Inhoud. 1 Inleiding 3. 2 Geschiedenis van het archeologisch onderzoek in Nijmegen 5

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inhoud. 1 Inleiding 3. 2 Geschiedenis van het archeologisch onderzoek in Nijmegen 5"

Transcriptie

1

2

3

4

5 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Geschiedenis van het archeologisch onderzoek in Nijmegen 5 3 Een kwart eeuw gemeentelijk beleid : de resultaten Uitvoerend onderzoek Achterstand in uitwerking Basisrapportages Depot Wat heeft het opgeleverd? Het verleden verbeeld 14 4 Het Verdrag van Valletta en de nieuwe wetgeving 15 5 Het Nijmeegse archeologiebeleid Implementatie nieuwe wetgeving in Nijmegen, 2007 tot heden Nieuw beleid De archeologische beleidskaart Nijmegen Vrijstellingsgrenzen Archeologievriendelijk bouwen De Nijmeegse onderzoeksagenda: effectief en efficiënt 22 6 Het instrumentarium Een facetbestemmingsplan Een erfgoedverordening 24 7 Communicatie 25 8 Effecten van het nieuwe beleid 27 9 Financiering Kosten tot nu toe Wat kost archeologisch onderzoek voor de initiatiefnemer Excessieve kosten Financiële dekking 31 Bijlage 1: Archeologische beleidskaart 33 Bijlage 2: Archeologische Berichten Nijmegen 35 Bijlage 3: Aanzet tot een Nijmeegse onderzoeksagenda 39

6 Muurwerk van de bedekte weg van Fort Sterreschans aan de Sterreschansweg.

7 1 Inleiding Nederland heeft in 1992 het Verdrag van Valletta (in de wandelgangen ook het verdrag van Malta genoemd) van de Raad voor Europa ondertekend. Dit Europese verdrag regelt de omgang met ons archeologisch erfgoed. De uitgangspunten van het Verdrag van Valletta zijn op 1 september 2007 (Wamz) verankerd in de Nederlandse wetgeving. Hiermee is in ons land de basis gelegd voor een goede omgang met archeologische waarden bij ruimtelijke ontwikkelingen. In Nederland worden de meeste beslissingen over de ruimtelijke inrichting op gemeentelijk niveau genomen. Het is daarom dat de wetgever er voor heeft gekozen de verantwoordelijkheden voor het archeologisch erfgoed bij gemeenten neer te leggen. In de herziene Monumentenwet 1988 is expliciet aangegeven dat de bescherming van archeologische waarden primair dient te geschieden door deze op te nemen in het bestemmingsplan (Mw 1988 art. 38a). In Nijmegen is dit in de afgelopen jaren reeds gebeurd in die bestemmingsplannen die zijn geactualiseerd, maar ook via partiële herzieningen van vigerende bestemmingsplannen. Omdat pas in 2013 alle Nijmeegse bestemmingplannen geactualiseerd zullen zijn en dus een groot deel van de vigerende plannen op dit moment geen adequaat regime biedt voor de omgang met de archeologische waarden, is besloten om een facetbestemmingsplan archeologie te maken. Hiermee wordt de omgang met de archeologische waarden voor het hele grondgebied van Nijmegen in één klap geregeld, wordt recht gedaan aan de rechtsgelijkheid voor alle inwoners en wordt eenduidigheid gecreëerd in de hele stad. Nu er in de afgelopen jaren zo veel is veranderd op het gebied van de archeologie, is het opportuun om het Nijmeegs beleid dat dateert uit 1996 te actualiseren. Daarnaast noopt het opstellen van een facetbestemmingsplan voor de archeologie ons ook tot een herformulering van het vigerende archeologiebeleid. In deze nota volstaan we met een technische actualisatie, een aanpak die ons in staat stelt om in de tweede helft van 2012 het facetbestemmingsplan voor de archeologie gereed te hebben en ter visie te leggen. De Nota nieuw beleid Archeologie : Geeft aan hoe wij de wetswijziging uit 2007 implementeren in het Nijmeegse beleid Geeft aan hoe om te gaan met de archeologische waarden bij ruimtelijke ontwikkelingen Geeft een visie op de beleidstaken en -vrijheden en de keuzemogelijkheden. Formuleert beleid op het punt van excessieve kosten Beschrijft het bijbehorend instrumentarium, nl. de Archeologische Beleidskaart en de Erfgoedverordening Zorgt ervoor dat de initiatiefnemer van een ruimtelijke ontwikkeling op Nijmeegs grondgebied weet waar hij archeologisch gezien aan toe is. 3

8 4 Opgraving van Brunsting aan de Steenstraat.

9 2 Geschiedenis van het archeologisch onderzoek in Nijmegen Het Nijmeegse bodemarchief wordt tot de rijkste van Nederland gerekend en is in sommige opzichten zelfs van internationaal belang. Als oudste stad van Nederland kent Nijmegen al sinds 1988, naast bescherming van het gebouwde erfgoed, ook de bescherming van haar archeologische waarden. Het archeologisch onderzoek in Nijmegen kent echter een veel langere traditie. In 1834 al voerden de archeologen C.J.C. Reuvens en F.C. Leemans van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden een opgraving uit nabij fort Krayenhoff, op de plek waar, zoals men toen al wist, de Romeinse stad Ulpia Noviomagus Batavorum had gelegen. Bij de aanleg van het fort in de periode waren hier muurresten aangetroffen, die Reuvens en Leemans in 1834 nader wilden onderzoeken. Uit Reuvens notities blijkt dat hij de muren die hij blootlegde, interpreteerde als de resten van een badgebouw uit de Romeinse tijd. In de periode liet J.H. Holwerda, toenmalig (onder)directeur van het Rijksmuseum van Oudheden, verschillende opgravingen uitvoeren op het Kops Plateau en op de Hunerberg in Nijmegen-Oost. In diezelfde tijd begon stadsarchivaris M.P.M. Daniëls, veelal in zijn vrije tijd, met archeologisch onderzoek. Het was Daniëls die tijdens de graafwerkzaamheden voor de aanleg van riolering de Gallo-Romeinse tempels op het Maasplein heeft ontdekt. In 1934 startte, onder leiding van H. Brunsting, de opgraving van het Romeinse grafveld in Nijmegen-West. Tussen 1946 en 1967 was hij als conservator van het Rijksmuseum van Oudheden verantwoordelijk voor diverse opgravingen, die onder auspiciën van de in 1947 opgerichte Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, in Nijmegen werden uitgevoerd. In de jaren vijftig slaagde hij er in om tussen de puinhopen van de gebombardeerde binnenstad ongeveer 500 begravingen uit de laat-romeinse tijd en de vroege middeleeuwen te documenteren. Zijn onderzoek in Nijmegen-Oost, op de Hunerberg, maakte toentertijd in binnen- en buitenland grote indruk. Zijn werk werd vanaf 1982 door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek voortgezet. Gedurende vele jaren voerde de rijksdienst zowel in Nijmegen-Oost als in de binnenstad diverse opgravingen uit. In diezelfde periode startte ook de Katholieke Universiteit van Nijmegen tal van opgravingen, o.a. in het Waterkwartier in Nijmegen-West. In 1988 nam de gemeente Nijmegen haar eigen verantwoordelijkheid voor de zorg van het in de bodem aanwezige erfgoed. In dat jaar bepaalde de gemeenteraad met de beleidsnota In de grond van de zaak dat het bodemarchief zoveel mogelijk ongeschonden moest blijven en stelde dat, wanneer bodemingrepen onvermijdelijk waren, er eerst archeologisch onderzoek uitgevoerd moest worden. Om deze beleidsuitgangspunten te kunnen verwezenlijken stelde de gemeenteraad het archeologische aandachtsgebied vast. Een groot deel van de stad, vanaf de Hunerberg in Nijmegen-Oost tot en met het voormalige stadsgebied van Ulpia Noviomagus in Nijmegen-West, werd Romeinse muur aan de Waalkade. 5

10 6 als zodanig aangewezen (1988, registratienr. 201). Het ging om een gebied waarvan was aangetoond, dat zich daar sporen uit het verre verleden danwel archeologische monumenten bevinden ofwel ten aanzien waarvan het sterke vermoeden bestaat dat deze zaken daarin voorkomen. Met andere woorden, niet alleen bekende archeologische waarden vormden een aanleiding, maar ook de verwachting dat archeologische sporen voorkomen, gaf onderbouwing aan de aanwijzing van het aandachtsgebied. Daarnaast was de raad van mening dat de aanwijzing niet betekende dat er niet ook op andere locaties buiten het aandachtsgebied vondsten van belang gedaan konden worden. Medio 1989 stelde Nijmegen een gemeentelijk archeoloog aan. In januari van het volgend jaar verleende de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur de gemeente Nijmegen een opgravingsbevoegdheid. Met deze vergunning werd het mogelijk dat de gemeentelijk archeoloog zelfstandig opgravingen kon uitvoeren. Aanvankelijk werd dit onderzoek met behulp van vrijwilligers van de Stichting Stadsarcheologie Nijmegen uitgevoerd, maar al snel bleek dat de inzet van vrijwilligers alleen niet meer voldoende was. In 1995 werd de beleidsnotitie Grondig aangepakt door de raad vastgesteld. Eén van de conclusies van deze notitie was dat het sinds 1988 vigerende gemeentelijk beleid een succes was. In zes jaar tijd had de sectie archeologie van de gemeente Nijmegen ruim 60 projecten uitgevoerd, variërend van incidentele waarnemingen tot langdurige en grootschalige opgravingen. Tegelijkertijd werd geconstateerd dat door de toename van het aantal bouwprojecten op archeologisch waardevolle terreinen de bestaande personele capaciteit (bestaande uit de gemeentelijke archeoloog en een assistent-archeoloog, bijgestaan door vrijwilligers) onvoldoende was om het onderzoek professioneel te blijven uitvoeren. Het drastisch teruglopen van de middelen uit het Stadsvernieuwingsfonds, waar veel archeologisch onderzoek (mede) uit werd betaald, versterkte dit nog. De vaststelling van de notitie door de raad zorgde voor meer financiële armslag en de aanstelling van een tweede archeoloog. In 1996 deed het College van B&W aan de raad het voorstel om de geïnventariseerde cultuurhistorische waarden in de Waalsprong in te brengen in de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied. Het was nadrukkelijk de bedoeling dat in de nieuwe bestemmingsplannen een paragraaf gewijd aan de cultuurhistorische factor (waar archeologie bij inbegrepen werd) zou worden opgenomen. Vanaf dat moment konden bestemmingsplannen die werden opgesteld om de nieuwe ontwikkelingen in het Waalspronggebied mogelijk te maken, dus voorzien worden van een cultuurhistorische paragraaf, maar de vertaling ervan in eventuele voorschriften bleef achterwege. Wat betreft de geïnventariseerde archeologische vindplaatsen werd geconstateerd dat de totale omvang van de te beschermen vindplaatsen zo groot was dat inpassen ervan in de plannen slechts ten dele te realiseren zou zijn. Waar dit niet mogelijk was, zo stelde de raad in 1996, is het noodzakelijk dat de bedreigde archeologische waarden worden onderzocht. In het zelfde jaar nog werd de kaart die in 1988 was vastgesteld als onderdeel van de beleidsnota In de grond van de zaak geactualiseerd ; deze kaart heette vanaf dat moment de Archeologische Aandachtsgebiedenkaart. Deze ging als basis dienen om ook in de rest van Nijmegen archeologische paragrafen voor bestemmingsplannen op te stellen maar wederom bleef de vertaling ervan in concrete voorschriften achterwege. Met de wijziging van de Monumentenwet in 2007 ontstond de mogelijkheid om de archeologische waarden via de planregels goed te verankeren in het bestemmingsplan. Hiermee kunnen in de te verlenen omgevingsvergunningen archeologische voorwaarden worden opgenomen. Vooruitlopend hierop stelde B&W in 2005 het rapport Archeologische Monumentenzorg Gemeente Nijmegen en het bijbehorende plan van aanpak Op grond van het Verleden vast (registratienr ), waarin een actualisering van het Nijmeegse archeologiebeleid en een stapsgewijze implementatie van de noodzakelijke wijzigingen werd voorgesteld.

11 3 Een kwart eeuw gemeentelijk beleid : de resultaten 3.1 Uitvoerend onderzoek Sinds de minister in 1989 de gemeente Nijmegen een opgravingsvergunning verleende, heeft Bureau Archeologie (inmiddels Bureau Archeologie en Monumenten geheten) 360 onderzoeken uitgevoerd op het grondgebied van Nijmegen, Ubbergen, Wijchen, Overbetuwe en Lingewaard. Het gaat hierbij om zowel grote, langdurige opgravingen met een oppervlakte van meerdere hectares, als om kleinere onderzoekjes van een week tot enkele weken. Het merendeel van de onderzoeken (290) vond plaats in Nijmegen zelf. Daarnaast zijn in diezelfde periode nog eens ruim 600 waarnemingen verricht ; d.w.z. voornamelijk ééndaagse acties waarbij de werkzaamheden van derden worden gevolgd om te controleren of de archeologische waarden niet worden geschaad. Wanneer hierbij toch archeologische resten bloot worden gelegd, kunnen deze worden vastgelegd Het aantal archeologische opgravingen, uitgevoerd door bureau Archeologie en Monumenten van de gemeente Nijmegen in de periode Achterstand in uitwerking De uitwerking van de onderzoeken blijft hier ver bij achter. Tot 2001 (zie hieronder 3.3.) was er geen wettelijke verplichting tot uitwerking van de in het veld verzamelde data. Tot die tijd werd er door de Nijmeegse gemeenteraad alleen budget beschikbaar gesteld voor het opgraven en niet voor het uitwerken. Het gevolg is dat tot op de dag van vandaag er nog vele kratten met vondsten, opgravingstekeningen, foto s en dia s in het depot staan te wachten op uitwerking en rapportage. Op deze plek wordt volstaan met een korte opsomming van de belangrijkste projecten die niet zijn uitgewerkt. In de Waalsprong gaat het om een cultusplaats uit de midden-bronstijd ( voor Chr.), offerplekken uit de bronstijd ( voor Chr., Smitjesland), een grafveld uit de bronstijd (Smitjesland), drie grafvelden uit de 7

12 Bureau Archeologie en Monumenten Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek Katholieke Universiteit Nijmegen Brunsting Holwerda Leydekkers Romeinse tijd Weve nederzetting grafveld midden-bronstijd cultusplaats Rommeinse tijd grafveld Romeinse tijd stad Ulpia Noviomagus bronstijd offerplekken grafveld Romeinse tijd nederzeztting ijzertijd grafvelden Romeinse tijd grafveld stad middeleeuwen stad Romeinse tijd/ vroege middeleeuwen grafveld Romeinse tijd grafveld Romeinse tijd legerplaats Tiende Legioen kampdorp Meters Overzichtskaart van onuitgewerkt onderzoek in Nijmegen (verricht voor 2001). 8 ijzertijd ( voor Chr., Laauwikstraat, Steltsestraat), twee landelijke nederzettingen uit de vroege- en midden-romeinse tijd ( na Chr., Van Boetzelaerstraat, Smitjesland) en verschillende grafvelden uit dezelfde tijd (Van Boetzelaerstraat). In Nijmegen-West zijn verschillende grootschalige opgravingen in de Romeinse stad ( na Chr., Maasplein, Weurtseweg) en in het bijbehorende grafveld (Sperwerstraat, Krayenhofflaan) niet uitgewerkt. In het centrum van Nijmegen wachten vele honderden graven uit de laat-romeinse tijd en de vroege middeleeuwen ( na Chr., Mariënburg, Burchtstraat, Ziekerstraat), evenals verschillende onderzoeken naar de middeleeuwse stad ( , Mariënburg, Burchtstraat, Kelfkensbos) op uitwerking. In Nijmegen-Oost zijn diverse opgravingen in de legerplaats van het Tiende Legioen ( na Chr., Rooie Dorp, Huygensweg), het aanpalende kampdorp (Rooie Dorp) en de bijbehorende grafvelden (Kruisweg, Hengstdalseweg) niet uitgewerkt. De vondsten van deze opgravingen zijn opgeslagen in kratten in het

13 Op het Kops Plateau in Nijmegen- Oost hebben de Romeinen in v.chr. een legerkamp aangelegd. Het staat na het legioenskamp op de Hunerberg bekend als één van de vroegste militaire vestigingsplaatsen in Nederland. In de periode heeft de (toenmalige) Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek ruim 7 hectare op het plateau opgegraven. Tot nu toe is slechts in een publieksboek aandacht geschonken aan de resultaten van dit op nationaal en internationaal niveau belangwekkende onderzoek. De uitwerking van het onderzoek kan bijdragen aan een meer gedetailleerde kijk op de bevolking van de Nijmeegse legerplaatsen, het begin van Nijmegen, hun directe invloed op de omgeving en op de ontwikkelingen langs het Nederlandse deel van de limes. In 2009 heeft de gemeente Nijmegen, samen met het Museum Het Valkhof, de Radbouduniversiteit en de Universiteit Leiden, in het kader van het Odysseeproject een aanvraag voor subsidie gedaan bij de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) om het onderzoek op het Kops Plateau te kunnen uitwerken. Het Odyssee-project is bedoeld om een aanzienlijk deel van de natinale achterstand in het publiceren van archeologisch onderzoek tussen 1900 en 2000 weg te werken. De subsidie voor de uitwerking van het onderzoek op het Kops Plateau vanuit dit project bedraagt De gemeente Nijmegen draagt bij in de vorm van uren. De Radbouduniversiteit draagt bij, de Universiteit van Leiden archeologische depot. Op de kaart op pagina 8 is te zien waar in de stad onderzoek is gedaan (door de gemeente zelf of door andere instanties) dat nog op uitwerking wacht. Het wegwerken van deze achterstand in de uitwerking kan en zal leiden tot het beantwoorden van diverse onderzoeksvragen (zie de aanzet tot de Nijmeegse onderzoeksagenda). Het voordeel daarvan is dat deze onderzoeksvragen dan beantwoord zijn en in toekomstig archeologisch onderzoek niet meegenomen hoeven te worden, hetgeen kan leiden tot verlichting van de onderzoekskosten voor verplicht archeologsich onderzoek (zie ook paragraaf 5.5). Op dit moment is er echter geen budget om de kosten die gemoeid zijn met deze uitwerking te dekken. Er kan alleen zeer mondjesmaat aandacht besteed worden aan de achterstand in de uitwerking, bijvoorbeeld door studenten in het kader van een afstudeerproject in te zetten. Wij kunnen dit probleem alleen structureel oplossen als de raad bereid is daar ook een structureel budget voor beschikbaar te stellen. Zie hoofdstuk Basisrapportages Omdat de wijziging van de Monumentenwet naar aanleiding van de ondertekening van het Verdrag van Malta op zich liet wachten, werd door de Tweede Kamer het Interimbeleid Archeologie vastgesteld. Volgens deze beleidsregels (geldend vanaf Het aantal verschenen basisrapporten over onderzoek in Nijmegen Het aantal verschenen briefrapporten over onderzoek in Nijmegen. 9

14 In de periode dat de standaardrapportages nog niet verplicht waren, liet Bureau Archeologie en Monumenten van zich horen in de vorm van informatieve folders en publieksboeken. Vanaf 1992 is met enige regelmaat de folder Ulpia Noviomagus uitgegeven. Inmiddels zijn er 13 nummers over uiteenlopende onderwerpen verschenen (zie ook bijlage 2) Daarnaast zijn de publicaties uitgegeven : In de schaduw van het noorderlicht : de Gallo-Romeinse tempel van Elst-Wester aam, Harry van Enckevort en Jan Thijssen Graven op Mariënburg : archeologisch onderzoek in het centrum van Nijmegen, Harry van Enckevort en Jan Thijssen Nijmegen, legerplaats en stad in het achterland van de Romeinse Limes, Harry van Enckevort, JanKees Haalebos en Jan Thijssen Graven met beleid, gemeentelijk archeologisch onderzoek in Nijmegen , Harry van Enckevort en Jan Thijssen. Verder hebben de Nijmeegse archeologen vele bijdragen en artikelen geschreven voor (inter-) nationale tijdschriften en publicaties. Een voorbeeld is de bijdrage aan de publicatie Nijmegen. De geschiedenis van de oudste stad van Nederland, deel 1. Naast de vele publicaties zijn er bijdragen geleverd aan diverse tentoonstellingen van het Museum het Valkhof, zijn er open dagen gehouden in het depot, rondleidingen gegeven op opgravingen en gastlessen en lezingen gegeven. Zie hiervoor hoofdstuk 7 : Communicatie. 25 oktober 2001) moest het archeologisch onderzoek volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) uitgevoerd worden, wat o.a. betekende dat vanaf dat moment binnen twee jaar na afsluiting van het veldwerk een basisrapportage moest worden overlegd. Dit betekende voor Nijmegen een enorme ommezwaai. Daar waar er aanvankelijk alleen tijd en geld was voor het veldwerk, moesten nu extra middelen worden gereserveerd voor de uitwerking en rapportage. Met een vertraging van enkele jaren zien we dan ook dat vanaf 2006 er een stortvloed aan basisrapportages en briefrapporten (rapportages van kleinschalige onderzoeken) loskomt. Er verschenen in de periode rapporten en 58 briefrapporten over onderzoeken in Nijmegen (zie bijlage 2), 14 rapporten en 46 briefrapporten over onderzoeken in Wijchen, 4 rapporten en 5 briefrapporten over onderzoeken in Ubbergen, 2 rapporten over onderzoeken in Lingewaard en 1 rapport en 1 briefrapport over onderzoeken in Overbetuwe. 10 Een deel van het archeologisch depot aan de Nieuwe Dukenburgseweg.

15 3.4 Depot Sinds Nijmegen een opgravingsvergunning heeft, heeft zij ook een erkend depot (ca m 2 vloeroppervlak), waarin de archeologische vondsten en de velddocumentatie worden opgeslagen en bewaard volgens de normen die de wet stelt. Na ruim twintig jaar gemeentelijk archeologisch onderzoek worden er ca kratten met vondsten bewaard. Een groot gedeelte van de kratten stamt uit de tijd dat de verplichting tot uitwerken van de opgravingsgegevens nog niet bestond. De vondsten die hierin zitten, zijn niet of slechts zeer ten dele bestudeerd. Verder beschikken we over een ontelbare hoeveelheid foto s, dia s, dagrapporten en (veld)-tekeningen, die samen het (nog deels analoge) archief vormen van ruim twintig jaar onderzoek. 3.5 Wat heeft het opgeleverd? Het archeologisch onderzoek heeft onomstotelijk vastgesteld dat Nijmegen de oudste stad van Nederland is. In 2005 was dat reden voor een feestje : Nijmegen vierde haar 2000-jarig bestaan als stad. Dit jubileum heeft de betrokkenheid van de Nijmegenaren bij de toekomst van het verleden van hun stad enorm vergroot. De vondst van de Verloren Toren op Plein 1944 in 2011 heeft opnieuw laten zien hoe zeer de Nijmegenaren zich verbonden voelen met hun erfgoed. De verschillende tijdslagen van Nijmegen zijn het DNA van de stad en vormen de basis voor allerlei activiteiten, zoals het Romeinenfestival dat eens in de twee jaar wordt georganiseerd. Er is er in de afgelopen jaren zeer veel kenniswinst geboekt, die niet alleen voor een kleine groep professionals en geïnteresseerden van belang is maar een veel grotere reikwijdte heeft. Bij het veldwerk, de uitwerking en de rapportage werken we volgens de landelijk vastgestelde richtlijnen. In de uitwerking trachten we de vragen van de Nijmeegse onderzoeksagenda te beantwoorden. In sommige gevallen kan het archeologische onderzoek een bijzonder karakter (bijvoorbeeld vondst Merovingisch grafveld in Lent) hebben dat om een intensievere en dus duurdere uitwerking vraagt. In deze gevallen zoeken wij naar partners die een deel van de intensievere uitwerking op zich kunnen nemen (bijvoorbeeld universiteiten). De vroegste landbouwers in Nijmegen-Noord Zo heeft het onderzoek van de afgelopen jaren aangetoond dat zich nabij de huidige Griftdijk, in de jonge steentijd, rond 3700 voor Chr., al boeren hebben gevestigd. Het gaat om de vroegste landbouwers die in de oostelijke Betuwe bekend zijn. Op de zandkop in het toen waterrijke gebied combineerden ze de risicovolle akkerbouw en veeteelt wijselijk met de traditionele jacht en visvangst. De man van Lent met zijn bronzen sieraden. 11

16 Ulpia Noviomagus : resten van de vloerverwarming van het badhuis. De enkele tientallen gevonden graven met skeletten uit de periode v.chr. (ijzertijd) bieden een onverwachte blik op het uiterlijk van de bewoners uit die tijd, omdat sommigen nog hoofdsieraden droegen. De bekendste daarvan is de Man van Lent, met zijn bronzen oorringetje en vlechtringen. Bataven In de Romeinse tijd was het gebied aan de noordzijde van de Waal bevolkt met inheemse bewoners (Bataven) die zich steeds meer met Romeinse spullen omgaven, maar in houten boerderijen bleven wonen. Hun woonplaatsen en graven zijn talrijk genoeg om te kunnen stellen dat Nijmegen-Noord toen dichtbevolkt was en pas in de loop van middeleeuwen weer op dezelfde schaal bewoond werd als in de eerste eeuwen na het begin van de jaartelling. Oppidum Batavorum, oudste stad van Nederland Het archeologisch onderzoek ten zuiden van de Waal heeft aangetoond dat de stad Nijmegen veel ouder is dan eind jaren tachtig nog verondersteld werd. Men dacht toentertijd dat de Romeinse stad Ulpia Noviomagus pas in de 2e eeuw na Chr. was ontstaan. Opgravingen op Kelfkensbos en directe omgeving (o.a. Josephhof, Hertogstraat, Gerard Noodtstraat) hebben inmiddels aangetoond dat de nederzetting Oppidum Batavorum, de directe voorganger van Ulpia Noviomagus, al rond het begin van onze jaartelling bestond. Dat Oppidum Batavorum een stad was bewijst de vondst van een segment van een triomfzuil die in 17 na Chr. in het Oppidum was opgericht ter ere van keizer Tiberius. Dat Nijmegen als enige stad in Nederland kan aantonen dat zij al in de vroeg Romeinse tijd een stad was, heeft ervoor gezorgd dat wij in 2005 het 2000-jarig bestaan van de stad konden vieren. Ulpia Noviomagus 12 Toen tijdens de opstand van de Bataven Oppidum Batavorum in 70 na Chr. werd verwoest, werd op een andere plek ca meter naar het westen, een nieuwe stad gebouwd, Ulpia Noviomagus. Ulpia verwijst naar de familienaam van Keizer Traianus (hij heette voluit Marcus Ulpius Traianus), die de stad tussen 98 en 102 na Chr. stadrecht verleende. De belangrijkste inwoners van de stad genoten ook het Romeinse burgerrecht. Dit blijkt uit de vondst in 1995 van een bronzen tabella, een document dat in 102 na Chr. werd opgesteld, waarop vier Bataafse mannen als getuigen tekenden met de naam M. Ulpius. Hiermee is Nijmegen de enige stad in Nederland die twee

17 Twee verguld zilveren fibulae, grafgiften uit het Merovingisch grafveld in Laauwik. keer stadsrechten heeft ontvangen, omstreeks 100 na Chr. van keizer Traianus en in 1230 na Chr. van de Duitse Rooms-koning Hendrik VII. De donkere middeleeuwen Over de eeuwen na het vertrek van de Romeinen uit onze streken is weinig bekend. Ze werden niet voor niets lange tijd de donkere middeleeuwen genoemd. Toch heeft het onderzoek op Nijmeegs grondgebied de afgelopen tijd veel nieuwe informatie over de Merovingische periode opgeleverd. In 1999 werden tussen de Raadhuisstraat en de Burchtstraat enkele graven gevonden uit het eind van de vijfde en het begin van de zesde eeuw. De graven lagen aan de voet van een grafheuvel waarin een aanzienlijk persoon begraven moet zijn geweest. Ze bevatten opmerkelijke vondsten, zoals ijzeren bijlen en een grote ijzeren lanspunt. Eén van de doden was zelfs bedekt met goudbrokaat. Een Merovingisch grafveld in Laauwik Ook Nijmegen-Noord was bewoond in de vroege middeleeuwen. Dat bleek onder meer al uit de vondst van een grafveld aan de Azaleastraat, waar de elite in de zevende en achtste eeuw zijn doden bijzette. Archeologisch onderzoek in 2006 aan het Lentseveld leverde een zeer bijzondere Merovingische vondst op : een beslagstuk, versierd met goud en de kostbare steensoort almandine. Dat dit geen losse vondst was, bleek toen in 2011 aan het Lentseveld een grafveld uit de periode werd ontdekt, waar 50 inhumaties (lijkbegravingen) en 19 crematies konden worden blootgelegd. Hierbij is sprake van een opvallende variatie in graf- en begrafenisgebruiken, waarover de archeologen veel gegevens verzamelden. Eén van de graven is het graf van een volwassen man. Hij is begraven in een houten kist die in een grafkamer is geplaatst. De overledene heeft verschillende bijgiften meegekregen in zijn graf, waaronder een schild, een lang zwaard en een lans. Dat in het graf ook voedsel meegegeven was, blijkt uit de botjes van een varken en een vogel. Waar we in de graven van mannen zwaarden, schilden en lansen aantreffen, zijn vrouwen meestal begraven met kralensnoeren, kammen, spinklosjes en mantelspelden. Het graf van een volwassen vrouw illustreert dat. De overledene was in een houten grafkist begraven. Binnen deze kist bevond zich niet alleen het skelet van de vrouw, maar lagen ook bijgiften. Het meest opvallend was het rijk gekleurde halssnoer van glazen kralen. Bij haar rechterbovenarm lag een spinsteentje van aardewerk. Ook vonden de archeologen een fragment van een mesje in het graf. Nader onderzoek van de begravingen en de bijgiften moet nog plaatsvinden. 13

18 Vestingstad Nijmegen Nijmegen was een van de laatste steden in Nederland die toestemming kreeg om de deels nog uit de middeleeuwen daterende stadsverdediging te slopen. In 1874 ging de stad voortvarend aan de slag met het slechten van de wallen en stadspoorten. De sloop is op de gevoelige plaat vastgelegd door Korfmacher en Ivens. Het archeologisch onderzoek van de afgelopen tijd op allerlei plaatsen in het centrum heeft ons een schat aan informatie opgeleverd over het tracé van de oudere fasen van de stadsverdediging. Zo werd in de zomer van 2011 een toren en stuk stadsmuur uit de vroege 15e eeuw ontdekt die onderdeel moeten hebben uitgemaakt van een dubbele ommuring van de stad. Vele Nijmegenaren kwamen een kijkje nemen op Plein 1944 om de resten van de oude muur te kunnen zien. 3.7 Het verleden verbeeld In de afgelopen jaren is er in Nijmegen veel gebeurd op het gebied van visualisatie van het verleden. In Nijmegen-Oost bijvoorbeeld is een wandelroute met informatiepanelen en audiotour gerealiseerd, waarlangs op verschillende plekken het Romeins verleden zichtbaar en beleefbaar is gemaakt. Zo is in de Eikstraat een één-op-één reconstructie verrezen van de keizerszuil die ooit in de eerste eeuw na Chr. op deze plek door de Romeinen werd opgericht. Op drie plaatsen langs de wandelroute staan digitale tijdvensters die met filmpjes over het leven van 2000 jaar geleden de wandelaar in staat stellen een kort moment terug in de tijd te stappen. Tevens zijn ter hoogte van het appartementencomplex Ubbergseveldweg de contouren van de poort naar het Romeinse legerkamp met lage muurtjes gevisualiseerd. In het centrum zijn de Loden Lady in de Burchtstraat en de godenpijler op het Kelfkensbos natuurlijk bekende visualisaties van de Romeinse periode. Ook het middeleeuwse verleden van Nijmegen is her en der zichtbaar gemaakt (Hertogplein, Gedeputeerdenplaats, Korenmarkt), terwijl in het Hunnerpark nog steeds een deel van de middeleeuwse stadsmuur te zien is. In 2013 / 2014 zal de Verloren Toren, tijdens archeologisch onderzoek op Plein 1944 gevonden, een plek krijgen in de fietsenkelder onder het opnieuw ingerichte plein. Nijmegen heeft ook in de komende jaren de ambitie haar verleden op allerlei manieren beleefbaar te maken. Hiervoor is de visie en het plan van aanpak Het Verleden Verbeeld geschreven. In de Erfgoednota zal deze ambitie verder uitgewerkt worden. 14 De Verloren toren wordt ingepakt ter voorbereiding op transport naar de opslag.

19 4 Het Verdrag van Valletta en de nieuwe wetgeving Nederland heeft in 1992 het Verdrag van Valletta van de Raad voor Europa ondertekend. Aanleiding voor dit verdrag was de constatering dat het archeologische erfgoed in toenemende mate bedreigd werd. Niet alleen door natuurlijke processen of ondeskundig gebruik van het bodemarchief, maar ook en vooral door allerlei ruimtelijke ontwikkelingen. Met de ondertekening van het Verdrag van Valletta is de beleidsmatige zorg voor het archeologisch bodemarchief aanzienlijk toegenomen. In artikel 1 van het verdrag staat : Archeologische waarden worden gezien als een onvervangbaar onderdeel van het Europese culturele erfgoed en moeten daarom worden ontzien bij de ontwikkeling en besluitvorming van ruimtelijke plannen. Mocht bescherming onvoldoende mogelijk zijn dan dient de informatie te worden onttrokken aan de bodem via archeologisch onderzoek, dat wil zeggen een opgraving (artikel 5). Uitgangspunt hierbij is dat de initiatiefnemer van de verstoring van het bodemarchief de kosten van het onderzoek dient te dragen (artikel 6). Op 1 september 2007 zijn de uitgangspunten van het Verdrag van Valletta in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd via de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) en het Besluit Archeologische Monumentenzorg (Bamz), waarmee de Monumentenwet 1988 en enkele andere wetten, namelijk de Ontgrondingenwet, de Woningwet, de Wet Milieubeheer en het Besluit Ruimtelijke Ordening, werden gewijzigd. De verantwoordelijkheid voor het bodemarchief is hiermee met name bij de gemeenten komen te liggen. De gemeenten hebben de taak gekregen uitvoering te geven aan de archeologische monumentenzorg binnen de gemeentegrenzen en moeten bij ruimtelijke besluitvorming het archeologisch belang afwegen tegen de andere belangen. De belangrijkste verplichting als gevolg van de nieuwe wet is dat de gemeenteraad bij de vaststelling van bestemmingsplannen en beheersverordeningen dient aan te geven op welke wijze er rekening is of wordt gehouden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische waarden. Ook bij het voeren van vrijstellingsprocedures in het kader van bestemmingsplannen dient het archeologisch belang expliciet te worden meegewogen. Via de bestemmingsplannen kan de gemeenteraad voorschriften voor de omgang met archeologische waarden verbinden aan de aanvraag van een omgevingsvergunning of bij het afgeven van een ontheffing (resp. art. 39,40,41 Mw 1988). Tevens wordt van hen verwacht dat zij een archeologisch beleid met bijbehorende instrumenten ontwikkelen. Bij de invoering van de wet in 2007 heeft de minister van OCW de Tweede Kamer toegezegd de doelmatigheid en de effecten van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) en het Besluit Archeologische Monumentenzorg (Bamz) na drie jaar te evalueren. Daartoe is in 2011 een onderzoek uitgevoerd. De evaluatie kijkt hoe archeologische monumentenzorg in de praktijk werkt. Aangezien de kern van de wet de betere bescherming van de archeologische waarden is, is in de eerste plaats onderzocht of door de invoering van het nieuwe stelsel de bescherming van de archeologische waarden verbeterd is en of dat op effectieve wijze is gebeurd. Daarbij is gekeken naar vier belangrijke themavelden : de praktijk van de ruimtelijke ordening de financiële kaders de liberalisering van de archeologische bedrijfstak het archeologisch kwaliteitssysteem en de kennisinfrastructuur. Daarnaast hebben opeenvolgende bewindspersonen verschillende toezeggingen gedaan aan beide Kamers. Deze toezeggingen zijn ook in de evaluatie betrokken. Daarom is ook onderzocht of gemeenten en provincies het archeologisch belang serieus oppakken in hun ruimtelijke ordening, of het uitgangspunt van gelijke concurrentieverhoudingen tussen overheidsorganisaties en particuliere ondernemingen in 15

20 voldoende mate wordt gerespecteerd en of de excessieve kostenregeling een zinvolle bijdrage levert aan het archeologiebeleid van provincies en gemeenten. Belangrijke conclusie van de landelijk uitgevoerde evaluatieonderzoek is dat de nieuwe wetgeving heeft geleid tot een betere bescherming van ons bodemarchief. Dit komt vooral omdat archeologie een verplicht onderdeel is geworden bij ruimtelijke afwegingen. 16 Funderingen, beerputten en kelders van huizen aan de voormalige Scheidemakersgas tijdens de opgraving aan de Scheidemakershof.

21 5 Het Nijmeegse archeologiebeleid 5.1 Implementatie nieuwe wetgeving in Nijmegen, 2007 tot heden De herziene Monumentenwet verlangt van gemeenten dat in bestemmingsplannen wordt aangegeven op welke wijze er rekening moet worden gehouden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische waarden. Nijmegen heeft er aanvankelijk voor gekozen om op basis van het toen vigerend archeologisch beleid de archeologische waarden en verwachtingen in bestemmingsplannen te gaan opnemen. Wel is naar aanleiding van het bovengenoemd rapport Archeologische Monumentenzorg Gemeente Nijmegen en het bijbehorende plan van aanpak Op grond van het Verleden de bestaande archeologische aandachtsgebiedenkaart uit 1996 geactualiseerd en omgezet in een Archeologische Beleidskaart, waarop per terrein of zone de archeologische waarde of verwachting is aangegeven. Bij deze actualisatie zijn op basis van bureauonderzoek en recente onderzoeksgegevens de begrenzingen van de terreinen aangepast, zijn nieuwe locaties toegevoegd en oude afgevallen. Van alle locaties op de beleidskaart zijn beschrijvingen gemaakt via een vast stramien. In de afgelopen vijf jaar zijn veel bestemmingsplannen geactualiseerd op basis van het vigerend archeologische beleid. Tevens is een groot aantal partiële herzieningen en postzegelplannen van een archeologische paragraaf voorzien. Daarin is steeds voor het betreffende plangebied aangegeven wat de archeologische waarde of verwachting van het betreffende gebied was. Voor de vertaling naar de verbeelding en de planregels (dubbelbestemming) zijn aan de verschillende waarden ook archeologische maatregelen verbonden. Zo zijn gebieden waarvan we zeker weten dat er archeologische waarden in de bodem aanwezig zijn, steeds aangegeven op de verbeelding en is in de regels opgenomen dat de archeologische waarden beschermd dienen te worden. Voor het gebied met waarde 1 (lage tot middelhoge archeologische verwachting) werd niets geregeld in bestemmingsplannen. Terreinen met waarde 4 zijn de archeologische rijksmonumenten. Zij zijn via de Monumentenwet 1988 beschermd. 5.2 Nieuw beleid Toch is in de afgelopen jaren steeds vaker de behoefte gevoeld om het gemeentelijke archeologiebeleid up-to-date te brengen met de nieuwste ontwikkelingen om zo de implicaties van de herziene Monumentenwet ook in het Nijmeegse beleid een duidelijke plaats te geven en tegelijkertijd de in de loop der jaren gegroeide situatie vast te leggen. In een startnotitie werden reeds de uitgangspunten en het kader voor het nieuwe archeologiebeleid uiteengezet en werd een voorlopige koers en richting voor het nieuwe beleid gepresenteerd, De beleidsruimte die Nijmegen kiest, wordt hieronder toegelicht. Hierbij zoeken we naar een goede balans tussen de wettelijke verplichtingen enerzijds en de beleidsvrijheid die we als gemeente hebben om vorm te geven aan de archeologische monumentenzorg op Nijmeegs grondgebied anderzijds, tussen onze verantwoordelijkheid voor ons rijke bodemarchief en de (soms hoge) kosten voor het archeologisch onderzoek. Het instrument om dit beleid vorm te geven is de archeologische beleidskaart. 5.3 De archeologische beleidskaart Nijmegen In 2006 is als beleidsinstrument de Archeologische Beleidskaart ontwikkeld op basis van de in 1996 vastgestelde aandachtsgebiedenkaart. De beleidskaart is in de afgelopen tijd, zoals hierboven beschreven, al gebruikt bij actualisaties van bestemmingsplannen. De beleidskaart kent 5 verschillende waarden, die met kleuren worden aangegeven. Aan de verschillende waarden is een archeologische maatregel gekoppeld. De beleidskaart legt de stand van kennis vast en vormt dus altijd een momentopname. Door nieuw onderzoek en uitwerking van oude onderzoeksgegevens zullen steeds nieuwe inzichten worden verkregen, wat ertoe kan leiden dat de begrenzing van de terreinen ruimer of beperkter wordt of zelfs terreinen van de kaart verdwijnen. Een 17

22 regelmatige bijstelling van de archeologische beleidskaart (minimaal eens per 2 jaar) is dan ook noodzakelijk. Waarde 4 De rode terreinen (waarde 4 ; 1% van het Nijmeegse grondgebied) bevatten zulke belangrijke archeologische resten dat ze zijn beschermd op grond van de Monumentenwet Behoud van deze resten staat voorop. Voor ontwikkelingen op deze terreinen dient bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een monumentenvergunning ex artikel 11 van de Monumentenwet te worden aangevraagd. Waarde 3 Voor de terreinen, aangegeven met de bruine kleur (waarde 3 ; 20 % van het Nijmeegse grondgebied) staat het vast dat zich archeologische resten in de bodem bevinden en daarom dient in alle gevallen waarbij de grond wordt verstoord en behoud of inpassing van de archeologische waarden (behoud in situ) niet mogelijk is, archeologisch onderzoek plaats te vinden. Waarde 2 De terreinen, aangegeven met de lichtbruine kleur (waarde 2 ; 16% van het Nijmeegse grondgebied), onderscheiden zich vanwege een hoge tot zeer hoge verwachting op het aantreffen van archeologische resten. Het betreft ten zuiden van de Waal met name de vermoedelijke tracés van verschillende Romeinse wegen. Ten noorden van de Waal betreft vooral ook het terreinen waar, op grond van de directe nabijheid van een bekende archeologische vindplaats, een hoge archeologische verwachting geldt. Voor deze categorie gelden geen archeologische maatregelen bij ingrepen in de bodem met een oppervlak kleiner dan 100 m 2. Hier sluiten wij aan bij de vrijstellingsgrens, die de Monumentenwet biedt. 1 Waarde 1 In het gebied aangegeven met een witte kleur (waarde 1; 58% van het Nijmeegse grondgebied) is nog geen onderzoek gedaan en is het onbekend waar archeologische resten zich kunnen voordoen. De archeologische verwachting voor deze gebieden is laag tot middelhoog te noemen, maar dat betekent niet dat er geen relevante archeologische sporen, met name uit de prehistorie en Romeinse tijd, kunnen worden aangetroffen. Daarom kiezen wij ervoor dat bij bodemingrepen die een oppervlak van 2500 m2 of groter betreffen, er tenminste een archeologisch vooronderzoek moet worden uitgevoerd. In plangebieden met een dergelijke omvang of groter bestaat een gerede kans dat bij het uitvoeren van een inventariserend booronderzoek of een proefsleuvenonderzoek nog onbekende archeologische resten worden ontdekt en gewaardeerd. Waarde 0 Op de groene terreinen gelden geen restricties (waarde 0,5% van het Nijmeegse grondgebied). Hier is de bodem door eerdere graafwerkzaamheden zodanig verstoord dat er geen archeologische waarden aangetroffen kunnen worden. 5.3 Vrijstellingsgrenzen Zoals boven beschreven hebben we bij actualisaties van bestemmingsplannen in de afgelopen jaren aan de verschillende archeologische waarden archeologische maatregelen gekoppeld. Het uitgangspunt was dat in gebieden of op terreinen die met de waarde 3 zijn gekwalificeerd, alle werkzaamheden in de bodem beneden De wetgever heeft voor deze vrijstelling gekozen vanuit het oogpunt dat bij onderzoek in gebied met een hoge archeologische verwachting, maar kleiner dan 100 m 2 de resultaten van het onderzoek in veel gevallen niet zullen opwegen tegen de kosten.

23 centimeter onder maaiveld voorafgegaan moesten worden door archeologisch onderzoek (indien behoud in situ niet mogelijk was gebleken). Voor de waarde 2 gebieden gold een vrijstelling van 3o m2 en 30 centimeter, m.a.w. ingrepen in de bodem die kleiner waren dan 3o m2 en niet dieper gingen dan 30 centimeter waren vrijgesteld van archeologische maatregelen. Nu we enkele jaren ervaring hebben opgedaan met deze vrijstellingsgrenzen stellen we voor in Nijmegen de volgende vrijstellingsgrenzen te hanteren. Met de inwerkingtreding van de WABO in 2010 kunnen op grond van het bestemmingsplan (bouw)werken van 5o m2 onder bepaalde voorwaarden vergunningvrij toegelaten worden (bij de aanleg van zwembaden gaat het zelfs over 75m2). Daar sluiten wij nu bij aan : er wordt nu gekozen voor een vrijstelling van archeologische maatregelen van 5o m2 in gebieden met de classificatie waarde 3. In gebieden die gekwalificeerd zijn met de waarde 2 sluiten we ons aan bij de wettelijke vrijstelling van 10o m2, met andere woorden, wanneer de ingrepen in de bodem waarvoor een vergunning wordt aangevraagd, een oppervlakte betreffen dat kleiner is dan 10o m2, dan zullen er geen archeologische voorwaarden verbonden worden aan de verlening van de vergunning. In de afgelopen tijd is gebleken dat de beperking van de vrijstelling in de waarde 2 zone tot 30 m2 niet nodig is. In gebieden met waarde 1 geldt op grond van geomorfologische en geologische eigenschappen een lage tot middelhoge verwachting voor het aantreffen van archeologische resten. We verlangen in deze gebieden bij grote ingrepen in de bodem (>250o m2) een archeologisch vooronderzoek, omdat bij dergelijke grootschalige bodemingrepen de kans aanwezig is dat er archeologische sporen worden aangetroffen. Naast de vrijstellingen in vierkante meters geldt er ook nog een vrijstelling in diepte. In Nijmegen hebben we die gesteld op 0,3o m. Deze dertig centimeter is de gemiddelde dikte van de bouwvoor op het (voormalige) platteland, en is, in de jarenlange ervaring van de Nijmeegse archeologen, de gemiddelde diepte van de verstoorde bovengrond in de stad. In sommige gevallen kunnen de relevante sporen pas op een dieper niveau voorkomen, maar het komt ook voor dat de archeologische resten direct onder de klinkers te voorschijn komen. Enkele voorbeelden : Op de Hessenberg zijn er diverse begravingen aangetroffen op een diepte van 30 centimeter onder het huidige maaiveld rond de funderingsresten van een 15e-eeuwse kapel. Op de afbeelding hieronder is te zien hoezeer ook kleine ingrepen, zoals het leggen van pvc buizen, deze sporen kunnen vernietigen. Begravingen op de Hessenberg. 19

24 Verstoorde archeologische sporen aan de Bosweg in Nijmegen-Oost. In Nijmegen Oost kunnen de archeologische sporen ook direct onder de bouwvoor voorkomen. De afbeelding hierboven laat een tuin zien aan de Bosweg waar dicht onder het gras al de zogenaamde C-horizont zichtbaar is. De C-horizont is de onverstoorde natuurlijke bodem, waarop de archeologische sporen zich het duidelijkst aftekenen. Deze sporen worden direct verstoord door werkzaamheden zoals hier afgebeeld. Een derde locatie waar de archeologische sporen relatief ondiep voorkomen, is het Kops Plateau. Hier zijn bij opgravingen de Romeinse weggreppels en resten van een Romeins wegdek direct onder de graszoden aangetroffen. Dit komt omdat het Kops Plateau in het begin van de 19de eeuw deels is afgegraven ten behoeve van de aanleg van vestingwerken in het oosten van Nijmegen. Het vierde voorbeeld komt van de Gruitberg. Duidelijk te zien is hoe dicht de sporen onder het huidige straatniveau liggen. De twee rechthoekige stenen constructies zijn kelders uit de 18de eeuw, de rechthoekige kuil linksonder is een Romeins graf uit de vierde eeuw na Chr. Een tweede graf bevindt zich in het midden van de foto. 20 Romeinse graven en kelders en putten uit de 18e eeuw op de Gruitberg.

25 De voorbeelden laten duidelijk zien dat in Nijmegen, met in de ondergrond een stuwwal en de daaraan gerelateerde spoelzandwaaier-hoogvlakte, het reliëf vroeger veel grilliger was dan tegenwoordig, met op korte afstand soms grote niveauverschillen. Het huidige maaiveld is op veel plaatsen geëgaliseerd en daardoor veel minder reliëfrijk dan voorheen, terwijl in de ondergrond die verschillen nog wel aanwezig zijn. Dat kan betekenen dat op sommige plaatsen de archeologie direct onder de stoep of de graszoden begint, en op andere plaatsen pas op één meter diepte of meer. Het is daarom gerechtvaardigd om in Nijmegen uit te gaan van een standaard vrijstellingsdiepte van 30 centimeter. Wanneer is aangetoond of kan worden aangetoond dat de archeologische sporen pas op een dieper niveau voorkomen, kunnen we voor die locatie of dat gebied een vrijstelling dieper dan de 30 centimeter vastleggen. Dit alles wordt nog eens samengevat in de volgende matrix. waarde % van grondgebied Nijmegen categorie eisen archeologie beleidsdoelstelling Archeologische rijksmonumenten Terreinen van zeer grote archeologische waarde 1% Waarde 4 Volgens Monumentenwet 1988 dient voor alle wijzigingen van het monument een vergunning te worden aangevraagd bij de minister 20% Waarde 3 Onderzoek verplicht voor bodemingrepen > 50 m 2 (of 75 m 2 bij zwembad) en dieper dan 0,30 m. (tenzij is gebleken dat de archeologische resten op een dieper niveau pas worden aangetroffen) Behoud in situ 1. Behoud in situ. 2. Als behoud niet mogelijk is, veiligstellen van de archeologische informatie dmv. opgraving of een archeologische begeleiding Terreinen met een hoge archeologische verwachting Zone met lage archeologische of onbekende verwachting Zone zonder waarde / verwachting 16% Waarde 2 Onderzoek verplicht voor bodemingrepen > 100 m 2 (=wettelijk vastgelegde vrijstellingsgrens) en dieper dan 0,30 m (tenzij is gebleken dat de archeologische resten op een dieper niveau pas worden aangetroffen) 58% Waarde 1 Via verordening onderzoek verplicht voor ingrepen > 2500 m 2 en dieper dan 0,30 m (tenzij is gebleken dat de archeologische resten op een dieper niveau pas worden aangetroffen) 5% Waarde 0 Geen nvt 1. Vooronderzoek om vast te stellen of archeologische resten worden bedreigd 2. Indien van toepassing veiligstellen van de archeologische informatie dmv. opgraving of een archeologische begeleiding 1. Vooronderzoek om vast te stellen of archeologische resten worden bedreigd 2. Indien van toepassing veiligstellen van de archeologische informatie dmv. opgraving of een archeologische begeleiding 5.4 Archeologievriendelijk bouwen Om de archeologische waarden in de bodem te bewaren en toch een terrein te kunnen ontwikkelen, wordt er gezocht naar manieren om te bouwen en tegelijkertijd zo min mogelijk schade toe te brengen aan de archeologische overblijfselen. Men noemt dit ook wel archeologievriendelijk bouwen. Hieronder verstaat men bijvoorbeeld het aanbrengen van een ophoging en / of het toepassen van een ondiepe fundering. Ook het gebruik van geschroefde palen in plaats van geheide palen in het plangebied kan er toe leiden dat de verstoring van het archeologisch bodemarchief wordt geminimaliseerd. In Nijmegen-Noord is in het plangebied Sportpark Groot Oosterhout een deel opgehoogd met 1 1,5 meter grond en is een open verharding toegepast. Op deze manier kon de onderliggende vindplaats in de bodem worden behouden en zijn de kosten voor een archeologisch onderzoek uitgespaard. Een ander voorbeeld van archeologievriendelijk bouwen betreft een nieuwbouwlocatie aan de Broekstraat in Lindenholt. Het archeologisch vooronderzoek had uitgewezen dat de bodem hier vele sporen uit de ijzertijd bevatte. Na overleg heeft 21

26 de ontwikkelaar de bouwplannen zodanig aangepast dat er minder diep gefundeerd behoefde te worden. Hierdoor kon het merendeel van de nederzettingssporen in de bodem bewaard blijven. Er is in Nederland en in Nijmegen overigens nog relatief weinig ervaring opgedaan met de toepassing van dergelijke archeologiebesparende maatregelen en met de effecten die ze kunnen hebben op het bodemarchief op de langere termijn. Het is dan ook van belang om de vindplaatsen waar archeologiebesparende maatregelen zijn toegepast, te monitoren om informatie te verzamelen over de effecten van deze maatregelen op het bodemmilieu en daarmee op de te behouden vindplaatsen. 5.5 De Nijmeegse onderzoeksagenda: effectief en efficiënt De minister heeft aan gemeentes de rol toebedeeld de omgang met de archeologische waarden binnen hun grondgebied vorm te geven en daarbij uiteraard binnen de grenzen van de wet - eigen keuzes te maken, want niet alle resten uit het verleden zijn van gelijk belang. Gemeenten kunnen er voor kiezen bepaalde zaken uitgebreider te onderzoeken dan andere, of juist omgekeerd. Diverse gemeenten (bijv. de gemeente Enschede, Den Haag, Leiden en Gorinchem) hebben inmiddels een gemeentelijke onderzoeksagenda opgesteld en geven sturing aan de uitvoering van het archeologisch onderzoek en de uitwerking ervan aan de hand van de daarin geformuleerde onderzoeksvragen. Op basis van de kennis die in de afgelopen jaren is vergaard maken de Nijmeegse archeologen bij elk onderzoek opnieuw keuzes over wat niet, minder of juist erg belangrijk is. Hiermee stellen zij prioriteiten in het onderzoek, kunnen zij effectief en efficient werken en maatwerk leveren, zowel in het veld als bij de uitwerking van het archeologisch onderzoek. Bij de meeste onderzoeken die in Nijmegen worden uitgevoerd beperken we ons tot dat wat de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie van ons vraagt, eigenlijk het wettelijk minimum. Ook binnen dit wettelijke minimum beperken we ons bij de uitwerking tot die zaken die noodzakelijk zijn om goed onderbouwd het verhaal te reconstrueren. Daarnaast zijn er voorbeelden te noemen van onderzoeken die meer verdienen dan een dergelijke aanpak (zie kader). Dat meerdere kan niet ten laste gebracht worden van de initiatiefnemer, maar daarvoor zoeken we aanvullende fondsen en/of partners die dit onderzoek op eigen kosten willen en kunnen uitvoeren. De aanzet tot een Nijmeegse onderzoeksagenda (als bijlage bijgevoegd) is de start om de keuzes die Nijmegen maakt ten aanzien van het onderzoek van haar bodemarchief vanuit de vraagstellingen aan te kunnen sturen en tevens transparant en operationeel te maken. De definitieve onderzoeksagenda zal eind 2012/begin 2013 aan de gemeenteraad worden voorgelegd. 22 Specialistisch onderzoek van menselijk botmateriaal, zoals DNA- en isotopenonderzoek, kan antwoord geven op vragen over herkomst en familieverbanden. Het DNA-onderzoek van de 50 inhumaties (lijkbegravingen) en 19 crematies die in 2011 aan het Lentseveld in Nijmegen-Noord werden blootgelegd, kan de familierelaties binnen het grafveld blootleggen. Het isotopenonderzoek kan informatie bieden over de geboortestreek van de overledenen. Dergelijk onderzoek leert ons iets over de bevolkingssamenstelling in het vroege Nijmegen en is tevens van internationaal belang omdat het iets zegt over migratiestromen in Europa in die tijd. Echter, bij de uitwerking beperken wij ons tot een basisuitwerking volgens de wettelijke normen. Om het DNA- en isotopenonderzoek te kunnen uitvoeren zoeken wij partners die dit onderzoek willen uitvoeren en bekostigen (bijvoorbeeld universiteiten via promovendi).

Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Nota Nieuw Beleid Archeologie. Programma / Programmanummer Ruimte & Cultuurhistorie / 1031.

Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Nota Nieuw Beleid Archeologie. Programma / Programmanummer Ruimte & Cultuurhistorie / 1031. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Nota Nieuw Beleid Archeologie Programma / Programmanummer Ruimte & Cultuurhistorie / 1031 BW-nummer Portefeuillehouder H. Kunst Samenvatting Nederland heeft in 1992 het

Nadere informatie

Behandeladvies geven voor de besluitronde

Behandeladvies geven voor de besluitronde Toelichting over de behandeling van: Raadsvoorstel Nota nieuw beleid Archeologie Van: Het college van B&W van 18 december 2012 Doel: Toelichting: Behandeladvies geven voor de besluitronde 1. Voorliggende

Nadere informatie

1 Hoe gaan we om met archeologie in de gemeente Oss? U heeft een omgevingsvergunning aangevraagd.voordat we een vergunning kunnen verlenen,

1 Hoe gaan we om met archeologie in de gemeente Oss? U heeft een omgevingsvergunning aangevraagd.voordat we een vergunning kunnen verlenen, Sinds 2010 heeft de gemeente Oss een archeologiebeleid. Vanaf 1 januari 2013 geldt dit voor het gehele grondgebied van de nieuwe gemeente Oss, inclusief Lith dus. Deze brochure is voor iedereen bedoeld

Nadere informatie

Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting

Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting In deze bijlage zijn voorbeeld planregels met betrekking tot archeologie en cultuurhistorie opgenomen voor nieuwe bestemmingsplannen in de gemeente

Nadere informatie

Archeologieparagraaf Wetgeving omtrent archeologie Gemeentelijk beleid omtrent archeologie Procedure

Archeologieparagraaf Wetgeving omtrent archeologie Gemeentelijk beleid omtrent archeologie Procedure Archeologieparagraaf Wetgeving omtrent archeologie Met de ondertekening van het Verdrag van Malta in 1992 door bijna alle Europese landen (waaronder Nederland), werd archeologie steeds meer een onderdeel

Nadere informatie

Archeologie en cultuurhistorie

Archeologie en cultuurhistorie Archeologie en cultuurhistorie Archeologie Toetsingskader Verdrag van Valetta Monumentenwet 1988 Interimbeleid archeologie gemeente Terneuzen De onderste steen boven? Europees beleid Verdrag van Valetta

Nadere informatie

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven)

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven) Administratieve gegevens Advies Archeologie NAW-gegevens plan: Plan: Oppervlakteplangebied: RO-procedure: Smidsvuurke 5 te Veldhoven Realisatie van een woning. De totale oppervlakte van het plangebied/perceel

Nadere informatie

Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Boxtel. Fokko Kortlang 27 september

Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Boxtel. Fokko Kortlang 27 september Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Boxtel Fokko Kortlang 27 september 2012 www.archaeo.nl Inhoud 1. Archeologiebeleid: Waarom? 2. Archeologie in Boxtel 3. Aanpak 4. Verwachtingenkaart 5.

Nadere informatie

Erfgoedkaart Drimmelen. deelkaart archeologie

Erfgoedkaart Drimmelen. deelkaart archeologie Erfgoedkaart Drimmelen deelkaart archeologie Programma 1) Wat is Erfgoed? 2) Waarom Archeologie? 3) Landelijk kader 4) Gemeentelijke uitwerking 5) De weg naar een kaart 6) Praktisch: historische bebouwing

Nadere informatie

Uitleg categorieën en planregels dubbelbestemmingen archeologie

Uitleg categorieën en planregels dubbelbestemmingen archeologie Uitleg categorieën en planregels dubbelbestemmingen archeologie Categorieën Niet alle delen van de binnenstad hebben dezelfde archeologische verwachtingswaarde. Op basis van eerdere opgravingen en historische

Nadere informatie

Gemeente Deventer Toelichting Bestemmingsplan Eikendal 2014 eerste uitwerking

Gemeente Deventer Toelichting Bestemmingsplan Eikendal 2014 eerste uitwerking Gemeente Deventer, archeologisch beleidsadvies 839 Gemeente Deventer Toelichting Bestemmingsplan Eikendal 2014 eerste uitwerking Auteur: Bevoegd gezag: R.E. Buitenhuis drs. B. Vermeulen (Gemeentelijk Archeoloog)

Nadere informatie

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Provincie Gelderland 10 december 2010 Definitief Documenttitel Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Verkorte documenttitel Verkenning N345 Voorst Status

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 3 juli 2014 Status definitief

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 3 juli 2014 Status definitief Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie Datum 3 juli 2014 Status definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat ICG Informatie Contractenbuffet RWS, N.Landsman Telefoon 088 7972502 Email contractenbuffet@rws.nl

Nadere informatie

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn Document: Archeologische Quickscan Plangebied: Oosterdijk 54, Oosterdijk, gemeente Enkhuizen Adviesnummer: 16078 Opsteller: F.C. Schinning (archeoloog) & C.M. Soonius (regio-archeoloog) Datum: 09-05-2016

Nadere informatie

Zienswijzennota. Facetbestemmingsplan Archeologie

Zienswijzennota. Facetbestemmingsplan Archeologie Zienswijzennota Facetbestemmingsplan Archeologie Gemeente Nijmegen Afdeling Stadsontwikkeling April 2014 1 Inleiding Het ontwerp facetbestemmingsplan Archeologie heeft in de periode van 20 februari tot

Nadere informatie

Archeologie Bouwen en verbouwen. www.sudwestfryslan.nl

Archeologie Bouwen en verbouwen. www.sudwestfryslan.nl Archeologie Bouwen en verbouwen www.sudwestfryslan.nl Archeologie Heeft u bouwplannen of moet u voor andere werkzaamheden graven in de grond? Dan bent u soms verplicht om vooraf archeologisch onderzoek

Nadere informatie

Archeologische Beleid

Archeologische Beleid Archeologische Waarden- en Beleidskaart Rotterdam Archeologisch Beleid. Toelichting. Colofon. Archeologische Beleid 1. Archeologisch Belangrijke Plaatsen 2. Gebieden met een zeer hoge archeologische verwachting.

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 6 april 2011 Status Definitief

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 6 april 2011 Status Definitief 3 Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie Datum 6 april 2011 Status Definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat DI-IMG Informatie Contractenbuffet IMG, N. Landsman Telefoon 088 7972502 Fax contractmanagement.img@rws.nl

Nadere informatie

UITTREKSEL CONCEPT-ARCHEOLOGIEBELEID

UITTREKSEL CONCEPT-ARCHEOLOGIEBELEID UITTREKSEL CONCEPT-ARCHEOLOGIEBELEID 1. Inleiding Op 16 januari 1992 werd in Valletta, de hoofdstad van Malta, op initiatief van de Raad van Europa het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologische

Nadere informatie

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013 Erfgoedbeleid Ridderkerk Archeologieverordening Ridderkerk 2013 TOELICHTING OP DE ARCHEOLOGIEVERORDENING RIDDERKERK 2013 Gemeentestukken: 2013-267 TOELICHTING OP DE ARCHEOLOGIEVERORDENING RIDDERKERK 2013

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Beleidsplanning cultuurhistorie. BW-nummer -

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Beleidsplanning cultuurhistorie. BW-nummer - Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Beleidsplanning cultuurhistorie Programma / Programmanummer Ruimte & Cultuurhistorie / 1031 BW-nummer - Portefeuillehouder H. Kunst Samenvatting Een aantal veranderingen

Nadere informatie

Afbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand)

Afbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand) Afbeelding.. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand). WET- EN REGELGEVING Rijksbeleid Archeologie Monumentenwet (Rijk, 988, gewijzigd 007) Het Verdrag van Malta werd in 99 ondertekend

Nadere informatie

VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN CHEMELOT SITTARD-GELEEN VERKENNEND ARCHEOLOGISCH EN CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK

VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN CHEMELOT SITTARD-GELEEN VERKENNEND ARCHEOLOGISCH EN CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN CHEMELOT SITTARD-GELEEN VERKENNEND ARCHEOLOGISCH EN CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK 1. Wettelijk kader In 1992 werd het Verdrag van Valletta ( Malta ) opgesteld. Dit Verdrag stelt

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling archeologiebeleid 2 Regeling beregening & drainage Bestemmingsplan buitengebied Deventer

Uitvoeringsregeling archeologiebeleid 2 Regeling beregening & drainage Bestemmingsplan buitengebied Deventer 78 Augustus 2014 Uitvoeringsregeling archeologiebeleid 2 Regeling beregening & drainage Bestemmingsplan buitengebied Deventer Auteur: Bart Vermeulen COLOFON 2014, Gemeente Deventer, Deventer. Auteur: Bart

Nadere informatie

Nota archeologie gemeente Roermond 2011

Nota archeologie gemeente Roermond 2011 Inleiding In opdracht van de gemeente Roermond is in de periode 2006 2008 een archeologieatlas voor de gehele gemeente vervaardigd. Deze atlas vormt de basis voor het Roermondse archeologiebeleid dat transparant

Nadere informatie

Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Bergen

Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Bergen Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Bergen F. Kortlang en A. Van de Water 30 mei 2012 www.archaeo.nl Inhoud Archeologiebeleid: Waarom? Aanpak Verwachtingenkaart Beleidskaart Uitgangspunten

Nadere informatie

Bijlage 7 Model-planregels

Bijlage 7 Model-planregels Bijlage 7 Model-planregels Doel van de planregels De planregels vormen het juridisch-planologisch kader voor de bescherming van belangrijk archeologische waarden, door de aanvrager van een omgevingsvergunning

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Erkenning archeologisch depot. BW-nummer

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Erkenning archeologisch depot. BW-nummer Openbaar Onderwerp Erkenning archeologisch depot Programma / Programmanummer Ruimte & Cultuurhistorie / 1031 BW-nummer Portefeuillehouder H. Kunst Samenvatting Met de komst van de Wet op de archeologische

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.18.1061 B.18.1061 Landgraaf, 24 september 2018 ONDERWERP: Beleidsnota archeologie: "Erfgoed is identiteit, beleidsnota archeologie

Nadere informatie

Handreiking Ontgravingen in een archeologievriendelijk bouwplan

Handreiking Ontgravingen in een archeologievriendelijk bouwplan Handreiking Ontgravingen in een archeologievriendelijk Handreiking Ontgravingen in een archeologievriendelijk 2 Handreiking Ontgravingen in een archeologievriendelijk De Handreiking Ontgravingen in een

Nadere informatie

Heesch - Beellandstraat

Heesch - Beellandstraat Archeologische Quickscan Heesch - Beellandstraat Gemeente Bernheze 1 Steller Drs. A.A. Kerkhoven Versie Concept 1.0 Projectcode 12110023 Datum 22-11-2012 Opdrachtgever LWM Ewislaan 12 1852 GN Heiloo Uitvoerder

Nadere informatie

Dit document bevat modellen voor archeologische voorschriften die kunnen worden verbonden aan bouw- en sloopvergunningen.

Dit document bevat modellen voor archeologische voorschriften die kunnen worden verbonden aan bouw- en sloopvergunningen. Modellen bouwvergunning en sloopvergunning Dit document bevat modellen voor archeologische voorschriften die kunnen worden verbonden aan bouw- en sloopvergunningen. A. Modellen bouwvergunning Uitgangspunt

Nadere informatie

1. Raadsbesluit 2. Nota van beantwoording. 4. Archeologische beleidskaart

1. Raadsbesluit 2. Nota van beantwoording. 4. Archeologische beleidskaart Aan de Raad Made, 5 februari 2013 Agendapuntnummer: 9 Raadsvergadering 21 maart 2013 Onderwerp: Archeologieverordening gemeente Drimmelen Registratienummer: 13int00530 Casenr: 13.00197 Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Een verborgen verleden. Archeologie in Heerde. www.heerde.nl

Een verborgen verleden. Archeologie in Heerde. www.heerde.nl Een verborgen verleden Archeologie in Heerde www.heerde.nl Een verborgen verleden De gemeente Heerde heeft een rijke geschiedenis. U als inwoner kent een deel van deze geschiedenis. Misschien zelf meegemaakt

Nadere informatie

Samenvatting Nieuwe wetgeving Nieuwe rol van de gemeente Bescherming van het bodemarchief

Samenvatting Nieuwe wetgeving Nieuwe rol van de gemeente Bescherming van het bodemarchief Samenvatting Nieuwe wetgeving Door de toenemende bodemverstorende werkzaamheden in Nederland is het archeologische erfgoed in gevaar. Met het van kracht worden van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg

Nadere informatie

Gemeente Deventer Toelichting Snippergroen 2018

Gemeente Deventer Toelichting Snippergroen 2018 Gemeente Deventer, archeologisch beleidsadvies 887 Gemeente Deventer Toelichting Snippergroen 2018 Auteur: Bevoegd gezag: M. van der Wal, MA (senior archeoloog) drs. B. Vermeulen (Gemeentelijk Archeoloog)

Nadere informatie

Een legendarisch fort aan de Waal Opgravingsgegevens van zeven hectaren Kops Plateau

Een legendarisch fort aan de Waal Opgravingsgegevens van zeven hectaren Kops Plateau Een legendarisch fort aan de Waal Opgravingsgegevens van zeven hectaren Kops Plateau Project 10 Nijmegen Kops Plateau: een Romein s fort Onderwerp Aan het eind van de lste eeuw voor Chr. heeft het Romeinse

Nadere informatie

Het bevoegd gezag is het bestuursorgaan dat het besluit neemt of de vergunning verleent.

Het bevoegd gezag is het bestuursorgaan dat het besluit neemt of de vergunning verleent. Archeologische Monumentenzorg stapsgewijs Proces Archeologische Monumentenzorg (AMZ) Het opsporen en waarderen van archeologische vindplaatsen in het kader van ruimtelijke ingrepen vindt plaats in stappen.

Nadere informatie

NOTA CULTUREEL ERFGOED

NOTA CULTUREEL ERFGOED NOTA CULTUREEL ERFGOED NOTA CULTUREEL ERFGOED door de raad vastgesteld op 15 mei 2013 A R C H E O L O G I E E N M O N U M E N T E N Inhoud Voorwoord 1 Inleiding 5 Leeswijzer 5 Cultureel Erfgoed in Nijmegen

Nadere informatie

Brede Afspraak Archeologie

Brede Afspraak Archeologie Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie Datum Status 7 oktober 2016 definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat ICG Informatie Contractenbuffet RWS, Nico Landsman Telefoon 088 7972502 Email

Nadere informatie

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen:

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen: Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen: 24-3-2017 Notitie: Motivering archeologie Motivering aspect archeologie bij aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een nieuw horecagebouw op de locatie Goirlesedijk

Nadere informatie

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 129 Markt 85, Delft Een archeologische begeleiding Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 129 Markt 85, Delft Een archeologische begeleiding Jorrit van Horssen

Nadere informatie

Archeologiebeleid gemeente Rijnwoude

Archeologiebeleid gemeente Rijnwoude Archeologiebeleid gemeente Rijnwoude 1. Inleiding In 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg in werking getreden. Deze wet verplicht de raad om, bij de vaststelling van een bestemmingsplan,

Nadere informatie

Archeologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle

Archeologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle Archeologietoets locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle Archeologietoets Locatie Kerkstraat 57, Riel projectleider: B. van Spréw Datum: 13 oktober 2006 Uitgevoerd in opdracht van SAB Eindhoven contactpersoon:

Nadere informatie

Quickscan Archeologie

Quickscan Archeologie Quickscan Archeologie Project : Emplacement Enschede Projectleider : F. Bakermans Versie : EDMS nr. : xxx Status : Concept Inhoud INLEIDING 1.1 Aanleiding 1.2 Doel- en vraagstelling van het onderzoek 1.3

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk zijn achtereenvolgens de ruimtelijke structuur en de functionele structuur van het plangebied uiteengezet. De ruimtelijke structuur is beschreven

Nadere informatie

Archeologiebeleid op Walcheren

Archeologiebeleid op Walcheren Archeologiebeleid op Walcheren Netwerkbijeenkomst Erfgoed en Ruimte RCE 12 december 2012 Walcherse Archeologische Dienst, december 2012 Archeologie op Walcheren Verdrag van Malta 1992: bescherming archeologie

Nadere informatie

Gemeente Deventer, archeologisch beleidsadvies 795

Gemeente Deventer, archeologisch beleidsadvies 795 Gemeente Deventer, archeologisch beleidsadvies 795 Bestemmingsplan Hoornwerk Eiland 3 Datum: 01-04-2016 Opsteller: Bevoegd gezag: A. Oosterwegel, adviseur Ruimte en Archeologie gemeente Deventer B. Vermeulen

Nadere informatie

Toelichting 3. Regels 9

Toelichting 3. Regels 9 Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Aanleiding 3 Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 4 Hoofdstuk 3 Kostenverhaal 5 Hoofdstuk 4 Wijze van bestemmen 6 Hoofdstuk 5 Procedure 8 Regels 9 Hoofdstuk 1 Inleidende

Nadere informatie

.txl. Advies: - Noordelijk deel Monitoring werkzaamheden (kosteloos) - Zuidelijk deel Monitoring werkzaamheden (kosteloos)

.txl. Advies: - Noordelijk deel Monitoring werkzaamheden (kosteloos) - Zuidelijk deel Monitoring werkzaamheden (kosteloos) Archeologie Texel.txl Document: Archeologische Quickscan Plangebied: Planlocatie Pelgrim, Den Burg, gemeente Texel Adviesnummer: 16192 Opsteller: H. de Weerd (archeoloog) en M.H. Bartels (senior-archeoloog)

Nadere informatie

Ja, nl. zonder beperkingen Centrum Euregio: hoofdstad en vitaal hart. DT d.d. OR d.d. B&W d.d. OR d.d. Raad Raadsdocumenten

Ja, nl. zonder beperkingen Centrum Euregio: hoofdstad en vitaal hart. DT d.d. OR d.d. B&W d.d. OR d.d. Raad Raadsdocumenten zaak_id bericht_nummer Collegevoorstel bericht_id zaak_zaaknummer Ruimtelijke Ontwikkeling Reg.nr. B&W d.d. 3 Openbaar Programma Ja, nl. zonder beperkingen Centrum Euregio: hoofdstad en vitaal hart DT

Nadere informatie

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55 Interne Rapportages Archeologie Deventer 55 Mei 2012 Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier COLOFON 2012, Gemeente Deventer, Deventer. Auteur:

Nadere informatie

GEMEENTE HARLINGEN. Voorstel aan de gemeenteraad van Harlingen *GR * GR

GEMEENTE HARLINGEN. Voorstel aan de gemeenteraad van Harlingen *GR * GR Voorstel aan de gemeenteraad van Harlingen *GR15.00061* GR15.00061 Behandeld in Gezamenlijke commissie Mens & Bestuur en Omgeving Datum Commissie 16 september 2015 Agendanummer 15 Datum Raad 30 september

Nadere informatie

Behandeld in commissie Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting en Cultuur 9 april 2002

Behandeld in commissie Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting en Cultuur 9 april 2002 Voorstel aan de Raad Nummer / datum raadsvergadering / datum vergadering B&W 70/2001 / 24 april 2002 / 5 maart 2002 Behandeld in commissie Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting en Cultuur 9 april 2002

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554 Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554 NOTITIE TML554 Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht, (gemeente Zuidplas).

Nadere informatie

Thematische herziening archeologie

Thematische herziening archeologie Bestemmingsplan Thematische herziening archeologie Gemeente Brunssum Datum: 23 juli 2015 Projectnummer: 130510 ID: NL.IMRO.0899.BPPPArcheologie-OW01 INHOUD TOELICHTING 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.14.1659 B.14.1659 Landgraaf, 11 december 2014 ONDERWERP: Vaststellen Archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart Landgraaf

Nadere informatie

Toelichting Archeologieverordening Almere 2016

Toelichting Archeologieverordening Almere 2016 Toelichting Archeologieverordening Almere 2016 Algemene toelichting De Archeologieverordening Almere 2016 geeft uitwerking aan de in de Nota Archeologische Monumentenzorg 2016 van de gemeente Almere genoemde

Nadere informatie

Vrijwilligers in de archeologie en de Erfgoedwet

Vrijwilligers in de archeologie en de Erfgoedwet Vrijwilligers in de archeologie en de Erfgoedwet Inhoud Vrijwilligers pag. 1 Detector-amateurs pag. 2 Maritieme archeologie pag. 4 Universiteiten, hogescholen en dienstverleners pag. 4 Hoe we in Nederland

Nadere informatie

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE - TOELICHTING

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE - TOELICHTING 1 PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE TOELICHTING INHOUD 1. INLEIDING 2 1.1 Achtergrond 2 1.2 Doel 2 1.3 Situering en begrenzing plangebied 3 2. BELEIDSKADER 4 2.1 Wet op de Archeologische Monumentenzorg

Nadere informatie

Gemeente Deventer, archeologische beleidsadvies 767 Bestemmingsplan Cröddendijk 12. M. van der Wal, MA (Senior archeoloog)

Gemeente Deventer, archeologische beleidsadvies 767 Bestemmingsplan Cröddendijk 12. M. van der Wal, MA (Senior archeoloog) Gemeente Deventer, archeologische beleidsadvies 767 Bestemmingsplan Cröddendijk 12 Toelichting Cröddendijk 12, Lettele Bestemmingsplan Adviesnummer: 767 Auteur: Namens Bevoegd gezag: M. van der Wal, MA

Nadere informatie

De kracht van vrijwilligers Bijdragen aan archeologisch onderzoek. Bijdragen aan archeologisch onderzoek

De kracht van vrijwilligers Bijdragen aan archeologisch onderzoek. Bijdragen aan archeologisch onderzoek 21 Bijdragen aan archeologisch onderzoek 22 De kracht van vrijwilligers Bijdragen aan archeologisch onderzoek Het belang van actief onderzoek doen Vrijwilligers ondersteunen gemeenten en beroepsarcheologen

Nadere informatie

Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W)

Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W) Voorschriften Artikel 3 Woondoeleinden (W) Artikel 7 Erven (E) Artikel 8 Tuinen (T) Artikel 5 Waarde Archeologie 1B Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W) DOELEINDENOMSCHRIJVING 1. De gronden op de kaart aangewezen

Nadere informatie

Adviesdocument 495. Project: Toelichting archeologische beleidskaart gemeente De Ronde Venen. Projectcode: 16093RVBE5

Adviesdocument 495. Project: Toelichting archeologische beleidskaart gemeente De Ronde Venen. Projectcode: 16093RVBE5 Adviesdocument 495 Project: Toelichting archeologische beleidskaart gemeente De Ronde Venen Projectcode: 16093RVBE5 Opdrachtgever: Gemeente De Ronde Venen Datum: 23 juni 2011 Adviesdocument RAAP Archeologisch

Nadere informatie

Erfgoedverordening gemeente Houten

Erfgoedverordening gemeente Houten Erfgoedverordening gemeente Houten De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 december 2017 met nummer BWV17.0228; gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van

Nadere informatie

AH 486 2013Z20367. Antwoord van minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 12 november 2013)

AH 486 2013Z20367. Antwoord van minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 12 november 2013) AH 486 2013Z20367 Antwoord van minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 12 november 2013) 1 Wat is uw oordeel over de uitzending van EenVandaag, waarin de Nederlandse vereniging

Nadere informatie

zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische

zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Amsterdam. Nr. 18715 3 april 2014 Erfgoedverordening Stadsdeel Zuidoost 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat

Nadere informatie

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap Adviesdocument 768 Project: Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht Projectcode: HOOM2 Opdrachtgever: Brabants Landschap Datum: 12 juni 2015 1 ARCHEOLOGIE & DE ORANJERIE MATTEMBURGH Inleiding

Nadere informatie

Het is van belang dat Archeologie West-Friesland minstens een week van tevoren wordt geïnformeerd over de start van de werkzaamheden.

Het is van belang dat Archeologie West-Friesland minstens een week van tevoren wordt geïnformeerd over de start van de werkzaamheden. Document: Archeologische Quickscan (versie 2) Plangebied: Westeinde 310a, Berkhout, gemeente Koggenland Adviesnummer: 15034 Opsteller: J.T. Verduin & C.M. Soonius (senior-archeoloog) Datum: 10-07-2015

Nadere informatie

Archeologienota Waterland 2011

Archeologienota Waterland 2011 Archeologienota Waterland 2011 Inhoudsopgave Archeologienota Waterland 2011...1 1 Inleiding: archeologie in Waterland...3 2 Waarom archeologiebeleid?...4 2.1 Wettelijk kader...4 2.2 Doel...4 2.3 Basis

Nadere informatie

Afbeelding 1. De ligging van plangebied Kadijkweg te Lutjebroek (zwarte stippellijn).

Afbeelding 1. De ligging van plangebied Kadijkweg te Lutjebroek (zwarte stippellijn). Document: Archeologische Quickscan Plangebied: Kadijkweg 65-67, Lutjebroek, gemeente Stede Broec Adviesnummer: 14153 Opsteller: J. van Leeuwen (archeoloog) & C. Soonius (regio archeoloog) Datum: 28-05-2014

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT Een waarneming tijdens een bodemsanering J.A. Nipius 2011 Gemeente Dordrecht Bureau Monumentenzorg & Archeologie Colofon ISSN n.v.t. ISBN n.v.t. Tekst J.A. Nipius Redactie

Nadere informatie

Hoe doen we het nu? Een inventarisatie van het erfgoedbeleid in de regiogemeenten. Ria Berkvens

Hoe doen we het nu? Een inventarisatie van het erfgoedbeleid in de regiogemeenten. Ria Berkvens Hoe doen we het nu? Een inventarisatie van het erfgoedbeleid in de regiogemeenten Ria Berkvens Wat gaat er veranderen door nieuwe wetgeving? Erfgoedwet: Onderhoudsplicht voor beschermde monumenten; Opgravingsvergunning

Nadere informatie

B i j l a g e 5. A r c h e o l o g i s c h e q u i c k s c a n

B i j l a g e 5. A r c h e o l o g i s c h e q u i c k s c a n B i j l a g e 5. A r c h e o l o g i s c h e q u i c k s c a n Document: Archeologisch Advies Plangebied: Herenweg 28a, Hoogwoud, gemeente Opmeer Adviesnummer: 15048 Opsteller: J. van Leeuwen (archeoloog)

Nadere informatie

Bijlage 3. Vrijstellingen

Bijlage 3. Vrijstellingen Bijlage 3. Vrijstellingen Terreinen van hoge archeologische waarde: provinciaal monument (AWG categorie 1) De West-Friese Omringdijk is een provinciaal monument. Vergunning verloopt via de provincie Noord-

Nadere informatie

Legenda archeologische (verwachtings)waarden: Voorschriften binnenstad Zutphen

Legenda archeologische (verwachtings)waarden: Voorschriften binnenstad Zutphen Legenda archeologische (verwachtings)waarden: Voorschriften binnenstad Zutphen Bekende waarden Archeologisch rijksmonument: Alle ontgrondingsaanvragen moeten bij de minister worden ingediend via de gemeente

Nadere informatie

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE - TOELICHTING

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE - TOELICHTING 1 PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE TOELICHTING INHOUD 1. INLEIDING 2 1.1 Achtergrond 2 1.2 Doel 2 1.3 Situering en begrenzing plangebied 3 2. BELEIDSKADER 4 2.1 Wet op de Archeologische Monumentenzorg

Nadere informatie

Evaluatie Archeologiebeleid. Gemeente Dalfsen

Evaluatie Archeologiebeleid. Gemeente Dalfsen Evaluatie Archeologiebeleid 2012 Gemeente Dalfsen Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Bijwerken beleidskaart... 3 3. Inventariseren uitgevoerd onderzoek... 4 4. Inventariseren vergunningplicht en ondergrenzen...

Nadere informatie

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Gemeente Haarlem Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Om archeologisch erfgoed te beschermen, kan bij een vergunningsaanvraag een waardestellend

Nadere informatie

Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn Document: Archeologische Quickscan (versie 2) Locatie: Plangebied Veenakkers 37, Wervershoof, Gemeente Medemblik Adviesnummer: 14135 Opsteller: J. van Leeuwen (archeoloog) en C. Soonius (regio archeoloog)

Nadere informatie

Archeologische Begeleiding

Archeologische Begeleiding Protocol 4007 Archeologische Begeleiding Dit protocol maakt onderdeel uit van de Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie. Deze Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.3), is op 09-12-2013

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Document: Archeologische Quickscan versie 2 Plangebied: Polderpark, Oudesluis, gemeente Schagen Adviesnummer: 16185 Opsteller: drs. C.M. Soonius (senior archeoloog) & drs. S. Gerritsen (senior archeoloog)

Nadere informatie

Jaarverslag BATO 2006

Jaarverslag BATO 2006 Jaarverslag BATO 2006 Afgelopen jaar was een bewogen en creatief jaar voor Bato. Ten eerste hebben zich twee nieuwe leden aangemeld: Christa van Diepen en Jan van Oostveen. Naast de gewoonlijke werkzaamheden

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Document Archeologische Quickscan Plangebied Bestemmingsplan Burgerfarm, Middenweg 56, Dirkshorn, gemeente Schagen Adviesnummer 17059 Opsteller drs. C.M. Soonius (regio-archeoloog) Datum 31-03-2017 Advies

Nadere informatie

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN ALGEMENE BEPALINGEN

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN ALGEMENE BEPALINGEN 1 PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE I TOEPASSINGSBEPALINGEN Artikel 1 Toepassingsbereik 2 Artikel 2 Aanvullende begripsbepalingen 3 II DUBBELBESTEMMINGEN Artikel 3 Waarde Archeologie 1 [Terrein van archeologische

Nadere informatie

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen Quickscan Archeologie Bedrijfsunits te Deil Opdrachtgever: Van Es architecten Hazenberg AMZ-publicaties 2009-12 Auteur Datum Versie Status dr. W.K. Vos 24 juli 2009 1.1 Definitief Contactgegevens Hazenberg

Nadere informatie

Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld

Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld 2015 Archeologisch Onderzoek Leiden (Archol) Postbus 9515 2300 RA Leiden (071) 527 33 13 www.archol.nl Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld Voorlopig evaluatierapport, Archol BV Opgraving Hengelo Winkelskamp

Nadere informatie

Archeologie in Utrecht Informatie, adressen en procedures

Archeologie in Utrecht Informatie, adressen en procedures Archeologie in Utrecht Informatie, adressen en procedures Utrecht.nl Archeologie in Utrecht De Utrechtse bodem zit vol waardevolle resten uit het verleden. Daarom mogen er vaak alleen onder bepaalde voorwaarden

Nadere informatie

Gemeente Deventer Toelichting Bestemmingsplan Landbouwschool Larenstein Brinkgeverweg

Gemeente Deventer Toelichting Bestemmingsplan Landbouwschool Larenstein Brinkgeverweg Gemeente Deventer, archeologisch beleidsadvies 864 Gemeente Deventer Toelichting Bestemmingsplan Landbouwschool Larenstein Brinkgeverweg Auteur: Bevoegd gezag: R.E. Buitenhuis drs. B. Vermeulen (Gemeentelijk

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 2 Beleidsnotitie Archeologie

Inhoudsopgave. 2 Beleidsnotitie Archeologie 30 september 2015 Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Wat betekent het archeologiebeleid?... 4 2. Welke beschermende instrumenten hanteert de gemeente?... 6 3. Hoe wordt archeologie beleefbaar?... 8 4. Hoe

Nadere informatie

Archeologiebeleid en de Omgevingswet Heleen van Londen

Archeologiebeleid en de Omgevingswet Heleen van Londen Archeologiebeleid en de Omgevingswet Heleen van Londen Omgevingswet 2018? De overheid wil regels voor ruimtelijke plannen vereenvoudigen en samenvoegen Doel: makkelijker maken om bouwprojecten te starten

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds 33

Dordrecht Ondergronds 33 Dordrecht Ondergronds 33 Plangebied Vest 90-92 Gemeente Dordrecht Waarneming van de stadsmuur en de Nonnentoren M.C. Dorst 2012 Gemeente Dordrecht Stadsontwikkeling/Ruimtelijke Realisatie/Archeologie Colofon

Nadere informatie

overwegende dat het actualiseren van de archeologische basiskaart noodzaakt tot het wijzigen van de Verordening inzake monumenten en archeologie;

overwegende dat het actualiseren van de archeologische basiskaart noodzaakt tot het wijzigen van de Verordening inzake monumenten en archeologie; Besluit van de gemeenteraad voorstelnummer div-nummer 670336 30 onderwerp wijziging van de verordening inzake monumenten en archeologie de raad van de gemeente Gouda Gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Op 2 september 2013 is een omgevingsvergunning aangevraagd door de provincie Fryslân voor de aanleg

Nadere informatie

Erfgoedverordening Amsterdam

Erfgoedverordening Amsterdam Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. archeologisch monument: monument, als bedoeld in onderdeel r, onder 2; b. archeologisch onderzoek: werkzaamheden

Nadere informatie

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01) OMnummer: 43567 Datum: 21-10-2010 Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr.10-122) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Contactpersoon: Mevr. H. van der

Nadere informatie

Hoe nu verder met archeologie in Maasdriel? Presentatie voor Commissie Ruimte Woensdag 10 oktober

Hoe nu verder met archeologie in Maasdriel? Presentatie voor Commissie Ruimte Woensdag 10 oktober Hoe nu verder met archeologie in Maasdriel? Presentatie voor Commissie Ruimte Woensdag 10 oktober Structuur presentatie I Achtergrond gemeentelijk archeologiebeleid wet- en regelgeving? II Hoe kan je inhoud

Nadere informatie

CHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning

CHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning ARCHEOLOGIE CHECKLIST Beoordeling standaard rapport IVO-verkennend Algemene vragen 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning

Nadere informatie

Plantekst conditie archeologie t.b.v. omgevingsvergunning Zoetermeer Laan van Mathenesse deel 3. The Missing Link Notitie TML416

Plantekst conditie archeologie t.b.v. omgevingsvergunning Zoetermeer Laan van Mathenesse deel 3. The Missing Link Notitie TML416 Plantekst conditie archeologie t.b.v. omgevingsvergunning Zoetermeer Laan van Mathenesse deel 3 The Missing Link Notitie TML416 THE MISSING LINK NOTITIE TML416 Plantekst conditie archeologie t.b.v. omgevingsvergunning

Nadere informatie

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat 88-126

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat 88-126 OMnummer: 61324 Datum: 23-04-2014 Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Stadsdeel Oost Contactpersoon: Robbert Leenstra Postbus:

Nadere informatie