Met diabetes naar school
|
|
- Katrien van der Berg
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Geconventioneerd Centrum voor Kinderen en Adolescenten met Diabetes Mellitus RIZIV-identificatienummer Centrum: Campus Virga Jesse Stadsomvaart 11, 3500 Hasselt Tel. afspraken: Met diabetes naar school Informatie voor de begeleiding van een kind met diabetes op school met een insulinepomp Jessa Ziekenhuis vzw Maatschappelijke zetel: Salvatorstraat 20, 3500 Hasselt versie september 2015 (Object-ID 11723)
2 WELKOM Kinderen met diabetes moeten dag in dag uit rekening houden met hun ziekte, dus ook op school. Deze brochure is bestemd voor leerkrachten van kinderen met diabetes. Kinderen met diabetes zijn niet anders dan de andere kinderen maar als leerkracht komt er een extra verzorgingstaak bij. Er zal met de diabetesbehandeling rekening gehouden moeten worden, maar dit neemt niet weg dat kinderen met diabetes op een vrijwel normale manier les kunnen volgen. Diabetes vermindert de intellectuele capaciteiten niet. Een kind met diabetes kan aan alles meedoen, ook aan sportactiviteiten of uitstappen. Via deze brochure willen wij de leerkrachten en de directie ondersteuning bieden in deze taak. Het blijft hierbij steeds belangrijk om duidelijke afspraken te maken tussen de ouders, het kind en de school omtrent de behandeling. Als leerkrachten weten hoe zij moeten handelen in bepaalde situaties, kan een kind met diabetes veilig naar school. 1
3 2
4 Inhoud 1. Glucose en insuline bij gezonde mensen p Wat is diabetes? p Hoe wordt diabetes behandeld? p Bloedglucosemeting p Insulinetoediening p Hypo-glycemie p Hyper-glycemie p Maaltijdmomenten p Sport op school p Voor meer informatie p. 15 Contactgegevens p. 16 3
5 1. Glucose en insuline bij gezonde mensen Ons lichaam heeft glucose als brandstof nodig voor de energievoorziening van onze lichaamscellen. De koolhydraten (suikers en zetmeel) uit onze voeding worden in de darmen afgebroken en komen als glucose in ons bloed. Om de glucose in de cellen te krijgen is insuline nodig. Bij gezonde mensen is er gedurende de hele dag een kleine hoeveelheid insuline in het bloed aanwezig. Na een maaltijd is deze hoeveelheid hoger om de koolhydraten uit de maaltijd te verwerken. 2. Wat is diabetes? Diabetes is een chronische ziekte waarbij de pancreas of de alvleesklier niet meer of onvoldoende in staat is om insuline te produceren. Deze insuline is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de koolhydraten of de glucose van ons bloed naar onze cellen kan gaan. Onze cellen hebben glucose nodig als brandstof. Er zijn verschillende soorten diabetes, de meest voorkomende vormen zijn type 1 en type 2 diabetes: Type 1 of juveniele diabetes komt meestal bij kinderen voor. Bij dit type diabetes maakt de pancreas geen insuline meer aan. Type 2 of ouderdomsdiabetes is een auto-resistente aandoening waarbij de pancreas nog wel insuline produceert, maar het lichaam minder gevoelig is voor deze insuline. In deze brochure gaat het verder uitsluitend over type 1 diabetes. 4
6 3. Hoe wordt diabetes behandeld? Diabetes bij kinderen kan alleen behandeld worden door het toedienen van insuline. Deze toediening gebeurt via een insulinepomp. Om de hoeveelheid toe te dienen insuline goed te kunnen bepalen, is het belangrijk dat de kinderen een juiste inschatting kunnen maken van de hoeveelheid koolhydraten of suikers die er in de voeding zitten. 4. Bloedglucosemeting Met het meten van de bloedglucose wordt gecontroleerd of er een goed evenwicht is tussen de glucose en de insuline. Een kind met diabetes moet zich minstens 4 keer per dag prikken. Met een bloedglucosemeter is eenvoudig vast te stellen of het gaat om een normale, een hoge of een lage bloedglucosewaarde. De streefwaarde van de bloedglucose ligt tussen 70 en 140 mg/ dl voor een maaltijd en tussen 90 en 180 mg/dl na een maaltijd en wordt individueel bepaald (zie persoonlijke richtlijnen). Echter moet er pas actie ondernomen worden bij een waarde lager dan 65 mg/dl. We raden aan de bloedsuiker nauwkeuriger op te volgen wanneer deze tussen 65 en 70 mg/ dl ligt (zie punt 6). Ook wanneer de bloedsuiker hoger is dan 250 mg/dl is een goede opvolging belangrijk en dient zeker een insulinebolus gegeven te worden bij de volgende maaltijd (zie punt 7). Een verhoogde bloedsuiker, meer dan 2 uren na een maaltijd, dient om het uur gecontroleerd te worden. Daarnaast dienen ook de ketonen elk uur gecontroleerd te worden (zie punt 7). Hiervoor wordt best contact genomen met de ouders. Naast voeding heeft lichaamsbeweging eveneens een invloed op de bloedsuikerspiegel. Om te kunnen bepalen hoeveel insuline het kind met diabetes nodig heeft, is het belangrijk de bloedsuiker frequenter te meten bij inspanningen, zoals bij een les lichamelijke opvoeding.het is van groot belang dat de bloedglucose gemeten wordt als het kind zich niet goed voelt. Zo kan men controleren of dit te wijten is aan een te hoge of een te lage waarde. 5
7 5. Insulinetoediening De insuline wordt toegediend via een pomp die de insuline bevat die het kind nodig heeft. Het kind heeft een katheter in de buik, de bil of de dij zitten waar een dun kabeltje aanhangt dat leidt naar de pomp waarlangs de insulinetoediening gebeurt. De katheter moet om de 2 à 3 dagen herprikt worden, of vroeger bij problemen. Het is belangrijk dat het kind de pomp altijd bij zich draagt, er wordt namelijk constant een kleine hoeveelheid insuline afgegeven. Voor de maaltijden dient een insulinebolus toegediend te worden door de pomp te bedienen. Tijdens contactsporten of zwemmen mag de pomp maximum 1 uur afgekoppeld worden. Samen met de leerkracht, ouder(s) en eventueel de kinderdiabetesverpleegkundige wordt gekeken in hoeverre het kind zelfstandig de noodzakelijke handelingen kan verrichten. Overleg dus zeker met de ouders wat er van u verwacht wordt en wat het kind zelf al kan, eventueel onder uw toezicht. 6
8 6. Hypo-glycemie a. Definitie Bij een hypo is er te weinig suiker in het bloed. We spreken van een hypoglycemie als de bloedsuiker lager is dan 65 mg/dl. b. Oorzaken De meest voorkomende oorzaken van een hypo zijn: Te weinig of te laat eten van koolhydraten Te veel insuline toegediend Meer beweging dan anders... c. Verschijnselen Niet al deze symptomen zijn bij iedereen aanwezig. Naarmate u het kind beter leert kennen, gaat u weten welke zijn of haar specifieke symptomen zijn. Vraag ook zeker aan de ouders welk symptoom u bij hun kind zeker in het oog moet houden. 7
9 d. Behandeling Wanneer uit de bloedsuikermeting blijkt dat de bloedglucose te laag is, moeten er snelwerkende koolhydraten zoals frisdrank (geen light) of druivensuiker gegeven worden. Na 10 minuten moet de bloedglucose opnieuw gemeten worden. Is de waarde nog steeds onder de 65 mg/dl, dan moeten nog eens snelwerkende koolhydraten gegeven worden. Vanaf het moment dat de bloedglucose gestegen is tot boven 65 mg/dl wordt verwacht dat deze stabiel zal blijven. Indien de hypo zich voordoet vlak voor een maaltijd kan het kind, na het toedienen van de snelwerkende koolhydraten en het stabiliseren van de waarde, onmiddellijk eten na het toedienen van de insulinebolus via de pomp. Het is dus belangrijk dat het kind altijd snelle koolhydraten moet kunnen nemen. De exacte hoeveelheden worden best op voorhand besproken met de ouders. Het kan gebeuren dat het kind een zo ernstige hypoglycemie heeft dat hij of zij weigert om te eten of te drinken of hier niet meer toe in staat is. Het kind kan het bewustzijn verliezen of verschijnselen vertonen die lijken op een epileptische aanval. Dwing in dit geval het kind zeker niet om te eten of te drinken want er bestaat een gevaar op verslikking. Het is belangrijk om op dit moment de pomp te stoppen of af te koppelen en de GlucaGen Hypokit of noodspuit (in het oranje doosje) toe te dienen. Het is dus van groot belang dat deze noodspuit altijd binnen handbereik is, dus vergeet deze niet bij uitstappen! Indien er een dokter of ambulance wordt gebeld is het belangrijk om te vermelden dat het om een diabetespatiënt gaat. 8
10 Het inspuiten van de Glucagen Hypokit is een noodmiddel om het kind vlug terug tot bewustzijn te brengen. Glucagon is een hormoon dat op een snelle manier suiker in de bloedbaan brengt. Het heeft dus de tegenovergestelde werking van insuline. Eerst moet de bescherming van de flacon met poeder verwijderd worden. De volledige vloeistof moet in de flacon gespoten worden. Het is zeer belangrijk dat men de naald in de flacon laat steken. Men moet lichtjes met de flacon schudden totdat het glucagenpoeder volledig opgelost is tot een heldere oplossing. Het is zeer belangrijk dat men de naald in de flacon laat steken. De volledige vloeistof moet uit de flacon gezogen worden in de spuit. Opmerking: een halve flacon voor kinderen onder de 25 kg volledige flacon indien meer dan 25 kg Verwijder de lucht uit de spuit. Dan is de spuit klaar om de injectie te zetten. De injectie moet in een spier gebeuren. De meest gebruikte plaats is de dij maar eigenlijk kan de spuit in iedere spier gezet worden. Na de inspuiting is het belangrijk om 15 minuten te wachten. Indien het kind niet reageert, bel de hulpdiensten. Indien het kind terug bij bewust zijn is, is het belangrijk te handeren zoals hoger beschreven bij een hypoglycemie. 9
11 7. Hyper-glycemie a. Definitie Bij een hyper is er teveel suiker in het bloed. Wij spreken van een hyperglycemie als de bloedsuiker hoger is dan 150 mg/dl voor de maaltijd of hoger dan 180 mg/dl na een maaltijd. Het is normaal dat de bloedsuiker tot enkele uren na de maaltijd hoger is. De insuline is dan nog bezig met het verwerken van de koolhydraten. b. Oorzaken De meest voorkomende oorzaken van een hyperglycemie zijn: Te weinig insuline toegediend Stress Te veel koolhydraten gegeten Ziekte Minder beweging dan voorzien c. Verschijnselen 10
12 d. Behandeling Vochttoediening is zeer belangrijk. Het kind moet de mogelijkheid hebben om water te drinken (geen gesuikerde dranken!). Bij een pompgebruiker moet bij een te hoge bloedsuiker (hoger dan 250 mg/dl), het volledige systeem gecontroleerd worden. Dit wil zeggen: Controleer de insteekopening op roodheid, irritatie, pijn, bloed in de naald of katheter Controleer op lekkage of luchtbellen Controleer of de katheter goed bevestigd is aan de pomp Controleer of er voldoende insuline in de pomp aanwezig is Indien nodig moet een nieuw katheter geplaatst worden of het hele systeem vervangen worden. Hiervoor moeten de ouders gecontacteerd worden. Indien het systeem in orde blijkt te zijn, dient extra insuline toegediend te worden via een insulinebolus en moet er na een uur gecontroleerd worden of dit voldoende is. Indien de bloedsuiker hoger dan 250 mg/dl blijft, dienen de ouders gecontacteerd te worden omdat er ketonen gemeten moeten worden. Hiervoor heeft het kind een speciale ketonenmeter. Ketonen zijn afvalstoffen die gevormd worden als gevolg van een tekort aan insuline. Dit is een levensgevaarlijke situatie. Als de hyperglycemie gepaard gaat met braken en misselijkheid, moet er altijd contact worden opgenomen met de ouders of rechtstreeks met het kinderdiabetesteam. Braken kan een teken zijn van ernstige diabetesontregeling. BRAKEN = BELLEN 11
13 8. Maaltijdmomenten a. Hoofdmaaltijd Handen wassen Bloedglucose meten Koolhydraten zijn thuis berekend met de overeenkomstige hoeveelheid toe te dienen insuline De insulinepomp bedienen en de voorgestelde insulinebolus toedienen De insulinebolus geven voor de maaltijd Eten >>> opmerking: bij kleine kinderen dient er op toegezien te worden dat alles opgegeten wordt b. Tussendoortjes Of er een insulinebolus gegeven moet worden voor een tussendoortje, moet besproken worden met de ouders. Dit is namelijk afhankelijk van wat het kind gaat eten. Voor tussendoortjes die geen of weinig koolhydraten bevatten, zoals groentjes, vlees en kaas hoeft er geen insulinebolus gegeven te worden. c. Traktaties, kookmomenten Het is gepland: er wordt bij voorkeur contact opgenomen met de ouders om praktische afspraken te maken. Zo kan gezocht worden naar een oplossing zodat het kind met diabetes kan meegenieten zoals alle andere kinderen. Het is onverwacht: het kind met diabetes neemt de traktatie mee naar huis als er niet geweten is hoeveel koolhydraten er in de traktatie zitten en er bijgevolg niet berekend kan worden hoeveel insuline gebolust moet worden. Het nadeel is dat het kind hiermee in een uitzonderingspositie komt. Dit moet dus zoveel mogelijk voorkomen worden. 12
14 9. Sport op school Een kind met diabetes kan deelnemen aan alle sportactiviteiten op school. Sport verlaagt meestal de bloedsuikerspiegel. Daarom wordt aangeraden de insulinedosis te verminderen en/of iets extra te eten. Het is belangrijk dat de ouders op de hoogte zijn van het uurrooster zodat ze rekening kunnen houden met de sportactiviteiten en de nodige aanpassingen kunnen doen. Indien er zich dus veranderingen voordoen in het uurrooster dient dit tijdig aan de ouders doorgegeven te worden. Er wordt aangeraden de bloedsuiker altijd te controleren voor een turn- of zwemles begint. Indien nodig moet het kind voor, tijdens of na de sportinspanning altijd in de mogelijkheid zijn om iets te eten. Ook als dit op dat moment voor anderen niet toegelaten is. Bij zwemmen en bij contactsporten wordt de pomp tijdelijk (maximum één uur) afgekoppeld. Onderstaande tabel is een algemene richtlijn die kan helpen de bloedsuikerspiegel op peil te houden bij sport. Let wel op dat met de duur van de inspanning de tijd bedoeld wordt dat er daadwerkelijk bewogen wordt. Wanneer een turn- of zwemles op school dus slechts één lesuur in beslag neemt, wordt best uitgegaan van een duur van 30 minuten. Duur van de inspanning Bloedsuikerwaarde voor aanvang 30 minuten Onder 90 mg/dl Boven 90 mg/dl minuten 1 uur of langer Onder 90 mg/dl Tussen mg/dl Tussen mg/dl Onder 90 mg/dl Tussen mg/dl Tussen mg/dl Extra koolhydraten g of 1 KH-waarde Geen g of 2 3 KH-waarde 15 g of 1 KH-waarde Geen 45 g per uur of 3 KH-waarde g per uur of 2 3 KHwaarde 15 g per uur of 1 KH-waarde 13
15 Voorbeelden van producten die 10 à 15 g koolhydraten of 1 KH-waarde bevatten zijn 1 snede brood, 20 g droge koek (bv. 2 Petit-beurre koekjes) of 1 stuk fruit. Belangrijke tips en regels a. Een kind met diabetes moet altijd in de mogelijkheid zijn om een vingerprik te doen om de bloedsuikerwaarde te bepalen. b. Een kind met diabetes moet altijd de mogelijkheid hebben om te eten of te drinken, ook tijdens de les. c. Een kind met diabetes moet altijd naar huis kunnen bellen indien nodig. d. De leerkracht van een kind met diabetes moet de verschijnselen kennen van een hypoglycemie en weten hoe dit behandeld moet worden. Indien het kind buiten bewustzijn is, mag er geen eten of drinken gegeven worden o.w.v. kans op verslikken. Bel in dit geval 112, ontkoppel de pomp en gebruik indien mogelijk de GlucaGen Hypokit (noodspuit). e. Het is belangrijk dat het materiaal en de voeding die een kind met diabetes nodig kan hebben overal mee naar toegenomen worden, ook naar de sporthal, het zwembad, op schoolreis, f. Zorg ervoor dat er altijd voldoende diabeteshulpmiddelen op school aanwezig zijn (in overleg met de ouders). g. Klasgenoten dienen te weten waarom het kind met diabetes moet prikken, de insulinepomp moet bedienen en soms mag eten of drinken tijdens de les. 14
16 10. Voor meer informatie Geconventioneerd Centrum voor Kinderen en Adolescenten met Diabetes Mellitus Dr. Guy Massa, kinderarts-endocrinoloog Dr. Renate Zeevaert, kinderarts-endocrinoloog Esmiralda Bevilacqua, diabetesverpleegkundige Inge Gys, diabetesverpleegkundige Anniek Op t Eyndt, diabetesverpleegkundige Trui Otte, jeugddiëtiste Sigrid Vanhaesebrouck, jeugddiëtiste Kelly Faust, psychologe Jessa Ziekenhuis Campus Virga Jesse Stadsomvaart 11, 3500 Hasselt Secretariaat Tel: Fax : diabetes.kind@jessazh.be 15
17 Contactgegevens Naam kind:... Klas:... Groep:... Adres: Bij vragen of in geval van nood contact opnemen met ouder(s)/verzorger(s) Naam: Tel:..... Naam: Tel:.... Indien ouder/verzorger niet bereikbaar is bellen naar: kinderarts Naam: Tel:..... Naam: Tel:..... of (kinder)diabetesverpleegkundige Naam: Tel:..... Naam: Tel:..... of huisarts Naam: Tel:.... ALARMNUMMER:. of
Met diabetes naar school
Geconventioneerd Centrum voor Kinderen en Adolescenten met Diabetes Mellitus RIZIV-identificatienummer Centrum: 7.86.712.55 Campus Virga Jesse Stadsomvaart 11, 3500 Hasselt Tel. afspraken: 011 30 98 90
Nadere informatiewww.diabetesopschool.nl
Informatie begeleiding schoolkamp Deze informatie is bestemd voor mensen die een schoolkamp begeleiden waaraan een kind met diabetes deelneemt. Als begeleiders weten hoe zij moeten handelen in bepaalde
Nadere informatieVLAAMSE DIABETESCENTRA VOOR KINDEREN EN ADOLESCENTEN
VLAAMSE DIABETESCENTRA VOOR KINDEREN EN ADOLESCENTEN NAAM KIND:.............. CONTACTNUMMERS Mama..................... Papa....................... Andere..................... Behandelende arts.........
Nadere informatieAfsprakenbrief insulinepen
Afsprakenbrief insulinepen Beste leerkracht en/of begeleider*, Ons kind,, heeft diabetes type 1. Het is belangrijk dat ons kind op school goed begeleid wordt. In bijgaande documenten staat de belangrijkste
Nadere informatieEen kind met diabetes in de klas
Een kind met diabetes in de klas Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Wat is type 1 diabetes? 4 3. Controle van de bloedsuiker 7 4. Voeding 7 5. Inspuitingen 8 6. Hypoglycemie 9 7. Hyperglycemie 16 8. Sportactiviteiten
Nadere informatiewww.diabetesopschool.nl
Afsprakenbrief insulinepomp Beste leerkracht en/of begeleider*, Ons kind,, heeft diabetes type 1. Het is belangrijk dat ons kind op school goed begeleid wordt. In bijgaande documenten staat de belangrijkste
Nadere informatieIk ben voel ziek me niet lekker
Diabetesstrip Ik ben voel ziek me niet lekker Ik voel Ik me ben niet ziek lekker. Ik voel me moe, moet vaak plassen en veel drinken, zie wazig en val af. 2 Gluky heeft diabetes Naar het ziekenhuis Naar
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en intensieve therapie. Algemene informatie voor kind en ouders
Kind met diabetes en intensieve therapie Algemene informatie voor kind en ouders KIND MET DIABETES EN INTENSIEVE THERAPIE ALGEMENE INFORMATIE VOOR KIND EN OUDERS INLEIDING Je bent voor de behandeling van
Nadere informatieEerste hulp bij ketonen
Eerste hulp bij ketonen Wat zijn Ketonen Wat is Keto-Acidose? Bij een tekort aan aanwezige insuline in het lichaam kunnen de koolhydraten of suikers niet in de lichaamscellen. Gevolg is dat het lichaam
Nadere informatieKinderen met diabetes, hoe ga je ermee om?
Kinderen met diabetes, hoe ga je ermee om? Inhoud 1.Begeleiding kind met diabetes vanuit een kinderconventie 4 2.Wat is diabetes? 5 3.Behandeling diabetes type 1 7 4.Glycemie (=bloedsuiker) 14 5.Welk materiaal
Nadere informatieKinderen met diabetes samen onze zorg! vzw Hippo & Friends
Kinderen met diabetes samen onze zorg! vzw Hippo & Friends www.hippoandfriends.com Informatie voor leraren en zorgverleners Leerkrachten en zorgverleners komen waarschijnlijk op een bepaald punt in aanraking
Nadere informatieWat is diabetes en hoe behandel je het?
GIDS VOOR SCHOLEN Wat is diabetes en hoe behandel je het? 1 Wat is diabetes? Diabetes is een levenslange aandoening. Het hebben van diabetes heeft een behoorlijke impact op het dagelijks leven van een
Nadere informatieSCHOOLEDUCATIE DIABETES MELLITUS TYPE I. Informatie voor leerkrachten uit onze voorlichtingsavonden.
SCHOOLEDUCATIE DIABETES MELLITUS TYPE I Informatie voor leerkrachten uit onze voorlichtingsavonden. Welkom Een kind met diabetes in de klas/groep Programma Over Diabeter Wat is Diabetes Mellitus type I
Nadere informatieKinderen met diabetes samen onze zorg! vzw Hippo & Friends
Kinderen met diabetes samen onze zorg! vzw Hippo & Friends www.hippoandfriends.com Naar schatting telt ons land 3.000 jonge diabetespatiënten. Bij kinderen is diabetes één van de meest voorkomende chronische
Nadere informatieDiabetes en ketonen. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op
Diabetes en ketonen Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Mensen met diabetes type 1 hebben een grotere kans op het krijgen van een zogeheten ketoacidose. Bij een
Nadere informatieINFORMATIEVE BROCHURE VOOR SCHOLEN. Wat is diabetes?
INFORMATIEVE BROCHURE VOOR SCHOLEN Wat is diabetes? 1 2 Op elke school in het voortgezet onderwijs zit gemiddeld een leerling met diabetes type 1. Grof geschat hebben zesduizend kinderen tussen de 0 en
Nadere informatiePatiënteninformatie. Diabetische ketoacidose
Patiënteninformatie Diabetische ketoacidose Inhoud Inleiding... 3 Informatie over ziektebeeld diabetische ketoacidose... 3 Leer meer over DKA en bloedketonencontrole... 3 Symptomen... 4 Wie riskeert de
Nadere informatieHypo? De behandeling van hypoglycemie 28/01/2019. Hyperglycemie > 150 mg/dl. Hypoglycemie < 70 mg/dl
De behandeling van hypoglycemie Fabienne Beyaert Hyperglycemie > 150 mg/dl Hypoglycemie < 70 mg/dl Hypo? Hypobrillen: firma BD 1 Afbeelding: diabeter.nl Symptomen: -> indelen in 4 categorieën: - autonome
Nadere informatiePraktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime
Praktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose 3 Bijstelregels 3 Wat te doen bij een hypoglycemie 3 Voorkomen van hypoglycemie bij lichamelijke
Nadere informatieVoedingsadviezen bij twee maal daags insulinegebruik
Voedingsadviezen bij twee maal daags insulinegebruik U heeft diabetes mellitus en gebruikt hiervoor twee maal daags insuline. Deze brochure geeft extra informatie over uw dieet in bijzondere situaties
Nadere informatieSchoolboekje. Insulinepomptherapie
Schoolboekje Insulinepomptherapie Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Wat is type 1 diabetes 4 3. Wat is insulinepomptherapie? 6 4. Glycemiecontrole 7 5. Voeding 8 6. Hypoglycemie 15 7. Hyperglycemie 22 8.
Nadere informatieInformatie diabetes bij kinderen. Afdeling Kindergeneeskunde
Informatie diabetes bij kinderen Afdeling Kindergeneeskunde Beste lezer, Voor je ligt de informatiefolder van het Kinderdiabetesteam van het Waterlandziekenhuis. Deze folder is gemaakt voor kinderen (en
Nadere informatiePraktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime
Praktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose 3 Bijstelregels 3 Wat te doen bij een hypoglycemie? 3 Voorkomen van hypoglycemie bij lichamelijke
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zelfregulatie bij intensieve therapie
Zelfregulatie bij intensieve therapie ZELFREGULATIE BIJ INTENSIEVE THERAPIE INLEIDING Deze folder geeft u algemene richtlijnen over zelfregulatie bij intensieve insulinetherapie. Zelfregulatie is het zelfstandig
Nadere informatieHypoglycemie bij kinderen en adolescenten met diabetes mellitus
Hypoglycemie bij kinderen en adolescenten met diabetes mellitus Dr. G. Massa in samenwerking met de Kinder- en Jeugddiabetesteam Jessa Ziekenhuis Hasselt Hypoglycemie Definitie en voorkomen Oorzaken Symptomen
Nadere informatieDiabetes of suikerziekte
Diabetes of suikerziekte (bron: Weet je voldoende over diabetes - Vlaamse Diabetes Vereniging) SUIKER EN HET MENSELIJK LICHAAM In onze dagelijke voeding zijn tal van koolhydraten (=suikers) aanwezig. Deze
Nadere informatieKampboekje. Insulinepomptherapie
Kampboekje Insulinepomptherapie Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Wat is type 1 diabetes? 4 3. Wat is insulinepomptherapie? 6 4. Glycemiecontrole 7 5. Voeding 8 6. Insulinetoediening 8 7. Hypoglycemie 15
Nadere informatieVoedingsadviezen bij twee maal daags insulinegebruik
Voedingsadviezen bij twee maal daags insulinegebruik U heeft diabetes mellitus en gebruikt hiervoor twee maal daags insuline. Deze brochure geeft extra informatie over uw dieet in bijzondere situaties
Nadere informatieZelfregulatie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!
Zelfregulatie U heft suikerziekte (diabetes mellitus) en gebruikt daarvoor twee of vier maal per dag insuline. In overleg met uw arts heeft u besloten dat u zelf uw diabetes mellitus gaat regelen (zelfregulatie).
Nadere informatieDiabetesvoorlichting FLEXIBELE INSULINETHERAPIE
Diabetesvoorlichting FLEXIBELE INSULINETHERAPIE WAT IS FLEXIBELE INSULINETHERAPIE? Bij flexibele insulinetherapie spuit u vier keer per dag insuline. Een keer langwerkende insuline en drie keer snelwerkende
Nadere informatieEEN LEERLING IN MIJN KLAS HEEFT TYPE 1 DIABETES, WAT NU?
EEN LEERLING IN MIJN KLAS HEEFT TYPE 1 DIABETES, WAT NU? Inhoudsopgave Wat is Type 1 Diabetes?... p. 6 Wat betekent Type 1 Diabetes in de praktijk?... p. 10 Hoe herken ik een te hoge of te lage bloedglucosewaarde?...
Nadere informatieEEN LEERLING IN MIJN KLAS HEEFT TYPE 1 DIABETES, WAT NU?
EEN LEERLING IN MIJN KLAS HEEFT TYPE 1 DIABETES, WAT NU? Inhoudsopgave Wat is Type 1 Diabetes?... p. 6 Wat betekent Type 1 Diabetes in de praktijk?... p. 10 Hoe herken ik een te hoge of te lage bloedglucosewaarde?...
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp
Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp WAT TE DOEN BIJ ONTREGELING VAN EEN KIND MET DIABETES MELLITUS EN EEN INSULINEPOMP INLEIDING Het toedienen van de juiste
Nadere informatieHoofdstuk 4 Hypo- en hyperglycemie
Hoofdstuk 4 Hypo- en hyperglycemie 4.1 Inleiding Normaal gesproken schommelt het bloedglucosegehalte tussen 4 en 8 mmo/l. Bij mensen met Diabetes Mellitus is een waarde tussen de 4 en de 10 mmol/l acceptabel.
Nadere informatieSPREEKBEURT INFORMATIEPAKKET
SPREEKBEURT INFORMATIEPAKKET Inhoud Wat is diabetes?... 2 Soorten diabetes... 3 Hoe herken je diabetes?... 3 Meten... 4 Hypo en hyper... 5 Eten en diabetes... 6 Koolhydraten... 7 Sporten met diabetes...
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zelfregulatie bij pomptherapie
Zelfregulatie bij pomptherapie ZELFREGULATIE BIJ POMPTHERAPIE INLEIDING Deze folder geeft u algemene richtlijnen over zelfregulatie. Zelfregulatie is het zelfstandig aanpassen van de bolusinsuline aan
Nadere informatieHypo- en hyperglycaemie
Hoofdstuk 4 Hypo- en hyperglycaemie 4.1 Inleiding Normaal schommelt het bloedglucosegehalte tussen 4 en 8 mmo/l. Bij mensen met diabetes mellitus is een waarde tussen de 4 en de 10 mmol/l acceptabel. Bij
Nadere informatiePraktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime
Praktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose. 3 Bijstelregels 3 Wat te doen bij een hypoglycemie? 3 Bijstel-schema hypoglycemie 4 Voorkomen
Nadere informatieVoedingsadviezen bij vier maal daags insulinegebruik
Voedingsadviezen bij vier maal daags insulinegebruik U heeft diabetes mellitus en gebruikt hiervoor vier maal daags insuline. Deze brochure geeft extra informatie over uw dieet in bijzondere situaties
Nadere informatieInsulinepomptherapie Adviezen en instructies.
Insulinepomptherapie Adviezen en instructies www.nwz.nl Inhoud Bereikbaarheid diabetesteam 3 Pomp met infusie-set of pod met PDM 4 Hypoglykemie - hypo 4 Hyperglykemie - hyper 5 Wat doet u bij een defecte
Nadere informatieDe poliklinische instelling van de insulinepomp
De poliklinische instelling van de insulinepomp Inleiding. Je hebt Diabetes mellitus en gaat hiervoor een insulinepomp gebruiken. De kinderdiabetesverpleegkundige heeft je informatie gegeven over de instellingsfase
Nadere informatieVoedingsadviezen bij tablet-gereguleerde diabetes mellitus
Voedingsadviezen bij tablet-gereguleerde diabetes mellitus U heeft diabetes mellitus (suikerziekte) en gebruikt hiervoor tabletten. Deze folder geeft informatie over uw dieet in bijzondere situaties en
Nadere informatiePraktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime
Praktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose. 3 Bijstelregels 3 Wat te doen bij een hypoglycemie? 3 Bijregel-schema hypoglycemie 4
Nadere informatieInformatie voor de insulinepompgebruiker
Informatie voor de insulinepompgebruiker Inhoudsopgave Algemene zaken bij gebruik van de insulinepomp blz 3 Hoe te handelen bij een (onverwachte) lage glucose blz 3 Hoe te handelen bij een (onverwachte)
Nadere informatieZelfregulatie voor vrouwen met zwangerschapsdiabetes die één of meerdere malen per dag insuline spuiten
Interne Geneeskunde Diabetes Zelfregulatie voor vrouwen met zwangerschapsdiabetes die één of meerdere malen per dag insuline spuiten i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Deze folder geeft
Nadere informatieDIEET BIJ CF-GERELATEERDE DIABETES. In deze folder vindt u informatie over het Dieet bij CF-gerelateerde Diabetes
DIEET BIJ CF-GERELATEERDE DIABETES In deze folder vindt u informatie over het Dieet bij CF-gerelateerde Diabetes Inhoud 1. Inleiding 3 2. Diabetes bij CF 4 3. Behandeling 4 3.1. Doel van de behandeling
Nadere informatieINFORMATIE OVER DIABETES
INFORMATIE OVER DIABETES 1126 DIABETES MELLITUS In Nederland lijden naar schatting ongeveer 650.000 mensen aan diabetes mellitus (suikerziekte). Van de Nederlandse bevolking heeft 3,9 procent nu of binnenkort
Nadere informatieDiabetes mellitus. Diabetesverpleegkundigen IJsselland Ziekenhuis
Diabetes mellitus Diabetesverpleegkundigen IJsselland Ziekenhuis U hebt te horen gekregen dat u diabetes heeft. Uw internist en diabetesverpleegkundige zullen u veel informatie geven over deze aandoening
Nadere informatieaandacht voor type 1 diabetes
aandacht voor type 1 diabetes Type 1 diabetes, wat is dat? Bij type 1 diabetes maakt het lichaam geen insuline meer aan. Dat brengt de glucosebalans (glucose = suiker) uit evenwicht. Als je type 1 diabetes
Nadere informatieBelangrijke veiligheidsinformatie over dapagliflozine alleen voor diabetes type 1
Belangrijke veiligheidsinformatie over dapagliflozine alleen voor diabetes type 1 Let op bij het gebruik van dapagliflozine. Dapagliflozine is het werkzame bestanddeel in het medicijn. Uw medicijn kan
Nadere informatieInsulinepomptherapie. Adviezen en instructies. gemini-ziekenhuis.nl
Insulinepomptherapie Adviezen en instructies gemini-ziekenhuis.nl Inhoudsopgave Bereikbaarheid diabetesteam 3 Pomp met infusie-set of pod met PDM 3 Hypoglykemie - hypo 4 Hyperglykemie - hyper 4 Geen effect
Nadere informatiePATIËNTEN INFORMATIE. Opstart INSULINE
PATIËNTEN INFORMATIE Opstart INSULINE Beste mevrouw, mijnheer Er werd recent diabetes vastgesteld of heb je dit al een tijdje en start je nu met insuline? In deze brochure krijg je alle informatie die
Nadere informatiePATIËNTENINFORMATIE INFORMATIE BIJ OVERWEGING INSULINEPOMPTHERAPIE
PATIËNTENINFORMATIE INFORMATIE BIJ OVERWEGING INSULINEPOMPTHERAPIE 2 INFORMATIE BIJ OVERWEGING INSULINEPOMPTHERAPIE Algemeen Middels deze folder wil Maasstad Ziekenhuis u informeren over insulinepomptherapie.
Nadere informatieFoodSteps - diabetes in beweging 28/10/2013
FoodSteps - diabetes in beweging Wat is diabetes Symptomen Gevolgen Behandeling 5% van de bevolking heeft diabetes (= 1 op 20) Zuid West-Vlaanderen: 15 000 Verwachting komende jaar: x 2 (= 1 op 10) Pancreas
Nadere informatieHeb je na het lezen van het boekje nog vragen? Stel die vragen dan aan je ouders, de kinderarts of de kinderdiabetesverpleegkundige.
Wat moet je doen bij een hypo of hyper? Deze folder is geschreven voor kinderen met diabetes en hun ouders/ verzorgers. Als je diabetes hebt, dan zijn er een aantal belangrijke regels waar je naar moet
Nadere informatieInformatieboekje Openluchtklassen Op kamp
Informatieboekje Openluchtklassen Op kamp Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Wat is type 1 diabetes? 4 3. Behandeling 6 3.1 Inspuitingen 7 3.2 Voeding 8 3.3 Zelfcontrole 8 4. Hypoglycemie 9 5. Hyperglycemie
Nadere informatieHoe kan ik voorkomen dat er ketonen ontstaan? Er zijn een aantal dingen die u kunt doen om te helpen verhoogde ketonenniveaus en DKA te voorkomen:
Ketonen en diabetes Wat zijn ketonen? Ketonen zijn een bepaald type zuur. Ketonen blijven over wanneer het lichaam een deel van zijn eigen vet verbrandt, dit gebeurt als er niet genoeg glucose aanwezig
Nadere informatieDiabetes type 1 en sport
Diabetes type 1 en sport informatie voor kinderen tussen de 12 en 18 jaar afdeling diëtetiek Het beoefenen van sport is goed voor iedereen, dus ook voor jou. Het is wel belangrijk om goed op te letten
Nadere informatieVOEDINGS- EN DIEETVOORLICHTING. Diabetes Mellitus. Zeker als u ons nodig heeft
VOEDINGS- EN DIEETVOORLICHTING Diabetes Mellitus Zeker als u ons nodig heeft THUISZORG De Friese Wouden JEUGDGEZONDHEIDSZORG KRAAMZORG VOEDINGS- EN DIEETVOORLICHTING Diabetes Mellitus In deze folder vindt
Nadere informatie5 méér doen! Maatregelen: 6 7
Wat moet je doen bij een hypo of hyper? Deze folder is geschreven voor kinderen met diabetes en hun ouders/verzorgers. Als je diabetes hebt, zijn er een aantal belangrijke regels waar je naar moet handelen
Nadere informatieZelfregulatieschema voor intensieve insulinetherapie
Zelfregulatieschema voor intensieve insulinetherapie Bij elke controle bij de diabetesverpleegkundige meebrengen DATUM: BASISSCHEMA Voor ontbijt Voor lunch Voor diner Eenheden Insuline 0 Kortwerkend (KW):
Nadere informatiePraktische adviezen bij een 1 maal daags insulineregime
Praktische adviezen bij een 1 maal daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose 3 Wat te doen bij een hypo (
Nadere informatieDiabetes Mellitus Type 1. Informatie over diabetes voor kinderen van de basisschool
Diabetes Mellitus Type 1 Informatie over diabetes voor kinderen van de basisschool 1 Hallo! Dit boekje is geschreven voor kinderen op de basisschool die diabetes hebben en voor hun ouders. Hierin vind
Nadere informatieInsulinepomptherapie: werking en gebruik van de pomp
Insulinepomptherapie: werking en gebruik van de pomp informatie voor patiënten Inleiding 3 Werking 4 De rol van insuline in ons lichaam Werking van de pancreas Werking van de insulinepomp Hyperglycemie
Nadere informatieMIJN KLEINKIND HEEFT TYPE 1 DIABETES, WAT NU?
MIJN KLEINKIND HEEFT TYPE 1 DIABETES, WAT NU? Inhoudsopgave Wat is Type 1 Diabetes?... p. 6 Wat betekent Type 1 Diabetes in de praktijk?... p. 10 Kan mijn kleinkind dan nog wel langskomen of komen logeren?...
Nadere informatieOvermatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de. hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het
SUIKERZIEKTE Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het lichaam. U kunt hierbij denken aan slecht functionerende
Nadere informatieInsulinepomp- therapie bij kinderen
Insulinepomp- therapie bij kinderen Algemene informatie voor ouders en kind Insulinepomptherapie Insulinepomptherapie is één van de behandelmethodes van diabetes mellitus. Het moet gezien worden als een
Nadere informatieSporten met diabetes
Sporten met diabetes Inleiding Sport en beweging hebben invloed op de bloedsuikerwaarden. Voor iedereen is de invloed hiervan op de diabetesregulatie anders. In deze folder leest u een aantal basisadviezen
Nadere informatieMIJN KLEINKIND HEEFT TYPE 1 DIABETES, WAT NU?
MIJN KLEINKIND HEEFT TYPE 1 DIABETES, WAT NU? Inhoudsopgave Wat is Type 1 Diabetes?... p. 6 Wat betekent Type 1 Diabetes in de praktijk?... p. 10 Kan mijn kleinkind dan nog wel langskomen of komen logeren?...
Nadere informatieZwangerschapsdiabetes
Zwangerschapsdiabetes In deze folder krijgt u informatie over zwangerschapsdiabetes. Deze vorm van diabetes kan bij vrouwen ontstaan tijdens de zwangerschap, meestal rondom de 20e week. Als je zwanger
Nadere informatieTips voor een goede spreekbeurt
Diabetes?! Een spreekbeurt die je alles vertelt over diabetes: Wat is het? Hoe ontstaat het? En vooral ook: Wat betekent het voor jou, je broer, zus, vader of moeder. Tips voor een goede spreekbeurt Vertel
Nadere informatieZwangerschapsdiabetes
Zwangerschapsdiabetes In deze folder krijgt u informatie over zwangerschapsdiabetes. Deze vorm van diabetes kan bij vrouwen ontstaan tijdens de zwangerschap, meestal rondom de 20e week. Hoe ontstaat zwangerschapsdiabetes
Nadere informatieINSULINEPOMP OMNIPOD. Het infuussysteem:
INSULINEPOMP OMNIPOD De insulinepomp Het Omnipod systeem bestaat uit 2 delen, nl de pod en een Personal Diabetes Manager (hierna genoemd als PDM) De PDM is tevens de bloedsuikermeter. In de pod zit een
Nadere informatieWat je moet weten over je insulinepomp
Wat je moet weten over je insulinepomp gemini-ziekenhuis.nl Inhoudsopgave Hoe kun je de diabetesverpleegkundige en dokter bereiken? 3 Pomp met infusie-set of pod met PDM 4 Zo verwissel je de infusie-set,
Nadere informatieZwangerschapsdiabetes EEN BEKNOPT OVERZICHT VOOR PATIËNTEN
Zwangerschapsdiabetes EEN BEKNOPT OVERZICHT VOOR PATIËNTEN INHOUD Ontstaan zwangerschapsdiabetes pg 4 Diagnose pg 4 Behandeling pg 5 Glucosemeting pg 6 Zelfcontrole pg 6 Streefwaarden pg 7 Hypoglycemie
Nadere informatieZwangerschapsdiabetes. Diabetesteam IJsselland Ziekenhuis
Zwangerschapsdiabetes Diabetesteam IJsselland Ziekenhuis Zwangerschapsdiabetes ontstaat tijdens de zwangerschap; meestal rondom de 30 e week. Wat is zwangerschapsdiabetes? Bij diabetes is het glucosegehalte
Nadere informatieINSULINEPOMP MEDTRONIC (Smart Guard 640G)
INSULINEPOMP MEDTRONIC (Smart Guard 640G) 1. De insulinepomp Een insulinepomp is een klein, draagbaar apparaatje dat 24 uur per dag snelwerkende insuline afgeeft. Het heeft ongeveer de afmetingen van een
Nadere informatieDiabetespatiënt. adviezen na een hernia-operatie. leefregels bij gebruik van insulinepomp. ZorgSaam
Diabetespatiënt adviezen na een hernia-operatie leefregels bij gebruik van insulinepomp ZorgSaam 1 2 Leefregels bij het gebruik van een insulinepomp Wat u moet weten bij insulinepomptherapie. U heeft van
Nadere informatieHandleiding voor de insulinepomp Voor kinderen
Handleiding voor de insulinepomp Voor kinderen Albert Schweitzer ziekenhuis maart 2013 pavo 0953 Inleiding Jij gaat starten met je insulinepomptherapie. Je hebt inmiddels al veel informatie en adviezen
Nadere informatieVoor overleg met het Diabetesteam kunt u op werkdagen contact opnemen met: Tussen uur en uur en uur en uur
DIABETES DAGBOEK E I G E N A A R D I A B E T E S D A G B O E K Naam Adres Contactpersoon Telefoon E-mail O V E R L E G Voor overleg met het Diabetesteam kunt u op werkdagen contact opnemen met: Naam huisarts
Nadere informatieToptips. Diabetes OP DE SCHOOLBANKEN
Toptips Diabetes OP DE SCHOOLBANKEN Intro Overstappen naar de middelbare school betekent een nieuwe fase in je leven. De één kijkt er reikhalzend naar uit, de ander is een beetje bang voor het onbekende.
Nadere informatieInsulinepomp- therapie bij kinderen
Insulinepomp- therapie bij kinderen Algemene informatie voor ouders en kind Insulinepomptherapie Insulinepomptherapie is één van de behandelmethodes van diabetes mellitus. Het moet gezien worden als een
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en insulinepomp. Algemene informatie voor kind en ouders
Kind met diabetes en insulinepomp Algemene informatie voor kind en ouders KIND MET DIABETES EN INSULINEPOMP ALGEMENE INFORMATIE VOOR KIND EN OUDERS INLEIDING Een insulinepomp is een apparaatje dat gebruikt
Nadere informatieDiabetesvoorlichting Flexibele Insuline Therapie
Diabetesvoorlichting Flexibele Insuline Therapie (met Humalog of Novorapid als maaltijdinsuline) Voordelen van Flexibele insuline therapie Er wordt een natuurlijk ritme nagestreefd van extra insuline aanbod
Nadere informatieEEN GEZONDE LEVENSSTIJL AANNEMEN
EEN GEZONDE LEVENSSTIJL AANNEMEN Eet gezond en gevarieerd Vermijd overgewicht Beweeg voldoende Stop met roken en beperk alcoholgebruik www.diabetescoach.be EEN GEZONDE LEVENSSTIJL AANNEMEN Een gezonde
Nadere informatiePatiënteninformatie Interne geneeskunde. Zwangerschapsdiabetes
Patiënteninformatie Interne geneeskunde Zwangerschapsdiabetes Zwangerschapsdiabetes (zwangerschapssuikerziekte) wordt ook wel Diabetes Gravidarum genoemd. Als een vrouw deze vorm van diabetes krijgt, gebeurt
Nadere informatieAandachtspunten bij pompgebruik.
Aandachtspunten bij pompgebruik. 1. Algemeen. Zorg er altijd voor een noodkit bij te hebben met daarin het volgende: Reservekatheter, reservespuit, reservenaald, serter, reservebatterijen en insuline voor
Nadere informatieEDUCATIE DIABETES MELLITUS TYPE 1 BIJ KINDEREN
Kinderdiabetesteam EDUCATIE DIABETES MELLITUS TYPE 1 BIJ KINDEREN Wat moet ik weten over mijn diabetes? Les 1 : Wat is diabetes en vingerprik Les 2 : Insulinewerking en insulinetoediening Les 3 : Hypoglycemie
Nadere informatieInterne geneeskunde. Zwangerschapsdiabetes
Interne geneeskunde Zwangerschapsdiabetes Inhoudsopgave Inleiding 5 Wat is zwangerschapsdiabetes? 6 Hoe ontstaat zwangerschapsdiabetes? 6 Gevolgen van zwangerschapsdiabetes 7 Behandeling tijdens de zwangerschap
Nadere informatieInformatie voor omnipodgebruikers
Informatie voor omnipodgebruikers Deze folder bevat praktische informatie voor de omnipod-gebruiker. Met het woord pod in deze folder bedoelen we het apparaatje (insulinereservoir, canule en pomp ineen)
Nadere informatieDiabetes mellitus. De behandeling van diabetes mellitus
Diabetes mellitus Diabetes mellitus (suikerziekte) is een ziekte van de stofwisseling; hierbij zit er te veel glucose in het bloed Dat kan twee oorzaken hebben: bil type 1 diabetes maakt het lichaam niet
Nadere informatieZelfcontrole bij diabetes
Zelfcontrole bij diabetes Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding De arts heeft met u gesproken over het belang om zelf uw bloedglucosewaarden te controleren en zo nodig
Nadere informatieDiabetes bij kinderen: behandeling en instructies
Diabetes bij kinderen: behandeling en instructies Als uw kind de diagnose diabetes heeft gekregen, heeft dit grote invloed op zijn dagelijkse leven. Zo zal uw kind zijn bloedglucose moeten meten, insuline
Nadere informatieInformatie voor de omnipodgebruiker
Informatie voor de omnipodgebruiker Inhoudsopgave Informatie voor de omnipodgebruiker blz 3 Hoe te handelen bij een (onverwachte) lage glucose blz 4 Hoe te handelen bij een (onverwachte) hoge glucose blz
Nadere informatiePatiënteninformatie over ernstige primaire IGF-1-deficiëntie en hoe Increlex daarbij kan helpen
Ipsen Endocrinologie Increlex (injectie met mecasermine [rdna-herkomst]) Patiënteninformatie over ernstige primaire IGF-1-deficiëntie en hoe Increlex daarbij kan helpen Voorlichtingsfolder zoals beschreven
Nadere informatieMaak kennis met het diabetesteam van Maasziekenhuis Pantein
Maak kennis met het diabetesteam van Maasziekenhuis Pantein Diabetes mellitus (kortweg diabetes) is een chronische ziekte. Dat betekent dat u voor langere tijd voor deze ziekte behandeld moet worden. Bij
Nadere informatie