Kengetallen E-23 Index levensvatbaarheid bij geboorte Index levensvatbaarheid bij afkalven
|
|
- Ferdinand Gerritsen
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Kengetallen E-23 Index levensvatbaarheid bij geboorte Index levensvatbaarheid bij afkalven Inleiding Sinds 1989 wordt op basis van geboortegegevens van koeien de index geboortegemak berekend. Deze index is met name voor het stiergebruik op de pinken zeer nuttig. Echter uit onderzoek blijkt dat naast geboorte gemak ook het aantal levend geboren kalveren per stier verschilt. Nu is het voor de veehouder interessant om te weten welke stieren weinig dode kalveren geven. Voor dit doel is de index levensvatbaarheid bij geboorte ontwikkeld. Daarnaast is het voor de veehouder interessant om te weten welke dochters van stieren weinig doodgeboren kalveren geven. Voor dit doel is de index levensvatbaarheid bij afkalven ontwikkeld. Met behulp van deze informatie kan de veehouder het aantal dood geboren kalveren op zijn bedrijf omlaag brengen. Gegevens Verzameling Gegevens worden verzameld vanaf 1 januari 1993, omdat vanaf deze datum in Nederland alle levend geboren kalveren verplicht van een oormerk voorzien moeten zijn en opgegeven moeten worden bij het I&R systeem. Door dit feit kan er een dataset worden samengesteld. In de dataset wordt een kalf als doodgeboren beschouwd indien de moeder van het kalf wel een kalfdatum heeft, maar er geen levend kalf wordt aangemeld via het I&R systeem. Dataselectie Een dood geboren kalf is een kalf dat overlijdt voor, tijdens of binnen 24 uur na de geboorte, daarnaast is de draagtijd van de moeder van het kalf minimaal 260 en maximaal 300 dagen. Naast deze selectie zijn de volgende eisen aan de data gesteld: Alle meerling geboorten worden uit de dataset gehaald, omdat een meerlinggeboorte een afwijkende geboorte is; Alle ET-kalveren worden uit de dataset verwijderd, omdat het niet te bepalen is welke moedersvader, van de biologische moeder of van de draagmoeder, mee moet worden genomen in het model; De afkalfleeftijd van een pink moet minimaal 640 en maximaal 1075 dagen zijn. Dieren die een afkalfleeftijd hebben onder de 640 dagen zijn nog jong en nog niet ver ontwikkeld. Hierdoor hebben deze dieren een mindere grote kans op een levend geboren kalf; Het productiedoel van de moeder van het kalf mag geen vlees zijn. Vleesstieren worden alleen in de berekening meegenomen als ze worden gebruikt voor kruising met melkvee. Dit wordt gedaan omdat deze stieren in combinatie met vleesrassen veel keizersneden geven. Dan kan niet bepaald worden of het kalf op een natuurlijke manier ook levend geboren zou zijn; Vader en moedersvader van het kalf moeten bekend zijn; Zowel het kalf als de moeder van het kalf moeten een S-registratie hebben. Handboek CRV 1 Hoofdstuk E-23
2 Statistisch model Het berekenen van de fokwaarden gebeurt met een stiermodel, volgens de BLUP-techniek (Best Linear Unbiased Prediction). Er worden twee modellen gebruikt, één voor pinken en één voor oudere koeien. Er worden twee modellen gebruikt omdat bij pinken levensvatbaarheid een ander kenmerk is dan bij oudere koeien. De modellen verschillen in het feit dat bij de pinken het effect afkalfleeftijd wordt meegenomen, terwijl bij de oudere koeien dit effect vervangen is door pariteit. Het statistisch model, waarmee de fokwaarden voor levensvatbaarheid van stieren worden geschat, is: Y ijklmnopqr s = BJS i + RASMGD ( j of j n KL P ) + GM * J + Ho + Rp Sq + MGS r + Rest k + RASS l + RASMGS ijklmnopqr s m waarbij: Y ijklmnopqrs : Levensvatbaarheid van een kalf (0=dood en 1=levend); BJS i : Bedrijf of managementgroep i; KL j : Afkalfleeftijd van vaarzen, dit effect is in 28 klassen verdeeld. De eerste klasse wordt gevuld met dieren die een afkalfleeftijd hebben tussen de 640 en 669 dagen. De volgende klassen lopen op met 15 dagen, tot de maximumgrens van 1075 dagen; P j : Pariteit, dit effect is in 6 klassen verdeeld. Iedere pariteit vormt een klasse, de laatste klasse wordt gevuld met dieren die een pariteit van 7 of hoger hebben; GM * J k : Maand * jaar van geboorte van het kalf, iedere maand van elke jaar vormt een nieuwe klasse; RASS l : Ras l van de vader van het kalf; RASMGS m : Ras m van de moedersvader van het kalf; RASMGD n : Ras n van de moedersmoeder van het kalf; H o : Heterosis, deze wordt zowel lineair als kwadratisch meegenomen; R p : Recombinatie, deze wordt zowel lineair als kwadratisch meegenomen; S q : Vader q van het geboren kalf; MGS r : Moedersvader r van het geboren kalf; Rest : Rest-term van Y ijklmnopqrs hetgeen niet verklaard wordt door het model. De effecten S q, MGS r en Rest zijn random effecten, H o en R p zijn covariabelen en de overige effecten worden als fixed effecten in het model opgenomen. Effecten in het model Bedrijf of managementgroep Bij de pinken vormen per bedrijf 20 opeenvolgende afkalvingen een managementgroep. Indien drie jaar nadat de eerste pink van een groep heeft afgekalfd het aantal van 20 binnen de groep nog niet bereikt is, wordt de managementgroep alsnog afgesloten. Bij de oudere koeien vormen 30 koeien een managementgroep. In figuur 1 is de frequentieverdeling van het aantal managementgroepen per percentage levend geboren kalveren bij pinken weergegeven, het gaat hier om ruwe gemiddelden. Uit de figuur blijkt dat er een grote spreiding is tussen de managementgroepen. Handboek CRV 2 Hoofdstuk E-23
3 Aantal managementgroepen Percentage levend geboren kalveren Figuur 1. Frequentieverdeling van het aantal managementgroepen per percentage levend geboren kalveren bij pinken Afkalfleeftijd van vaarzen Dieren die op een jonge leeftijd afkalven, hebben minder kans op een levend geboren kalf dan dieren die op een gemiddelde leeftijd afkalven. Dit komt onder andere doordat de ontwikkeling van de geboorteweg en de grootte van het kalf nog niet op elkaar afgestemd zijn. Vaarzen die op een late leeftijd afkalven hebben ook minder kans op een levend geboren kalf. Dit komt onder andere door het feit dat bij deze dieren de elasticiteit van de bekken verminderd is door vetaanzet. Pariteit Figuur 2 geeft het percentage doodgeboorte weer per pariteit. Uit deze figuur blijkt dat de pariteiten 2 tot en met 7 niet hetzelfde percentage doodgeboorte hebben. Vanwege dit feit wordt pariteit bij koeien in het model opgenomen. percentage doodgeboorte pariteit Figuur 2. Percentage doodgeboorte per pariteit Maand * jaar van geboorte Het percentage levend geboren kalveren blijkt per maand niet gelijk te zijn. Zo worden bij de pinken in de wintermaanden minder levende kalveren geboren dan in de zomermaanden. Uit figuur 3 blijkt dat dit patroon over de jaren heen niet gelijk is. Er is bijvoorbeeld een groot verschil tussen de jaren 1994 en Vanwege dit feit wordt maand * jaar in het model opgenomen. Handboek CRV 3 Hoofdstuk E-23
4 % levend geboren kalveren Maand Figuur 3. Percentage levend geboren kalveren bij oudere koeien uitgezet tegen de maanden Ras Indien een ras meer dan 100 waarnemingen in de dataset heeft, krijgt het ras een eigen rasgroep. Als een ras minder dan 100 waarnemingen heeft, behoort ze tot een restgroep. Er zijn twee restgroepen, één voor melkrassen en één voor vleesrassen. Alle vleesrassen behoren tot de vleesrassengroep, de overige rassen worden automatisch aan de melkgroep toegevoegd. Bij de rasbepaling van een dier wordt de volgende procedure doorlopen totdat er een toewijzing van een ras en daarmee de groep is gedaan. 1 het ras is gelijk aan het ras met het hoogste bloedaandeel; 2 bij gelijke bloedaandelen van twee rassen geldt het volgende: a. één van de rassen is onbekend: het ras is gelijk aan het bekende ras; b. één van de rassen is MRIJ: het ras is MRIJ; c. één van de rassen is HF: het ras is HF; d. één van de rassen is FH: het ras is FH; e. het ras is het eerste ras in de rasbalk. Deze procedure wordt bij ras vader van het kalf, ras moedersvader van het kalf en ras moedersmoeder van het kalf gevolgd. Heterosis en recombinatie Heterosis- en recombinatie-effecten spelen een rol bij het kruisen van rassen. Dit zijn genetische effecten die niet worden doorgegeven aan de nakomeling. Uit onderzoek is gebleken dat voor deze effecten gecorrigeerd dient te worden. De grootte van de heterosis wordt gedefinieerd als het verschil in niveau van het kenmerk in de kruising met het gemiddelde van de ouderrassen. Recombinatie is het verlies van het meestal positieve effect van heterosis en treedt op wanneer het eerder verkregen kruislingproduct wordt teruggekruist met één van de ouderrassen. Figuur 4 geeft het heterosiseffect weer bij de pinken. Uit de figuur blijkt dat als een pink meer dan 50 % heterosis heeft dat dit dier dan ruim 1,0% meer levend geboren kalveren geeft Handboek CRV 4 Hoofdstuk E-23
5 heterosiseffect % heterosis Figuur 4. Heterosiseffect % levend geboren kalveren uitgezet tegen het percentage heterosis Vader Het stiereffect is het directe genetische effect van de vader op de levensvatbaarheid van het kalf. Hiermee kan de fokwaarde van de stier worden berekend. Verder wordt rekening gehouden met de vader en moedersvader van de stier door de afstamming mee te nemen in de fokwaardeschatting. De erfelijkheidsgraden voor de verschillende kenmerken staan in tabel 1. Tabel 1. Erfelijkheidsgraden (h 2 ) van levensvatbaarheid bij geboorte Kenmerk h 2 pinken 0,03 koeien 0,01 Moedersvader Het effect van de moedersvader is het maternale effect op de levensstatus van het kalf. Hiermee kan de fokwaarde van de stier (moedersvader van het kalf) worden berekend. Verder wordt rekening gehouden met de vader en moedersvader van de stier door de afstamming mee te nemen in de fokwaardeschatting. De erfelijkheidsgraden voor de verschillende kenmerken staan in tabel 2. Tabel 2. Erfelijkheidsgraden (h 2 ) van levensvatbaarheid bij afkalven Kenmerk h 2 pinken 0,05 koeien 0,01 Direct en indirect effect Het eerdergenoemde stiereffect bij de vader komt overeen met het directe effect. Het directe effect kan worden gezien als het effect van de stier op bijvoorbeeld de bouw en het gewicht van het kalf. Dit effect wordt verder aangeduid als het effect bij de geboorte. Het indirecte geeft weer hoeveel kans een kalf heeft om levensvatbaar geboren te worden wanneer betreffende stier de vader is van de koe, waarbij het effect van de stier (de moedersvader) op het kalf is uitgeschakeld. Het betreft hier uitsluitend het effect van de moeder als draagster van het kalf en niet de moeder als genetisch component van het kalf. Het effect heeft onder andere te maken met een goede voorbereiding op het geboorteproces en de omstandigheden in de baarmoeder aan het einde van de dracht. Het indirecte effect geeft aan in welke mate dochters van stieren geschikt zijn om levensvatbare kalveren op de wereld te zetten. Dit effect wordt verder aangeduid als het effect bij het afkalven. Het effect bij het afkalven kan als volgt bepaald worden: Handboek CRV 5 Hoofdstuk E-23
6 IND = 1 x MV - ½ x STIER waarbij: IND = Levensvatbaarheid bij afkalven MV = Moedersvader effect op levensvatbaarheid STIER= Levensvatbaarheid bij geboorte Index Om het aantal te publiceren fokwaarden richting de veehouder te beperken zijn er twee indexen gemaakt: levensvatbaarheidindex bij geboorte en de levensvatbaarheidindex bij afkalven. De index levensvatbaarheid bij geboorte wordt berekend uit de fokwaarden voor het directe effect bij pinken en het directe effect bij oudere koeien. In formule vorm ziet de index er als volgt uit: Index levensvatbaarheid bij geboorte = b1 * F dir pink + b2 * F dir koe waarbij: F dir pink F dir koe b1 b2 : Fokwaarde direct effect pinken : Fokwaarde direct effect koeien : wegingsfactor1 : wegingsfactor2 De index (indirecte) levensvatbaarheid bij het afkalven wordt berekend uit de fokwaarden voor het indirecte effect bij pinken en het indirecte effect bij oudere koeien. In formule vorm ziet de index er als volgt uit: Index levensvatbaarheid bij afkalven = b3 * F indir pink + b4 * F indir koe waarbij: F indir pink : Fokwaarde indirect effect pinken F indir koe : Fokwaarde indirect effect koeien b3 : wegingsfactor1 b4 : wegingsfactor2 De genetische correlaties tussen de fokwaarden staan in tabel 3 De b-factoren worden bepaald door de erfelijkheidsgraden van de kenmerken, correlaties tussen de kenmerken, de genetische spreidingen van de kenmerken en de betrouwbaarheden van de kenmerken. Per stier wordt er een set van b-factoren berekend waarmee de indexen worden berekend. Tabel 3. Genetische correlaties tussen de verschillende kenmerken levensvatbaarheid van geboren kalveren Kenmerk Geboorten uit koeien direct effect Geboorten uit Pinken direct effect Afkalven van Pinken indirect effect 0.52 Afkalven van koeien indirect effect 0.73 Handboek CRV 6 Hoofdstuk E-23
7 Basis Fokwaarden voor levensvatbaarheid worden op drie verschillende basis gepresenteerd te weten zwartbont-stierbasis, roodbont-stierbasis en Lokaal-stierbasis. Zwartbont-stierbasis KI-stieren die geboren zijn in 2001 en 2002 met minimaal 87,5% HF-bloed en 12,5% of minder FHbloed en haarkleur zwartbont en officële fokwaarde hebben voor het kenmerk. Roodbont-stierbasis KI-stieren die geboren zijn in 2001 en 2002 met minimaal 87,5% HF-bloed en 12,5% of minder MRIJ-bloed en haarkleur roodbont en officële fokwaarde hebben voor het kenmerk. Lokaal-stierbasis KI-stieren die geboren zijn in in de periode van 1998 tot en met 2002 met minimaal 87,5% MRIJbloed en 12,5% of minder HF-bloed en officële fokwaarde hebben voor het kenmerk. Stieren die de zwartbontbasis en de roodbontbasis vormen bepalen de spreiding voor alle bases. Hierbij wordt de spreiding in fokwaarden berekend waarbij gestandaardiseerd wordt naar een betrouwbaarheid van 80 procent. Dit betekent dat 4 punten spreiding gelijk is aan 0,9 x genetische spreiding. Het voordeel van één spreiding voor alle bases is dat er alleen een verschil in niveau bestaat tussen de bases en geen verschil in spreiding. Iedere vijf jaar, in een jaar deelbaar door 5, wordt het referentiejaar voor de basis met 5 jaar opgeschoven De basisverschillen zijn vermeld in tabel 4. De gemiddelde en spreidingen van de stieren die in de zwartbont en roodbontbasis zitten staan vermeld in tabel 5. Tabel 4. Basisverschillen voor levensvatbaarheidkenmerken Z R R Y Z Y Levensvatbaarheid bij geboorte Levensvatbaarheid bij geboorte, vaarzen Levensvatbaarheid bij geboorte, koeien Levensvatbaarheid bij afkalven Levensvatbaarheid bij afkalven, vaarzen Levensvatbaarheid bij afkalven, koeien Tabel 5. Gemiddelden en spreidingen van de verschillende levensvatbaarheid fokwaarden voor de zwartbont en roodbont basis Kenmerk Gemiddelde (%) Spreiding Geboorten uit Pinken direct effect Afkalven van Pinken indirect effect Geboorten uit Koeien direct effect Afkalven van Koeien indirect effect 89,1 3,02 89,1 3,02 95,0 0,84 95,0 0,86 Handboek CRV 7 Hoofdstuk E-23
8 Publicatie De levensvatbaarheidsindexen worden gepresenteerd met een gemiddelde van 100 en een spreiding van 4. Een fokwaarde voor de index levensvatbaarheid boven de 100 betekent dat de stier meer levend geboren kalveren geeft dan het gemiddelde. Bij een fokwaarde lager dan 100 geeft de stier minder levend geboren kalveren dan het gemiddelde. In tabel 5 staan per fokwaarde de spreidingen. Een stier met bijvoorbeeld een fokwaarde van 104 voor de index directe levensvatbaarheid (bij geboorten) geeft bij de pinken 3,02% en bij de koeien 0,84% meer levende kalveren dan een stier die een fokwaarde van 100 heeft. Voor beide indexen levensvatbaarheid geldt dat die wordt gepubliceerd indien de betrouwbaarheid van de index levensvatbaarheid bij geboorte groter is dan 35%. Naar analogie van de index voor geboortegemak en voor afkalfgemak, wordt de directe index afgekort als LVG en de indirecte index als LVA. LVG is levensvatbaarheid van de nakomelingen van een stier bij de geboorte. LVA is de levensvatbaarheid van de kalveren uit de dochters van een stier bij de geboorte. Handboek CRV 8 Hoofdstuk E-23
Kengetallen E-23 Fokwaarde levensvatbaarheid bij geboorte Fokwaarde levensvatbaarheid bij afkalven
Kengetallen E-23 Fokwaarde levensvatbaarheid bij geboorte Fokwaarde levensvatbaarheid bij afkalven Inleiding Sinds 1989 wordt op basis van geboortegegevens van koeien de index geboortegemak berekend. Deze
Nadere informatieKengetallen E-32 Fokwaarde Kalvervitaliteit
Kengetallen E-32 Fokwaarde Kalvervitaliteit Inleiding Een duurzame en welzijnsvriendelijke melkveehouderij vraagt om vitale kalveren. Uitval van kalveren tijdens de opfok levert niet alleen economische
Nadere informatieKengetallen E-39 Fokwaarde Leeftijd van afkalven bij vaarzen
Leeftijd bij afkalven (dagen) Kengetallen E-39 Fokwaarde Leeftijd van afkalven bij vaarzen Inleiding Het opfokken van jongvee vormt een aanzienlijke kostenpost op een melkveebedrijf. Streefwaardes voor
Nadere informatieKengetallen E-14 Fokwaarde geboortegemak Fokwaarde afkalfgemak
Kengetallen E-14 Fokwaarde geboortegemak Fokwaarde afkalfgemak Inleiding Van KI-stieren worden gegevens verzameld over het gemak waarmee hun nakomelingen geboren worden. Het doel van de registratie van
Nadere informatieKengetallen E-14 Fokwaarde geboortegemak Fokwaarde afkalfgemak
Kengetallen E-14 Fokwaarde geboortegemak Fokwaarde afkalfgemak Inleiding Van KI-stieren worden gegevens verzameld over het gemak waarmee hun nakomelingen geboren worden. Het doel van de registratie van
Nadere informatieKengetallen E-14 Fokwaarde geboortegemak Fokwaarde afkalfgemak
Kengetallen E-14 Fokwaarde geboortegemak Fokwaarde afkalfgemak Inleiding Van KI-stieren worden gegevens verzameld over het gemak waarmee hun nakomelingen geboren worden. Het doel van de registratie van
Nadere informatieKengetallen E-25 Fokwaarde Ureum
Kengetallen E-2 Fokwaarde Ureum Inleiding Op 1 januari 2006 is het nieuwe mestbeleid van start gegaan met strengere normen. Dit nieuwe beleid was nodig omdat het Europees hof het oude (Minas)beleid onvoldoende
Nadere informatieKengetallen E-15 Fokwaarde melksnelheid
Kengetallen E-15 Fokwaarde melksnelheid Inleiding Het is van belang om te weten hoe snel dochters van een bepaalde stier melken. Immers, te snel melkende koeien hebben een grotere kans op mastitis en kunnen
Nadere informatieKengetallen E-34 Fokwaarde Ketose
Kengetallen E-34 Fokwaarde Ketose Inleiding Aan het begin van de lactatie is ketose een van de meest voorkomende aandoeningen bij melkvee. In de periode tot 60 dagen na afkalven hebben melkkoeien veelal
Nadere informatieKengetallen E-18. Fokwaarde Celgetal met testdagmodel
Kengetallen E-18 Fokwaarde Celgetal met testdagmodel Inleiding Mastitis is een van de belangrijkste bedrijfsgebonden ziekten in de Nederlandse rundveehouderij. Mastitis resulteert in hoge economische verliezen
Nadere informatieKengetallen E-35 Fokwaarde AMS kenmerken
Kengetallen E-35 Fokwaarde AMS kenmerken Inleiding In Nederland en Vlaanderen neemt het aantal koeien dat gemolken wordt door een Automatisch Melk Systeem (AMS) toe. Van iedere melkstal die momenteel wordt
Nadere informatieKengetallen E-25 Fokwaarde Ureum
Kengetallen E-2 Fokwaarde Ureum Inleiding Op 1 januari 2006 is het nieuwe mestbeleid van start gegaan met strengere normen. Dit nieuwe beleid was nodig omdat het Europees hof het oude (Minas)beleid onvoldoende
Nadere informatieKengetallen E-18. Fokwaarde Celgetal met testdagmodel
Kengetallen E-18 Fokwaarde Celgetal met testdagmodel Inleiding Mastitis is een van de belangrijkste bedrijfsgebonden ziekten in de Nederlandse rundveehouderij. Mastitis resulteert in hoge economische verliezen
Nadere informatieKengetallen E-25 Fokwaarde Ureum
Kengetallen E-25 Fokwaarde Ureum Inleiding Op 1 januari 2006 is het nieuwe mestbeleid van start gegaan met strengere normen. Dit nieuwe beleid was nodig omdat het Europees hof het oude (Minas)beleid onvoldoende
Nadere informatieKengetallen. E-19 Fokwaarde voor levensduur
Kengetallen E-19 Fokwaarde voor levensduur Inleiding De levensduur van een melkkoe geeft aan hoe lang een koe in staat is geweest niet afgevoerd te worden vanwege een tekortkoming. Anders gezegd, hoe tevreden
Nadere informatieAanpassingen NVO-fokwaardeschattingen april maart 2008 Animal Evaluation Unit (AEU)
Aanpassingen NVO-fokwaardeschattingen april 2008 18 maart 2008 Animal Evaluation Unit (AEU) Aanpassingen op een rij DU ->levensduur aanpassing van NVI Vruchtbaarheid Introductie van 3 bases voor alle kenmerken
Nadere informatieJaarlijkse bijeenkomst GES. Apeldoorn 21 maart 2011
Jaarlijkse bijeenkomst GES Apeldoorn 21 maart 2011 Eerste jaar GES Agenda Aanpassingen fokwaardeschatting 2011 2. Eerste jaar GES Eerste jaar GES Interne organisatie: bestuur + VSI, technische commissie,
Nadere informatieKengetallen E-8 Fokwaardeschatting exterieurkenmerken
Kengetallen E-8 Fokwaardeschatting exterieurkenmerken Inleiding In 1981 heeft CRV het systeem van bedrijfsinspectie geïntroduceerd. Dit houdt in dat bij deelnemers aan bedrijfsinspectie routinematig alle
Nadere informatieKengetallen E-20 NVI. Inleiding. Selectierespons
Kengetallen E-20 NVI Inleiding Het fokdoel voor melkvee is in de loop der jaren veranderd van alleen focus op productie naar aandacht voor productie, levensduur, gezondheidskenmerken en exterieur. Het
Nadere informatieKengetallen. E-19 Fokwaarde voor levensduur
Kengetallen E-19 Fokwaarde voor levensduur Inleiding De levensduur van een melkkoe geeft aan hoe lang een koe in staat is geweest niet afgevoerd te worden vanwege een tekortkoming. Anders gezegd, hoe tevreden
Nadere informatieKengetallen E-7 Fokwaardeschatting melkproductiekenmerken met testdagmodel
Kengetallen E-7 Fokwaardeschatting melkproductiekenmerken met testdagmodel Inleiding In de veefokkerij gaat het erom door selectie en vervolgens paring van ouderdieren een volgende generatie runderen te
Nadere informatieKengetallen E-26 Publicatieregels stierindexen
Kengetallen E-26 Publicatieregels stierindexen Inleiding De fokwaardeschatting voor stieren valt onder regelgeving van de overheid. De GES (Genetische Evaluatie Stieren) is verantwoordelijk voor de publicatie
Nadere informatieKengetallen E-26 Publicatieregels stierindexen
Kengetallen E-26 Publicatieregels stierindexen Inleiding De fokwaardeschatting voor stieren valt onder regelgeving van de overheid. De Coöperatie CRV is verantwoordelijk voor de publicatie van fokwaarden
Nadere informatieRegels en Standaards
Regels en Standaards F-4 Reglement voor de publicatie van Fokwaarden Reglement voor publicatie fokwaarden voor melkproductiekenmerken voor exterieurkenmerken voor gebruikskenmerken: celgetal geboorteverloop
Nadere informatieKengetallen E-40 Fokwaarde voeropname
Kengetallen E-40 Fokwaarde voeropname Inleiding Melkkoeien gebruiken voer om melk te produceren, voor onderhoud en om te groeien. De hoeveelheid voer die een koe opneemt is afhankelijk van de geproduceerde
Nadere informatieKengetallen E-8 Fokwaardeschatting exterieurkenmerken
Kengetallen E-8 Fokwaardeschatting exterieurkenmerken Inleiding In 1981 heeft CRV het systeem van bedrijfsinspectie geïntroduceerd. Dit houdt in dat bij deelnemers aan bedrijfsinspectie routinematig alle
Nadere informatieKengetallen. E-17 Fokwaarde Vruchtbaarheid
Kengetallen E-17 Fokwaarde Vruchtbaarheid Inleiding De vruchtbaarheid van een stier uit zich op twee manieren: via het bevruchtend vermogen van zijn sperma en via de vruchtbaarheid van zijn dochters. Het
Nadere informatieNatuurlijke geboorten bij dikbilrassen
Natuurlijke geboorten bij dikbilrassen Werkgroep Natuurlijk Luxe Jan ten Napel Problematiek Structureel gebruik van keizersnede bij dikbilrassen Maatschappelijke druk neemt toe Interesse onder jonge veehouders
Nadere informatieKARKASFOKWAARDEN EEN VERSCHIL AAN DE HAAK
DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Artikel KARKASFOKWAARDEN EEN VERSCHIL AAN DE HAAK 6.05.2019 www.vlaanderen.be Colofon Samenstelling Departement Landbouw en Visserij Auteurs Andries Colman, Laurence Hubrecht
Nadere informatieKengetallen E-7 Fokwaardeschatting melkproductiekenmerken met testdagmodel
Kengetallen E-7 Fokwaardeschatting melkproductiekenmerken met testdagmodel Inleiding In de veefokkerij gaat het erom door selectie en vervolgens paring van ouderdieren een volgende generatie runderen te
Nadere informatieAanpassingen fokwaardeschatting 2013 Stand van zaken omrekening genomics. 12 maart 2013 Gerben de Jong
Aanpassingen fokwaardeschatting 2013 Stand van zaken omrekening genomics 12 maart 2013 Gerben de Jong Aanpassingen april 2013 Exterieur: openheid en parameters Kalvervitaliteit: nieuw kenmerk uitstel aug
Nadere informatieKengetallen E-22 Vleesindex
Kengetallen E-22 Vleesindex Inleiding Sinds januari 1995 worden slachtgegevens verzameld op Nederlandse slachthuizen. De slachtgegevens worden door de slachthuizen naar het PVV in Rijswijk gestuurd. In
Nadere informatieOverzicht van alle bases voor fokwaarden en basisverschillen
en basisverschillen Dit stuk beschrijft de situatie vanaf augustus 2013, waarbij wordt beschreven welke bases er worden gehanteerd, wat van de basisverschillen zijn en welke dieren op welke basis worden
Nadere informatieKengetallen E-27 Fokwaarde Uiergezondheid
Kengetallen E-27 Fokwaarde Uiergezondheid Inleiding Klinische mastitis is een van de belangrijkste dierziekten bij melkvee. Er zijn managementstrategieën ontwikkeld die kunnen helpen bij het reduceren
Nadere informatieKengetallen E-30 Fokwaarde Klauwgezondheid
Kengetallen E-30 Fokwaarde Klauwgezondheid Inleiding Klauwaandoeningen en kreupelheid vormen samen met mastitis en verminderde vruchtbaarheid de belangrijkste bedrijfsgezondheidsproblemen in de Nederlandse
Nadere informatieKengetallen E-8 Fokwaardeschatting exterieurkenmerken
Kengetallen E-8 Fokwaardeschatting exterieurkenmerken Inleiding In 1981 heeft CRV het systeem van bedrijfsinspectie geïntroduceerd. Dit houdt in dat bij deelnemers aan bedrijfsinspectie routinematig alle
Nadere informatieKengetallen. E-17 Fokwaarde Vruchtbaarheid
Kengetallen E-17 Fokwaarde Vruchtbaarheid Inleiding De vruchtbaarheid van een stier uit zich op twee manieren: via het bevruchtend vermogen van zijn sperma en via de vruchtbaarheid van zijn dochters. Het
Nadere informatieKengetallen. E-17 Fokwaarde Vruchtbaarheid
Kengetallen E-17 Fokwaarde Vruchtbaarheid Inleiding De vruchtbaarheid van een stier uit zich op twee manieren: via het bevruchtend vermogen van zijn sperma en via de vruchtbaarheid van zijn dochters. De
Nadere informatieRassen die passen HOOFDSTUK 8. 8.1 Hoe gaat het kruisen in zijn werk?
Rassen 8.1 Hoe gaat het kruisen in zijn werk? Bij fokkerij is het de kunst om een r te fokken dat het best bij het bedrijf en de omstandigheden past. Deze ideale koe zal er voor elke veehouder anders uitzien.
Nadere informatieKarkasfokwaarden, een verschil aan de haak
Een fokdoel: hoe kom je er toe? Kijk om de markt wat wil je klant, wat wil de maatschappij. Karkasfokwaarden, een verschil aan de haak Wim Veulemans Secretaris Vlaams stamboek Belgisch witblauw Visie Hoe
Nadere informatieDe opfok. Hoofdstuk 2. De eerste levensmaanden. Beslissen van kalf tot koe
Hoofdstuk 2 De opfok De eerste levensmaanden Het fokken van een duurzame en lang producerende koe begint met een goede opfok. Het jonge kalf verdient veel aandacht. Na de geboorte luidt het advies bij
Nadere informatieRegistratie. koppelen de status van de dieren terug naar het Sanitel-systeem.
Registratie Een goede van het rundvee is een van de fundamenten van een succesvolle rundveeverbetering. Het Identificatie- & Registratiesysteem (I&R-systeem) van de overheid, beter bekend als Sanitel,
Nadere informatieProgramma: SPONSORS. Ontwikkelingen GES 2015. GES organisatie. Agenda. Quotum eraf, fosfaat erop? Apeldoorn 4 november 2015
10.00 - Geart Benedictus: Welkom Programma: Quotum eraf, fosfaat erop? Toekomst fokkerij? Apeldoorn 4 november 2015 10.05 - Jan Huitema (melkveehouder en Europarlementariër) 10.35 - Bonny van Ranst (melkveehouder
Nadere informatieKengetallen. E-13 Voortplanting
Kengetallen E-13 Voortplanting Inleiding Op melkveebedrijven wordt jaarlijks een aanzienlijke schade geleden als gevolg van een niet optimale tussenkalftijd en een voortijdige afvoer van koeien die niet
Nadere informatieDe praktijkwaarde van Better Life-fokkerijgetallen
De praktijkwaarde van Better Life-fokkerijgetallen De veestapel maakt het verschil Wat is een goed presterende veestapel? Hoge melkproductie met goede gehalten Efficiënt omzetten van voer in melk Hoge
Nadere informatieWat heeft de veehouder aan Genomics
2/1/21 Wat heeft de veehouder aan Genomics Mario Calus en Johan van Arendonk Wageningen UR Livestock Research en Wageningen University Wat wil de veehouder? Een goed inkomen halen van het bedrijf door
Nadere informatieSTRATEGISCH FOKKEN HOOFDSTUK 7 68 DEEL 1: STRATEGISCH FOKKEN DEEL 1:: STRATEGISCH FOKKEN 69
7.1 Het nut van een fokdoel Fokken is investeren in de toekomst. De stieren van vandaag zorgen voor melkgevende dochters over zo n drie jaar. Die dochters vormen het kapitaal van de melkveehouderij. Om
Nadere informatieOverzicht van alle bases voor fokwaarden en basisverschillen
en basisverschillen Dit stuk beschrijft de situatie vanaf april 2015, waarbij wordt beschreven welke bases er worden gehanteerd, wat de basisverschillen zijn en welke diergroepen op welke basis worden
Nadere informatieAanbevolen stieren. ter bevordering van meer. natuurlijke geboorten. Verbeterd Roodbont
Aanbevolen stieren ter bevordering van meer natuurlijke geboorten Verbeterd Roodbont Dit document is opgesteld door de foktechnische commissie van het VRB stamboek. In samenwerking met Bewust Natuurlijk
Nadere informatieAanpassingen fokwaardeschatting april Animal Evaluation Unit
Aanpassingen fokwaardeschatting april 2010 Animal Evaluation Unit Agenda Welkom Aanpassingen april 2010 basisaanpassing 2010 lokale rassen robuustheid levensduur MRY-DN - koeien en stieren Klauwgezondheidsindex
Nadere informatie10 SAP - StierWijzer Basisfokdoelen
10 Stieradviesprogramma (SAP) - StierWijzer De stierkeuze is één van de belangrijkste beslissingen op fokkerijgebied. Veehouders hebben een eigen fokdoel die het beste past bij hun bedrijf. Omdat de fokdoelen
Nadere informatieKengetallen E-22 Vleesindex
Kengetallen E-22 Vleesindex Inleiding Sinds januari 1995 worden slachtgegevens verzameld op Nederlandse slachthuizen. De slachtgegevens worden door de slachthuizen naar het PVV in Rijswijk gestuurd. In
Nadere informatiehet cijfer moet op dezelfde manier gelezen worden als bijvoorbeeld de fokwaarden. Het cijfer is gebaseerd op: niet-behaald rendement (zie punt 4).
Vruchtbaarheid Vruchtbaarheid is continu een punt van aandacht voor elk melkveebedrijf. Belangrijke factoren die de vruchtbaarheid beïnvloeden, zijn onder andere de energiebalans, de tochtwaarneming en
Nadere informatieVruchtbaarheidsindex 2008 voor schapen
Vruchtbaarheidsindex 008 voor schapen S. Janssens, 0/0/009 Onderzoeksgroep Huisdierengenetica, departement Biosystemen, K.U.Leuven Inleiding De index voor vruchtbaarheid, afgekort als, wordt berekend na
Nadere informatieNieuwe vruchtbaarheidsindexen voor schapen
Nieuwe vruchtbaarheidsindexen voor schapen S. Janssens, mei Onderzoeksgroep huisdierengenetica, departement Biosystemen, KU Leuven www.huisdierengenetica.be Gegevens De Vruchtbaarheids voor schapen werd
Nadere informatieRassen die passen HOOFDSTUK Hoe gaat het kruisen in zijn werk?
Rassen 8.1 Hoe gaat het kruisen in zijn werk? Bij fokkerij is het de kunst om een r te fokken dat het best bij het bedrijf en de omstandigheden past. Deze ideale koe zal er voor elke veehouder anders uitzien.
Nadere informatieDe erfelijke aanleg voor aantal geboren lammeren bij vleesschapen
De erfelijke aanleg voor aantal geboren lammeren bij vleesschapen S. Janssens, maart Onderzoeksgroep Huisdierengenetica, departement Biosystemen, KU Leuven www.huisdierengenetica.be Vruchtbaarheidsindex
Nadere informatieKengetallen. E-1 Voorspelling Dagproductie
Kengetallen E-1 Voorspelling Dagproductie Inleiding Ter ondersteuning van de fokkerij en het bedrijfsmanagement berekent NRS diverse kengetallen. Te denken valt aan bijvoorbeeld de fokwaarden van koeien
Nadere informatieVruchtbaarheidsindex 2008 voor schapen
Vruchtbaarheidsindex 008 voor schapen S. Janssens, 0/06/008 Departement Biosystemen, KULeuven Achtergrond De index voor vruchtbaarheid, afgekort als, wordt ieder jaar berekend na het aflammerseizoen. Dit
Nadere informatieOverzicht van alle bases voor fokwaarden en basisverschillen
en basisverschillen Dit stuk beschrijft de situatie vanaf april 2017, waarbij wordt beschreven welke bases er worden gehanteerd, wat de basisverschillen zijn en welke diergroepen op welke basis worden
Nadere informatieFokkerij, de theorie. Hoofdstuk 3. Fokken is investeren in de toekomst. Wat is een fokwaarde precies?
Hoofdstuk 3 Fokkerij, de theorie Fokken is investeren in de toekomst Fokken is eigenlijk niets anders dan selecteren. Van de ene koe of stier willen veehouders een nakomeling, van de andere niet. Fokken
Nadere informatieAanpassingen fokwaardeschatting april 2012
Aanpassingen fokwaardeschatting april 2012 Aanpassingen Fokdoel -NVI Verwantschapsgraad Vleesindex Interbull Communicatie Aanpassingen Fokdoel -NVI Verwantschapsgraad Vleesindex Interbull Communicatie
Nadere informatieBasis = Melkdoel zwart, Melkdoel rood, Dubbeldoel of Belgisch witblauw
Genetische trends van koeien in Nederland Datum: 16-08-2016 Algemene toelichting op de genetische trends van koeien: Er worden alleen gemiddelde fokwaarden getoond als het aantal waarnemingen per jaar
Nadere informatieN o t i t i e. Lactosebepalingen MPR Datum: Arnhem, 29 augustus 2006 Onze referentie: R&D/06.0108/MH/HWA Bijlage(n): -
Auteur: Horneman Betreft: Lactosebepalingen MPR Datum: Arnhem, 29 augustus 2006 Onze referentie: R&D/06.0108/MH/HWA Bijlage(n): - N o t i t i e Sinds begin 2006 worden resultaten van lactosebepalingen
Nadere informatieOverzicht van alle bases voor fokwaarden en basisverschillen
en basisverschillen Dit stuk beschrijft de situatie vanaf april 2017, waarbij wordt beschreven welke bases er worden gehanteerd, wat de basisverschillen zijn en welke diergroepen op welke basis worden
Nadere informatieNieuwe Vruchtbaarheidsindexen voor schapen
Nieuwe Vruchtbaarheidsindexen voor schapen S. Janssens, november Onderzoeksgroep Huisdierengenetica, departement Biosystemen, KU Leuven www.huisdierengenetica.be Gegevens De meest recente Vruchtbaarheids
Nadere informatieKengetallen. E-5 MPR-Kwaliteit. Inleiding. MPR 24 uur. 4 Betekenis van MPR 24 uur
Kengetallen E-5 MPR-Kwaliteit Inleiding Via Melkproductieregistratie (MPR) worden gegevens over de melk-, vet en eiwitproductie van de veestapel verzameld. Deze gegevens zijn de basis van managementinformatie
Nadere informatieAlles wat u moet weten over inteelt
Alles wat u moet weten over inteelt Inteelt is vaak een onderwerp van gesprek. In dit artikel vertellen wij u aan de hand van vragen en antwoorden alles over inteelt en hoe u hiermee om kunt gaan. Indien
Nadere informatieDE BASIS VAN DE FOKKERIJ
6.1 WAT IS FOKKERIJ? Fokken is het selecteren van de juiste koeien. Van de ene koe of stier willen veehouders een nakomeling, van de andere niet. Fokken is het bewust combineren van ouderdieren: een nieuwe
Nadere informatieReglement Stamboekregistratie
Reglement Stamboekregistratie 28 februari 2003 KW/03.0048/AP/EdV Inhoudsopgave Begrippenlijst 3 1. Algemeen 4 1.1. Inleiding 4 1.2. Erkenning 4 1.3. Dienstverlening door derden 4 1.4. Gebruik gegevens
Nadere informatieHandleiding HerdOptimizer-Tabbladen Dashboard Testuitslagen en details Diergroep Instellingen... 6
HANDLEIDING 1 INHOUD Handleiding... 1 HerdOptimizer-Tabbladen... 4 Dashboard... 5 Testuitslagen en details... 5 Diergroep... 5 Instellingen..... 6 Mijn diergroepen... 6 Roodbont-/zwartbontbasis... 7 Aantal
Nadere informatieFokkerij, de praktijk
Hoofdstuk 4 Fokkerij, de praktijk Met welke fokstier insemineren? Fokken is investeren in de toekomst. De stieren van vandaag zorgen voor melkgevende dochters over zo n drie jaar. Die dochters vormen weer
Nadere informatieVRUCHTBAARHEID. eigen attentielijsten samenstellen. Voor elk onderdeel zijn er aparte attentielijsten,
VRUCHTBAARHEID Het behalen van goede sresultaten vraagt veel inspanningen van veehouders. CRV wil de veehouders maximaal ondersteunen op elk onderdeel van de. Zo brengt VeeManager alle KoeAttenties op
Nadere informatieModerne technologie voor identificatie en registratie. Pieter van Goor : Hoofd Genetic Development
Moderne technologie voor identificatie en registratie Pieter van Goor : Hoofd Genetic Development CRV is een internationale onderneming op het gebied van rundveeverbetering CRV is een coöperatie in eigendom
Nadere informatieFokkerijkansen voor de geit
Fokkerijkansen voor de geit Kor Oldenbroek Symposium duurzame toekomst geitenrassen 12 november 2016, Putten Centrum voor Genetische Bronnen, Nederland (CGN) CV Kor Oldenbroek IVO in Zeist/ASG Lelystad
Nadere informatieEMBRYONALE ONTWIKKELING EN GEZONDHEID VAN HET KALF TIJDENS DE DRACHT
EMBRYONALE ONTWIKKELING EN GEZONDHEID VAN HET KALF TIJDENS DE DRACHT Dierenarts Karel Verdru VAKGROEP VOORTPLANTING VERLOSKUNDE EN BEDRIJFSBEGELEIDING PRENATAAL PROGRAMMEREN Invloeden tijdens de kritieke
Nadere informatieImpact Genomic Selection bij CRV. Onderwijsdag PZ december 2009
Impact Genomic Selection bij CRV Onderwijsdag PZ december 2009 Waar is CRV actief? De nieuwe structuur van CRV Genetische producten van CRV g KI service g Verkoop van 7 mln doses sperma g CRV exporteert
Nadere informatieR E G L E M E N T S T A M B O E K R E G I S T R A T I E
R E G L E M E N T S T A M B O E K R E G I S T R A T I E I N H O U D S O P G A V E 1 B E G R I P S B E P A L I N G E N 2 1. A L G E M E E N 3 1.1. Inleiding 3 1.2. Erkenning 3 1.3. Dienstverlening door
Nadere informatieDe geboorte. Hoofdstuk 1. Aanhouden of verkopen?
Hoofdstuk 1 De geboorte Aanhouden of verkopen? Als een kalf net geboren is staat de veehouder al voor de eerste keuze. Zal ik het pasgeboren vaarskalf aanhouden of verkopen? Het gemiddelde vervangingspercentage
Nadere informatieHoe zeldzaam zijn zeldzame rassen?
Hoe zeldzaam zijn zeldzame rassen? Over het monitoren van populaties Rita Hoving, Centrum voor Genetische Bronnen, Nederland 25 augustus 2012, familiedag SZH Centre for Genetic Resources, the Netherlands
Nadere informatieK.I.SAMEN zet de toon in ieder segment.
K.I.SAMEN zet de toon in ieder segment. SHOGUN PS maakt zijn verwachtingen meer dan waar! KOJACK: na zijn geweldig debuut in Zwolle nu de hoogste stijger binnen roodbont. DIMAN: de hoogste PBI + topper
Nadere informatieBETTER COWS BETTER LIFE
BETTER COWS BETTER LIFE De perfecte match voor een perfecte veestapel Een goed presterende veestapel is de wens van iedere veehouder. Met fokkerij legt u de basis voor uw veestapel van de toekomst. U wilt
Nadere informatieHANDLEIDING. 1 Handleiding HerdOptimizer versie 2-17
HANDLEIDING 1 Handleiding HerdOptimizer versie 2-17 INHOUD Inleiding... 1 HerdOptimizer-Tabbladen... 4 Dashboard... 5 Testuitslagen en details... 5 Diergroep... 6 Instellingen... 7 Roodbont-/zwartbontbasis...
Nadere informatieStierenboek Roodbont Fries Vee Van Gratama Wiisnoas is sperma beschikbaar uit de genenbank, te bestellen via het bestuur.
Stierenboek Roodbont Fries Vee Van Gratama Wiisnoas is sperma beschikbaar uit de genenbank, te bestellen via het bestuur. www.roodbontfriesvee.nl twitter.com/roodbfriesekoe www.facebook.com/roodbontfriesvee
Nadere informatieReglement Stamboek Holstein
Reglement Stamboek Holstein CRV Vlaanderen vzw, april 2016 G/AZ/CRVVLvzw/ Inhoudsopgave Begrippenlijst 2 1. Algemeen 3 1.1. Inleiding 3 1.2. Erkenning 3 1.3. Gebruik gegevens 3 2. Fokdoel en raskenmerken
Nadere informatieFokwaardenschatting bij varkens: principes en actualisatie. 7 november 2012, Steven Janssens & Lien Vandebroeck
Fokwaardenschatting bij varkens: principes en actualisatie 7 november 2012, Steven Janssens & Lien Vandebroeck Overzicht van de presentatie Principe van fokwaardeschatting Voorbeeld Selectie Mesterij Index
Nadere informatie1 Kent u het artikel Verboden geboortekrik populair Brabants Dagblad en andere Wegener kranten van donderdag 21 november 2013.
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Agro Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den
Nadere informatieInternet. 22 VRV.be. Managementproducten - Internet. Beslissen van kalf tot koe
Internet Internet neemt een steeds belangrijkere plaats in bij de communicatie tussen VRV en allerlei bedrijven. De site van VRV biedt veel informatie en interactiemogelijkheden. De eenvoudige manier van
Nadere informatieGenomic selection. Spervital Hengstenhouderij Dag februari Mario Calus, Wageningen U & R, Animal Breeding & Genomics
Genomic selection Spervital Hengstenhouderij Dag 2017-14 februari 2017 Mario Calus, Wageningen U & R, Animal Breeding & Genomics Betrokken personen (Genomic selection) Rianne van Binsbergen Claudia Sevillano
Nadere informatieReglement Stamboekregistratie
Reglement Stamboekregistratie 10 mei 2005 JZ/05.0048/JD/TK Inhoudsopgave Begrippenlijst 3 1. Algemeen 4 1.1. Inleiding 4 1.2. Erkenning 4 1.4 Dienstverlening door derden 4 1.5 Gebruik gegevens 4 2. Gegevensverzameling
Nadere informatieFokkerij. Keuringsrapport. 8 Bedrijfsinspectie. Managementproducten - Fokkerij. Beslissen van kalf tot koe
Fokkerij Fokken is investeren in de toekomstige veestapel. Iedere veehouder heeft daarbij een eigen fokdoel voor ogen dat het beste bij zijn bedrijf(svoering) past en waarmee hij de beste resultaten denkt
Nadere informatieFOKKEN OP MAAT. Wat kan merkerselectie voor de jongveeselectie betekenen? BETTER COWS BETTER LIFE
FOKKEN OP MAAT Wat kan merkerselectie voor de jongveeselectie betekenen? BETTER COWS BETTER LIFE DE THEORIE: HOE KAN IK MERKERSELECTIE INZETTEN OP MIJN BEDRIJF? In het fokprogramma gebruikt CRV volop de
Nadere informatieGENOMIC SELECTION IN EEN NOTENDOP
GENOMIC SELECTION IN EEN NOTENDOP Stel je voor dat je als het ware in een kalfje kunt kijken en kunt zien of het de goede of de slechte eigenschappen van vader en moeder heeft meegekregen. Direct weten
Nadere informatieReglement Stamboek Rood
Reglement Stamboek Rood CRV Vlaanderen vzw, april 2016 G/AZ/CRVVLvzw/.Reglement Stamboek Rood.160428 Inhoudsopgave Begrippenlijst 2 1. Algemeen 3 1.1. Inleiding 3 1.2. Erkenning 3 1.3. Gebruik gegevens
Nadere informatieDe impact van genomics (toepassing DNAtechnieken)
De impact van genomics (toepassing DNAtechnieken) op dierlijke genenbanken Gebaseerd op een boek dat begin 2017 verschijnt: Genomic management of animal genetic diversity Kor Oldenbroek, CGN Doelstelling
Nadere informatieReglement Stamboek Witrood
Reglement Stamboek Witrood CRV Vlaanderen vzw, april 2016 G/AZ/CRVVLvzw/Reglement Stamboek Witrood.160428 Inhoudsopgave Begrippenlijst 2 1. Algemeen 3 1.1. Inleiding 3 1.2. Erkenning 3 1.3. Gebruik gegevens
Nadere informatieIn de kraamstal worden de biggen per beer geïdentificeerd met een gekleurd nummer, zodat deze verder kunnen opgevolgd worden in de vleesvarkensstal.
Rapport Testwerking. Testwerking: situering De testwerking is er gekomen op vraag van de varkenssector tijdens de dialoogdagen voor de varkenshouderij. Tijdens deze dialoogdagen kwam duidelijk naar voor
Nadere informatie