Lerarenopleiding Cursushandleiding Beroep 5: Leren omgaan met verschillen

Transcriptie

1 Lerarenopleiding Leerlijn Beroep Instituut Archimedes bachelor vt / dt Hogeschool Utrecht Cursushandleiding Beroep 5: Leren omgaan met verschillen OAR-H2SPECIAL-14 Bronvermelding is verplicht. Verveelvoudigen voor eigen gebruik of intern gebruik is toegestaan. Studiejaar

2 2 Inhoudsopgave 1 Cursusbeschrijving 2 Inhoud 2.1 Algemeen 2.2 Leerdoelen 2.3 Werkvormen Hoor/werkcolleges 2.4 Literatuur 2.5 Tijdsbesteding 2.6 Studieplanner 3 Toetsing en beoordeling 3.1 Toetsen Toetscriteria Inschrijven voor toetsen, toetsafname en inzage 3.2 Beoordeling Normering Weging Rubric dossier

3 1 Inhoud Deelname aan cursussen is slechts mogelijk na tijdige inschrijving in OSIRIS ( Inschrijven (en eventueel uitschrijven) is mogelijk tot twee weken voor de start van een onderwijsperiode waarin het onderwijs van de desbetreffende cursus wordt gegeven. Zie studiegids. 1.1 Algemeen In deze cursus leert de student in het kader van passend onderwijs om te gaan met verschillen in de onderwijssituatie. De student leert begrippen zoals: passend onderwijs, handelingsgericht werken (HGW), constructen (persoonlijke overtuigingen), omgaan met diversiteit en differentiëren. Passend onderwijs richt zich vooral op dat wat nodig is om zowel op schoolniveau als op bovenschoolsniveau om te leren gaan met verschillen. Handelingsgericht werken kan hierbij een aanpak zijn en richt zich met name op individuele casuïstiek. Handelingsgericht werken heeft zeven uitgangspunten, die leidend zijn voor het handelen binnen passend onderwijs: 1. Ons handelen is doelgericht en we evalueren systematisch; 2. De onderwijsbehoeften van leerlingen staan centraal; 3. Het gaat om afstemming en wisselwerking, we gaan uit van transactie in de onderwijsleersituatie; 4. De leerkracht doet ertoe en handelt vakbekwaam; 5. Positieve aspecten zijn van groot belang; 6. We werken constructief samen; 7. De werkwijze is systematisch, planmatig en transparant. Omdat de eigen opvattingen over leerlingen met leeren gedragsproblemen bepalend zijn voor het handelen van de docent wordt in de cursus uitgebreid aandacht besteed aan deze eigen opvattingen. Aan de hand van de methode Professional in de Spiegel (Touw, 2009) wordt gekeken naar zogenaamde constructen. Studenten krijgen een beeld van het eigen denken over leerlingen en in het bijzonder de leerlingen die als gedragsmoeilijk worden ervaren en van de wijze waarop dit van invloed kan zijn op de interactie tussen de docent en de leerling. In de cursus beroep 6 komt dit thema terug als het gaat om culturele en seksuele diversiteit van leerlingen. Als het gaat om diversiteit wordt in deze cursus vooral gekeken naar de thema s leren en gedrag. De student leert de specifieke onderwijsbehoeften die leerlingen hebben op basis van leerstoornissen (dyslexie/dyscalculie), hoogbegaafdheid of gedragsproblemen/gedragsstoornissen. Om les te kunnen geven in een klas met een diversiteit aan leerlingen is kunnen differentiëren onontbeerlijk. In deze cursus leert de student de basiskennis en - vaardighedende eerste stappen op dat vlak. Het bovenstaande is uitgewerkt in drie thema s die in de cursus opeenvolgend aan bod komen. 1. Stilstaan bij passend onderwijs en handelingsgericht werken 2. Mijn rol in het omgaan met verschillen 3. Hoe ga ik om met verschillen? Thema 1: Stilstaan bij Passend onderwijs en handelingsgericht werken Binnen dit thema leert de student hoe handelingsgericht werken zich verhoudt tot passend onderwijs. Kennis en vaardigheden die hierbij nodig zijn, worden ontwikkeld om een beeld te krijgen van de eigen positie ten opzichte van passend onderwijs en het daarbij horend professioneel handelen. Dit wordt in vormgegeven in een eerste eigen visie op passend onderwijs. Thema 2: Mijn rol in het omgaan met verschillen Binnen dit thema gaat de student aan de slag met constructen, die voortkomen uit eigen opvattingen en overtuigingen en van betekenis zijn voor de omgang met leerlingen met speciale 3

4 behoeften. De student schrijft twee leerling portretten op basis van de methode Professional in de Spiegel, waarbij hij zichtbaar maakt hoe eigen opvattingen van invloed zijn op de wijze waarop de student leerlingen benadert. De begeleiding van leerlingen kan vanuit het eigen perspectief meer betekenis krijgen; de student leert richting te geven aan het eigen handelen. Thema 3: Hoe ga ik om met verschillen? Binnen dit thema worden onderwerpen uit diversiteit: leren & gedrag door studenten onderzocht. Voor de kennistoets is het van belang de kenmerken en symptomen te kunnen onderscheiden van de verschillende leeren gedragsstoornissen die worden gepresenteerd. Daarnaast maakt de student keuzes voor de uitwerking van het dossier. Zo bepaalt de student of hij aan de slag gaat met een thema uit leren of het thema uit gedrag. Binnen het thema dat de student kiest, is ruimte voor een specifiek onderwerp dat past bij een casus uit de eigen praktijk. De student verwerkt dit in een OntwikkelingsperspectiefPlan (OPP) van de school of in het OPP zoals dat door SterkVo is ontwikkeld ( ). In het OPP wordt een les ontworpen waarbij de student toont dat differentiëren op basis van de onderwijsbehoeften van leerlingen is ingezet. Afsluitend wordt de eigen visie op passend onderwijs en professioneel handelen, waar nodig, aangepast en gepresenteerd. Naast het werken aan het eigen dossier zijn er binnen dit onderwerp leeractiviteiten, waarmee zowel individueel als in het leerteam gewerkt wordt aan kennisverbreding en het ontwikkelen van persoonlijke competenties, zoals beschreven bij de leerdoelen van dit onderwerp. 1.2 Leerdoelen Beroep 5 Leeruitkomst De cursus heeft als ideale uitkomst dat de student een goed onderbouwde visie kan formuleren op passend onderwijs en laat zien te weten welke consequenties die visie heeft op het eigen pedagogische (begeleiden van ontwikkeling) en didactische (differentiëren in de les) omgaan met verschillen tussen leerlingen op het gebied van leren en gedrag. Leerdoelen De student: 1. Benoemt de (wettelijke) verantwoordelijkheden van scholen met betrekkingen tot leerlingen met leeren/of gedragsstoornissen en omschrijft hoe de zorgstructuur op zijn (leer/werk)-school wordt vormgegeven op basis van de HGW uitgangspunten. 2. Beargumenteert de eigen positie ten opzichte van passend onderwijs en welke consequenties dit heeft voor het professioneel handelen ten aanzien van het begeleiden van leerlingen. 3. Beschrijft de samenhang tussen persoonlijke overtuigingen ten aanzien van leerlingen met speciale behoeften en het uiteindelijke eigen denken en handelen (constructen). 4. Beschrijft de effectieve afstemming tussen eigen constructen en dat wat de leerling met een speciale onderwijsbehoefte nodig heeft. 5. Herkent en benoemt de symptomen en kenmerken bij leerlingen op het gebied van de belangrijkste leeren gedragsproblemen. 6. Herkent en benoemt de mogelijke ondersteuning die school kan bieden in het geval van leeren gedragsproblemen en toont dit aan de hand van differentiatie in de eigen les. 7. Ontwerpt op basis van het voorgaande een eigen les waarin begeleiden van leerlingen en differentiëren in de les herkenbaar zijn afgestemd op leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte. 4

5 8. Beargumenteert - vanuit de theorie - de keuzes die gemaakt kunnen worden in het professioneel omgaan met diversiteit op klasen schoolniveau waarbij begeleiden van leerlingen en differentiëren in de les centraal staan. 1.3 Werkvormen Deze cursus wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving (HUbl), leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie en afgestemd op de behoeften en achtergronden van studenten. In deze cursus maak de student kennis met een grote verscheidenheid aan werkvormen. Er wordt gebruik gemaakt van het geven van instructie, het voeren van onderwijsleergesprekken, zelf ontdekkend leren, samenwerkend leren, diverse discussievormen, debat, presenteren, zelf studeren, samen schrijven, etc. Een groot deel van deze werkvormen wordt gebruikt in de werkgroepbijeenkomsten. Een ander deel bestaat uit meer zelfstandige werkvormen die de student alleen of samen met een andere studenten uitvoert zonder de directe aanwezigheid van een docent. De docent voorziet regelmatig van feedback of zorgt dat er voldoende feedback van anderen is bij het uitvoeren van de diverse opdrachten. Van de student wordt verwacht voorbereid in de werkcolleges te komen (HUbl-opdrachten zijn afgerond) en hier actief aanwezig te zijn. Ook het leren geven van feedback aan anderen en het gezamenlijk in gesprek zijn over de leerstof zien we als essentieel onderdelen van leren. Overkoepelend In de laatste werkbijeenkomst presenteert ieder de definitieve eigen visie op passend onderwijs (in het leerteam of in de lesgroep). Hoorcolleges Hoorcolleges Blok A: op vrijdag Titel Naam Periode A Vrijdag na Datum Passend Onderwijs Peter de Vries Inclusie Hans Schuman Professional in de Hanne Touw Spiegel ASS in het VO Donnerschool Pascal Tielraden & collega Dyslexie in het VO Lucie Spreij Sociale Veiligheid Annemiek Broersen Jongeren en verslaving Frederiek van Geest Hoorcolleges Blok B: op donderdag Titel Naam Periode B Donderdag tijdstip volgt (in de ochtend) Datum Inclusie Hans Schuman Passend Onderwijs Peter de Vries

6 Professional in de Hanne Touw Spiegel ASS in het VO Donnerschool Pascal Tielraden & collega Dyslexie in het VO Lucie Spreij Sociale Veiligheid Annemiek Broersen Jongeren en verslaving Frederiek van Geest Werkcolleges Wekelijks vindt een werkcollege plaats op basis van het hoorcollege (ter voorbereiding op, of als opvolging van het hoorcollege). Naar aanleiding van de voorbereiding en de leeractiviteiten zoals die op HUbl zijn beschreven wordt actief samen geleerd. 1.4 Literatuur Stilstaan bij Passend onderwijs en HGW Verplichte literatuur: - Passend onderwijs (2015): - Inclusie: Schuman (2010): d%20onderwijs%20vanuit%20internationaal%20perspectief%20zwart%20wit.pdf - Handelingsgericht werken: Pameijer ; Aanbevolen documenten & bronnen: - Handreiking ontwikkelingsperspectief in het voortgezet onderwijs. (2013). Utrecht: VO-raad. Mijn rol in het omgaan met verschillen Verplichte literatuur (te vinden in het werkboek dat aangeschaft dient te worden via de docent/pm; kosten 15,00) - Touw, H. & Beukering, van, T. (2009) Professional in de spiegel: achtergronden. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 48, Touw, H. & Beukering, van, T. (2009) Professional in de spiegel: de werkwijze. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 48, Hoe ga ik om met verschillen? Verplichte literatuur (een van beide is verplicht): - Wolf, K. van der, Beukering, T. van (2009). Gedragsproblemen op scholen. Leuven / Den Haag: Acco Hoofdstuk 1 tot en met 4 (blz. 9-91) - Berben, M., Teeseling, van M. (2015). Differentiëren is te leren. Omgaan met verschillen in het voortgezet onderwijs. Amersfoort: CPS Aanbevolen literatuur: - Literatuurkeuze afhankelijk van de onderwerpkeuze (zie HUbl). 1.5 Tijdsbesteding Iedere cursus op de HU bestaat uit 5 EC. Een EC staat voor een studielast van 28 uur. Bij een cursus van 5 EC wordt ervan uit gegaan dat de gemiddelde student 5 x 28 uur, is in totaal 140 uur, nodig 6

7 heeft om de leerdoelen te behalen. 1.6 Studieplanner De docent maakt de studieplanner beschikbaar. Zie 7

8 2 Toetsing en beoordeling 2.1 Toetsen Deze cursus wordt afgerond met de volgende toets of deeltoetsen: 1. Kennistoets (gesloten boek): de drie onderwerpen Stilstaan bij Passend onderwijs & HGW, Mijn rol in het omgaan met verschillen en Hoe ga ik om met verschillen? worden getoetst. De kennistoets is gebaseerd op de verplichte literatuur, HUbl, hoor- en werkcolleges. 2. Kennistoets Het gesloten boektentamen bestaat uit zowel multiple choice, open vragenals casuïstiek over de theorie. Hierbij reproduceer je kennis in het kader van passend onderwijs, HGW, constructen en diversiteit. Je toont aan dit te begrijpen, te kunnen analyseren en inzicht te hebben op de toepasbaarheid en de betekenisgeving in de onderwijssituatie. Hieronder is per thema aangegeven welke onderwerpen je op welk niveau moet beheersen voor de kennistoets. Thema 1: Stilstaan bij passend onderwijs en HGW (toetsdoel 1 - onthouden en begrijpen) Bij dit thema wordt ervan uitgegaan dat de student de theorie kan reproduceren en laat zien te begrijpen wat er in die theorie staat. - Inclusie: Schuman (2010): d%20onderwijs%20vanuit%20internationaal%20perspectief%20zwart%20wit.pdf - Handelingsgericht werken: Pameijer ; De stof uit de artikelen wordt beheerst op het niveau van definities, visies, modellen/concepten/theorieën. Jaartallen e.d. worden niet gevraagd. Te denken valt aan kennis over het verschil tussen integratie en inclusie, het sociaal burgerschapsmodel, samenwerken, uitgangspunten HGW, wenselijk en wettelijk kader, passend onderwijs in de klas en op de school. Thema 2: Mijn rol in het omgaan met verschillen (toetsdoel 3 - begrijpen, onthouden, toepassen) In de kennistoets wordt getoetst of de student kernconcepten van de methodiek kan reproduceren, begrijpt en toe kan passen op casuïstiek. - Touw, H. & Beukering, van, T. (2009) Professional in de spiegel: achtergronden. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 48, Touw, H. & Beukering, van, T. (2009) Professional in de spiegel: de werkwijze. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 48, De stof uit de artikelen wordt beheerst op het niveau van modellen/concepten en theorieën. Te denken valt aan constructpsychologie, bewustwording, psychologische afstand, de relatie tussen kennis, praktijk en persoon. Thema 3: Hoe ga ik om met verschillen? (toetsdoel 5&6 - begrijpen, onthouden, toepassen, analyseren) De student kan de stof uit de bronnen reproduceren, begrijpen en daarmee casuïstiek kunnen analyseren. Ook laat de student zien de theorie toe te kunnen passen op casuïstiek en bijvoorbeeld oplossingen/concrete uitwerkingen beschrijven. 8

9 - Wolf, K. van der, Beukering, T. van (2009). Gedragsproblemen op scholen. Leuven / Den Haag: Acco Hoofdstuk 1 tot en met 4 (blz. 9-91) - Berben, M., Teeseling,van M. (2015). Differentiëren is te leren. Omgaan met verschillen in het voortgezet onderwijs. Amersfoort: CP - Informatie die beschikbaar is gesteld op HUbl.hu.nl: instructiefilms, websites, filmmateriaal. De stof uit de informatiebronnen wordt beheerst op het niveau van definities, theorieën, visies en toepasbaarheid in het onderwijs. Aantallen (bijvoorbeeld: hoeveel leerlingen hebben ADHD?) worden niet gevraagd. Te denken valt aan kennis over differentiëren in de les, kennis over leeren gedragsproblemen (kenmerken, signalen, toepassing in de klas en betekenis). Het dossier bestaat per onderwerp uit de volgende opdrachten: Het dossier (max. 10 pagina exclusief inleiding, literatuurlijst en bijlagen) wordt op onderstaande manier in één verslag aangeboden: - Inleiding max. 1 pagina - 1. Positie in passend onderwijs Eigen visie op passend onderwijs (op basis van theorie en de visie van de school) met accent op de zeven uitgangspunten van HGW en/of het schema integratie/inclusie van Schuman (2010). Je maakt een koppeling met de zorgstructuur op school, zodat theorie en praktijk met elkaar in verbinding worden gebracht. Theorie is nodig ter onderbouwing. Dit onderdeel wordt niet beoordeel, het is een startpunt dat nodig is voor de rest van de cursus. max. 1 ½ pagina s - 2. Mijn rol in het omgaan met verschillen Twee leerling portretten worden gepresenteerd (werkboek PidS). Je geeft op basis van de twee leerlingportretten en de eigen constructen aan hoe jij omgaat met verschillen in de klas en welke betekenis dit heeft voor het begeleiden van leerlingen (pedagogisch doel). Theorie is nodig ter onderbouwing. max. 3 pagina s - 3. Hoe ga ik om met verschillen? Op basis van een gekozen onderwerp (Diversiteit: leren &gedrag) ontwerp je binnen het OntwikkelingsperspectiefPlan (OPP) één les, waarin differentiatie in de les centraal staat. Op basis van theorie (didactiek én inhoud van het gekozen onderwerp) worden de keuzes voor differentiëren onderbouwd en bepaald. max. 3 pagina s; OPP mag in een bijlage - 4. Afsluiting: De bijgestelde eigen visie op passend onderwijs (met een vernieuwde positionering ten aanzien van passend onderwijs, begeleiden en differentiëren). De verandering ten op zichte van de eerste visie wordt in beeld gebracht op basis van evaluatie (wat heeft het opgeleverd) en reflectie (wat betekent het voor de eigen ontwikkeling). Onderbouwing vanuit de verschillende theorieën, de eigen praktijk en de eigen ervaringen is noodzakelijk. max. 2 pagina - Literatuurlijst - Bijlagen 9

10 2.2 Inschrijven voor toetsen, toetsafname en inzage Inschrijving (her)tentamens Deelname aan (her)tentamens is slechts mogelijk na tijdige inschrijving voor het (her)tentamen in OSIRIS ( Inschrijven (en eventueel uitschrijven) is mogelijk tot twee weken voor de start van een tentamenperiode waarin het desbetreffende (her)tentamen wordt gegeven. Zie studiegids. Een student mag het tentamen van een cursus 2 keer per jaar afleggen. Gedurende het studiejaar zijn er per cursus meerdere data waarop een tentamen kan worden afgelegd. Aan de hand van het jaarrooster kun je zien in welke periode bepaalde cursussen worden afgesloten. Toetsafname Op het tentamenrooster voor de betreffende periode wordt exact aangegeven op welke dag, op welk tijdstip en in welk lokaal de toets (of herkansing) plaatsvindt. Dit rooster wordt uiterlijk op vrijdag van de derde lesweek van een periode gepubliceerd via OSIRIS ( Herkansingen vinden plaats in de week voorafgaand aan de afsluitingsweek van de periode. Uitzonderingen vormen de herkansingen voor de tentamenonderdelen van de laatste periode. Deze worden ingeroosterd in de laatste volle week van augustus voorafgaand aan het nieuwe studiejaar. Bekendmaken resultaat en inzage Uiterlijk 3 weken na afname van een tentamen wordt de uitslag door de desbetreffende examinator bekendgemaakt in OSIRIS. De student heeft recht op inzage van het gemaakte en beoordeelde tentamenwerk. De inzage (en eventuele nabespreking) vindt plaats binnen drie weken na het bekendmaken van de tentamenuitslag, maar uiterlijk voor het hertentamen. Na invoeren in Osiris is er 4 weken de mogelijkheid tot herziening van ingevoerde resultaten. Zie studiegids. 2.3 Beoordeling Normering Beide deeltoetsen worden beoordeeld op basis van een beoordelingsmodel, waarin de relatie tussen de criteria en de beoordeling transparant is. Het eindcijfer wordt weergegeven op de schaal 1 10, met een decimaal achter de komma. Weging Het eindcijfer van de cursus wordt bepaald door de schriftelijke toets en het resultaat van de opdracht. De verhouding is 40 (kennistoets) / 60 (dossier). Het eindcijfer is definitief als zowel de kennistoets als het dossier afgesloten zijn met een voldoende. Beoordelingsrubric voor het dossier Voorwaardelijk - het dossier is compleet en in één bestand aangeleverd; - correct taalgebruik; - bronvermelding volgens APAnorm; - alle onderdelen zijn voldoende. 10

11 Toetsdoel 4. Leerling-portret en constructen 7. Les-opzet binnen een OPP 2 & 8. Visie op passend onderwijs Onvoldoende (< 5,5) Een of geen leerlingportretten ontbreken Geen of ontbrekende eigen constructen. Geen of onvolledige lesopzet (met differentiatie) Geen OPP. Geen aangepaste versie van de visie op passend onderwijs. Voldoende (5,5 6,9) Twee leerling -portretten zijn beschreven in samenhang met de eigen constructen. Theorie is toegepast ten aanzien van constructen. Een les-opzet (op basis van bijlage 1 en 2 uit Differentiëren is te leren) waarin differentiëren binnen de klas is beschreven en binnen een OPP geplaatst. Gemaakte keuzes zijn op basis van theorie (leer- of gedragsprobleem) onderbouwd. Visie op passend onderwijs is aangepast op basis van een eigen idee. Goed (7,0 8,4) Twee leerling-portretten zijn beschreven in samenhang met de eigen constructen waarbij de psychologische afstand is toegevoegd. Theorie is toegepast ten aanzien van constructen en de psychologische afstand. Een les-opzet (op basis van bijlage 1, 2 en 3 uit Differentiëren is te leren) waarin differentiëren binnen de klas en voor een leerling is beschreven. De les is onderdeel van het OPP. Gemaakte keuzes zijn op basis van theorie (leer- of gedragsprobleem) onderbouwd. Visie op passend onderwijs is aangepast op basis van de theorie, de praktijk en een eigen idee. Uitstekend (8,5 10) Twee leerling-portretten zijn beschreven en gebaseerd op constructen waarbij de psychologische afstand is toegevoegd en de betekenis voor het eigen professioneel handelen in beeld is gebracht. Theorie is toegevoegd ten aanzien van constructen, afstand en de onderwijsbehoeften. Een les-opzet opzet (op basis van bijlage 1, 2, 3 en 4 uit Differentiëren is te leren) waarin differentiëren binnen de klas en voor een leerling is beschreven. De les is onderdeel van het OPP. De les is uitgevoerd en feedback is verwerkt in het dossier. Gemaakte keuzes zijn op basis van theorie (leer- of gedragsprobleem) onderbouwd. Visie op passend onderwijs is aangepast op basis van de theorie, de praktijk en een eigen idee. (Wettelijke) kaders en maatschappelijke relevantie zijn toegevoegd. 25% 25% 50% Geen of onvolledige duiding van de veranderingen in de visie (evaluatie en/of reflectie ontbreken). Het verschil tussen visie 1 en visie is 2 is beschreven vanuit een eigen idee. De student beschrijft op basis van het verschil zijn visie op omgaan met verschillen in de klas en de consequentie voor het eigen professioneel handelen. De student onderscheidt evaluatie (product) en reflectie (proces) van elkaar. Het verschil tussen visie 1 en visie is 2 is beargumenteerd vanuit de theorie, de praktijk en een eigen idee. De student presenteert op basis van het verschil zijn visie op omgaan met verschillen in de klas en in de school én de consequenties daarvan voor het eigen professioneel handelen. De student onderscheidt evaluatie (product) en reflectie (proces) van elkaar. Het verschil tussen visie 1 en visie is 2 is beargumenteerd vanuit de theorie, de praktijk en een eigen idee. De student onderbouwt dit vanuit eigen onderliggende overtuigingen, normen en waarden. De student presenteert op basis van het verschil zijn visie op omgaan met verschillen in de klas, op de school en binnen de maatschappij én de consequenties daarvan voor het eigen professioneel handelen. De student onderscheidt evaluatie (product) en reflectie (proces) van elkaar. 11

12 3 Verantwoording van leerdoelen naar eindkwalificaties 3.1 Leerdoelen Beroep 5 De student: Thema 1 1. Benoemt de wettelijke verantwoordelijkheden van scholen met betrekkingen tot leerlingen met leeren/of gedragsstoornissen en omschrijft hoe de zorgstructuur op zijn (leerwerk)school wordt vormgegeven op basis van de HGW uitgangspunten. 2. Beargumenteert de eigen positie ten opzichte van passend onderwijs en welke consequenties dit heeft voor het professioneel handelen ten aanzien van het begeleiden van leerlingen. Thema 2 3. Beschrijft de samenhang tussen persoonlijke overtuigingen ten aanzien van leerlingen met speciale behoeften en het uiteindelijke eigen denken en handelen (constructen). 4. Beschrijft de effectieve afstemming tussen eigen constructen en dat wat de leerling met een speciale onderwijsbehoefte nodig heeft. Thema 3 5. Herkent en benoemt de symptomen en kenmerken bij leerlingen op het gebied van de belangrijkste leeren gedragsproblemen. 6. Herkent en benoemt de mogelijke ondersteuning die school kan bieden in het geval van leeren gedragsproblemen en toont dit aan de hand van differentiatie in de eigen les. 7. Ontwerpt op basis van het voorgaande een eigen les waarin begeleiden van leerlingen en differentiëren in de les herkenbaar zijn afgestemd op leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte. Overkoepelend 8. Beargumenteert - vanuit de theorie - de keuzes die gemaakt kunnen worden in het professioneel omgaan met diversiteit op klasen schoolniveau waarbij begeleiden van leerlingen en differentiëren in de les centraal staan. Wordt getoetst met: Kennistoets: begrijpen, onthouden Kennistoets: begrijpen, onthouden, toepassen Kennistoets: begrijpen, onthouden, toepassen, analyseren Kennistoets: begrijpen, onthouden, toepassen, analyseren Kennistoets: toepassen analyseren 12

13 3.2 Specifieke leerdoelen in (deel) toetsen per onderwerp Deze cursus heeft de volgende doelen per onderwerp: Thema 1 Stilstaan bij passend onderwijs en HGW De student kan formatief summatief Benoemen wat de relatie is Kennistoets tussen passend onderwijs en handelingsgericht werken. Benoemen wat het verschil is Kennistoets tussen integratie en inclusie binnen het VO in het licht van passend onderwijs. De zorgstructuur in beeld brengen en toetsen aan de uitgangspunten van handelingsgericht werken, waarbij de inzet en toepassing van het OPP herkenbaar wordt ingezet op leerlingen schoolniveau. Eigen overzicht vergelijken met leerteamgenoten om tot een gemeenschappelijke en individuele conclusie te komen. Zijn eigen visie verwoorden ten aanzien van passend onderwijs en deze visie in relatie brengen met de uitgangspunten van handelingsgericht werken. Thema 2 Mijn rol in het omgaan met verschillen Visie in het leerteam voorleggen ter feedback. Per leerteam wordt een gemeenschappelijke visie aan de groep voorgelegd. Kennistoets + dossier De student kan formatief summatief De eigen constructen Informatie uit het hoorcollege Kennistoets benoemen en heeft zicht op de betekenis hiervan ; dit onderbouwen vanuit de theorie; de goodness of fit verklaren vanuit de constructentheorie. toepassen binnen het werkcollege als uitgangspunt voor het werkboek PidS Professional in de Spiegel uitwerken tot twee portretten van leerlingen. De eigen ervaring en het eigen perspectief zijn hierin leidend. Benoemt en beschrijft constructen, het belang van een goede interactie en de goodness of fit. De student heeft zicht op de persoonlijke betekenis hiervan en wisselt dit Leerling portretten worden in het leerteam in de werkbijeenkomst gepresenteerd en met elkaar verder uitgediept. Zij worden getoetst aan de theorie met 13

14 uit met medestudenten. De waarde van de dialoog in deze wordt onderbouwd beschreven. De student heeft zicht op wat de uitwerking van deze opdrachten betekent voor de ontwikkeling van zijn pedagogische professionaliteit. accent op het eigen professioneel handelen (begeleiden van leerlingen). Thema 3 Hoe ga ik om met verschillen? De student kan formatief summatief Diversiteit op basis van leren en gedrag in de eigen praktijk onderscheiden en benoemt wat het leren en het gedrag van leerlingen (op basis van de geconstateerde diversiteit) Per leerteam worden vijf onderwerpen uitgekozen. Deze worden in een flitspresentatie in de eerstvolgende werkbijeenkomst aan de gehele groep gepresenteerd bij hem als persoon oproept. Benoemt en beschrijft kenmerken en symptomen van taalleesproblemen, rekenproblemen, dyslexie, dyscalculie en hoogbegaafdheid en van ASS, ADHD, pesten en middelengebruik. De student is in staat in het algemeen onderwijsbehoeften te formuleren die passen bij Kennistoets + dossier deze kenmerken. Specifieke onderwijsbehoeften (binnen een OPP) formuleren bij een casus uit de eigen praktijk en deze vertalen naar een drietal adviezen en een les waarbinnen differentiëren zichtbaar wordt. De student kan beschrijven en onderbouwen hoe hij diversiteit in leren en gedrag ervaart en wat dit met hem als persoon doet. Overkoepelend De student is in staat te beschrijven wat de uitwerking van deze opdrachten betekent voor zijn pedagogische en didactische professionaliteit. De student kan formatief summatief De student is in staat te De student toont door middel 14

15 beschrijven wat de uitwerking van deze opdrachten betekent voor zijn pedagogische en didactische professionaliteit in het licht van zijn visie op passend onderwijs. van een posterpresentatie zijn ontwikkeling en zijn visie op passend onderwijs. 15

16 16