Erratum Nationale rekeningen 2010

Transcriptie

1 Erratum Nationale rekeningen 2010 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, zijn er enkele onjuistheden geconstateerd. In onderstaand overzicht worden deze vermeld. De pagina s met de onjuistheden zijn in het pdf-bestand van de publicatie doorgestreept, en de pagina s met de gecorrigeerde tabellen ingevoegd. Errata Nationale rekeningen 2010 Pagina Tabel Omschrijving 88 A 1.3 De volgende voetnoot ontbreekt: 1) De arbeidsproductiviteit is de bruto toegevoegde waarde basisprijzen per gewerkt uur. 123 S 13.1 Onder Kerncijfers: Belastingen en premies wettelijke sociale verzekering (% bbp): het cijfer voor 2010 moet zijn 38, S 11.4 Onder Vorderingen: De Beginbalans 2005 is onjuist voor de posten Girale deposito s tot en met Totaal vorderingen. 153 S Laatste regel, Financieel vermogen: De cijfers voor 2008, 2009 en 2010 zijn onjuist. 160 D 1.1, D 1.2 Voor 2009 zijn enkele posten onjuist. 169 D 13.4 Onder Niet-financiële vennootschappen gecontroleerd door de overheid, 2009: Arbeidsvolume werknemers (1 000 arbeidsjaren) moet zijn 742,9. Beloning werknemers moet zijn Onder Totaal publieke sector, 2009: Arbeidsvolume werknemers (1 000) arbeidsjaren moet zijn 1 871,2. Beloning werknemers moet zijn D 14.1 De cijfers in deze tabel betreffen voor een deel nog de oude SBI SR 1 Bij Vrije besparingen ontbreekt de regel 1997/ SR 2 Onder Secundaire inkomensverdeling, middelen: Uitkeringen rechtstreeks door werkgevers in de kolom Institutionele huishoudens moet zijn 0,3. Onder Secundaire inkomensverdeling, bestedingen: Pensioenpremies in de kolom Totaal moet zijn 20, SR 4 Abusievelijk was een rij nullen geplaatst waar deze leeg moet zijn. Dit is hersteld. 189 SR 5 Het jaartal in de titel van de tabel moet zijn Staat 1 In kolom 8 (Financiële en zakelijke dienstverlening) moet het cijfer 9 staan op regel 3 (Industrie). Centraal Bureau voor de Statistiek

2 Arbeidsproductiviteit TABEL A 1.2 Arbeidsproductiviteit in arbeidsjaren naar bedrijfstakken 1) euro Toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen) per arbeidsjaar Landbouw, bosbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energiebedrijven Waterbedrijven en afvalbeheer Bouwnijverheid Handel, vervoer en horeca Informatie en communicatie Financiële dienstverlening Exploitatie van en handel in onroerend goed Zakelijke dienstverlening Overheid en zorg Cultuur, recreatie, overige diensten % volumemutaties Toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen) per arbeidsjaar 2,1 2,1 1,7 1,7 0,5 2,0 2,4 Landbouw, bosbouw en visserij 2,5 0,6 0,8 5,6 4,3 4,9 0,2 Delfstoffenwinning 3,0 1,5 0,5 0,6 7,5 7,9 14,4 Industrie 7,4 4,7 4,1 5,5 2,1 6,2 10,2 Energiebedrijven 8,4 17,4 0,0 4,3 0,1 2,8 4,0 Waterbedrijven en afvalbeheer 2,9 0,2 4,0 0,3 2,1 1,4 2,3 Bouwnijverheid 1,1 3,3 0,9 4,3 1,8 1,1 9,0 Handel, vervoer en horeca 2,6 5,0 4,8 2,7 0,5 4,2 4,7 Informatie en communicatie 7,6 1,4 1,8 2,5 0,6 1,0 2,7 Financiële dienstverlening 5,1 2,8 2,1 3,9 9,6 1,2 5,2 Exploitatie van en handel in onroerend goed 0,5 1,0 1,2 1,8 2,5 0,8 5,3 Zakelijke dienstverlening 1,8 0,6 0,4 0,2 0,4 1,7 0,8 Overheid en zorg 0,2 0,7 0,1 0,6 0,5 1,0 0,4 Cultuur, recreatie, overige diensten 2,3 0,6 0,9 0,1 4,2 4,4 2,2 1) De arbeidsproductiviteit is de bruto toegevoegde waarde basisprijzen per arbeidsjaar. TABEL A 1.3 Arbeidsproductiviteit per gewerkt uur naar bedrijfstakken 1) euro Toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen) per gewerkt uur Landbouw, bosbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energiebedrijven Waterbedrijven en afvalbeheer Bouwnijverheid Handel, vervoer en horeca Informatie en communicatie Financiële dienstverlening Exploitatie van en handel in onroerend goed Zakelijke dienstverlening Overheid en zorg Cultuur, recreatie, overige diensten % volumemutaties Toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen) per gewerkt uur 1,8 2,0 1,7 1,6 0,4 1,8 2,4 Landbouw, bosbouw en visserij 10,4 0,7 1,4 6,2 2,7 4,7 0,4 Delfstoffenwinning 2,7 1,4 0,3 0,8 6,3 8,3 14,5 Industrie 7,6 4,7 3,9 5,2 2,1 4,7 9,0 Energiebedrijven 8,3 18,8 0,2 4,5 0,2 1,7 4,2 Waterbedrijven en afvalbeheer 2,5 5,0 4,1 0,2 1,3 1,1 2,5 Bouwnijverheid 0,7 2,7 0,5 3,8 1,3 1,2 8,6 Handel, vervoer en horeca 3,5 5,0 4,9 2,6 1,0 4,1 4,7 Informatie en communicatie 7,7 1,2 1,8 2,2 1,3 1,0 2,5 Financiële dienstverlening 3,9 2,9 1,5 3,8 8,8 1,3 5,3 Exploitatie van en handel in onroerend goed 4,1 1,0 1,0 2,0 2,9 0,5 5,2 Zakelijke dienstverlening 1,5 0,6 0,7 0,3 0,5 1,3 0,9 Overheid en zorg 0,1 0,6 0,2 0,5 0,3 0,5 0,3 Cultuur, recreatie, overige diensten 2,8 0,4 0,9 0,1 4,5 4,0 2,4 1) De arbeidsproductiviteit is de bruto toegevoegde waarde basisprijzen per gewerkt uur. 88 Centraal Bureau voor de Statistiek

3 Overheid BESTEDINGEN Intermediair verbruik Niet-productgebonden belastingen op productie Niet-productgebonden subsidies ( ) Beloning van werknemers Lonen Sociale premies t.l.v. werkgevers Inkomen uit vermogen Rente Inkomen uit grond en minerale reserves Sociale uitkeringen (in geld) Uitkeringen wettelijke sociale verzekering Uitkeringen sociale voorziening Uitkeringen rechtstreeks door werkgevers Overige inkomensoverdrachten Schadeverzekeringspremies Overige inkomensoverdrachten n.e.g Consumptieve bestedingen Collectieve consumptie Individuele consumptie Sociale overdrachten van individuele niet-marktproducten Uitkeringen wettelijke sociale verzekering in natura via marktproducenten Uitkeringen sociale voorziening in natura via marktproducenten Kapitaaloverdrachten Investeringsbijdragen Overige kapitaaloverdrachten Investeringen (bruto) Investeringen in vaste activa (bruto) Afschrijvingen Investeringen in vaste activa (netto) Veranderingen in voorraden (incl. kostbaarheden) Saldo aan- en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa Totaal bestedingen VERANDERING VAN VORDERINGEN Chartaal geld Girale deposito's Overige deposito's Kortlopende waardepapieren Obligaties Financiële derivaten Kortlopende leningen Langlopende leningen Aandelen en overige deelnemingen Handelskredieten en transitorische posten Verandering van vorderingen KERNCIJFERS Toegevoegde waarde (% bbp) 11,9 12,2 11,8 11,6 11,7 12,8 12,8 Arbeidsvolume werknemers (1000 arbeidsjaren) 1019,5 1047,6 1044,5 1058,7 1058,4 1080,3 1094,5 Belastingen en premies wettelijke sociale verzekering (% bbp) 39,1 37,1 38,5 38,1 38,7 38,0 38,4 Sociale uitkeringen in geld en natura (% bbp) 1) 17,3 18,0 19,5 19,3 19,6 21,9 22,3 Consumptieve bestedingen (% bbp) 22,0 23,7 25,1 25,2 25,7 28,7 28,5 Idem (% volumemutaties) 1,9 0,5 9,5 3,5 2,8 4,8 1,0 Collectieve consumptie (% bbp) 10,0 10,3 10,3 10,2 10,5 11,7 11,4 Individuele consumptie (% bbp) 12,0 13,4 14,8 15,0 15,2 17,0 17,1 Investeringen (% bbp) 3,1 3,3 3,3 3,3 3,5 3,8 3,6 Totaal inkomsten () 2) Totaal inkomsten (% bbp) 46,1 44,5 46,1 45,4 46,7 46,0 46,2 Totaal uitgaven () 2) Totaal uitgaven (% bbp) 44,2 44,8 45,5 45,3 46,2 51,5 51,2 Vorderingensaldo (% bbp) 2,0 0,3 0,5 0,2 0,5 5,6 5,0 EMU-schuld (% bbp) 53,8 51,8 47,4 45,3 58,5 60,8 62,9 EMU-saldo (% bbp) 2,0 0,3 0,5 0,2 0,5 5,6 5,1 1) Exclusief uitkeringen rechtstreeks door werkgevers. 2) De inkomsten en uitgaven van de overheid zijn gedefinieerd in tabel D Nationale rekeningen

4 5.4 Rekeningenstelsel: financiële balansen TABEL S 11.4 Financiële balansen van de sector niet-financiële vennootschappen Begin- Finan- Overige Eind- Begin- Finan- Overige Eind- Finan- Overige Eindbalans ciële muta- balans balans ciële muta- balans ciële muta- balans trans- ties trans- ties trans- ties acties acties acties VORDERINGEN Chartaal geld 0,7 0,2 0,0 0,9 1,7 0,1 1,8 0,0 1,8 Girale deposito's 61,3 4,7 0,7 66,7 91,9 2,1 0,0 94,0 9,4 0,7 102,7 Overige deposito's 30,9 13,5 0,0 44,4 75,7 0,9 0,2 76,4 21,5 0,7 98,6 Kortlopende waardepapieren 2,9 1,2 0,0 4,1 9,2 1,4 10,6 0,0 10,6 Obligaties 11,1 0,1 0,7 10,4 13,5 0,6 1,4 14,4 0,4 0,6 13,3 Financiële derivaten 21,6 1,9 8,5 15,0 0,0 0,2 0,4 0,3 0,0 1,2 1,0 Kortlopende leningen 51,9 14,6 0,8 65,7 55,3 17,7 3,1 69,9 1,8 1,8 66,3 Langlopende leningen 71,4 26,0 2,2 95,3 134,5 7,9 5,9 148,2 6,5 1,2 155,9 Aandelen en overige deelnemingen 158,2 25,0 5,5 177,7 188,2 57,2 33,4 212,0 31,1 17,7 260,8 Overige verzekeringstechnische voorzieningen 4,7 0,3 5,0 6,1 0,7 0,7 6,1 0,2 0,2 6,1 Handelskredieten en transitorische posten 111,8 13,4 1,5 123,7 155,7 6,0 0,4 162,1 11,3 1,1 174,5 Totaal vorderingen 526,3 100,9 18,4 608,8 731,9 93,2 29,3 795,8 77,7 16,1 889,6 SCHULDEN Kortlopende waardepapieren 0,8 0,5 0,3 0,2 0,0 0,2 0,1 0,2 Obligaties 24,8 25,6 2,1 48,3 40,3 4,6 5,3 41,0 2,8 0,8 37,5 Kortlopende leningen 113,8 11,6 1,5 126,9 133,1 5,0 1,9 126,3 23,6 0,1 150,0 Langlopende leningen 230,0 16,0 7,3 253,2 294,1 30,3 3,7 320,7 1,3 4,1 317,8 Aandelen en overige deelnemingen 686,8 21,1 38,0 669,9 520,5 42,4 82,4 645,3 4,9 55,6 705,8 Handelskredieten en transitorische posten 137,9 17,2 0,5 155,6 145,8 2,8 11,3 154,3 9,5 0,9 162,8 Totaal schulden 1194,0 91,0 30,7 1254,2 1134,0 60,3 93,3 1287,7 36,6 49,8 1374,2 Financieel vermogen 667,7 9,9 12,3 645,4 402,1 32,9 122,7 491,9 41,1 33,7 484,6 TABEL S 12.4 Financiële balansen van de sector financiële instellingen Begin- Finan- Overige Eind- Begin- Finan- Overige Eind- Finan- Overige Eindbalans ciële muta- balans balans ciële muta- balans ciële muta- balans trans- ties trans- ties trans- ties acties acties acties VORDERINGEN Monetair goud en bijzondere trekkingsrechten 9,4 1,0 0,1 8,5 8,0 0,9 2,6 9,7 0,8 1,1 9,9 Chartaal geld 1,7 0,0 1,7 2,0 0,2 0,0 2,3 0,2 0,0 2,5 Girale deposito's 28,8 19,9 1,3 50,0 66,9 24,1 3,5 94,6 76,1 5,1 165,6 Overige deposito's 189,1 10,0 5,0 204,1 343,7 52,5 14,2 410,4 57,2 13,0 454,6 Kortlopende waardepapieren 19,625 9,1 0,2 10,4 19,0 0,2 0,5 19,7 0,1 0,5 20,1 Obligaties 367,1 49,6 0,0 416,7 594,1 52,6 17,9 664,6 53,4 22,9 695,1 Financiële derivaten 12,4 2,7 0,4 10,1 4,1 0,3 2,3 6,6 3,5 8,9 5,8 Kortlopende leningen 353,8 14,4 4,1 372,3 394,7 20,1 9,8 424,6 88,7 5,3 508,1 Langlopende leningen 808,0 116,4 0,1 924,2 1217,9 105,4 7,0 1330,3 111,2 14,4 1427,1 Aandelen en overige deelnemingen 897,3 115,3 28,7 983,8 1158,1 62,9 171,9 1392,9 196,6 42,7 1632,2 Overige verzekeringstechnische voorzieningen 3,6 0,5 0,0 4,1 5,0 0,5 0,7 4,8 0,1 0,0 5,0 Handelskredieten en transitorische posten 79,1 17,8 4,2 92,7 107,9 30,1 1,3 136,7 15,2 7,1 128,5 Totaal vorderingen 2745,1 336,6 23,2 3058,4 3913,3 347,4 223,1 4483,8 570,9 0,3 5054,3 SCHULDEN Chartaal geld 17,7 0,3 17,4 22,5 0,8 23,3 0,5 23,8 Girale deposito's 158,7 21,8 1,3 181,8 226,6 23,7 2,9 253,2 50,0 4,0 299,2 Spaartegoeden (in euro's) 127,0 3,5 130,5 197,7 13,0 0,0 210,7 11,0 221,7 Overige deposito's 318,5 27,5 8,3 354,3 542,7 49,6 18,6 610,9 117,9 17,6 711,1 Kortlopende waardepapieren 20,0 1,3 21,3 37,1 5,1 0,0 32,0 4,6 0,7 37,3 Obligaties 412,4 74,6 1,1 488,1 686,4 90,7 4,9 782,0 96,3 16,2 862,1 Kortlopende leningen 128,0 16,3 0,2 144,1 186,4 50,1 9,2 245,8 38,5 7,0 277,3 Langlopende leningen 200,5 45,5 2,9 243,1 329,1 43,4 7,9 380,4 10,2 5,9 384,7 Aandelen en overige deelnemingen 779,1 92,4 15,0 886,6 838,5 2,6 132,4 973,4 204,5 8,4 1186,2 Pensioen- en levensverzekeringsvoorzieningen 622,9 27,9 3,7 647,1 752,7 32,3 75,8 860,8 25,5 29,3 915,7 Overige verzekeringstechnische voorzieningen 22,6 2,3 0,2 24,7 31,8 4,0 0,1 35,9 7,2 4,5 33,2 Handelskredieten en transitorische posten 83,7 17,9 9,0 92,6 126,3 34,5 0,6 160,2 8,5 4,2 172,9 Totaal schulden 2891,3 330,7 9,6 3231,6 3977,7 339,6 251,2 4568,5 560,3 3,6 5125,2 Financieel vermogen 146,3 5,9 32,7 173,1 64,4 7,8 28,1 84,8 10,5 3,3 70,9 148 Centraal Bureau voor de Statistiek

5 Financiële balansen * 2010* Finan- Overige Eind- Finan- Overige Eind- Finan- Overige Eind- Finan- Overige Eindciële muta- balans ciële muta- balans ciële muta- balans ciële muta- balans trans- ties trans- ties trans- ties trans- ties acties acties acties acties VORDERINGEN 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Chartaal geld 1,6 0,0 8,0 0,7 0,0 8,6 9,1 0,0 17,8 9,9 0,0 27,7 Girale deposito's 31,5 2,6 134,4 11,8 1,0 123,6 0,9 2,5 126,9 6,0 3,2 117,7 Overige deposito's 0,1 0,0 0,1 0,0 0,1 0,1 0,0 0,2 0,1 0,0 0,4 Kortlopende waardepapieren 8,8 1,6 68,0 11,0 5,4 51,6 86,4 1,8 136,3 7,1 2,0 131,2 Obligaties 19,9 2,5 30,1 10,5 16,6 36,3 9,9 4,7 31,1 2,6 1,5 32,2 Financiële derivaten 15,4 2,3 238,3 2,2 0,9 237,0 29,4 9,4 257,1 1,7 3,7 255,0 Kortlopende leningen 291,4 11,9 826,2 82,7 34,0 874,9 77,9 5,0 802,1 17,7 26,7 846,4 Langlopende leningen 146,2 18,5 1205,2 75,8 37,1 1243,9 134,7 100,1 1478,8 56,4 219,4 1641,7 Aandelen en overige deelnemingen 1,8 1,3 40,0 2,6 2,2 40,4 2,1 5,8 48,3 2,5 6,7 44,1 Handelskredieten en transitorische posten 495,2 28,0 2550,2 126,4 60,0 2616,5 175,1 106,9 2898,5 34,8 232,9 3096,6 Totaal vorderingen SCHULDEN Overige deposito's 1,4 0,0 6,2 3,2 0,0 2,9 1,8 0,2 1,4 0,1 0,0 1,4 Kortlopende waardepapieren 150,0 11,4 666,5 83,5 15,8 734,2 43,9 9,5 768,6 22,0 28,6 775,2 Obligaties 72,7 2,0 301,1 10,2 9,2 302,1 19,0 0,7 283,8 19,5 9,6 254,7 Kortlopende leningen 124,9 15,0 394,2 24,5 3,7 366,0 99,2 10,7 277,5 43,6 20,2 341,2 Langlopende leningen 147,1 26,3 1147,3 63,5 76,5 1134,2 227,6 75,1 1436,9 40,8 199,0 1595,0 Aandelen en overige deelnemingen 4,8 7,2 30,4 1,5 3,1 25,7 26,2 1,9 50,0 7,4 7,0 50,4 Handelskredieten en transitorische posten 491,2 57,9 2545,5 127,8 108,3 2565,0 177,8 75,3 2818,1 31,3 231,2 3017,9 Totaal schulden 3,9 29,9 4,7 1,4 48,3 51,5 2,7 31,6 80,4 3,4 1,7 78,6 Financieel vermogen * 2010* Finan- Overige Eind- Finan- Overige Eind- Finan- Overige Eind- Finan- Overige Eindciële muta- balans ciële muta- balans ciële muta- balans ciële muta- balans trans- ties trans- ties trans- ties trans- ties acties acties acties acties VORDERINGEN 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Chartaal geld 1,2 0,0 8,0 0,0 8,0 2,3 0,0 10,2 2,3 7,9 Girale deposito's 5,5 0,3 10,8 0,1 0,2 11,0 4,1 0,0 6,9 1,6 0,0 5,3 Overige deposito's 0,4 0,4 0,1 0,5 0,5 0,0 0,0 0,0 Kortlopende waardepapieren 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 21,5 2,0 19,5 2,6 1,3 18,2 Obligaties 0,1 1,1 0,9 0,2 3,0 1,9 0,1 2,2 0,2 0,6 1,7 2,0 Financiële derivaten 1,0 0,0 2,7 34,4 37,1 33,7 0,0 3,4 0,1 3,3 Kortlopende leningen 1,7 0,0 28,3 10,8 39,1 6,8 0,0 46,0 0,9 45,0 Langlopende leningen 2,4 7,7 48,6 37,2 3,5 89,3 25,4 24,4 88,3 1,1 0,1 87,0 Aandelen en overige deelnemingen 1,5 0,0 39,8 6,6 0,0 46,4 4,7 0,0 51,1 3,0 0,0 54,1 Handelskredieten en transitorische posten 5,8 6,2 137,8 89,0 6,7 233,5 28,5 20,1 225,1 5,1 2,9 222,9 Totaal vorderingen SCHULDEN 0,0 0,6 0,0 0,6 0,1 0,5 0,1 0,4 Chartaal geld 2,8 16,5 67,1 83,6 26,2 57,5 4,3 53,2 Kortlopende waardepapieren 5,6 4,1 191,7 7,5 10,4 209,6 12,1 0,1 221,7 29,5 4,5 255,8 Obligaties 6,0 0,0 11,8 1,9 13,6 1,6 12,1 1,6 13,7 Kortlopende leningen 0,0 0,3 38,6 11,7 0,2 50,5 18,2 2,0 66,7 3,8 1,3 64,2 Langlopende leningen 1,6 0,0 38,0 2,2 0,0 35,8 0,7 0,0 36,5 1,4 0,0 37,9 Handelskredieten en transitorische posten 4,9 4,4 297,1 86,1 10,6 393,8 3,2 1,9 395,0 24,3 5,8 425,2 Totaal schulden 0,9 10,5 159,3 2,9 3,9 160,3 31,7 22,1 169,9 29,4 3,0 202,3 Financieel vermogen Nationale rekeningen

6 6. (Sub)sectorspecifieke detailgegevens TABEL D 1.1 Belastingen Belasting over de toegevoegde waarde (btw) Loonbelasting Vennootschapsbelasting Accijnzen Milieuheffingen Motorrijtuigenbelasting (incl. eurovignet) Belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM) Overdrachtsbelasting Onroerendezaakbelasting Dividendbelasting Invoerrechten Inkomstenbelasting 1) Vermogensheffingen 2) Vermogensbelasting Assurantiebelasting Overige Belastingen Belastingen op productie en invoer Belastingen op inkomen en vermogen Kapitaaloverdrachten 2) Betaald door: Ingezetenen Buitenland Ontvangen door: Overheid Buitenland ) Voor de jaren is er sprake van negatieve ontvangsten inkomstenbelasting. Sinds 1999 worden verminderingen van loonbelasting vanwege aftrekposten namelijk rechtstreeks uitbetaald door de belastingdienst via een voorlopige teruggaaf inkomstenbelasting. 2) Vermogensheffingen zijn niet-periodieke belastingen op vermogen. Zij worden geregistreerd onder de kapitaaloverdrachten van huishoudens aan de overheid. TABEL D 1.2 Belastingen op productie en invoer PRODUCTGEBONDEN Belasting over de toegevoegde waarde (btw) w.o. btw afdracht aan de EU Invoerrechten aan de EU EU-heffingen op voedingsmiddelen Accijnzen Benzine Overige minerale oliën Tabak Alcohol Overige accijnzen Verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken e.d Verbruiksbelasting op milieugrondslag Belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM) Kansspelbelasting Overdrachtsbelasting Assurantiebelasting Kapitaalsbelasting Beursbelasting Productgebonden belastingen NIET-PRODUCTGEBONDEN Onroerendezaakbelasting Motorrijtuigenbelasting (incl. eurovignet) Milieuheffingen Rioolrechten Heffingen op waterverontreiniging Omslagheffing waterschappen Overige milieuheffingen Overige Niet-productgebonden belastingen op productie Belastingen op productie en invoer (betaald door ingezetenen) Ontvangen door: Overheid Buitenland (EU) Centraal Bureau voor de Statistiek

7 Overheid TABEL D 13.3 Overheidssaldo en -schuld conform EMU-definities Totaal inkomsten Totaal uitgaven ( ) Vorderingensaldo Rentevoordeel / nadeel uit swapcontracten EMU-saldo Centrale overheid Lokale overheid Wettelijke sociale verzekeringsinstellingen EMU-schuld Chartaal geld Kortlopende waardepapieren Obligaties Kortlopende leningen Langlopende leningen EMU-saldo 2,0 0,3 0,5 0,2 0,5 5,6 5,1 EMU-schuld 53,8 51,8 47,4 45,3 58,5 60,8 62,9 TABEL D 13.4 Specificaties van transacties van de publieke sector SECTOR OVERHEID Arbeidsvolume werknemers (1 000 arbeidsjaren) 1019,5 1047,6 1044,5 1058,7 1058,4 1080,3 1094,5 Toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen) Beloning van werknemers Aanbestedingen Intermediair verbruik Investeringen (bruto) NIET-FINANCIËLE VENNOOTSCHAPPEN GECONTROLEERD DOOR DE OVERHEID Arbeidsvolume werknemers (1 000 arbeidsjaren) 618,1 730,0 740,7 755,4 769,9 742,9. Toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen) Beloning van werknemers Aanbestedingen Intermediair verbruik Investeringen (bruto) FINANCIËLE INSTELLINGEN GECONTROLEERD DOOR DE OVERHEID Arbeidsvolume werknemers (1 000 arbeidsjaren) 2,6 2,8 2,7 2,5 14,6 48,1. Toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen) Beloning van werknemers Aanbestedingen Intermediair verbruik Investeringen (bruto) TOTAAL PUBLIEKE SECTOR Arbeidsvolume werknemers (1 000 arbeidsjaren) 1640,2 1780,4 1787,9 1816,6 1842,9 1871,2. Toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen) Beloning van werknemers Aanbestedingen Intermediair verbruik Investeringen (bruto) KERNCIJFERS Arbeidsvolume werknemers (% totale economie) 28,5 31,3 31,0 30,8 30,6 31,5. Toegevoegde waarde (% bbp) 19,3 20,7 20,3 20,2 20,5 21,2. Beloning van werknemers (% totale economie) 28,6 31,8 31,4 31,1 31,2 29,6. Investeringen (% totale economie) 20,0 24,1 23,0 22,8 23,2 27,9. Nationale rekeningen

8 TABEL D 14.1 Netto winst van bedrijven van natuurlijke personen naar bedrijfstakken Huishoudens BEDRIJVEN VAN NATUURLIJKE PERSONEN 1) Gemengd inkomen (netto) Landbouw, bosbouw, visserij Nijverheid en energie Bouwnijverheid Handel, vervoer en horeca Informatie en communicatie Financiële dienstverlening Exploitatie van en handel in onroerend goed Zakelijke dienstverlening Overheid en zorg Cultuur, recreatie, overige diensten Ontvangen rente Betaalde rente ( ) Ontvangen inkomen uit grond en minerale reserves (saldo) Netto winst vóór belastingen Landbouw, bosbouw, visserij Nijverheid en energie Bouwnijverheid Handel, vervoer en horeca Informatie en communicatie Financiële dienstverlening Exploitatie van en handel in onroerend goed Zakelijke dienstverlening Overheid en zorg Cultuur, recreatie, overige diensten ) Bedrijven van natuurlijke personen behoren tot de sector huishoudens. Hieronder vallen niet eigen-woningbezit, zwart en fraude, kinderoppas, huishoudelijke hulp e.d. TABEL D 14.2 Alternatief beschikbaar inkomen van huishoudens en werkelijke individuele consumptie Alternatief beschikbaar inkomen van huishoudens (netto) Beschikbaar inkomen van huishoudens (netto) Overdrachten in natura Consumptieve bestedingen door IZW huishoudens Individuele consumptie door de overheid Sociale uitkeringen in natura via marktproducenten Uitkeringen wettelijke sociale verzekering Uitkeringen sociale voorziening Sociale overdrachten van individuele niet-marktproduc Werkelijke individuele consumptie Consumptieve bestedingen door huishoudens Overdrachten in natura NAAR VERBRUIKSFUNCTIE 1) Voeding en niet-alcoholische dranken Alcoholische dranken en tabak Kleding en schoeisel Huisvesting, water en energie Consumptieve bestedingen door huishoudens Individuele consumptie door de overheid Uitkeringen sociale voorziening in natura via marktproducenten Woninginrichting en huishouding Gezondheid Consumptieve bestedingen door huishoudens Individuele consumptie door de overheid Uitkeringen wettelijke sociale verzekering in natura via marktproducenten Sociale overdrachten van individuele niet-marktproducte Vervoer Communicatie Recreatie en cultuur Consumptieve bestedingen door huishoudens 2) Consumptieve bestedingen door IZW huishoudens Individuele consumptie door de overheid Sociale overdrachten van individuele niet-marktproducte Onderwijs Consumptieve bestedingen door huishoudens Individuele consumptie door de overheid Uitkeringen sociale voorziening in natura via marktproducenten Sociale overdrachten van individuele niet-marktproducte Horeca Sociale bescherming Consumptieve bestedingen door huishoudens Consumptieve bestedingen door IZW huishoudens Individuele consumptie door de overheid Sociale uitkeringen in natura via marktproducenten Uitkeringen wettelijke sociale verzekering Uitkeringen sociale voorziening Sociale overdrachten van individuele niet-marktproducte Overige Consumptieve bestedingen door huishoudens Consumptieve bestedingen door IZW huishoudens ) Betreft voor de verbruiksfuncties zonder nadere onderverdeling alleen consumptieve bestedingen van huishoudens. 2) Inclusief consumptie ingezetenen in het buitenland, exclusief consumptie niet-ingezetenen in Nederland. 170 Centraal Bureau voor de Statistiek

9 8. SAM-, Milieu-, SRT- en Regionale rekeningen 8.1 SAM-rekeningen TABEL SR 1 Middelen en bestedingen naar huishoudenstypen, 3-jaars voortschrijdend gemiddelden Huishoudens met voornamelijk inkomen uit: Institutionele Totaal huishoudens Loon Zelfstandige Overdrachts- Overdrachtsbedrijfs- inkomen inkomen uitoefening 1) i.v.m. n.e.g ouderdom 1995/1997 Beloning van werknemers / / / / / / / /2007 2) / * 3) /1997 Primair inkomen (netto) / / / / / / / /2007 2) / * 3) /1997 Beschikbaar inkomen (netto) / / / / / / / /2007 2) / * 3) /1997 Consumptieve bestedingen / / / / / / / /2007 2) / * 3) /1997 Besparingen (netto) / / / / / / / /2007 2) / * 3) /1997 Vrije besparingen / / / / / / / /2007 2) / * 3) x /1997 Aantal huishoudens / / / / / / / /2007 2) / * 3) ) De groep met voornamelijk inkomen uit zelfstandige bedrijfsuitoefening bevat ook huishoudens met inkomen uit vermogen als voornaamste inkomensbron. 2) Start nieuwe tijdreeks door nieuwe methode voor bepaling data van zelfstandigen. 3) Deze regel heeft alleen betrekking op het jaar Nationale rekeningen

10 SAM-rekeningen TABEL SR 2 Middelen en bestedingen naar huishoudenstypen, 2008 Huishoudens met voornamelijk inkomen uit: Institu- Totaal tionele huis- Loon Zelf- Overdrachtsinkomen Overdrachtsinkomen n.e.g. houdens standige i.v.m. ouderdom bedrijfsuitoefe- Een- Meer- ning 1) Een- Meer- Een- Meerpersoons persoons persoons persoons persoons persoons zonder met zonder met minder- minder- minder- minderjarige jarige jarige jarige kinderen kinderen kinderen kinderen % beschikbaar inkomen PRIMAIRE INKOMENSVERDELING MIDDELEN Gemengd inkomen (netto) 5,4 8,8 9,0 88,1 6,7 12,2 4,4 9,6 5,2 0,7 18,1 Beloning van werknemers 173,6 159,0 161,1 17,9 2,5 10,5 11,8 18,5 18,0 9,5 112,1 Lonen 134,4 123,8 126,3 14,7 2,1 8,6 9,6 14,8 14,7 7,6 87,6 Sociale premies t.l.v. werkgevers 39,1 35,2 34,9 3,2 0,4 1,9 2,2 3,6 3,3 1,9 24,5 Inkomen uit vermogen 19,8 20,3 18,2 33,0 40,4 40,8 11,7 11,1 5,7 29,7 24,1 BESTEDINGEN Inkomen uit vermogen 13,2 12,2 16,7 18,0 4,9 7,7 6,5 7,1 6,5 1,7 13,1 Primair inkomen (netto) 185,5 175,8 171,6 121,1 44,7 55,9 21,5 32,1 22,4 38,2 141,3 SECUNDAIRE INKOMENSVERDELING MIDDELEN Sociale premies 0,0 0,0 0,0 1,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 Toegerekende sociale premies 0,0 0,0 0,0 1,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 Sociale uitkeringen (in geld) 11,2 16,3 15,2 8,0 127,8 119,5 148,6 104,1 122,4 111,5 37,1 Uitkeringen wettelijke sociale verzekering 2,2 5,5 2,6 2,7 71,6 49,9 75,5 75,8 41,5 62,0 15,5 Uitkeringen sociale voorziening 1,7 2,0 6,5 3,3 4,1 4,5 68,9 23,4 78,6 25,8 6,2 Pensioenuitkeringen 1,2 3,1 0,6 1,6 52,1 64,7 3,8 4,4 1,8 23,3 11,5 Overige particuliere sociale uitkeringen Uitkeringen rechtstreeks door werkgevers 6,1 5,6 5,5 0,5 0,1 0,3 0,4 0,6 0,6 0,3 3,9 Overige inkomensoverdrachten ,5 Schadeverzekeringsuitkeringen ,3 Overige inkomensoverdrachten n.e.g. 4,0 2,2 2,1 2,1 5,4 3,2 16,6 22,9 6,6 2,1 3,2 BESTEDINGEN Belastingen op inkomen en vermogen 19,1 20,1 20,1 15,0 20,2 20,4 14,1 11,0 8,0 7,7 18,9 Belastingen op inkomen 15,5 18,4 18,4 13,8 15,3 17,6 4,8 8,0 3,6 7,7 16,7 Belastingen op vermogen 3,6 1,7 1,7 1,2 4,9 2,8 9,3 3,0 4,5 0,0 2,3 Sociale premies 75,1 70,5 64,3 12,7 51,7 54,1 56,9 42,8 33,0 38,1 58,0 Premies wettelijke sociale verzekering 41,1 38,0 32,6 10,0 37,3 35,3 55,6 40,3 31,8 30,8 33,2 Pensioenpremies 28,2 26,4 26,4 2,3 14,3 18,5 1,2 2,2 1,1 7,2 20,9 Overige particuliere sociale premies Toegerekende sociale premies 5,8 6,0 5,4 0,4 0,1 0,3 0,1 0,3 0,2 0,0 3,9 Sociale uitkeringen (in geld) 0,0 0,0 0,0 1,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 Uitkeringen rechtstreeks door werkgevers 0,0 0,0 0,0 1,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 Overige inkomensoverdrachten ,0 Schadeverzekeringspremies ,3 Overige inkomensoverdrachten n.e.g. 6,6 3,8 4,4 3,4 6,0 4,3 15,6 5,3 10,4 6,0 4,7 Beschikbaar inkomen (netto) 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 Consumptieve bestedingen ( ) 110,5 93,0 98,1 77,5 128,3 124, ,7 Correctie pensioenvoorziening 27,0 23,3 25,8 0,7-37,8-46, ,4 Besparingen (netto) 16,5 30,3 27,6 23,1-66,1-70, ,7 Vrije besparingen -10,5 7,0 1,9 22,5-28,3-24, ,7 1) De groep met voornamelijk inkomen uit zelfstandige bedrijfsuitoefening bevat ook huishoudens met inkomen uit vermogen als voornaamste inkomensbron. 186 Centraal Bureau voor de Statistiek

11 SAM-rekeningen TABEL SR 4 Consumptieve bestedingen door huishoudens naar goederen- en dienstencategorieën, 2008 Totaal w.o. Huishoudens met voornamelijk inkomen uit: consumptieve beste- Loon Zelf- Overdrachtsinkomen Overdingen standige i.v.m. ouderdom drachtsdoor bedrijfs inkomen huis- Een- Meer- uitoefe- Een- Meer- n.e.g. houdens, persoons persoons ning 1) persoons persoons Nederland zonder minderjarige kinderen met minderjarige kinderen % totale consumptie Goederen Voedings- en genotmiddelen Voedingsmiddelen Aardappelen, groenten en fruit Vlees en vleeswaren Vis Zuivelproducten Brood, beschuit en broodproducten Overige voedingsmiddelen Genotmiddelen Consumptie-ijs Zoetwaren Dranken Tabak Duurzame consumptiegoederen Textiel en kleding Lederwaren en schoeisel Woninginrichting Huishoudelijke apparaten Huishoudelijke artikelen Voertuigen Overige duurzame goederen Overige goederen Motorbrandstoffen Energie Overige goederen Diensten Huisvesting Horeca-diensten Diensten m.b.t. recreatie en cultuur Diensten m.b.t. vervoer en communicatie Medische diensten en welzijnszorg Financiële en zakelijke diensten Overige diensten Consumptie door Nederlandse huishoudens in het buitenland Consumptieve bestedingen door huishoudens, nationaal ) De groep met voornamelijk inkomen uit zelfstandige bedrijfsuitoefening bevat ook huishoudens met inkomen uit vermogen als voornaamste inkomensbron. 188 Centraal Bureau voor de Statistiek

12 SAM-rekeningen TABEL SR 5 Sociale uitkeringen en overige inkomensoverdrachten (excl. schadeverzekeringspremies en -uitkeringen), 2008 van Niet- Finan Over- IZW Huishoudens met voornamelijk inkomen uit: Overige Totaal finan- ciële heid huis huis- sociale ciële instel- houdens Loon Zelf- Overdrachtsinkomen hou- uitkeven- lingen standige i.v.m. ouderdom dens 1) ringen noot bedrijfs en schap- Een- Meerpersoons uitoefe- Een- Meer- overige pen persoons ning persoons persoons inkozonder met mensminder- minder- overjarige jarige drachten aan kinderen kinderen Niet-financiële vennootschappen Financiële instellingen Overheid IZW huishoudens Huishoudens met voornamelijk inkomen uit: Loon Huishoudens Eenpersoons Meerpersoons zonder minderjarige kinderen met minderjarige kinderen Zelfstandige bedrijfsuitoefening Overdrachtsinkomen i.v.m. ouderdom Huishoudens Eenpersoons Meerpersoons Overige huishoudens Totaal sociale uitkeringen en overige inkomensoverdrachten ) Waaronder huishoudens met voornamelijk ander overdrachtsinkomen dan i.v.m. ouderdom en personen in instellingen. Nationale rekeningen

13 11.2 Overgang SBI 93 naar SBI 2008 Overgang van SBI 93 naar SBI 2008 Bij de totstandkoming van de SBI 2008 zijn economische activiteiten die nieuw zijn of die bij de introductie van de vorige indeling (SBI 93) nog niet zo prominent aanwezig waren, nieuw opgevoerd of hoger in de hiërarchische indeling terechtgekomen. Omgekeerd zijn er ook economische activiteiten afgevoerd of lager in de hiërarchische indeling terechtgekomen. Door dit alles zijn er SBI-groepen waarvan de uitkomsten veranderen doordat er op dieper liggende niveaus economische activiteiten zijn op- of afgevoerd. Hierna wordt ingegaan op de consequenties voor het hoogste hiërarchische niveau van de nationale rekeningen, de hoofdgroepen. Voor het totaal van alle economische activiteiten verandert er overigens niets. De oude indeling bevatte tien hoofdgroepen, de nieuwe veertien. Hierbij zit echter één subtotaal: Nijverheid en energie (geen bouw). Dit is hier buiten beschouwing gelaten. Los van het subtotaal zijn er drie nieuwe hoofdgroepen: Waterbedrijven en afvalbeheer, Informatie en communicatie en Exploitatie van en handel in onroerend goed. Waterbedrijven en afvalbeheer omvat delen van de oude hoofdgroepen Energie- en waterleidingbedrijven en Industrie en de activiteit milieudienstverlening (vroeger een onderdeel van de Zorg en overige dienstverlening ). Informatie en communicatie omvat de uitgeverijen (voorheen een activiteit in de industrie), de telecommunicatie (was in de oude indeling samengevoegd met de post) en de dienstverlening van informatie en informatietechnologie (vroeger onderdeel van de zakelijke dienstverlening). Exploitatie van en handel in onroerend goed is een afsplitsing van de oude hoofdgroep Financiële en zakelijke dienstverlening. Staat 1. Overgang van SBI 93 naar SBI 2008 SBI 2008 SBI '93 1 Landbouw, bosbouw en visserij 2 Delfstoffenwinning 3 Industrie 4 Energie- en waterleidingbedrijven 5 Bouwnijverheid 6 Handel, horeca en reparatie 7 Vervoer, opslag en communicatie 8 Financiële en zakelijke dienstverlening 9 Overheid 10 Zorg en overige dienstverlening 1 Landbouw, bosbouw en visserij 2 Delfstoffenwinning 3 Industrie Energiebedrijven 5 Waterbedrijven en afvalbeheer Bouwnijverheid 10 7 Handel, vervoer en horeca 8 Informatie en communicatie Financiële dienstverlening Exploitatie van en handel in onroerend goed Zakelijke dienstverlening Overheid en zorg 13 Cultuur, recreatie, overige diensten De nummers in de staat verwijzen naar de volgende groepen: 1 Hoveniersdiensten 2 Breken, zuiveren en raffineren van zout 3 Voorbereiding tot recycling van afval, slopen van schepen en behandeling van kernafval 4 Uitgeverijen 5 Reparatie van communicatieapparatuur en meubels en meubelstoffering 6 Reparatie van consumentenartikelen (geen auto s en motorfietsen) 7 Telecommunicatie 8 Reisorganisaties en bemiddeling; informatieverstrekking op het gebied van toerisme 9 Installatie en reparatie van kantoormachines 258 Centraal Bureau voor de Statistiek