Ventilatoire Beperking van de Inspanning 1
|
|
- Jonas van der Berg
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Ventilatoire Beperking van de Inspanning 1 Dyspnoe bij inspanning is één van de belangrijkste klachten van patiënten met een longziekte. Het inspanningsonderzoek kan dan ook een belangrijke rol spelen zowel bij het inschatten van de ernst van de ziekte als bij de evaluatie van behandeling en follow-up van de ziekte. In het algemeen gaat het bij inspanningsonderzoek om de vraag [1] welke inspanning de patiënt kan leveren en [2] door welk mechanisme de inspanning beperkt wordt. In dit onderdeel zullen we ingaan op de vraag op welke manier een stoornis in de ventilatie de inspanning kan beperken en hoe dit kan worden afgeleid uit de metingen tijdens het onderzoek. Ventilatie tijdens normale inspanning Gezonde mensen hebben een aanzienlijke ventilatoire overcapaciteit. Dat wordt direct duidelijk uit de verandering van de belangrijkste ademhalingsparameters tijdens inspanning, zeker wanneer deze worden vergeleken met parameters van de circulatie. Het ademminuutvolume in rust bedraagt ongeveer 5-12 l/min en kan bij de meeste volwassenen toenemen tot l/min (een tienvoudige toename). Daarentegen kan de cardiac output toenemen van 4-6 l/min tot l/min (slechts een vijfvoudige toename). Als het gaat om O 2 en CO 2 transport is het dan ook niet verrassend dat de circulatie tijdens inspanning normaal gesproken de beperkende factor is. De beperking van de cardiac output komt in eerste instantie tot stand door het bereiken van een maximaal slagvolume van het hart en in tweede instantie (de uiteindelijke beperkende factor) door het bereiken van de maximale hartfrequentie, afhankelijk van de leeftijd. Het ventilatoire vermogen wordt onder normale omstandigheden niet geheel aangesproken, en bij maximale inspanning is er nog een aanzienlijke ventilatoire reserve over. Vrijwel altijd neemt de ventilatie eerst toe door een toename van het teugvolume en meestal pas na het passeren van de anaërobe drempel ook door een toename van de ademfrequentie. Dat leidt tot een verhoogde ademarbeid. In het algemeen geeft dat geen dyspnoe: dyspnoe is een sensatie die meestal pas ontstaat wanneer bewust of onbewust een discrepantie wordt opgemerkt tussen ademarbeid en opgewekte 1 Cursus Ergometrie Mei 2012, J.G. van den Aardweg, Medisch Centrum Alkmaar, j.g.vanden.aardweg@mca.nl
2 luchtstroom. Onbelemmerd diep ademen tijdens hardlopen geeft meestal geen dyspnoe, wel wanneer de ademhaling wordt belemmerd door bijvoorbeeld bronchusobstructie. Tijdens onbelemmerde ademhaling wordt ademarbeid vooral gebruikt voor inspiratie, de expiratie is voornamelijk passief door het terugveren van long en borstwand naar het rustvolume (de functionele residuale capaciteit of FRC). Met borstwand wordt hier de gehele begrenzing van de thoraxholte bedoeld: in deze zin is de buik dus het onderste deel van de borstwand. Op FRC-niveau is de naar binnen gerichte elastische kracht van het longweefsel precies gelijk aan de naar buiten gerichte elastische kracht van de borstwand (doordat de ribben iets naar binnen worden getrokken en de buik iets omhoog wordt gezogen, althans in zittende of staande positie). Op FRC-niveau is dus geen ademspierarbeid nodig om de toestand te handhaven. In dit evenwicht is er een geringe onderdruk in de pleuraholte. Tijdens inademing is ademarbeid nodig voor het uitrekken van de long (als een elastische ballon). Bij relatief lage teugvolumes (bijvoorbeeld < 1 liter) helpt de thoraxwand mee met de inspiratie: de ribbenkast en de buik veren terug naar hun rustpositie, die meestal groter is dan het FRC (het rustvolume van de thoraxwand is meestal 4 l, het FRC 2,5 l). Bij diepere inspiratie gaat de borstwand tegenwerken: het kost energie om het volume van de borstwand verder te vergroten. In de grafiek van longvolume vs. pleuradruk is de ademarbeid het oppervlak tussen de compliantielijnen van long en borstwand (zie dia 4 in de hand-outs). Duidelijk is dat de ademarbeid sterk gaat toenemen wanneer ingeademd wordt tot vlak bij de totale longcapaciteit (TLC). Dit is elastische ademarbeid; daarnaast is enige arbeid nodig voor het overwinnen van de weerstand van de luchtwegen, wat sterk toeneemt bij obstructieve longziekten. Bij een normale rustademhaling duurt de actieve inspiratie ongeveer even lang als de passieve expiratie (dia 5). De totale expiratieduur is meestal wat langer doordat men even op FRC-niveau blijft hangen. Door deze eind-expiratoire pauze is de inspiratietijd gedeeld door de totale ademduur (TI/TTOT) normaal gesproken ~40%. Wanneer de ademfrequentie toeneemt tijdens inspanning wordt eerst deze eind-expiratoire pauze opgebruikt (en vervolgens wordt de in- en expiratoire flow verder opgehoogd om de frequentie verder te laten toenemen). Tijdens maximale inspanning is het spirogram dus een soort zaagtand met een TI/TTOT-ratio van ongeveer 50%. Alleen bij expiratoire obstructie kan de expiratie zodanig verlengen dat de TI/TTOT-ratio tijdens maximale inspanning onder de 45% blijft. De expiratietijd TE blijft dan dus langer dan de inspiratietijd TI (verlengd expirium). Zie dia 6. Vaak maar niet altijd duidt dit op het bestaan van expiratoire flowlimitatie.
3 Expiratoire flowlimitatie Dit is het grootste probleem van patiënten met een obstructieve longziekte tijdens inspanning. Expiratoire flowlimitatie is een situatie waarbij de luchtstroom door de luchtwegen is begrensd bij een toename van het drukverschil tussen alveoli en mond neemt de luchtstroom niet verder toe. Bij gezonde personen ontstaat dit alleen tijdens geforceerde expiratie (het inspannings-onafhankelijke deel van de flow-volumecurve, zie dia 8). Normaal gesproken ontstaat er geen expiratoire flowlimitatie tijdens inspanning (ook niet bij atleten). Wanneer de flow-volumecurve tijdens inspanning de maximale flow-volumecurve raakt, is dat een aanwijzing voor flowlimitatie (zie dia 7). Om dit goed te kunnen interpreteren, is het wel noodzakelijk dat de flow-volumecurve tijdens inspanning op de juiste wijze op de volume-as wordt geplaatst. Hierbij kan gebruikt worden van de aanname dat het TLC tijdens inspanning min of meer constant blijft. Door de patiënt tijdens inspanning in te laten ademen tot TLCniveau, kan hieruit de locatie van de flow-volumecurve op de volume-as worden bepaald. Wat is de oorzaak van expiratoire flowlimitatie? Het probleem ontstaat door een bijnacollaps van de grotere intrathoracale luchtwegen (meestal de segmentsbronchi). Deze bijnacollaps ontstaat doordat de positieve intrathoracale druk tijdens uitademing niet alleen op de alveoli, maar ook op de intrathoracale luchtwegen wordt uitgeoefend. Daarbij daalt de intraluminale druk in de luchtwegen in de richting van alveoli naar mond door de weerstand in de meer perifeer gelegen luchtwegen. De intraluminale druk wordt verder verlaagd doordat de stromende lucht op zich al een onderdruk creëert (als een kielzog ). Het leidt ertoe dat in de luchtwegen een punt ontstaat waar de intraluminale druk gelijk is aan de extraluminale intrathoracale druk (equal pressure point). Stroomafwaarts hiervan is de intraluminale druk lager dan de extraluminale, wat leidt tot een bijna-collaps op plaatsen waar de wand van de luchtwegen relatief flexibel is (en dat is op het niveau van de segmentsbronchi). Hoe leidt dit nu tot flowlimitatie? In het geval van flowlimitatie is er blijkbaar geen totale collaps van de luchtwegen, anders zou de flow niet gelimiteerd maar onderbroken zijn. Kennelijk wordt de stroom begrensd wanneer de diameter van de luchtwegen op een bepaald punt bijna geheel collaberen. Op zich zou de luchtstroom eindeloos kunnen toenemen wanneer de luchtwegen zich vernauwen, zolang de stroomsnelheid maar kan blijven toenemen. Dan geldt: de stroomsnelheid op een bepaald punt is de stroomsterkte (flow) gedeeld door het oppervlak van het lumen (dia 9). De stroomsnelheid (v in dia 9) is echter beperkt: deze kan niet groter worden dan de geluidssnelheid (het doorbreken van de geluidsbarrière zou teveel energie kosten). Met geluidssnelheid wordt hier bedoeld de
4 voortplantingssnelheid van een drukgolf door het inwendige van de luchtwegen (c in dia 9 en 10). Dit is langzamer dan de geluidssnelheid in lucht, doordat de voortplanting van golven wordt afgeremd door het meetrillen van de wand (het is in feite een holle snaar : hoe zwaarder de snaar, hoe langzamer de drukgolf vergelijkbaar met de lagere tonen van een zwaardere gitaarsnaar). Zie dia 10. In de luchtwegen wordt c geschat op 10 tot 50 m/s. Vermenigvuldigd met het oppervlak van de luchtwegen op het punt van maximale collaps (enkele mm 2 ), levert dit een maximale flow op in de orde van 0,1 tot 1,0 L/s. Gevolgen van expiratoire flowlimitatie tijdens inspanning Expiratoire flowlimitatie (EFL) veroorzaakt 2 problemen, die aan elkaar gerelateerd zijn: [1] intrinsieke positieve eind-expiratoire druk (intrinsic PEEP) en [2] hyperinflatie. Normaal gesproken daalt de positieve intra-alveolaire druk tijdens passieve expiratie tot nul (d.w.z. gelijk aan de buitenluchtdruk). In geval van EFL is de luchtstroom dermate gering dat de long nog niet geheel is leeggelopen tijdens expiratie, waardoor er een nog een positieve alveolaire druk blijft bestaan aan het einde van de uitademing (de intrinsic PEEP). Om vervolgens in te ademen, zullen de inademingsspieren eerste de alveolaire druk moeten laten dalen tot nul, waarna alveolaire druk negatief wordt en de lucht pas naar binnen gaat stromen. Dit leidt tot een korte fase waarin de expiratoire stroom wordt afgeremd: de inademingsspieren zijn al begonnen met contractie maar de luchtstroom is nog naar buiten gericht (dia 12). Vanzelfsprekend kost dit extra ademarbeid. Ten tweede leidt EFL tot een ventielwerking: bij toename van de ventilatie kan de inspiratoire flow wel maar de expiratoire flow niet toenemen, waardoor de patiënt zichzelf opblaast (hyperinflatie). Dit gaat ook gepaard met extra ademarbeid, doordat de compliantie van zowel long als borstwand lager is bij hogere longvolumes (dia 4). Tijdens normale inspanning neemt het teugvolume aanvankelijk toe door zowel dieper in als uit te ademen (dia 7, linker panel). Dit is energetisch gunstig: het is een slingering om een evenwichtstoestand (het FRC). Bij EFL is diepere expiratie niet mogelijk: de flowvolumecurve schuift op richting TLC (dia 7, middelste panel). Dat is energetisch ongunstig: de slinger is voortdurend uit de evenwichtstoestand. Voor hetzelfde teugvolume is veel meer energie nodig (zie dia 17, vergelijk deze met dia 4). Wanneer het longvolume het TLC begint te naderen wordt de ventilatie steeds zwaarder: de inspanning loopt vast op een ventilatoire beperking met lage ademreserve. Hyperinflatie wordt bij COPD waarschijnlijk voornamelijk veroorzaakt door EFL (en in mindere mate door verhoogde longcompliantie bij emfyseem). Een aanwijzing voor EFL
5 tijdens inspanning is het raken van de flow-volumecurve aan de maximale flow-volumecurve; een bewijs wordt pas geleverd wanneer de flow niet blijkt toe te nemen als het drukverschil tussen alveoli en mond wordt vergroot. Dit kan worden gerealiseerd door kortdurende onderdruk aan te brengen bij de mond (negative expiratory pressure, NEP). Wanneer de expiratoire flow tijdens een teug met NEP gelijk is aan de expiratoire flow van een vergelijkbare ademteug zonder NEP, is dat een bewijs voor het bestaan van EFL (dia 13, rechter plaatje). In het linker plaatje van dia 13 bestaat duidelijk geen EFL: de flow neemt toe door het drukverschil tussen mond en alveoli te vergroten met NEP. Veel patiënten met ernstig COPD vertonen al EFL in rust, in minder ernstige gevallen ontstaat het probleem pas tijdens inspanning. Dia 15 laat nog eens zien wat er met het teugvolume gebeurt tijdens normale inspanning; dia 16 laat zien wat er gebeurt als EFL (aangetoond met NEP) al bestaat in rust (links), of ontstaat op 1/3 van de maximale belasting (midden), of pas ontstaat op 2/3 van de maximale belasting (rechts). Duidelijk is dat hoe eerder EFL ontstaat, hoe sterker de hyperinflatie en hoe groter de kans op ventilatoire beperking van de inspanning. In dat geval is het teugvolume tijdens maximale inspanning meestal klein: het is relatief zwaar om diep in en uit te ademen op een hoog teugvolume. Patiënten met een lage inspiratoire capaciteit (IC) als uiting van hyperinflatie in rust, blijken dan ook een kleiner teugvolume te bereiken tijdens maximale inspanning (dia 18). Nogmaals: de ademreserve Om een lage ademreserve aan te tonen is een schatting nodig van de maximale ventilatie die de patiënt kan leveren. Klassiek is de maximale vrijwillige ventilatie (MVV), waarbij de patiënt gevraagd wordt maximaal diep te ademen met een frequentie van 30/min. Velen doen dit echter op een hoog longvolume (dia 19), het komt dan neer op een hyperinflatiemanoeuvre die in niets lijkt op het adempatroon tijdens maximale inspanning door een gezonde proefpersoon (dia 7). Mogelijk om deze reden maakt het voor de interpretatie meestal niet veel uit wanneer de maximale ventilatie wordt geschat met een nog simpeler maat, zoals 40 FEV 1. Niet iedere ventilatoire inspanningsbeperking gaat gepaard met een lage ademreserve. Met name bij cardiale patiënten blijft het longvolume nogal eens hangen op een laag niveau (dia 20). De flow loopt dan vast op de maximale flow (er ontstaat EFL), maar op de één of andere manier bestaat er een onvermogen om op te schuiven naar een hoger longvolume (waarmee de EFL weer teniet gedaan zou kunnen worden). Mogelijk is dit een gevolg van lage longcompliantie, waardoor de ademarbeid onevenredig toeneemt bij hogere
6 longvolumes. Iets vergelijkbaars wordt nogal eens gezien bij obesitas, waar de lage compliantie van de thoraxwand (inclusief buik) het diepere inademen hindert. Daarnaast kan de timing van in- en expiratie een rol spelen. In ieder geval leidt dit tot een vorm van ventilatoire beperking met een hoge ademreserve. Zonder flow-volumecurves tijdens inspanning (of nog beter: oesophagusdrukmeting) is dit niet altijd makkelijk op te sporen. Interpretatie Een ventilatoire beperking van de inspanning kan worden vastgesteld op basis van directe (ventilatoire) gegevens, eventueel ondersteund door indirecte gegevens, zoals een hoge hartfrequentiereserve of een oplopende arteriële PCO 2. Wanneer we ons beperken tot metingen van de ventilatie, kunnen we het bovenstaande samenvatten in de volgende vuistregels voor de interpretatie van het inspanningsonderzoek (dia 21): Lage ademreserve (o.b.v. MVV of 40 FEV 1 ) < 25%: - Ventilatoire beperking; - Echter: Bij hoge ademreserve is ventilatoire beperking ook mogelijk (expiratoire flowlimitatie zonder hyperinflatie, o.a. bij obesitas of hartfalen) Hoge VT/VC-ratio (> 55%): - Kan passen bij belemmerde ademmechanica (o.a. restrictie); - Echter bij zowel COPD als restrictie vaak lage VT/VC-ratio bij ernstige ziekte Hoge ademfrequentie bij relatief lage VT: - Past bij zowel COPD als restrictie Lage TI/TTOT-ratio (< 45%): - Past bij expiratoire obstructie (hoeft geen EFL te zijn) Flow-volumecurve en inspiratoir reservevolume: - Laag IRV is een teken van ventilatoire beperking; - Expiratoire curve raakt maximale curve en heeft een afgezaagde vorm: kan passen bij EFL, echter geen bewijs! - Soms blijft het longvolume laag en IRV hoog, met een flow die maximaal wordt voor dit volume (expiratoire flowlimitatie zonder hyperinflatie: past bij belemmerde ademmechanica bij adipositas of hartfalen).
7 Ventilatoire Inspanningsbeperking Ventilatoire beperking van de inspanning? Welke inspanning kan patiënt leveren? Joost van den Aardweg Medisch Centrum Alkmaar Wat is de oorzaak van de inspanningsbeperking? Cursus Ergometrie Mei 2012 Werkgroep Longfunctie NVALT 1 Hoe is te zien of een belemmering van de ventilatie een rol speelt bij de beperking van de inspanningstolerantie? 2 Ventilatoire overcapaciteit Ademarbeid (inspiratie) Circulatie: Rust Maximale waarde Hartfrequentie min 1 SV L Cardiac output L/min Ventilatie: Ademfrequentie min 1 VT L V E L/min 3 Elastisch Elastisch + Weerstand 4 Adempatroon tijdens inspanning In- en expiratietijd VT neemt toe Na anaërobe drempel: TI/TTOT ratio stijgt van ~40% naar 50% Frequentie neemt toe 5 Normaal COPD 6 1
8 Flow-volumecurve tijdens inspanning Inspannings-onafhankelijk deel van de flow-volumecurve Flowlimitatie Flowlimitatie Johnson, Chest 1999; 116: Expiratoire flowlimitatie Collapsible tube Maximale snelheid (v) = voortplantingssnelheid drukgolf (c) 9 c = voortplantingssnelheid drukgolf 10 Consequenties van expiratoire flowlimitatie Afremming van de expiratie bij EFL Afremming De flow is onafhankelijk van drukverschil alveolus-mond (PA Pm) In Aan het einde van de expiratie is er nog steeds overdruk in de alveoli (PA > Pm): PEEPi Uit Aan het eind van de expiratie moet eerst de PEEPi worden overwonnen zodat PA = Pm, dan pas inspiratoire flow PEEPi Diep uitademen lukt niet: patiënt kan VT alleen verhogen door dieper in te ademen
9 Aantonen van EFL: Negative Expiratory Pressure Gevolg van EFL: dynamische hyperinflatie Tantucci, Eur Respir J 1998; 12: Longvolumes tijdens inspanning (normaal) Wanneer EFL ontstaat tijdens inspanning: dynamische hyperinflatie 15 Koulouris, J Appl Physiol 1997; 82: Ademarbeid tijdens hyperinflatie door expiratoire flowlimitatie Lagere IC in rust lagere VT tijdens inspanning 17 Diaz, Eur Respir J 2001; 17:
10 MVV-manoeuvre versus maximale ventilatie tijdens inspanning Expiratoire flowlimitatie zonder hyperinflatie: hoge ademreserve! 19 Johnson, Chest 1999; 116: Differentiaaldiagnostisch Lage ademreserve (obv. MVV of 40 FEV 1 ) < 25% Ventilatoire beperking Echter ook bij hoge ademreserve is ventilatoire beperking mogelijk (expiratoire flowlimitatie zonder hyperinflatie) Hoge VT/VC-ratio (> 55%) Kan passen bij belemmerde ademmechanica (oa. restrictie) Echter bij zowel COPD als restrictie vaak lage VT /VC ratio bij ernstige ziekte Hoge ademfrequentie bij relatief lage VT Past bij zowel COPD als restrictie Lage TI/ TTOT -ratio (<45%) Past bij expiratoire obstructie (hoeft geen EFL te zijn) Flow-volumecurve en inspiratoir reservevolume Laag IRV is een teken van ventilatoire beperking Expiratoire curve raakt maximale curve en heeft afgezaagde vorm: kan passen bij EFL, echter geen bewijs! Soms blijft het longvolume laag en IRV hoog, met een flow die maximaal wordt voor dit volume (expiratoire flowlimitatie zonder hyperinflatie: bij belemmerde ademmechanica door adipositas of hartfalen) 21 4
Tussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03. Woensdag 3 april 2013 8.45-10.30
Tussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03 Woensdag 3 april 2013 8.45-10.30 Faculteit Biomedische Technologie BSc opleiding Medische Wetenschappen en Technologie Verantwoordelijk docent: C. Bouten Coördinator
Nadere informatieErgometrie: interpretatie. Strategie. Volgorde. Fietsergometrie: Interpretatie op Tijdbasis. Waarom alle variabelen als functie van de tijd?
Ergometrie: interpretatie Fietsergometrie: Interpretatie op Tijdbasis NVALT Assistentendag Juni 11 j.g.vanden.aardweg@mca.nl Hart-Long Centrum Medisch Centrum Alkmaar 1 2 Strategie 1. Logische en consequente
Nadere informatieNVZF Jaarcongres 2011 Inspanningstesten en hun klinische betekenis bij COPD
NVZF Jaarcongres 2011 Inspanningstesten en hun klinische betekenis bij COPD dr. A.J. van t Hul Schoondonck-centrum voor Longrevalidatie Brabantlaan 1 4817 JW Breda 076-533 14 54 a.vanthul@rcbreda.nl Basis
Nadere informatieLongvolumes en capaciteit
Longvolumes en capaciteit Meten van het longvolume is een instrument om de functie van de longen te controleren en onderzoek bij longziekten te doen. De ademhalingscyclus begint bij het uitzetten van de
Nadere informatieObesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD.
Robbert Kerseboom Kaderhuisarts astma-copd De prevalentie van obesitas (BMI > 30 kg/m 2 ): (in 2012) 11 % bij mannen 14 % bij vrouwen. De prevalentie van COPD is 20/1000 Nederlanders KADERHUISARTS SCHAKEL
Nadere informatieRespiratie Functie en bouw van de luchtwegen. Een uitingsvorm van het gebruik van de hulpademhalingsspieren is neusvleugelen.
Respiratie 2 Functie en bouw van de luchtwegen FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus 1 Het uitwisselingsproces van O 2 en CO 2 tussen de cellen en de bloedbaan vindt eerder
Nadere informatieSpirometrie; dynamische longvolumes
Spirometrie; dynamische longvolumes 1 Y. Heijdra 1.1 Inleiding Het meten van dynamische longvolumes is een vorm van spirometrisch onderzoek waarbij de hoeveelheid lucht die een persoon binnen een bepaalde
Nadere informatievwo gaswisseling en ademhaling 2010
vwo gaswisseling en ademhaling 2010 Machinale kunstmatige beademing Machinale kunstmatige beademing wordt toegepast als een patiënt, bijvoorbeeld tijdens of na narcose, niet zelf kan ademhalen. De principes
Nadere informatieWorkshop beademing astma/copd. J.G. van der Hoeven NVIC Mechanische Beademingsdagen 2010
Workshop beademing astma/copd J.G. van der Hoeven NVIC Mechanische Beademingsdagen 2010 1 Patiënt (1) Man, 24 jaar Intrinsiek asthma Onregelmatig gebruik van medicatie Reeds eenmaal eerder beademd Zeer
Nadere informatieThema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem
Take-home toets Thema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem 1. Welke van de onderstaande spieren speelt (spelen) een rol bij de ademhaling? a. diafragmaspieren b.
Nadere informatieRespiratie NExCOB scholing december 2015 Ton Haans Verpleegkundig specialist
Respiratie NExCOB scholing 15 16 december 2015 Ton Haans Verpleegkundig specialist Ton.Haans@radboudumc.nl Inhoud Bouw en functie van de longen; Diffusie Ventilatie Perfusie Doderuimte ventilatie en shunting
Nadere informatieKinderfysiotherapeutische (on)mogelijkheden bij zuigelingen met CF. L. van der Giessen, kinderfysiotherapeute
Kinderfysiotherapeutische (on)mogelijkheden bij zuigelingen met CF L. van der Giessen, kinderfysiotherapeute Kinderfysiotherapeutische (on)mogelijkheden bij zuigelingen met CF Dr Lianne van der Giessen
Nadere informatiePRACTICUM HET LICHAAM VOOR EN NA INSPANNING
LESKIST SPORT EN BEWEGING PRACTICUM HET LICHAAM VOOR EN NA INSPANNING Als je sport ga je sneller ademhalen. Je begint te zweten en je hartslag gaat omhoog. Kortom, bij treden er allerlei veranderingen
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 11e jrg 1993, no. 3 (pp )
Auteur(s): A. Lagerberg, C. Riezebos, E. Koes Titel: Verzamelde reacties, emfyseem en ademarbeid Jaargang: 11 Jaartal: 1993 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 176-185 Deze online uitgave mag, onder
Nadere informatiebodyplethysmografie lichaamsvolumeveranderingsregistratie C.M. Roos arts/pathofysioloog Amsterdam
bodyplethysmografie lichaamsvolumeveranderingsregistratie πλεθειν toenemen C.M. Roos arts/pathofysioloog Amsterdam - determinanten van de ademteug shiftvolume - meten van het shiftvolume lichaamsvolume
Nadere informatieBeademen Met de juiste drukken moet het lukken?! Lennart Immerzeel Ventilation Practitioner Reinier de Graaf, Delft
Beademen Met de juiste drukken moet het lukken! Lennart Immerzeel Ventilation Practitioner Reinier de Graaf, Delft Beademingsdrukken plateau CO2 inspiratoir PEEPe alveolair abdominaal max oesophagus peak
Nadere informatieMETEN VAN LONGVOLUMES. klinisch belang. Dr. C. Haenebalcke AZ St. Jan campus Brugge 21 april 2012
METEN VAN LONGVOLUMES klinisch belang Dr. C. Haenebalcke AZ St. Jan campus Brugge 21 april 2012 LONGVOLUMES IC TLC VC VT ERV FRC RV FLOW-VOLUME LOOP: Normaal TLC IC VC VT ERV FRC Flow RV Sec. 0 Volume
Nadere informatieprogramma longfunctie cursus natte spirometers natte spirometers natte spirometers natte spirometers spirometrie heliumverdunning
programma longfunctie cursus methoden van volume- en weerstandsmetingen spirometrie soorten spirometers ATS/BTS correctie heliumverdunning multiple/single breath plethysmografie stikstofuitwas 1 natte
Nadere informatieInterpretatie van longfunctietesten
Interpretatie van longfunctietesten Master in specialistische geneeskunde Prof W. Janssens Dienst Pneumologie Leuven Inleiding Zeer veel verschillende testen op longfunctielabo : spirometrie, reversibiliteit,
Nadere informatieBeademing van patiënten met ARDS. MMM Beademing 2018 J.G. van der Hoeven
Beademing van patiënten met ARDS MMM Beademing 2018 J.G. van der Hoeven Inhomogene long Buik Hyperinflatie Normale gas/weefsel ratio Afgenomen gas/weefsel ratio Geen gas = volledige collaps of volledig
Nadere informatie10 november UMCU-WKZ-KLZ 2000 Blad 1
Longfunctie Onderzoek bij kinderen Workshop Longfunctie Spirometrie, Flow-Volume meting en Bronchiale hyperreactiviteit Inleiding Theorie Flow-Volume meting Anneke Landstra Maarten Kuethe Theorie bronchiale
Nadere informatieMorbide obesitas. BMI= body mass index kg / m 2 Normaal te zwaar > 30 obesitas > 40 morbide obesitas
Morbide obesitas BMI= body mass index kg / m 2 Normaal 18-25 25-30 te zwaar > 30 obesitas > 40 morbide obesitas Relatief risico voor overlijden als functie van BMI=body mass index Eigen schuld? Schuld?
Nadere informatieOverzicht Airway Clearance Technieken. Dr Lianne van der Giessen
Overzicht Airway Clearance Technieken Dr Lianne van der Giessen Behandeling voor sputumevacuatie Verneveling Airway Clearance Techniques (ACT) Sport Airway Clearance Technieken (ACT) 90% van de patienten
Nadere informatieMyAirvo bij COPD: Hoge flow in combinatie met optimale bevochtiging, een ideale combinatie? Hoe werkt het: Theorie en Praktijk
MyAirvo bij COPD: Hoge flow in combinatie met optimale bevochtiging, een ideale combinatie? Hoe werkt het: Theorie en Praktijk K. Cové BDM Ventilation & Respiratory Care Agenda COPD in het kort MyAivo
Nadere informatieHET ADEMHALINGSSTELSEL
HET ADEMHALINGSSTELSEL ANATOMIE EN FYSIOLOGIE Functies van het ademhalingsstelsel De functies van het ademhalings-stelsel Gasuitwisseling tussen bloed en lucht Verplaatsen van lucht van en naar de uitwisselingsoppervlakken
Nadere informatieKlinisch relevantie van longvolumes VVLR Prof Dr. Wim Janssens Pneumologie UZLeuven
Klinisch relevantie van longvolumes VVLR - 2018 Prof Dr. Wim Janssens Pneumologie UZLeuven Longvolumina FVC en FEV 1 zijn dynamische volumina Ze zeggen niets over de totale hoeveelheid lucht in thorax
Nadere informatieCurves & Loops: Lees de ventilator
Curves & Loops: Lees de ventilator T. Schepens, UZ Gent, Gent en Universiteit Antwerpen, Wilrijk D. Wildemeersch, UZ Antwerpen, Edegem Een beademingstoestel of ventilator is veel meer dan een instrument
Nadere informatieNonivasieve Beademingsvormen. Marcel Tinnevelt Ventilation Practitioner
Nonivasieve Beademingsvormen Marcel Tinnevelt Ventilation Practitioner 19 - Herberg Tubepleisters Non invasieve beademing Canule zorg Om de non invasieve beademingsvormen te begrijpen eerst basis beademingsvormen
Nadere informatieLes 14 Ademhaling 1. Functie luchtwegen / neus. Ademhaling, luchtwegen, longen, inspiratie, expiratie, effectiviteit, Va/Q ratio, ademvolumina
Les 14 Ademhaling 1 Ademhaling, luchtwegen, longen, inspiratie, expiratie, effectiviteit, Va/Q ratio, ademvolumina ANZN 1e leerjaar - Les 14 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 1 cavum nasi (neusholte)
Nadere informatieRol van longfunctietesten in de diagnose van COPD VVLR Prof W. Janssens Dienst Pneumologie Leuven
Rol van longfunctietesten in de diagnose van COPD VVLR - 2016 Prof W. Janssens Dienst Pneumologie Leuven Inleiding Diagnose van COPD op basis van FEV1/FVC ratio Problemen Fixed ratio - Lower limit Reversibiliteit
Nadere informatieMechanische beademing bij ARDS Het belang van recruteer manoeuvres. Fellowonderwijs Intensive Care UMC St Radboud
Mechanische beademing bij ARDS Het belang van recruteer manoeuvres Fellowonderwijs Intensive Care UMC St Radboud Beademing geassocieerde schade Schade aan surfactant producerende Type-II alveolaire cellen
Nadere informatieWerkwijze Interpretatie van spirometrie
Werkwijze Interpretatie van spirometrie Document ID NVLA 160620 ww IntSpir Document titel Interpretatie van spirometrie Publicatiedatum Juni 2016 Versie 1.0 Herzieningsdatum Juni 2021 Doel Het standaardiseren
Nadere informatieINTERPRETATIE LONGFUNCTIE-ONDERZOEK
INTERPRETATIE LONGFUNCTIE-ONDERZOEK Spirometrie Longfunctie-onderzoek Voor dit onderzoek moet u een aantal keren diep in- en uitademen. Er wordt vaak gevraagd om het uitademen zeer krachtig uit te voeren.
Nadere informatieInspanningsfysiologie Victor Niemeijer, sportarts
Inspanningsfysiologie Victor Niemeijer, sportarts 18 e Grande Conference Verona 2012 Algemene veranderingen tijdens inspanning Binnen enkele seconden: Hartfrequentie neemt toe Ventilatie neemt toe Zuurstofopname
Nadere informatieCOPD. Meten is weten!!! Maar wat meten we dan??
COPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? Bij een patiënt kunnen verschillende longfunctie testen worden gedaan om te kijken of er sprake is van COPD. Je kunt met de testen de ernst van de COPD bepalen.
Nadere informatieDe kwantitatieve meeting is bv. bij de Corpuls 3 of de Corpuls 08/16 in de hoofdstroom en bij de Lifepak 12 in de sidestream.
4.6. CO 2 en capnografie: Het afblazen van CO 2 is naast de oxygenatie de tweede component van de ventilatie en kan op verschillende manieren gemeten worden. Alleen kwalitatief bijvoorbeeld via de Easycap
Nadere informatieLuchtwegen en. ademhaling: hoe zit het ook alweer?
Luchtwegen en En bij het kind? ademhaling: hoe zit het ook alweer? Drs. Corine Vollbehr Docent anatomie/fysiologie bij de UMCUtrecht Academie 1 Aan de orde komen: Korte herhaling van - anatomie van luchtwegen
Nadere informatieInspanningsfysiologie Rhijn Visser, sportarts Beatrix Ziekenhuis Gorinchem
Inspanningsfysiologie Rhijn Visser, sportarts Beatrix Ziekenhuis Gorinchem SMA Middenrivierengebied Gorinchem 2015 Jaarlijks aantal sportblessures Alle Blessures: 4.500.000 Behandelingen: 1.900.000 Ziekenhuisopnames:
Nadere informatieObesitas op de IC: Hoe te beademen?
Obesitas Body Mass Index Obesitas op de IC: Hoe te beademen? Body Mass Index (BMI) = gewicht / (lengte) 2 = kg/m 2 Toename overgewicht = toename gezondheidsrisico! WHO indeling: Jasper van Bommel Intensive
Nadere informatievoor een actieve sociale levensstijl. SCORELIJSTEN FITTEST
voor een actieve sociale levensstijl. SCORELIJSTEN FITTEST Bloeddruk De bloeddruk wordt gemeten met een elektronische bloeddrukmeter. Bij het meten van een te hoge bloeddruk volgens de norm, werden de
Nadere informatieInhoud. 3 Respiratoire insufficiëntie Klinische symptomen Hypoxemie en hypoxie...42
Inhoud 1 Geschiedenis van mechanische beademing.... 1 1.1 Evolutie van de apparatuur.... 2 1.1.1 Negatieve drukbeademing... 2 1.1.2 Positieve drukbeademing.... 2 1.2 Evolutie van de behandeling.... 3 2
Nadere informatieCOPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan??
COPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? De lengte en het gewicht vragen aan de patiënt is voldoende. Iedereen weet toch hoe lang en zwaar hij/zij is. Juist/Onjuist Bij een patiënt kunnen verschillende
Nadere informatieLongfunctieonderzoeken. Sophia Kinderziekenhuis
Longfunctieonderzoeken Sophia Kinderziekenhuis Uw kind komt binnenkort om één of meer van de in deze folder beschreven longfunctieonderzoeken uit te voeren. De onderzoeken helpen de arts een beter beeld
Nadere informatieCollege. Beademing 1. Opleiding Intensive Care Fontys Hogescholen. Hans Verberne Teamleider Intensive care Docent respiratie/beademing
College Beademing 1 Opleiding Intensive Care Fontys Hogescholen Hans Verberne Teamleider Intensive care Docent respiratie/beademing Beademing Kunst of Kunde? Respiratie Functie van de ademhaling en longen
Nadere informatieHet meten van beperkende factoren bij COPD een praktische kennismaking
Het meten van beperkende factoren bij COPD een praktische kennismaking Peter Willemsen Ziekenhuis Rivierenland Tiel De Lage Korn, Buren Inhoud Huiswerkopdracht Beperkende factoren bij gezonden Beperkende
Nadere informatieNajaar 2008. Rookstopcursus CM Leuven najaar
Stoppen met roken en volhouden Najaar 2008 1 Kennismaking 1. Inleiding Groepsbegeleider: Geert Celis Prive: GSM: 0477/76 63 15 geert.celis2@telenet.be Werk: 016/34 03 70 geert.celis@uzleuven.be Relaxatietherapeute:
Nadere informatieKoffie Nog maar 1u 25 min.
Koffie Nog maar 1u 25 min. 1 Anatomie en Fysiologie Dolf Weller - Ventilation Practitioner Maasstad Ziekenhuis Back 2 Basic 2018 2 Inhoud Regulatie ademhaling Anatomie luchtwegen/longen Diffusie/perfusie
Nadere informatieMechanical ventilation. Intensive Care Training Program Radboud University Medical Centre Nijmegen
Mechanical ventilation Intensive Care Training Program Radboud University Medical Centre Nijmegen What is optimal PSV? Optimal PS level Optimal cycle-off criterium Optimal pressurization Minimal trigger
Nadere informatie8 Longfunctieonderzoeken
Patiënteninformatie 8 Longfunctieonderzoeken Inleiding Binnenkort verwachten wij u op de longfunctieafdeling van Amphia voor één of meerdere longfunctieonderzoeken. Op iedere locatie van ons ziekenhuis
Nadere informatieMevr. A, 38 jaar. Inspanningstesten bij pulmonale vasculaire ziekten. Conclusie 27/11/2017. Mevr. A, 38 jaar Eerste hart-longhulp PET-CT
Mevr. A, 38 jaar Inspanningstesten bij pulmonale vasculaire ziekten Verpleegkundige, vraagt via de wandelgangen een X-thorax aan: Mathias Leys Joost van den Aardweg Mevr. A, 38 jaar Eerste hart-longhulp
Nadere informatieAnatomie en Fysiologie
Anatomie en Fysiologie Dolf Weller - Ventilation Practitioner Maasstad Ziekenhuis 10 februari 2017 B2B, Anatomie en Fysiologie, Dolf Weller, Ventilation Practitioner 1 Inhoud Regulatie ademhaling Anatomie
Nadere informatieOnderzoeken van de longfunctie
Onderzoeken van de longfunctie Functieafdeling Hart-Long-Sport U heeft op verzoek van uw specialist een afspraak om uw longfunctie te laten meten. Het onderzoek van de longfunctie vindt plaats op: Datum:
Nadere informatieCOPD anno 2018/(2019) Eef Vanderhelst Universitair Ziekenhuis Brussel
COPD anno 2018/(2019) Eef Vanderhelst Universitair Ziekenhuis Brussel Inhoud Definities Etiologie en impact Diagnose Behandeling Definitie van COPD COPD, een ziekte die voorkomen en behandeld kan worden,
Nadere informatieOnder redactie van. Y.F. Heijdra H.A.C. van Helvoort. 2e herziene editie PRAKTISCHE HANDLEIDING LONGFUNCTIETESTEN
Onder redactie van Y.F. Heijdra H.A.C. van Helvoort 2e herziene editie PRAKTISCHE HANDLEIDING LONGFUNCTIETESTEN Praktische handleiding longfunctietesten Praktische handleiding longfunctietesten Redactie:
Nadere informatieWie ben ik. Alain Dubois K.U. Leuven: basis opleiding Erasmus MC: vervolg opleiding tot longarts
Longgeluiden 1 Wie ben ik Alain Dubois K.U. Leuven: basis opleiding Erasmus MC: vervolg opleiding tot longarts 2 Geen (potentiële) belangenverstengeling Disclosure Belangen Spreker 3 Overzicht Geschiedenis,
Nadere informatieSyllabus. fysiologie en pathofysiologie van het respiratoire systeem
Syllabus fysiologie en pathofysiologie van het respiratoire systeem 4 e editie januari 2015 1 INHOUD Fysiologie en pathofysiologie van het respiratoire systeem bladzijde Inhoud 2 Inleiding 4 Andere functies
Nadere informatieFEV1/FVC onder 70% of Lower Limit of Normal (LLN)?
Maarssen, 7 oktober 2010 FEV1/FVC onder 70% of Lower Limit of Normal (LLN)? Tjard Schermer afd. Eerstelijnsgeneeskunde, UMC St Radboud Topics 1. 2. 3. 4. Longfysiologie bij veroudering Criteria voor luchtwegobstructie
Nadere informatieCasusschetsen astma/copd
Casusschetsen astma/copd 7 augustus 2000 Casusschets 1 Mevr. N, is een 26 jarige adipeuze Surinaamse vrouw die sinds 1994 in Nederland woonachtig is. Sinds haar komst naar Nederland heeft zij in wisselende
Nadere informatieHyperventilatie. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg
Hyperventilatie Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies Jouw gezondheid is onze zorg Hyperventilatie Hyperventilatie wordt veroorzaakt door verkeerde manier van ademhalen. Hyper betekent
Nadere informatieNon-invasieve beademing op MC MC Congres 2018
Non-invasieve beademing op MC MC Congres 2018 Ton Haans Verpleegkundig Specialist IC Ria Hanenberg MC Verpleegkundige Ton.Haans@radboudumc.nl Ria.Hanenberg@radboudumc.nl Inhoud workshop Inleiding Respiratie
Nadere informatieRespiratie 3. Functie en bouw van de luchtwegen
Respiratie 3 Functie en bouw van de luchtwegen FHV2009 / Cxx54 5+6 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus 1 De totale dode ruimte is in rust kleiner dan bij inspanning. De anatomische dode
Nadere informatieBeoordeling van dysfunctioneel ademen: verdeling van de adembeweging. Dr JJ van Dixhoorn Lezing ISARP, september 2003, Leuven
Beoordeling van dysfunctioneel ademen: verdeling van de adembeweging Dr JJ van Dixhoorn Lezing ISARP, september 2003, Leuven 1 Werkwijze S. zit op een kruk, E. zit er achter Glijdt met je hand langs de
Nadere informatieSpirometrie-onderzoek
Spirometrie-onderzoek Prof. Ellie Oostveen, longfysioloog Dienst Longziekten Universitair Ziekenhuis Antwerpen ellie.oostveen@uza.be Ademhalingssysteem Longfunctietests Luchtwegvernauwing of beperkte ademreserves:
Nadere informatieSPIROMETER BT82i GEBRUIKERSHANDLEIDING
SPIROMETER BT82i GEBRUIKERSHANDLEIDING CENTRUM VOOR MICROCOMPUTER APPLICATIES http://www.cma-science.nl Korte beschrijving De CMA Spirometer BT82i meet de luchtstroomsnelheid tijdens het ademen binnen
Nadere informatieSpirometrie. Introductie en praktijkcursus
Spirometrie Introductie en praktijkcursus De Welch Allyn Spirometer Pneumotachograaf principe met barometerdruk als referentie Mondstuk en weerstand in één (disposable) (bacteriologisch schoon en veilig)
Nadere informatieFYSIOTHERAPIE OP DE LONGAFDELING BIJ EEN EXACERBATIE COPD
FYSIOTHERAPIE OP DE LONGAFDELING BIJ EEN EXACERBATIE COPD Wat is COPD? COPD is een ongeneeslijke chronische aandoening aan de luchtwegen (Chronic Obstructive Pulmonary Diseases). Deze longaandoening kan
Nadere informatieLongfunctieonderzoek bij kinderen
Longfunctieonderzoek bij kinderen Uw zoon of dochter wordt binnenkort verwacht voor een longfunctieonderzoek. In deze informatiefolder kunt u lezen wat dit onderzoek inhoudt en hoe de gang van zaken is
Nadere informatieSPIROMETRIE. Dr. Geert Tits Dr. Valérie Van Damme. 24 mei 2016
SPIROMETRIE Dr. Geert Tits Dr. Valérie Van Damme 24 mei 2016 Spirometrie: Theorie Belang van spirometrie Vroegtijdige detectie van obstructieve longaandoeningen (vroegere CARA) Spirometrie is gevoeliger
Nadere informatieWerkwijze Spirometrie/Flowvolume meting
Werkwijze Spirometrie/Flowvolume meting Document ID NVLA 160412 ww S/FV lf Document titel Spirometrie/Flowvolume meting Publicatiedatum April 2016 Versie 2.0 Herzieningsdatum Januari 2020 Doel Het meten
Nadere informatieBeademingsvormen. Waar praten we over? (en wat is het beste voor de patiënt?)
Beademingsvormen Waar praten we over? (en wat is het beste voor de patiënt?) Wim van der Leij IC verpleegkundige UMCG Werkgroep Respiratie Ventilation Practitioner NAVANAVANA ASVASVAS Onderwerp Spraakverwarring
Nadere informatieSpirometrie uitvoering
Spirometrie uitvoering Daniël Schuermans Longfunctielaborant Biomedical research unit Vrije Universiteit Brussel Z 0 1 2 3 4 5 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 Het principe van longfunctie Non-invasive longstructuren
Nadere informatieADEMHALING GAAT OVER INGAANDE LUCHT, VOORDAT JE ZINGT OF SPREEKT ADEMSTEUN IS DE CONTROLE OVER DE UITGAANDE LUCHT, TIJDENS HET ZINGEN OF SPREKEN
HALING Als aan willekeurige mensen gevraagd wordt wat ademsteun is, valt al heel snel de term 'buikademhaling' en de zin 'ademen met je buik'. Feitelijk zijn deze termen onjuist, omdat zich in de buik
Nadere informatieMECHANICAL VENTILATION. A. Neyrinck, MD Department of Anesthesiology University Hospitals Leuven
MECHANICAL VENTILATION A. Neyrinck, MD Department of Anesthesiology University Hospitals Leuven arne.neyrinck@uzleuven.be INDICATIE FUNCTIE VAN HET RESPIRATOIR STELSEL het doel van het respiratoir stelsel
Nadere informatieDyspnoe: onderzoek en behandeling. Joost van den Aardweg, longarts Academisch Medisch Centrum, Amsterdam
Dyspnoe: onderzoek en behandeling Joost van den Aardweg, longarts Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Hr. W., 72 jaar Bekend met urethrastrictuur, TURP, zelfcatheterisatie Matig-ernstig COPD met emfyseem
Nadere informatieAchtergronden casusschetsen astma/ copd
Achtergronden casusschetsen astma/ copd 7 augustus 2000 Inleiding Dit Interline programma is gemaakt voor groepen die (meer dan) een jaar geleden het longproject hebben gevolgd. Het is gedeeltelijk een
Nadere informatieVlekkenpoli LONGGENEESKUNDE. Vlek op de long
Vlekkenpoli Vlek op de long LONGGENEESKUNDE U bent door uw huisarts of behandelend specialist naar de vlekkenpoli van de longartsen verwezen, omdat er een afwijking op uw longfoto is te zien, een vlek.
Nadere informatieFysiotherapie en ademhaling
Paramedische afdeling Fysiotherapie en ademhaling Inleiding Het is voor u erg belangrijk om ademhalingsoefeningen te doen. Dit is omdat u het risico loopt op het krijgen van longproblemen of omdat u longproblemen
Nadere informatieObesitas op de recovery
Obesitas op de recovery Marlous Huijzer AIOS anesthesiologie UMC Utrecht Inzichten Toegenomen arbeid hart en longen Verhoogde kans metabool syndroom Verhoogde kans op DVT of longembolie Obesitas hypoventilatie
Nadere informatieBeademen. Sandra de Boer van Kammen Ventilation Practitioner a.vankammen@erasmusmc.nl Refereeravond HAGA 17-06-2014
Beademen Sandra de Boer van Kammen Ventilation Practitioner a.vankammen@erasmusmc.nl Refereeravond HAGA 17-06-2014 Programma VILI Resultaten onderzoeken VP ers Erasmus MC Hoe goed te beademen Curves NAVA
Nadere informatieOefeningen en adviezen bij COPD
Oefeningen en adviezen bij COPD U bent opgenomen bij Rijnstate omdat u COPD heeft. COPD is de Engelse afkorting voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease oftewel chronische obstructieve longziekte. U
Nadere informatieHENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL Docent: A. Sewsahai HAVO
HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL Docent: A. Sewsahai HAVO Doelsstellingen De student moet de verschillen kunnen noemen tussen gaswisseling in de lucht en gaswisseling in het water
Nadere informatiePatiënteninformatie. Longfunctieonderzoek bij volwassenen
Longfunctieonderzoek bij volwassenen U bent verwezen naar de polikliniek Longgeneeskunde voor een longfunctieonderzoek. Met longfunctieonderzoek wordt het functioneren van de longen vastgesteld. Met een
Nadere informatieJaargang: 30 Nr. 1 Januari 2013. nederlands tijdschrift voor anesthesiemedewerkers
Jaargang: 30 Nr. 1 Januari 2013 nederlands tijdschrift voor anesthesiemedewerkers fficieel orgaan van de Nederlandse Vereniging van Anesthesie Medewerkers Verschijnt op de eerste vrijdag van de oneven
Nadere informatieSamenvatting. Hoofdstuk
Hoofdstuk Hoofdstuk 9 Hoofdstuk 1 Beademing is één van de pijlers van de moderne intensive care. Beademing wordt toegepast in de behandeling van patiënten met respiratoir falen. Al in de 19 e eeuw bestond
Nadere informatieLongfunctieonderzoek
Longfunctieonderzoek Een longfunctieonderzoek is een onderzoek waarbij wordt gemeten wat de inhoud, de doorgankelijkheid, de elasticiteit en de gevoeligheid van de luchtwegen zijn. Ook kan worden vastgesteld
Nadere informatieMethoden voor training van het uithoudingsvermogen
Methoden voor training van het uithoudingsvermogen Deel 1 Algemeen In dit stuk worden verschillende trainingsmethodieken besproken die het duur uithoudingsvermogen en snelheid uithoudingsvermogen verbeteren.
Nadere informatieAllergeen-provocatietest
Allergeen-provocatietest 2 In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten tot een longfunctie-onderzoek in Canisius Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ). Longfunctie-onderzoeken vinden plaats op de longfunctie-afdeling
Nadere informatieSpirometrie uitvoering
Z 1 2 3 4 5 14 15 16 17 18 19 2 21 22 23 2/3/215 Het principe van longfunctie Non-invasive longstructuren meten Spirometrie uitvoering Daniël Schuermans Longfunctielaborant Biomedical research unit Gas
Nadere informatiede weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype.
TNO heeft een onderzoek naar de invloed van een aantal parameters op de wrijvings- en weerstandscoëfficiënten van DEC International -slangen en -bochten uitgevoerd (rapportnummer 90-042/R.24/LIS). De volgende
Nadere informatieSpirometrie uitvoering
Z 1 2 3 4 5 14 15 16 17 18 19 2 21 22 23 27/3/218 Spirometrie uitvoering Daniël Schuermans Longfunctielaborant Biomedical research unit Vrije Universiteit Brussel Het principe van longfunctie Wat willen
Nadere informatieResultaat : alveoli worden opengeblazen door CPAP waardoor er terug beter zuurstof kan worden opgenomen in de longen. CPAP verhoogt de po2.
Pulmodyne O2 MAX TRIO : IMMEDIATE CPAP VENTILATION in pré-hospitaal settings zoals ambulance en spoedgevallen bij bewust, spontaan ademende patiënten met acuut longoedeem, COPD en congestief hartfalen
Nadere informatieAdemhalingsoefeningen. neuromusculaire aandoeningen
Ademhalingsoefeningen bij neuromusculaire aandoeningen In overleg met uw behandelend fysiotherapeut en/of revalidatiearts komt u in aanmerking voor ademhalingsoefeningen. Zoals u weet kan dit bij Neuromusculaire
Nadere informatieGezond. Inhoud. Gezond. Gezond. Het metenvan beperkendefactorenbijcopd een praktische kennismaking. Peter Willemsen
Het metenvan beperkendefactorenbij een praktische kennismaking Peter Willemsen Ziekenhuis Rivierenland Tiel De Lage Korn, Buren Inhoud Huiswerkopdracht Beperkende factoren bij gezonden Beperkende factoren
Nadere informatieFactsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2007
Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 27 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt (M. Heijmans, NIVEL, Oktober 27). LEVEN MET COPD VRAAGT OM LEF
Nadere informatieNPPV. Eline van der Ven Vervolgopleiding intensive care verpleegkundige Leittext NPPV
NPPV Inleiding NPPV bestaat inmiddels meer dan 50 jaar en in de laatste jaren is het materiaal sterk verbeterd. Ook zijn er steeds meer beademingsapparaten die afgestemd zijn op de toepassing van NPPV.
Nadere informatieFysieke training bij. COPD-patiënten
4 RICHTLIJNEN Fysieke training bij COPD-patiënten Richtlijn van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie Cees P. van der Schans lector Transparante Zorgverlening, Hanzehogeschool Groningen,
Nadere informatiePeri-operatieve fysiotherapie. ademhalingsoefeningen en bewegingsactiviteiten
Peri-operatieve fysiotherapie ademhalingsoefeningen en bewegingsactiviteiten Inleiding Binnenkort ondergaat u een buik- of longoperatie in Orbis Medisch Centrum. Afhankelijk van de soort operatie verblijft
Nadere informatieLong protectief beademen (samenvatting van het onderzoek)
Pagina 8 Long protectief beademen (samenvatting van het onderzoek) Onderzoeksvraag Wordt er binnen de IC van het St. Antonius Ziekenhuis protectief beademd volgens de geldende evidenced based richtlijnen?
Nadere informatieASTMA,COPD, ADEMHALING TREFWOORDEN:
ASTMA,COPD, ADEMHALING TREFWOORDEN: ZUURSTOFSPANNING, KOOLZUURSPANNING, ZUURGRAAD EN DE ONDERLINGE RELATIE In het bloed zijn zuurstof en koolzuurgas opgelost. De hoeveelheid opgeloste zuurstof in het bloed
Nadere informatie