EUROPEES PARLEMENT. Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme. Amendement ingediend door Jean-Maurice Dehousse. Amendement 27 Overweging 7

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EUROPEES PARLEMENT. Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme. Amendement ingediend door Jean-Maurice Dehousse. Amendement 27 Overweging 7"

Transcriptie

1 EUROPEES PARLEMENT Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme 16 september 2003 PE /27-60 AMENDEMENTEN Ontwerpaanbeveling voor de tweede lezing (PE ) Dirk Sterckx inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen en tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen, en van Richtlijn 2001/14/EG van de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering ("Spoorwegveiligheidsrichtlijn") Gemeenschappelijk standpunt van de Raad (8557/2/2003 C5-0297/ /0022(COD)) Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Amendementen van het Parlement Amendement ingediend door Jean-Maurice Dehousse Amendement 27 Overweging 7 (7) Geleidelijk moeten gemeenschappelijke veiligheidsdoelen en -methoden worden geïntroduceerd om een hoog veiligheidsniveau te handhaven en, indien nodig en redelijkerwijs uitvoerbaar, te verbeteren. Deze moeten hulpmiddelen aanreiken voor de beoordeling van het veiligheidsniveau en de prestaties van de exploitanten op communautair niveau en in de lidstaten. (7) Geleidelijk moeten gemeenschappelijke veiligheidsdoelen en -methoden worden geïntroduceerd om een hoog veiligheidsniveau te handhaven en, indien nodig, te verbeteren. Deze moeten hulpmiddelen aanreiken voor de beoordeling van het veiligheidsniveau en de prestaties van de exploitanten op communautair niveau en in de lidstaten. Met dit amendement wordt de tekst uit het voorstel van de Commissie weer opgenomen. Het is ethisch onaanvaardbaar dat de veiligheidseisen voortdurend ondergeschikt worden gemaakt aan de rentabiliteit. Als na een ongeval erkend wordt dat het veiligheidsniveau moet worden verbeterd, kan men het achterwege blijven van nieuwe veiligheidsmaatregelen ter voorkoming AM\ doc PE /27-60

2 van herhaling maar moeilijk rechtvaardigen met het argument dat die maatregelen niet 'redelijkerwijs uitvoerbaar" zijn. Wie moet overigens beoordelen wat redelijk is en wat niet? Wie de veiligheid niet als eerste vereiste wil zien, komt in een situatie van rechtsonzekerheid terecht, waarmee niemand is gediend (behalve natuurlijk letseladvocaten). Amendement ingediend door Dirk Sterckx Amendement 28 Overweging 17 bis (nieuw) (17 bis) De rij- en rusttijden van treinbestuurders en ander treinpersoneel dat veiligheidstaken uitvoert zijn van grote invloed op de veiligheid van het spoorwegsysteem. Deze aspecten vallen onder de artikelen 137 tot 139 van het Verdrag en vormen al onderwerp van onderhandelingen tussen de sociale partners in het Comité voor de sectoriële dialoog dat is ingesteld overeenkomstig Besluit 98/500/EG van de Commissie 1. 1 Besluit 98/500/EG van de Commissie van 20 mei 1998 betreffende de oprichting van Comités voor de sectoriële dialoog tussen de sociale partners op Europees niveau (PB L 255 van , blz. 27). PE / /20 AM\ doc Dit amendement is gebaseerd op de amendementen 62/87 uit eerste lezing en vervangt amendement 5. Hiermee wordt rekening gehouden met de onderhandelingen die momenteel over dit onderwerp plaatsvinden. Amendement ingediend door Dirk Sterckx Amendement 29 Overweging 17 ter (nieuw) (17 ter) De ontwikkeling van een veilig communautair spoorwegsysteem vereist de vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor de afgifte van rijbewijzen aan treinbestuurders. De Commissie heeft aangekondigd voornemens te zijn binnenkort nadere wetgeving terzake voor te stellen. De

3 kwalificaties van andere personeelsleden met veiligheidsrelevante taken zijn al geregeld in de Richtlijnen 96/48/EG en 2001/16/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van het trans-europese spoorwegsysteem. Dit amendement is gebaseerd op de amendementen 62/87 uit eerste lezing en vervangt amendement 24. Hiermee wordt rekening gehouden met de toezeggingen van de Commissie in haar verklaring over het gemeenschappelijk standpunt (SEC(2003) 754 def., blz. 8). Amendement ingediend door Jean-Marie Dehousse Amendement 30 Artikel 3, letter e) e) "gemeenschappelijke veiligheidsdoelen" (CST): de veiligheidsniveaus die ten minste moeten worden gehaald door de verschillende onderdelen van het spoorwegsysteem (zoals het conventionele spoorwegsysteem, het hogesnelheidsspoorwegsysteem, lange spoorwegtunnels of lijnen die uitsluitend voor goederenvervoer worden gebruikt) en door het systeem als geheel in de vorm van criteria voor risico-acceptatie; e) "gemeenschappelijke veiligheidsdoelen" (CST): het hoge veiligheidsniveau dat ten minste moet worden gehaald door de verschillende onderdelen van het spoorwegsysteem (zoals het conventionele spoorwegsysteem, het hogesnelheidsspoorwegsysteem, lange spoorwegtunnels of lijnen die uitsluitend voor goederenvervoer worden gebruikt) en door het systeem als geheel in de vorm van criteria voor risicobeheer; Dit amendement moet voor samenhang in de tekst van de Raad zorgen door de definitie van de CST in artikel 3 aan te passen aan de doelstelling die in overweging 7 voor het niveau van die CST wordt geformuleerd. Verder mag niet in het kader van elk van de CST een veiligheidsniveau worden vastgesteld, maar moeten zij juist gezamenlijk bijdragen tot de bepaling van een zo hoog mogelijk veiligheidsniveau. Als tenslotte - zoals de rapporteur in zijn amendementen 3, 4 en 13 verlangt - de invoering van nationale veiligheidsvoorschriften tot een minimum moet worden beperkt, dan mag in de voorschriften beslist geen minimum veiligheidsniveau worden vastgesteld, temeer daar inmiddels is gebleken dat rekening moet worden gehouden met het latente gevaar van terreurdaden. AM\ doc 3/20 PE /27-60

4 Amendement ingediend door Margie Sudre en Dominique Vlasto Amendement 31 Artikel 3, letter k) k) "ongeval": ongewenste of onbedoelde plotselinge gebeurtenis of reeks gebeurtenissen met schadelijke gevolgen; ongevallen worden in de volgende categorieën onderverdeeld: botsingen, ontsporingen, ongevallen op spoorwegovergangen, persoonlijke ongevallen veroorzaakt door rollend materieel in rijdende toestand, branden en andere ongevallen; k) "ongeval": een ongewild voorval of reeks voorvallen met dodelijke afloop, gewonden, onderbreking van een systeem of dienstverlening dan wel schade aan het milieu; De definitie van "ongeval", die het Parlement in eerste lezing had geamendeerd (am. 16), is door de Raad gewijzigd. De definitie van het Parlement heeft het voordeel dat er wordt gekeken naar het resultaat, zonder de pretentie om in een beperkte opsomming alle oorzaken te kunnen opnoemen. Amendement ingediend door Brian Simpson Amendement 32 Artikel 3, letter k) k) "ongeval": ongewenste of onbedoelde plotselinge gebeurtenis of reeks gebeurtenissen met schadelijke gevolgen; ongevallen worden in de volgende categorieën onderverdeeld: botsingen, ontsporingen, ongevallen op spoorwegovergangen, persoonlijke ongevallen veroorzaakt door rollend materieel in rijdende toestand, branden en andere ongevallen; k) "ongeval": een ongewild voorval of reeks voorvallen met dodelijke afloop, gewonden, onderbreking van een systeem of dienstverlening dan wel schade aan het milieu; De door het Parlement in eerste lezing voorgestelde definitie van "ongeval" is door de Raad gewijzigd, hoewel deze het voordeel heeft dat er wordt gekeken naar het resultaat, zonder alle oorzaken te willen opnoemen. PE / /20 AM\ doc

5 Amendement ingediend door Jean-Marie Dehousse Amendement 33 Artikel 3, letter r) bis (nieuw) r bis) "veiligheid", het ontbreken van elk soort onaanvaardbaar risico voor personen (klanten, personeel, onderaannemers, derden), goederen en het milieu, voortvloeiend uit de exploitatie van het spoorwegnet; Dit amendement komt overeen met amendement 17 van het Parlement in eerste lezing en geeft op aanvaardbare wijze het concept weer dat centraal dient te staan in de richtlijn inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen. Amendement ingediend door Margie Sudre en Dominique Vlasto Amendement 34 Artikel 3, letter r) bis (nieuw) r bis) "veiligheid", het ontbreken van elk soort onaanvaardbaar risico voor personen (klanten, personeel, onderaannemers, derden), goederen en het milieu, voortvloeiend uit de exploitatie van het spoorwegnet; Het Parlement heeft in eerste lezing een definitie van "veiligheid" voorgesteld die in het oorspronkelijke voorstel van de Commissie ontbrak. De Raad heeft deze definitie niet meegenomen. De definitie van het Parlement heeft echter het voordeel dat bepaalde risico's die inherent zijn aan het spoorwegsysteem zelf, zoals risico's voor de werknemers en risico's in verband met gevaarlijke goederen, niet worden uitgesloten van het toepassingsgebied van de voorgestelde veiligheidsrichtlijn. Dat deze onderwerpen in andere teksten worden geregeld, betekent niet dat er geen aanvullende specifieke voorschriften voor de spoorwegen zouden moeten worden vastgesteld. Amendement ingediend door Brian Simpson Amendement 35 Artikel 3, letter r) bis (nieuw) AM\ doc 5/20 PE /27-60

6 r bis) "veiligheid", het ontbreken van elk soort onaanvaardbaar risico voor personen (klanten, personeel, onderaannemers, derden), goederen en het milieu, voortvloeiend uit de exploitatie van het spoorwegnet; In haar oorspronkelijke voorstel voor een veiligheidsrichtlijn heeft de Commissie geen definitie van "veiligheid" opgenomen. Het Parlement heeft in eerste lezing in deze leemte voorzien door een definitie voor te stellen, maar deze is door de Raad niet overgenomen. De definitie van het Parlement heeft echter het voordeel dat bepaalde risico's die inherent zijn aan het spoorwegsysteem zelf, zoals risico's voor spoorwegarbeiders en risico's in verband met gevaarlijke goederen, niet worden uitgesloten van het toepassingsgebied van de voorgestelde veiligheidsrichtlijn. Dat deze onderwerpen in andere teksten worden geregeld, betekent niet dat er geen aanvullende specifieke voorschriften voor de spoorwegen kunnen worden vastgesteld. Amendement ingediend door Jean-Maurice Dehousse Amendement 36 Artikel 4, lid 1, alinea 1 1. De lidstaten zien erop toe dat de veiligheid op het spoor over de gehele linie wordt gehandhaafd en, waar dat redelijkerwijs mogelijk is, voortdurend wordt verbeterd, met inachtneming van de ontwikkeling van de communautaire wetgeving en de vooruitgang op technisch en wetenschappelijk gebied. Daarbij wordt voorrang gegeven aan het voorkomen van ernstige ongevallen. 1. De lidstaten zien erop toe dat de veiligheid op het spoor over de gehele linie wordt gehandhaafd en voortdurend wordt verbeterd, met inachtneming van de ontwikkeling van de communautaire wetgeving en de vooruitgang op technisch en wetenschappelijk gebied. Daarbij wordt voorrang gegeven aan het voorkomen van ernstige ongevallen. /en Nieuw amendement. Het is ethisch onaanvaardbaar dat de veiligheidseisen voortdurend ondergeschikt worden gemaakt aan de rentabiliteit. Verder is de in de tekst opgenomen voorwaarde in feite zuiver potestatief, hetgeen haaks staat op hetgeen uit juridisch en in dit geval ook uit ethisch oogpunt vereist is. Amendement ingediend door Jean-Maurice Dehousse Amendement 37 Artikel 1, lid 1, alinea 1 PE / /20 AM\ doc

7 1. De lidstaten zien erop toe dat de veiligheid op het spoor over de gehele linie wordt gehandhaafd en, waar dat redelijkerwijs mogelijk is, voortdurend wordt verbeterd, met inachtneming van de ontwikkeling van de communautaire wetgeving en de vooruitgang op technisch en wetenschappelijk gebied. Daarbij wordt voorrang gegeven aan het voorkomen van ernstige ongevallen. 1. De lidstaten zien erop toe dat de veiligheid op het spoor over de gehele linie wordt gehandhaafd en, waar dat redelijkerwijs mogelijk is, voortdurend wordt verbeterd, met inachtneming van de ontwikkeling van de communautaire wetgeving en de vooruitgang op technisch en wetenschappelijk gebied. Daarbij wordt voorrang gegeven aan het voorkomen van ongevallen. Dit amendement komt overeen met amendement 89 van het Parlement in eerste lezing. Preventiebeleid kan per definitie niet vooruitlopen op aard en ernst van de te voorkomen ongevallen. De verwijzing naar "ernstige" ongevallen lijkt daarom overbodig en kan juridisch voor verwarring zorgen. Amendement ingediend door Brian Simpson Amendement 38 Artikel 4, lid 2, alinea -1 (nieuw) De lidstaten zorgen ervoor dat bij de maatregelen inzake de ontwikkeling en verbetering van de veiligheid op het spoor rekening wordt gehouden met de noodzaak van een systeemgerichte benadering en van algeheel toezicht op de veiligheid van de dagelijkse exploitatie. Een systeemgerichte visie op het spoorwegvervoer is noodzakelijk, waarbij rekening wordt gehouden met de diversiteit, de technische en sociale complexiteit, alsmede in algemenere zin de hieraan verbonden industriële risico's. Deze realistische totaalvisie op het spoorwegsysteem, die alleen de infrastructuurbeheerder kan hebben, moet in aanmerking worden genomen door de nationale veiligheidsinstantie. Het Parlement had dit amendement al in eerste lezing aangenomen (am. 18). Dit amendement houdt verband met de amendementen S-5 en S-6 op de artikelen 16, lid 3 en 17, lid 1 van COM(2002) 21 over "veiligheid". Amendement ingediend door Mathieu J.H. Grosch Amendement 39 Artikel 4, lid 2, alinea -1 (nieuw) AM\ doc 7/20 PE /27-60

8 De lidstaten zorgen ervoor dat bij de maatregelen inzake de ontwikkeling en verbetering van de veiligheid op het spoor rekening wordt gehouden met de aard van het systeem en de noodzaak van algeheel toezicht op de veiligheid van de dagelijkse exploitatie. Gebaseerd op amendement 18 uit eerste lezing. Een systeemgerichte visie op het spoorwegvervoer, waarbij rekening wordt gehouden met de diversiteit, de technische en menselijke complexiteit, alsmede in algemenere zin de hieraan verbonden industriële risico's, is noodzakelijk en moet in aanmerking worden genomen door de nationale veiligheidsinstantie. De infrastructuurbeheerder is de enige die een totaalbeeld van het spoorwegsysteem kan hebben en onder toezicht van de nationale veiligheidsinstantie de globale veiligheid van de dagelijkse exploitatie kan waarborgen, zonder daarmee in de specifieke verantwoordelijkheid van elke betrokken partij te treden. Amendement ingediend door Jean-Maurice Dehousse Amendement 40 Artikel 4, lid 2, alinea 2 Onverminderd de burgerlijke aansprakelijkheid volgens de wettelijke voorschriften van de lidstaten, wordt elke infrastructuurbeheerder en spoorwegonderneming verantwoordelijk gesteld voor zijn deel van het systeem en zijn veilige werking, met inbegrip van de levering van materiaal en het uitbesteden van diensten ten opzichte van gebruikers, afnemers en derden. Onverminderd de burgerlijke aansprakelijkheid volgens de wettelijke voorschriften van de lidstaten, wordt elke infrastructuurbeheerder en spoorwegonderneming verantwoordelijk gesteld voor zijn deel van het systeem en zijn veilige werking, met inbegrip van de levering van materiaal en het uitbesteden van diensten ten opzichte van gebruikers, afnemers, de betrokken werknemers en derden. Dit amendement komt overeen met amendement 19 van het Parlement in eerste lezing. De infrastructuurbeheerders en spoorwegondernemingen zijn niet alleen verantwoordelijk voor de veiligheid van gebruikers, afnemers en derden, maar moeten ook verantwoordelijk worden gesteld voor hun eigen personeel. Deze groep moet dus uitdrukkelijk worden vermeld om niet te worden uitgesloten van de beschermingsplicht. PE / /20 AM\ doc

9 Amendement 20 uit eerste lezing. Amendement ingediend door Dirk Sterckx Amendement 41 Artikel 1, lid 2, alinea 2 bis (nieuw) Dit laat echter de verantwoordelijkheid van elke fabrikant en elke dienstverrichter onverlet om rollend materieel, installaties, toebehoren en materialen te leveren, alsmede diensten te verrichten die voldoen aan de vastgelegde eisen en gebruiksvoorwaarden, zodat zij door de spoorwegondernemingen en/of infrastructuurbeheerders bij de exploitatie veilig kunnen worden ingezet. Amendement ingediend door Jean-Marie Dehousse Amendement 42 Artikel 7, lid 3, alinea 3 Or. nl In alle voorstellen voor ontwerpen en herzieningen van gemeenschappelijke veiligheidsdoelen worden de in artikel 4, lid 1, vermelde verplichtingen van de lidstaten in acht genomen. Zij gaan vergezeld van een kosten- en batenraming die de te verwachten gevolgen voor alle betrokken bedrijven en marktdeelnemers, alsmede de gevolgen voor de risicoacceptatie door de samenleving aangeeft. Zij bevatten, voorzover nodig, een tijdschema voor de geleidelijke toepassing ervan, met name om rekening te houden met de aard en omvang van de investeringen die daarvoor nodig zijn. De mogelijke uitwerking op de technische specificaties inzake interoperabiliteit voor de subsystemen wordt geanalyseerd en het ontwerp zal, waar nodig, vervolgvoorstellen bevatten voor wijzingen in de technische specificaties inzake interoperabiliteit. In alle voorstellen voor ontwerpen en herzieningen van gemeenschappelijke veiligheidsdoelen worden de in artikel 4, lid 1, vermelde verplichtingen van de lidstaten in acht genomen. Zij gaan vergezeld van een evaluatie die de te verwachten gevolgen voor alle betrokken bedrijven en marktdeelnemers, alsmede de gevolgen voor de risicoacceptatie door de samenleving aangeeft. Zij bevatten een tijdschema voor de geleidelijke toepassing ervan. De mogelijke uitwerking op de technische specificaties inzake interoperabiliteit voor de subsystemen wordt geanalyseerd en het ontwerp zal, waar nodig, vervolgvoorstellen bevatten voor wijzingen in de technische specificaties inzake interoperabiliteit. AM\ doc 9/20 PE /27-60

10 Nieuw amendement. Het is ethisch onaanvaardbaar dat de veiligheidseisen voortdurend ondergeschikt worden gemaakt aan de rentabiliteit. Verder wil de Raad de termijnen voor de goedkeuring van de CST al verlengen. De uitvoering ervan mag dus niet ook nog om financiële redenen voortdurend worden uitgesteld. Amendement ingediend door Dirk Sterckx Amendement 43 Artikel 8, lid 5, alinea 1 5. De lidstaat zendt de Commissie het ontwerp van het veiligheidsvoorschrift toe met de redenen voor de invoering ervan. Indien de Commissie van mening is dat het veiligheidsvoorschrift onverenigbaar is met de gemeenschappelijke veiligheidsmethoden of met het bereiken van ten minste het gemeenschappelijke veiligheidsdoel, of dat het een willekeurige discriminatie of een verkapte beperking van de spoorwegvervoersactiviteiten tussen lidstaten inhoudt, wordt er volgens de procedure van artikel 27, lid 2, ten aanzien van die lidstaat een besluit genomen. 5. De lidstaat legt het ontwerp van het veiligheidsvoorschrift toe met de redenen voor de invoering ervan ter goedkeuring voor aan de Commissie. Indien de Commissie van mening is dat het veiligheidsvoorschrift onverenigbaar is met de gemeenschappelijke veiligheidsmethoden of met het bereiken van ten minste het gemeenschappelijke veiligheidsdoel, of dat het een willekeurige discriminatie of een verkapte beperking van de spoorwegvervoersactiviteiten tussen lidstaten inhoudt, wordt er volgens de procedure van artikel 27, lid 2, ten aanzien van die lidstaat een besluit genomen. Als binnen zes maanden na de indiening van het ontwerp nog geen besluit is genomen, mag de lidstaat het voorschrift van kracht laten worden. Or. nl Nieuw amendement. Op het eerste gezicht doet artikel 8, lid 5 van de Raadstekst vermoeden dat er een voorafgaande goedkeuring van het ontwerpvoorschrift moet zijn. De verklaring van de Commissie bij het gemeenschappelijk standpunt stelt echter dat de regelingen vastgesteld in "artikel 8, leden 4 en 5 geen stelsel van voorafgaande goedkeuring vormen." De Raad gaat dus niet in op de wens van het Parlement in eerste lezing om nieuwe nationale voorschriften vooraf te laten goedkeuren door de Commissie. Vandaar dit amendement. Om te vermijden dat deze procedure te veel vertraging met zich meebrengt voegt uw rapporteur er wel een termijn aan toe. Geen nieuws binnen zes maanden betekent goed nieuws, impliceert goedkeuring van het voorschrift. PE / /20 AM\ doc

11 Amendement ingediend door Hannes Swoboda Amendement 44 Artikel 10, lid 4 4. De veiligheidsinstantie in de lidstaat waar de spoorwegonderneming voornemens is extra spoorwegvervoersdiensten te verlenen, zorgt voor de aanvullende nationale certificering die volgens lid 2, punt b), nodig is. 4. De veiligheidsinstantie in de lidstaat waar de spoorwegonderneming voornemens is extra spoorwegvervoersdiensten te verlenen, zorgt voor de aanvullende nationale certificering die volgens lid 2, punt b), nodig is en controleert de gelijkwaardigheid van de vereisten met de specifieke nationale vereisten voor de certificering overeenkomstig lid 2, onder a). Or. de Wederopneming van amendement 34 uit eerste lezing. De automatische wederzijdse erkenning van het veiligheidsbeheer verdient als doelstelling op lange termijn te worden gesteund. Gezien de huidige stand van de harmonisering en de slechts onvoldoende omschreven gemeenschappelijke procedures van het veiligheidsbeheer, moet de veiligheidsinstantie in de gelegenheid zijn om ook het veiligheidsbeheer nogmaals te controleren volgens de nationale eisen, teneinde zonodig aanvullende aanpassingen te verlangen. Amendement ingediend door Hannes Swoboda Amendement 45 Artikel 12 bis (nieuw) Artikel 12 bis Opleiding en certificering van treinpersoneel 1. Treinbestuurders en treinpersoneel moeten aan basiseisen voldoen. 2. Deze basiseisen worden door het Europees Spoorwegbureau overeenkomstig artikel 17 van de verordening betreffende het Europees Spoorwegbureau opgesteld met inspraak van de Europese sociale partners (artikel 4 van de verordening betreffende het Bureau). 3. De certificaten die in een lidstaat aan de treinbestuurders en het treinpersoneel zijn afgegeven op grond van de overeenkomstig lid 2 vastgestelde bepalingen, zijn geldig op het gehele grondgebied van de AM\ doc 11/20 PE /27-60

12 Gemeenschap. 4. Indien een spoorwegonderneming overeenkomstig artikel 10, lid 4 aanvulling van het nationale certificaat nodig heeft, moeten de treinbestuurders voor de uitoefening van deze activiteit aan aanvullende eisen voldoen. 5. De Europese sociale partners leggen in het kader van het Comité voor de sectoriële dialoog (Besluit 98/500/EG) de beginselen van deze aanvullende eisen en de procedure voor de afgifte van vergunningen vast. 6. Zijn er geen TSI's of andere bindende Europese voorschriften van toepassing, dan komen de basiseisen overeen met de door de nationale veiligheidsinstanties vastgestelde nationale voorschriften. Or. de Nieuw amendement. Een erkenning zoals de Commissie oorspronkelijk in artikel 12, lid 1 van haat voorstel heeft voorgesteld, levert problemen op. Van erkenning kan pas sprake zijn als er geharmoniseerde voorschriften op Europees niveau zijn vastgesteld en voor al het bij de veiligheid betrokken personeel gelden. Bovendien moeten, zoals vermeld in lid 5, aanvullende eisen voor het grensoverschrijdend inzetten van personeel worden vastgesteld. Bijvoorbeeld een Europees vaardigheidsbewijs voor het besturen van een locomotief in het grensoverschrijdend vervoer, dat moet worden uitgewerkt door de Europese sociale partners en waarvoor reeds belangrijke vooruitgang is geboekt in het kader van de sectoriële sociale dialoog. Totdat de aanvullende eisen van toepassing zijn, moet worden gezorgd voor verplichte toepassing van de nationale voorschriften inzake opleiding. Voor de betrokken beroepsgroepen moet een beroepsprofiel worden opgesteld. In het gemeenschappelijk standpunt wijst de Raad in artikel 13, lid 3 de verantwoordelijkheid op dit gebied uitsluitend aan de ondernemingen toe. Deze benadering moet van de hand worden gewezen om redenen van veiligheid (en omdat daardoor Europese harmonisering onmogelijk zou worden). Amendement ingediend door Jean-Marie Dehousse Amendement 46 Artikel 13, lid 1 1. De lidstaten zien erop toe dat spoorwegondernemingen die een veiligheidscertificaat aanvragen, een eerlijke en niet-discriminerende toegang hebben tot opleidingsfaciliteiten voor treinbestuurders 1. De lidstaten zien erop toe dat spoorwegondernemingen en infrastructuurbeheerders die een veiligheidscertificaat of veiligheidsvergunning aanvragen, een PE / /20 AM\ doc

13 en treinpersoneel, wanneer dergelijke opleidingen voor de afgifte van het veiligheidscertificaat vereist zijn. eerlijke en niet-discriminerende toegang hebben tot opleidingsfaciliteiten voor treinbestuurders, treinpersoneel en personeel dat essentiële veiligheidstaken verricht, zoals seinhuiswachters en stationschefs, wanneer dergelijke opleidingen voor de afgifte van het veiligheidscertificaat of de veiligheidsvergunning vereist zijn. Dit amendement neemt het door het Parlement in eerste lezing aangenomen amendement 42 gedeeltelijk over. De bepalingen inzake opleiding en certificering moeten ook gelden voor personeel dat niet aan boord van de treinen werkt, maar veiligheidsrelevante taken uitvoert, zoals seinhuiswachters en stationschefs. Amendement ingediend door Brian Simpson Amendement 47 Artikel 13, lid 1, alinea 3 bis (nieuw) Het Bureau bestudeert de verschillende mogelijkheden voor toegang van de spoorwegondernemingen tot de bestaande opleidingsfaciliteiten en doet desbetreffend voorstellen aan het overeenkomstig artikel 21 van Richtlijn 96/48/EG ingestelde Comité. Amendement 42 uit eerste lezing wordt weer opgenomen. Opleiding van personeel is essentieel om de vervoersveiligheid te waarborgen. De toegang tot de nodige opleidingsfaciliteiten moet worden gewaarborgd overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld door het krachtens artikel 21 van de richtlijn 96/48/EG opgerichte Comité, en wel volgens de procedure vervat in artikel 27, lid 2, aan de hand van de aanbevelingen van het Bureau, en in alle gevallen tegen een redelijke, niet-discriminerende marktprijs. Deze bepalingen zijn in eerste lezing door het Parlement ingevoerd, maar door de Raad niet overgenomen in zijn gemeenschappelijk standpunt. Amendement ingediend door Margie Sudre en DominiqueVlasto Amendement 48 Artikel 13, lid 1, alinea 4 bis (nieuw) Het Bureau bestudeert de verschillende AM\ doc 13/20 PE /27-60

14 mogelijkheden voor toegang tot de bestaande opleidingsfaciliteiten en doet een desbetreffend voorstel aan het overeenkomstig artikel 21 van Richtlijn 96/48/EG ingestelde Comité. Amendement 42 uit eerste lezing wordt weer opgenomen. Opleiding van personeel is essentieel om de vervoersveiligheid te waarborgen. De toegang tot opleidingsfaciliteiten moet worden gewaarborgd overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld door het krachtens artikel 21 van de richtlijn 96/48/EG opgerichte Comité, en wel volgens de procedure vervat in artikel 27, lid 2 en aan de hand van de aanbevelingen van het Bureau. Amendement ingediend door Brian Simpson Amendement 49 Artikel 13, lid 2 2. Als de opleidingsfaciliteiten uitsluitend via de diensten van één enkele spoorwegonderneming of de infrastructuurbeheerder beschikbaar zijn, zien de lidstaten erop toe dat zij tegen een redelijke, niet-discriminerende prijs aan andere spoorwegondernemingen ter beschikking worden gesteld. 2. Als de opleidingsfaciliteiten uitsluitend via de diensten van één enkele spoorwegonderneming of de infrastructuurbeheerder beschikbaar zijn, zien de lidstaten erop toe dat de toegang tot deze faciliteiten: - niet discriminerend is, - geregeld wordt volgens de in artikel 27, lid 2 bedoelde procedure, overeenkomstig de aanbevelingen van het Bureau, en - tegen een redelijke marktprijs wordt aangeboden. Amendement 45 uit eerste lezing wordt weer opgenomen. Opleiding van personeel is essentieel om de vervoersveiligheid te waarborgen. De toegang tot de nodige opleidingsfaciliteiten moet worden gewaarborgd overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld door het krachtens artikel 21 van de richtlijn 96/48/EG opgerichte Comité, en wel volgens de procedure vervat in artikel 27, lid 2, aan de hand van de aanbevelingen van het Bureau, en in alle gevallen tegen een redelijke, niet-discriminerende marktprijs. Deze bepalingen zijn in eerste lezing door het Parlement ingevoerd, maar door de Raad niet overgenomen in zijn gemeenschappelijk standpunt. PE / /20 AM\ doc

15 Amendement ingediend door Margie Sudre en Dominique Vlasto Amendement 50 Artikel 13, lid 2 2. Als de opleidingsfaciliteiten uitsluitend via de diensten van één enkele spoorwegonderneming of de infrastructuurbeheerder beschikbaar zijn, zien de lidstaten erop toe dat zij tegen een redelijke, niet-discriminerende prijs aan andere spoorwegondernemingen ter beschikking worden gesteld. 2. Als de opleidingsfaciliteiten uitsluitend via de diensten van één enkele spoorwegonderneming of de infrastructuurbeheerder beschikbaar zijn, zien de lidstaten erop toe dat de toegang tot deze faciliteiten: - niet discriminerend is, - geregeld wordt volgens de in artikel 27, lid 2 bedoelde procedure, overeenkomstig de aanbevelingen van het Bureau, en - tegen een redelijke marktprijs wordt aangeboden. Amendement 45 uit eerste lezing wordt weer opgenomen. De toegang tot opleidingsfaciliteiten moet worden gewaarborgd overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld door het krachtens artikel 21 van de richtlijn 96/48/EG opgerichte Comité, en wel volgens de procedure vervat in artikel 27, lid 2, aan de hand van de aanbevelingen van het Bureau en in elk geval tegen een redelijke, niet-discriminerende marktprijs. Amendement ingediend door Dirk Sterckx Amendement 51 Artikel 13, lid 2 2. Als de opleidingsfaciliteiten uitsluitend via de diensten van één enkele spoorwegonderneming of de infrastructuurbeheerder beschikbaar zijn, zien de lidstaten erop toe dat zij tegen een redelijke, niet-discriminerende prijs aan andere spoorwegondernemingen ter beschikking worden gesteld. 2. Als de opleidingsfaciliteiten uitsluitend via de diensten van één enkele spoorwegonderneming of de infrastructuurbeheerder beschikbaar zijn, zien de lidstaten erop toe dat zij tegen een niet-discriminerende, redelijke marktprijs aan andere spoorwegondernemingen ter beschikking worden gesteld. Or. nl Herneemt gedeeltelijk amendement 45 uit eerste lezing. AM\ doc 15/20 PE /27-60

16 Amendement ingediend door Margie Sudre en Dominique Vlasto Amendement 52 Artikel 16, lid 3 3. De in lid 2 bedoelde taken mogen niet worden overgedragen of uitbesteed aan een infrastructuurbeheerder, een spoorwegonderneming of een aanbestedende dienst. 3. Voor de uitvoering van de in lid 2 bedoelde taken raadpleegt de nationale veiligheidsinstantie de betrokken infrastructuurbeheerders en netwerkeigenaars en -exploitanten. /en Amendement 97 uit eerste lezing wordt weer opgenomen. De infrastructuurbeheerder is de enige die een totaalbeeld van het spoorwegsysteem kan hebben, zowel in conceptueel als in operationeel opzicht. Het is essentieel dat de nationale veiligheidsinstantie nuttig gebruik kan maken van deze globale "industriële" zienswijze, waarop de veiligheid van het spoorwegsysteem berust. Amendement ingediend door Brian Simpson Amendement 53 Artikel 16, lid 3 3. De in lid 2 bedoelde taken mogen niet worden overgedragen of uitbesteed aan een infrastructuurbeheerder, een spoorwegonderneming of een aanbestedende dienst. 3. Voor de uitvoering van de in lid 2 bedoelde taken raadpleegt de nationale veiligheidsautoriteit de betrokken infrastructuurbeheerders en netwerkeigenaars en -exploitanten. Amendement 97 uit eerste lezing wordt weer opgenomen. De infrastructuurbeheerder is de enige die een totaalbeeld van het spoorwegsysteem kan hebben, zowel in conceptueel als in operationeel opzicht. Het is essentieel dat de nationale veiligheidsinstantie nuttig gebruik kan maken van deze globale "industriële" zienswijze, waarop de veiligheid van het spoorwegsysteem berust. Het Parlement heeft dit amendement al in eerste lezing aangenomen. Dit amendement houdt verband met de amendementen S-3 en S-6 op de artikelen 4, lid 2 en 17, lid 1 van COM(2002) 21 over "veiligheid". Amendement ingediend door Brian Simpson Amendement 54 Artikel 17, lid 1, alinea 3 Tijdens de ontwikkeling van het nationale Tijdens de ontwikkeling van het nationale PE / /20 AM\ doc

17 regelgevingskader raadpleegt de veiligheidsinstantie alle betrokken en belanghebbende partijen, met inbegrip van de infrastructuurbeheerders, spoorwegondernemingen, fabrikanten en onderhoudsbedrijven, gebruikers en vertegenwoordigers van het personeel. regelgevingskader verzoekt de veiligheidsinstantie in het bijzonder de infrastructuurbeheerder, de eigenaar en de exploitant om voorstellen. Ook raadpleegt zij alle betrokken en belanghebbende partijen, met inbegrip van de infrastructuurbeheerders, spoorwegndernemingen, fabrikanten en onderhoudsbedrijven, gebruikers en vertegenwoordigers van het personeel. Nieuw amendement. De infrastructuurbeheerder is de enige die een totaalbeeld van het spoorwegsysteem kan hebben, zowel in conceptueel als in operationeel opzicht. Het is essentieel dat de nationale veiligheidsinstantie nuttig gebruik kan maken van deze globale "industriële" zienswijze, waarop de veiligheid van het spoorwegsysteem berust. Dit amendement houdt verband met de amendementen S-3 en S-5 op de artikelen 4, lid 2 en 16, lid 3 van COM(2002) 21 over "veiligheid". Amendement ingediend door Mathieu J.H. Grosch Amendement 55 Artikel 22, lid 2, alinea 1 bis (nieuw) Het in elke bij een incident of ongeval betrokken locomotief verplicht aanwezige registratieapparaat wordt systematisch geanalyseerd door de onderzoekorganisatie van de lidstaat. Amendement 55 uit eerste lezing wordt opnieuw ingediend. De verplichting elke locomotief met een opnameapparaat uit te rusten is absoluut vereist voor onderzoeken naar ongelukken en incidenten, en ook voor de controle op de naleving van de veiligheidsvoorschriften door elke spoorwegmaatschappij. Dergelijke apparatuur bestaat nu al in de luchtvaartsector. Amendement ingediend door Brian Simpson Amendement 56 Artikel 22, lid 2, alinea 1 bis (nieuw) Het in elke bij een incident of ongeval betrokken locomotief verplicht aanwezige registratieapparaat wordt systematisch AM\ doc 17/20 PE /27-60

18 geanalyseerd door de onderzoekorganisatie van de lidstaat. PE / /20 AM\ doc Amendement 55 uit eerste lezing wordt opnieuw ingediend. De verplichting elke locomotief met een opnameapparaat uit te rusten is absoluut vereist voor onderzoeken naar ongelukken en incidenten, en ook voor de controle op de naleving van de veiligheidsvoorschriften door elke spoorwegmaatschappij. Dergelijke apparatuur bestaat nu al in de luchtvaartsector. Het Parlement heeft in eerste lezing artikel 22, lid 2 geamendeerd om in het kader van een onderzoek een systematische analyse van de in elke locomotief verplichte "black box" te eisen. Dit voorstel van het Parlement is echter niet overgenomen in het gemeenschappelijk standpunt van de Raad. Het is evenwel van het grootste belang dat als grondbeginsel wordt verankerd dat men over bewijsmiddelen moet kunnen beschikken. Amendement ingediend door Margie Sudre en Dominique Vlasto Amendement 57 Artikel 31, alinea 2 bis (nieuw) Indien de Europese sociale partners hierover in het Comité voor de sociale dialoog geen akkoord hebben bereikt, dient de Commissie uiterlijk [2 jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn] bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor de invoering van een Europees rijbewijs voor treinbestuurders die grensoverschrijdende vervoerdiensten verrichten, alsmede concrete voorstellen inzake de harmonisering van rij- /werktijden en rusttijden voor treinbestuurders en treinpersoneel dat essentiële veiligheidstaken verricht. Indien de Europese sociale partners over deze punten wel een akkoord hebben bereikt, stelt de Commissie voor dit akkoord om te zetten door middel van een richtlijn op basis van artikel 139 van het Verdrag. De amendementen 62/87 uit eerste lezing worden opnieuw ingediend. Met het oog op een open markt voor spoorwegvervoer moeten er snel geharmoniseerde regels inzake werktijden en arbeidsvoorwaarden worden opgesteld om tot een minimumbasis te komen.

19 Verder wordt er momenteel in het kader van de sociale dialoog tussen de CER en de federatie van Europese vervoersbonden ETF onderhandeld over een akkoord over een Europees rijbewijs voor treinbestuurders. Het Parlement had artikel 30 geamendeerd om ervoor te zorgen dat deze akkoorden, als zij tot stand komen, door de Commissie worden overgenomen in een richtlijn uit hoofde van artikel 139 van het Verdrag. In het gemeenschappelijk standpunt van de Raad is hierover echter alleen maar een overweging opgenomen. Amendement ingediend door Brian Simpson Amendement 58 Artikel 31, lid 2 bis (nieuw) Indien de Europese sociale partners hierover in het Comité voor de sociale dialoog geen akkoord hebben bereikt, dient de Commissie uiterlijk [2 jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn] bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor de invoering van een Europees rijbewijs voor treinbestuurders die grensoverschrijdende vervoerdiensten verrichten, alsmede concrete voorstellen inzake de harmonisering van rij- en rusttijden voor treinbestuurders en treinpersoneel dat essentiële veiligheidstaken verricht. Indien de Europese sociale partners over deze punten wel een akkoord hebben bereikt, stelt de Commissie voor dit akkoord om te zetten door middel van een richtlijn op basis van artikel 139 van het Verdrag. De amendementen 62/87 uit eerste lezing worden opnieuw ingediend. Met het oog op een open markt voor spoorwegvervoer moeten er snel geharmoniseerde regels inzake werktijden en arbeidsvoorwaarden worden opgesteld om tot een minimumbasis te komen. Verder wordt er momenteel in het kader van de sociale dialoog tussen de CER en de federatie van Europese vervoersbonden ETF onderhandeld over een akkoord over een Europees rijbewijs voor treinbestuurders. Het Parlement had artikel 30 geamendeerd om ervoor te zorgen dat deze akkoorden, als zij tot stand komen, door de Commissie worden overgenomen in een richtlijn uit hoofde van artikel 139 van het Verdrag. In het gemeenschappelijk standpunt van de Raad is hierover echter alleen maar een overweging opgenomen. AM\ doc 19/20 PE /27-60

20 Amendement ingediend door Dirk Sterckx Amendement 59 Artikel 31, lid 2 bis (nieuw) Uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn geeft de Commissie het Bureau opdracht tot het opstellen en ontwikkelen van TSI's voor de overgang naar één regeling voor operationele mededelingen voor taalgrensoverschrijdend treinverkeer, zoals nu reeds het geval is in de scheep- en luchtvaart. Or. nl Dit amendement vervangt amendement 25 in het ontwerpverslag en is gebaseerd op amendement 63 uit eerste lezing. Het is noodzakelijk om te verduidelijken dat er één taalregime of code moet komen voor alle trajecten waarbij een taalgrens overschreden wordt. Het is niet nodig om deze eis op te leggen aan plaatselijk spoorverkeer binnen één taalgebied. Amendement ingediend door Georg Jarzembowski Amendement 60 Bijlage I, punt 1.1., streepje 4 - persoonlijke ongevallen veroorzaakt door rollend materieel in rijdende toestand; - persoonlijke ongevallen veroorzaakt door rollend materieel in rijdende toestand, met uitzondering van zelfmoorden; Or. de Herhaling van het standpunt van het Parlement in eerste lezing (amendement 66). PE / /20 AM\ doc

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.3.2018 C(2018) 1392 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 8.3.2018 tot vaststelling van gemeenschappelijke veiligheidsmethoden inzake de eisen voor

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT TRANS 134 CODEC 408

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT TRANS 134 CODEC 408 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 20 april 2004 (OR. en) 2002/0025 (COD) C5-0156/04 PE-CONS 3641/04 TRANS 134 CODEC 408 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Richtlijn

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 185/6 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1136 VAN DE COMMISSIE van 13 juli 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 402/2013 betreffende de gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 29 april 2004 (OR. en) 2002/0022 (COD) C5-0153/04 LEX 548 PE-CONS 3638/1/04 REV 1 TRANS 131 CODEC 405 RICHTLIJN 2004/49/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nadere informatie

L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie

L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie 17.11.2012 VERORDENING (EU) Nr. 1078/2012 VAN DE COMMISSIE van 16 november 2012 betreffende een gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor de controle die moet

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2004L0049 NL 30.07.2014 003.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B C1 RICHTLIJN 2004/49/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER Brussel, 10 juli 2018 Annuleert en vervangt de kennisgeving van 27 februari 2018 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 12.2.2019 COM(2019) 88 final 2019/0040 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende bepaalde aspecten van spoorwegveiligheid en

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.2.2018 C(2018) 860 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 16.2.2018 tot vaststelling van gemeenschappelijke veiligheidsmethoden voor toezicht door

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 85 I/60 27.3.2019 VERORDENING (EU) 2019/503 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 25 maart 2019 betreffende bepaalde aspecten van spoorwegveiligheid en spoorverbindingen in verband met de terugtrekking

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.1.2016 COM(2016) 36 final 2013/0014 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking

Nadere informatie

Gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie en -beoordeling

Gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie en -beoordeling Gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie en -beoordeling Thierry BREYNE, Dragan JOVICIC Europees Spoorwegbureau Eenheid Veiligheid Dienst Veiligheidsbeoordeling Adres: 120 Rue Marc LEFRANCQ

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.10.2016 COM(2016) 689 final 2013/0028 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 3/6 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/6 VAN DE COMMISSIE van 5 januari 2017 betreffende het Europees implementatieplan voor ERTMS DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD) ENT 175 EEE 60 SAN 99 CODEC 831 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Bernhard ZEPTER,

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 27.4.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 115/27 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen voor het spoorwegsysteem (Kennisgeving

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen;

Gelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen; Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr., houdende vaststelling van regels inzake de aanvraag van een veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van

Nadere informatie

1 van 5 9-7-2009 21:21 Beheerd door Avis het juridique Publicatiebureau important 31995L0019 Richtlijn 95/19/EG van de Raad van 19 juni 1995 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en

Nadere informatie

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (15853/2/2002 C5-0137/2003) 1,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (15853/2/2002 C5-0137/2003) 1, P5_TA-PROV(2003)0325 Verlening van luchtvaartnavigatiediensten ***II Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2012D0226 NL 13.12.2013 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 22.7.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 189/19 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 19 juli 2010 inzake gemeenschappelijke veiligheidsdoelen, zoals vermeld in artikel 7 van Richtlijn 2004/49/EG van het

Nadere informatie

(1999/C 55/06) MOTIVERING VAN DE RAAD

(1999/C 55/06) MOTIVERING VAN DE RAAD bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 55 van 25/02/99 GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 13/1999 door de Raad vastgesteld op 22 december 1998 met het oog op de aanneming van Richtlijn

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.10.2016 COM(2016) 691 final/2 2013/0029 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 12.1.2009 COM(2008) 913 definitief 2007/0097 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea,

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2016/798 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 11 mei 2016 inzake veiligheid op het spoor (herschikking)

RICHTLIJN (EU) 2016/798 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 11 mei 2016 inzake veiligheid op het spoor (herschikking) L 138/102 26.5.2016 RICHTLIJN (EU) 2016/798 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 11 mei 2016 inzake veiligheid op het spoor (herschikking) (Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.10.2016 COM(2016) 694 final 2016/0343 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de sluiting, namens de Europese Unie, van een overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.1.2013 COM(2013) 33 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S betreffende

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2009 COM(2008)897 definitief 2006/0008 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING Europees Parlement 2014-2019 Commissie internationale handel 2016/0383(E) 9.6.2017 *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ADVIES VAN DE COMMISSIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ADVIES VAN DE COMMISSIE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 1.8.2006 COM(2006) 434 definitief 2003/0210 (COD) ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag

Nadere informatie

Europees Spoorwegbureau. Valenciennes, Frankrijk ERA/2012/SAF/CALLHF/01

Europees Spoorwegbureau. Valenciennes, Frankrijk ERA/2012/SAF/CALLHF/01 Europees Spoorwegbureau Valenciennes, Frankrijk Oproep tot het indienen van aanvragen voor opname op een lijst van deskundigen op het gebied van menselijk gedrag die het nationaal onderzoeksorgaan in sommige

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 december 2002 (OR. en) 14052/2/02 REV 2 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0046 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 december 2002 (OR. en) 14052/2/02 REV 2 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0046 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 9 december 2002 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2001/0046 (COD) 14052/2/02 REV 2 ADD 1 ECO 336 UD 111 CODEC 1406 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Door de Raad op

Nadere informatie

Voorstel voor een besluit (COM(2017)0136 C8-0116/ /0060(COD)) AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT* op het voorstel van de Commissie

Voorstel voor een besluit (COM(2017)0136 C8-0116/ /0060(COD)) AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT* op het voorstel van de Commissie 10.11.2017 A8-0332/ 001-009 AMENDEMENTEN 001-009 ingediend door de Commissie vervoer en toerisme Verslag Gesine Meissner Periode voor de vaststelling van gedelegeerde handelingen A8-0332/2017 Voorstel

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.12.2014 COM(2014) 740 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT betreffende het voortgangsverslag over de tenuitvoerlegging van de Spoorwegveiligheidsrichtlijn

Nadere informatie

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004, (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 8.4.2019 L 97/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2019/554 VAN DE COMMISSIE van 5 april 2019 tot wijziging van bijlage VI bij Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken PE v01-00

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken PE v01-00 EUROPEES PARLEMENT 2004 ««««««««««««2009 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 5.4.2005 PE 357.512v01-00 COMPROMISAMENDEMENTEN A-G Ontwerpverslag (PE 353.651v01-00) Alejandro Cercas Voorstel voor

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 13.1.2006 COM(2006) 2 definitief 2003/0165 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea,

Nadere informatie

9975/16 mak/cle/sv 1 DRI

9975/16 mak/cle/sv 1 DRI Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juni 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0906 (COD) 9975/16 INFORMATIEVE NOTA van: aan: Betreft: I. INLEIDING het secretariaat-generaal van de Raad CODEC

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT. Geconsolideerd wetgevingsdocument. 31 mei /0315(COD) PE1

EUROPEES PARLEMENT ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT. Geconsolideerd wetgevingsdocument. 31 mei /0315(COD) PE1 EUROPEES PARLEMENT 999 004 Geconsolideerd wetgevingsdocument 3 mei 00 000/035(COD) PE ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT in eerste lezing vastgesteld op 3 mei 00 met het oog op de aanneming van

Nadere informatie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst) L 129/16 25.5.2018 VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/761 VAN DE COMMISSIE van 16 februari 2018 tot vaststelling van gemeenschappelijke veiligheidsmethoden voor toezicht door nationale veiligheidsinstanties

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE L 314/36 Publicatieblad van de Europese Unie 29.11.2011 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 22 november 2011 inzake criteria voor de erkenning van opleidingscentra voor treinbestuurders, inzake criteria voor

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

2006-2007 AANGENOMEN TEKSTEN. van de vergadering van. donderdag. 18 januari 2007 P6_TA-PROV(2007)01-18 VOORLOPIGE UITGAVE PE 382.

2006-2007 AANGENOMEN TEKSTEN. van de vergadering van. donderdag. 18 januari 2007 P6_TA-PROV(2007)01-18 VOORLOPIGE UITGAVE PE 382. 2006-2007 AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 18 januari 2007 P6_TA-PROV(2007)01-18 VOORLOPIGE UITGAVE PE 382.958 INHOUDSOPGAVE AANGENOMEN TEKSTEN P6_TA-PROV(2007)0001 Samenstelling van

Nadere informatie

(3) Het verslag bevat feedback over de ervaringen met de overgangsmaatregelen van Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie (4). In het verslag

(3) Het verslag bevat feedback over de ervaringen met de overgangsmaatregelen van Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie (4). In het verslag VERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE van 2 februari 2017 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de toepassing van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ADVIES VAN DE COMMISSIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ADVIES VAN DE COMMISSIE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 29.7.2009 COM(2009) 420 definitief 2007/0247 (COD) ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag,

Nadere informatie

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I P7_TA(200)0052 Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 0 maart 200 over het voorstel voor een richtlijn van het

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 25.9.2003 COM(2003) 566 definitief 2003/222 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD houdende wijziging van Verordening

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS) N 20 CORDROGUE 27 FISC 45 BUDGET 13 SAN 71 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 14 maart

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0399 (COD) 6932/18 LIMITE NOTA I/A-PUNT van: aan: het voorzitterschap INST 96 JUR 109 CODEC 343 JUSTCIV

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.12.2006 COM(2006) 909 definitief 2006/0282 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.5.2017 COM(2017) 218 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen over een akkoord met het Verenigd Koninkrijk

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2016 COM(2016) 818 final 2016/0411 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1008/2008 inzake gemeenschappelijke

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2005) 526 definitief.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2005) 526 definitief. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 oktober 2005 (25.10) 13693/05 Interinstitutioneel dossier: 1992/0449 (COD) SOC 414 CODEC 938 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) 13967/03 LIMITE PUBLIC JUSTCIV 208 TRANS 275 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk recht (algemene vraagstukken)

Nadere informatie

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 27.5.2019 L 139 I/103 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/775 VAN DE COMMISSIE van 16 mei 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 454/2011 met betrekking tot veranderingsbeheer (Voor de EER relevante

Nadere informatie

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0390(COD)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0390(COD) EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 18.12.2014 2013/0390(COD) ***I ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.9.2007 COM(2007) 522 definitief 2007/0192 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

EUROPEES PARLEMENT. Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme VOORLOPIGE VERSIE 2001/0033(COD) 4 februari 2003 ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING betreffende het gemeenschappelijk

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie 7 juni 2001 PE 286.144/C1-C6 VOORSTEL VOOR COMPROMISAMENDEMENTEN C1-C6 ONTWERPADVIES - Kuhne (PE 286.144) COÖRDINATIE

Nadere informatie

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 10.12.2013 2013/0309(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 februari 2002 (28.02) (OR. fr) 6693/02 Interinstitutioneel dossier: 2000/0077 (COD) ECO 62 CODEC 257

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 februari 2002 (28.02) (OR. fr) 6693/02 Interinstitutioneel dossier: 2000/0077 (COD) ECO 62 CODEC 257 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 februari 2002 (28.02) (OR. fr) 6693/02 Interinstitutioneel dossier: 2000/0077 (COD) ECO 62 CODEC 257 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Sylvain BISARRE, directeur bij

Nadere informatie

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 13.12.2013 2013/0268(COD) ***I ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (91/440/EEG) (PB L 237 van , blz.

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (91/440/EEG) (PB L 237 van , blz. 1991L0440 NL 13.09.1991 000.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN VAN DE RAAD van 29 juli 1991 betreffende

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Straatsburg, 11 maart 2008 (OR. en) 2006/0298 (COD) LEX 868 PE-CONS 3684/1/07 REV 1 DRS 52 CODEC 1284 VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD TOT

Nadere informatie

1997R0258 NL

1997R0258 NL 1997R0258 NL 07.08.2009 004.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) nr. 258/97 VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE PUBLIC Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE AGRILEG 144 CODEC 1043 NOTA I-PUNT van: aan: nr. Comv.:

Nadere informatie

VR DOC.0078/1

VR DOC.0078/1 VR 2017 0302 DOC.0078/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

Taken van de veiligheidsinstantie DVIS 27/02/2012

Taken van de veiligheidsinstantie DVIS 27/02/2012 27/02/2012 2 Afgifte, vernieuwing, wijziging en intrekking van de veiligheidscertificaten voor spoorwegondernemingen Deel A : voor de spoorwegonderneming die haar allereerste activiteit in België opstart.

Nadere informatie

RICHTLIJN 98/59/EG VAN DE RAAD van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

RICHTLIJN 98/59/EG VAN DE RAAD van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag L 225/16 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 12. 8. 98 RICHTLIJN 98/59/EG VAN DE RAAD van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.8.2018 COM(2018) 567 final 2018/0298 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 391/2009 wat betreft

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE 13.12.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 334/37 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 11 december 2013 tot wijziging van Besluit 2012/226/EU betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen

Nadere informatie

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 5 september 2008 (23.09) (OR. en) 2673/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0024 (COD) CODEC 052 CULT 94 CADREFI 8 OTA van: aan: Betreft : het secretariaat-generaal het

Nadere informatie

1 van :40

1 van :40 1 van 5 30-12-2013 21:40 Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen (Tekst geldend op: 30-12-2013) Besluit van 3 december 2004, houdende nadere regels over de bedrijfsvergunning

Nadere informatie

De verhouding tussen Richtlijn 2001/95/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning

De verhouding tussen Richtlijn 2001/95/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De verhouding tussen Richtlijn 2001/95/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning 1. IEIDING

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 129/68 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/764 VAN DE COMMISSIE van 2 mei 2018 inzake de aan het Spoorwegbureau van de Europese Unie te betalen vergoedingen en kosten en de betalingsvoorwaarden (Voor de

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.12.2003 COM(2003) 825 definitief 2003/0317 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG ter verlenging van de

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 137/10 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/824 VAN DE COMMISSIE van 25 mei 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de inhoud en vorm van de beschrijving van de werking

Nadere informatie

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 5 september 2008 (9.09) (OR. en) 2677/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0025 (COD) CODEC 054 EDUC 202 SOC 473 OTA van: aan: Betreft : het secretariaat-generaal het

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2019 COM(2019) 242 final 2019/0116 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van Ministers in te nemen standpunt met

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 juni 2008 (13.06) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2008/0110 (COD) 10637/08 ADD 2 AGRILEG 104 CODEC 769 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme. Voorstel voor een besluit (COM(2001) 94 C5-0087/2001 2001/0053(COD))

EUROPEES PARLEMENT. Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme. Voorstel voor een besluit (COM(2001) 94 C5-0087/2001 2001/0053(COD)) EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme 9 oktober 2001 PE 301.826/comp.1 COMPROMISAMENDEMENT 1 Ontwerpadvies (PE 301.826) Pierre Jonckheer over het meerjarenkaderprogramma

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) 19.3.2002 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 76/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 484/2002 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2003) 1127 def.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2003) 1127 def. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 28 oktober 2003 (OR. fr) 14051/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0255 (COD) ENT 194 ENV 570 CODEC 1478 INGEKOMEN DOCUMENT van: mevrouw Patricia BUGNOT, directeur,

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT * ONTWERPVERSLAG. Commissie economische en monetaire zaken VOORLOPIGE VERSIE 2004/0079(CNS)

EUROPEES PARLEMENT * ONTWERPVERSLAG. Commissie economische en monetaire zaken VOORLOPIGE VERSIE 2004/0079(CNS) EUROPEES PARLEMENT 2004 ««««««««««««2009 Commissie economische en monetaire zaken VOORLOPIGE VERSIE 2004/0079(CNS) 8.3.2005 * ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende

Nadere informatie

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet.

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 februari 2003 (10.03) (OR. en) PUBLIC 6614/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0027 (CNS) LIMITE VISA 35 COMIX 117 NOTA van: aan: nr. Comv.: Betreft: het

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.03.2000 COM(2000) 145 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot schorsing voor een periode van zes maanden, van Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235, C14-7 Richtlijn betreffende het recht van onderdanen van een Lid-Staat op het grondgebied van een andere Lid-Staat verblijf te houden na er een werkzaamheid anders dan in loondienst te hebben uitgeoefend

Nadere informatie

- Politiek akkoord over een gemeenschappelijk standpunt

- Politiek akkoord over een gemeenschappelijk standpunt RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 juni 2000 (16.06) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 1999/0158 (COD) 9410/00 ADD 1 LIMITE DENLEG 40 CODEC 453 ADDENDUM BIJ DE NOTA I-PUNT van: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

10728/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/ev 1 DRI

10728/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/ev 1 DRI Raad van de Europese Unie Brussel, 7 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0266 (COD) 10728/4/16 REV 4 ADD 1 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: PHARM 43 SAN 284 MI 478 COMPET 402 CODEC 977

Nadere informatie

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000 bron : http://www.emis.vito.be Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen dd. 27-06-2000 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000 Gewijzigd voorstel voor een beschikking

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.5.2017 COM(2017) 265 final 2017/0105 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Unie in te nemen standpunt in het subcomité voor sanitaire en fytosanitaire

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE 13.6.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 150/11 COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 5 juni 2009 betreffende de vaststelling van gemeenschappelijke veiligheidsmethoden om te beoordelen of

Nadere informatie

10729/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/fb 1 DRI

10729/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/fb 1 DRI Raad van de Europese Unie Brussel, 7 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0267 (COD) 10729/4/16 REV 4 ADD 1 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: PHARM 44 SAN 285 MI 479 COMPET 403 CODEC 978

Nadere informatie

L 162/20 Publicatieblad van de Europese Unie 21.6.2008

L 162/20 Publicatieblad van de Europese Unie 21.6.2008 L 162/20 Publicatieblad van de Europese Unie 21.6.2008 RICHTLIJN 2008/63/EG VAN DE COMMISSIE van 20 juni 2008 betreffende de mededinging op de markten van telecommunicatie-eindapparatuur (Voor de EER relevante

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.661 ------------------------------ Zitting van woensdag 5 november 2008 ------------------------------------------------------

A D V I E S Nr. 1.661 ------------------------------ Zitting van woensdag 5 november 2008 ------------------------------------------------------ A D V I E S Nr. 1.661 ------------------------------ Zitting van woensdag 5 november 2008 ------------------------------------------------------ Mobiele werknemers die interoperabele grensoverschrijdende

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 31.05.2001 COM(2001) 289 definitief MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD Strategie ter voorbereiding van de kandidaat-lidstaten

Nadere informatie

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING Europees Parlement 2014-2019 Commissie juridische zaken 2013/0119(COD) 17.3.2016 ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING betreffende het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de

Nadere informatie