Kadernotitie Wet inburgering Smallingerland. Gemeente Smallingerland Mei 2007

Transcriptie

1 Kadernotitie Wet inburgering Smallingerland Gemeente Smallingerland Mei 2007

2 Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1 Wettelijk kader 1.1 Doelgroepen 1.2 Inburgeringexamen 1.3 Marktwerking 1.4 Leningsfaciliteit 1.5 Voorlichting 1.6 Handhaving 1.7 Facilitering Hoofdstuk 2 Visie inburgering 2.1 Beleid inburgering tot nu toe 2.2 Inburgering vanaf Uitgangspunten voor beleid Hoofdstuk 3 Doelstellingen en Financiën 3.1 Doelgroepen 3.2 Financiën 3.3 Taakstelling

3 Inleiding Aanleiding voor deze notitie is de wijziging in de wettelijke regels rondom inburgering. Inburgering vormt het eerste onderdeel van het integratieproces. In het hoofdlijnenakkoord heeft het kabinet de richting aangegeven van de wijze waarop etnische minderheden in de Nederlandse samenleving moeten integreren. Het kabinet doet daarbij een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar en op de omgeving waarbinnen de integratie plaatsvindt. Integratie is een wederzijds proces. Om volwaardig te kunnen meedoen in de Nederlandse samenleving is beheersing van de taal en elementaire kennis van de normen en waarden uit die samenleving essentieel. Inburgering leidt niet altijd tot participatie. De gemeente kan door het ontwikkelen van een visie en beleid voor inburgering en participatie de positie van allochtonen versterken en verbeteren. In het nieuwe inburgeringsstelsel worden zowel nieuw- als oudkomers verplicht in te burgeren. Daarvoor is per 1 januari 2007 de Wet inburgering in werking getreden. In het nieuwe stelsel geldt - en dat is het verschil met de Wet Inburgering Nieuwkomers - dat aan de inburgeringverplichting is voldaan wanneer het inburgeringsexamen met succes is afgelegd. In het inburgeringexamen in Nederland wordt getoetst op taal en kennis van de Nederlandse samenleving. Het examen is samengesteld uit twee onderdelen: een praktijkdeel en een centraal deel. De inburgeringsplichtige is zelf verantwoordelijk voor zijn inburgering. Gemeenten kunnen aan bepaalde groepen inburgeringsplichtigen een inburgeringsvoorziening - waar mogelijk gecombineerd met reïntegratie - aanbieden tegen een beperkte eigen bijdrage. Het inburgeringsexamen wordt met ingang van 21 september 2008 een voorwaarde voor de verlening van verblijfsvergunningen die een permanent verblijfsrecht opleveren. Deze contouren nota wil de richting aangeven waarop de gemeente Smallingerland de Wet Inburgering gaat vormgeven en sturing wil geven aan het proces van integratie en participatie van allochtonen in de samenleving. In het eerste hoofdstuk wordt een omschrijving van de nieuwe wet op hoofdlijnen gegeven, waarin nadrukkelijk de te onderscheiden doelgroepen worden besproken. Het volgende hoofdstuk geeft aan vanuit welke visie de gemeente vorm wil geven aan de inburgering en hoe zij denkt de wet inburgering in Smallingerland te gaan uitvoeren. Het laatste hoofdstuk is gewijd aan de financiën.

4 Hoofdstuk 1 Wettelijk kader De Wet inburgering (WI) is op 1 januari 2007 in werking getreden en komt in de plaats van de Wet inburgering nieuwkomers (Win) en de verschillende oudkomersregelingen. De WI regelt de inburgeringsplicht voor in beginsel alle onderdanen van derdelanden van 16 tot 65 jaar die duurzaam in Nederland willen en mogen verblijven. In de nieuwe wet staat de eigen verantwoordelijkheid (ook in financiële zin) van de inburgeringsplichtige centraal. De inburgeringsplichtige kan naar eigen inzicht bepalen hoe hij zich wil voorbereiden op het inburgeringsexamen. Aan de inburgeringsverplichting is voldaan wanneer het inburgeringsexamen is behaald (een resultaatsverplichting). Daar waar in onderstaande tekst wordt gesproken van de gemeente is dit de formulering zoals die in de wet wordt gesteld. Het betreft dus geen keuze van de gemeente Smallingerland. 1.1 Doelgroepen Algemene inburgeringsplicht Alle vreemdelingen van 16 tot 65 jaar die als nieuw- of oudkomer duurzaam in Nederland mogen verblijven, krijgen de inburgeringsplicht. Aan de inburgeringsplicht is voldaan met het behalen van het inburgeringsexamen. De termijn daarvoor is maximaal 5 jaar. Personen die diploma's hebben behaald waaruit blijkt dat men beschikt over de kennis en vaardigheden op het niveau van het inburgeringsexamen, worden uitgezonderd van de inburgeringsplicht. De termijn van maximaal 5 jaar gaat in op het moment dat door de gemeente de inburgeringsplicht van de inburgeraar wordt vastgesteld. De inburgeringsplicht geldt niet voor personen die: jonger zijn dan 16 jaar dan wel 65 jaar of ouder tenminste 8 jaar tijdens de leerplichtige leeftijd in Nederland hebben verbleven beschikken over bepaalde diploma's of documenten volledig leerplichtig zijn aansluitend op de leerplichtige leeftijd een opleiding volgen waarvan de afronding leidt tot uitreiking van een van de hiervoor vermelde diploma's of documenten hebben aangetoond middels een z.g. vrijstellingstoets te beschikken over voldoende vaardigheden in de Nederlandse taal en evidente kennis van de Nederlandse samenleving of onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische ruimte, of Zwitserland De volgende groepen inburgeringsplichtigen zijn te onderscheiden: Gezinsherenigers, gezinsvormers en asielgerechtigden De inburgeringsplicht vangt aan na het verkrijgen van een verblijfsstatus dan wel inschrijving in het bevolkingsregister van de gemeente (GBA). Nieuwkomers zijn vrij in de keuze van een cursus of een opleidingsinstituut. De gemeente controleert of nieuwkomers zich houden aan hun plicht door het organiseren van een intake. Inburgeringsplichtige gezinsherenigers en gezinsvormers moeten binnen 3,5 jaar het inburgeringsexamen afleggen. Deze tijdsduur geldt als men voor de komst naar Nederland in eigen land een inburgeringstoets heeft afgelegd. Asielgerechtigden Bij asielgerechtigden vangt de handhaving aan na het verkrijgen van een verblijfsstatus. Deze vreemdelingen kunnen recht hebben op een bijstandsuitkering. Bij deze groep geldt dat zij direct in aanmerking kunnen komen voor een inburgeringsvoorziening nadat hun inburgeringsplicht is ingegaan. De inburgeringsplichtige betaalt daarvoor een eigen bijdrage. Uitkeringsgerechtigde inburgeringsplichtigen

5 Uitkeringsgerechtigde inburgeringsplichtigen kunnen van de gemeente een inburgeringsvoorziening aangeboden krijgen in combinatie met een reïntegratietraject. De handhaving van deze uitkeringsgerechtigde inburgeringsplichtigen start nadat de gemeente de betrokkene een gecombineerd traject heeft aangeboden dat door de inburgeringsplichtige is geaccepteerd. Dat wordt door de gemeente vastgelegd in een beschikking. De eigen bijdrage kan in combinatie met de reïntegratie verrekend worden. Voor inburgeringsplichtige oudkomers met een uitkering die niet in aanmerking komen voor een inburgeringsvoorziening blijft de inburgeringsplicht onverkort bestaan. Zij zullen zelfstandig aan de plicht moeten voldoen. Zij kunnen daarbij gebruik maken van een leningfaciliteit van de IB groep en een vergoeding indien zij binnen 3 jaar slagen voor het inburgeringsexamen. Inburgeringsplichtige oudkomers die zelf geen inkomsten uit tegenwoordige arbeid of uitkering ontvangen. Deze groep oudkomers kan een inburgeringsvoorziening aangeboden krijgen van de gemeente waarvoor de oudkomer ook zelf een bijdrage moet betalen. De eigen bijdrage voor de inburgeringsplichtige is 270,-. De handhaving van deze groep oudkomers vangt aan nadat de gemeente de betrokkene heeft opgeroepen. Aan een inburgeringsvoorziening kan de gemeente bij beschikking verplichtingen verbinden. Voor oudkomers die niet op korte termijn in aanmerking kunnen komen voor een door de gemeente aangeboden voorziening blijft de inburgeringsplicht onverkort bestaan. Zij zullen zelfstandig aan de plicht moeten voldoen. Zij kunnen daarbij gebruik maken van een leningfaciliteit en een komen in aanmerking voor een vergoeding van de IB groep indien zij binnen 3 jaar slagen voor het inburgeringsexamen. Inburgeringsplichtigen met werk Inburgeringsplichtige nieuwkomers met werk moeten binnen 3,5 jaar of 5 jaar het inburgeringsexamen afleggen. De tijdsduur is afhankelijk van het feit of men in eigen land, voor de komst naar Nederland, een inburgeringstoets heeft afgelegd. Zij worden actief gehandhaafd door de gemeente. Zij zijn vrij in de keuze van een cursus en van een opleidingsinstituut. De gemeente heeft de bevoegdheid deze categorie op te roepen in het kader van de handhaving. In dat geval begint de handhaving nadat de oudkomer een beschikking van de gemeente heeft ontvangen. De kosten van opleiding en examen moeten door de inburgeringsplichtige zelf worden betaald maar zij kunnen in aanmerking komen voor een leningfaciliteit en hebben recht op een vergoeding als het inburgeringsexamen binnen 3 jaar wordt behaald. Geestelijke bedienaren Geestelijke bedienaren die als nieuwkomer naar Nederland komen in het kader van de uitoefening van hun ambt, vielen ook onder de Wet inburgeringnieuwkomers. De inburgeringsplicht voor geestelijke bedienaren wordt in het nieuwe stelsel gecontinueerd. Bovendien is een geestelijke bedienaar inburgeringsplichtig indien hij als vreemdeling rechtmatig verblijf heeft in Nederland dan wel door naturalisatie het Nederlanderschap heeft verkregen. Gemeenten zijn verplicht de geestelijke bedienaar, of deze nu nieuwkomer of oudkomer is, een inburgeringsvoorziening aan te bieden. Ook de eis van inburgering in het land van herkomst zal gelden voor de geestelijke bedienaren. Dit betekent dat zij voor hun komst naar Nederland het examen buitenland met goed gevolg moeten hebben afgelegd.

6 Inburgeringsbehoeftigen De oudkomers met een Nederlands paspoort (de z.g. genaturaliseerde oudkomers) vallen niet onder de inburgeringsplicht omdat anders sprake zou zijn van discriminatie ten opzichte van autochtone Nederlanders. Onder de genaturaliseerde oudkomers zijn echter nog veel mensen met een inburgeringsachterstand. De Regeling 2007 voor vrijwillige inburgeraars biedt mogelijkheden deze groep een aanbod te doen. Deze groep oudkomers kan een inburgeringsvoorziening aangeboden krijgen van de gemeente waarvoor de oudkomer zelf een bijdrage moet betalen. De eigen bijdrage is vastgesteld op 270,-. De handhaving van deze groep oudkomers vangt aan nadat de gemeente de betrokkene heeft opgeroepen. Aan een inburgeringsvoorziening kan de gemeente bij beschikking verplichtingen verbinden. Arrubanen en Antillianen en Eu- burgers vallen niet onder de inburgeringsplichtigen van de Wet inburgering. Indien gewenst kunnen zij wel onder de regeling 2007 vallen en een aanbod geboden worden. Het nieuwe inburgeringsstelsel wordt dus gekenmerkt door een mengsel van inburgeringsplicht en vrijwillige inburgering. 1.2 Inburgeringsexamen Voor het behalen van het examen dient men mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving te verwerven. Het voorgeschreven niveau voor spreek-,luister-, gespreks-, schrijf- en leesvaardigheid is het z.g. niveau A2 van het Europese Raamwerk voor Moderne Vreemde Talen. Dit niveau is vergelijkbaar met het huidige NT2-2 niveau en biedt een redelijke basis om te kunnen functioneren in de samenleving en te communiceren over zaken in de directe eigen omgeving. In de wet zijn de vrijstellingen en gedeeltelijke vrijstellingen omschreven. Naast taalvaardigheid dient men kennis van de Nederlandse samenleving te verwerven (KNS) Het gaat hierbij om verwerving van kennis op acht verschillende domeinen : werk en inkomen; omgangsvormen, waarden en normen; wonen; gezondheid en gezondheidszorg; geschiedenis en geografie; instanties; staatsinrichting en rechtstaat; en onderwijs en opvoeding. De Informatie Beheer Groep ( IBG) is verantwoordelijk voor de gehele organisatie van het examen. Behalve de IBG dient ook de gemeente de inburgeringsplichtigen informatie te verstrekken over het examen. 1.3 Marktwerking Het nieuwe inburgeringsstelsel gaat uit van marktwerking. Van gedwongen winkelnering voor inburgering van nieuwkomers zal niet langer sprake zijn. Onder de oude Wet inburgering nieuwkomers waren gemeenten verplicht om het inburgeringsprogramma door de Regionale Onderwijs Centra (ROC) te laten uitvoeren. De wet gaat uit van gereguleerde marktwerking. Er zijn regels opgesteld voor het certificeren van bedrijven die inburgeringsplichtigen opleiden voor het examen. De IBG verstrekt alleen leningen voor trajecten die door gecertificeerde bedrijven worden uitgevoerd. Gemeenten zijn in principe vrij in de keuze van uitvoeringsbedrijven, maar ook voor hen is het bij de inkoop van trajectuitvoering van belang te weten of een bedrijf gecertificeerd is. Naast regels voor certificering bevat de nieuwe regelgeving ook waarborgen voor transparantie van prijzen en aanbiedingen. De rijksoverheid kan hiervoor nadere regels stellen als de ontwikkeling op de inburgeringsmarkt daartoe aanleiding geeft. Daarnaast gelden voor de inkoop de Europese aanbestedingsregels.

7 1.4 Leningfaciliteit De eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige staat voorop en dit weerspiegelt zich in het principe dat ieder de kosten voor zijn inburgering zelf draagt. Inburgeraars die zelf de kosten van hun inburgeringscursus en inburgeringsexamen niet kunnen betalen kunnen een lening aanvragen bij de IB groep. Als de inburgeringsplichtige een cursus bij een gekeurmerkte / gecertificeerde opleidingsinstelling heeft gekocht komt hij / zij in aanmerking voor een tegemoetkoming in de gemaakte kosten tot een bepaald maximum. De Informatie BeheerGroep (IBG) regelt de leningen. 1.5 Voorlichting De gemeente heeft als taak de inburgeringsplichtigen in haar gemeente goed te informeren over de rechten en plichten die voortvloeien uit de Wet inburgering. De wet laat gemeenten vrij om zelf te bepalen op welke wijze de informatievoorziening aan de inburgeringsplichtigen wordt georganiseerd. De gemeentelijke informatiefunctie kan bestaan uit een overzicht van gecertificeerde aanbieders, over de eindtermen van de inburgering en over de gevolgen van het niet voldoen aan de inburgeringsplicht. Gemeenten zijn vrij in de wijze waarop zij invulling geven aan dit informatiepunt. 1.6 Handhaving Een belangrijk aspect van de inburgeringsplicht is de handhaving ervan. Hoewel het nieuwe stelsel uitgaat van de eigen verantwoordelijkheid van inburgeringsplichtigen en het belang van de inburgering vooral bij de persoon zelf ligt, is een plicht zonder enige vorm van handhaving tandeloos. Gemeenten hebben ten aanzien van alle inburgeringsplichtigen, nieuwkomers en oudkomers, de bevoegdheid om vast te stellen of zij meewerken aan hun inburgeringsplicht. Instrumenten die gemeenten hiervoor kunnen gebruiken zijn onder andere een intake en een bestuurlijke boete. Ook heeft de gemeente een rol in de ontheffing van het inburgeringsexamen: inburgeringsplichtigen die om medische of sociale reden niet deel kunnen nemen aan het examen kunnen een ontheffing krijgen. Een verzoek tot ontheffing moet worden afgehandeld conform landelijke richtlijnen. 1.7 Facilitering Voor een aantal groepen inburgeringsplichtigen acht de Regering een cursusaanbod door de gemeente noodzakelijk. De gemeente krijgt de financiële middelen en de bevoegdheid om zo'n aanbod te doen. Dit aanbod behelst een inburgeringsvoorziening dat voorbereidt op het inburgeringsexamen. Het geeft recht op het eenmaal deelnemen aan het inburgeringsexamen (gratis). De gemeenten moeten de voorziening inkopen op de vrije markt. Groepen met aanbod De gemeente is verplicht een aanbod te doen aan: Geestelijke bedienaren; ook in geval van een tijdelijk verblijfsdoel. Asielgerechtigden Voor de groep asielgerechtigden is een aanvullend aanbod gericht op maatschappelijke begeleiding verplicht. De gemeente kan een aanbod doen aan: Specifieke groepen uitkeringsgerechtigden Oudkomers zonder inkomen uit arbeid of uitkering

8 Hoofdstuk 2 Visie inburgering 2.1 Beleid inburgering tot nu toe Sinds de inwerkingtreding van de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) heeft de Gemeente Smallingerland het inburgeringprogramma altijd gezien als een belangrijke eerste stap in het integratieproces van nieuwkomers in Smallingerland. Doel van het inburgeringprogramma onder de WIN was om elke nieuwkomer de kans op een minimum-kwalificatie te bieden, die hem of haar in staat stelt te participeren in de Nederlandse samenleving op een plaats die overeenkomt met zijn of haar ambities en mogelijkheden. Sinds 1998 was de wet Inburgering nieuwkomers (WIN) van kracht en volgen alle nieuwkomers in de gemeente een traject. Na afloop van de 600 uren wordt een eindadvies door het ROC gegeven, waarbij nadien veelal alleen cliënten van Soza in beeld blijven. Een aantal deelnemers wordt een vervolgtraject aangeboden vanuit de Wet educatie en beroepsonderwijs. Onderstaand overzicht geeft aan hoeveel personen in 2006 een traject volgden in het kader van Nederlands als tweede taal in de gemeente Smallingerland. Gegevens 2006 Soort traject Financiering Aantal deelnemers Inburgeringstrajecten voor Nieuwkomers WIN 30 NT2 verlenging inburgering WEB 13 Duaal actief in de wijk WEB 8 Duaal opvoedingsondersteuning WEB 10 Oudkomers WEB 19 Eu burgers WEB 7 Overigen NT2 WEB 39 Duale trajecten werk en arbeid WWB 16 Totaal Inburgering vanaf 2007 Er vindt een verschuiving plaats van inspanningsverplichting naar resultaatsverplichting, waarin het behalen van het inburgeringsexamen de doelstelling is. De eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringplichtige staat voorop. De Wet inburgering maakt het niet mogelijk vanuit de Wet educatie en beroepsonderwijs taalcursussen op niveau A1- A2 aan te bieden aan inburgeringsplichtigen en/of inburgeringsbehoeftigen. Zij die in hun eigen taal analfabeet zijn, kunnen wel een alfabetiseringscursus via de WEB ontvangen. Duidelijk is dat een deel van de gebruikelijke deelnemers van Nederlands als Tweede taal onder de nieuwe wet in principe zelfstandig op zoek moeten gaan voor het volgen van onderwijs. Een aangeleverd Bestand Potentieel Inburgeringsplichtigen met daarin een vervuiling door mensen uit het AZC ( zij hebben nog geen inburgeringsplicht) bevat voorlopig 263 inburgeringsplichtigen in Smallingerland.

9 2.3 Uitgangspunten voor beleid Inburgering leidt niet altijd tot participatie. De gemeente kan door het ontwikkelen van een visie en beleid voor inburgering de positie en participatie van allochtonen versterken en verbeteren. De vormgeving van de uitvoering van de Wet inburgering is daartoe een instrument. Op het terrein van inburgering zijn de landelijke kaders, zoals neergelegd in de nieuwe Wet inburgering en de Regeling 2007 voor vrijwillige inburgering, bepalend voor welk beleid de gemeente hier kan gaan voeren. Een wettelijk kader voor integratie bestaat niet. De volgende uitgangspunten worden vastgesteld; Algemeen: De eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige in het kader van integratie wordt onderschreven; De gemeente heeft een eigen verantwoordelijkheid voor een succesvolle inburgering en participatie van allochtonen; Motivatie tot inburgering is van groot belang en kan het toepassen van dwang beperken; Een herbezinning op het huidige Minderhedenbeleid is nodig om doelstellingen in het kader van integratie en participatie te realiseren. Facilitering: De gemeente zal een trajectaanbod doen aan zowel de in de wet genoemde prioritaire inburgeringsplichtigen als aan inburgeringsbehoeftigen; De gemeente zal inzetten op het faciliteren van inburgeringsplichtigen die in een achterstandssituatie verkeren; Inburgeringsplichtigen en -behoeftigen met een minimum inkomen hebben voorrang op het krijgen van een aanbod van de gemeente; Motivatie om in te burgeren, afstand tot de eindtermen, het belang om in eigen levensonderhoud te voorzien, het hebben van een opvoedingstaak en de mogelijkheden voor participatie in de wijk zijn belangrijke criteria. Voor de financiering van de inburgeringstrajecten wordt gebruik gemaakt van de beschikbare rijksmiddelen waarbij daar waar mogelijk verbindingen worden gemaakt met WWB-middelen en WEB-middelen(alfabetisering). Handhaving: Degenen die een trajectaanbod van de gemeente ontvangen worden gehandhaafd; In de handhaving hebben nieuwkomers een hogere prioriteit dan de oudkomers; Voorlichting: Voorlichting over inburgering wordt aangepast aan de doelgroep en kenmerkt zich door een variëteit van middelen en mogelijkheden; Bij de voorlichting wordt samengewerkt met maatschappelijke organisaties die betrokken zijn bij inburgering en participatie van minderheden; Overige zaken: De werkorganisatie is volgend aan de taken voortvloeiend uit de Wet inburgering; De inkoop van het aanbod voor inburgering en gecombineerde trajecten vindt plaats via een openbare aanbesteding; Jaarlijks wordt aan de Raad verslag uitgebracht over de voortgang van de inburgeringsactiviteiten;

10 Hoofdstuk 3 Doelstellingen en Financiën Vanuit de gestelde uitgangspunten worden de te onderscheiden doelgroepen wel of niet een aanbod gedaan. Opgemerkt dient te worden dat de uitvoering gefaseerd plaats kan vinden en in de tussenliggende periode is de inburgeringsplicht wel van kracht Doelgroepen Asielgerechtigde De gemeente zal aan iedere asielgerechtigde vreemdeling die zich in de gemeente vestigt een inburgeringstraject aanbieden al dan niet in combinatie met een WWB traject. Aan hen wordt een integraal traject aangeboden, naast maatschappelijke begeleiding. Voor hen geld een periode van 5 jaar om te voldoen aan de inburgering vereiste. Geestelijke bedienaren De gemeente zal de aanwezigen opsporen en hen een aanbod doen, conform de landelijke richtlijnen en eisen. Nieuwkomers in het kader van gezinsherenigers en gezinsvormers Ondanks het feit dat zij inburgeringsbehoeftig zijn en het van groot belang is dat zij zich de Nederlandse taal eigen maken, ontvangen zij geen aanbod van de gemeente, daar zij voor de toelating tot Nederland een inkomenstoets van 130 % van het minimum inkomen hebben voldaan. Zij kunnen gebruik maken van de leningsfaciliteiten van de IB groep. De gemeente gaat deze groep vanaf binnenkomst handhaven. Men heeft 3,5 jaar de tijd om het inburgeringsexamen te halen. Uitkeringsgerechtigde inburgeringsplichtigen Uitkeringsgerechtigde inburgeringsplichtigen met een arbeidsverplichting krijgen van de gemeente een inburgeringsvoorziening aangeboden in combinatie met een reïntegratietraject. Ook aan de inburgeringsbehoeftigen met een uitkering wordt een voorziening aan geboden in combinatie met een gewenst traject. Inburgeringsplichtige oudkomers die zelf geen inkomsten uit tegenwoordige arbeid of uitkering ontvangen. De gemeente wil zich inzetten voor een groep die gemotiveerd is, een opvoedingstaak heeft of wil participeren in de wijk. Een aanbod kan gegeven worden indien men in een achterstandssituatie verkeert, waarbij een toets op inkomen onderdeel uitmaakt. Inburgeringsplichtigen met werk Aan hen wordt geen aanbod gedaan door de gemeente en men kan opgeroepen worden in het kader van handhaving. Inburgeringsbehoeftigen Deze groep oudkomers kan een inburgeringsvoorziening aangeboden krijgen van de gemeente indien men voldoet aan de criteria. De gemeente wil zich inzetten voor een groep die gemotiveerd is, een opvoedingstaak heeft of wil participeren in de wijk. Een aanbod kan gegeven worden indien men in een achterstandssituatie verkeert, waarbij een toets op inkomen onderdeel uitmaakt.

11 3.2 Financiën De gemeente ontvangt voor de uitvoering van het nieuwe inburgeringsstelsel een rijksbijdrage. Voor de financiering van de inburgering is er voor 2007 een aparte Regeling 2007 in het leven geroepen. Deze bestaat uit drie onderdelen: Vast deel (informatievoorziening) 7.279,- Variabel deel (uitvoeringskosten handhaving) 7.825,- Prestatieafhankelijk deel ,- Totaal ,- Daarnaast is er voor de invoering van het nieuwe inburgeringstelsel éénmalig een invoeringsbudget in het gemeentefonds gestort van ,-. De vergoeding voor de informatievoorziening en het uitvoeren van de handhavingstaak is erg beperkt. Voor de handhaving van de inburgeringsplicht van inburgeringsplichtigen die geen inburgeringsvoorziening aangeboden krijgen, stelt het rijk een vergoeding van 310,- per inburgeringsplichtige beschikbaar. De rijksbijdrage wordt achteraf vastgesteld op basis van het gerealiseerde aantal handhavingsbeschikkingen Er is sprake van outputfinanciering. Het budget voor de trajecten is een voorschot, gebaseerd op een outputfinanciering. Een hoger / lager aantal inburgeringsvoorzieningen leidt tot een naar rato aangepast budget. De vergoeding per inburgeringsvoorziening staat nog niet vast en is afhankelijk van de gemiddelde prijs die in Nederland gevraagd zal worden voor een inburgeringsvoorziening. Voor het bepalen van de uitvoeringspartijen van de trajecten zal een aanbesteding plaats vinden, daar het totale budget de norm van ,- overstijgt. Bovendien zal een combinatie met budgetten uit de Wet Educatie en Beroepsonderwijs, voor zover door de wet toegestaan en de Wet Werk en Bijstand gemaakt worden om de beleidsdoelstellingen te realiseren. Het BPI voor Smallingerland is te herleiden naar voorlopig 263 inburgeringspichtigen. Het aantal inburgering behoeftigen laat zich moeilijk meten. Voor hen geld een periode van 5 jaar om te voldoen aan de inburgering vereiste. 3.3 Taakstelling De gemeente heeft een taakstelling voor het jaar 2007 voor het stellen van handhavingbeschikkingen van het Ministerie van Justitie van 20. Het betreft hier mensen die gehandhaafd moeten worden zonder dat zij een aanbod van de gemeente ontvangen.