Global Economic Governance en the Powers that Be. Platform DSE Expert meeting 14 november 2011 Geske Dijkstra

Transcriptie

1 Global Economic Governance en the Powers that Be Platform DSE Expert meeting 14 november 2011 Geske Dijkstra

2 Overzicht Noodzaak van global governance Problemen met huidige global economic governance VN, IMF, WTO OECD, G7, G20 Wat zou er moeten veranderen?

3 Drie grote externe effecten van globalisering 1. Voorkómen financiële en macro-economische instabiliteit ter bevordering van stabiele groei 2. Milieu, energie, klimaat 3. Herverdeling Maar: overeenstemming en afdwinging moeilijk

4 Global public goods/bads die vragen om coördinatie Probleem/issue Bevorderen van stabiele groei wereldhandel; Voorkómen financiële en macro-economische instabiliteit Milieu, energie, klimaat Organisatie IMF, WTO, UNCTAD VN Wereldbank, VN Herverdeling

5 De VN General assembly Security Council 15 ECOSOC 54 Secretariat, Secretary general Specific organs Specialized agencies WB, IMF Regional commissions International Court of Justice

6 IMF 1944: Doel: stabiele groei wereldhandel, stabiele wisselkoersen Middel monitor van macro-economisch beleid; en verschaffer tijdelijke betalingsbalansssteun Systeem van vaste wisselkoersen, kapitaalcontroles Na 1971 flexibele koersen IMF overbodig voor de rijke landen, G7 nam coördinatie over - Plaza, Louvre akkoorden

7 Mission creep vanaf jaren 70 Nieuwe taken na olie- en schuldencrises: aanpassingsprogramma s, uitbreiding conditionaliteit Lage- en midden inkomenslanden enige klanten Asymmetrie: bestuur door Europa en VS, ondanks veranderingen wereldeconomie; aandeel lage inkomenslanden in stemmen omlaag Meer kritiek na Azië crisis 1998: conditionaliteit verergerde crisis

8 Share in votes IMF (2008) US Japan 6.04 Germany 5.88 France 4.86 UK 4.86 China 3.66 Saudi Arabia 3.16 Russia 2.69

9 Belgium, Austria etc Netherlands, Ukraine, etc Spain, Mexico, Venezuela, Central America 4.45 Italy, Greece, Portugal, etc Canada, Ireland, Caribbean 3.64 Indonesia, Malaysia Singapore,Thailand, etc Korea, Australia, New Zeeland etc Sweden, Norway, Denmark, Finland etc Egypt, Libanon, Kuwait, Iraq, etc Sierra Leone, Lesotho, South Africa, Nigeria etc Switzerland, Poland, Serbia, etc Iran, Pakistan, Algeria, Ghana etc Brazil, Colombia, South America 2.42 India, Sri Lanka, Bangladesh, Bhutan 2.35 Argentina, Chile, Peru, Uruguay etc. 1.96

10 Kritiek op IMF rond 2000 Links (Stiglitz): te veel condities, alles in belang van financiële sector in rijke landen Rechts (Meltzer): conditionaliteit niet opgevolgd, te gemakkelijk leningen dus moreel risico bij landen Oplossingen beiden: een kleiner IMF Links: minder condities, bestuurshervormingen Rechts: Alleen korte termijn leningen,met hoge rente, voorwaarden vooraf

11 IMF na 2000 IEO opgericht Minder conditionaliteit maar niet echt Mission creep gaat door: Poverty Reduction and Growth Facility, voor lage inkomenslanden Maar: IMF weinig inkomen, middeninkomenslanden geen vertrouwen grote reserves & regionale initiatieven Effectiviteit van IMF ter discussie

12 IMF purchases, , in US$ billions 40,0 35,0 30,0 25,0 20,0 Low income Middle income Total 15,0 10,0 5,0 0,

13 IMF zelf in crisis Net purchases ,0 20,0 10,0 0,0-10,0-20,0-30,0-40,0-50,0

14 Opgelost door crisis, IMF purchases , US$ billions Low income Middle income

15 IMF net purchases, US$ billions Low income Middle income

16 Hervormingen IMF 2008: Basisstemmen ver 3-voudigd, dus meer stemrecht voor lage inkomenslanden Meer quota en stemrecht naar midden inkomenslanden 2010 (na G20): Verdubbeling quota, herverdeling quota, 2 minder Executive Directors uit Europa, maar welke?

17 IMF quota hervorming 2008 Textmasterformate durch Klicken bearbeiten Zweite Ebene Dritte Ebene Vierte Ebene Fünfte Ebene

18 Vóórtdurende coördinatie problemen Landen zijn vrij m.b.t. wisselkoersen Aanpassing is asymmetrisch: niet voor overschotlanden Vrij kapitaalverkeer crises Regulering kapitaalstromen alleen op nationaal niveau; verandering in IMF 2011? Veel reserves nodig wereldvraag laag, tekort VS nodig IMF te weinig middelen G20 uitbreiding Geen regels voor faillissementen van landen

19 OECD Opgericht 1961 Nu 31 landen, inclusief Turkije, Zuid Korea, Mexico en Chili Goed analytisch werk Maar gedomineerd door Westen, neo-liberaal beleid

20 G7 Opgericht 1975, vanaf 1997 met Rusland G8 Regeringsleiders van: Canada, Duitsland, Frankrijk, Italië, Japan, VK, VS

21 G20 Opgericht in 1999 maar actief sinds november 2008 Ministers van Financiën en Centrale Bank presidenten van G8 + Argentinië, Australië Brazilië, China, India, Indonesië, Mexico, Zuid Afrika, Saoedi Arabië,Turkije en Zuid Korea 85% van BNP, 80% van handel en 2/3 van bevolking Lage inkomenslanden niet, dominantie van VS en VK Geen secretariaat, gastland belangrijk

22 Voorstellen (1) IMF Arvind Virmani (ED India): Nieuwe criteria voor quota: BNP in PPP; niet meer openness en variabiliteit van export inkomen en kapitaalverkeer India 4e economie, vóór Duitsland, VK, Frankrijk Commissie 2009 IMF hervorming o.l.v. T. Manuel: drempel voor besluiten van 85 naar 70 of 75%

23 (2) UN Commission of Experts on Reforms of the International Monetary and Financial System Global Economic Coordination Council, binnen VN; met een international panel of experts; WTO ook binnen VN IMF: Meer stemrecht lage inkomenslanden, meer aandacht voor groei en banen, niet alleen inflatie Wereldreserve valuta, via SDR uitbreiding Internationaal Hof voor Schuld Herstructurering Nieuwe financieringsmechanismen, belasting op vliegtickets, vervuiling etc. Geen governance (CPIA) als voorwaarde voor WB leningen

24 Voorstellen (3) Jean-Michel Severino (CGD) in OECD Development Co-operation Report 2011: Nieuwe ontwikkelings doelen: Bij voorbeeld recht op gezondheid, onderwijs, water, energie en natuur

25 Conclusies Huidige systeem niet democratisch en niet effectief voor oplossen van wereldproblemen Coördinatie zoals door VN commissie voorgesteld hoog nodig Global Economic Coordination Council gekozen G20, gewogen stemrecht