Het Effect van Affectieve en Cognitieve Focus op de Attitude-gedragsrelatie Het eten van koekjes versus radijsjes

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het Effect van Affectieve en Cognitieve Focus op de Attitude-gedragsrelatie Het eten van koekjes versus radijsjes"

Transcriptie

1 Het Effect van Affectieve en Cognitieve Focus op de Attitude-gedragsrelatie Het eten van koekjes versus radijsjes Naam: Bregje de Beurs Collegekaartnummer: Begeleidster: Helma v/d Berg Datum: 23 november

2 Inhoudsopgave Abstract 2 Inleiding 3 Methode 9 Resultaten 12 Discussie 18 Literatuurlijst 22 Appendix A 23 2

3 Abstract We hebben de effecten van impliciete affectieve en cognitieve focus op de attitudegedragsrelatie onderzocht. Om proefpersonen in een focus te brengen, werkten ze aan een woordzoekpuzzel die of affectieve (zoals emotie ) dan wel cognitieve (zoals beredeneren ) woorden bevatte. Vervolgens proefden de deelnemers koekjes en radijsjes, waarna ze over het geproefde voedsel vragen beantwoordden. In de affectieve focusconditie werd er meer gegeten van datgene dat als tweede werd aangeboden dan in de cognitieve focusconditie. Tevens vonden we hogere attitude-gedragscorrelaties in de affectieve dan in de cognitieve focusconditie. Het huidige onderzoek toont aan dat affectieve en cognitieve focus tot verschillende gedragingen leiden. 3

4 Inleiding Wanneer je ziek bent, wil je graag beter worden en gaan veel mensen gezonde dingen eten zoals groente en fruit. Ook wanneer je je voorbereidt op het lopen van een marathon let je op wat je eet, want je wilt zo goed mogelijk presteren. Maar als je bijvoorbeeld liefdesverdriet hebt of stress voor een tentamen, zul je je niet bezig houden met welk eten goed voor je is, maar zijn er mensen die eten kiezen dat hun een goed gevoel geeft zoals ijs en koekjes. In verschillende situaties kijken mensen op variërende manieren naar verschillende soorten voedsel. Als je naar bovenstaande voorbeelden kijkt, lijkt het erop dat wanneer je bewust bezig bent met eten en er dus over nadenkt, je kiest voor gezond voedsel. Wanneer je echter minder nadenkt over eten, maar op je gevoel afgaat, lijkt het erop dat je voor lekkere en misschien niet zo gezonde dingen kiest die bijvoorbeeld veel suiker en/of vet bevatten. In dit onderzoek zijn we benieuwd of dit gedrag te beïnvloeden is. We willen nagaan of het mogelijk is om mensen in een affectieve (gevoel) of cognitieve (nadenken) focus te brengen en zo te beïnvloeden wat ze eten. Om te kunnen onderzoeken of het mogelijk is om gedrag te beïnvloeden door mensen in een affectieve of cognitieve focus te brengen, moeten we eerst nagaan hoe affect en cognitie precies werken. Zowel affect als cognitie zijn cognitieve constructen en in de literatuur over attitudes is hier veel over terug te vinden. Om deze reden gaan we eerst kijken naar wat de attitudetheorieën over affect en cognitie te zeggen hebben om dit vervolgens toe te passen in de beïnvloeding van gedrag. Attitudes worden beschreven als bestaande uit drie verschillende componenten, namelijk de affectieve-, de cognitieve-, en de gedragscomponent (Breckler & Wiggins, 1987; Edwards, 1990; Eagly & Chaiken, 1993; Lavine, Thomsen, Zanna & Borginda, 1998; Farley & Stasson, 2003). De cognitieve en affectieve componenten van een attitude worden meestal beschreven in relatie tot een algemene attitude. Deze algemene attitude geeft weer of iemand positief of negatief over een bepaald attitudeobject is (Eagly & Chaiken, 1998). De affectieve component van een attitude bestaat uit emoties en gevoelens die geassocieerd worden met het attitudeobject. De cognitieve component bestaat uit gedachten, veronderstellingen en oordelen over het attitudeobject. (Breckler & Wiggins, 1987). De affectieve component van de attitude over voedsel kan bijvoorbeeld inhouden dat men er blij van wordt of dat men er een prettig gevoel van krijgt. De cognitieve component van de attitude over voedsel kan inhouden dat men het gezond vindt of dat het veel koolhydraten bevat. 4

5 Door de jaren heen is er discussie gevoerd over de vraag of cognitie en affect twee verschillende constructen van een attitude zijn of dat ze overlap met elkaar vertonen. In de studies van Breckler en Wiggins (1989) wordt aangetoond dat affect en cognitie twee verschillende constructen zijn, omdat ze nauwelijks met elkaar correleren maar juist beide sterk correleren met een algemene attitude. In hun eerste studie hebben Breckler en Wiggins gekeken naar wat het voorspellende vermogen van affect en cognitie was in zes verschillende gedragsdomeinen waaronder bloeddonatie en abortus. Uit de resultaten bleek dat de mate van samenhang tussen affect en cognitie in de verschillende gedragsdomeinen kon verschillen. Als verklaring hiervoor geven Breckler en Wiggins dat de mate van samenhang afhangt van hoe controversieel de onderwerpen zijn. De grootste samenhang tussen de twee componenten werd gevonden bij controversiële onderwerpen zoals abortus, waar in het algemeen veel over wordt nagedacht. Bij minder beladen onderwerpen zoals bloeddonatie was de samenhang tussen affect en cognitie aanzienlijk kleiner. Een andere mogelijke oorzaak voor de verschillen in samenhang zou kunnen zijn dat de onderwerpen meer of minder ambivalent zijn. Bij abortus speelt ambivalentie mogelijk een kleinere rol dan bij bloeddonatie. Omdat affect en cognitie twee verschillende constructen zijn, zou het mogelijk moeten zijn om de één meer saillant te maken dan de ander. Millar en Millar (1990) hebben hier onderzoek naar gedaan en het bleek dat attitudes in de kern òf affectief dan wel cognitief kunnen zijn, afhankelijk van welke component meer saillant is voor een bepaald individu. Een component kan uit zichzelf meer saillant zijn, maar door mensen te laten focussen op hun gevoelens of gedachten kan de affectieve of cognitieve component ook meer saillant worden gemaakt (Millar & Tesser, 1986; Farley & Stasson, 2003). Uit het voorafgaande kan men concluderen dat affect en cognitie twee verschillende constructen zijn en dat het mogelijk is om één component meer saillant te maken dan de ander. Een aantal onderzoekers heeft geprobeerd dit te bevestigen en is er bovendien van uitgegaan dat de twee componenten ieder een uniek effect hebben op gedrag. Farley en Stasson (2003) hebben bijvoorbeeld onderzocht wat, door middel van focus, het voorspellende vermogen van affect en cognitie was op de intentie om een bepaald gedrag te gaan vertonen, in dit geval bloeddonatie. Deelnemers werden afhankelijk van de conditie waarin ze zich bevonden, gevraagd om te focussen op hun gedachten over of op hun gevoelens ten opzichte van bloeddonatie, waarna ze een aantal vragen moesten beantwoorden waaronder vragen over hoe waarschijnlijk het was om in de toekomst bloed te gaan doneren.van de deelnemers in de affectieve focus waren de evaluaties sterk gecorreleerd met 5

6 de algemene attitude en hun intentie om bloed te doneren, in tegenstelling tot deelnemers in de cognitieve focusconditie. De affectieve component van een attitude lijkt dus een betere voorspeller van bloeddonatie dan cognitie. Farley en Stasson dragen als mogelijke verklaring hiervoor aan dat bloeddonatie waarschijnlijk een gedrag is dat met veel affect gepaard gaat. Ze vermoeden dat gedrag kan verschillen door het feit of het een affectieve of cognitieve drijfveer heeft en overeenkomstig beter beïnvloed kan worden door de affectieve of cognitieve component van een attitude. Millar en Tesser (1986) hebben onderzocht of gedrag inderdaad verschillende drijfveren kan hebben en welke attitudecomponent een betere voorspeller van gedrag is. Zij menen dat sommige soorten gedrag een cognitieve drijfveer hebben en andere soorten gedrag juist een affectieve drijfveer. Het gedrag dat cognitief gedreven wordt, is gedrag dat wordt uitgevoerd om instrumentele redenen, terwijl gedrag dat om consumerende redenen wordt uitgevoerd affectief gedreven wordt. Millar en Tesser menen verder dat de sterkte van de attitude-gedragscorrelatie afhangt van het feit of de uiting van de attitude, gestuurd door focus, overeenkomt met de component die het gedrag drijft. Wanneer zowel de component van de attitude als de drijfveer van het gedrag beide affectief of cognitief zijn, is er een sterke correlatie en zijn zowel affect en cognitie goede voorspellers van gedrag. Maar wanneer de component en de drijfveer van het gedrag niet overeenkomen zoals wanneer een individu affectief is gefocust terwijl het gedrag cognitief gedreven wordt, zal er een lagere correlatie zijn tussen attitude en gedrag. Millar en Tesser hebben dit onderzocht met behulp van puzzels. Om focus te manipuleren, lieten ze proefpersonen nadat ze met de puzzels hadden geoefend, in de cognitieve focusconditie analyseren wat ze van de puzzel vonden en waarom. In de affectieve focusconditie werd de proefpersonen gevraagd hoe ze zich voelden bij het oplossen van de puzzels. Vervolgens gingen de proefpersonen puzzels oplossen die hielpen analytische vaardigheden te verbeteren. Aan het eind zouden ze òf een analytische puzzel moeten oplossen die vast zou stellen hoe vaardig de proefpersonen waren (cognitieve drijfveer), dan wel een test moeten maken die sociale gevoeligheid zou meten (affectieve drijfveer). Uit de resultaten bleek dat in de cognitieve focusconditie er een hogere correlatie was voor instrumenteel, cognitief gedreven gedrag dan voor consumerend, affectief gedreven gedrag. In de affectieve focusconditie was dit precies andersom. Hier was een hogere correlatie met consumerend, affectief gedreven gedrag dan met instrumenteel, cognitief gedreven gedrag. Uit het bovenstaande wordt echter minder duidelijk hoe cognitie en affect gedrag beïnvloeden. In de bovengenoemde onderzoeken is telkens naar de invloed van focus op de 6

7 sterkte van de attitude-gedragsrelatie gekeken en niet naar de invloed van focus op gedrag apart. Bovendien is deze relatie vaak niet gebaseerd op daadwerkelijk gedrag, maar op de intentie om een bepaald gedrag te gaan vertonen. Tevens wordt er in de onderzoeken met focus gebruik gemaakt van expliciete focus: er wordt mensen letterlijk gevraagd om op hun gevoelens of gedachten te focussen. Dit kan mogelijk tot sociaal wenselijk gedrag en dus een vertekening in de resultaten leiden. Om dit te voorkomen kan er gebruik worden gemaakt van een impliciete focusmanipulatie zoals in het onderzoek van Van den Berg, Manstead, Van der Pligt en Wigboldus (2005). In dit onderzoek werden proefpersonen in een affectieve of cognitieve focus gebracht door hen woorden in een woordzoekpuzzel te laten zoeken. Deze woorden waren afhankelijk van de conditie affectief (gevoel, intuïtie, etc.) of cognitief (analyseren, beredeneren, etc.). Vervolgens kregen de deelnemers een tekst te lezen over een nieuw ontdekt fictief beest, de Garuda. Er waren twee versies van het verhaal die verschilden in de valentie van de affectieve en cognitieve informatie. Uit de resultaten kwam naar voren dat het type focus ervoor zorgt dat affectieve of cognitieve informatie meer saillant wordt waardoor de attitudes gevormd worden in overeenkomst met de lading van de saillante informatie. Ook hier werd dus een match gevonden: in dit geval type focus met type informatie. In de bovenstaande onderzoeken is uitsluitend gekeken naar het effect van expliciete focus op de attitude-gedragsrelatie met uitzondering van het onderzoek van Van den Berg et al.. Bovendien is er in deze onderzoeken alleen gekeken naar de intentie om gedrag te gaan vertonen. In het huidige onderzoek willen we nagaan welk effect het activeren van een impliciete focus op daadwerkelijk gedrag heeft, in het bijzonder op eetgedrag. Om de deelnemers in een affectieve dan wel cognitieve focus te brengen, zal gebruik worden gemaakt van een woordzoekpuzzel zoals in het onderzoek van Van den Berg et al. (2005). Ook is gekeken naar het effect dat cognitieve of affectieve focus op de attitude-gedragsrelatie hebben. De proefpersonen is daarom ook gevraagd om steeds na het proeven van de koekjes en de radijsjes aan te geven wat ze van het gegeten voedsel vonden. Er is gebruik gemaakt van koekjes en radijsjes, omdat uit de studie van Baumeister, Bratslavsky, Muraven en Tice, (1998) bleek dat chocolate chip koekjes lekkerder werden gevonden dan radijsjes. Het doel van dit onderzoek was om aan te tonen dat controle uitoefenen over het zelf moeite kost en uit een beperkte hoeveelheid energie/aandacht put. Wanneer deze aandacht verdeeld moest worden over meerdere dingen zoals de verleiding om lekkere koekjes eten te weerstaan en de discipline op te brengen om een moeilijke puzzel te maken, bleek dat proefpersonen het snel opgaven een moeilijke puzzel op te lossen. In het 7

8 onderzoek waren drie condities: één waar proefpersonen zowel koekjes als radijsjes mochten eten, één waar proefpersonen alleen maar radijsjes mochten eten en tenslotte één waar proefpersonen alleen koekjes mochten eten. De mensen die alleen radijsjes mochten eten hadden verreweg de meeste moeite om zich te beperken tot het voedsel dat ze mochten eten. Deze mensen brachten ook de minste tijd door met de moeilijke woordzoekpuzzel in vergelijking met de proefpersonen die alleen koekjes mochten eten en de proefpersonen die zowel radijsjes als koekjes mochten eten. Uit dit onderzoek valt op te maken dat mensen koekjes lekkerder vinden dan radijsjes, omdat men meer moeite moest doen om geen koekjes te eten dan om geen radijsjes te eten. Bovendien kostte het niet eten van koekjes meer capaciteit en brachten de proefpersonen daardoor minder tijd door met de puzzels dan de mensen die wel koekjes maar geen radijsjes mochten eten. Om te kijken of koekjes niet alleen lekkerder dan radijsjes worden gevonden, maar dat radijsjes ook gezonder dan koekjes worden gevonden, hebben we, voordat we aan ons daadwerkelijke onderzoek zijn begonnen, eerst een pilotstudie gedaan. De resultaten van deze pilot bevestigden onze verwachtingen, namelijk dat koekjes lekkerder werden gevonden dan radijsjes en dat radijsjes gezonder werden gevonden dan koekjes. Hieruit kan men opmaken dat koekjes affectief positief en cognitief negatief zijn (lekker, maar niet gezond) en radijsjes affectief negatief en cognitief positief zijn (niet lekker, maar wel gezond). In de methode zullen de resultaten van de pilot uitgebreider beschreven worden. Voor het huidige onderzoek verwachten we een interactie te vinden tussen focus en het type voedsel: in een affectieve focus verwachten we dat de proefpersonen meer koekjes dan radijsjes eten. In een cognitieve focus verwachten we dat de proefpersonen meer radijsjes dan koekjes eten. Bovendien verwachten we dat in een affectieve focus in totaal meer gegeten zal worden, vanwege het affectieve aspect van eten. Verder verwachten we dat zowel de smaakattitude als de algemene attitude in overeenstemming zullen zijn met het geobserveerde gedrag: in een affectieve focus verwachten we een positievere smaakattitude en algemene attitude ten opzichte van koekjes dan ten opzichte van radijsjes. In een cognitieve focus verwachten we juist een positievere smaak en algemene attitude ten opzichte van radijsjes dan ten opzichte van koekjes. Tenslotte verwachten we een hogere correlatie tussen de hoeveelheid gegeten koekjes en de attitude over koekjes in de affectieve dan in de cognitieve focusconditie. Ook verwachten we hogere correlatie tussen de hoeveelheid gegeten radijsjes en de attitude over radijsjes in de cognitieve dan in de affectieve focusconditie. Wanneer we kijken naar gedrag als geheel en dus geen onderscheid maken tussen het soort voedsel, verwachten we een 8

9 hogere attitude-gedragscorrelatie in de affectieve focus dan in de cognitieve focus, omdat eten in de kern affectief lijkt. 9

10 Methode Proefpersonen en design Aan dit onderzoek nam een combinatie van psychologiestudenten en andere studenten van de Universiteit van Amsterdam deel. Van de 167 deelnemers waren 96 vrouw en 71 man, met een gemiddelde leeftijd van 21 jaar (SD = 4.79). Zij werden geworven door middel van intekenlijsten op de Psychologie faculteit en door middel van . Als beloning voor het meedoen ontvingen de deelnemers 7 euro of één proefpersoonpunt. De proefpersonen werden random toegewezen aan óf een affectieve focus conditie, dan wel een cognitieve focus conditie. Deelnemers kregen in iedere conditie of eerst radijsjes te eten en vervolgens koekjes (volgorde 1), of eerst koekjes en vervolgens radijsjes te eten (volgorde 2). Dit resulteerde in een 2 (focus: affect vs. cognitie) 2 (volgorde: eerst radijsjes dan koekjes vs. eerst koekjes dan radijsjes) 2 (eten: radijsjes vs. koekjes) mixed subjects design. Procedure Iedere proefpersoon zat tijdens het onderzoek alleen in een kleine kamer achter een computer. Aan hen werd verteld dat ze deel zouden gaan nemen aan meerdere onderzoeken op de computer, waarna een smaaktest zou volgen. Na de smaaktest zou aan hen gevraagd worden nog een paar losse papieren vragenlijsten in te vullen. Er werd de proefpersonen ook verteld dat er voor de smaaktest een scherm op de computer zou verschijnen met de vraag de deur te openen, zodat de proefleider met de te testen etenswaren kon komen. Focus Om de deelnemers in een bepaalde focus te brengen, werkten ze drie minuten aan een woordzoekpuzzel. De proefpersonen werd verteld dat het om een intelligentietest ging die het verschil in intelligentie tussen middelbare scholieren en studenten zou meten. De onderzoekers zouden willen kijken naar hoeveel woorden de deelnemers konden vinden als een functie van de hoeveelheid tijd die ze nodig hadden. De puzzel bestond uit een 15 x 15 lettermatrix waarin de proefpersonen zochten naar woorden. De woorden konden op verschillende manieren geschreven woorden: van boven naar beneden, van beneden naar boven, van links naar rechts, van rechts naar links of diagonaal. Er werd gevraagd de 10

11 gevonden woorden te markeren. De negen woorden die gevonden moesten worden, waren naast de puzzel geplaatst. In de affectieve focusconditie zochten de proefpersonen naar de volgende woorden: gevoel, emotie, sensatie, gemoedstoestand, intuïtie, beleving, ervaring en gedrag. In de cognitieve focusconditie zochten de proefpersonen naar denken, logica, analyseren, rationeel, weten, verstand, beredeneren en gedrag. Attitude-gedragsrelatie Het volgende deel van het onderzoek werd gepresenteerd als een andere studie, namelijk een smaaktest. Verteld werd dat de onderzoekers wilden kijken naar de verschillende manieren waarop men kennis kan maken met diverse producten. Vervolgens werd de proefpersonen gevraagd om, afhankelijk van de conditie waarin zij zich bevonden, eerst te proeven van de radijsjes en daarna van de koekjes of andersom. De proefpersonen kregen als eerste een glaasje water en twee identieke bakjes: één bakje met vijf radijsjes en het andere met vijf chocolate chip koekjes, die vooraf door de proefleider gewogen waren. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van radijsjes en koekjes, omdat uit de pilotstudie (n = 24) bleek dat radijsjes en koekjes van elkaar verschilden in hoeverre ze lekker en gezond worden gevonden. Aan de deelnemers van de pilot was gevraagd om in variërende volgorde van de koekjes en radijsjes te proeven en vervolgens een aantal vragen te beantwoorden over hoe lekker en gezond men het geproefde voedsel vond. Uit de antwoorden kwam naar voren dat koekjes (M = 5.58, SD = 1.47) significant lekkerder dan radijsjes (M = 4.67, SD = 1.99) worden gevonden, t(23) = 1.88, p=.037. Verder bleek dat radijsjes (M = 6.21, SD = 0.98) significant gezonder dan koekjes (M = 2.46, SD = 1.31) worden gevonden, t(23) = , p<.000. Nadat de proefleider had gezegd dat de proefpersonen verder konden gaan met het experiment, vertrok deze. Op het computerscherm verscheen nu de opdracht om van de koekjes en radijsjes te proeven. Men mocht zoveel of zo weinig proeven als men wilde, maar de smaak moest wel goed geproefd worden. Na het proeven van de koekjes en radijsjes werd de proefpersonen ook nog een aantal vragen gesteld om hun attitudes te meten. Als eerste werd de proefpersonen drie smaakvragen gesteld waarbij ze moesten aangeven in welke mate ze het eens waren met de op het scherm getoonde stelling. Een voorbeeld van een smaakvraag is: Koekjes vind ik lekker smaken. De andere smaakvragen zijn terug te vinden in appendix A. De betrouwbaarheid van deze smaakvragen was voor zowel de vragen over koekjes als radijsjes goed (Cronbach s α =.76 voor koekjes en Cronbach s α =.71 voor radijsjes). Na de 11

12 smaakvragen werden er zes attitudevragen gesteld waar de proefpersonen weer moesten aangeven in hoeverre ze het met een stelling eens waren. Een voorbeeld van een attitudevraag is: Radijsjes vind ik gezond. De overige attitudevragen zijn ook terug te vinden in appendix A. De betrouwbaarheid van de attitudevragen was voor de vragen over koekjes matig (Cronbach s α =.54) en van de vragen over radijsjes goed (Cronbach s α =.84). Aan het eind van het onderzoek moesten de proefpersonen antwoord geven op de vraag of hun iets was opgevallen aan de puzzel en wat zij dachten dat de bedoeling van het proeven was geweest. Nadat de proefpersonen waren vertrokken, werden de bakjes gewogen om te kijken hoeveel de proefpersonen hadden gegeten en werd het verschil berekend tussen het gewicht voor en het gewicht na het experiment. Op deze manier werd per persoon bepaald hoeveel deze van respectievelijk de koekjes en radijsjes had gegeten. De uitkomsten van de metingen werden genoteerd samen met de conditie in welke de proefpersoon was geplaatst en het proefpersoonnummer. 12

13 Resultaten Bewustzijn Geen van de deelnemers was zich bewust van het doel van het onderzoek. Niemand had het verband tussen de woordzoekpuzzel en het eten gelegd, zoals blijkt uit de vragen in het exit interview. Betrouwbaarheid De betrouwbaarheid van de smaakvragen was zowel voor de koekjes (Cronbach s α =.68 in de affectieve focusconditie en α =.84 in de cognitieve focusconditie) als voor de radijsjes goed (Cronbach s α =.63 in de affectieve focusconditie en α =.76 in de cognitieve focusconditie). Wat opvalt, is dat de betrouwbaarheid van de smaakvragen in de affectieve focusconditie lager is dan in de cognitieve focusconditie. De betrouwbaarheid van de vragen die attitude gemeten hebben, was matig voor de vragen over de koekjes (Cronbach s α =.58 in de affectieve focusconditie en α =.52 in de cognitieve focusconditie) en was goed voor de vragen over de radijsjes (Cronbach s α =.77 in de affectieve focusconditie en α =.83 in de cognitieve focusconditie). Koekjes en radijsjes: geconsumeerde hoeveelheden De scores van 35 proefpersonen zijn verwijderd, omdat zij of helemaal niets gegeten hadden of juist alles opgegeten hadden. Dit laatste kan veroorzaakt zijn door honger in plaats van de manipulatie. Ook de mensen die aangaven aan de lijn te doen, zijn uitgesloten van verder onderzoek. In een 2 (focus: affect vs. cognitie) 2 (volgorde: eerst radijsjes dan koekjes vs. eerst koekjes dan radijsjes) MANOVA met als afhankelijke variabele de gegeten hoeveelheid eten, vonden we niet het verwachte interactie-effect. In een affectieve focus werden niet significant meer koekjes gegeten dan radijsjes en in een cognitieve focus werden niet significant meer radijsjes dan koekjes gegeten. Er is wel een significante 3-wegsinteractie gevonden voor eten focus volgorde, F(1,128) = 8.45, p =.004. De gemiddelde hoeveelheid gegeten koekjes en radijsjes en de bijbehorende standaard deviaties worden weergegeven in tabel 1. 13

14 Er zijn geen andere hoofd- en interactie-effecten gevonden voor eten, focus of volgorde. Het lijkt er wel op dat in een affectieve focus meer gegeten wordt van datgene dat als tweede wordt aangeboden dan in de cognitieve focus. Wanneer er eerst radijsjes worden aangeboden, worden er meer koekjes gegeten in de affectieve (M = 14.83; SD = 7.24) dan in de cognitieve focusconditie (M = 12.00; SD = 6.93). Dit resultaat is significant, F(1,68) = 2.79, p =.05. Wanneer er eerst koekjes worden aangeboden, worden er meer radijsjes gegeten in de affectieve (M = 15.00; SD = 7.61) dan in de cognitieve focusconditie (M = 11.41; SD = 7.50). Ook dit resultaat is significant, F(1,160) = 3.478, p =.034. Tabel 1 Hoeveelheid gegeten koekjes en radijsjes als een functie van focus en volgorde. Affectieve focus (n=69) Cognitieve focus (n=63) Hoeveelheid koekjes Eerst koekjes (7.91) (7.46) Eerst radijsjes (7.24) (6.93) Hoeveelheid radijsjes Eerst koekjes (7.61) (7.50) Eerst radijsjes (9.29) (10.96) Sekse Behalve de bovengenoemde effecten, is er ook nog een significant interactie-effect gevonden voor eten sekse, F(1,124) = 5.03, p =.027. Dit effect wordt veroorzaakt doordat mannen (M = ; SD = 7.60) significant meer koekjes dan vrouwen eten (M = ; SD = 7.30), F(1,130) = 5.69, p =.019. Er is geen verschil in de hoeveelheid radijsjes die mannen en vrouwen eten. Wanneer er afzonderlijk naar mannen en vrouwen wordt gekeken, wordt voor mannen een significant interactie-effect gevonden voor eten focus, F(1,53) = 4.47, p =.039. Het blijkt dat mannen in een affectieve focus (M = 16.24) meer radijsjes eten dan in een cognitieve focus (M = 11.52), F(1,55) = 4.27, p =.043, ongeacht de volgorde. Dit effect is echter in strijd met de verwachting dat er in een cognitieve focus meer radijsjes worden gegeten dan in een affectieve focus. Voor vrouwen hebben we geen significante hoofd- of interactie-effecten gevonden. De gemiddelde hoeveelheid gegeten koekjes en radijsjes voor mannen en vrouwen en de bijbehorende standaard deviaties staan in tabel 2. Tabel 2 Hoeveelheid gegeten koekjes en radijsjes voor mannen en vrouwen als een functie van focus en volgorde. Focus Volgorde Mannen (n=57) Vrouwen (n=75) Hoeveelheid koekjes Affect Eerst koekjes (7.65) (8.23) Eerst radijsjes (7.27) (6.81) Cognitie Eerst koekjes (8.62) (8.13) Eerst radijsjes (6.63) (6.84) Hoeveelheid radijsjes Affect Eerst koekjes (8.11) (7.23) Eerst radijsjes (9.55) (8.78) Cognitie Eerst koekjes (7.28) (8.00) Eerst radijsjes (9.50) (11.26) 14

15 Attitude De scores van 29 proefpersonen werden verwijderd, omdat ze statistisch gezien uitbijters bleken te zijn (z-scores groter dan ±2.5; Field 2005). Attitude smaak Als eerste hebben we naar de smaakvragen gekeken met behulp van een 2 (focus: affect vs. cognitie) 2 ( volgorde: eerst radijsjes dan koekjes vs. eerst koekjes dan radijsjes) MANOVA met als afhankelijke variabele de smaakattitude. Er was een significant hoofdeffect voor attitude, F(1,99) = 108.9, p <.000. De attitude over koekjes is positiever (M = 86.71; SD = 8.31) dan de attitude over radijsjes (M = 64.62; SD = 13.60).Verder verwachtten we een interactie-effect te vinden voor smaakattitude focus. In een affectieve focus verwachtten we dat proefpersonen positiever over koekjes dan over radijsjes zouden zijn. In een cognitieve focus verwachtten we dat proefpersonen juist positiever over radijsjes dan over koekjes zouden zijn. Het verwachte interactie-effect was niet significant, F(1,99) = 2.54, p =.115 en lijkt bovendien in de tegengestelde richting te gaan. Men lijkt een positievere attitude ten opzichte van radijsjes te hebben in een affectieve dan in een cognitieve focus, F(1,44) = 2.39, p =.129. Algemene attitude Vervolgens hebben we naar de attitudevragen gekeken met behulp van 2 (focus: affect vs. cognitie) 2 ( volgorde: eerst radijsjes dan koekjes vs. eerst koekjes dan radijsjes) ANOVA s met als afhankelijke variabelen de attitude-items. Bij de attitudevragen over koekjes en radijsjes hebben we apart naar iedere vraag gekeken vanwege de lage betrouwbaarheid voor de zes vragen in totaal. We hadden verwacht dat men in de affectieve focusconditie een positievere attitude ten opzichte van koekjes zou hebben dan in de cognitieve focusconditie. We vonden het verwachte resultaat alleen voor het item lekker, waar koekjes in een affectieve focus (M = 89.8; SD = 7.47) lekkerder werden gevonden dan in een cognitieve focus (M = 86.7; SD = 9.98). Dit verschil was significant, F(1,99) = 3.17, p =.039. Bij de andere items leek het erop dat men positiever was in een cognitieve dan in een affectieve focusconditie, maar deze resultaten waren niet significant. Een overzicht van deze items met gemiddelden en bijbehorende standaarddeviaties staan in tabel 3. 15

16 Tabel 3. Attitude koekjes als functie van focus. Item Affect Cognitie Goed (22.68) (18.35) Vies (7.86) 9.26 (8.21) Lekker (7.45) (10.07) Ongezond (26.02) (21.72) Slecht (25.48) (20.00) Gezond (17.59) (15.11) Voor de attitudevragen over radijsjes hadden we verwacht dat men in de cognitieve focusconditie een positievere attitude ten opzichte van radijsjes zou hebben dan in de affectieve focusconditie. Maar zoals te zien is in tabel 4, lijkt het juist omgekeerd te zijn: mensen lijken positievere attitudes over radijsjes te hebben in een affectieve dan in een cognitieve focus, maar deze verschillen zijn niet significant. Tabel 4. Attitude radijsjes als functie van focus. Item Affect Cognitie Goed (17.03) (22.01) Vies (22.43) (27.85) Lekker (24.29) (29.85) Ongezond 9.04 (6.95) (8.93) Slecht (11.67) (13.57) Gezond (8.82) (10.78) Tenslotte hebben we bij de attitudevragen de vragen over koekjes en radijsjes met elkaar vergeleken. Uit eerder onderzoek en uit onze pilotstudie bleek dat men koekjes lekkerder vond dan radijsjes en radijsjes gezonder dan koekjes. De resultaten van de attitudes over koekjes en radijsjes bevestigen dit. De koekjes werden in beide focuscondities significant lekkerder gevonden dan de radijsjes, t(102) = 9.57, p <.000. Ook bleek uit de resultaten dat de radijsjes in beide focuscondities significant gezonder werden gevonden dan de koekjes, t(102) = 30.40, p <.000. Zie voor een overzicht van de gemiddelden en standaarddeviaties van de attitudes over koekjes en radijsjes tabel 5. Tabel 5. Attitudes van koekjes en radijsjes als een functie van focus. Item Affect Cognitie Attitude koekjes Attitude radijsjes Attitude koekjes Attitude radijsjes Goed (22.68) (17.03) (18.35) (22.01) Vies (7.86) (22.43) 9.26 (8.21) (27.85) Lekker (7.45) (24.29) (10.07) (29.85) Ongezond (26.02) 9.04 (6.95) (21.72) (8.93) Slecht (25.48) (11.67) (20.00) (13.57) Gezond (17.59) (8.82) (15.11) (10.78) 16

17 Attitude-gedragsrelatie De scores van 29 proefpersonen werden verwijderd, omdat ze statistisch gezien uitbijters bleken te zijn (z-scores groter dan ±2.5; Field 2005). Om de attitude-gedragsrelatie te bepalen, hebben we de correlaties berekend tussen de hoeveelheid gegeten voedsel en de attitudes ten opzichte van dat voedsel met Pearsons produkt-momentcorrelatie. Attitude-gedragscorrelatie met de smaakvragen We verwachtten een hogere attitude-gedragscorrelatie voor koekjes in een affectieve focus dan in een cognitieve focus en dit hebben we ook gevonden. In tabel 6 staan de correlaties en bijbehorende p-waarden. In de affectieve focusconditie correleerde de hoeveelheid gegeten koekjes positief met de smaakattitude ten opzichte van koekjes, terwijl er in de cognitieve focusconditie geen significante correlatie tussen koekjes en attitude te vinden was. Voor de radijsjes verwachtten we een attitude-gedragscorrelatie in een cognitieve focus, en dit hebben we ook gevonden. In de cognitieve focusconditie correleerde de hoeveelheid gegeten radijsjes met de smaakattitude ten opzichte van radijsjes, maar er was ook een positieve correlatie in de affectieve focusconditie. Wanneer we naar de koekjes kijken zien we dus dat in een affectieve focus de hoeveelheid gegeten koekjes positief met de smaakattitude ten opzichte van koekjes correleert en negatief met de smaakattitude ten opzichte van radijsjes. Voor de cognitieve focus gaat dit niet op. Wanneer we naar radijsjes kijken, ligt het iets ingewikkelder: hier zien we dat in een cognitieve focus de smaakattitude ten opzichte van radijsjes en de hoeveelheid gegeten radijsjes correleren en dat deze hoeveelheid niet correleert met de smaakattitude ten opzichte van koekjes. In een affectieve focus is te zien dat de hoeveelheid gegeten radijsjes en de attitude over de radijsjes ook correleren. Daarnaast blijkt dat de attitude over de koekjes positief correleert met de gegeten radijsjes: hoe positiever men is over de koekjes, hoe positiever men is over de radijsjes, en omgekeerd. Tabel 6. Correlaties en bijbehorende p-waarden. Affectieve Focus Cognitieve Focus Gegeten koekjes Gegeten radijsjes Gegeten koekjes Gegeten radijsjes smaakattitude koek.262 (p=.029).343 (p=.006) (p=.479).065 (p=.326) smaakattitude radijs (p=.041).410 (p=.001).040 (p=.391).347 (p=.007) 17

18 Attitude-gedragscorrelatie met de attitudevragen Ook voor de attitudevragen verwachtten we een hogere attitude-gedragscorrelatie voor koekjes in een affectieve focus dan in een cognitieve focus, maar dit hebben we niet gevonden. Verder verwachtten we een hogere attitude-gedragsrelatie voor radijsjes in een cognitieve focus, maar ook deze verwachting werd niet door de resultaten bevestigd. 18

19 Discussie We voorspelden dat type focus affectieve of cognitieve informatie meer saillant zou maken en daardoor zou leiden tot verschillende soorten gedrag en bijbehorende attitudes. We zullen als eerste gedrag proberen te interpreteren, waarna we vervolgens naar de attitude zullen kijken. Tenslotte zullen we de correlatie gaan interpreteren. We verwachtten een interactie te vinden tussen focus en het type voedsel: in een affectieve focus verwachtten we dat de proefpersonen meer koekjes dan radijsjes zouden eten. In een cognitieve focus verwachtten we dat de proefpersonen meer radijsjes dan koekjes zouden eten. Dit interactie-effect hebben we echter niet gevonden. In een affectieve focus werden niet significant meer koekjes gegeten dan radijsjes en in een cognitieve focus werden niet significant meer radijsjes dan koekjes gegeten. Er is wel een significante 3-wegsinteractie gevonden voor eten focus volgorde. Bovendien vonden we dat in een affectieve focus meer gegeten wordt van datgene dat als tweede wordt aangeboden dan in de cognitieve focus. Wanneer er eerst radijsjes worden aangeboden, worden er meer koekjes gegeten in de affectieve dan in de cognitieve focusconditie. En wanneer er eerst koekjes worden aangeboden, worden er ook meer radijsjes gegeten in de affectieve dan in de cognitieve focusconditie. Tenslotte is er voor gedrag ook nog een sekseverschil gevonden: wanneer er afzonderlijk naar mannen en vrouwen wordt gekeken, blijkt dat mannen in een affectieve focus meer radijsjes eten dan in een cognitieve focus, ongeacht de volgorde. Dit resultaat is echter in strijd met de verwachting dat er in een cognitieve focus meer radijsjes worden gegeten dan in een affectieve focus. Ook blijkt dat mannen meer koekjes eten dan vrouwen, onafhankelijk van focus. Verder verwachtten we dat de attitude in overeenstemming zou zijn met het geobserveerde gedrag: in een affectieve focus verwachtten we een positievere attitude ten opzichte van koekjes dan ten opzichte van radijsjes en in een cognitieve focus verwachtten we juist een positievere attitude ten opzichte van radijsjes dan ten opzichte van koekjes. Bij de smaakvragen hebben we dit niet gevonden. Bij de algemene attitudevragen is alleen het verwachte effect gevonden bij de koekjes en dan alleen voor het item lekker, waar koekjes in een affectieve focus lekkerder werden gevonden dan in een cognitieve focus. Tenslotte verwachtten we een hogere correlatie tussen de hoeveelheid gegeten koekjes en de attitude over koekjes in de affectieve dan in de cognitieve focusconditie. Ook verwachtten we een hogere correlatie tussen de hoeveelheid gegeten radijsjes en de attitude 19

20 over radijsjes in de cognitieve dan in de affectieve focusconditie. Deze verwachtingen zijn gedeeltelijk bevestigd door de smaakvragen, maar niet door de algemene attitudevragen. Bij de smaakvragen kwamen de verwachtingen voor de koekjes helemaal uit. Ook voor de radijsjes kwamen de verwachtingen uit, zij het gedeeltelijk. Hier correleert ook in een affectieve focus de gegeten hoeveelheid radijsjes met de smaakattitude ten opzichte van radijsjes. Daarbij correleert de smaakattitude ten opzichte van de koekjes positief met de gegeten radijsjes. Uit het bovenstaande blijkt dat onze bevindingen niet afwijken van voorspellingen. Wanneer we naar de resultaten kijken, rijst wel de vraag wat voor effect focus precies op gedrag heeft gehad en waarom onze verwachtingen niet zijn uitgekomen. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat het uitmaakt welk attitudeobject men gebruikt. In het onderzoek van Van den Berg et al. (2005) is het wel mogelijk gebleken om mensen onbewust in een focus te brengen, maar er is daar gebruik gemaakt van een nieuw, aan de proefpersonen nog onbekend attitudeobject. Koekjes en radijsjes daarentegen zijn bestaande en zeer bekende attitudeobjecten. Iedereen heeft hoogstwaarschijnlijk wel eens koekjes en radijsjes gegeten en de kans is groot dat veel mensen dat met enige regelmaat doen. De attitudes ten opzichte van koekjes en radijsjes hoeven dus niet per se nieuw gevormd te worden in dit onderzoek. Sterker nog, de attitudes ten opzichte van deze etenswaren zullen vrij sterk zijn, omdat men er regelmatig mee in aanraking komt. Hierdoor is het misschien lastig, zo niet onmogelijk, om deze attitudes door middel van focus te beïnvloeden. Een mogelijke verklaring voor de resultaten van de attitudes zou kunnen zijn dat de attitude in een affectieve focus meer bepaald wordt door ervaring van het proeven, terwijl de attitude in een cognitieve focus meer bepaald wordt door welke evaluatie er uit het geheugen wordt gehaald. Wanneer de attitude in een affectieve focus daadwerkelijk door ervaring wordt gevormd, zou men verwachten dat de attitude-gedragsrelatie hoger is dan in een cognitieve focus en wellicht ook voor meer affectieve onderwerpen zoals koekjes. Deze verklaring komt overeen met de hogere correlaties die we in de affectieve focusconditie gevonden hebben tussen de gegeten hoeveelheid en de attitudes. Dit in tegenstelling tot de correlaties in de cognitieve focusconditie. Een andere mogelijke oorzaak van de resultaten zou kunnen zijn dat de proefpersonen is verteld dat het onderzoek een smaaktest was. Door dit mee te delen en van te voren te waarschuwen dat ze na het proeven nog vragen zouden moeten beantwoorden, hebben we de deelnemers mogelijk al in een cognitieve focus gebracht. Deze cognitieve focus kan de affectieve focus die door de woordzoekpuzzel is verkregen, teniet hebben gedaan. Om dit te 20

21 voorkomen is het aan te raden het onderzoek niet als een smaaktest te presenteren, in ieder geval niet in de affectieve focusconditie. Het zou ook kunnen helpen om niet van te voren aan te kondigen dat er later vragen over het voedsel beantwoord zullen moeten worden. Op deze manier zullen de proefpersonen niet automatisch bewust over het voedsel gaan nadenken. Behalve het feit dat de proefpersonen mogelijk in een cognitieve focus zijn gebracht door het onderzoek voor te stellen als een smaaktest, kunnen de proefpersonen door de grote aandacht van de media voor gezond eten in een cognitieve focus zijn gebracht. Door mensen bewust te maken van wat ze eten, of hen er bewust mee bezig te laten zijn, is het mogelijk dat de cognitieve component van de attitude ten opzichte van voedsel continu meer saillant is dan de affectieve component. Dit zou versterkt kunnen worden doordat radijsjes en koekjes met elkaar vergeleken worden: gezond en ongezond voedsel. De media leggen voornamelijk nadruk op het feit dat voedsel gezond moet zijn en veel minder nadruk op lekker eten. Door de overheid, het Voedingscentrum en in televisieprogramma s zoals De afvallers, Je echte leeftijd, Wat je eet ben je zelf, Sjees en Kees en Jamie s lunches wordt duidelijk gemaakt hoe belangrijk het is om gezond te eten en wat de nare gevolgen kunnen zijn wanneer we voor lekker, maar niet gezond kiezen. Wanneer we niet naar de focus, maar naar het voedsel kijken, hebben we gevonden dat men radijsjes gezonder vindt dan koekjes en koekjes lekkerder dan radijsjes. Bij dit laatste valt echter op dat radijsjes weliswaar minder lekker dan koekjes worden gevonden, maar dat niet iedereen ze vies vindt. Voor vervolgonderzoek is het misschien beter om een groente te nemen die gezond èn vies wordt gevonden, zoals misschien bloemkool of witlof. Doordat radijsjes niet vies werden gevonden, hadden we affectief positief en cognitief positief voedsel. De focusmanipulatie zal misschien beter slagen wanneer er daadwerkelijk gebruik wordt gemaakt van affectief positief ; cognitief negatief (koekjes) en affectief negatief; cognitief positief voedsel. In dit onderzoek hebben we getracht een antwoord te vinden op de vraag of het mogelijk is om mensen in een affectieve of cognitieve focus te brengen en zo te beïnvloeden wat ze eten. Uit het bovenstaande kunnen we concluderen dat deze vraag slechts gedeeltelijk beantwoord kan worden. Het lijkt mogelijk om mensen in een focus te brengen en zo gedrag te beïnvloeden, maar het is nog niet duidelijk hoe dit precies in z n werk gaat. Vervolgonderzoek zou deze vraag vollediger kunnen proberen te beantwoorden, hierbij rekening houdend met de mogelijke verklaringen voor onze resultaten. Vervolgonderzoek zou gebruik kunnen maken van relatief onbekend voedsel of nieuwe producten om te kijken of de focusmanipulatie dan wèl slaagt. Het is in ieder geval aan te raden om indien mogelijk minder 21

22 bekend voedsel te gebruiken om te voorkomen dat men reeds sterke en mogelijk moeilijk te beïnvloeden attitudes heeft ten opzichte van het voedsel. Tevens lijkt het raadzaam het onderzoek niet als smaaktest te presenteren en niet vóór het proeven aan te kondigen dat er vragen zullen volgen over het geproefde voedsel. Ook zou het kunnen helpen een affectief negatievere groente te nemen, zodat de focus beter aanslaat. Tenslotte is het interessant om in een volgend onderzoek te kijken of attitudes in een affectieve focus meer bepaald worden door de ervaring van het proeven, terwijl de attitudes in een cognitieve focus meer bepaald worden door welke evaluaties er uit het geheugen worden gehaald. Dit zou men met behulp van reactietijden kunnen doen. Wanneer er in een cognitieve focus daadwerkelijk evaluaties uit het geheugen worden gehaald, zou men snellere reactietijden verwachten dan in een affectieve focus waar de evaluaties gebaseerd worden op de zojuist opgedane ervaring. 22

23 Literatuurlijst Baumeister, R. F., Bratslavsky, E., Muraven, M., & Tice, D. M. (1998). Ego depletion: Is the self a limited resource? Journal of Personality and Social Psychology, 74, Van den Berg, H, Manstead, A. S. R., van der Pligt, J., & Wigboldus, D. H. J. (2005). The impact of affective and cognitive focus on attitude formation. Journal of Experimental Social Psychology. Breckler, S. J., & Wiggins, E. C. (1989). Affect versus evaluation in the structure of attitudes. Journal of Experimental Social Psychology, 25, Eagly, A. H., & Chaiken, S. C. (1998). Attitude structure and function. In D. T. Gilbert, S. T. Fiske, & G. Lindzey (Eds.), The handbook of social psychology (Vol. 1, p.p ). New York: McGraw-Hill. Edwards, K. (1990). The interplay of affect and cognition in attitude formation and change. Journal of Personality and Social Psychology, 59, Farley, S. D., & Stasson, M. F. (2003). Relative influences of affect and cognition on behavior: Are feelings or beliefs more related to blood donation intentions? Journal of Experimental Psychology,50, Field, A. (2005). Discovering statistics using SPSS. London: SAGE Publications Ltd. Lavine, H., Thomsen, C. J., Zanna, M. P., & Borginda, E. (1998). On the primacy of affect in the determination of attitudes and behaviour: The moderating role of affectivecognitive ambivalence. Journal of Experimental Social Psychology, 34, Millar, M. G., & Millar, K. U. (1990). Attitude change as a function of attitude type and argument type. Journal of Personality and Social Psychology, 59, Millar, M. G., & Tesser, A. (1986). Effects of affective and cognitive focus on the attitudebehavior relation. Journal of Personality and Social Psychology, 51, De Wit, R., Victoir, A., & Van den Bergh, O. (1997). My mind s made up by the way I feel : Affect, cognition and intention in the structure of attitudes toward condom use. Health Education Research, 12,

24 Appendix A Om de attitude te meten, hebben we zowel vragen gesteld die informeerden naar de smaak van de koekjes en de radijsjes als algemene attitudevragen over de koekjes en radijsjes. Smaakvragen Ik vind koekjes/radijsjes lekker smaken. Ik vind koekjes/radijsjes prettig eten. Ik vind koekjes/radijsjes er aangenaam uitzien. Algemene attitudevragen Ik vind koekjes/radijsjes goed. Ik vind koekjes/radijsjes vies. Ik vind koekjes/radijsjes lekker. Ik vind koekjes/radijsjes ongezond. Ik vind koekjes/radijsjes slecht. Ik vind koekjes/radijsjes gezond. 24

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Affect en Cognitie in Attitudevorming van (On)bekende Attitude Objecten. Marktkunde En Consumentengedrag, Wageningen Universiteit

Affect en Cognitie in Attitudevorming van (On)bekende Attitude Objecten. Marktkunde En Consumentengedrag, Wageningen Universiteit Affect en Cognitie in Attitudevorming van (On)bekende Attitude Objecten Roxanne I van Giesen a*, Arnout RH Fischer a, Heleen van Dijk a, Hans CM van Trijp a a Marktkunde En Consumentengedrag, Wageningen

Nadere informatie

Attitudevorming & verandering. dinsdag 6 maart 2012

Attitudevorming & verandering. dinsdag 6 maart 2012 Attitudevorming & verandering H9 Wat vertellen attitudes over consumenten? Wat vertellen attitudes over consumenten? Mensen die van sushi houden zullen het waarschijnlijk eten Wat vertellen attitudes over

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Impulsieve keuzes voor aantrekkelijke opties zijn doorgaans geen verstandige keuzes op de lange termijn (Hofmann, Friese, & Wiers, 2008; Metcalfe & Mischel, 1999). Wanneer mensen zich

Nadere informatie

Procedure le rechtvaardigheid in. de invloed van sekse en status. Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos

Procedure le rechtvaardigheid in. de invloed van sekse en status. Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos Procedure le rechtvaardigheid in intieme relaties: de invloed van sekse en status Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos: Universiteit

Nadere informatie

Vergelijken of corrigeren? De processen die ten grondslag liggen aan contextuele invloeden. op de beoordeling van nieuwe objecten

Vergelijken of corrigeren? De processen die ten grondslag liggen aan contextuele invloeden. op de beoordeling van nieuwe objecten Vergelijken of corrigeren? 1 VERGELIJKEN OF CORRIGEREN? Vergelijken of corrigeren? De processen die ten grondslag liggen aan contextuele invloeden op de beoordeling van nieuwe objecten Wouter M. van den

Nadere informatie

Het effect van voedselverleidingen en cognitieve lading op gewichtsdoelen en consumptie

Het effect van voedselverleidingen en cognitieve lading op gewichtsdoelen en consumptie Het effect van voedselverleidingen en cognitieve lading op gewichtsdoelen en consumptie Auteur: Marlou van de Kamp (3657043) Begeleider: Floor M. Kroese Abstract In onze westerse samenleving wordt men

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Reacties van Marokkanen en Turken op scenario s met verschillende adaptatievormen 17

Hoofdstuk 5 Reacties van Marokkanen en Turken op scenario s met verschillende adaptatievormen 17 Hoofdstuk 5 Reacties van Marokkanen en Turken op scenario s met verschillende adaptatievormen 17 Ömer is van Turkse afkomst en woont nu een jaar of tien in Nederland. Toen hij hier kwam vroeg hij zich

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Experimentele psychopathologie Op zoek naar de psychologische processen die een rol spelen bij het ontstaan, in stand houden en terugval van psychopathologie

Nadere informatie

Samenvatting Summary in Dutch

Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke

Nadere informatie

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen Florien M. Cramwinckel 1, Kees van den Bos 1, Eric van Dijk 2, Anneke Bruin 1, Simone

Nadere informatie

Resultaten. 7. Eta-kwadraat (12) is de proportie van de totale variantie in de afhankelijke variabele die veroorzaakt

Resultaten. 7. Eta-kwadraat (12) is de proportie van de totale variantie in de afhankelijke variabele die veroorzaakt Resultaten z Controles op de manipulaties Al le deelnemers beantwoordden de vraag of zij meer, minder of evenveel loten kregen correct. Een 2(zelfbedreiging: wel vs. niet) x 3(Verdeling: gelijk vs. voordelig

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer Samenvatting Leesvaardigheid is van groot belang in onze geletterde maatschappij. In veel wetenschappelijke studies zijn dan ook

Nadere informatie

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda

Nadere informatie

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Introductie Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap in de huidige snel veranderende maatschappij. In

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen. Pascal van Vliet ANR: 888951. Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij. Datum: 13 februari 2014

De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen. Pascal van Vliet ANR: 888951. Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij. Datum: 13 februari 2014 1 De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen Pascal van Vliet ANR: 888951 Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij Datum: 13 februari 2014 Docent: Dhr. R. M. A. Nelissen Universiteit van Tilburg

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Zichtbaar reinigen en beleving

Zichtbaar reinigen en beleving Zichtbaar reinigen en beleving Het verwijderen van zwerfaval door straatreinigers vindt op dit moment vaak plaats op momenten dat er weinig burgers op straat zijn (bijvoorbeeld in de vroege ochtend). Onderzoek

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Test-taker Attitudes of Job Applicants: Test Anxiety and Belief in Tests as Antecedents of

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Onderzoeksvragen p. 3 Afleiding van het model en daaruit resulterende vergelijkingsmogelijkheden p. 3 Theoretisch kader p.

Inhoudsopgave. Onderzoeksvragen p. 3 Afleiding van het model en daaruit resulterende vergelijkingsmogelijkheden p. 3 Theoretisch kader p. Inhoudsopgave Inleiding p. 1 Onderzoeksvragen p. 3 Afleiding van het model en daaruit resulterende vergelijkingsmogelijkheden p. 3 Theoretisch kader p. 5 Methode p. 6 Procedure en respondenten p. 6 Meetinstrument

Nadere informatie

Perceived Causal Relations (PCR) als Methode om een Causal Attitude Network (CAN) in. Kaart te Brengen. Martijn Verhoeven

Perceived Causal Relations (PCR) als Methode om een Causal Attitude Network (CAN) in. Kaart te Brengen. Martijn Verhoeven Perceived Causal Relations (PCR) als Methode om een Causal Attitude Network (CAN) in Kaart te Brengen Martijn Verhoeven Vak: Bachelorproject Sociale Psychologie Begeleider: Jonas Dalege Aantal Woorden:

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1 Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie (Memantine Add-On Therapy to Clozapine in Refractory Schizophrenia) David M.H. Buyle David M.H. Buyle

Nadere informatie

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders?

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Pesten in het Buitengewoon Secundair Onderwijs: Wie Zijn de verdedigers? Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Remy Gregoor Eerste begeleider: Tweede begeleider: mw. dr. Nicole

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. 0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve

Nadere informatie

Verraderlijke verleidingen: Waarom zwakke verleidingen gevaarlijker zijn dan sterke. Floor M. Kroese, Catharine Evers and Denise T. D.

Verraderlijke verleidingen: Waarom zwakke verleidingen gevaarlijker zijn dan sterke. Floor M. Kroese, Catharine Evers and Denise T. D. 1 Kop: Verleidingssterkte en zelfregulatie Verraderlijke verleidingen: Waarom zwakke verleidingen gevaarlijker zijn dan sterke. Floor M. Kroese, Catharine Evers and Denise T. D. De Ridder Universiteit

Nadere informatie

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena

Nadere informatie

Het effect van obstakels op voorspellingen, inspanning en eetgedrag

Het effect van obstakels op voorspellingen, inspanning en eetgedrag Het effect van obstakels op voorspellingen, inspanning en eetgedrag Masterthesis Klinische & Gezondheidspsychologie I.F. van der Graaf Onder begeleiding van C. D. W. Vinkers 28 februari 2012 Samenvatting:

Nadere informatie

TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197. Earth, Life & Social Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden. www.tno.

TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197. Earth, Life & Social Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden. www.tno. TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197 Het effect van media-aandacht voor het gebruik van mogelijk ondeugdelijke naalden in het voorjaar van 2015 op de bereidheid van moeders om hun dochter te laten vaccineren

Nadere informatie

Cursus TEO: Theorie en Empirisch Onderzoek. Practicum 2: Herhaling BIS 11 februari 2015

Cursus TEO: Theorie en Empirisch Onderzoek. Practicum 2: Herhaling BIS 11 februari 2015 Cursus TEO: Theorie en Empirisch Onderzoek Practicum 2: Herhaling BIS 11 februari 2015 Centrale tendentie Centrale tendentie wordt meestal afgemeten aan twee maten: Mediaan: de middelste waarneming, 50%

Nadere informatie

The effects of learning analytics in higher education. Marcel Schmitz & Nicolette van Halem

The effects of learning analytics in higher education. Marcel Schmitz & Nicolette van Halem The effects of learning analytics in higher education Marcel Schmitz & Nicolette van Halem The effect of learning analytics on Ga naar menti.com en gebruik de code 511464 The effect of learning analytics

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

De data worden ingevoerd in twee variabelen, omdat we te maken hebben met herhaalde metingen:

De data worden ingevoerd in twee variabelen, omdat we te maken hebben met herhaalde metingen: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 6 1. De 15 leden van een kleine mountainbikeclub vragen zich af in welk mate de omgevingstemperatuur een invloed heeft op hun

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in dutch)

Samenvatting. (Summary in dutch) Samenvatting (Summary in dutch) 74 Samenvatting Soms kom je van die stelletjes tegen die alleen nog maar oog hebben voor elkaar. Ze bestellen hetzelfde ijsje, maken elkaars zinnen af en spiegelen elkaar

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN?

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? INLEIDING PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? Om uitstekende vaardigheden te ontwikkelen zijn niet alleen talent en mogelijkheden

Nadere informatie

Sport, Alcohol en Zelfregulatie

Sport, Alcohol en Zelfregulatie Sport, Alcohol en Zelfregulatie Zorgt depletion ervoor dat topsporters de verleiding van alcohol niet kunnen weerstaan? Marijn van Bladeren Universiteit van Amsterdam 10 juni 2013 UvA begeleider: Femke

Nadere informatie

Oplossingen hoofdstuk Het milieubesef

Oplossingen hoofdstuk Het milieubesef Oplossingen hoofdstuk 3 1. Het milieubesef Eerst het hercoderen van item 3 en 5, via het commando Transform, Recode into different variables, nadien verschijnt het dialoogvenster Recode into Different

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

WOT statistiek. Betrouwbaarheidsanalyse. CLIN Centre for Linguistics. Els Schoonjans

WOT statistiek. Betrouwbaarheidsanalyse. CLIN Centre for Linguistics. Els Schoonjans WOT statistiek Betrouwbaarheidsanalyse Els Schoonjans CLIN Centre for Linguistics 1 Betrouwbaarheid Betrouwbaarheid van een meetinstrument: consistentie; instrument geeft vergelijkbare resultaten in vergelijkbare

Nadere informatie

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies?

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies? Oorspronkelijk artikel: Elgersma, H. J., Glashouwer, K.A., Bockting, C.L.H., Penninx, B.W.J.H.Penninx, de Jong, P.J. (2013). Hidden scars in depression? Implicit and explicit self-associations following

Nadere informatie

73 SAMENVATTING In dit proefschrift wordt een empirische toetsing van de machtafstandstheorie (Mulder, 1972, 1977) beschreven. In grote lijnen stelt deze theorie dat mensen macht prettig vinden, en dat

Nadere informatie

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB)

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Zwakzinnigheid (DSM-IV-TR) Code Omschrijving IQ-range Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Xavier Moonen Orthopedagoog/GZ-Psycholoog Onderzoeker Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Kun je jouw beleving meten in woord, beeld en getal?

Kun je jouw beleving meten in woord, beeld en getal? Kun je jouw beleving meten in woord, beeld en getal? Marco Rozendaal & Arnold Vermeeren Technische Universiteit Delft / Faculteit Industrieel Ontwerpen De perfecte totaalbeleving. Dat is waar industrieel

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Spijt van een actie of inactie: Every cloud has a silver lining

Spijt van een actie of inactie: Every cloud has a silver lining Universiteit van Amsterdam Afdeling Sociale Psychologie Werkstukverslag, doctoraal Auteur: A. Hiddink Collegekaartnummer: 0042331 Begeleider: Frenk van Harreveld Datum: 25 juni 2007 Spijt van een actie

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh [2012] Online hotel reviews Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh Online hotel reviews Onderzoek naar positieve en negatieve online reviews over

Nadere informatie

Versnellen melkproducten de ziekte van Huntington? Je bent wat je eet

Versnellen melkproducten de ziekte van Huntington? Je bent wat je eet Wetenschappelijk nieuws over de Ziekte van Huntington. In eenvoudige taal. Geschreven door wetenschappers. Voor de hele ZvH gemeenschap. Versnellen melkproducten de ziekte van Huntington? Is er een verband

Nadere informatie

Rechtvaardigheid als individualistisch. De invloed van (on)rechtvaardigheid op

Rechtvaardigheid als individualistisch. De invloed van (on)rechtvaardigheid op Rechtvaardigheid als individualistisch proces: De invloed van (on)rechtvaardigheid op zelfactivatie Annemarie Loseman, Kees van den Bos enjaap Ham Annemarie Loseman, Kees van den Bos en Jaap Ham, Universiteit

Nadere informatie

Samenvatting. Odinot_4.indd :19:06

Samenvatting. Odinot_4.indd :19:06 In veel strafzaken wordt de verdachte uitsluitend of vrijwel uitsluitend veroordeeld op grond van getuigenverklaringen. Objectieve middelen voor het toetsen van de juistheid van de getuigenverklaringen

Nadere informatie

Universiteit Utrecht. Master psychologie, Sociale Psychologie THESIS. Mindfulness als aanpak om negatief affect te verminderen

Universiteit Utrecht. Master psychologie, Sociale Psychologie THESIS. Mindfulness als aanpak om negatief affect te verminderen Running head: MINDFULNESS ALS AANPAK OM NEGATIEF AFFECT TE VERMINDEREN Universiteit Utrecht Master psychologie, Sociale Psychologie THESIS Mindfulness als aanpak om negatief affect te verminderen Wordt

Nadere informatie

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van

Nadere informatie

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak 1 Achtergrond van het onderzoek Bedrijven vertrouwen meer en meer op social media om klanten te betrekken

Nadere informatie

c Voorbeeldvragen, Methoden & Technieken, Universiteit Leiden TS: versie 1 1 van 6

c Voorbeeldvragen, Methoden & Technieken, Universiteit Leiden TS: versie 1 1 van 6 c Voorbeeldvragen, Methoden & Technieken, Universiteit Leiden TS: versie 1 1 van 6 1. Iemand kiest geblinddoekt 4 paaseitjes uit een mand met oneindig veel paaseitjes. De helft is melkchocolade, de andere

Nadere informatie

Oprechte aandacht voor rechtvaardigheid of subtiele

Oprechte aandacht voor rechtvaardigheid of subtiele Oprechte aandacht voor rechtvaardigheid of subtiele egocentrische tendensen? Tevredenheid met overbetaling onder cognitieve belasting Susanne Peters en Kees van den Bos en Jan Fekke Yberna Susanne Peters

Nadere informatie

Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Uw kenmerk : SAS/GDE/2007/046920 Ons kenmerk : I-784/EvR/iv/673-F1 Publicatienummer: 2007/24 Bijlagen : - Geachte minister, Op

Nadere informatie

Universiteit Utrecht. Master psychologie, Sociale Psychologie THESIS

Universiteit Utrecht. Master psychologie, Sociale Psychologie THESIS Universiteit Utrecht Master psychologie, Sociale Psychologie THESIS De Invloed van Opsporingsberichten op Billboards op de Beleving van de Waarnemers Timo J. Jansen, 3519589 Juni 2013 Begeleidster: Madelijn

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported

Nadere informatie

Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op dinsdag 5 april 2011 9.00-12.00 uur

Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op dinsdag 5 april 2011 9.00-12.00 uur Faculteit der Wiskunde en Informatica Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op dinsdag 5 april 2011 9.00-12.00 uur Bij het tentamen mag alleen gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine. Het gebruik

Nadere informatie

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven.

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven. * Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven In dit proefschrift worden de resultaten van de PERRIN CP 9-16 jaar studie (Longitudinale

Nadere informatie

Bilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma

Bilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma Bilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma Nederlandse samenvatting Tweetaligheid en cognitie: de verwerving van het Fries en het Nederlands Deze dissertatie is het resultaat

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen Samenvatting 217 218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongens en 14.8% van de meisjes overgewicht,

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Inleiding In de voorgaande twee hoofdstukken hebben wij de nieuwe woordleestoetsen en van Kleijnen e.a. kritisch onder de loep genomen. Uit ons onderzoek

Nadere informatie

online winkelomgeving minder in staat is affectieve responsen te initiëren en de drang tot kopen te stimuleren. Daarom werd verondersteld dat online

online winkelomgeving minder in staat is affectieve responsen te initiëren en de drang tot kopen te stimuleren. Daarom werd verondersteld dat online Samenvatting Tegenwoordig is het internet sterk geïntegreerd in bijna elke dagelijkse activiteit, van het lezen van een krant tot het regelen van bankzaken en ook het doen van onze aankopen (CBS, 2006b).

Nadere informatie

De verwerking van overredende boodschappen die door een meerderheid of een minderheid worden gesteund: Experiment 2 1 en 3

De verwerking van overredende boodschappen die door een meerderheid of een minderheid worden gesteund: Experiment 2 1 en 3 3 De verwerking van overredende boodschappen die door een meerderheid of een minderheid worden gesteund: Experiment 2 1 en 3 Experiment 2 Onderzoek naar sociale beïnvloeding laat zien dat mensen over het

Nadere informatie

Verslag consumentenonderzoek zorgsector Breda

Verslag consumentenonderzoek zorgsector Breda Verslag consumentenonderzoek zorgsector Breda Inleiding: In het kader van het project economische barometer is in 2012 gekozen voor het onderwerp zorgverlening en vooral het gebruik van de zorgverleners,

Nadere informatie

Sociolinguïstiek en sociale psychologie:

Sociolinguïstiek en sociale psychologie: Sociolinguïstiek en sociale psychologie: Nieuwe methodes voor attitudemeting Laura Rosseel, Dirk Geeraerts, Dirk Speelman OG Kwantitatieve Lexicologie en Variatielinguïstiek Inleiding sinds de jaren 1960

Nadere informatie