Hoe veilig en gezond werken uitzendkrachten in 2015?

Transcriptie

1

2 Inhoudsopgave 1 Aanleiding en doel 3 2 Leeswijzer 5 3 Samenvatting en adviespunten 7 4 Thema: voorlichting % van de uitzendkrachten is voorgelicht over de risico s van en op het werk. Dit is een significante stijging t.o.v Vrijwel alle uitzendkrachten in Nederland, die zijn voorgelicht over de risico s van het werk, weten hoe zij deze kunnen voorkomen % van de uitzendkrachten weet wat zij moeten doen bij een ongeval of calamiteit 4.4 Vrijwel iedere uitzendkracht vindt het belangrijk om vooraf of tijdens het werk informatie te krijgen over de risico s 5 Thema: Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM) Ongeveer de helft van de uitzendkrachten heeft (soms) Persoonlijke Beschermingsmiddelen nodig in hun werk % van de uitzendkrachten werkt altijd met PBM waar en wanneer dat nodig is. 5.3 Bij een kwart van de uitzendkrachten, die PBM nodig hebben, wordt niet gecontroleerd of zij PBM ook daadwerkelijk gebruiken. 6 Thema: inwerken % van alle uitzendkrachten is ingewerkt in Nederland 7 Thema: veilig werken % van alle uitzendkrachten in Nederland heeft instructies gehad over hoe zij veilig moeten werken 8 Thema: ongevallen % van alle uitzendkrachten moet wel eens gevaarlijk werk doen % van de uitzendkrachten in Nederland is in de afgelopen 12 maanden betrokken geweest bij een ongeval 9 Thema: werknemersverplichtingen Profiel uitzendkrachten in Nederland Onderzoeksverantwoording 63 2

3 1 Aanleiding en doel 3

4 Aanleiding en doel Stichting Arbo Flexbranche (STAF) helpt uitzendkrachten en uitzendbureaus, door middel van informatie, voorbeelden en tips, om veilig en gezond te werken. Zij streeft ernaar om het aantal (dodelijke)ongevallen onder uitzendkrachten terug te dringen tot een minimum. De mening van de uitzendkrachten, met betrekking tot veilig en gezond werken, geeft zicht op of gerichte acties van STAF ook voedingsbodem hebben. Dit kan STAF gebruiken om communicatie kracht bij te zetten om intercedenten te stimuleren de producten van STAF te gebruiken. Dit is van belang omdat intercedenten een belangrijke rol spelen in de veiligheid van uitzendkrachten: de doorgeleidingsplicht. Dit rapport staat in het teken van de veiligheidsbeleving van uitzendkrachten. Het doel is meerledig: 1.Het is een stand van zaken van de huidige mening en ervaringen van uitzendkrachten met betrekking tot veilig werken. 2.Het doet gericht uitspraken over een aantal risicovolle sectoren. 3.Het is een vergelijking met de resultaten van 2013, 2011 en Het toetst in hoeverre uitzendkrachten betrokken zijn bij arbeidsongevallen. 5.Het geeft inzicht in hoeverre uitzendkrachten werknemersverplichtingen naleven. 4

5 2 Leeswijzer 5

6 Leeswijzer Vijf thema s In dit rapport worden vijf thema s behandeld: Thema voorlichting Thema Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) Thema Inwerken Thema Veilig werken Thema Ongevallen Thema Werknemersverplichtingen Aan elk thema is een hoofdstuk gewijd waarin de belangrijkste conclusies zijn beschreven. Hierbij is gekeken naar significante verschillen tussen de thema s. Het thema voorlichting is uitgebreider dan de andere thema s omdat de meeste vergelijkingen zijn gemaakt op grond van het basisbeginsel of een werknemer is voorgelicht. Daarnaast is gekeken naar variabelen die een relatie hebben met de thema s. Het selectieproces De respondenten zijn geselecteerd op basis van een screening voorafgaand aan het hoofdonderzoek. In de screening werd vastgesteld of de respondenten op dit moment werkzaam zijn als uitzendkracht of in de afgelopen 12 maanden uitzendkracht zijn geweest. Het selectieproces is identiek aan 2011 en 2013 waardoor de resultaten met elkaar vergeleken kunnen worden. Percentages en n en (steekproefgrootte) De percentages in het rapport zijn gewogen naar landelijke verhoudingen. De n en die in de grafieken zijn weergegeven zijn echter de werkelijk behaalde responsaantallen en dus ongewogen. Resultaten waarbij de n lager is dan 50 Resultaten waarbij de n lager is dan 50 worden als indicatief beschouwd. We laten deze resultaten wel zien maar trekken hier geen conclusies uit. 6

7 3 Samenvatting en adviespunten 7

8 Samenvatting Thema 1: voorlichting 76% van de uitzendkrachten is voorgelicht over de risico s van en op het werk. Net als in 2013 wordt er binnen de industrie, delfstofwinning, energie- en waterleidingbedrijven het meest aan voorlichting gedaan. Het percentage voorgelichte uitzendkrachten is in deze hoog risico sector - ten opzichte van significant gestegen, van 81% naar 89%. Uitzendkrachten die zijn ingewerkt door een leidinggevende worden vaker voorgelicht over de risico s van en op het werk in tegenstelling tot uitzendkrachten die worden ingewerkt door collega s of anderen. Vrijwel alle uitzendkrachten, die zijn voorgelicht over de risico s van het werk, weten hoe zij deze kunnen voorkomen. Uitzendkrachten die alleen zijn voorgelicht door het uitzendbureau weten minder goed hoe zij risico s kunnen voorkomen dan uitzendkrachten die zowel door het inlenende bedrijf als het uitzendbureau zijn voorgelicht. 84% van de uitzendkrachten is geïnformeerd over wat zij bij een ongeval of calamiteit moeten doen Uitzendkrachten zijn steeds beter geïnformeerd over wat zij moeten doen bij een ongeval ten opzichte van 2011 (van 79% naar 84%) Vrijwel iedere uitzendkracht vindt het belangrijk om vooraf of tijdens het werk informatie te krijgen over de risico s (respectievelijk 92% en 89%). Thema 2: Persoonlijke beschermingsmiddelen 46% van de uitzendkrachten heeft Persoonlijke Beschermingsmiddelen nodig in het werk. Uitzendkrachten die werkzaam zijn binnen de sector bouwnijverheid hebben het meest PBM nodig in hun werk. 84% van de uitzendkrachten, die PBM in het werk nodig hebben, werkt altijd met PBM waar en wanneer dat volgens de voorschriften en instructies nodig is. Bij een kwart van de uitzendkrachten, die PBM nodig hebben, wordt niet gecontroleerd of zij PBM ook daadwerkelijk gebruiken. 8

9 Samenvatting (vervolg) Thema 3: Inwerken 89% van alle uitzendkrachten is ingewerkt in Nederland Thema 4: Veilig werken 74% van alle uitzendkrachten heeft instructies gehad over hoe zij veilig moeten werken. In de niet risicovolle sectoren (overig) heeft 60% van de uitzendkrachten instructies gehad over hoe men veilig moet werken. Uitzendkrachten die zijn ingewerkt door een leidinggevende krijgen vaker instructies over hoe zij veilig moeten werken en werken daardoor ook vaker volgens diezelfde instructies. Vrijwel alle uitzendkrachten vinden het belangrijk om de (veiligheids)instructies na te leven (los van in welke sector men zit). In de praktijk werkt ongeveer drie kwart (76%) van de uitzendkrachten altijd volgens de veiligheidsinstructies. Thema 5: Ongevallen 35% van alle uitzendkrachten moet wel eens gevaarlijk werk doen. Uitzendkrachten werkzaam in de bouwnijverheid (64%) doen het vaakst gevaarlijk werk. Ongeveer één op de tien uitzendkrachten in Nederland (12%) is in de afgelopen 12 maanden betrokken geweest bij een ongeval of voorval Uitzendkrachten werkzaam in de bouwnijverheid zijn het meest betrokken geweest bij een arbeidsongeval/voorval (20%). Aanzienlijke stijging van het aantal ongevallen in niet risicovolle sectoren (overig). Aard van de arbeidsongevallen anders dan in de risicovollere sectoren. Thema 6: Werknemersverplichtingen De drie onderzochte werknemersverplichtingen worden door 66% tot 84% van de uitzendkrachten nageleefd. Verbetering is dus mogelijk. Uitzendkrachten zijn goed gemotiveerd om de verplichtingen na te leven. Aanknopingspunten voor verbetering zijn: 1. Het verbeteren van de kennis van de verplichting. 2. Uitzendkrachten informeren over wat zij kunnen doen als ze de verplichting in de praktijk niet kunnen naleven wat doe je als uitzendkracht op zo n moment? 9

10 Adviespunten Uit het onderzoek hebben wij een tweetal adviespunten gedestilleerd. Deze adviespunten kunnen STAF ondersteuning bieden in de communicatie richting haar doelgroep. Adviespunt 1: Bekijk wat de mogelijkheden zijn om uitzendkrachten in minder risicovolle sectoren beter te informeren over relevante gevaren (bijv. omgang met agressie) en veilig werken Het onderzoek toont het volgende: Toenemend aantal uitzendkrachten in minder risicovolle sectoren betrokken bij een arbeidsongeval. In 2013 is 3% van de uitzendkrachten in de minder risicovolle sectoren betrokken geweest bij een arbeidsongeval. Dit percentage is significant gestegen in 2015 (naar 13%). 40% van de uitzendkrachten werkzaam in minder risicovolle sectoren heeft geen instructies gehad over hoe men veilig moet werken, terwijl 85% van de uitzendkrachten in minder risicovolle sectoren het belangrijk vindt om volgens de veiligheidsinstructies te werken. De aard van de arbeidsongevallen in minder risicovolle sectoren is anders dan in meer risicovolle sectoren. Voornaamste oorzaken; uitglijden, agressie/bedreiging. Adviespunt 2: Bekijk wat de mogelijkheden zijn om het belang van het naleven van de (veiligheids)instructies te benadrukken (m.n. in de bouwnijverheid sector). Het onderzoek toont het volgende: Op dit moment zegt 81% van de uitzendkrachten, die werkzaam zijn in de bouwnijverheid, dat zij voorgelicht zijn over de risico s van en op het werk, dit was in %. Het aantal ongevallen onder deze groep is echter niet gewijzigd (19% versus 20%). 64% van de uitzendkrachten in de bouwnijverheid moet (wel eens) gevaarlijk werk doen. Dit ligt 29% boven het landelijk gemiddelde. Uitzendkrachten werkzaam in de bouwnijverheid werken in de praktijk niet vaker dan andere sectoren volgens de (veiligheids)instructies. 85% van de uitzendkrachten werkzaam in de bouwnijverheid onderkent het belang van werken volgens de (veiligheids)instructies. Dit ligt in lijn met het landelijk gemiddelde. 10

11 4 Thema: voorlichting 11

12 Bent u voorgelicht over de risico s van en op uw werk? (Uitzendkrachten in Nederland) 2009 (n=547) 2011 (n=1002) 2013 (n=952) 2015 (n=801) 35% 29% 28% 24% 65% 71% 72% 76% % van de uitzendkrachten is voorgelicht over de risico s van en op het werk. Dit is een significante stijging t.o.v Nee Ja 12

13 n=83 n=46 n=42 n=42 n=26 n=29 n = 121 n=203 n=208 n=201 n=122 n=155 n=137 n=113 n=87 n=106 n=88 n=104 n=142 n=108 n=72 n=132 n=164 n=42 n=114 n=139 n=168 n=186 n=547 n=1002 n=952 n=801 Uitzendkrachten werkzaam bij industrie, delfstofwinning, energie en waterleidingbedrijven worden steeds beter voorgelicht over de risico s van en op hun werk. Bent u voorgelicht over de risico's van en op uw werk? 81% 91% 68% 71% 84% 79% 63% 80% 82% 89% 71% 80% 79% 79% 88% 71% 72% 81% 65% 68% 73% 62% 58% 59% 63% 63% 65% 64% 65% 71% 72% 76% Legenda: 1. Metaalbewerking en metalektro 2. Landbouw, bosbouw en visserij 3. Industrie, delfstofwinning, energie- en waterleidingbedrijven 4. Transport en logistiek 5. Bouwnijverheid 19% 9% 32% 29% 16% 21% 37% 20% 18% * 11% 29% 20% 21% 21% 12% 29% 28% 19% 35% 32% 27% 42% 41% 38% 37% 37% 35% 36% 35% 29% 28% 24% 6. Horeca 7. Gezondheids- en welzijnszorg 8. Overige branches 9. Uitzendkrachten in Nederland `11 `13 ` 15 `11 `13 ` 15 `09 `11 `13 ` 15 `09 `11 `13 ` 15 `09 `11 `13 ` 15 `11 `13 ` 15 `11 `13 ` 15 `09 `11 `13 ` 15 `09 `11 `13 ` Sector werkzaam * = significant afwijkend ten opzichte van 2013 resultaten van n=50 of lager zijn indicatief Nee Ja 13

14 Hebt u PBM nodig in uw werk? Ja Nee Uitzendkrachten in Nederland `09 `11 `13 ` 15 `09 `11 `13 ` 15 `09 `11 `13 ` 15 Uitzendkrachten die PBM nodig hebben in hun werk zijn ongeveer even vaak voorgelicht over de risico s als in Bent u voorgelicht over de risico's van en op uw werk? n=801 76% 24% n=952 72% 28% n= % 29% n=547 65% 35% n=410 69% 31% n=462 65% 35% n=488 62% 38% n=488 58% 42% n=391 83% 17% n=362 82% 18% n=376 86% 14% n=223 80% 20% * = significant afwijkend ten opzichte van 2013 resultaten van n=50 of lager zijn indicatief Ja Nee 14

15 Mijn leidinggevende Een collega Door wie ingewerkt? Ik ben niet ingewerkt Uitzendkrachten in Nederland `09 `11 `13 ` 15 `09 `11 `13 ` 15 `09 `11 `13 ` 15 `09 `11 `13 ` 15 Ingewerkt worden door een leidinggevende zorgt voor de meest voorgelichte uitzendkrachten. Ook zij werken vaker volgens de (veiligheids)instructie en zijn het best geïnstrueerd over hoe zij veilig kunnen werken. Desondanks wordt het overgrote deel ingewerkt door een collega¹. Bent u voorgelicht over de risico's van en op uw werk? n=801 76% 24% n=952 n= % 71% 28% 29% n=547 65% 35% n=106 60% 40% n=137 50% 50% n=133 n=68 48% 48% 52% 52% n=473 75% 25% n=586 n=594 n=267 75% 73% 73% 25% 27% 27% n=185 84% 16% n=207 n=244 n=173 78% 78% 81% 22% 22% 19% * = significant afwijkend ten opzichte van 2013 resultaten van n=50 of lager zijn indicatief Ja Nee ¹ In de volgende hoofdstukken wordt dieper ingegaan op de invloed van de leidinggevende tijdens het inwerktraject van de uitzendkracht. 15

16 Weet u hoe u deze risico s kunt voorkomen? (Uitzendkrachten die zijn voorgelicht over de risico s) 2009 (n=410) 2011 (n=410) 2013 (n=730) 2015 (n=606) 12% 5% 5% 5% ja nee 88% 95% 95% 95% 4.2 Net als in 2013 denken vrijwel alle uitzendkrachten, die zijn voorgelicht over de risico s van het werk (76%), dat zij weten hoe zij deze risico s kunnen voorkomen. 16

17 Hebt u PBM nodig in uw werk? Ja Nee Uitzendkrachten in Nederland `09 `11 `13 ` 15 `09 `11 `13 ` 15 `09 `11 `13 ` 15 Zowel uitzendkrachten die PBM nodig hebben als uitzendkrachten die geen PBM nodig hebben denken vrijwel altijd te weten hoe zij risico s in hun werk kunnen voorkomen. Dit is ongewijzigd ten opzichte van Weet u hoe u deze risico's kunt voorkomen? (uitzendkrachten die voorgelicht zijn) n=606 95% 5% n=680 95% 5% n=730 95% 5% n=410 88% 12% n=281 94% 6% n=295 95% 5% n=311 94% 6% n=149 80% 20% n=325 95% 5% n=296 95% 5% n=318 n=188 98% 2% 99% 1% * = significant afwijkend ten opzichte van 2013 resultaten van n=50 of lager zijn indicatief Ja Nee 17

18 Uitzendbureau Inlenend bedrijf Door wie voorgelicht? Zowel uitzendbureau als inlenend bedrijf Uitzendkrachten in Nederland `09 `11 `13 ` 15 `09 `11 `13 ` 15 `09 `11 `13 ` 15 `09 `11 `13 ` 15 Uitzendkrachten die zowel door het uitzendbureau als het inlenende bedrijf worden voorgelicht over de risico s, zijn het beste op de hoogte van hoe zij risico s in hun werk kunnen voorkomen. Weet u hoe u deze risico's kunt voorkomen? (uitzendkrachten die voorgelicht zijn) n=606 95% 5% n=680 n=730 95% 95% 5% 5% n=410 88% 12% n=261 96% 4% n=278 97% 3% n=328 n=191 n=218 97% 3% 100% 97% 3% n=223 n=216 95% 94% 5% 6% n=149 80% 20% n=127 n=179 n=186 88% 91%* 94% 12% 9% 6% n=99 67% 33% * = significant afwijkend ten opzichte van totaal aantal uitzendkrachten resultaten van n=50 of lager zijn indicatief Ja Nee 18

19 Mijn leidinggevende Een collega Door wie ingewerkt? Ik ben niet ingewerkt Uitzendkrachten in Nederland `09 `11 `13 ` 15 `09 `11 `13 ` 15 `09 `11 `13 ` 15 `09 `11 `13 ` 15 Uitzendkrachten die zijn ingewerkt door de leidinggevende of door een collega zijn even vaak op de hoogte van hoe zij risico s in hun werk kunnen voorkomen. Dit is ongewijzigd ten opzichte van Weet u hoe u deze risico's kunt voorkomen? (uitzendkrachten die voorgelicht zijn) n=606 95% 5% n=680 n=730 95% 95% 5% 5% n=410 88% 12% n=64 96% 4% n=68 89% 11% n=67 n=41 n=353 93% 94% 7% 100% 6% n=440 n=445 96% 96% 4% 4% n=194 79% 21% n=159 n=158 n=195 n=150 98% 94% 94% 98% 2% 6% 6% 2% * = significant afwijkend ten opzichte van 2013 resultaten van n=50 of lager zijn indicatief Ja Nee 19

20 Weet u wat u moet doen bij een ongeval of calamiteit? (Uitzendkrachten in Nederland) 2009 (n=547) 2011 (n=1002) 2013 (n=952) 2015 (n=801) 16% 28% 21% 19% 72% 79% 81% 84% Ja Nee 4.3 Uitzendkrachten zijn steeds beter geïnformeerd over wat zij bij een ongeval of calamiteit moeten doen. 20

21 Bent u voorgelicht over de risico's van en op uw werk? Ja Nee Uitzendkrachten in Nederland `09 `11 `13 ` 15 `09 `11 `13 ` 15 `09 `11 `13 ` 15 Net als in 2013 weten uitzendkrachten die zijn voorgelicht over de risico s van het werk vaker wat zij moeten doen bij een ongeval of calamiteit dan uitzendkrachten die niet zijn voorgelicht over de risico s. Weet u wat u moet doen bij een ongeval of calamiteit? n=801 84% 16% n=952 81% 19% n= % 21% n=547 72% 28% n=195 66% 34% n=272 64% 36% n=272 58% 42% n=137 58% 42% n=606 90% 10% n=680 88% 12% n=730 87% 13% n=410 79% 21% * = significant afwijkend ten opzichte van 2013 resultaten van n=50 of lager zijn indicatief Ja Nee 21

22 Vindt u het belangrijk om informatie over de risico s vooraf/tijdens te krijgen? (Uitzendkrachten in Nederland) Vooraf 6% 2% 5%1% 2011 (n=1002) 5% 3% 2013 (n=952) 2015 (n=801) 94% 92% 92% Tijdens 9% 2% 2011 (n=1002) Ja Nee Weet niet 8% 3% 2013 (n=952) 8% 3% 2015 (n=801) % 89% 89% Vrijwel iedere uitzendkracht vindt het belangrijk om vooraf of tijdens het werk informatie te krijgen over de risico s. 22

23 Waarom vindt u het WEL belangrijk om VOORAF geïnformeerd te worden over de risico s? Dan kan ik daar rekening mee houden en eventueel maatregelen nemen 2011 (n=934) 2013 (n=876) 2015 (n=743) 67% 67% 68% Zodat je weet waar je aan begint 64% 63% 63% Zo kan ik bewust beslissen of ik het werk wil doen, te gevaarlijk werk doe ik niet 46% 47% 43% Diversen 1% 1% 0% 23

24 Waarom vindt u het NIET belangrijk om VOORAF geïnformeerd te worden over de risico s? 2011 (n=52) 2013 (n=47) 2015 (n=40) Niet nodig, er zijn geen risico s 32% 17% 24% Niet nodig want ik ben erg ervaren 28% 45% 22% Niet nodig want ik heb dit werk bij dit bedrijf al eerder gedaan 26% 31% 33% Niet nodig, ik merk het wel als ik aan de slag ben 21% 43% 33% Diversen 7% 0% 7% * De verschillen in bovenstaande tabel kunnen alleen als illustratief worden beschouwd vanwege de lage steekproefgrootte. 24

25 Waarom vindt u het WEL belangrijk om TIJDENS het werk geïnformeerd te worden over de risico s? 2011 (n=894) 2013 (n=847) 2015 (n=724) Zodat ik weet of ik veilig werk (feedback) 64% 65% 62% Dat houd je scherp en alert 60% 58% 57% Als je bezig bent wordt het duidelijker wat je precies moet doen Zodat ik weet wat er verandert, bijvoorbeeld in machines of stoffen 53% 55% 54% 46% 45% 43% Diversen 1% 0% 0% 25

26 Waarom vindt u het NIET belangrijk om TIJDENS het werk geïnformeerd te worden over de risico s? 2011 (n=88) 2013 (n=80) Ik weet het al want ik ben vooraf al goed geïnformeerd 53% 60% 56% Daar heb ik het te druk voor 19% 11% 7% Niet nodig want ik ben erg ervaren 19% 29% 13% Niet nodig, er zijn geen risico s 14% 14% 17% Dat is vooraf van belang (niet tijdens het werken) 8% 7% - Diversen 2% 1% 21% 2015 (n=55) * De verschillen in bovenstaande tabel kunnen alleen als illustratief worden beschouwd vanwege de lage steekproefgrootte. 26

27 5 Thema: Persoonlijke Berschermingsmiddelen (PBM) 27

28 Hebt u Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM) nodig in uw werk? (Uitzendkrachten in Nederland) 2015 (n=801) 2009 (n=547) 2011 (n=1002) 2013 (n=952) 19% 13% 53% 34% 49% 38% 54% 46% 68% 14% 13% Ja Soms Nee Ja Nee 5.1 Net als in 2013 heeft ongeveer de helft van de uitzendkrachten (soms) Persoonlijke Beschermingsmiddelen nodig in het werk. 28

29 n=103 n=83 n=46 n=42 n=87 n=106 n=88 n=104 n=42 n=26 n=29 n=121 n=203 n=208 n=201 n=122 n=155 n=137 n=113 n=132 n=164 n=42 n=142 n=108 n=72 n=114 n=139 n=168 n=188 n=457 n=1002 n=952 n=801 Uitzendkrachten die werkzaam zijn binnen de sector bouwnijverheid hebben het meest PBM nodig in hun werk. Hebt u Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM) nodig in uw werk? 20% 29% 16% 50% 66% 28%20%* 20% 27% 38% 29% 52% 41% 35% 42% 43% 48% 50% 58% 58% 53% 57% 76%60%* 60%* 75% 75% 79% 78% 68% 53%49% 54% 22% 57% 21% 69% 50% 16% 50% 17% 20% 17% 55% 15% 80% 66%* 13% 4% 60% 58% 71% 13% 35% 12% 15% 58% 20% 50% 47% 36% 10% 5% 46% 42% 42% 24% 18% 24% 43% 23% 10% 23%* 14% 17% 40%* 12% 7% 5% 22% 18% 19% 16% 13% 13% 13% 14% 46% 38% 34% Legenda: 1. Metaalbewerking en metalektro 2. Bouwnijverheid 3. Landbouw, bosbouw en visserij 4. Industrie, delfstofwinning, energie- en waterleidingbedrijven 5. Transport en logistiek 6. Gezondheids- en welzijnszorg 7. Horeca 8. Overige branches 9. Uitzendkrachten in Nederland `09 `11 `13 `15 `09 `11 `13 `15 `11 `13 `15 `09 `11 `13 `15 `09 `11 `13 `15 `11 `13 `15 `11 `13 `15 `09 `11 `13 `15 `09 `11 `13 ` Sector werkzaam * = significant afwijkend ten opzichte van 2013 resultaten van n=50 of lager zijn indicatief Ja Soms Nee 29

30 Man Vrouw Uitzendkrachten in Nederland Net als in 2011 en 2013 hebben mannen vaker PBM nodig dan vrouwen. Hebt u Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM) nodig in uw werk? n=801 46% 54% n=952 38% 13% 49% n= % 14% 53% n=547 19% 13% 68% n=340 26% 74% n=454 21% 14% 65% n=412 19% 13% 68% n=150 8% 6% 86% n=467 65% 35% n=498 53%* 13% 34% n=590 47% 15% 38% n=396 30% 20% 50% * = significant afwijkend ten opzichte van 2013 resultaten van n=50 of lager zijn indicatief Ja Soms Nee 30

31 Werkt u met PBM waar en wanneer dat volgens de voorschriften en instructies nodig is? (Uitzendkrachten die gebruikmaken van PBM) 2015 (n=397) 13% 3% 84% 5.2 Ja Soms wel, soms niet Nee Overgrote meerderheid van de uitzendkrachten werkt met PBM waar en wanneer dat nodig is. 31

32 Wie controleert of u PBM gebruikt? (Uitzendkrachten die gebruikmaken van PBM) 2009 (n=313) 2011 (n=514) 2013 (n=490) 2015 (n=397) 21% 22% 25% 22% 2% 2% 3% 4% 77% 76% 71% 75% Het bedrijf waar ik werk of gewerkt heb Het uitzendbureau Niemand 5.3 Bij een kwart van de uitzendkrachten, die PBM nodig hebben, wordt niet gecontroleerd of zij PBM ook daadwerkelijk gebruiken. 32

33 Net als in 2013 vinden uitzendkrachten veelal dat het inlenende bedrijf zorg moet dragen voor het krijgen en gebruiken van PBM. Wie moet ervoor zorgen dat uitzendkrachten PBM krijgen? (Uitzendkrachten die PBM gebruiken) Wie moet het gebruik van PBM uitleggen? (Uitzendkrachten die PBM gebruiken) 2011 (n=514) 2013 (n=490) 2015 (n=391) 2011 (n=514) 2013 (n=490) 2015 (n=391) Het inlenend bedrijf 63% 63% 61% De veiligheidspersoon van het inlenend bedrijf Het uitzendbureau 29% 27% 31% De leidinggevende van het inlenend bedrijf 45% 43% 43% 38% 39% 40% Ik zelf 6% 4% 5% Het uitzendbureau 13% 14% 14% Beide (uitzendbureau & bedrijf) 1% 2% - Beide (uitzendbureau & bedrijf) 2% 1% - Diversen 1% 0% 3% Diversen 3% 4% 3% 33

34 6 Thema: inwerken 34

35 Bent u ingewerkt? (Uitzendkrachten in Nederland) 2009 (n=547) 2011 (n=1002) 2013 (n=952) 2015 (n=817) 17% 13% 14% 11% 83% 87% 86% 89% Ja Nee % van alle uitzendkrachten in Nederland zegt ingewerkt te zijn. Dit is ongewijzigd ten opzichte van

36 Net als in 2011 en 2013 wordt het overgrote deel van de uitzendkrachten ingewerkt door een collega (n=547) 2011 (n=1002) 2013 (n=952) 2015 (n=801) Een collega 54% 59% 61% 62% Mijn leidinggevende 28% 25% 23% 23% Speciale dag voor inwerking, cursus 2% Mijn voorganger 1% Een trainer, speciaal instructeur 1% 1% - - Iemand van personeelszaken 0% 1% 1% 1% Iemand anders 1% 1% - 3% Ik ben niet ingewerkt 17% 13% 14% 11% 36

37 7 Thema: veilig werken 37

38 Heeft u instructies gehad over hoe u veilig moet werken? (Uitzendkrachten in Nederland) 2015 (n=801) 26% 74% 7.1 Ja Nee 74% van alle uitzendkrachten in Nederland heeft instructies gehad over hoe zij veilig moeten werken. 38

39 Merendeel van de uitzendkrachten ontvangt instructies over hoe hij of zij veilig moet werken. In de minder risicovolle sectoren wordt minder aandacht besteed aan het instrueren van de uitzendkrachten. Heeft u instructies gehad over hoe u veilig moet werken? 6% 27% 20% 27% 20% 19% 31% 40% 26% Legenda: 1. Metaalbewerking en metalektro 2. Landbouw, bosbouw en visserij 3. Industrie, delfstofwinning, energie- en waterleidingbedrijven 4. Transport en logistiek 5. Bouwnijverheid 94% 6. Horeca 73% 80% 73% 80% 81% 69% 60% 74% 7. Gezondheids- en welzijnszorg 8. Overige branches 9. Uitzendkrachten in Nederland n=42 n = 29 n = 201 n=113 n=104 n=72 n=42 n=188 n= Sector werkzaam Ja Nee * = significant afwijkend van totaal resultaten van n=50 of lager zijn indicatief 39

40 Mijn leidinggevende Een collega Door wie ingewerkt? Iemand anders Ik ben niet ingewerkt Uitzendkrachten in Nederland Uitzendkrachten die ingewerkt zijn door een leidinggevende zijn het best geïnstrueerd over hoe zij veilig moeten werken. Heeft u instructies gehad over hoe u veilig moet werken? n=801 74% 26% n=106 61% 39% n=29 86% 14% n=473 71% 29% n=185 87%* 13% * = significant afwijkend ten opzichte van totaal uitzendkrachten resultaten van n=50 of lager zijn indicatief Ja Nee 40

41 Mijn leidinggevende Een collega Door wie ingewerkt? Iemand anders Ik ben niet ingewerkt Uitzendkrachten in Nederland Uitzendkrachten die ingewerkt zijn door een leidinggevende werken in de praktijk vaker volgens de instructies. Werkt u in de praktijk volgens de (veiligheids)instructies? n=801 76% 20% 4% n=106 50%* 38% 12% n=29 78% 21% n=473 76% 21% 3% n=185 89%* 9% 3 Ja Soms wel, soms niet Nee * = significant afwijkend ten opzichte van totaal uitzendkrachten resultaten van n=50 of lager zijn indicatief 41

42 Uitzendkrachten werkzaam in industrie, delfstofwinning, energie- en waterleidingbedrijven werken in de praktijk het vaakst volgens de (veiligheids)instructies. Werkt u in de praktijk volgens de (veiligheids)instructies? 23% 10% 20% 1% 2% 3% 14% 23% 24% 4% 6% 6% 4% 25% 15% 20% 36% Legenda: 1. Metaalbewerking en metalektro 2. Landbouw, bosbouw en visserij 3. Industrie, delfstofwinning, energie- en waterleidingbedrijven 4. Transport en logistiek 5. Bouwnijverheid 77% 70% 85% 75%* 73% 70% 79% 76% 6. Horeca 7. Gezondheids- en welzijnszorg 58% 8. Overige branches 9. Uitzendkrachten in Nederland n=42 n = 29 n = 201 n=113 n=104 n=72 n=42 n=188 n= Sector werkzaam * = significant afwijkend van totaal resultaten van n=50 of lager zijn indicatief Ja Soms wel, soms niet Nee 42

43 Vrijwel alle uitzendkrachten vinden het belangrijk om de (veiligheids)instructies na te leven. Ik vind het belangrijk/zinvol om de (veiligheids) instructies na te leven 5% 8% 5% 3% 1% 2% 3% 4% 5% 4% 12% 13% 9% 6% 4% 6% Legenda: 1. Metaalbewerking en metalektro 2. Landbouw, bosbouw en visserij 3. Industrie, delfstofwinning, energie- en waterleidingbedrijven 4. Transport en logistiek 89% 87% 93% 94% 85% 93% 88% 85% 90% 5. Bouwnijverheid 6. Horeca 7. Gezondheids- en welzijnszorg 8. Overige branches 9. Uitzendkrachten in Nederland n=42 n = 29 n = 201 n=113 n=104 n=72 n=42 n=188 n= Helemaal mee eens / Mee eens Noch mee oneens/noch mee eens Helemaal mee oneens/ Mee oneens * = significant afwijkend van totaal resultaten van n=50 of lager zijn indicatief Sector werkzaam 43

44 8 Thema: arbeidsongevallen 44

45 Moet u gevaarlijk werk doen? (Uitzendkrachten in Nederland) 2015 (n=801) 7% Vergelijking met NEA rapport Nationale enquête arbeidsomstandigheden 2014 In het NEA rapport komt naar voren dat 22,3% van de werknemers wel eens gevaarlijk werk moet doen. Onder uitzendkrachten ligt dit percentage hoger (35%). 28% 65% 8.1 Ja, regelmatig Ja, soms Nee 35% van alle uitzendkrachten moet wel eens gevaarlijk werk doen. 45

46 Uitzendkrachten werkzaam in bouwnijverheid doen het vaakst gevaarlijk werk. Moet u gevaarlijk werk doen? 52% 42% 36%* Legenda: 1. Metaalbewerking en metalektro 66% 70% 72% 71% 78%* 65% 2. Landbouw, bosbouw en visserij 3. Industrie, delfstofwinning, energie- en waterleidingbedrijven 4. Transport en logistiek 5. Bouwnijverheid 6. Horeca 48% 58% 34% 30% 64% 28% 29% 22% 35% 7. Gezondheids- en welzijnszorg 8. Overige branches 9. Uitzendkrachten in Nederland n=42 n = 29 n = 201 n=113 n=104 n=72 n=42 n=188 n= Sector werkzaam Ja Nee * = significant afwijkend van totaal resultaten van n=50 of lager zijn indicatief 46

47 De gevaren die uitzendkrachten in hun werk zien zijn voornamelijk fysiek van aard. Voornaamste gevaren 2015 (n=286) Struikelen, uitglijden 41% Snijden, steken 35% Vallen van hoogte 34% Bekneld raken 21% Botsingen, aanrijdingen 18% Verbranden 16% Confrontatie met geweld 7% 47

48 Bent u in de afgelopen 12 maanden tijdens het werk als uitzendkracht betrokken geweest bij een ongeval of voorval, waardoor u lichamelijk letsel of geestelijke schade heeft opgelopen? (Uitzendkrachten in Nederland) 2013 (n=952) 2015 (n=801) Vergelijking met NEA rapport Nationale enquête arbeidsomstandigheden 2014 In het NEA rapport komt naar voren dat 3,4% van de werknemers betrokken is geweest bij een ongeval. Het gemiddelde ongevalspercentage onder uitzendkrachten (12%) ligt hoger. 10% 12% 90% 88% Nee Ja % van de uitzendkrachten in Nederland is in de afgelopen 12 maanden betrokken geweest bij een ongeval of voorval. 48

49 Uitzendkrachten werkzaam in de bouwnijverheid zijn het meest betrokken geweest bij een arbeidsongeval/voorval. Stijging van het aantal ongevallen in niet risicovolle sectoren (overig). 81% 80% Bent u in de afgelopen 12 maanden tijdens het werk als uitzendkracht betrokken geweest bij een ongeval of voorval, waardoor u lichamelijk letsel of geestelijke schade heeft opgelopen? 19% 20% 14% 10% 13% 13% 11% 86% 90% 87% 87% 89% 19% 81% 11% 10% 8% 13% 7% 9% 3% 13% 10% 12% 97% 89% 90% 92% 93% 91% 90% 87% 87%* 88% Legenda: 1. Bouwnijverheid 2. Transport en logistiek 3. Horeca 4. Metaalbewerking en metalektro 5. Gezondheids- en welzijnszorg 6. Landbouw, bosbouw en visserij 7. Industrie, delfstofwinning, energie- en waterleidingbedrijven 8. Overig 9. Uitzendkrachten in Nederland n=88 n=104 n=137 n=113 n=108 n=72 n=46 n=42 n=164 n=42 n=26 n=29 n=208 n=201 n=168 n=188 n=952 n= Sector werkzaam Vergelijking met NEA rapport Nationale enquête arbeidsomstandigheden 2014 In het NEA rapport wordt duidelijk dat de meeste ongevallen gebeuren in de volgende sectoren: Bouw, Landbouw en Horeca. Ook onder uitzendkrachten gebeuren de meeste ongevallen in deze sectoren. * = significant afwijkend ten opzichte van 2013 resultaten van n=50 of lager zijn indicatief nee ja 49

50 Bent u voorgelicht over de risico's van en op uw werk? ja nee Uitzendkrachten in Nederland Voorgelichte uitzendkrachten zijn minder vaak betrokken bij arbeidsongevallen dan niet voorgelichte uitzendkrachten. Bent u in de afgelopen 12 maanden tijdens het werk als uitzendkracht betrokken geweest bij een ongeval of voorval, waardoor u lichamelijk letsel of geestelijke schade heeft opgelopen? n=801 88% 12% n=952 90% 10% n=195 85% * * 15% n=272 88% 12% n=606 89% * * 11% n=680 91% 9% * = significant afwijkend ten opzichte van 2013 resultaten van n=50 of lager zijn indicatief Nee Ja 50

51 Hebt u PBM nodig in uw werk? Ja Nee Uitzendkrachten in Nederland Uitzendkrachten die PBM nodig hebben in hun werk zijn vaker betrokken bij arbeidsongevallen. Bent u in de afgelopen 12 maanden tijdens het werk als uitzendkracht betrokken geweest bij een ongeval of voorval, waardoor u lichamelijk letsel of geestelijke schade heeft opgelopen? n=801 88% 12% n=952 90% 10% n=410 94% 6% n=462 94% 6% n=391 81% 19% n=362 82% 18% * = significant afwijkend ten opzichte van totaal uitzendkrachten resultaten van n=50 of lager zijn indicatief Nee Ja 51

52 Mijn leidinggevende Een collega Door wie ingewerkt? Ik ben niet ingewerkt Uitzendkrachten in Nederland In tegenstelling tot 2013 zijn uitzendkrachten die niet zijn ingewerkt niet vaker betrokken geweest bij een ongeval of voorval dan uitzendkrachten die wel zijn ingewerkt. Bent u in de afgelopen 12 maanden tijdens het werk als uitzendkracht betrokken geweest bij een ongeval of voorval, waardoor u lichamelijk letsel of geestelijke schade heeft opgelopen? n=801 86% 14% n=952 90% 10% n=108 85% 15% n=137 81%* 19%* n=482 87% 13% n=586 91% 9% n=188 85% 15% n=207 91% 9% * = significant afwijkend ten opzichte van totaal uitzendkrachten resultaten van n=50 of lager zijn indicatief Nee Ja 52

53 27% van de uitzendkrachten die betrokken is geweest bij een ongeval of voorval in de afgelopen 12 maanden heeft als gevolg van dit ongeval/voorval verzuimd. Meest voorkomende oorzaak ongeval per sector (indicatief) Belangrijkste oorzaak Op één na belangrijkste Industrie, delfstofwinning, energie\waterleidingbedrijven Ergens aan gesneden/gestoten Val van hoogte(trap, ladder) Bouwnijverheid Door een voorwerp geraakt Ergens aan gesneden/gestoten Metaalbewerken en metalektro Door een voorwerp geraakt Ergens aan gesneden/gestoten Transport en logistiek Ergens aan gesneden/gestoten Verkeersongeval Landbouw, bosbouw & Visserij Een beknelling Ergens aan gesneden/gestoten Horeca Ergens aan gesneden/gestoten Val van hoogte(trap, ladder) Gezondheidszorg Ergens aan gesneden/gestoten Door iemand bedreigd, gebeten of geschopt. Overige sectoren Uitglijden, struikelen of andere val Door iemand bedreigd, gebeten of geschopt. Heeft u verzuimd als gevolg van dit ongeval/voorval? Uitzendkrachten die betrokken zijn geweest bij een ongeval/voorval (n=94) Uitzendkrachten die betrokken zijn geweest bij een ongeval/voorval (n=99) Ja, en ik ben nog steeds niet aan het werk 6% 4% Ja, maar ik ben inmiddels weer aan het werk 28% 27% Nee 66% 69% 53

54 9 Thema: werknemersverplichtingen 54

55 Algemene werknemersverplichtingen Werknemers hebben zeven algemene verplichtingen volgens de Arbowet (artikel 11). De drie die het beste aansluiten bij de thema s van dit onderzoek zijn nader bekeken: 1. Werken volgens onderricht en instructie 2. Gevaren melden 3. Juist gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen Willen Weten Kunnen Doen Aansluitend op de andere thema s behandeld in dit rapport, geeft het rapport ook antwoord of uitzendkrachten de werknemersverplichtingen nakomen (doen) en wat de oorzaken zijn dat uitzendkrachten de werknemersverplichting niet na komen: Zijn uitzendkrachten op de hoogte van de verplichting? (weten) Willen uitzendkrachten de werknemersverplichting naleven? Vinden zij dit zinvol? (willen) Is het binnen de werkcultuur mogelijk voor uitzendkrachten om de werknemersverplichting na te leven? (kunnen) 55

56 Uitzendkrachten vinden het belangrijk om gevaren te melden, maar kunnen en/of doen het niet altijd. Weten Gevaren melden Van de 801 ondervraagden zien 366 ondervraagden wel eens gevaarlijke situaties in het werk. De percentages (%) hebben betrekking op deze 366. Willen Ik vind het belangrijk om gevaarlijke situaties te melden 86% 4% 11% Gevaarlijke situaties moet u direct melden aan de leidinggevende van het inlenende bedrijf. Wist u dat? 82% 18% Kunnen Ik heb voldoende tijd en gelegenheid in mijn werk om gevaarlijke situaties te melden 69% 22% 9% Ik denk dat het melden van gevaarlijke situaties bijdraagt aan mijn veiligheid Ja/eens 87% 9% 4% Neutraal, deels, soms Nee/oneens Doen Meldt u in de praktijk gevaarlijke situaties aan uw leidinggevende? 66% 25% 9% Collega s melden gevaarlijke situaties in het werk aan de leidinggevende 60% 28% 12% De leidinggevende waardeert het als ik gevaarlijke situaties meld 68% 25% 8% 56

57 Driekwart van de uitzendkrachten werkt volgens de veiligheidsinstructies. Weten Werken volgens onderricht en instructies (werknemersverplichting) De percentages (%) hebben betrekking op 801 ondervraagden. Kunnen Willen Ik vind het belangrijk om de (veiligheids)instructies na te leven 89% 6%4% Ik denk dat het naleven van de instructies goed is voor mijn veiligheid. 89% 7% 4% Heeft u instructies gehad over hoe u veilig moet werken? 61% 13% 26% Weet u hoe u volgens de (veiligheids)instructies moet werken? 79% 14% 7% De instructies zijn duidelijk en eenduidig ik weet hoe ik veilig moet werken 77% 16% 7% De middelen die ik nodig heb om volgens de instructies te werken zijn beschikbaar 77% 16%7% Ik heb voldoende tijd voor mijn werk om de instructies na te leven 74% 17% 9% Ik kan mijn werk goed doen als ik volgens de instructies werk Ja/eens Neutraal, deels, soms Nee/oneens Doen Werkt u in de praktijk volgens de (veiligheids)instructies? 76% 20% 4% 80% 16% 4% Collega s en leidinggevenden werken volgens de instructies 67% 26% 7% 57

58 PBM vinden uitzendkrachten belangrijk en goed voor de veiligheid; het overgrote deel gebruikt PBM waar en wanneer dat nodig is. Weten Willen Ik vind het belangrijk om PBM te gebruiken waar en wanneer dat volgens de voorschriften en instructies nodig is 88% 7% 5% Het is goed voor mijn veiligheid als ik PBM gebruik 90% 6% 4% Weet u hoe, waar en wanneer u de PBM moet gebruiken? 87% 9% 4% Juist gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen (werknemersverplichting) Van de 801 ondervraagden hebben 371 ondervraagden persoonlijke beschermingsmiddelen nodig in hun werk. De percentages (%) hebben betrekking op deze 371. Kunnen Ik heb altijd de beschikking over de juiste PBM 74% 15%11% Ik heb voldoende tijd voor mijn werk om de PBM te gebruiken 78% 15%7% Ik kan mijn werk goed doen als ik de PBM draag 77% 17% 6% Ja/eens Neutraal, deels, soms Nee/oneens Doen Werkt u met PBM waar en wanneer dat volgens de voorschriften en instructies nodig is? 84% 13% 3% Collega s en leidinggevenden dragen de PBM waar en wanneer dat volgens voorschriften en instructies nodig is 73% 20% 7% 58

59 10 Profiel uitzendkrachten in Nederland 2011 en 2013 versus

60 Profiel uitzendkrachten 2015 versus 2011 en Geslacht Man 52% 52% 52% Vrouw 48% 48% 48% Leeftijd jaar 31% 27% 23% jaar 28% 32% 36% jaar 18% 18% 18% jaar 23% 23% 23% Gezinsgrootte 1 persoon 21% 21% 21% 2 personen 23% 23% 23% 3 personen 22% 22% 22% 4 personen 22% 22% 22% 5 personen 8% 8% 8% 6 of meer personen 5% 5% 5% Hoogst voltooide opleiding Basisonderwijs 4% 6% 6% LBO / VBO / VMBO (kader- en beroepsgerichte leerweg) 16% 16% 16% MAVO / eerste 3 jaar HAVO en VWO / VMBO (theoretische en gemengde leerweg) 9% 8% 6% MBO 33% 35% 36% HAVO en VWO bovenbouw / WO en HBO propedeuse 15% 14% 15% HBO / WO-bachelor of kandidaats 17% 16% 14% WO-doctoraal of master 4% 5% 7% 60

61 Profiel uitzendkrachten 2015 versus 2011 en 2013 (vervolg) Regio Drie grote gemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag) 13% 13% 13% West (Utrecht, Noord-Holland, Zuid-Holland excl. drie grote gemeenten en randgemeenten) 23% 23% 23% Noord (Groningen, Friesland, Drenthe) 15% 15% 15% Oost (Overijssel, Gelderland, Flevoland) 22% 22% 22% Zuid (Zeeland, Noord-Brabant, Limburg) 25% 25% 25% Randgemeenten (Amstelveen, Diemen, Landsmeer, Ouder-Amstel, Ridderkerk, Barendrecht, Albrandwaard, Krimpen a/d IJssel, Capelle a/d IJssel, Schiedam, Westland, Rijswijk,Leidschendam-Voorburg, Wassenaar) 3% 3% 3% Sociale klasse A (Hoog) 15% 15% 15% Branche werkzaam (hier staan de gewogen percentages naar aandeel uitzendkrachten in de branche) B1 30% 30% 30% B2 21% 21% 21% C 31% 31% 31% D (Laag) 3% 3% 3% Industrie, delfstofwinning, energie-/waterleidingbedrijven 20% 20% 24% Bouwnijverheid 9% 9% 12% Metaalbewerken en metalektro 8% 5% 5% Transport en logistiek 15% 14% 13% Landbouw, bosbouw, visserij 3% 3% 4% Horeca 15% 14% 13% Gezondheidszorg en Welzijnszorg 15% 17% 6% Overig 15% 17% 24% 61

62 Profiel uitzendkrachten 2015 versus 2011 en 2013 (vervolg) Het werk via het uitzendbureau is: Een vakantiebaan 6% 3% 3% Hoelang bent u tot nu toe aan het werk/heeft u gewerkt in uw laatste uitzendbaan? Hoeveel personen werken er ongeveer bij het inlenende bedrijf? Heeft u een relevante (beroeps)opleiding gevolgd voor het werk dat u (heeft) verricht als uitzendkracht? Werd er binnen deze opleiding ook specifiek aandacht besteed aan veiligheidsaspecten van het werk? Een bijbaan 22% 15% 14% Een tijdelijke baan 30% 41% 37% Een opstap naar een vaste baan 42% 41% 45% korter dan 1 maand 15% 13% 8% 1 2 maanden 16% 12% 12% 3 4 maanden 16% 19% 17% 5 6 maanden 12% 11% 13% langer dan 6 maanden 35% 45% 50% minder dan 10 10% 10% 10% % 27% 21% % 19% 17% % 23% 28% meer dan % 21% 25% Ja 44% 46% 42% Nee 56% 54% 58% Ja, ik heb geleerd wat risico s zijn 60% 63% 61% Ja, ik heb geleerd hoe ik veilig moet werken 55% 57% 58% Ja, ik heb geleerd hoe ik leiding moet geven zodat er veilig wordt gewerkt 22% 18% 17% Nee, niet 9% 8% Niet van toepassing, niet nodig, geen risico's 3% 6% Diversen 13% 16% 17% 62

63 11 Onderzoeksverantwoording 63

64 Onderzoeksverantwoording Methode Ondervraagden Steekproef en respons De respondenten zijn benaderd via ons online accesspanel (TNS NIPObase) De ondervraagden zijn: Uitzendkrachten die op dit moment werkzaam zijn als uitzendkracht of in de afgelopen 12 maanden zijn geweest. Op basis van de uitkomsten van de screening hebben wij een steekproef getrokken met de focus op de zes kernsectoren: Industrie, delfstofwinning, energie-/waterleidingbedrijven (n=201) Bouwnijverheid (n=104) Metaalbewerking en metalektro (n=42) Transport en logistiek (n=113) Landbouw, bosbouw, visserij (n=26) Horeca (n=72) En hebben we de overige sectoren ondergebracht in de groep overig (n=188), hier vallen de volgende sectoren onder: Groothandel en detailhandel Auto, reparatie, garagebedrijf Gezondheidszorg (n = 42) Zakelijke dienstverlening Automatisering en ICT Recreatie, toerisme en sport Culturele sector Overheid en semi-overheidsinstellingen In totaliteit hebben we n=801 uitzendkrachten ondervraagd. uitzendkrachten in 2013? 64

65 Onderzoeksverantwoording (vervolg) Weging We hebben de resultaten van de screening van ons totale panel herwogen naar de Gouden Standaard. In de Gouden Standaard hebben de MOA (MarktOnderzoekAssociatie) en het CBS de verdeling van de Nederlandse bevolking vastgesteld ten aanzien van leeftijd, geslacht, regio, opleiding en andere belangrijke achtergrondkenmerken. Na deze weging hebben we de uitzendkrachten apart genomen en verdeeld naar de achtergrondkenmerken en de sectoren waarin men heeft gewerkt en de periode dat men via een uitzendbureau heeft gewerkt. Aangezien we een disproportionele steekproef hebben getrokken op basis van sectoren (zie kopje hierboven) en we de sectoren gewogen hebben naar de werkelijke verdeling kunnen we in dit rapport uitspraken doen over dé uitzendkrachten van Nederland. Veldwerkperiode De screening heeft gelopen van 1 tot en met 28 mei Het veldwerk van het daadwerkelijke onderzoek heeft gelopen van 29 juni tot en met 13 augustus uitzendkrachten in 2013? 65