Ademhalingsoefeningen voor kinderen tot 12 jaar met NMA

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ademhalingsoefeningen voor kinderen tot 12 jaar met NMA"

Transcriptie

1 Hogeschool van Amsterdam ASHP, opleiding Fysiotherapie Ademhalingsoefeningen voor kinderen tot 12 jaar met NMA Beroepsopdracht van: Serpil Telli Nikki van der Veldt Begeleider: Francien van Hoeve Opdrachtgever: Heliomare, Lex Bruinink Plaats/ datum: Amsterdam, 18 juni 2009

2 2

3 Voorwoord Voor u ligt de scriptie Ademhalingsspelletjes voor kinderen tot 12 jaar met NMA. Dit is geschreven voor (kinder)fysiotherapeuten die in aanraking komen met deze doelgroep, met name voor de kinderafdeling fysiotherapie van Heliomare. Er bleek interesse te zijn in dit onderwerp en dat is dan ook de reden dat wij hiermee aan de slag zijn gegaan. We hopen dat deze scriptie gebruikt kan worden door Heliomare. We willen iedereen en in het bijzonder Lex Bruinink, onze opdrachtgever, en Francien van Hoeve, onze begeleidster, bedanken die ons geholpen heeft bij het tot stand komen van deze scriptie. Juni 2009 Serpil Telli Nikki van der Veldt 3

4 Inleiding Kinderen met neuromusculaire aandoeningen, waaronder Duchenne en Becker spierdystrofie en spinale musculaire atrofie, krijgen in bepaalde levensstadia met ademhalingsproblemen te maken. Deze problemen kunnen met behulp van fysiotherapie enigszins onderhouden worden. Het is tot nu toe nog onbekend welke ademhalingshulpmiddelen en oefeningen daadwerkelijk effectief en betrouwbaar zijn voor gebruik tijdens en na de therapie bij een dergelijk jong kind met NMA. Wij willen hier graag wat duidelijkheid in brengen. Naar aanleiding hiervan is de volgende vraagstelling opgesteld: Op welke wijze kunnen de hulpmiddelen voor ademhalingsoefeningen, gebruikmakend van de onderzochte effectiviteit van de hulpmiddelen een bijdrage leveren aan verminderde klachten bij de ademhaling van kinderen tot 12 jaar met ademhalingsproblematiek, veroorzaakt door neuromusculaire aandoeningen? Aan het einde van de beroepsopdracht hebben wij een overzicht gemaakt van betrouwbare en valide hulpmiddelen ter ondersteuning van ademhalingsoefeningen voor kinderen tot 12 jaar met ademhalingsproblematiek, veroorzaakt door een neuromusculaire aandoening, die toegepast kunnen worden in Heliomare. Eerst wordt er een korte beschrijving gegeven over de anatomie, fysiologie, pathologie en pathofysiologie. Aan de hand van een literatuurstudie bekijken we welke trainingen de betrouwbaarste verbeteringen opleveren: trainen van inspiratie spierkracht, expiratie spierkracht, sputummobilisatie, adempatroon, ademvoorwaarden en/ of inspanningstolerantie. De spelletjes worden uitgezocht aan de hand van gevonden literatuur. Wij hebben een overzicht gemaakt van hulpmiddelen en spelletjes die gebruikt kunnen worden voor de training van de ademhaling. In de bijlage is per spel en hulpmiddel beschreven wat de kosten zijn, hoe de uitvoering is, het aantal herhalingen en frequentie en de evidentie van deze producten. 4

5 Inhoudsopgave Voorwoord...3 Inleiding...4 Hoofdstuk Epidemiologie...7 Duchenne spierdystrofie (DMD)...7 Becker spierdystrofie...7 Spinale Musculaire Atrofie (SMA, proximaal)...7 Heliomare Anatomie van de ademhaling...8 De ademhaling Fysiologie...9 Wat is het verschil in ademhaling tussen een volwassene en een kind? Pathologie...9 Wat is het verschil in ademhaling tussen een gezond kind en een kind met een spierziekte?...9 Ademfrequentie...10 Adempatroon...10 Sputummobilisatie Pathofysiologie...10 Welke spierziekten zijn er en welke hebben de meeste invloed op de ademhaling?...10 Waarom hebben kinderen met spierziekten moeite met de ademhaling?...11 Hoofdstuk Training van de ademhalingsspieren Training van de inspiratiespieren...12 Contra-indicaties Training van de expiratiespieren Sputummobilisatie...14 Manuele technieken...14 Mechanische technieken...14 Mucus mobilisatie apparaten...14 Mucustransport...14 Verminderde hoestkracht...14 Hoesttechnieken...14 Huffen...15 Huffen met manuele compressie door het kind zelf...15 Huffen met manuele compressie door de fysiotherapeut...15 Inspanning...15 Houdingsdrainage...15 Contra- indicaties houdingsdrainage...16 ACBT Verbeteren adempatroon...16 Ademhalingscontrole...16 Diepe ademhalingstechnieken Verbeteren ademvoorwaarden...17 Kikkeren (glossopharyngeal breathing, GPB)...18 Indicaties voor het kikkeren Verbeteren inspanningstolerantie...18 Conclusie Discussie Conclusie

6 Hoofdstuk Algemeen...21 Inspiratie spierkracht...21 Sputumopgave...21 Adempatroon (diafragma)...22 Thorax mobiliteit (kikkeren) Discussie Conclusie Aanbeveling...22 Terminologie...24 Literatuurlijst...26 Bijlage 1 Overzicht spelletjes en hulpmiddelen...29 Bijlage 2 Verantwoording...35 Bijlage 3 Wetenschappelijke artikelen

7 Hoofdstuk Epidemiologie Duchenne spierdystrofie (DMD) Duchenne spierdystrofie manifesteert zich bij ongeveer 1 op de 4000 (= prevalentie) jongens die in Nederland geboren worden. Deze spierziekte wordt veroorzaakt door een beschadiging of mutatie van het Duchenne- of dystrofine gen die gelokaliseerd is op het X- chromosoom (Xp21). Omdat Duchenne spierdystrofie (DMD) door de moeder wordt overgedragen, hebben zonen van een draagster 50% kans om de ziekte te krijgen en dochters 50% kans om zelf draagster te worden. De spierziekte treedt in 30% van de gevallen spontaan op. Er is dan sprake van een mutatie in het erfelijke materiaal die pas na de bevruchting is ontstaan en weer overgedragen kan worden aan het nageslacht. (24) Van de patiënten met de spierziekte DMD overlijdt 53% tot 90% door ademhalingsproblemen. (26-27) Becker spierdystrofie Bij deze vorm van spierdystrofie is de incidentie niet goed bekend. Wel weten we dat voor de ernstige vormen deze bij mannen 1 op is. Ook in het geval van Becker is er sprake van een geslachtsgebonden overerving wat hetzelfde gen betreft als bij Duchenne. Maar in tegenstelling tot het dystrofine- eiwit dat bij de ziekte van Duchenne (bijna) geheel ontbreekt, is dit bij Becker slechts defect. (24) Spinale Musculaire Atrofie (SMA, proximaal) Er zijn drie vormen van SMA die een eigen ziektebeloop hebben. Wel tonen ze een grote overlap van de ernstigste vorm (ziekte van Werdnig- Hoffmann) tot aan de mildere vorm (ziekte van Kugelberg- Welander). Er is sprake van een scala aan klinische beelden die alle veroorzaakt worden door een genmutatie welke gelegen is op het 5 e chromosoom. Van alle drie typen SMA samen is de incidentie 10 tot 20 op pasgeborenen. (24) Heliomare In het basisonderwijs zitten er op dit moment 9 kinderen met neuromusculaire aandoeningen (NMA), waarvan 3 meisjes. In het voortgezet speciaal onderwijs is dit aantal 18, waarvan 4 meisjes. Gemiddeld worden er in Heliomare, locatie Beverwijk en Wijk aan Zee, per jaar 8 kinderen met NMA aangemeld. Ongeveer de helft hiervan heeft de diagnose Duchenne spierdystrofie. Eén op de acht kinderen heeft spinale spieratrofie (type 2). Een klein, nog onbekend aantal, heeft Becker spierdystrofie (Heliomare, 2009). 7

8 1.2 Anatomie van de ademhaling De ademhaling Een ademhaling bestaat uit een inspiratie (inademing) en een expiratie (uitademing). Tijdens een inspiratie komt er lucht door de neus binnen en gaat naar de trachea. Daar gaat het de longen in. De longen bestaan uit de bronchii, de bronchiolen (vertakkingen van de bronchii), de alveoli (longblaasjes). (19) De normale ademhalingsfrequentie van een volwassene ligt gemiddeld op 20 per minuut. Bij de inspiratie wordt de borstholte verwijd in alle richtingen. Dit gaat gepaard met een vergroting van het volume van de longen, waardoor lucht van buitenaf wordt aangezogen. Bij de expiratie wordt het volume van de longen weer kleiner. Terwijl de verwijding van de borstholte actief door spierwerking ontstaat, komt de uitademing overwegend passief tot stand door de elasticiteit van de longen, het kraakbeen van de ribben en buikwand. (19) Bij een inspiratie in rust worden het diafragma en de buitenste tussenribspieren gebruikt. Bij belasting werken ook de mm. scaleni en de m. sternocleidomastoïdeus mee aan de inspiratie. Bij een expiratie in rust worden er geen expiratiespieren gebruikt. Tijdens inspanning worden de binnenste tussenribspieren en de buikspieren gebruikt. (18) Via de alveoli kan zuurstof aan de bloedbaan worden afgegeven en kan koolstofdioxide worden opgenomen vanuit de bloedbaan in de luchtwegen. Op deze manier kan worden uitgeademd. De sterkste toename van het aantal alveoli vindt plaats in de eerste 5-7 levensjaren. Vanaf die leeftijd ligt het aantal alveoli dan vast en bij groei nemen alleen de dimensies toe. Een kind dat op jonge leeftijd een ziekte had van het respiratoire systeem, heeft een grote kans om schade op te lopen wat betreft het aantal alveoli en de omvang hiervan. (12) Figuur 1: De werking van de ademhaling. (23) 8

9 1.3 Fysiologie Wat is het verschil in ademhaling tussen een volwassene en een kind? Gezien de anatomie/ fysiologie van de ademhaling bestaan er dusdanige verschillen tussen kinderen en volwassenen. Bij onderzoek valt als eerste het verschil in ademfrequentie op. Bij een pasgeborene is deze en bij een zuigeling/kleuter (12) Tussen een ouder kind en een volwassene is er nauwelijks verschil; de ademfrequentie is bij beiden gemiddeld 20 per minuut. (19) In de eerste 6 maanden van hun levensjaar hebben zuigelingen een neusademhaling. Hierdoor wordt de ingeademde lucht verwarmd en bevochtigd en worden verontreinigingen deels weggevangen. Daarnaast is er in het bijzonder bij zuigelingen sprake van een diafragmale ademhaling. Dit betekent dat de ribben een horizontale stand vertonen. Op het moment dat een kind pas kan zitten en kan staan, gaan de ribben een meer verticale stand vertonen. Dit leidt dan weer tot een verandering van de bewegingsrichting van de ribben. Enerzijds is de fysiologische hoogstand van de ribben gunstig om de longen in een inspiratiestand te houden, anderzijds is er weinig ruimte om de inspiratie in volume te doen toenemen. Er bestaat ook nog een ander verschil tussen zuigelingen en oudere kinderen. Bij zuigelingen bestaat de thorax nog voornamelijk uit kraakbeen. Dit betekent dat er weinig stabiliteit is en er treden sneller intrekkingen op bij een versnelde ademarbeid. Hierdoor kan het sternum zelfs naar binnen trekken. (12) Gekeken naar bijvoorbeeld de diameter van de luchtwegen is deze bij zuigelingen en jongere kinderen 3 maal zo klein als bij een volwassen persoon. Dit betekent dan ook dat bij een kleine obstructie van de grotere luchtwegen dit een veel groter gevolg heeft voor de doorstroom in de luchtwegen. Ook al neemt de diameter van de luchtwegen in de loop van de ontwikkeling toe, de stroming in de perifere luchtwegen blijft laag. Deze kunnen helaas niet met fysiotherapeutische technieken behandeld worden. (12) In de eerste 5 jaar ontstaan er in de luchtwegen verbindingen tussen de alveoli onderling, de bronchioli onderling en tussen de alveoli en de bronchioli; ook wel collaterale luchtwegen genoemd. Deze verbindingen bieden de mogelijkheid om bij afsluiting van een normale luchtweg toch voldoende ventilatie in de achterliggende longgedeelten tot stand te brengen. Omdat deze mogelijkheid bij jonge kinderen ontbreekt, hebben zij o.a. een vergrote kans op het ontstaan van atelectasen. (12) 1.4 Pathologie Wat is het verschil in ademhaling tussen een gezond kind en een kind met een spierziekte? Bij kinderen met een neuromusculaire aandoening is de beperking van de ademspierfunctie verantwoordelijk voor de afname van longfunctie en kan uiteindelijk zorgen voor respiratoire insufficiëntie door de verminderde kracht van de expiratiespieren en de verminderde mogelijkheid om voldoende lucht in te ademen. (9) Dit leidt dan weer tot verdere vermindering van de hoestkracht, het aantal zuchten en de elasticiteit van de thorax. (10-11) De aangrijpingspunten op pulmonaal gebied liggen dan ook voornamelijk bij de ademspierkracht en sputumretentie. (12) Bij kinderen met een spierziekte is de hartfrequentie in rust en tijdens rustige activiteiten hoger in vergelijking met gezonde kinderen. De hartfrequentiestijging tijdens inspanning is daarentegen aanzienlijk lager in vergelijking met gezonde kinderen. (40) 9

10 Bij kinderen met Duchenne spierdystrofie staan spierzwakte van diafragma en de buik- en intercostale spieren op de voorgrond. Het adempatroon wordt oppervlakkiger, maar blijft nog steeds normaal. Bij kinderen met spinale spieratrofie staat, in tegenstelling tot Duchenne, zwakte van de thoraxspieren op de voorgrond. Dit leidt weer tot een paradoxale ademhaling bij deze kinderen. (12) De hoofdproblemen aangaande de ademhaling bij NMA zijn: - een beperkende longaandoening wegens verminderde inspiratiekracht en aanwezigheid van thoraxdeformiteiten, zoals een scoliose; - niet- productieve hoest wegens verminderde expiratiekracht en obstructieve afwijkingen; - aspiraties. (12) Ademfrequentie Bij aandoeningen van het respiratoire systeem bij NMA zal het kind als eerste signaal een verhoging van de ademfrequentie tonen. De normale ademfrequentie bij een zuigeling/ kleuter ligt op en bij een ouder kind op per minuut. In algemene zin is er bij kinderen sprake van een verhoging van de ademfrequentie indien deze meer dan 40% boven de normaalwaarde voor gewicht en leeftijd is. (12) Adempatroon Indien er sprake is van een obstructie in de luchtwegen, verandert het adempatroon van een voornamelijk costodiafragmaal naar een costosternaal patroon welke veel energie kost. Toch is dit een fysiologisch aanpassingsmechanisme van het lichaam waar verder niets aan gedaan moet worden. Op het moment dat de obstructie vermindert, verandert het ademhalingspatroon namelijk veelal weer in een costodiafragmaal patroon. (12) Sputummobilisatie Bij mucustransport zijn de twee belangrijkste mechanismen de mucociliaire werking en de expiratoire luchtstroom. De mucociliaire werking kan worden verbeterd door de invloed van de zwaartekracht. Deze werkt waarschijnlijk alleen effectief op de mucociliaire klaring indien er sprake is van veel en dun sputum. In tegenstelling tot kinderen met een spierziekte heeft de zwaartekracht bij gezonde mensen nauwelijks invloed op de mucociliaire werking. (12) 1.5 Pathofysiologie Welke spierziekten zijn er en welke hebben de meeste invloed op de ademhaling? Er zijn zo n honderd spierziekten bekend. Wij zullen ons richten op Duchenne en Becker spierdystrofie en spinale spieratrofie. Hiervoor is gekozen, omdat dit de meest voorkomende aandoeningen zijn in Heliomare waarbij de ademhaling een probleem vormt bij kinderen. De ziekte van Duchenne is een progressieve spierziekte en deze kinderen hebben op jonge leeftijd nog weinig ademhalingsproblemen. Een kind met Duchenne belandt gemiddeld op jarige leeftijd in een rolstoel. Op dit moment vermindert de inspanning en worden de in- en expiratie spieren steeds meer aangetast. Een daarbij komende scoliose leidt ook vaak tot beperkingen in de ademhaling. (20) De ziekte van Becker is over het algemeen milder dan Duchenne en kan op verschillende leeftijden tot uiting komen. De eerste symptomen kunnen zich tussen het 5 e en het 30 e levensjaar openbaren. In enkele gevallen belandt iemand met Becker tussen de jaar in een rolstoel, maar meestal is dit pas op latere leeftijd. (20) 10

11 Spinale spieratrofie is onder te verdelen in drie typen. Type 1 (Werdnig-Hoffmann) komt voor bij baby s; dit is het ernstigste type. Deze kinderen worden meestal niet ouder dan twee jaar. Vaak overlijden zij aan hypoventilatie. Bij een type 2 zal het kind wel in staat zijn om te zitten, maar zal hij nooit kunnen lopen of kruipen. Op termijn zullen er ademhalingsproblemen ontstaan. Type 3 (Wohlfart-Kugelberg-Welander) is een lichtere vorm van SMA. Dit wordt soms pas op volwassen leeftijd ernstig, de levensverwachting is normaal. De ademhaling kan een probleem vormen, maar hoeft niet. (20) Voor ons zijn voornamelijk interessant de kinderen met Duchenne, Becker en spinale spieratrofie type 2, omdat deze binnen onze doelgroep vallen. Waarom hebben kinderen met spierziekten moeite met de ademhaling? Ademhalingsproblemen bij de ziekte van Duchenne, Becker en spinale spieratrofie worden voornamelijk door progressieve intercostale en diafragmale spierzwakte veroorzaakt. Dit wordt vaak gecompliceerd door een scoliose. (33) De longinhoud wordt kleiner bij een scoliose. Daarnaast ontstaat er door de verminderde kracht tijdens de ademhaling een grote kans op een pneumonie. (12) Bij patiënten met NMA is spierzwakte slechts één van de oorzaken van het falen van de adempomp. De ventilatoire reserve en de mogelijkheid om effectief te hoesten worden erdoor gecompromitteerd. Omdat de ademhalingsspierzwakte vaak vergezeld wordt door atrofie, fibrose en verkorting, ontstaan uiteindelijk contracturen van de ademspieren met een verhoogde elastance. Door deze verstijving van de thoraxwand en door beperking van inspiratoire en expiratoire drukken, raakt de vitale capaciteit (VC) beperkt. Als de VC het teugvolume benadert, benadert de ademarbeid die van maximale minutenventilatie. Energetisch kan dit het best worden volgehouden met een adempatroon dat gekenmerkt wordt door hoge ademfrequentie met kleine teugjes (rapid shallow breathing). Hierbij moet bovendien expiratoire kracht ter verhoging van de expiratoire flow worden gebruikt, waardoor nu extra ademarbeid wordt verricht. (22) 11

12 Hoofdstuk Training van de ademhalingsspieren De rationele gedachte voor het trainen van de ademhalingsspieren bij Duchenne is gebaseerd op de veronderstelling dat verbeterde spierkracht en uithoudingsvermogen bij patiënten zou kunnen leiden tot een verbeterd behoud van de longfunctie in de loop der tijd. Uit sommige studies blijkt dat het effect van training van de ademhalingsspieren bij patiënten met DMD variëren. De een rapporteert verbetering in spierkracht en uithoudingsvermogen en anderen tonen minimale of onbeduidende veranderingen in de prestatie van de ademhalingsspier. (4-5) Bovendien zou de vrijlating van het recentelijk ontdekte protectie mechanisme van stikstofmonoxide in spieren die getraind worden, gebrekkig kunnen zijn bij kinderen met DMD. (6-7) Dit zou potentieel gezien kunnen leiden tot vermeerderde spierbeschadiging gedurende de toepassing van trainingsprotocollen. Daarom kunnen aanbevelingen aangaande ademhalingsspiertraining niet helemaal worden goedgekeurd en zullen verdere studies afgewacht moeten worden. (8) Uit een review waarin 7 artikelen zijn bestudeerd, blijkt dat het trainen van de inspiratie spierkracht en uithoudingsvermogen (UHV) de meeste resultaten oplevert wanneer het kind een zo goed mogelijke ademfunctie heeft. Wanneer er koolstofdioxide wordt vastgehouden in het lichaam, oftewel het kind kan niet meer een volledige ademhaling bewerkstelligen, is er een kleinere kans dat de ademhalingsspierkracht en UHV goed te trainen is. (28) In een ander onderzoek wordt de intensiteit van de respiratoire spiertraining vergeleken met een verbetering van kracht en uithoudingsvermogen van de inspiratiespieren. De verbeteringen zijn afhankelijk van de zwaarte van de training en van de vitale capaciteit van de patiënt. Hoe lager de VC, hoe minder winst er is te behalen in spierkracht en spieruithoudingsvermogen. (32) Kortom, er zijn meerdere artikelen met tegengestelde conclusies. De artikelen die negatief tegenover de ademhalingstraining staan, dateren uit 1984 en tussen De onderzoeken die de training aanmoedigen, dateren uit 1995 en Omdat er nog te weinig onderzoek naar gedaan is en de conclusies nogal tegenstrijdig zijn, is er verder onderzoek nodig om te kunnen concluderen of de ademhaling getraind moet worden door middel van training van kracht en uithoudingsvermogen van ademhalingsspieren. 2.2 Training van de inspiratiespieren Door de inspiratiespieren te trainen, wordt de inspiratie spierkracht verbeterd. (43-45) Daarnaast kan door deze spiertraining dyspneu verminderd worden. (37) Uit een onderzoek, verricht in 2001, blijkt dat inspiratie spiertraining de maximum volontary ventilation (MVV) en de maximal inspiration mouth pressure (PImax) verhoogt. De MVV staat voor het uithoudingsvermogen van de ademhalingsspieren en de PImax staat voor de spierkracht van de ademhalingsspieren. Voornamelijk het uithoudingsvermogen was na 10 maanden gestegen in alle testgroepen; daarna is weinig vooruitgang te zien. (13) Aan de hand van dit onderzoek kunnen we zeggen dat deze training de vitale capaciteit kan stabiliseren, wat erg belangrijk is als voorspeller voor de noodzaak voor nachtelijke beademing. (14) De patiënten moesten twee jaar lang 2x per dag tien series van 1 minuut een inademing tegen weerstand uitvoeren met een pauze van maximaal een halve minuut. Daarnaast 12

13 moeten ze twee keer per dag 10 keer krachtig inademen, en op minimaal 90% van hun maximaal gemeten kracht zitten. (13) Nadeel van deze training is dat dit voor kinderen snel saai wordt. De uitvoering verslechtert en er kan niet altijd gecontroleerd worden of het (correct) wordt uitgevoerd. Verder weten we niet of de kinderen door de training ook beter konden ademhalen. Een ander onderzoek concludeert dat specifieke training voor de inspiratiespieren zinvol is bij kinderen met Duchenne in het vroege stadium. Voornamelijk de ademhalingsspieren van het diafragma zijn goed te trainen. De Pes max (maximal sniff assessed esophageal pressure) en de Pdi max (maximal sniff assessed transdiaphragmatic pressure) zijn bij de getrainde groep beide aanzienlijk toegenomen. Wanneer de vitale capaciteit lager is dan 25%, is krachttraining echter zinloos. (15) Bij kinderen met Duchenne kan door het trainen van de inspiratiespieren met een lage intensiteit een verbetering van 46% optreden wat betreft de spierkracht en het uithoudingsvermogen van de ademhalingsspieren. Dit blijkt uit een onderzoek uit De effecten zijn afhankelijk van de kwantiteit van de training. (4) Het laatste artikel onderzocht de inspiratiespieren op kracht aan de hand van computerspelletjes. Dit moesten zij dagelijks 20 minuten uitvoeren. Hier werden enkele individuele verbeteringen gevonden, maar geen grote significante verschillen. (16) Uit zeven van de acht artikelen komt naar voren dat het trainen van de inspiratiemusculatuur zinvol kan zijn. Contra-indicaties Contra-indicaties voor het trainen van de in- en expiratie spierkracht, zijn: - veel sputumophoping in de longen; - een vitale capaciteit van <25%; - nachtelijke beademing. (15) 2.3 Training van de expiratiespieren Er zijn nauwelijks artikelen te vinden waarin het trainen van de expiratiespieren bij NMA is onderzocht. Wel wordt in een artikel over respiratoire spiertraining bij kinderen met neuromusculaire aandoeningen kort aangehaald, dat bij het trainen van deze spieren een spoorvorming optreedt van toename in expiratoire spierkracht; dit is echter snel reversibel. (34) In een ander artikel dat gaat over revalidatieprogramma s bij mensen met NMA is onderzocht wat het effect is van training van de respiratoire spieren op de respiratoire capaciteit bij kinderen met DMD en SMA. Uit dit artikel blijkt, dat de gemiddelde FVC waarden wel stijgen bij kinderen die training van de inspiratiespieren hebben gehad (bij SMA beduidend meer dan bij DMD) en geen verandering vertonen bij kinderen die de expiratiespieren hebben getraind. (35) In een rapport dat gaat over de algemene respiratoire revalidatie staat slechts beschreven dat bij patiënten met NMA het effectief hoesten en huffen belemmerd wordt door voornamelijk de expiratoire spierzwakte en niet de inspiratoire en dat het belangrijk is om hier aandacht aan te schenken bij de sputummobilisatie. (36) 13

14 2.4 Sputummobilisatie Manuele technieken Het manuele hoesten bestaat uit assistentie van de inspiratie gevolgd door vergroting van de kracht van de geforceerde expiratie. Geforceerde expiratie wordt vergroot door te duwen op de bovenste abdomen of de thorax gelijktijdig met de hoestkracht van de persoon zelf. (1-2) Mechanische technieken Mechanische in- en exhalators simuleren een hoest door gebruik te maken van een positieve ademdruk gevolgd door een negatieve druk van de expiratie. (1-2) Vergelijking van de schatting van de piekflow van de expiratoire hoest door mechanische inspiratie en expiratie toonden aan superieur te zijn aan ofwel door ademstapeling of assistentie van de hoest. (3) Mucus mobilisatie apparaten Intrapulmonaire percussie ventilatie bezorgt uitbarstingen van hoge frequentie, lage amplitude oscillaties opgelegd op het steigeren van ononderbroken positieve luchtwegdruk. Welke luchtweg opruimingsapparaat dan ook die steunen op het normale hoesten lijken minder waarschijnlijk doeltreffend te zijn bij patiënten met DMD zonder samenvallend gebruik te maken van de geassisteerde hoest. (12) Mucustransport Bij het loslaten van het sputum van de luchtwegwand spelen meerdere factoren een rol, n.l.: - de diameter van de luchtweg; - de dikte en taaiheid van het sputum; - de stroomsnelheid; - het stromingspatroon van de lucht. (17) Wegens het weinige onderzoek naar welke therapie nu het beste is bij de behandeling van pulmonale problematiek, kan slechts in het algemeen worden gesteld dat er wel korte termijneffecten zijn aangetoond als het gaat om toegenomen mucustransport en dat hoesten, huffen, inspanning en een combinatie van technieken een toegevoegde waarde hebben op de mucociliaire klaring. (12) Als het gaat om de belangrijkste doelen van sputummobilisatie, hebben we het over het verminderen van obstructie en luchtwegweerstand, verbeteren van de gasuitwisseling, verminderen van bacteriën en het verbeteren van de ademarbeid. (12) Verminderde hoestkracht Onder normale omstandigheden verloopt de expiratie zonder gebruik te maken van spierkracht. Maar op het moment van hoesten (en niezen) is het nodig dat buik- en rugspieren contraheren. Bij kinderen met NMA zijn de rugspieren en spieren van de bovenste luchtwegen van kracht verminderd. Deze krachtsvermindering belet hen om met voldoende kracht te kunnen hoesten. (46) Hoesttechnieken Er is voor gekozen om alleen de hoesttechnieken te beschrijven waar veel evidentie in de literatuur voor is gevonden. 14

15 Huffen Bij kinderen met NMA is het belangrijk om bij de mucusklaring gebruik te maken van het huffen. Bij het toepassen van deze techniek dient voor de juiste uitgangshouding te worden gezorgd. Hiervoor moet het kind een rechtop zittende houding aannemen en diep inspireren. De adem wordt daarna kort vastgehouden en vervolgens door contractie van de buikspieren in één keer geëxpireerd, eventueel gevolgd door een spontane hoest. Wel moet hierbij een hoestbui worden vermeden. (47) Huffen met manuele compressie door het kind zelf Indien een kind met een spierziekte niet productief kan huffen door het ontbreken van voldoende kracht, kan hij gebruik maken van manuele compressie tijdens de expiratie. Deze compressie geschiedt door het comprimeren van de thorax waarbij een bucket handle - beweging wordt gemaakt door de ribben te volgen en daarbij tevens druk op de buikwand uit te oefenen. Hierbij wordt het diafragma als het ware in de thorax geduwd. (47) Huffen met manuele compressie door de fysiotherapeut Het huffen met manuele compressie door de fysiotherapeut geschiedt op dezelfde manier als het huffen met manuele compressie door het kind zelf. Het enige verschil hierbij is dat de therapeut nu de techniek uitvoert omdat dit niet door het kind zelf kan worden gedaan. (47) Inspanning Bij de mucusklaring speelt inspanning tevens een grote rol. Inspanning zorgt namelijk voor een verhoging van het bronchiale mucustransport. Dit ontstaat doordat bij inspanning een verhoging van de expiratoire stroomsnelheid, ademminuutvolume en sympathische activiteit optreedt. Deze drie mechanismen zorgen weer voor een verhoging van de ciliaire slag en vermindering van de mucusviscositeit waardoor het mucustransport kan plaatsvinden. (46) Houdingsdrainage Bij houdingsdrainage is het voornaamste doel het bevorderen van de transportsnelheid van de mucus in en naar de centrale luchtwegen. Dit geschiedt door de het kind te verticaliseren en zo gebruik te maken van de invloed van de zwaartekracht om de mucus van perifeer naar centraal te verplaatsen. Bij deze techniek is het essentieel om de mucus te lokaliseren om zo de juiste houding te kunnen laten innemen. De drainagehouding wordt minimaal 20 minuten ingenomen voor een goed resultaat. (48) Er zijn meerdere houdingen mogelijk, maar hieronder volgt als voorbeeld drie verschillende houdingen. Figuur 2A laat een drainagehouding voor de bovenkwab zien. Figuur 2B laat een drainagehouding voor het dorsale gedeelte van de onderkwab zien. Figuur 2C laat een drainagehouding voor de onderkwab zien. Figuur 2: Drainagehoudingen. (48) 15

16 Om de effectiviteit van houdingsdrainage te vergroten, kan gebruik worden gemaakt van de FET- techniek. (48) Contra- indicaties houdingsdrainage Deze zijn: - Intracraniale drukverhoging; - Hypoxemie; - Hemodynamische en cardiovasculaire instabiliteit; - Bronchospasme; - Spill over van sputum, pus of bloed naar onderliggende longdelen. (48) ACBT ACBT staat voor Active Cycle of Breathing Techniques. Bij deze techniek gaat het om de cyclische afwisseling van de maximale inspiratie, ontspannen ademhaling en het huffen. De conditie van het kind bepaalt de volgorde waarin deze wordt toegepast. Met ACBT kan vanaf het 3 e levensjaar worden gestart. (12) 2.5 Verbeteren adempatroon Door obstructie, pijn, spanning, spierkrachtverlies en contracturen van de wervelkolom kan er een veranderd adempatroon ontstaan. Bij kinderen met de ziekte van Duchenne geldt voornamelijk de laatste twee oorzaken. Wanneer de oorzaak wordt weggenomen zal het adempatroon weer normaal worden. Voor een normaal adempatroon is een doorgankelijke neus de eerste vereiste. Door de houding te veranderen van een kind, zoals zijligging met de arm in maximale abductie of door manuele sturing (hand op de buik houden), neemt de costodiafragmale ademhaling toe. (12) Voor de inspiratie zijn de ademhalingsspieren van groot belang. De belangrijkste taak heeft het diafragma, gelegen in de buikholte. Naast het diafragma helpen ook de tussenribspieren en de nek- en schouderspieren bij de ademhaling. Bij kinderen met NMA zijn voornamelijk het diafragma en de tussenribspieren aangedaan, waardoor er minder zuurstof de longen instroomt. (46) Om de ademhalingsspieren op de juiste en meest efficiënte manier te gebruiken (zo min mogelijk gebruik van energie), is het belangrijk om ademhalingsoefeningen te doen. Deze ademhalingsoefeningen omvatten de: - ademhalingscontrole; - diepe ademhalingstechnieken; - incentive spirometer of triflow. (47) Ademhalingscontrole Bij de ademhalingscontrole wordt gebruik gemaakt van het diafragma door op een rustige manier te in- en expireren. Doordat kinderen met NMA hun diafragma niet goed kunnen gebruiken, maken ze gebruik van hun spieren rondom de scapulae, wat een gewoonte is geworden om de ademhaling te bewerkstelligen. Omdat deze spieren worden ontspannen en het onderste gedeelte van de thorax wordt gebruikt om te ademen, kost dit minder energie voor het kind en zal hij minder snel vermoeid raken na inspanning. (46) De ademhalingscontrole kan zowel in een zittende houding met ondersteuning van de rug, 16

17 als in een liggende houding worden gedaan. De handen worden hierbij op het onderste gedeelte van het sternum geplaatst en er wordt op een rustige wijze ademgehaald. Bij het uitvoeren van deze techniek is het belangrijk dat de geplaatste hand niet te snel heen en weer beweegt en niet te veel omhoog komt. Daarnaast horen er geen tekenen van vermoeidheid zichtbaar te zijn. Indien dit wel het geval is, wordt de ademhalingscontrole gebruikt om tot ontspanning te komen. (46) Diepe ademhalingstechnieken Bij kinderen met NMA die de ademhalingscontrole op de juiste wijze kunnen uitvoeren, zullen de diepe ademhalingstechnieken een positief effect hebben op de hoeveelheid lucht die wordt geïnspireerd. Tevens zorgen ze voor vermindering van atelectase in de longen. Deze technieken omvatten een diepe inspiratie door de neus gevolgd door een lange expiratie door de mond. Deze technieken kunnen op verschillende plaatsen rond de buik en de thorax worden toegepast. (47) Wanneer deze technieken achtereenvolgens 10 maal worden uitgevoerd, zal het onderste gedeelte van de thorax uitzetten. Dit aantal kan echter per patiënt verschillen, omdat het bij kinderen met NMA belangrijk is om vermoeidheid te vermijden. Dit wordt dan ook individueel door de fysiotherapeut bepaald. Daarnaast is het belangrijk om na elke ademhalingstechniek een korte rustpauze in te lassen die op elk afzonderlijk kind is afgestemd om zo vermoeidheid tegen te gaan. (46) 2.6 Verbeteren ademvoorwaarden Voorwaarden voor een optimaal adempatroon liggen op het gebied van spierkracht, mobiliteit en houding. Bij kinderen met de ziekte van Duchenne worden deze voorwaarden negatief beïnvloed. (12) Bij deze kinderen is de hoeveelheid lucht die ingeademd kan worden verminderd, omdat de thorax zich beiderzijds niet kan uitzetten door een voorovergebogen houding en scheefstanden van het lichaam. (47) Bij kinderen met reeds bestaande ademhalingsproblemen die vervolgens voor een scoliose geopereerd worden, neemt de vitale capaciteit niet toe. Wel is het zo dat de kwaliteit van leven toeneemt na een dergelijke ingreep. (31) Helaas wordt er niet in het artikel beschreven waarin deze verbeterde kwaliteit van leven zich uit. Er is op dit moment nog geen wetenschappelijke aanbeveling beschikbaar of een scolioseoperatie geïndiceerd is bij kinderen met een spierziekte en een scoliose. Er zijn nog geen RCT s beschikbaar waarin de effectiviteit geëvalueerd wordt. (30) De inspiratiestand van de thorax die ontstaat als gevolg van air-trapping is meestal geen mobiliteitsbeperking van de thorax, maar min of meer een afname van de elastische kracht van de thorax. Toename van de thoraxbeweging kan bereikt worden door het opheffen van de obstructie of door oefentherapie gericht op het vergroten van de expiratiemogelijkheid door actief oefenen. (25) Figuur 3: Een voorbeeld van air-trapping. (25) 17

18 Kikkeren (glossopharyngeal breathing, GPB) Kikkeren is een belangrijk hulpmiddelen voor het trainen van de mobiliteit van de thorax. Bij deze ademtechniek werken spieren van de mondholte (lippen, mond en tong), pharynx en larynx samen om snel achtereen een aantal happen lucht te nemen en deze vlug achter elkaar in de richting van de bovenste luchtweg te pompen. Elke ademteug bestaat uit 10 tot 15 cycli of slagen, die elk ongeveer 0,6 seconden duren. Zo kan een zucht van normale omvang aan de longen worden afgeleverd. Deze ademtechniek lijkt op het ademen zoals een kikker dat doet. (49) De techniek kan o.a. worden gebruikt als long volume recrutering (LVR), om de thoraxwand op te rekken en om de hoestkracht te verbeteren. (51) LVR is een dynamisch fysiologisch proces, waarmee (in de gezonde long) het heropenen van tevoren gecollabeerde alveolaire units wordt aangegeven. Normaal gesproken wordt dit bereikt door de inspiratiekracht bij uitrekken, geeuwen en zuchten. (50) Indicaties voor het kikkeren De patiënt moet: - alert zijn; - coöperatief zijn; - in staat zijn te communiceren; - een intacte bulbaire functie hebben; - en een min of meer respiratoire compliance hebben. (50) 2.7 Verbeteren inspanningstolerantie Spierziekten gaan gepaard met reductie van spierkracht en spieruithoudingsvermogen. Bij de ziekte van Duchenne en Becker zijn ook grote afwijkingen gevonden in het inspanningsvermogen. (38-39) Omdat veel kinderen met NMA al op jonge leeftijd rolstoelgebonden zijn, zullen ze weinig bewegen en zal de conditie laag zijn. Ze hebben een lage VO 2 max, een laag maximaal aëroob vermogen. (12) Reeds op jonge leeftijd hebben kinderen met Duchenne een verminderde inspanningstolerantie vergeleken met gezonde kinderen. Dit komt voornamelijk door de verminderde functie van de hartspier, ademhalingsspieren en de skeletspieren. Bij kinderen met Becker is deze verslechtering veel minder, maar ook hier is afname van deze functies te zien. (38) Door het algehele uithoudingsvermogen te trainen zal de lichamelijke conditie verbeteren. Dit is aangetoond bij bewegingsprogramma s voor o.a. kinderen met astma en CF. Of dit voor kinderen met de ziekte van Duchenne ook geldt, dient nog uitgezocht te worden. (12) Onderzoekers bekeken in 2008 het effect van training van het uithoudingsvermogen op de spierkracht bij patiënten met Becker spierdystrofie. De spierkracht (onderste extremiteiten) was na 12 weken toegenomen, verschillend van 13-40%. Ook de VO 2 max was na 12 weken toegenomen; hier was 11 tot 19% verbetering te zien. Zij fietsten 5x per week 30 minuten op 65% van hun VO 2 max. (29) Of dit ook de ademhaling verbeterde, wordt in dit artikel niet vermeld. Uit een scriptie is gebleken dat krachttraining van spieren niet aan te raden is bij kinderen met Duchenne. Met name de excentrische kracht trainen heeft nadelige gevolgen voor deze kinderen. (21) Na deze scriptie aandachtig te hebben doorgelezen, blijkt dat diverse artikelen suggereren dat teveel spiertraining tot een neerwaartse spiraal kan leiden. Echter wordt er niet bij vermeld dat wanneer er niet wordt overbelast, deze krachttraining juist positief kan werken. Uit een ander onderzoek blijkt dat algehele spierkrachttraining effectief kan zijn bij kinderen met spierziekten. De trainingsgroep bleef stabiel met dezelfde spierkracht als een jaar geleden; de controlegroep ging verder achteruit in spierkracht. (41) 18

19 Voor kinderen met NMA wordt een actieve levensstijl aanbevolen. Echter wordt een hoge intensiteit, voornamelijk bij krachttraining, afgeraden. (42) Verder wordt er aanbevolen om in een vroeg stadium met deze training te beginnen, en dan voornamelijk de concentrische en dynamische spiercontracties. Bij de excentrische contracties ontstaat meer spierschade. (42) Conclusie Bij het opzetten van een trainingsprogramma voor de algehele inspanning wordt het volgende afgeraden: - excentrische spiercontracties; - training met hoge intensiteit. (42) 2.8 Discussie Om de vraagstelling te kunnen beantwoorden is gezocht naar artikelen. Omdat er te weinig literatuur beschikbaar was om de vraagstelling te beantwoorden, is het trainen van de ademhaling opgesplitst in diverse fysiotherapeutisch behandelbare grootheden. Per onderwerp werd gekeken wat de effectiviteit is op de ademhaling. Ondanks dat ervoor is gekozen om elk relevant artikel te includeren, waren er per behandelbare grootheid wederom weinig artikelen voorhanden, wat de literatuurstudie niet erg betrouwbaar maakt. Er zijn te weinig en te kleinschalige onderzoeken gedaan om een kwalitatief hoogstaand antwoord te kunnen geven op de vraagstelling. Daarnaast bevatten veel onderzoeken net een ander onderwerp of zijn ze zeer verouderd. De vraagstelling zal dus voorlopig onbeantwoord blijven. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen op welke wijze ademhalingsoefeningen een bijdrage kunnen leveren aan verminderde klachten bij de ademhaling van kinderen tot 12 jaar met ademhalingsproblematiek, veroorzaakt door neuromusculaire aandoeningen. Deze beroepsopdracht zal moeten worden beschouwd als een verzameling van artikelen en niet als een kwalitatief hoogstaand literatuuronderzoek. Er zijn een aantal punten die aan de hand van de onderzoeken ter overweging genomen kunnen worden. Over de respiratiespieren is weinig gevonden. Van veel artikelen die gaan over de respiratiespieren is alleen de abstract gevonden, waardoor het onduidelijk is hoe het onderzoek is uitgevoerd. Daarnaast hebben veel artikelen tegenstrijdige conclusies ten opzichte van elkaar. Verder zijn er over dit onderwerp weinig onderzoeken beschikbaar en zijn deze al vrij oud. (4-8,28,32) Over de inspiratiespieren is veel meer informatie voorhanden. Uit de verschillende artikelen blijkt dat het belangrijk is dat de VC niet te laag is (10% afname capaciteit) om deze spieren te kunnen trainen. Training van de spieren tijdens de inspiratie lijkt effectief. Uit zeven van de acht artikelen komt naar voren dat het trainen van de inspiratiemusculatuur zinvol is: de spierkracht neemt hierdoor toe. Er is nog niet vastgesteld of daardoor ook de functionaliteit en vitale capaciteit verbeteren. (4,13,15-16,37,43-45) Hoewel de inspiratiekracht kan worden verbeterd bij kinderen met NMA, moet worden overwogen of deze intensieve behandeling daadwerkelijk zoveel oplevert; er is in de wetenschap niet bekend of deze training ook verbetering van activiteiten tot gevolg heeft. (12) In een aantal artikelen komt naar voren dat de vitale capaciteit toeneemt. (4,13,15) Echter wordt er niet omschreven of dan ook de kwaliteit van leven verbetert en of de patiënt daadwerkelijk verschil merkt. De informatie die gevonden is over de expiratie spiertraining was zeer beknopt. Enkele artikelen geven aan dat het trainen van de spieren tijdens de expiratie niet effectief zijn. (34-36) De onderzoeken tonen weinig resultaten wanneer de expiratie spierkracht na de training 19

20 wordt gemeten. De vraag is of vermindering van deze spierkracht ook direct betekent dat de sputumopgave wordt bemoeilijkt. Uit een artikel blijkt namelijk dat expiratie spiertraining belangrijk is bij het ophoesten van sputum. (36) Daarnaast is het gebruik van mechanische technieken zinvol bij de sputumopgave. Maar in de praktijk wordt er veel meer gebruik gemaakt van manuele technieken. (1-3) Een combinatie van deze technieken blijkt vaak effectiever te zijn. Bij het mucustransport spelen het diafragma en de tussenribspieren de grootste rol. (12,17,46-47) Om het adempatroon positief te beïnvloeden, kan gebruikt worden gemaakt van ademhalingscontrole en diepe ademhalingstechnieken. (46) Deze oefeningen zijn alleen moeilijker toepasbaar in een spelvorm bij een kind, omdat deze technieken veel geduld vergen. Het is dan ook de vraag of de oefening effectief blijft wanneer het kind zijn geduld verliest. Voor het trainen van de algehele conditie en algehele spierkracht wordt een actieve levensstijl aanbevolen. (42) Er is nog te weinig evidentie om te kunnen aannemen dat spierkrachttraining effectief kan zijn bij ademhalingsproblematiek. Wel kan door het algehele uithoudingsvermogen te trainen de lichamelijke conditie verbeteren. (12) Verder blijkt dat door deze training de spierkracht stabiel blijft: bij de kinderen die niet trainden, werd een verdere afname in spierkracht geconstateerd in tegenstelling tot de kinderen die wel trainden. (29,41) Daarentegen worden hoge intensiteit en excentrische spiercontracties sterk afgeraden. (21,42) N.B. In de literatuur wordt niet vermeld op welke leeftijd de diverse ademhalingstechnieken kunnen worden toegepast. Er wordt geen duidelijke leeftijdsgrens benoemd. Wij denken dat dit per kind, per situatie en per aandoening verschilt. Dit dient dan ook naar eigen inzicht van de (kinder)fysiotherapeut ingeschat te worden. 2.9 Conclusie Uit voorgaande tekst kan geconcludeerd worden dat het belangrijk is om het volgende uit te voeren bij kinderen met NMA en ademhalingsproblemen: 1. de inspiratie spierkracht en het uithoudingsvermogen trainen; 2. voor sputumopgave is het belangrijk om: hufftechnieken aan te leren; voldoende inspanning te verrichten; houdingsdrainage uit te voeren. 3. het adempatroon veranderen: m.n. het diafragma; 4. mobiliteit van de thorax verbeteren d.m.v. het kikkeren. Aangezien voor de eerste conclusie de meeste evidentie is, gaan we in eerste instantie op zoek naar spelletjes en hulpmiddelen die hierop betrekking hebben. Daarnaast kijken we of we hulpmiddelen kunnen vinden of spelletjes kunnen vervormen c.q. bedenken voor de laatste drie punten. 20

21 Hoofdstuk Algemeen Als het gaat om ademhalingsproducten zijn er diverse hulpmiddelen op de markt verkrijgbaar. De meeste spelletjes die worden verkocht, zijn veelal gericht op het blazen. Dit betekent dan ook, dat hierbij voornamelijk gebruik wordt gemaakt van de expiratie om deze spelletjes te kunnen gebruiken. De expiratie spierkracht is van belang bij de sputummobilisatie waarbij het gebruik van het diafragma een grote rol speelt. Betreffende de inspiratie zijn er een aantal hulpmiddelen gevonden waarbij de inspiratie spierkracht getraind kan worden. Daarnaast zijn er voor het adempatroon en de thoraxmobiliteit nog geen spelletjes op de markt, maar wel hulpmiddelen die hiervoor gebruikt kunnen worden, indien er een goede instructie van de therapeut wordt gegeven. Inspiratie spierkracht Voor het trainen van de inspiratie spierkracht zijn weinig spelletjes gevonden. Wel is er één spelletje gevonden waarbij knikkers met een slangetje opgezogen moeten worden. Dit is voornamelijk voor het trainen van de mondspieren en de fijne motoriek, maar kan ook toegepast worden bij het trainen van de inspiratie spierkracht. In dat geval dient de therapeut vooraf instructie te geven. Het is belangrijk dat het kind reeds is begonnen met de inspiratie alvorens het knikkertje op te zuigen. Daarnaast zijn er een aantal hulpmiddelen gevonden voor hetzelfde doeleinde. De Threshold IMT heeft een instelbare constante weerstand, ongeacht hoe snel of langzaam het kind inspireert. Hierbij wordt de spierkracht en het uithoudingsvermogen van de inspiratiespieren vergroot. Hier kan een spelvorm van worden gemaakt door er met twee kinderen een wedstrijdje van te maken. Degene die als eerste het ventiel kan openen, wint. De Tri-Ball is een incentive spirometer. Door inspiratie is het mogelijk om drie balletjes omhoog te krijgen, beginnend bij het balletje bij het punt van inademen. Hier kan een spelvorm van worden gemaakt wanneer de therapeut hier verbaal een richting aan geeft door steeds wat meer van het kind te vergen; bijvoorbeeld steeds een balletje meer. De Respiflo 2500 is ook om de inspiratiespieren te trainen en werkt in feite op een soortgelijke wijze als de Tri-Ball. Deze werkt niet met balletjes maar met een zuignapje die omhoog komt bij de inspiratie. Deze is tevens in een pediatrische variant verkrijgbaar. Bij dit hulpmiddel is het mogelijk om het kind te belonen met bijvoorbeeld een stickertje die telkens ter hoogte van het hoogst geïnspireerde niveau wordt geplakt. De Spiro-Ball is hetzelfde als de Respiflo 2500, maar dan in een ander jasje. Het is aan de therapeut en het kind welke het liefst wordt gebruikt. Sputumopgave Voor de expiratie zijn reeds vele spelletjes ontwikkeld. Het is alleen wel belangrijk dat ze op de juiste manier uitgevoerd te worden: een volledige expiratie is noodzakelijk om de effectiviteit te vergroten. Bij ieder spel is het van belang dat het kind voldoende spierkracht, een goede coördinatie en hand- en armfunctie heeft. Voor een aantal voorbeelden hiervan verwijzen we naar de bijlage. 21

22 Adempatroon (diafragma) Voor het trainen van het diafragma zijn geen spelletjes gevonden. Wel kan gebruik gemaakt worden van de Respiflo, maar dan is het moeilijk om hier een spelvorm van te maken. De therapeut moet in zijn instructie aangeven dat de buikademhaling bewerkstelligd dient te worden. Daarnaast kan een zandzakje op de buik gelegd worden, die bij een juiste inademing omhoog komt. De intensiteit kan worden aangepast aan de hand van het gewicht van het zandzakje. Thorax mobiliteit (kikkeren) Hiervoor zijn geen spelletjes bekend. Wel is het mogelijk om er zelf een spel van te maken, door bijvoorbeeld een spiraalrietje te gebruiken en op te zuigen. Ook kan een Respiflo gebruik worden, waarbij het wel nodig is om kikkerinstructie te geven. 3.2 Discussie Om de hulpmiddelen écht effectief te laten zijn, dienen de meeste hiervan 5 à 7 dagen per week uitgevoerd te worden. Om dit te halen wordt er veel inspanning van het kind vereist. De kans is dan ook vrij groot dat het spelletje niet meer leuk wordt. Het is dan ook maar de vraag hoe effectief de spelletjes zijn, wanneer ze niet vaak genoeg uitgevoerd worden want naast ademhalingsondersteuning komen natuurlijk ook veel andere fysiotherapeutische behandelbare grootheden aan bod. Uit artikelen komt naar voren dat de conditie van het kind verslechtert bij geen training. Dit verhoogt namelijk de kans op onder andere atelectasen en luchtweginfecties. Ademhalingsoefeningen moeten dan ook een gewoonte worden om verdere symptomen die op latere leeftijd kunnen ontstaan tot een minimum te beperken en hier controle over te kunnen houden. Kortom, het is beter om minder vaak en met een lagere intensiteit te trainen dan helemaal niet te trainen. 3.3 Conclusie Uit het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat er een bijdrage geleverd kan worden aan vermindering van klachten bij de ademhaling van onze doelgroep door de aandacht te richten op het trainen van specifiek de inspiratie spierkracht en niet te vergeten het inspiratie uithoudingsvermogen. Alleen zijn er op de markt nauwelijks spelletjes verkrijgbaar ter ondersteuning van het trainen van deze specifieke inspiratie spierkracht. Het is dan ook in dit geval beperkt mogelijk om een overzicht van betrouwbare en valide hulpmiddelen ter ondersteuning van ademhalingsoefeningen voor kinderen tot 12 jaar met neuromusculaire aandoeningen te maken. 3.4 Aanbeveling - De ademhalingsspelletjes die worden gebruikt, dienen gericht te zijn op het trainen van de inspiratie spierkracht; - De hulpmiddelen, zoals vermeld in de bijlage, die meer gericht zijn op de expiratie en ter voorbeeld dienen, kunnen naar eigen inzicht van de (kinder)fysiotherapeut omgevormd worden tot een spelletje die juist de inspiratie spierkracht traint; - Er wordt geadviseerd bij de sputummobilisatie wel de aandacht te richten op de expiratie. 22

23 - Er wordt geadviseerd om, wanneer de therapeut toch gebruik wil maken van ademhalingsspelletjes, in overleg met de logopedist deze spellen aan te schaffen. Zij kunnen samen bekijken welke (met name expiratie)spelletjes ook voor het trainen van mondmotoriek kunnen worden gebruikt. - Bij voorkeur moet er afgewisseld worden met verschillende spelletjes die hetzelfde doel bewerkstelligen. Er zijn bijvoorbeeld meerdere spelletjes voor de sputummobilisatie, dus kunnen zij op deze manier gevarieerd worden. - Er wordt aanbevolen om de Threshold en de Respiflo 2500 aan te schaffen. De Respiflo kan namelijk voor meerdere doeleinden gebruikt worden. De Threshold is een betrouwbaar hulpmiddel om mee te trainen. - De ouders moeten bij de therapie betrokken worden en de kinderen op het belang van de oefening wijzen en dit ook gevoelsmatig laten merken. - Er wordt aanbevolen om in de toekomst meer onderzoek te doen naar de betrouwbaarheid en effectiviteit van ademhalingsspelletjes. Daarnaast is het vaak onbekend op welke leeftijd met de spelletjes begonnen kan worden. 23

Overzicht spelletjes en hulpmiddelen voor het trainen van de ademhaling bij kinderen met NMA

Overzicht spelletjes en hulpmiddelen voor het trainen van de ademhaling bij kinderen met NMA Overzicht spelletjes en hulpmiddelen voor trainen van de ademhaling bij kinderen met NMA Spel/ Hulpmiddel Inspiratietraining Kosten Doel Uitvoering Herhaling/ Frequentie Indicatie/ Contraindicatie * Evidentie

Nadere informatie

Kinderfysiotherapeutische (on)mogelijkheden bij zuigelingen met CF. L. van der Giessen, kinderfysiotherapeute

Kinderfysiotherapeutische (on)mogelijkheden bij zuigelingen met CF. L. van der Giessen, kinderfysiotherapeute Kinderfysiotherapeutische (on)mogelijkheden bij zuigelingen met CF L. van der Giessen, kinderfysiotherapeute Kinderfysiotherapeutische (on)mogelijkheden bij zuigelingen met CF Dr Lianne van der Giessen

Nadere informatie

Overzicht Airway Clearance Technieken. Dr Lianne van der Giessen

Overzicht Airway Clearance Technieken. Dr Lianne van der Giessen Overzicht Airway Clearance Technieken Dr Lianne van der Giessen Behandeling voor sputumevacuatie Verneveling Airway Clearance Techniques (ACT) Sport Airway Clearance Technieken (ACT) 90% van de patienten

Nadere informatie

Ademhalingsoefeningen. neuromusculaire aandoeningen

Ademhalingsoefeningen. neuromusculaire aandoeningen Ademhalingsoefeningen bij neuromusculaire aandoeningen In overleg met uw behandelend fysiotherapeut en/of revalidatiearts komt u in aanmerking voor ademhalingsoefeningen. Zoals u weet kan dit bij Neuromusculaire

Nadere informatie

Longrevalidatie kan ook zinvol zijn voor patiënten die zich voorbereiden op een longoperatie of daarvan herstellen.

Longrevalidatie kan ook zinvol zijn voor patiënten die zich voorbereiden op een longoperatie of daarvan herstellen. Longrevalidatie Ongeveer één miljoen Nederlanders krijgen te maken met een longziekte. Bij patiënten met een longaandoening is vaak meer aan de hand dan alleen een longziekte. De aandoening beïnvloedt

Nadere informatie

Airstacken en ademhalingsoefeningen

Airstacken en ademhalingsoefeningen Airstacken en ademhalingsoefeningen ademhalingstechnieken en -oefeningen voor mensen met een spierziekte Sterk in beweging Inleiding U bent onder behandeling bij een fysiotherapeut van het Revalidatiecentrum

Nadere informatie

Oefeningen en adviezen bij COPD

Oefeningen en adviezen bij COPD Oefeningen en adviezen bij COPD U bent opgenomen bij Rijnstate omdat u COPD heeft. COPD is de Engelse afkorting voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease oftewel chronische obstructieve longziekte. U

Nadere informatie

Fysiotherapie en ademhaling

Fysiotherapie en ademhaling Paramedische afdeling Fysiotherapie en ademhaling Inleiding Het is voor u erg belangrijk om ademhalingsoefeningen te doen. Dit is omdat u het risico loopt op het krijgen van longproblemen of omdat u longproblemen

Nadere informatie

Ademhalingsoefeningen bij een longaandoening. Afdeling fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis

Ademhalingsoefeningen bij een longaandoening. Afdeling fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Ademhalingsoefeningen bij een longaandoening Afdeling fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Wat kan de fysiotherapeut voor u betekenen? Fysiotherapie kan u helpen uw conditie op peil te brengen door inspanningstraining

Nadere informatie

FYSIOTHERAPIE OP DE LONGAFDELING BIJ EEN EXACERBATIE COPD

FYSIOTHERAPIE OP DE LONGAFDELING BIJ EEN EXACERBATIE COPD FYSIOTHERAPIE OP DE LONGAFDELING BIJ EEN EXACERBATIE COPD Wat is COPD? COPD is een ongeneeslijke chronische aandoening aan de luchtwegen (Chronic Obstructive Pulmonary Diseases). Deze longaandoening kan

Nadere informatie

Peri-operatieve fysiotherapie. ademhalingsoefeningen en bewegingsactiviteiten

Peri-operatieve fysiotherapie. ademhalingsoefeningen en bewegingsactiviteiten Peri-operatieve fysiotherapie ademhalingsoefeningen en bewegingsactiviteiten Inleiding Binnenkort ondergaat u een buik- of longoperatie in Orbis Medisch Centrum. Afhankelijk van de soort operatie verblijft

Nadere informatie

Chronische beademing in NL ALS en CTB Groningen

Chronische beademing in NL ALS en CTB Groningen Programma Inleiding (Peter Wijkstra, longarts) Chronische beademing in NL ALS en CTB Groningen Zorgtraject ALS (Hans van der Aa, Verpleegkundig specialist) Poliklinische intake, opname en ontslag Long

Nadere informatie

Luchtwegen en. ademhaling: hoe zit het ook alweer?

Luchtwegen en. ademhaling: hoe zit het ook alweer? Luchtwegen en En bij het kind? ademhaling: hoe zit het ook alweer? Drs. Corine Vollbehr Docent anatomie/fysiologie bij de UMCUtrecht Academie 1 Aan de orde komen: Korte herhaling van - anatomie van luchtwegen

Nadere informatie

HET ADEMHALINGSSTELSEL

HET ADEMHALINGSSTELSEL HET ADEMHALINGSSTELSEL ANATOMIE EN FYSIOLOGIE Functies van het ademhalingsstelsel De functies van het ademhalings-stelsel Gasuitwisseling tussen bloed en lucht Verplaatsen van lucht van en naar de uitwisselingsoppervlakken

Nadere informatie

Ademhalingsoefeningen Longgeneeskunde

Ademhalingsoefeningen Longgeneeskunde Ademhalingsoefeningen Longgeneeskunde Locatie Hoorn/Enkhuizen Ademhalingsoefeningen Er zijn twee soorten oefeningen voor longpatiënten: oefeningen om benauwdheid te verminderen oefeningen om vastzittend

Nadere informatie

Longvolumes en capaciteit

Longvolumes en capaciteit Longvolumes en capaciteit Meten van het longvolume is een instrument om de functie van de longen te controleren en onderzoek bij longziekten te doen. De ademhalingscyclus begint bij het uitzetten van de

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Tussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03. Woensdag 3 april 2013 8.45-10.30

Tussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03. Woensdag 3 april 2013 8.45-10.30 Tussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03 Woensdag 3 april 2013 8.45-10.30 Faculteit Biomedische Technologie BSc opleiding Medische Wetenschappen en Technologie Verantwoordelijk docent: C. Bouten Coördinator

Nadere informatie

Aandacht voor uw borstbeen

Aandacht voor uw borstbeen Inleiding U krijgt binnenkort een hartoperatie. Voor en na deze operatie krijgt u fysiotherapie. De fysiotherapeut heeft u verteld wat dit inhoudt. Als extra informatie krijgt u deze brochure. Hierin leest

Nadere informatie

Thema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem

Thema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem Take-home toets Thema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem 1. Welke van de onderstaande spieren speelt (spelen) een rol bij de ademhaling? a. diafragmaspieren b.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Nederlandse samenvatting proefschrift Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Cerebral changes in Amyotrophic Lateral Sclerosis, 5 september 2017, UMC Utrecht Inleiding Amyotrofische

Nadere informatie

MyAirvo bij COPD: Hoge flow in combinatie met optimale bevochtiging, een ideale combinatie? Hoe werkt het: Theorie en Praktijk

MyAirvo bij COPD: Hoge flow in combinatie met optimale bevochtiging, een ideale combinatie? Hoe werkt het: Theorie en Praktijk MyAirvo bij COPD: Hoge flow in combinatie met optimale bevochtiging, een ideale combinatie? Hoe werkt het: Theorie en Praktijk K. Cové BDM Ventilation & Respiratory Care Agenda COPD in het kort MyAivo

Nadere informatie

Dat lucht op; Fysiotherapeutische behandelmogelijkheden bij luchtwegproblemen en EMCB

Dat lucht op; Fysiotherapeutische behandelmogelijkheden bij luchtwegproblemen en EMCB Dat lucht op; Fysiotherapeutische behandelmogelijkheden bij luchtwegproblemen en EMCB Margrethe van der Kleij, fysiotherapeut Eline Kuijpers, kinderfysiotherapeut Opbouw workshop Herkennen van signalen

Nadere informatie

Respiratie Functie en bouw van de luchtwegen. Een uitingsvorm van het gebruik van de hulpademhalingsspieren is neusvleugelen.

Respiratie Functie en bouw van de luchtwegen. Een uitingsvorm van het gebruik van de hulpademhalingsspieren is neusvleugelen. Respiratie 2 Functie en bouw van de luchtwegen FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus 1 Het uitwisselingsproces van O 2 en CO 2 tussen de cellen en de bloedbaan vindt eerder

Nadere informatie

Fysiotherapie voor en na een hartoperatie instructies en oefenschema

Fysiotherapie voor en na een hartoperatie instructies en oefenschema U krijgt binnenkort een. Voor en na deze operatie krijgt u fysiotherapie. De fysiotherapeut heeft u verteld wat dit inhoudt en heeft u deze brochure gegeven. Hierin kunt u lezen hoe u uw borstbeen moet

Nadere informatie

Hoe vaak kan het bronchiaal toilet uitgevoerd te worden?

Hoe vaak kan het bronchiaal toilet uitgevoerd te worden? Hand-out longrevalidatie Fysiotherapie: Het bronchiaal toilet Deze informatie is bedoeld voor mensen met COPD. Tevens kan op aanwijzing van de fysiotherapeut deze informatie gebruikt worden voor mensen

Nadere informatie

Respiratie NExCOB scholing december 2015 Ton Haans Verpleegkundig specialist

Respiratie NExCOB scholing december 2015 Ton Haans Verpleegkundig specialist Respiratie NExCOB scholing 15 16 december 2015 Ton Haans Verpleegkundig specialist Ton.Haans@radboudumc.nl Inhoud Bouw en functie van de longen; Diffusie Ventilatie Perfusie Doderuimte ventilatie en shunting

Nadere informatie

Morbide obesitas. BMI= body mass index kg / m 2 Normaal te zwaar > 30 obesitas > 40 morbide obesitas

Morbide obesitas. BMI= body mass index kg / m 2 Normaal te zwaar > 30 obesitas > 40 morbide obesitas Morbide obesitas BMI= body mass index kg / m 2 Normaal 18-25 25-30 te zwaar > 30 obesitas > 40 morbide obesitas Relatief risico voor overlijden als functie van BMI=body mass index Eigen schuld? Schuld?

Nadere informatie

Preoperatieve fysiotherapie. Ademhalingsspiertraining en ademhalingstechnieken bij buik- of longoperatie

Preoperatieve fysiotherapie. Ademhalingsspiertraining en ademhalingstechnieken bij buik- of longoperatie Preoperatieve fysiotherapie Ademhalingsspiertraining en ademhalingstechnieken bij buik- of longoperatie U heeft van uw medisch specialist gehoord dat u een operatie moet ondergaan en in aanmerking komt

Nadere informatie

COPD. Meten is weten!!! Maar wat meten we dan??

COPD. Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? COPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? Bij een patiënt kunnen verschillende longfunctie testen worden gedaan om te kijken of er sprake is van COPD. Je kunt met de testen de ernst van de COPD bepalen.

Nadere informatie

Stabiliteitstraining van de lage rug

Stabiliteitstraining van de lage rug Stabiliteitstraining van de lage rug De sleutel tot succes bij stabiliseren is het doelgericht trainen van de juiste spieren. Buik- en rugspieroefeningen worden veelvuldig toegepast in de behandeling bij

Nadere informatie

Longaandoeningen. Sportief bewegen met een chronische longaandoening

Longaandoeningen. Sportief bewegen met een chronische longaandoening Longaandoeningen Sportief bewegen met een chronische longaandoening Sportief bewegen met een chronische longaandoening...................................... Bewegen: gezond en nog leuk ook! Regelmatig

Nadere informatie

Aandacht voor uw borstbeen

Aandacht voor uw borstbeen Inleiding U krijgt binnenkort een hartoperatie. Voor en na deze operatie krijgt u fysiotherapie. De fysiotherapeut heeft u verteld wat dit inhoudt. Als extra informatie krijgt u deze brochure. Hierin leest

Nadere informatie

Ademhalingsoefeningen voor thuis

Ademhalingsoefeningen voor thuis Fysiotherapie Ademhalingsoefeningen voor thuis www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl FYS016 / Ademhalingsoefeningen voor thuis / 22-05-2014 2 Ademhalingsoefeningen

Nadere informatie

Amyotrofische Laterale Sclerose. ALS Centrum Nederland

Amyotrofische Laterale Sclerose. ALS Centrum Nederland Amyotrofische Laterale Sclerose ALS Centrum Nederland ALS Centrum Nederland Samenwerkingsverband op gebied van diagnostiek, behandeling en wetenschappelijk onderzoek 24/01/2014 2 ALS Stichting Nederland

Nadere informatie

Hoe vaak komt FSHD voor bij kinderen? FSHD is een zeldzame ziekte en komt bij een tot kinderen voor.

Hoe vaak komt FSHD voor bij kinderen? FSHD is een zeldzame ziekte en komt bij een tot kinderen voor. Fascioscapulohumorale dystrofie (FSHD) Wat is FSHD? FSHD is een erfelijke ziekte waarbij er in toenemende mate spierzwakte optreedt in voornamelijk de spieren van het gezicht en de bovenarmen. Hoe wordt

Nadere informatie

PATIËNTENBROCHURE. Kinesitherapie bij COPD

PATIËNTENBROCHURE. Kinesitherapie bij COPD PATIËNTENBROCHURE Kinesitherapie bij COPD INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 3 2. Ademhalingsoefeningen 4 Ademen met geperste lippen. 4 Buikademhaling.. 4 Hoesten en verwijderen van slijmen. 6 3. Houdingen

Nadere informatie

Whitepaper aspecifieke lage rugpijn. Martijn Groot, orthopedisch manueel therapeut Daniel Righard, master manueel therapeut i.o.

Whitepaper aspecifieke lage rugpijn. Martijn Groot, orthopedisch manueel therapeut Daniel Righard, master manueel therapeut i.o. Whitepaper aspecifieke lage rugpijn Martijn Groot, orthopedisch manueel therapeut Daniel Righard, master manueel therapeut i.o. (co-writer) Inhoud Inleiding De praktijk Het trainingsprogramma De ervaringen

Nadere informatie

Fysiotherapie na een hernia- of stenose operatie

Fysiotherapie na een hernia- of stenose operatie Fysiotherapie na een hernia- of stenose operatie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U bent in het Albert Schweitzer ziekenhuis aan uw rug geopereerd. In deze folder

Nadere informatie

Antwoordvel Longquiz. Dat geldt zowel iedereen (ongeachte je gezondheid of conditie voor je met oefenen begon)

Antwoordvel Longquiz. Dat geldt zowel iedereen (ongeachte je gezondheid of conditie voor je met oefenen begon) Antwoordvel Longquiz 1. Uit welke onderdelen bestaan de luchtwegen? a. Neus, mond, luchtpijp, bronchiën, luchtblaasjes b. neus, mond, luchtpijp, bronchiën, luchtblaartjes c. neus, mond, luchtpijp, bronchiën,

Nadere informatie

adviezen hernia-operatie COPD ZorgSaam

adviezen hernia-operatie COPD ZorgSaam adviezen Bewegen na een bij hernia-operatie COPD ZorgSaam 1 RECONDITIONERING bij COPD Inleiding In deze folder informeren wij u over de klachten en behandeling door de fysiotherapeut bij COPD. Het is goed

Nadere informatie

COPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan??

COPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? COPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? De lengte en het gewicht vragen aan de patiënt is voldoende. Iedereen weet toch hoe lang en zwaar hij/zij is. Juist/Onjuist Bij een patiënt kunnen verschillende

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Longrevalidatie

Patiënteninformatie. Longrevalidatie Patiënteninformatie Longrevalidatie Inhoud Inleiding... 2 Algemene informatie... 2 Voor wie is dit programma bedoeld?... 2 Waarom is bewegen zo belangrijk?... 2 Inhoud van de revalidatie... 4 Doelstellingen...

Nadere informatie

Wat is COPD? 1 van

Wat is COPD? 1 van Wat is COPD? COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease. Het is een verzamelnaam voor de ziektes chronische bronchitis en longemfyseem. Artsen maken tegenwoordig geen onderscheid meer tussen

Nadere informatie

5,9. Werkstuk door een scholier 2073 woorden 16 juli keer beoordeeld

5,9. Werkstuk door een scholier 2073 woorden 16 juli keer beoordeeld Werkstuk door een scholier 2073 woorden 16 juli 2001 5,9 68 keer beoordeeld Vak Biologie Dit biologiewerkstuk gaat over longziekten en speciaal over taaislijmziekte. Dit is naar aanleiding van de video

Nadere informatie

Whitepaper oefentherapie in het verwarmde zorgbad

Whitepaper oefentherapie in het verwarmde zorgbad Whitepaper oefentherapie in het verwarmde zorgbad Martijn Groot, orthopedisch manueel therapeut Inhoud De voordelen van oefentherapie in het verwarmde zorgbad Wie heeft er baat bij oefentherapie in het

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. www.kinderneurologie.eu. Multi-minicore myopathie

Kinderneurologie.eu. www.kinderneurologie.eu. Multi-minicore myopathie Multi-minicore myopathie Wat is multi-minicore myopathie? Multi-minicore myopathie is een aandoening waarbij de spieren anders zijn opgebouwd dan gewoonlijk waardoor de spieren veel zwakker zijn dan normaal.

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Critical Illness Polyneuropathie (CIPN) Criticall Illness Polyneuropathie (CIPN)

Patiënteninformatie. Critical Illness Polyneuropathie (CIPN) Criticall Illness Polyneuropathie (CIPN) Patiënteninformatie Critical Illness Polyneuropathie (CIPN) Criticall Illness Polyneuropathie (CIPN) 1 Folder Critical Illness Polyneuropathie (CIPN) Inleiding Wanneer een patiënt langere tijd ernstig

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Ademhalingsoefeningen

PATIËNTEN INFORMATIE. Ademhalingsoefeningen PATIËNTEN INFORMATIE Ademhalingsoefeningen U wordt of bent opgenomen in het Maasstad Ziekenhuis voor een buikoperatie, hartoperatie of longoperatie. Als voorbereiding op uw operatie, worden u een aantal

Nadere informatie

Ademspiertraining. Fysiotherapie / Cardiologie. vóór uw hartoperatie. Inleiding

Ademspiertraining. Fysiotherapie / Cardiologie. vóór uw hartoperatie. Inleiding Fysiotherapie / Cardiologie Ademspiertraining vóór uw hartoperatie Inleiding Binnenkort ondergaat u een hartoperatie. Om u zo goed mogelijk op de operatie voor te bereiden, bieden wij u een trainingsprogramma

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting INTRODUCTION Kinderen en jongeren met cerebrale parese (CP) kunnen vaak niet zo goed lopen, rennen of traplopen. Dat kan komen door spierzwakte. Spierzwakte wordt vaak gemeten als de kracht die kinderen

Nadere informatie

fysiotherapie na een longoperatie

fysiotherapie na een longoperatie patiënteninformatie fysiotherapie na een longoperatie Binnenkort wordt u geopereerd aan uw long(en) of u heeft onlangs een operatie ondergaan. Waarom is fysiotherapie belangrijk na deze operatie? Hoe kunt

Nadere informatie

NVZF Jaarcongres 2011 Inspanningstesten en hun klinische betekenis bij COPD

NVZF Jaarcongres 2011 Inspanningstesten en hun klinische betekenis bij COPD NVZF Jaarcongres 2011 Inspanningstesten en hun klinische betekenis bij COPD dr. A.J. van t Hul Schoondonck-centrum voor Longrevalidatie Brabantlaan 1 4817 JW Breda 076-533 14 54 a.vanthul@rcbreda.nl Basis

Nadere informatie

Vet-killer 320 Workout. Door: Jesse van der Velde http://jessevandervelde.com. Copyright 2011 Jesse van der Velde Alle rechten voorbehouden.

Vet-killer 320 Workout. Door: Jesse van der Velde http://jessevandervelde.com. Copyright 2011 Jesse van der Velde Alle rechten voorbehouden. Vet-killer 320 Workout Door: Jesse van der Velde http://jessevandervelde.com Copyright 2011 Jesse van der Velde Alle rechten voorbehouden. 1 Introductie Welkom bij de Vet-Killer 320 Workout. Dit is de

Nadere informatie

Appendix. Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary)

Appendix. Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary) Appendix Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary) 93 87 Inleiding Diabetes mellitus, kortweg diabetes, is een ziekte waar wereldwijd ongeveer 400 miljoen mensen aan lijden. Ook in Nederland komt de

Nadere informatie

In het kader van uw chronische longaandoening (COPD) komt u in aanmerking voor longrevalidatie.

In het kader van uw chronische longaandoening (COPD) komt u in aanmerking voor longrevalidatie. Longrevalidatie 1 In het kader van uw chronische longaandoening (COPD) komt u in aanmerking voor longrevalidatie. Inleiding Wat is een chronische longaandoening? Een chronische longaandoening is een aandoening

Nadere informatie

Fysiotherapie bij slokdarmoperaties

Fysiotherapie bij slokdarmoperaties Centrumlocatie Na een operatie waarbij de slokdarm is verwijderd, bestaat er een verhoogde kans op het ontstaan van longcomplicaties. De fysiotherapeut heeft als taak u te helpen om deze complicaties te

Nadere informatie

Les 14 Ademhaling 1. Functie luchtwegen / neus. Ademhaling, luchtwegen, longen, inspiratie, expiratie, effectiviteit, Va/Q ratio, ademvolumina

Les 14 Ademhaling 1. Functie luchtwegen / neus. Ademhaling, luchtwegen, longen, inspiratie, expiratie, effectiviteit, Va/Q ratio, ademvolumina Les 14 Ademhaling 1 Ademhaling, luchtwegen, longen, inspiratie, expiratie, effectiviteit, Va/Q ratio, ademvolumina ANZN 1e leerjaar - Les 14 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 1 cavum nasi (neusholte)

Nadere informatie

Ademspiertraining. Fysiotherapie / Cardiologie. Vóór uw hartoperatie. Inhoudsopgave. Inleiding. Waarom is deze training nodig?

Ademspiertraining. Fysiotherapie / Cardiologie. Vóór uw hartoperatie. Inhoudsopgave. Inleiding. Waarom is deze training nodig? Fysiotherapie / Cardiologie Ademspiertraining Vóór uw hartoperatie Inhoudsopgave Inleiding Waarom is deze training nodig? Het ademspierapparaat (de Threshold) Schoonmaken van het apparaat Hoe moet u trainen?

Nadere informatie

Astma/COPD Dienst Geldrop

Astma/COPD Dienst Geldrop Astma/COPD Dienst Geldrop Wat is astma en COPD? Astma is een ontsteking aan de luchtwegen. Wanneer de luchtwegen overgevoelig op (allergische of niet-allergische) prikkels reageren door het samentrekken

Nadere informatie

Fysiotherapie bij patiënten met COPD in de eerstelijns praktijk. Vergelijking tussen huidige richtlijnen

Fysiotherapie bij patiënten met COPD in de eerstelijns praktijk. Vergelijking tussen huidige richtlijnen Fysiotherapie bij patiënten met COPD in de eerstelijns praktijk Vergelijking tussen huidige richtlijnen Uitvoerende: Opdrachtgever: Docentbegeleider: Edwin van Kerkhof Baris Kirik Victor Gielen Martin

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 11e jrg 1993, no. 3 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 11e jrg 1993, no. 3 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg, C. Riezebos, E. Koes Titel: Verzamelde reacties, emfyseem en ademarbeid Jaargang: 11 Jaartal: 1993 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 176-185 Deze online uitgave mag, onder

Nadere informatie

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Lichamelijke activiteit is erg belangrijk om de algemene gezondheid van mensen met een dwarslaesie in stand te houden. Door de beperking van de onderste extremiteiten is dit bij mensen met een dwarslaesie

Nadere informatie

Over de auteur 1 3. Verantwoording 1 4

Over de auteur 1 3. Verantwoording 1 4 Inhoud Voorwoord 1 1 De bekkenbodemspieren, een vergeten spiergroep 1 1 Over de auteur 1 3 Verantwoording 1 4 deel1bekkenbodemfit: inleiding 17 1 Historie 1 9 1.1 Van heilgymnastiek/fysiotherapie tot bekkenfysiotherapie

Nadere informatie

Ademspiertraining: (Inspiratory Muscle Training IMT)

Ademspiertraining: (Inspiratory Muscle Training IMT) Ademspiertraining: (Inspiratory Muscle Training IMT) Meer Lucht, Betere Prestaties.. @trainjelongen Agenda Ademspiertraining; Korte uitleg & ffecten Wetenschappelijk onderzoek Toepassing, Training, Periodisering

Nadere informatie

Fysiotherapie voor en na een hartoperatie Instructies en oefenschema

Fysiotherapie voor en na een hartoperatie Instructies en oefenschema U krijgt binnenkort een. Voor en na deze operatie krijgt u fysiotherapie. De fysiotherapeut heeft u verteld wat dit inhoudt en heeft u deze brochure gegeven. Hierin kunt u lezen hoe u uw borstbeen moet

Nadere informatie

Frolov s long- en ademtrainer

Frolov s long- en ademtrainer Frolov s long- en ademtrainer Waarom we niet kunnen leven zonder ademhaling? Zonder ademhalen is er geen leven zegt Vedanta, een van de grootste Indiase filosofen. Het is interessant dat eeuwenlange ervaring

Nadere informatie

Ventilatoire Beperking van de Inspanning 1

Ventilatoire Beperking van de Inspanning 1 Ventilatoire Beperking van de Inspanning 1 Dyspnoe bij inspanning is één van de belangrijkste klachten van patiënten met een longziekte. Het inspanningsonderzoek kan dan ook een belangrijke rol spelen

Nadere informatie

Ik ben zo benauwd. Titia Klemmeier/Josien Bleeker

Ik ben zo benauwd. Titia Klemmeier/Josien Bleeker Ik ben zo benauwd Titia Klemmeier/Josien Bleeker dyspneu ademnood kortademigheid benauwdheid Bemoeilijkte ademhaling Programma Inventarisatie leerdoelen Kennis over de praktijk? Alarmsymptomen Achtergrond

Nadere informatie

Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD.

Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Robbert Kerseboom Kaderhuisarts astma-copd De prevalentie van obesitas (BMI > 30 kg/m 2 ): (in 2012) 11 % bij mannen 14 % bij vrouwen. De prevalentie van COPD is 20/1000 Nederlanders KADERHUISARTS SCHAKEL

Nadere informatie

COPD en longproblematiek. Angst voor inspanning Noodzaak voor inspanning

COPD en longproblematiek. Angst voor inspanning Noodzaak voor inspanning COPD en longproblematiek Angst voor inspanning Noodzaak voor inspanning De luchtwegen Hogere luchtwegen (Mond, keel, neus) Slijmvlies zorgt voor bevochtiging v/d lucht en het binden van stofdeeltjes Lagere

Nadere informatie

Libra R&A locatie Blixembosch ALS/PSMA. Amyotrofische Laterale Sclerose/ Progressieve Spinale Musculaire Atrofie

Libra R&A locatie Blixembosch ALS/PSMA. Amyotrofische Laterale Sclerose/ Progressieve Spinale Musculaire Atrofie Libra R&A locatie Blixembosch ALS/PSMA Amyotrofische Laterale Sclerose/ Progressieve Spinale Musculaire Atrofie U heeft de diagnose Amyotrofische Laterale Sclerose (ALS) of Progressieve Spinale Musculaire

Nadere informatie

Fysiotherapie vóór uw hartoperatie

Fysiotherapie vóór uw hartoperatie Fysiotherapie vóór uw hartoperatie Inleiding Binnenkort ondergaat u een hartoperatie. Uit onderzoek is gebleken dat u in aanmerking komt voor een training van de ademhalingsspieren. Elke keer dat u ademhaalt,

Nadere informatie

Behandelingen opname. 1 Airstacken en ademhalingsoefeningen. Longontsteking. Hypoventilatie. Wat is het doel van deze behandeling?

Behandelingen opname. 1 Airstacken en ademhalingsoefeningen. Longontsteking. Hypoventilatie. Wat is het doel van deze behandeling? 11/05/2019 Behandelingen opname 1 Airstacken en ademhalingsoefeningen Door een spierziekte kan de inhoud van uw longen geleidelijk afnemen. Hierdoor heeft u meer kans op een longontsteking en hypoventilatie.

Nadere informatie

Les 15 Ademhaling 2. Ademhalingsstimulatie

Les 15 Ademhaling 2. Ademhalingsstimulatie Les 15 Ademhaling 2 Ademhalingstimulatie,cyanose, stridor, dyspnoe, hoesten, hyperventilatie ANZN 1e leerjaar - Les 15 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 Ademhalingsstimulatie Ventilatiebehoefte wordt

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Hyperventilatie, een adembenemend verschijnsel. Wat is hyperventilatie, wat zijn symptomen en hoe bestrijd je een aanval?

Patiënteninformatie. Hyperventilatie, een adembenemend verschijnsel. Wat is hyperventilatie, wat zijn symptomen en hoe bestrijd je een aanval? Patiënteninformatie Hyperventilatie, een adembenemend verschijnsel Wat is hyperventilatie, wat zijn symptomen en hoe bestrijd je een aanval? Hyperventilatie, een adembenemend verschijnsel Wat is hyperventilatie,

Nadere informatie

Trainingsprogramma COPD

Trainingsprogramma COPD Trainingsprogramma COPD Informatie voor patiënten F0947-3064 januari 2011 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam 070

Nadere informatie

Respiratoire complicaties bij thoraxchirurgie. Bart van Silfhout Ventilation Practitioner

Respiratoire complicaties bij thoraxchirurgie. Bart van Silfhout Ventilation Practitioner Respiratoire complicaties bij thoraxchirurgie Bart van Silfhout Ventilation Practitioner Doel & inhoud Het uitwisselen van ideeën, kennis en gedachten en vooral een leuke voordracht!!! Gasuitwisseling

Nadere informatie

Fysiotherapie bij COPD

Fysiotherapie bij COPD FYSIOTHERAPIE Fysiotherapie bij COPD het longrevalidatieprogramma ADVIES Fysiotherapie bij COPD het longrevalidatieprogramma Bij u is COPD vastgesteld. Uw longarts heeft u verwezen naar de afdeling Fysiotherapie

Nadere informatie

Fysiotherapie na een hernia-operatie

Fysiotherapie na een hernia-operatie Fysiotherapie na een hernia-operatie Albert Schweitzer ziekenhuis maart 2015 pavo 0292 Inleiding U bent in het Albert Schweitzer ziekenhuis geopereerd aan een hernia in uw rug. In deze folder willen wij

Nadere informatie

De ziekte van Werdnig-Hoffman

De ziekte van Werdnig-Hoffman De ziekte van Werdnig-Hoffman Wat is de ziekte van Werdnig-Hoffman? De ziekte van Werdnig-Hoffman is een ziekte waarbij de zenuwcellen in het ruggenmerg de spieren niet goed aan kunnen sturen, waardoor

Nadere informatie

Ademweerstand-training

Ademweerstand-training Fysiotherapie Ademweerstand-training www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl FYS010 / Ademweerstand-training / 10-07-2014 2 Ademweerstand-training

Nadere informatie

Inspanningsfysiologie Rhijn Visser, sportarts Beatrix Ziekenhuis Gorinchem

Inspanningsfysiologie Rhijn Visser, sportarts Beatrix Ziekenhuis Gorinchem Inspanningsfysiologie Rhijn Visser, sportarts Beatrix Ziekenhuis Gorinchem SMA Middenrivierengebied Gorinchem 2015 Jaarlijks aantal sportblessures Alle Blessures: 4.500.000 Behandelingen: 1.900.000 Ziekenhuisopnames:

Nadere informatie

bewegingsstelsel info voor de patiënt Stretching UZ Gent, Dienst Orthopedie & Traumatologie en Fysische Geneeskunde & Revalidatie

bewegingsstelsel info voor de patiënt Stretching UZ Gent, Dienst Orthopedie & Traumatologie en Fysische Geneeskunde & Revalidatie bewegingsstelsel info voor de patiënt Stretching UZ Gent, Dienst Orthopedie & Traumatologie en Fysische Geneeskunde & Revalidatie Stretching Je hebt last van kniepijn. Het klinisch onderzoek en de medische

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 1 geeft een algemene inleiding op dit proefschrift. Artrose is een chronische progressieve gewrichtsaandoening. Men schat dat de hoge prevalentie wereldwijd verder zal toenemen vanwege de stijgende

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 9 Nederlandse Samenvatting F.S. de Man 1,2, N. Westerhof 1,2, A. Vonk-Noordegraaf 1 Departments of 1 Pulmonology and 2 Physiology, VU University Medical Center / Institute for Cardiovascular Research,

Nadere informatie

basisstof 1 gaswisseling bij dieren om te onthouden

basisstof 1 gaswisseling bij dieren om te onthouden 1 gaswisseling bij dieren Ademhaling: opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide. Een ander woord voor ademhaling is gaswisseling. Zuurstof is nodig voor de verbranding. Koolstofdioxide komt bij

Nadere informatie

29 en 30 januari 2015 te Papendal

29 en 30 januari 2015 te Papendal IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK 29 en 30 januari 2015 te Papendal KADERHUISARTS SCHAKEL TUSSEN WETENSCHAP EN PRAKTIJK Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

Workshop Maximale inspanningstest: Uitvoer en interpretatie in het kader van instellen en beoordelen van trainingsinterventies FYSIOLOGIE

Workshop Maximale inspanningstest: Uitvoer en interpretatie in het kader van instellen en beoordelen van trainingsinterventies FYSIOLOGIE IBSCongres, 28 januari 2017, Hogeschool Utrecht, Utrecht Workshop Maximale inspanningstest: Uitvoer en interpretatie in het kader van instellen en beoordelen van trainingsinterventies FYSIOLOGIE Dr. M.S.

Nadere informatie

Verpleegkundige zorg aan neuromusculaire patienten

Verpleegkundige zorg aan neuromusculaire patienten Verpleegkundige zorg aan neuromusculaire patienten Ineke Ras-van den Berg consulent Continentie/Wond/Pegsonde Polikliniek Sophia Revalidatie Den Haag Nienke de Goeijen nurse practitioner neuromusculaire

Nadere informatie

Vet-killer 320 Workout Introductie (eerste deel) Door: Jesse van der Velde http://vetkillerworkout.nl/index2.php

Vet-killer 320 Workout Introductie (eerste deel) Door: Jesse van der Velde http://vetkillerworkout.nl/index2.php Vet-killer 320 Workout Introductie (eerste deel) Door: Jesse van der Velde http://vetkillerworkout.nl/index2.php Copyright 2011 Jesse van der Velde Alle rechten voorbehouden. 1 Introductie Welkom bij de

Nadere informatie

adviezen na een hernia-operatie HYPERVENTILATIE ZorgSaam

adviezen na een hernia-operatie HYPERVENTILATIE ZorgSaam adviezen na een hernia-operatie HYPERVENTILATIE ZorgSaam 1 2 Hyperventileren Ventileren = luchten Om uw huis te luchten zet u een raam en een deur open, er waait frisse lucht door uw huis. Hyper-ventileren

Nadere informatie

Oefeningen voor de knie

Oefeningen voor de knie Oefeningen voor de knie Spierkracht verbeterende oefeningen voor de knie: Het is belangrijk om een goede spierkracht te hebben, mede omdat de spieren helpen bij schokabsorptie. Door een goede spierkracht

Nadere informatie

Astma / COPD-dienst Geldrop

Astma / COPD-dienst Geldrop Astma / COPD-dienst Geldrop Wat is astma en COPD Astma is een ontsteking aan de luchtwegen. De luchtwegen reageren overgevoelig op (allergische of niet-allergische) prikkels door het samentrekken van luchtwegspiertjes,

Nadere informatie

ENERGIEK. Bewegingsprogramma bij chronische neurologische aandoeningen

ENERGIEK. Bewegingsprogramma bij chronische neurologische aandoeningen ENERGIEK Bewegingsprogramma bij chronische neurologische aandoeningen Achtergrond Bewegen is goed, voor iedereen! Dat is wat u vaak hoort en ziet in de media. En het is waar, bewegen houdt ons fit en

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Ademhalingsoefeningen

PATIËNTEN INFORMATIE. Ademhalingsoefeningen PATIËNTEN INFORMATIE Ademhalingsoefeningen 2 PATIËNTENINFORMATIE U wordt of bent opgenomen in het Maasstad Ziekenhuis voor een buikoperatie, hartoperatie of longoperatie. Als voorbereiding op uw operatie,

Nadere informatie

OEFENSCHEMA HARTREVALIDATIE

OEFENSCHEMA HARTREVALIDATIE OEFENSCHEMA HARTREVALIDATIE 17601 Inleiding In deze folder vindt u een algemeen oefenschema en beweegadvies. Deze kunt u gebruiken ter voorbereiding op de revalidatie, maar ook tijdens en na de revalidatieperiode.

Nadere informatie

> waterdamp < zuurstof Aan ingeademde lucht = stikstof

> waterdamp < zuurstof Aan ingeademde lucht = stikstof Biologie Samenvatting Hoofdstuk 1 1. Wat is verbranding? Brandstof: Stof die verbrandt Energie: Komt vrij tijdens verbranding --> Beweging, Warmte, Licht Verbrandingsproducten: De stoffen die ontstaan

Nadere informatie

Beademen Met de juiste drukken moet het lukken?! Lennart Immerzeel Ventilation Practitioner Reinier de Graaf, Delft

Beademen Met de juiste drukken moet het lukken?! Lennart Immerzeel Ventilation Practitioner Reinier de Graaf, Delft Beademen Met de juiste drukken moet het lukken! Lennart Immerzeel Ventilation Practitioner Reinier de Graaf, Delft Beademingsdrukken plateau CO2 inspiratoir PEEPe alveolair abdominaal max oesophagus peak

Nadere informatie