Betreft: Stand van zaken inzake bezwaar tegen uitbreiding varkensstal in de wijk Zandvoort

Transcriptie

1 NGEKQMEN, î 8 m Aan B&W en alle Raadsleden van de Gemeente Lingewaard Gendt, 15 augustus 2014 Betreft: Stand van zaken inzake bezwaar tegen uitbreiding varkensstal in de wijk Zandvoort Geachte dames en heren, Medio juli van dit jaar hebben wij (het bestuur van de groep bezwaarmakenden tegen de uitbreiding van de varkensstal aan de Zandvoortsestraat (ongenummerd)) onze deelnemers tussentijds op de hoogte gesteld van de stand van zaken met betrekking tot het (toen nog) lopende proces bij de Raad van State. Het leek ons nuttig om ook u weer op de hoogte te brengen van de stand van zaken met betrekking tot voorgenomen uitbreiding van de varkensstal aan de Zandvoortsestraat. Hopelijk frissen wij hiermee uw geheugen weer even op. Graag verwijzen u in dit verband op de door ons ingezonden stukken van 25 november 2013 over hetzelfde onderwerp. Een zaak die al 6 jaren loopt! Een zaak die niet nodig was geweest als de gemeente Lingewaard in 2008 geen vergunning had afgegeven voor de uitbreiding van deze varkensstal. De kosten voor de gemeente (dus voor de inwoners van Lingewaard) lopen steeds verder op. Denk hierbij aan de proceskosten voor de 4 zittingen bij de Raad van State, de deskundigen die moeten worden ingehuurd door de gemeente (ODRA) en de bezwaarmakenden (Het Groene Schild). De waardedaling van de woningen (alleen al door de wetenschap dat er mogelijk een uitbreiding van de varkensstal te verwachten valt). Een waardedaling die tot gevolg heeft dat de gemeente minder WOZ-belasting ontvangt. Om maar niet te spreken over de moeilijk te verkopen woningen als gevolg van de mogelijke uitbreiding. Nog altijd vragen wij ons af, wat bezielde een vroegere wethouder van onze gemeente om, ten gunste van één ondernemer (die ook nog eens ver buiten onze gemeente woont), een grote groep bewoners "in de gordijnen" te jagen? En daarna gemeentebesturen die volharden in de ingeslagen weg en alles uit de kast leken te halen om de betreffende varkensboer de ruimte te geven om dit onzalige plan mogelijk te maken. Een actueel voorbeeld hiervan is het willen oprekken van de geluidsnorm door de gemeente. Voor wie? Ja dus, alleen voor die ene ondernemer. Op 30 juli jl. heeft de Raad van State uitspraak gedaan en de vergunning (z)onder geluidsvoorwaarden goedgekeurd. De Raad van State meldt: "Het beroep [appellant] tegen het besluit van 16 oktober 2012 is, gelet op de tussenuitspraak, eveneens gegrond. Mede in aanmerking nemende hetgeen in het kader van de bestuurlijke lus over het geluidaspect naar voren is gekomen, gaat de Afdeling ervan uit dat het college alsnog toereikende en naleefbare geluidgrenswaarden zal kunnen stellen en dat de geluidniveaus vanwege de inrichting niet nopen tot weigering van de gevraagde revisievergunning. De geconstateerde gebreken in de gestelde geluidgrenswaarden, geven, gelet hierop, geen aanleiding voor volledige vernietiging van het besluit van 16 oktober De Afdeling zal dit besluit vernietigen, voor zover het de vergunningvoorschriften 7.1 en 7.2 betreft. Het college dient in zoverre een nieuw besluit te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak en de tussenuitspraak is overwogen. Daartoe zal de Afdeling een termijn stellen. Bij dit nieuwe besluit behoeft geen toepassing te worden gegeven aan afdelingen 3.4. van deawb". En verder, onder punt IV van Beslissing - De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: "Draagt het college van burgemeester en wethouders van Lingewaard op om binnen zes weken na de verzending van deze uitspraak met inachtneming van hetgeen daarin en in de tussenuitspraak van 11

2 december 2013 is overwogen in zoverre een nieuw besluit te nemen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken en daarvan mededeling te doen". Wij zullen ons als bezwaarmakenden verzetten tegen het oprekken van de in 2008 geldende geluidsnorm. Bij het afgeven van een vergunning, behoren bijbehorende voorwaarden. Die voorwaarden zijn vastgelegd in Milieuvergunning (2 de ontwerp) van 24 mei De heer A.J.Q.M van de Geer (de varkensboer) kende die voorwaarden al vòòr dat in 2008 de vergunning door de gemeente werd verleend. Het zou dus heel vreemd zijn om daar één onderdeel (het geluid) uit te lichten en daarvan ten gunste van de varkensboer, maar zeer tot nadeel van ruim 30 families in de directe omgeving van de stal, af te wijken. Er bestaat voor de Zandvoort een geluidsnorm! Waarom dan het oprekken van de bestaande geluidsnorm? Bij het inbrengen van onze bezwaren tegen de uitbreiding van de varkensstal, werden wij er steeds op gewezen dat wij moesten uitgaan van de oude situatie, d.w.z. de voorschriften en normen die van toepassing waren in In 2008 was er een geluidsnorm. Deze geluidsnorm dreigt nu overschreden te gaan worden. De verantwoordelijke wethouder en alle raadsleden die wij voor de laatste gemeenteraadsverkiezing hebben gesproken zijn van mening dat de uitbreiding van de varkensstal niet zou moeten kunnen. En toch kondigt (de oude) B&W op 19 maart 2014 aan dat zij op 21 januari 2014 besloten hebben om de op 16 oktober 2012 verleende milieuvergunning te wijzigen, waarin opgenomen een voorziening in een nadere motivatie voor de afwijking van het geluidsbeleid voor wat betreft het maximale geluidsniveau. Dit alles waarschijnlijk onder het mom van te verwachte hoge claims van de vergunninghouder. De hier bedoelde claims zullen er ons in ziens nooit komen, omdat de vergunning in 2008 is afgegeven en vergunninghouder alleen mag uitbreiden als hij zich houdt aan de in 2008 vastgelegde en de bij de vergunning behorende wettelijke voorschriften en normen. Angst blijkt ook hier weer een slechte raadgever! Over raadgever gesproken: De gemeente laat zich adviseren door de ODRA. In de afgelopen 6 jaar hebben de betreffende adviseurs van de ODRA uitsluitend de onmogelijkheden aangegeven en nog nimmer de mogelijkheden die de gemeente heeft om een einde aan dit drama te maken. Waarom wordt er alleen naar de ODRA geluisterd en niet ook naar de omwonenden. De ODRA bekijkt alles vanuit een wettelijke kader en gaat daarbij volledig voorbij aan de sociale en maatschappelijke gevolgen van bepaalde besluiten. De politiek krijgt daardoor veel te eenzijdige adviezen van de ODRA. De afweging tussen wettelijk toegestaan en maatschappelijke en sociale wenselijk, ontbreekt bij deze organisatie volledig. Aan dit aspect van de adviezen zou de politiek veel meer aandacht moeten schenken. In de structuurvisie Lingewaard voor staat te lezen: " De gemeente wil bijvoorbeeld geen megastallen in het buitengebied'. Daarover schreef de toenmalige wethouder van Ruimtelijke Ordening: "De ambities (geluidsnormen) worden niet alleen bepaald door de gemeente maar vooral juist door onze inwoners en de volksvertegenwoordiging. Dat meedenken, benutten van kennis en het inzetten van professionele deskundigheid heeft geleid tot een structuurvisie. Het is een inspirerende visie waar ook doelbewust ontwikkelingen worden tegengehouden die een ongewenste kant op gaan. Wij hebben er voor gekozen om vanuit de gebruiker te denken die in het landschap woont, werkt of recreëert en zich daarbij ook verplaatst." Belangrijk in dit verband is ook de duurzaamheid, ofwel de gevolgen van besluiten op de langere termijn. Dragen de besluiten ook in de toekomst bij aan een gezonde leef- en werkomgeving? Het omgevingsbeleid is daarbij een belangrijk instrument om ontwikkelingen te faciliteren en belangrijke waarden te beschermen. Ontwikkelingen die vooral voortvloeien uit economische en sociaalmaatschappelijke wensen van omwonenden. Belangrijke waarden dienen beschermd te worden. Waarden die, als ze op enig moment verloren gaan, heel moeilijk kunnen worden hersteld. In Bijlage 1 vindt u hoe de Rijksoverheid hierover denkt. In Bijlage 2 treft u de mogelijkheden aan voor de gemeente om het hierboven beschreven beleid vorm te geven.

3 Daarom een zeer dringend beroep op B&W en de gemeenteraad: "Ga niet akkoord met de verhoging van de geluidsnorm voor de Zandvoort!" Dit İS de laatste kans voor de Gemeente Lingewaard om dit onzalige uitbreidingsplan een halt toe te roepen. Laat een hele wijk niet in de steek voor één niet inwonende ondernemer! Over de betreffende ondernemer gesproken: - de heer Van de Geer (*1950) zit vlak voor zijn pensioen; - staat niet aan het hoofd van een agrarisch gezinsbedrijf; - heeft geen belang bij een prettige en leefbare woonomgeving in Gendt; - heeft de uitgebreide stal niet nodig om te voorzien in zijn levensonderhoud; - is in Brabant uitgekocht en moest iets met z'n geld; - wil bewust niet verplaatsen naar buitengebied (richting Betuwelijn); - weet dat hij, als de woonwijk de Bongerd gebouwd gaat worden, moet worden uitgekocht; - het uitkopen van een kleine varkensstal brengt minder geld op dan een uitgebreide varkensstal. Huizen in de verkoop: Met de uitbreiding van de varkensstal gaat de leefbaarheid in de Zandvoort er op achteruit. Om diverse redenen staan er op dit moment 8 huizen in de Zandvoort te koop. Dat heeft niet direct te maken met de mogelijke uitbreiding van de varkensstal. Maar door de mogelijke toekomstige uitbreiding van de varkensstal wordt de verkoop van de betreffende huizen sterk bemoeilijkt. Wie wil er nu een megavarkensstal in zijn achtertuin? Interessant in dit verband is het onderzoek van de Rijksoverheid (RIVM) waar uit de voorlopige resultaten blijkt dat omwonenden van veehouderijbedrijven potentieel zijn blootgesteld aan fijnstof en aan micro-organismen en endotoxinen (zie Bijlage 3). De nieuwe wijk De Bongerd: De bebouwde kom, waar ook de toekomstige woonwijk De Bongerd moet gaan komen, ligt op ~330 meter afstand van de varkensstal; De uitspraak van ex-wethouder Van Eeten: "Als De Bongerd wordt gebouwd komt er geen varkensstal en als de varkensstal er staat komt er geen De Bongerd" werd later door hem herroepen. Maar is natuurlijk wel waar. Dit betekent dat als De Bongerd gebouwd gaat worden - en dat zal wel moeten omdat de gemeente op dat deel van Gendt woningen wil realiseren om jonge Gendtenaren binnen Gendt te houden - zal de varkensboer moeten worden uitgekocht. En dan gaat het niet om een paar duizend Euro! Dat uitkopen zal dan milieu-wettelijk wel moeten, maar ook in het kader van veiligheid en gezondheid. De vrachtwagens voor de aan- en afvoer van de varkens, de vrachtwagens voor de aanvoer van voer en de afvoer van varkensmest, dienen gebruik te maken van de kortste weg naar de dichtstbijzijnde doorgaande weg. Dat is in dit geval over de Kruisstraat. Deze wagens komen nu echter allemaal via de Zandvoort naar de varkensstal. Op die wijze mijden de chauffeurs van de vrachtauto's de "lastige" rotonde Kruisstraat/Langstraat. Als de voorwaarde van "de kortste weg" gehandhaafd wordt, moeten de vrachtauto's allemaal over de Kruisstraat. En juist op dat gedeelte van de Kruisstraat moet de ingang naar de woonwijk De Bongerd komen. Dit betekent een enorme aantasting van de verkeersveiligheid.

4 Namens het bestuur van Bezwaarmakenden uitbreiding varkensstal (BZMUV) A.L. den Heijer įtfortsestr Zandveortsestraat EN GENDT f r 1 í 't Bijlagen: 1. Uitvoeringsagenda van de Rijksoverheid inzake duurzame veehouderij 2. Geluidshinder 3. Onderzoek door de Rijksoverheid inzake gezondheidsrisico's omwonenden veehouderijbedrijven

5 Bijlage: 1 Uitvoeringsagenda van de Rijksoverheid inzake duurzame veehouderij Het ministerie van Economische zaken (EZ) zet zich sinds 2009 in voor het samenwerkingsverband van bedrijven, maatschappelijke organisaties, provincies en EZ. Daarbij worden 6 speerpunten aangegeven vooreen duurzame veehouderij. - systeeminnovaties: duurzame stal- en houderijsystemen; - het welzijn en de gezondheid van dieren; - landschappelijke en maatschappelijke inpassing van de veehouderij; - klimaat, minimale emissies naar milieu en duurzame energie; - kansen voor markt en ondernemerschap; - verantwoord consumeren. Inpassen veehouderij in omgeving Het kabinet vindt een ongeremde groei van de veehouderij in Nederland ongewenst. Wel moet agrarische gezinsbedrijven de ruimte krijgen om geleidelijk te kunnen en zich te ontwikkelen. De inpassing van veehouderijen in de lokale omgeving is een belangrijke verantwoordelijkheid van de ondernemers zelf. Provincies en gemeenten kunnen met de regel voor ruimtelijk ordening en milieu al eisen stellen aan het woon- en leefklimaat in het landelijk gebied.

6 Bijlage: 2 Geluidshinder Op 31 januari 2008 is het Geluidsbeleid van de gemeente vastgesteld door de Raad. Het doel van het gemeentelijke geluidsbeleid is het behouden van een goede geluidskwaliteit waar die reeds aanwezig is en het benutten van kansen om voor de overige gebieden de geluidskwaliteit te verbeteren. Een belangrijke subdoelstelling is het realiseren van een per gebied passende geluidskwaliteit. Geluidhinder is lokaal van aard. De gemeente is daarom primair verantwoordelijk voor het geluidsbeleid. Sinds de gewijzigde Wet geluidhinder (2006) van kracht is geworden, heeft de gemeente meer verantwoordelijkheden en bevoegdheden gekregen. Dit biedt de gemeente meer gelegenheid om naar eigen inzicht te werk te gaan en beter maatwerk te leveren. De nieuwe verantwoordelijkheden en de bevoegdheden bieden de gemeente vooral de mogelijkheid om eigen keuzes te maken en eigen prioriteiten te stellen. Op het raakvlak tussen Milieu en Ruimtelijke Ontwikkeling kan de gemeente flexibeler en slagvaardig opereren. Dit sluit aan bij de integrale, gebiedsgerichte benadering van de milieukwaliteit in de leefomgeving. In het geluidsbeleid zijn ambities vastgesteld. Dit leidt tot de consequentie dat er woningen in de gemeente zijn waar niet aan deze ambitie wordt voldaan. Het wegnemen van deze geluidsbelasting vindt zoveel mogelijk plaats op momenten dat reconstructie- of onderhoudswerkzaamheden plaats vinden. Het geluidsbeleid heeft vooral betrekking op nieuwe situaties zoals de aanleg van nieuwe wegen en woonwijken. Voor deze ontwikkelingen gelden de vastgestelde ambities. Om deze ambities te realiseren, worden ter beperking van geluidhinder maatregelen genomen. Op gebiedsniveau kunnen geluidskwaliteit en andere aspecten van de leefomgeving zoals sociale, ruimtelijke en economische kwaliteiten afgestemd worden. Het doel van het gemeentelijk geluidsbeleid is het behouden van de goede kwaliteiten en het benutten van kansen om voor gebieden de geluidskwaliteit te verbeteren. Een belangrijke subdoelstelling is het realiseren van een per gebied passende geluidskwaliteit. De geambieerde geluidsklassen zijn gekoppeld aan een te onderscheiden gebiedstype.

7 Bijlage 3 Onderzoek door de Rijksoverheid inzake gezondheidsrisico's omwonenden veehouderijbedrijven De overheid laat onderzoeken wat de gezondheidsrisico's zijn voor omwonenden van de veehouderijbedrijven. Via deze bedrijven komen fijnstof, endotoxinen en micro-organismen in het milieu. Mogelijk hebben deze stoffen effect op de gezondheid van mensen die in de omgeving van deze bedrijven wonen. Gemeenten kunnen de onderzoeksresultaten gebruiken om lokaal verantwoorde besluiten te nemen over veehouderijen in de woonomgeving. Van 2009 tot 2011 heeft het RIVM samen met Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS) en NIVEL voor het eerst een oriënterend onderzoek gedaan naar de relatie tussen intensieve veehouderij en gezondheid van omwonenden. De resultaten van dit onderzoek lieten zien dat omwonenden van veehouderijbedrijven potentieel zijn blootgesteld aan fijnstof en aan micro-organismen en endotoxinen (celwandbestanddelen van bepaalde bacteriën). Deze stoffen kunnen op kortere afstand van veehouderijen mogelijk effecten op de gezondheid, voornamelijk de luchtwegen, hebben. De RIVM zal vanaf 2014 vervolg geven aan het onderzoek naar de gezondheidseffecten van de intensieve veehouderij en gezondheid van omwonenden.