Bulletin van vragen en antwoorden

Transcriptie

1 Bulletin van vragen en antwoorden juni 2014

2 19de jaargang nr juni In het Bulletin van Vragen en Antwoorden worden vragen van Raadsleden en de antwoorden daarop letterlijk en volledig opgenomen. Elke briefschrijver is verantwoordelijk voor zijn/haar tekst waarvan de inhoud niet bindend is voor het stadsbestuur. Vraag 490: Raadslid Sammy Roelant (11/03/2014) Vlaanderen is de bosarmste regio in Europa. West-Vlaanderen is de bosarmste provincie van Vlaanderen. We hebben dus heel wat werk voor de boeg als we naar een kwaliteitsvolle, gezonde natuurlijke omgeving willen streven. Ondanks de vele ronkende verklaringen om in Vlaanderen meer bossen te hebben anno 2020 gaat het areaal er nog steeds op achteruit. Ondertussen is het ook de bedoeling dat de biodiversteit er in onze regio op vooruitgaat. In dit kader heb ik enkele vragen. 1.Hoe groot is de oppervlakte aan bos op het grondgebied Brugge. Hoeveel hiervan is zonevreemd? 2.Hoe groot was deze oppervlakte in referentiejaren en 2010? Hoeveel zonevreemd? 3.Wat is de doelstelling van de stad tegen het einde van de legislatuur in 2019 voor wat betreft oppervlakte aan bos? 4.Hoe wil men dit bereiken? 5. Welke bosaankopen of bosaanlplantingen zijn gepland? 6. Wat is de oppervlakte aan andersoortige natuurlandschappen op Brugs grondgebied. Wat zijn de beleidsdoelstellingen hieromtrent qua kwaliteit zowel als qua oppervlakte? Antwoord 490: Bossen De actuele bebossingstoestand werd aan de hand van de recentste luchtfoto s op kaart gezet. Bij het intekenen van de bebossingstoestand rees de vraag naar wat effectief als bos kan aangeduid worden. Er werd een interpretatie conform het bosdecreet gehanteerd, nl. bos zijnde een grondoppervlakte waarvan de bomen en de houtachtige struikvegetaties het belangrijkste bestanddeel (bedekking >50%) uitmaken, en waartoe een eigen fauna en flora behoren. Inbegrepen hierin worden: wegen en dreven, kleine open ruimtes, wateroppervlaktes, behorend bij een bos. overgebleven bos in verkavelde percelen in woonparken (zo goed als beoordeling dit toelaat; nazicht te velde kan dit beeld verfijnen en corrigeren) Niet inbegrepen hierin zijn o.m.: boombestanden in tuinen en parken zonder boskarakter cf. definitie hierboven aanmerkelijke open zones binnen bosomgeving stroken langs wegen met houtige begroeiing <10 m breed openbare wegen doorheen bosgebied 1. Hoe groot is de oppervlakte aan bos op het grondgebied Brugge. Hoeveel hiervan is zonevreemd? De bosoppervlakte in 2013 bedraagt 883 ha. Onderstaande grafiek geeft de verdeling per bestemmingszone weer: 82% (725 ha) in groengebied 4% (33 ha) in landbouwgebied 14% (125 ha) in een zone waar harde invulling mogelijk is (de woon- en industriegebied in brede zin, recreatiegebied, openbaar nut, militair domein). Deze zonevreemde bossen lopen in principe risico te verdwijnen. Analyse van de eigendomstoestand van de zonevreemde bossen toont aan dat van de 125 ha zonevreemd bos 42 ha in bezit is van overheden, nl. de stad (23 ha), de provincie (5 ha), het Vlaams Gewest, Agentschap voor Natuur en Bos(14 ha), en Natuurpunt (0,5 ha). Van die overheden mag ver-

3 wacht worden dat zij het bos als dusdanig zullen bestendigen. Voor de stad Brugge betreft dit het Paalbos en het polderbosje in het domein parkbegraafplaats Blauwe toren (beide in zone voor openbaar nut), diverse kleinere stukjes bos behorend bij stedelijk groendomeinen en de bosaanplantingen sinds 2000 in het natuurgebied Gemeneweidebeek (planologisch WU-gebied). Voor de provincie betreft het gedeelte van het Zeebos op Brugs grondgebied (5 ha), aangelegd in recreatiegebied. Voor het Agentschap voor Natuur en Bos betreft het deel van het aangekochte Lappersfortbos gelegen in KMO-zone (5,4 ha) en recente bebossing in het Chartreuzegebied (zone voor Openbaar nut, 8,5 ha). Voor bovenstaande bossen is het voortbestaan in wezen verzekerd. Voor de meeste ervan (Blauwe Torenbosje, Paalbos, Gemeneweidebeek, Chartreuzegebied) was in het kader van de afbakening van het regionaalstedelijk gebied overgegaan naar groenbestemming maar de vernietiging door de Raad van State van een aantal deelplannen heeft dit (tijdelijk nemen we aan) weer ongedaan gemaakt. 22,4 zonevreemd bos is in diverse andere (para)openbare eigendom : o 4 ha van NMBS-terrein nabij de Vaartdijkstraat (zone voor openbaar nut); voor deze zone is een RUP in opmaak die herbestemming naar groenzone voorziet. o Een bosje (1,8 ha) langs de Gentse Vaart nabij de Katelijnepoort (eigendom AVW, zone voor openbaar nut). o 13,7 ha bosstrook op de oostelijke oever van het Boudewijnkanaal (havengebied), die zou verdwijnen op ogenblik van de kanaalverbredingen (AMT/MBZ). o 2,9 ha in militair domein te Sint-Kruis. o 2,3 ha op domein van onderwijsinstellingen (in zone voor openbaar nut) 60 ha privaat bos is zonevreemd en ligt meer bepaald in woongebieden (35 ha woonpark, vnl Tillegem en nabij Doornstraat, en 22 ha woongebied) Deze zonevreemde bossen bestaan uit een mix van kleinere en grotere, meer samenhangende entiteiten. Bos in landbouwgebied: 4% van het bos te Brugge (30 ha) ligt in agrarisch gebied. Het omvat grotendeels (76%) privaat bos. 7 ha behoort toe aan de stad, m.n. het Ooievaarsbos te Sint-Pieters (geboortebos). Dit ligt in agrarisch gebied met bos als nevenbestemming (BPA Dulleweggeleed). De 25 ha private bossen in agrarisch gebied liggen hoofdzakelijk in Sint Andries (11 ha) en Dudzele (10 ha, vooral recente aanplantingen). 2.Hoe groot was deze oppervlakte in referentiejaren en 2010? Hoeveel zonevreemd? Voor de vroegere toestand is teruggegaan naar de periode omstreeks Voor tussenliggende tijdstippen (2005 en later) zijn eveneens geschikte luchtfoto s voorhanden maar voor deze intervallen werd geen systematisch vergelijkend onderzoek uitgewerkt. De bosoppervlakte in 1990 bedroeg 823 ha. Dit is netto 60 ha minder dan de 883 ha die vandaag genoteerd worden. Dit nettocijfer komt voor uit enerzijds het verdwijnen van ruim 32 ha bos en anderzijds nieuwe bosaanplantingen voor een totaal van 92,1 ha. De verdeling volgens bestemming was als volgt: 82% (679 ha) in groengebied 2% (19 ha) in landbouwgebied 16% (125 ha) in een zone waar harde invulling mogelijk is Interessant is de analyse waar de 32,1 ha bos verdwenen zijn (grafiek) : Bijna de helft bevond zich in gebied met woonbestemming (6,6 ha in woongebied, 8,7 ha in woonpark) 8% (ca 2,7 ha) verdween in industriegebied (gekapt deel Lappersfortbos, 2009). Eveneens 8% verdween in zone voor openbaar nut (dienstenzones Sint-Michiels & Sint-Andries en 0,5 ha onlangs in het stadsdomein Blauwe Toren voor aanleg van de A11) 11% (3,5 ha) verdween in agrarisch gebied (Schoonhove, Legeweg) 25 % (8 ha) verdween in groengebied, waarvan bijna de helft ging naar omvorming tot heide (Schobbejakshoogte, Chartreuzinnenbos, Tillegembos). De analyse van de 91 ha bijgekomen bos toont volgende bosaanwinsten aan:

4 59 % ligt in groengebied (17,3 ha stad, 30,6 ha ANB, 6,4ha provincie) 9% in zone voor openbaar nut (ANB, Chartreuzegebied, was groenzone tot de vernietiging van het RUP n.a.v. stadiondossier) 7% in woonuitbreidingsgebied (stad Brugge, Gemeneweidebeek, werd herbestemd tot groenzone maar dit verviel weer door de vernietiging van het RUP n.a.v. het dossier Klein Appelmoes) 6% in recreatiegebied (Provinciaal Zeebos) 19% in landbouwgebied, waarvan 10 ha door private eigenaars en 7ha door de stad (Ooievaarsbos in agr. zone met bos als nevenbestemming) Onderstaande grafiek vergelijkt de eigendomstoestand van het bos te Brugge in resp en De private bosoppervlakte was en is nog steeds het grootst, maar toch netto bijna 16 ha gekrompen. De openbare besturen (stad Brugge, provincie, ANB) hebben elke een merkelijke bosaangroei tot stand gebracht (samen 117 ha). Ze komen op 75% (366/483) van de oppervlakte aan privaat bos (tegenover 55% in 1990). De grafiek hierna toont door wie en in welke zones de 92 ha bosaanwinsten sinds 1990 werden gerealiseerd. 3.Wat is de doelstelling van de stad tegen het einde van de legislatuur in 2019 voor wat betreft oppervlakte aan bos? 4.Hoe wil men dit bereiken? 5. Welke bosaankopen of bosaanplantingen zijn gepland? Naar aanleiding van het klimaatplan heeft de stad zich voorgenomen tegen 2020 minstens 20 ha bijkomend bos aan te planten. Volgende locaties in handen van de stad liggen daarbij voor: 13 ha bosuitbreiding in het domein Beisbroek dat in 1973 i.f.v. openbaar groengebied werd aangekocht (parkgebied gewestplan). De bedoelde gronden zullen eind 2014 beschikbaar zijn. 5 à 7 ha open randzone in het stedelijk bos Foreest (parkgebied gewestplan). Deze gronden werden recent verworven en komen gradueel vrij uit pacht waarna stapsgewijs tot bebossing en/of natuurlijke verbossing wordt overgegaan. De laatste percelen komen wellicht vrij in ,5 ha randbebossing in het stedelijk natuurgebied Gemeneweidebeek op percelen die de stad in 2013 en 14 aanvullend aankocht; parkgebied gewestplan); Uitvoerbaar in voorjaar 2015 als geboortebosaanplant. Tevens beoogt de stad sinds meerdere jaren reeds een aanvullende verwerving voor het Veltembos voor 1 ha bijkomend speelbos. Het tijdstip van uitvoerbaarheid is momenteel niet te voorspellen. Eens de verwerving lukt ligt een bebossing als geboortebos voor de hand. Het deelplan Ryckevelde van het GRUP ter afbakening van het regionaalstedelijk gebied herbestemde bepaalde stadsgronden tot bosgebied. Het GRUP stelt er een ecologische bosuitbreiding voor met lokale spontane vorming van wastine en bos, om het typerende schrale veldaspect van deze omgeving opnieuw tot uiting te laten komen. Een concrete implementatie hiervan zal in najaar 2014 worden onderzocht en voorgelegd. In nog oriëntatiefase wordt de aanleg van 5 ha parkbos ten N van Transportzone Zeebrugge overwogen (in zone voor openbaar nut). Dit hangt samen met diverse ontwikkelingen in deze omgeving. Er kan momenteel geen timing qua grondverwerving of qua uitvoeringwijze vooropgesteld worden. In de actuele (en toekomstige) stedelijke bossen staan de ecologische en de sociaal-recreatieve functie voorop. Dit is ondermeer expliciet opgenomen in het door de GR goedgekeurde beheerplan voor het de domeinen Beisbroek-Tudor-Chartreuzinnenbos. Buiten stadsinitiatief, maar met toekomstig beheer door de stad, liggen volgende aanplantingen voor: beplanting van de geluidsberm tegenover het rangeerstation te Zwankendamme met Parkbos. Realisatie door Infrabel; opp 1,5 à 2 ha in bufferzone van het RUP Zeehaven. De VLM besteedt momenteel het inrichtingsplan aan. De aanleg wordt verwacht in waarna overdracht als bosparkachtige groenzone aan de stad. Aanleg van 5 ha bos in Dudzele als onderdeel van de bufferzone die tegenover de A11 wordt gerealiseerd. Deze zone wordt via gemeentelijk RUP herbestemd tot buffergebied. De gronden worden

5 verworven door de VLM en na inrichting overgedragen aan de stad; de inrichtingsstudie, gebaseerd op een inspraakfase met de bewoners van Dudzele, wordt momenteel aanbesteed. De aanplantkosten zijn ten laste van AWV. Realisatie tegen tijdstip van openstelling van de A11 in Een uitvoering als geboortebosplantacties kan overwogen worden. Aankopen van bestaande bossen staan momenteel niet op de agenda. Er kunnen zich steeds opportuniteiten aandienen die door het bestuur te evalueren zijn. Door het Agentschap voor Natuur en Bos wordt in de komende 12 jaar aanvullende bosaanplanting gepland ter hoogte van Rijckevelde. Dit gebeurt in bos- en natuurgebied cf. het RUP regionaalstedelijk gebied volgens een regeling van pachtbeëindiging. 6. Wat is de oppervlakte aan andersoortige natuurlandschappen op Brugs grondgebied. Wat zijn de beleidsdoelstellingen hieromtrent qua kwaliteit zowel als qua oppervlakte? Voor deze vraag wordt uitgegaan van terreinen die daadwerkelijk in functie natuur beheerd worden ongeacht de planologische bestemming. Daarbij zijn buiten beschouwing gelaten: privéterreinen waar de eigenaar een natuurgericht beheer voert vermits dit slechts sporadisch bekend is. Uitzondering zijn de natuurgebieden van de vzw Natuurpunt, waarvan het natuurdoel en de gegevens bekend en duurzaam vastgelegd zijn. landbouwpercelen met beheerovereenkomsten voor perceelrandbeheer of weidevogels. Natuur is er een ondergeschikt (maar daarom niet onbelangrijk) doel. de Zeebrugse achterhaven in algemene zin. Daar is/was hoogwaardige natuur (graslanden, rietlanden, moerasige zones ) aanwezig die in functie van de havenbestemming verdwijnt; deze natuur wordt elders gecompenseerd zij het vooral in polderzones die buiten Brugge gesitueerd zijn. De Dudzeelse polder die tijdelijk onttrokken werd aan havenuitbreiding en deels betrokken is in de hogergenoemde compensatieregeling Tot de jaren 90 kende Brugge weinig terreinen met een expliciet natuurgericht beheer. De belangrijkste waren in handen van Natuurpunt met o.m. het duinreservaat de Fonteintjes en enkele heidegebieden (Schobbejakshoogte en Rode dopheidereservaat). Ook de stad en de provincie hadden een heide tot ontwikkeling laten komen. Verschillende omvangrijke gebieden die in het gewestplan van 1976 als natuur- of groengebied bestemd waren, kenden geen beheer in die zin (Assebroekse meersen, vallei Kerkebeek, Meetkerkse Moere, omgeving ter Doest en Ryckevelde ). De natuurwaarde van deze zone was beperkt omwille van het agrarische gebruik. De jongste twee decennia is hierin veel veranderd vooral door aankoop en aangepast beheer van terreinen door het Agentschap voor Natuur en Bos, Stad Brugge, de Provincie West-Vlaanderen en Natuurpunt. Dit beheer en aankoopbeleid werd ook ondersteund door een aantal groene bestemmingswijzigingen via gewestelijke RUPS. Assebroekse meersen : herbestemming naar Natuurgebied (2004), geheel (80 ha) aangekocht door ANB en als vochtig grasland beheerd. In 2014 worden een natuurgerichte inrichtingsmaatregelen uitgevoerd. Meetkerkse Moere: op grondgebied Brugge is op heden 27 ha natuurgebied aangekocht door ANB gevolgd door een natuurinrichtingssproject in 2005 Te Zeebrugge werden de kleiputten van Heist aangeduid als Vlaams Natuureservaat (1996, beheer ANB, 10 ha op grondgebied Brugge, 12 ha in Knokke-Heist) Het Duivelsnest een voormalige waterwinzone (14 ha, Sint-Andries) kwam in 2008 in handen van ANB In Beisbroek en Chartreuzinnenbos heeft de stad ruim 5 ha heideterrein tot ontwikkeling laten komen. Er wordt beoogd dit in komende jaren met verder met enkel ha uit te breiden. Deze heideterreintjes verwijzen naar het historische woeste heideachtig karakter van de regio. Ze verhogen in sterke mate de biodiversiteit. De ontwikkeling ervan is opgenomen in het lange termijn beheerplan van deze domeinen en sluit aan bij de Europese instandhoudingsdoelstelligen die voor de regio gesteld worden. De Provincie en Natuurpunt beheren 12 ha heide in de zandige zuidrand van Brugge (resp. 8,5 en 3,5 ha, Sint-Kruis, Sint-Andries, Sint-Michiels) In Beisbroek, Tudor, Chartreuzinnenbos, Gemeneweidebeek, Sint-Pietersplas Blauwe Toren is overgegaan naar een natuurgericht beheer van de graslanden (op dit ogenblik 55 ha). Voor de meeste zijn beheerovereenkomsten met landbouwers aangegaan, met een verschralend beheer als doel, zodat de diversiteit aan plantensoorten er kan toenemen zowel in de droge als in de vochtige graslandsfeer. Bepaalde terreinen, en in het bijzonder deze met zeer waardevolle vochtige graslandvegetaties, worden in eigen regie beheerd. De resultaten van dit beheer komen op vele plaatsen reeds volop tot uiting. Kernpunten in beheer zijn: geen bemesting, combinatie van begrazings- en maaibeheer, geen bestrijdingsmiddelen, natuur-

6 gericht waterpeil, Ook in de open zones van het provinciedomein Tillegem (ca 19 ha) en het Zeebos (8 ha zilt grasland) is een natuurgebruik of beheer ingesteld i.f.v botanisch en/of avifaunistisch doel. In het domein Blauwe Toren legde de stad als eerste GNOP-project in 1999 een moeraszone van 3 ha aan. In het kader van de compensatieregeling verbonden aan de aanleg van de A11 wordt een voorstel voor aanleg van een bijkomende moeraszone uitgewerkt. In het historisch erflandschap Ter Doest kocht Natuurpunt 27 ha aan en voerde er natuurherstellende en bevorderende werken uit. Het betreft voornamelijk zilte milieus (tevens Europees habitatrichtlijngebied) met hoge waarde voor zowel flora als avifauna. De stad droeg telkens bij in de subsidiëring van deze aankopen. Dit project is in verdere uitbouw naarmate de mogelijkheden zich voordoen. In het structuurplan van de stad werd de omgeving Ter Doest alvast als prioritair natuurgebied aangeduid. In het kader van de natuurcompensaties voor de achterhaven werden bepaalde delen Ter Doest tot natuurgebied herbestemd. In dezelfde regeling werden via de VLM ornithologisch waardevolle moeraszones in het landschap van Ter Doest hersteld. Op initiatief van o.m. de stad is zonet een landschapsbeheerplan voor de hele omgeving van Ter Doest opgemaakt. Dit plan geeft voor de eigenaars aan op welke wijze het gebied verder bij voorkeur op landschappelijk en natuurlijk vlak gestuurd wordt. Voor dit beheer is subsidiëring van uit het Gewest mogelijk. In het bijzonder de kerkfabriek Sint-Salvator kan hier vanuit haar maatschappelijke verantwoordelijkheid, een belangrijke rol opnemen. Verspreid over haar domeinen, zowel in stedelijke omgeving als daarbuiten, heeft de stad talrijke waterrijke milieus (poelen, moerassige zones, sloten) aangelegd of natuurgericht hersteld. Het geheel aan natuurgericht beheerde terreinen in Brugge bedraagt momenteel ca 180 ha. De hier beschouwde natuurterreinen liggen in volgende bestemmingzones o 81% van deze natuurterreinen ligt in zone met bestemming groengebied (Groen:Bos, Natuur, Reservaat, Tuin, Groenontwikkeling). o De 7% in woon(uitbreidings)zone (W:Woongebied, WP:Woonpark, WU:Woonuitbreidings-gebied) betreffen het stedelijk natuurgebied Gemeneweidebeek. Dit werd in 2011 herbestemd tot natuurgebied maar dit werd door de RvS vernietigd in meesleep van het dossier Klein Appelmoes. Desondanks ligt het vast dat de stad dit natuurgebied zal bestendigen (inclusief ook Klein Appelmoes, cf de recente beslissing van de gemeenteraad). o De 15 ha in zone voor openbaar nut (ON) betreffen heide en moerasgebied in het Duivelsnest, resp. in handen van Natuurpunt en ANB. Ook van deze gebieden is het voortbestaan verzekerd. Hetzelfde geldt voor de 8 ha natuurterrein in de TRP-zone (Toeristitisch -Recreatief Parkgebied) van het provinciaal domein Zeebos en de 10 ha die Natuurpunt t.h.v. Ter Doest bezit in landbouwgebied. o 3 % ligt in agrarisch gebied (A: Agrarisch, AL: Agrarisch gebied met Landschappelijke waarde)) De grafiek hierna geeft een beeld van de eigenaar of beheerder van de terreinen in natuurbeheer. Het weze wel duidelijk dat niet alle beheerde gebieden momenteel een vergelijkbare natuurkwaliteit bezitten of kunnen behalen. De belangrijkste hiaten in de feitelijke toekenning van de prioritaire natuurfuncties die in het structuurplan voorop gesteld worden betreffen een zone in de Oudemaarspolder in Zeebrugge, de kom omheen de Kerkebeek, aanvullende zones omgeving Ter Doest.

7 Vraag 491: Raadslid Jasper Pillen (10/04/2014) Betreffende Parkje Fort Lapin Het parkje gelegen aan het Fort Lapin langs de R30 bevindt zich in een zeer trieste staat. De paden zijn overwoekerd, het groen is verwaarloosd en de banken nodigen absoluut niet uit tot het rustig verpozen. Er slingert ook veel afval. Ik heb hierover de volgende vragen: - Kan dit parkje een opgekuist worden? - Indien het park niet behoort tot de Stad maar wel tot het Vlaams Gewest (naar ik heb vernomen niet bevestigd), kan het gewest dan dringend aangemaand worden tot het opkuisen van het parkje? Antwoord 491: Parkje Fort Lapin Het onderhoud van het parkje langs de R30 valt onder de bevoegdheid van het Vlaams gewest- afdeling wegen en verkeer. Aangezien de zitbanken en de afvalmand geplaatst werden door de stad Brugge staat de groendienst in voor het onderhoud van de banken en de stadsreiniging ledigt de afvalmand. Wij maken de melding in verband met het gebrekkig groenonderhoud over aan het Vlaams gewest voor verder gevolg. De groendienst zal instaan voor een onderhoudsbeurt van de zitbanken in de loop van juni 2014.

8 stad brugge dienst pers en publicaties burg 12,b-8000 brugge t f persdienst@brugge.be v.u. j. coens, stadssecretaris, brug 12, b-8000 brugge