indirect object, zoals dit gebeurde in 1.1. Daarnaast stelt Goldberg (1995: ) dat de referent van het belanghebbend voorwerp nog aan twee voorwaarden moet voldoen. Ten eerste moet de referent een animaat wezen zijn. In metaforisch gebruik van de benefactiefconstructie kan hierop wel eens een uitzondering worden gemaakt 10, maar in het algemeen geldt dat de belanghebbende een levend wezen is. Ten tweede wordt er van diezelfde referent verwacht dat hij willing is: hij moet datgene wat het subject voor hem doet of geeft willen ontvangen. Dit mag niet verward worden met de verwachting dat de referent van het belanghebbend voorwerp ook voordeel haalt uit de actie van het subject. Als we dit nu extrapoleren naar de ditransitieve constructie, waarvan de benefactiefconstructie een onderdeel is, dan valt het op dat voor die constructie ook ongeveer dezelfde voorwaarden worden gesteld. Goldberg beschrijft de centrale betekenis van de ditransitieve constructie als volgt: The central sense of the ditransitive construction can be argued to be the sense involving succesful transfer of an object to a recipient, with the referent of the subject agentively causing this transfer. (Goldberg 1995:33) De twee condities van Cornips komen hierin terug: er moet een overdracht plaatsvinden, wat impliceert dat het werkwoord op zijn minst transitief moet zijn. Verder moet de referent van het subject ook als een agens optreden: hij moet de transfer verwezenlijken. We moeten natuurlijk wel rekening houden met het feit dat het hier gaat om de ditransitieve constructie in 10 Voor een uitgebreid onderzoek naar het metaforisch gebruik van de benefactiefconstructie, zie: Goldberg 1995:

19 het Engels. Toch kan voorzichtig worden gesteld dat de condities die Cornips gaf voor de benefactiefconstructie ook gelden voor de overkoepelende ditransitieve constructie, of andersom: dat de condities voor de ditransitieve constructie ook gelden voor de benefactiefconstructie, die daar deel van uitmaakt. In wat volgt wordt er uitgegaan van het feit dat het subject, de referent van het indirect object en het predikaat al aan bovenstaande voorwaarden voldoen wanneer de intrinsieke betekenis van de benefactiefconstructie aan bod komt De intrinsieke betekenis van de benefactiefconstructie Op basis van de voorwaarden die hierboven werden genoemd, wordt nu stilgestaan bij de semantiek van de benefactiefconstructie. Hierover hebben al heel wat auteurs hun licht laten schijnen. Zo stelden een aantal van hen zowel voor het Nederlands als voor het Engels of andere talen een definitie op van de benefactiefconstructie. In deze paragraaf worden een aantal van die definities opgesomd, daarna worden de raakvlakken en/of verschillen ertussen beschreven. (a) De benefactiefconstructie in het Nederlands Colleman & De Vogelaer (2003: ) gaven in de inleiding reeds een definitie van het belanghebbend voorwerp: dit is het indirect object van de benefactiefconstructie: Een van de traditionele subcategorieën van het indirect object is het zgn. belanghebbend voorwerp, een zinsdeel dat zich onderscheidt van het gewone meewerkend voorwerp doordat het (i) niet correspondeert met een semantisch argument van het zinswerkwoord en (ii) in zijn omschreven vorm ingeleid wordt door voor i.p.v. aan. In deze definitie wordt het onderscheid met het meewerkend voorwerp aangekaart, iets wat al ter sprake kwam in Deze definitie beschrijft verder ook nog het karakter van het predikaat: het belanghebbend voorwerp hoeft geen medespeler te zijn die door het valentieschema van het werkwoord wordt opgeroepen (zie ook 1.1.1). Geeraerts (1998:202) geeft een meer volledige definitie van de benefactiefconstructie in het Nederlands: 15

20 A benefactive transfer is typically one in which something good is given to someone: a positive effect for the indirect object constituent combines with a directionality oriented towards the indirect object. Het valt op dat er in deze definitie niets wordt gezegd over de rol van het subject, terwijl dit toch een speciaal karakter heeft, zoals blijkt uit Over de referent van het indirect object spreekt deze definitie dan wel uitvoerig: iets positief wordt gegeven aan het indirect object, met ook de intentie om het aan het indirect object te geven. Volgens Kraak & Klooster (1972:200) kan in het AN enkel een benefactief worden gerealiseerd indien het predikaat een activiteit uitdrukt die tot gevolg heeft dat de referent van het indirect object het direct object uiteindelijk ontvangt. Het direct object komt m.a.w. ter beschikking van de belanghebbende (Cornips 1994:181). In deze definitie komen een aantal van de bovenstaande aspecten terug: het indirect object moet, zoals ook Geeraerts beschrijft, iets in zijn bezit krijgen. Daarnaast drukt het predikaat een activiteit uit. We zagen reeds in dat het subject een actief, extern argument is en dat het predikaat minstens transitief moet zijn: de combinatie van beiden drukt een activiteit uit. Ook een dubbelobject-constructie met een meewerkend voorwerp drukt een activiteit uit, maar toch zijn beide constructies niet hetzelfde: dit werd reeds uitvoerig besproken in Uit deze drie beschrijvingen van de benefactiefconstructie blijkt dat de notie van overdracht 11 zeer belangrijk is. Die overdracht is ook specifiek gericht op de referent van het indirect object. Verder wordt in twee van de drie definities duidelijk gesteld dat er iets tastbaars ter beschikking komt van die referent, in die zin dat het verhuist naar de eigendoms- of gebruikssfeer van de referent van het belanghebbend voorwerp. (Colleman & De Vogelaer 2003: 201). Uit de beschrijvingen blijkt verder dat de rol van het subject niet echt wordt benadrukt. Verder in deze paragraaf zal de rol van de drie medespelers in de benefactiefconstructie verder worden toegelicht. 11 Het aspect van overdracht of ter beschikking komen behoort bij alle werkwoorden die een benefactiefconstructie krijgen in het Nederlands niet tot de lexicale semantiek van het werkwoord als zodanig. (zie ook 1.1.1).De betekenis van overdracht ontstaat pas door de combinatie van het werkwoord met de ditransitieve argumentstructuur. Dit is in tegenstelling tot de trivalente werkwoorden, zoals geven, overhandigen. (Colleman & De Vogelaer 2003: 201) 16

21 (b) De benefactiefconstructie in het Engels Ook voor het Engels is er heel wat geschreven over de benefactiefconstructie. Zo geven bijvoorbeeld Takami (2003) en Goldberg (1995) een definitie van de benefactiefconstructie. Ook Colleman (te versch. a) bespreekt de semantische kenmerken van de benefactiefconstructie voor het Engels, maar verder ook voor het Frans, Duits en Nederlands. Vooreerst stellen we vast dat vooral de dubbelobject-constructie (of ook ditransitive construction ) in het Engels wordt besproken, waarvan de benefactiefconstructie een onderdeel is. Takami (2003: ) zegt dat de term benefactiefconstructie in het algemeen wordt gebruikt om te verwijzen naar dubbelobject-constructies die men kan parafrasen met V + NP + for + NP. Verder zegt de gevatte definitie van Goldberg (1995:141) ook al heel wat over die benefactieve constructie: X intends to cause Y to receive Z. Dit wil zoveel zeggen als: het subject X doet iets met een direct object Z met de bedoeling dat het indirect object Y het ontvangt. Net zoals voor het Nederlands is dus ook voor de Engelse benefactiefconstructie de notie van overdracht zeer belangrijk. Verder blijkt uit deze definitie ook dat het subject wel een speciale rol heeft, die Goldberg verder toelicht: Notice that each of the verbs described so far independently selects for a volitional subject argument (Goldberg 1995:143). Naast de voorwaarde dat het subject een actief en extern argument moet zijn, wordt het subject in de Engelse benefactiefconstructie ook gekenmerkt door volitionaliteit: de wil om iets te doen waardoor het indirect object iets ontvangt. Dit licht Goldberg nog verder toe: The volitionality must extend so that not only is the action described by the verb performed agentively, but also with the relevant transfer intended. (Goldberg 1995:143). Het feit dat het subject dus de intentie moet hebben om iets te overhandigen aan het indirect object, zet een flinke rem op de mogelijkheden van de benefactiefconstructie in het Engels. Dit wordt toegelicht in Colleman (te versch. a). Er staan een aantal restricties op de benefactiefconstructie in het Engels, waar de zogenaamde intended reception er één van is: The beneficiary has to be involved as the intended recipient of the direct object referent. (Colleman te versch a: 3). Dit wordt geïllustreerd aan de hand van twee voorbeelden: (21) The man bought the boy an apple (Colleman te versch a: 3) (22) * The man cleaned his wife the windows 17

22 Zin (21) is aanvaardbaar als een Engelse benefactiefconstructie, zin (22) is dat niet. Waarom dat zo is, heeft alles te maken met intended reception: in zin (21) is het echt de intentie van de man om een appel te kopen die uiteindelijk bestemd is voor de jongen en niet voor iemand anders. De overdracht is dus specifiek gericht op de referent van het indirect object, the boy. Dit is in zin (22) niet het geval: er komt niets ter beschikking van de echtgenote. Er is hier veeleer spraken van deputative benefaction: de man wast de ramen in plaats van de vrouw. Blijkbaar kan het Engels deze situatie niet benoemen met een benefactiefconstructie. 12 Dit zal in een volgend hoofdstuk nader worden toegelicht. Deze intended reception zet een knip op de frequentie van de benefactiefconstructie in het Engels. We lezen in Colleman (te versch. a) dat of een bepaald event nu een intended causation of reception inhoudt of niet, niet strikt is vastgelegd maar eerder gradueel is. Deze inherent fuzziness is een bron van taalinterne variatie voor het Engels 13 : (23) % Could you iron me these shirts? (Colleman te versch: 4-5) (24) % Could you wash me the dishes? (ibidem) Deze zinnen worden niet door alle sprekers van het Engels aanvaard. Het al dan niet aanvaarden van deze zinnen heeft te maken met hoe ruim iemand het begrip intended reception neemt. Dit wordt verder toegelicht in Colleman (te versch a: 4-5). Naast de intended reception is er nog een andere beperking op de mogelijkheden van de benefactiefconstructie in het Engels. Het is namelijk zo dat er slechts een paar soorten werkwoorden een benefactiefconstructie kunnen krijgen in het Engels. Colleman (te versch. a: 3) zegt hierover het volgende: She [Goldberg 1995,2002] distinguishes a subsense Agent intends to cause recipient to receive patient, which covers double object clauses with verbs of creation (including preparation) such as knit, make, bake, fry, cook, etc. and with verbs of obtaining such as buy, get, find, etc. De Engelse benefactiefconstructie zou dus maar beperkt zijn tot 2 werkwoordklassen: die van creatie (inclusief bereiding) en die van verwerving. 12 In de parafrase met V + NP + for + NP (Takami 2003: ) kan de deputative benefaction wel worden uitgedrukt. Hier bespreken we echter de benefactiefconstructie, die een nominaal belanghebbend voorwerp inhoudt en niet de prepositionele tegenhanger met for (voor). 13 Voor meer uitleg omtrent de intratalige variatie m.b.t. de Engelse benefactiefconstructie zie: Colleman, te versch a:

23 (25) Jack baked his son a cake. (26) Mary made her mother a drawing. (27) Lisa bought herself a pair of shoes. Deze drie zinnen zouden volgens Goldberg (zie 1995:32-33) goede voorbeelden zijn van een benefactieve dubbelobject-constructie in het Engels. Takami (2003:202) maakt hierbij de opmerking dat het kan gebeuren dat een werkwoord zich in het ene geval als een werkwoord van creatie gedraagt, maar in een andere situatie dan weer niet. Hij geeft zelf de volgende voorbeelden om dit te illustreren: (28) Mother fixed us lunch. (29) Mother fixed us the old clock. In (28) wordt het werkwoord fix gebruikt in de zin van cook, prepair ( koken, klaarmaken ). In (29) wordt fixed dan weer gebruikt in de zin van repair ( herstellen ): in deze betekenis kan fix geen benefactiefconstructie krijgen. Het is dus belangrijk om de gebruikte betekenis van een werkwoord goed in het oog te houden bij de analyse van zulke zinnen. Nu geven zowel Takami als Colleman te kennen dat voor het Engels de benefactiefconstructie niet helemaal beperkt is tot werkwoorden van creatie en verwerving. Takami (2003: ) stelt dat gewone actiewerkwoorden, zoals bijvoorbeeld kill ( doden ) en open ( openen ) evengoed met een benefactiefconstructie kunnen verschijnen. Ook Colleman (te versch a: 3-4) zegt hetzelfde voor bijvoorbeeld een werkwoord als clear: It should be noted, however, that contrary to what is sometimes suggested (e.g. in Pinker 1989), a verb need not belong to one of these classes to be eligible for use in the benefactive double object construction. (Colleman te versch a: 3). Volgende voorbeelden zijn volgens hen ook correcte benefactiefconstructies in het Engels: (30) John, could you kill me another rat? I m still hungry. (Takami 2003 :204) (31) There now, I m going to open you a new box and pour you some cereal. (ibid.) Net zoals hierboven moeten we de opmerking maken dat deze werkwoorden in (30) en (31) wel een situatie benoemen die als een soort verwerving kan worden opgevat. Daardoor is de benefactiefconstructie in deze zinnen grammaticaal. In andere zinnen met hetzelfde werkwoord is de combinatie met een benefactiefconstructie niet grammaticaal, net zoals bij fix in het voorbeeld hierboven het geval was: (32)* John killed his wife another spider, because it scared her. (33)* John opened Mary the door. (Takami 2003: 202) 19

24 Ook hier moeten we dus goed in het oog houden op welke manier het werkwoord wordt gebruikt in de benefactiefconstructie. Ter besluit kan worden gesteld dat de Engelse benefactiefconstructie het best kan worden beschreven volgens de definitie van Goldberg: X intends to cause Y to receive Z. Hierin wordt zowel de rol van het subject, het indirect object en het predikaat duidelijk afgebakend. Wel moeten we bij deze definitie altijd een paar restricties in het achterhoofd houden: de notie van intended reception en het beperkt aantal werkwoordklassen die een benefactief kunnen krijgen, remmen de mogelijkheden van de benefactiefconstructie sterk af en zorgen voor intratalige variatie. Een aantal definities over de Nederlandse benefactiefconstructie werden daarnet in (a) reeds gegeven: de notie van overdracht en de rol van het indirect object werden daarbij net zoals bij de Engelse benefactiefconstructie sterk benadrukt. Toch kent ook het Nederlands een aantal restricties, die de mogelijkheden van de benefactiefconstructie zelfs nog sterker afremmen dan in het Engels. (c) Restricties op de Nederlandse benefactiefconstructie. In het Nederlands komen er gelijkaardige beperkingen bij de benefactiefconstructie voor als in het Engels. Eerst en vooral kent het Nederlands ook de restrictie op de intended reception, wat ook hier leidt tot intratalige variatie. Verder kennen de semantische mogelijkheden van de benefactiefconstructie in het Nederlands nog een sterkere restrictie dan in het Engels al het geval is. Colleman (te versch a: 11) zegt hierover het volgende 14 : It can be observed, however, that in Dutch, the semantic possibilities are even more limited than in English. The accepted view is that in present-day standard (Netherlandic) Dutch, the benefactive double object construction is a marked construction which is possible with a small set of rather infrequent verbs related to food provision or prepartion only, such as (een drankje) inschenken to pour a drink, (een bord) opscheppen to dish up (a plate) and in formal language also (een maaltijd) bereiden to prepare (a meal). Concreet houdt dit in dat datgene wat Goldberg beweerde voor het Engels (zie (b)), zeker geldt voor de Nederlandse standaardtaal. Het Nederlands kent slechts een zeer gemarkeerd 14 Zie ook: Colleman & De Vogelaer (2003:186) en Colleman (2002: ). Hier wordt dezelfde bewering nog eens omschreven in het Nederlands. 20

De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 47. Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991.

De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 47. Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991. De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie 07-11-13 / 15:06 Pag. 47 47 Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991. De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie 07-11-13 / 15:06

Nadere informatie

3 I always love to do the shopping. A Yes I do! B No! I hate supermarkets. C Sometimes. When my mother lets me buy chocolate.

3 I always love to do the shopping. A Yes I do! B No! I hate supermarkets. C Sometimes. When my mother lets me buy chocolate. 1 Test yourself read a Lees de vragen van de test. Waar gaat deze test over? Flash info 1 In the morning I always make my bed. A Yes. B No. C Sometimes, when I feel like it. 2 When I see an old lady with

Nadere informatie

Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp

Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp Samenvatting Semantisch versus lexicaal geslacht: synchrone en diachrone variatie in Germaanse geslachtscongruentie De meeste Germaanse talen, waaronder het

Nadere informatie

EEN SEXTANT VOOR EEN TAALSPECIALIST

EEN SEXTANT VOOR EEN TAALSPECIALIST EEN SEXTANT VOOR EEN TAALSPECIALIST Bijdragen tot Joost Buysschaert in profiel Onder redactie van Sonia Vandepitte Bart Defrancq Lieve Jooken 37 JOOST WAS HET GEWOON OM DERGELIJKE ZINNEN TE ANALYSEREN.

Nadere informatie

PARTIKELWERKWOORDEN IN DE DATIEFALTERNANTIE Een historisch corpusonderzoek van de 17de eeuw tot nu

PARTIKELWERKWOORDEN IN DE DATIEFALTERNANTIE Een historisch corpusonderzoek van de 17de eeuw tot nu Universiteit Gent Faculteit Letteren en Wijsbegeerte PARTIKELWERKWOORDEN IN DE DATIEFALTERNANTIE Een historisch corpusonderzoek van de 17de eeuw tot nu Sara Van den Driessche Master in de Taal- en Letterkunde:

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Interactive Grammar leert de belangrijkste regels van de Engelste spelling en grammatica aan.

Interactive Grammar leert de belangrijkste regels van de Engelste spelling en grammatica aan. Interactive Grammar Interactive Grammar leert de belangrijkste regels van de Engelste spelling en grammatica aan. Doelgroep Interactive Grammar Het programma is bedoeld voor leerlingen in de brugklas van

Nadere informatie

Historisch corpusonderzoek. Het gebruik van de dubbelobject-constructie en de aan-constructie van de 17 e eeuw tot nu

Historisch corpusonderzoek. Het gebruik van de dubbelobject-constructie en de aan-constructie van de 17 e eeuw tot nu Universiteit Gent Academiejaar 2008-2009 Historisch corpusonderzoek. Het gebruik van de dubbelobject-constructie en de aan-constructie van de 17 e eeuw tot nu Ine Lammertyn Master in de Taal- en Letterkunde:

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29991 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Sun, Hongyuan Title: Temporal construals of bare predicates in Mandarin Chinese

Nadere informatie

College 4: Gegeneraliseerde Kwantoren

College 4: Gegeneraliseerde Kwantoren Semantiek CKI/CAI Utrecht, herfst 2008 College 4: Gegeneraliseerde Kwantoren Onderwerpen: NP denotaties als verzamelingen van verzamelingen, monotoniciteit bij kwantoren, determiner denotaties als relaties

Nadere informatie

This appendix lists all the messages that the DRS may send to a registrant's administrative contact.

This appendix lists all the messages that the DRS may send to a registrant's administrative contact. This appendix lists all the messages that the DRS may send to a registrant's administrative contact. Subject: 1010 De houdernaam voor #domeinnaam# is veranderd / Registrant of #domeinnaam# has been changed

Nadere informatie

Cover Page. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in Wenzhou Chinese Issue Date:

Cover Page. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in Wenzhou Chinese Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19983 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in

Nadere informatie

The expression of modifiers and arguments in the noun phrase and beyond van Rijn, M.A.

The expression of modifiers and arguments in the noun phrase and beyond van Rijn, M.A. UvA-DARE (Digital Academic Repository) The expression of modifiers and arguments in the noun phrase and beyond van Rijn, M.A. Link to publication Citation for published version (APA): van Rijn, M. A. (2017).

Nadere informatie

Grammatica overzicht Theme 5+6

Grammatica overzicht Theme 5+6 Past simple vs. Present perfect simple Past simple: Ww + ed OF 2 e rijtje van onregelmatige ww. I walked I went Ontkenningen past simple: Did not + hele ww He did not walk. Present perfect: Have/has +

Nadere informatie

THE LANGUAGE SURVIVAL GUIDE

THE LANGUAGE SURVIVAL GUIDE DUTCH THE LANGUAGE SURVIVAL GUIDE 4 0 0 W O R D S T O G E T S T A R T E D I N A N Y L A N G U A G E BY THE FOREIGN LANGUAGE COLLECTIVE Verbs Werkwoorden To be zijn I ik ben You jij bent He/She/It hij/zij/het

Nadere informatie

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g S e v e n P h o t o s f o r O A S E K r i j n d e K o n i n g Even with the most fundamental of truths, we can have big questions. And especially truths that at first sight are concrete, tangible and proven

Nadere informatie

Homework assignment 7 (Intensionality)

Homework assignment 7 (Intensionality) Homework assignment 7 (Intensionality) Semantiek 2013 Solutions Opgave 1 Bekijk de volgende zinnen: A. Lewis Carroll is Charles Dodgson, en Tina ontmoette Charles Dodgson. B. Lewis Carroll is Charles Dodgson,

Nadere informatie

Teksten van de liederen die gospelkoor Inspiration tijdens deze Openluchtdienst zingt.

Teksten van de liederen die gospelkoor Inspiration tijdens deze Openluchtdienst zingt. Don t you worry There s an eternity behind us And many days are yet to come, This world will turn around without us Yes all the work will still be done. Look at ever thing God has made See the birds above

Nadere informatie

1. will + hele werkwoord (Future Simple) 2. shall + hele werkwoord 3. to be (am/is/are) going to + hele werkwoord

1. will + hele werkwoord (Future Simple) 2. shall + hele werkwoord 3. to be (am/is/are) going to + hele werkwoord FUTURE TENSE ( TOEKOMENDE TIJD ) Hoe? 1. will + hele werkwoord (Future Simple) 2. shall + hele werkwoord 3. to be (am/is/are) going to + hele werkwoord Wanneer? Ad 1. Als iets in de toekomst zal gebeuren

Nadere informatie

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties Grace Ghafoer Memory strategies, learning styles and memory achievement Eerste begeleider: dr. W. Waterink Tweede begeleider: dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Dutch survival kit. Vragen hoe het gaat en reactie Asking how it s going and reaction. Met elkaar kennismaken Getting to know each other

Dutch survival kit. Vragen hoe het gaat en reactie Asking how it s going and reaction. Met elkaar kennismaken Getting to know each other Dutch survival kit This Dutch survival kit contains phrases that can be helpful when living and working in the Netherlands. There is an overview of useful sentences and phrases in Dutch with an English

Nadere informatie

Inleiding: Combinaties

Inleiding: Combinaties Zinnen 1 Inleiding: Combinaties Combinaties op verschillende niveaus: Lettergrepen als combinaties van fonemen. Woorden als combinaties van morfemen. Zinnen als combinaties van woorden en woordgroepen.

Nadere informatie

Vergelijken in het Engels

Vergelijken in het Engels Vergelijken in het Engels Om te vergelijken in het Engels, moet je de verschillende trappen van vergelijking kennen. Er bestaat een stellende trap (de basis: bijvoeglijk naamwoord), een vergrotende trap

Nadere informatie

Daylight saving time. Assignment

Daylight saving time. Assignment Daylight saving time Daylight saving time (DST or summertime) is the arrangement by which clocks are advanced by one hour in spring and moved back in autumn to make the most of seasonal daylight Spring:

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe. Als je een onderdeel

Nadere informatie

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. DEEL 1: werkwoorden 1. Werkwoorden Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. Voorbeelden: komen, gaan, zwemmen, lopen, zijn enz. 1.1 Vormen van het werkwoord Werkwoorden

Nadere informatie

Studentnummer: Inleiding Taalkunde 2013 Eindtoets Zet op ieder vel je naam en studentnummer!

Studentnummer: Inleiding Taalkunde 2013 Eindtoets Zet op ieder vel je naam en studentnummer! Inleiding Taalkunde 2013 Eindtoets Zet op ieder vel je naam en studentnummer! Dit tentamen bestaat uit 7 vragen. Lees elke vraag goed, en gebruik steeds de witte ruimte op de pagina, of de achterkant van

Nadere informatie

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 9

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 9 LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 9 2/97 Vandaag: zesde college Regeer- en Bindtheorie (6/6) 3/97 Vorige colleges:! structuur van alle woordgroepen (X -theorie) XP YP X X ZP specifier

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM Read Online and Download Ebook ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM DOWNLOAD EBOOK : ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK STAFLEU

Nadere informatie

De benefactiefconstructie in de zuidelijk-nederlandse dialecten

De benefactiefconstructie in de zuidelijk-nederlandse dialecten Timothy Colleman en Gunther De Vogelaer De benefactiefconstructie in de zuidelijk-nederlandse dialecten Abstract This paper investigates the geographical distribution of the benefactiveditransitive construction

Nadere informatie

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in language. A typological study Sterre Leufkens Een taal kun je zien als een verzameling vormen (woorden, zinnen, klanken, regels),

Nadere informatie

Engels op Niveau A2 Workshops Woordkennis 1

Engels op Niveau A2 Workshops Woordkennis 1 A2 Workshops Woordkennis 1 A2 Workshops Woordkennis 1 A2 Woordkennis 1 Bestuderen Hoe leer je 2000 woorden? Als je een nieuwe taal wilt spreken en schrijven, heb je vooral veel nieuwe woorden nodig. Je

Nadere informatie

Buy Me FILE 5 BUY ME BK 2

Buy Me FILE 5 BUY ME BK 2 Buy Me FILE BUY ME BK Can you resist all those incredible products that all seem to be screaming: Buy Me! Every day we see them on TV during the commercial break: the best products in the world. How would

Nadere informatie

Onderzoek naar het hulpwerkwoord OP

Onderzoek naar het hulpwerkwoord OP Onderzoek naar het hulpwerkwoord OP Inleiding In 2010 is het Nederlandse Gebarencentrum een onderzoek gestart naar hulpwerkwoorden (auxilaries) binnen de Nederlandse Gebarentaal (NGT). In de Nederlandse

Nadere informatie

VOORSTEL TOT STATUTENWIJZIGING UNIQURE NV. Voorgesteld wordt om de artikelen 7.7.1, 8.6.1, en te wijzigen als volgt: Toelichting:

VOORSTEL TOT STATUTENWIJZIGING UNIQURE NV. Voorgesteld wordt om de artikelen 7.7.1, 8.6.1, en te wijzigen als volgt: Toelichting: VOORSTEL TOT STATUTENWIJZIGING UNIQURE NV Voorgesteld wordt om de artikelen 7.7.1, 8.6.1, 9.1.2 en 9.1.3 te wijzigen als volgt: Huidige tekst: 7.7.1. Het Bestuur, zomede twee (2) gezamenlijk handelende

Nadere informatie

possessive determiners

possessive determiners personal pronouns possessive determiners SirPalsrok @meestergijs Ik = I (altijd met een hoofdletter schrijven) I am William. I have no brothers or sisters. I play tennis and love to play videogames. I

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Tentamen Bewijzen en Technieken 1 7 januari 211, duur 3 uur. Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe.

Nadere informatie

Comprehension and production of verbs in aphasic speakers Jonkers, Roel

Comprehension and production of verbs in aphasic speakers Jonkers, Roel Comprehension and production of verbs in aphasic speakers Jonkers, Roel IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the

Nadere informatie

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead 7.1 Exploring Combinations of Ten Look at these cubes. 2. Color some of the cubes to make three parts. Then write a matching sentence. 10 What addition sentence matches the picture? How else could you

Nadere informatie

Vergaderen in het Engels

Vergaderen in het Engels Vergaderen in het Engels In dit artikel beschrijven we verschillende situaties die zich kunnen voordoen tijdens een business meeting. Na het doorlopen van deze zinnen zal je genoeg kennis hebben om je

Nadere informatie

Taalverandering. 19. Taalverandering. Opdracht 19.1

Taalverandering. 19. Taalverandering. Opdracht 19.1 19. Taalverandering Opdracht 19.1 Vraag: Noem twee voorbeelden van varianten in het Nederlands (of in een andere taal) die steeds meer gebruikt lijken te gaan worden. Geef een lexicale en een andere variant.

Nadere informatie

Gegeneraliseerde Kwantoren

Gegeneraliseerde Kwantoren Semantiek CKI Utrecht, lente 2012 Gegeneraliseerde Kwantoren Onderwerpen: NP denotaties als verzamelingen van verzamelingen, monotoniciteit bij kwantoren, determiner denotaties als relaties tussen verzamelingen,

Nadere informatie

Alle opgaven tellen even zwaar, 10 punten per opgave.

Alle opgaven tellen even zwaar, 10 punten per opgave. WAT IS WISKUNDE (English version on the other side) Maandag 5 november 2012, 13.30 1.30 uur Gebruik voor iedere opgave een apart vel. Schrijf je naam en studentnummer op elk vel. Alle opgaven tellen even

Nadere informatie

Ius Commune Training Programme Amsterdam Masterclass 15 June 2018

Ius Commune Training Programme Amsterdam Masterclass 15 June 2018 www.iuscommune.eu Dear Ius Commune PhD researchers, You are kindly invited to participate in the Ius Commune Amsterdam Masterclass for PhD researchers, which will take place on Friday, 15 June 2018. This

Nadere informatie

irregular verbs onregelmatige werkwoorden

irregular verbs onregelmatige werkwoorden SirPalsrok @meestergijs Wanneer je een zin maakt, zul je iets moeten doen met een werkwoord. Je kan tenslotte niet het hele werkwoord gebruiken bij elk onderwerp. Bijvoorbeeld: spelen Wij spelen volleybal.

Nadere informatie

A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali. geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt

A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali. geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt Summary 352 12. Samenvatting A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt door de Idaksahak, een groep van ongeveer 30.000

Nadere informatie

Puzzle. Fais ft. Afrojack Niveau 3a Song 6 Lesson A Worksheet. a Lees de omschrijvingen. Zet de Engelse woorden in de puzzel.

Puzzle. Fais ft. Afrojack Niveau 3a Song 6 Lesson A Worksheet. a Lees de omschrijvingen. Zet de Engelse woorden in de puzzel. Puzzle a Lees de omschrijvingen. Zet de Engelse woorden in de puzzel. een beloning voor de winnaar iemand die piano speelt een uitvoering 4 wat je wil gaan doen; voornemens 5 niet dezelfde 6 deze heb je

Nadere informatie

Preschool Kindergarten

Preschool Kindergarten Preschool Kindergarten Objectives Students will recognize the values of numerals 1 to 10. Students will use objects to solve addition problems with sums from 1 to 10. Materials Needed Large number cards

Nadere informatie

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 2

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 2 LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 2 2/104 Vandaag: 3/104 Vandaag:! Algemene aspecten van de generatieve syntaxistheorie 4/104 Vandaag:! Algemene aspecten van de generatieve syntaxistheorie

Nadere informatie

RECEPTEERKUNDE: PRODUCTZORG EN BEREIDING VAN GENEESMIDDELEN (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

RECEPTEERKUNDE: PRODUCTZORG EN BEREIDING VAN GENEESMIDDELEN (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM Read Online and Download Ebook RECEPTEERKUNDE: PRODUCTZORG EN BEREIDING VAN GENEESMIDDELEN (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM DOWNLOAD EBOOK : RECEPTEERKUNDE: PRODUCTZORG EN BEREIDING VAN STAFLEU

Nadere informatie

Werkcollege 7 Communication and Multimedia Design Amsterdam - Research for Design- B1 HC7 requirements - 10 10 2011

Werkcollege 7 Communication and Multimedia Design Amsterdam - Research for Design- B1 HC7 requirements - 10 10 2011 Werkcollege 7 Deliverables I. Gekozen Persona II. Scenario tekst III. Storyboard IV. Programma van Eisen V. Onderbouwing WERKCOLLEGE 7: Ideeën genereren voor het concept. Werkcollege 7: deel I 1. Kies

Nadere informatie

Luister alsjeblieft naar een opname als je de vragen beantwoordt of speel de stukken zelf!

Luister alsjeblieft naar een opname als je de vragen beantwoordt of speel de stukken zelf! Martijn Hooning COLLEGE ANALYSE OPDRACHT 1 9 september 2009 Hierbij een paar vragen over twee stukken die we deze week en vorige week hebben besproken: Mondnacht van Schumann, en het eerste deel van het

Nadere informatie

Hulpwerkwoorden (een selectie)

Hulpwerkwoorden (een selectie) Hulpwerkwoorden (een selectie) SirPalsrok @meestergijs Ik kan... Ik moet modal verbs We zouden moeten Ik kon Ik ben in staat Ik wil heel graag Ik mag Ik kan... Ik moet modal verbs We zouden moeten Ik kon

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Ius Commune Training Programme 2015-2016 Amsterdam Masterclass 16 June 2016

Ius Commune Training Programme 2015-2016 Amsterdam Masterclass 16 June 2016 www.iuscommune.eu Dear Ius Commune PhD researchers, You are kindly invited to attend the Ius Commune Amsterdam Masterclass for PhD researchers, which will take place on Thursday 16 June 2016. During this

Nadere informatie

Het beheren van mijn Tungsten Network Portal account NL 1 Manage my Tungsten Network Portal account EN 14

Het beheren van mijn Tungsten Network Portal account NL 1 Manage my Tungsten Network Portal account EN 14 QUICK GUIDE C Het beheren van mijn Tungsten Network Portal account NL 1 Manage my Tungsten Network Portal account EN 14 Version 0.9 (June 2014) Per May 2014 OB10 has changed its name to Tungsten Network

Nadere informatie

In the classroom. Who is it? Worksheet

In the classroom. Who is it? Worksheet In the classroom 1 Lees wat de meester doet als hij s morgens op school komt. Lees ook wat een leerling doet. Wie van de twee doet het meest voordat de les begint? First, I go to my desk and take out my

Nadere informatie

B1 Woordkennis: Spelling

B1 Woordkennis: Spelling B1 Woordkennis: Spelling Bestuderen Inleiding Op B1 niveau gaan we wat meer aandacht schenken aan spelling. Je mag niet meer zoveel fouten maken als op A1 en A2 niveau. We bespreken een aantal belangrijke

Nadere informatie

Comics FILE 4 COMICS BK 2

Comics FILE 4 COMICS BK 2 Comics FILE 4 COMICS BK 2 The funny characters in comic books or animation films can put smiles on people s faces all over the world. Wouldn t it be great to create your own funny character that will give

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Tentamen Analyse 6 januari 203, duur 3 uur. Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe. Als je een onderdeel

Nadere informatie

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 4

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 4 LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 4 2/111 Vandaag: eerste college Regeer- en Bindtheorie (1/6) 3/111 Vandaag:! inhoudelijk gedeelte (een paar onderdelen van de theorie)! theoretisch

Nadere informatie

De verwerving van werkwoordssamenstellingen in het Mandarijn Chinees

De verwerving van werkwoordssamenstellingen in het Mandarijn Chinees Samenvatting De verwerving van werkwoordssamenstellingen in het Mandarijn Chinees In dit proefschrift wordt onderzocht hoe kinderen werkwoordssamenstellingen verwerven in het Mandarijn Chinees. Het onderzoek

Nadere informatie

Over werkwoordalternanties in de Syntax of Dutch

Over werkwoordalternanties in de Syntax of Dutch Over werkwoordalternanties in de Syntax of Dutch Timothy Colleman NT 21 (2): 241 252 DOI: 10.5117/NEDTAA2016.2.COLL Abstract On verb frame alternations in the Syntax of Dutch This review article offers

Nadere informatie

voltooid tegenwoordige tijd

voltooid tegenwoordige tijd SirPalsrok @meestergijs It has taken me a while to make this grammar explanation. My life has been quite busy and for that reason I had little time. My week was full of highs and lows. This past weekend

Nadere informatie

Take Home Examen. Het stijlbegrip volgens Nelson Goodman. i Postvak 54 6 juni 2008 Blok BA CW 1 E Vraag II

Take Home Examen. Het stijlbegrip volgens Nelson Goodman. i Postvak 54 6 juni 2008 Blok BA CW 1 E Vraag II Take Home Examen Het stijlbegrip volgens Nelson Goodman i444049 Postvak 54 6 juni 2008 Blok BA CW 1 E Vraag II De Amerikaanse filosoof Nelson Goodman heeft een boek geschreven, genaamd Ways of Worldmaking.

Nadere informatie

20 twenty. test. This is a list of things that you can find in a house. Circle the things that you can find in the tree house in the text.

20 twenty. test. This is a list of things that you can find in a house. Circle the things that you can find in the tree house in the text. 9006625806_boek.indd 1 31/08/16 15:26 1 6 test This is a list of things that you can find in a house. Circle the things that you can find in the tree house in the text. living room kitchen bedroom toilet

Nadere informatie

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen.

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen. Lesbrief Les 2.1: My family Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen. Nouns: brother, sister, cousin, mother, father, aunt, uncle, grandmother,

Nadere informatie

Gevoel voor volgorde: talen en onderzoekend leren

Gevoel voor volgorde: talen en onderzoekend leren Gevoel voor volgorde: talen en onderzoekend leren Peter de Swart p.deswart@let.ru.nl Radboud Universiteit Nijmegen In de tuin werd er een lied gezongen door de vogel. 2 In het museum hing een heel duur

Nadere informatie

Four-card problem. Input

Four-card problem. Input Four-card problem The four-card problem (also known as the Wason selection task) is a logic puzzle devised by Peter Cathcart Wason in 1966. It is one of the most famous tasks in the study of deductive

Nadere informatie

The secret key. Worksheet. flash info. Lees de tekst en kruis het juiste antwoord aan. Deze tekst hoort bij

The secret key. Worksheet. flash info. Lees de tekst en kruis het juiste antwoord aan. Deze tekst hoort bij 1 The secret key read Lees de tekst en kruis het juiste antwoord aan. Deze tekst hoort bij informatie over buslijnen een game een reclame flash info inside outside cross the road binnen(in) buiten steek

Nadere informatie

MyDHL+ ProView activeren in MyDHL+

MyDHL+ ProView activeren in MyDHL+ MyDHL+ ProView activeren in MyDHL+ ProView activeren in MyDHL+ In MyDHL+ is het mogelijk om van uw zendingen, die op uw accountnummer zijn aangemaakt, de status te zien. Daarnaast is het ook mogelijk om

Nadere informatie

Is er afstemming tussen economie en wiskunde?

Is er afstemming tussen economie en wiskunde? Is er afstemming tussen economie en wiskunde? Ab van der Roest In Euclides 92-4 was te zien dat er een groot verschil is tussen de manier waarop in het vmbo procenten werden behandeld in de economie- en

Nadere informatie

English is everywhere. hi morning mouse cool help desk hello computers mail school game. Lees de tekst. Omcirkel de Engelse woorden.

English is everywhere. hi morning mouse cool help desk hello computers mail school game. Lees de tekst. Omcirkel de Engelse woorden. one English is everywhere Test Luister naar wat Daniel vertelt. Welke Engelse woorden hoor je? Kruis ze aan. hi morning mouse cool help desk hello computers mail school game Lees de tekst. Omcirkel de

Nadere informatie

Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen

Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Samenvatting Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Negen casestudies naar de verwerving van het Engels, Duits en Zweeds door volwassen moedertaalsprekers

Nadere informatie

passive de lijdende vorm

passive de lijdende vorm SirPalsrok @meestergijs My dad and I are playing cricket at the moment. Cricket is being played at the moment. Het gaat er niet om wie of wat iets doet. Het gaat er niet om wie of wat iets doet...maar

Nadere informatie

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 7

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 7 LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 7 2/121 Vandaag: vierde college Regeer- en Bindtheorie (4/6) 3/121 Vorige colleges:! structuur van alle woordgroepen (X -theorie) XP YP X X ZP specifier

Nadere informatie

8+ 60 MIN Alleen te spelen in combinatie met het RIFUGIO basisspel. Only to be played in combination with the RIFUGIO basicgame.

8+ 60 MIN Alleen te spelen in combinatie met het RIFUGIO basisspel. Only to be played in combination with the RIFUGIO basicgame. 8+ 60 MIN. 2-5 Alleen te spelen in combinatie met het RIFUGIO basisspel. Only to be played in combination with the RIFUGIO basicgame. HELICOPTER SPEL VOORBEREIDING: Doe alles precies hetzelfde als bij

Nadere informatie

MyDHL+ Uw accountnummer(s) delen

MyDHL+ Uw accountnummer(s) delen MyDHL+ Uw accountnummer(s) delen met anderen Uw accountnummer(s) delen met anderen in MyDHL+ In MyDHL+ is het mogelijk om uw accountnummer(s) te delen met anderen om op uw accountnummer een zending te

Nadere informatie

class book I am reading a book. close your books homework My teacher gave me a lot of homework. to read We are going to read that book.

class book I am reading a book. close your books homework My teacher gave me a lot of homework. to read We are going to read that book. classroom The students are waiting for their teacher in the classroom. class pupil / student classmate You can ask your classmate for help with your homework. please sit down please stand up look at this

Nadere informatie

voegwoorden

voegwoorden conjunctions SirPalsrok @meestergijs 1. Ik ga naar bed. Ik heb morgen school. 2. Hij is altijd laat, omdat hij slordig is. 3. Simon is nooit te laat. Hij heeft een wekker. 4. Ik heb een tv en een computer

Nadere informatie

Inleveropdracht 1: Morfologie & Syntaxis

Inleveropdracht 1: Morfologie & Syntaxis Inleveropdracht 1: Morfologie & Syntaxis Inleiding Taalkunde 2013 Lever de uitwerking van deze opgaves op papier in tijdens college of in het cursuspostvak op Trans 10, kamer 0.16b (dat is de kamer direct

Nadere informatie

My Inspiration I got my inspiration from a lamp that I already had made 2 years ago. The lamp is the you can see on the right.

My Inspiration I got my inspiration from a lamp that I already had made 2 years ago. The lamp is the you can see on the right. Mijn Inspiratie Ik kreeg het idee om een variant te maken van een lamp die ik al eerder had gemaakt. Bij de lamp die in de onderstaande foto s is afgebeeld kun je het licht dimmen door de lamellen open

Nadere informatie

DALISOFT. 33. Configuring DALI ballasts with the TDS20620V2 DALI Tool. Connect the TDS20620V2. Start DALISOFT

DALISOFT. 33. Configuring DALI ballasts with the TDS20620V2 DALI Tool. Connect the TDS20620V2. Start DALISOFT TELETASK Handbook Multiple DoIP Central units DALISOFT 33. Configuring DALI ballasts with the TDS20620V2 DALI Tool Connect the TDS20620V2 If there is a TDS13620 connected to the DALI-bus, remove it first.

Nadere informatie

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Om de weg naar je accommodatie vragen

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Om de weg naar je accommodatie vragen - Vinden Waar kan ik vinden? Om de weg naar je accommodatie vragen Where can I find?... een kamer te huur?... a room to rent?... een hostel?... a hostel?... een hotel?... a hotel?... een bed-and-breakfast?...

Nadere informatie

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Om de weg naar je accommodatie vragen

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Om de weg naar je accommodatie vragen - Vinden Where can I find? Om de weg naar je accommodatie vragen Waar kan ik vinden?... a room to rent?... een kamer te huur?... a hostel?... een hostel?... a hotel?... een hotel?... a bed and breakfast?...

Nadere informatie

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Om de weg naar je accommodatie vragen

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Om de weg naar je accommodatie vragen - Vinden Waar kan ik vinden? Om de weg naar je accommodatie vragen Where can I find?... een kamer te huur?... a room to rent?... een hostel?... a hostel?... een hotel?... a hotel?... een bed-and-breakfast?...

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands Constructies, beperkingen en voorstellingswijze: Adposities in het Nederlands De term adpositie wordt gebruikt voor partikels, preposities (voorzetsels) en postposities (achterzetsels).

Nadere informatie

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate Van Non-Corporate naar Corporate In MyDHL+ is het mogelijk om meerdere gebruikers aan uw set-up toe te voegen. Wanneer er bijvoorbeeld meerdere collega s van dezelfde

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Hoe met Windows 8 te verbinden met NDI Remote Office (NDIRO) How to connect With Windows 8 to NDI Remote Office (NDIRO

Hoe met Windows 8 te verbinden met NDI Remote Office (NDIRO) How to connect With Windows 8 to NDI Remote Office (NDIRO Handleiding/Manual Hoe met Windows 8 te verbinden met NDI Remote Office (NDIRO) How to connect With Windows 8 to NDI Remote Office (NDIRO Inhoudsopgave / Table of Contents 1 Verbinden met het gebruik van

Nadere informatie

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 11

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 11 LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 11 2/68 Vandaag: tweede college Minimalisme (2/4) 3/68 Minimalisme! voortzetting van de generatieve syntaxis (1991-heden)! kernidee: de grammatica

Nadere informatie

53. Anders ga je met pensioen!

53. Anders ga je met pensioen! 53. Anders ga je met pensioen! Alex Reuneker, Universiteit Leiden 1 Het bijwoord anders kent volgens Smessaert en Van Belle (2010) drie typen gebruik, als in (1)-(3). (1) Ze zullen zich morgen anders gedragen

Nadere informatie

Quality of life in persons with profound intellectual and multiple disabilities. Marga Nieuwenhuijse maart 2016

Quality of life in persons with profound intellectual and multiple disabilities. Marga Nieuwenhuijse maart 2016 Quality of life in persons with profound intellectual and multiple disabilities Marga Nieuwenhuijse maart 2016 Beoogde resultaten Literatuuronderzoek naar de bestaande concepten van kwaliteit van leven

Nadere informatie

Hoe te leren voor de UNIT toetsen

Hoe te leren voor de UNIT toetsen Hoe te leren voor de UNIT toetsen Hoe moet je nu beginnen met leren? We merken dat vooral leerlingen die net op school zitten moeite hebben met hoe ze nu een toets over New Inspiration (de units) moeten

Nadere informatie

Interface tussen Stuurbediening en Sony autoaudio

Interface tussen Stuurbediening en Sony autoaudio The information in this document is in Dutch, English version follows later in this document Interface tussen Stuurbediening en Sony autoaudio LET OP! HOEWEL DE UITERSTE ZORGVULDIGHEID IS BETRACHT BIJ

Nadere informatie

Ius Commune Training Programme Amsterdam Masterclass 22 June 2017

Ius Commune Training Programme Amsterdam Masterclass 22 June 2017 www.iuscommune.eu INVITATION Ius Commune Masterclass 22 June 2017 Amsterdam Dear Ius Commune PhD researchers, You are kindly invited to participate in the Ius Commune Amsterdam Masterclass for PhD researchers,

Nadere informatie

Appendix A: List of variables with corresponding questionnaire items (in English) used in chapter 2

Appendix A: List of variables with corresponding questionnaire items (in English) used in chapter 2 167 Appendix A: List of variables with corresponding questionnaire items (in English) used in chapter 2 Task clarity 1. I understand exactly what the task is 2. I understand exactly what is required of

Nadere informatie