Statenfractie PVV De heer A.W.J.A. van Hattem Postbus MC S-HERTOGENBOSCH

Transcriptie

1 Statenfractie PVV De heer A.W.J.A. van Hattem Postbus MC S-HERTOGENBOSCH Brabantlaan 1 Postbus MC s-hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Bank ING ** Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen op grond van het Reglement van Orde betreffende vragen van de heer A.W.J.A. van Hattem van de PVV Statenfractie Noord-Brabant aan het college van GS inzake forse stijging van de waterschapslasten. Uw kenmerk Geachte heer Van Hattem, Bij brief van 17 november 2012, ingekomen op 19 november 2012, heeft u namens de PVV fractie op grond van het Reglement van Orde voor Provinciale Staten schriftelijke vragen gesteld. Wij beantwoorden deze vragen als volgt. 1.Bent u bekend met de artikelen Tarieven stijgen in 2013 met soms 17 procent - Waterschap vraagt flink offer burgers en Eindelijk kostendekkende tarieven uit de Gelderlander van 17 oktober jl. en het artikel "Met pijn in buik" forse tariefsverhoging waterschap uit het Eindhovens Dagblad van 16 november jl.? Antwoord: ja. Contactpersoon R.R.J.W. van Goethem Directie Ecologie Telefoon (073) Fax (073) Bijlage(n) - RvGoethem@brabant.nl 2.In welke projecten en voor welke bedragen werkt de provincie samen met Waterschap Aa en Maas? Antwoord: In december 2007 heeft de provincie met de Brabantse waterschappen de Tweede Bestuursovereenkomst ( BO2 ) afgesloten voor de realisering van de wateropgaven in de provincie Noord-Brabant. Veel waterdoelen zijn een gezamenlijke opgave voor de provincie en waterschappen. De provincie draagt 85 miljoen bij, en de waterschappen gezamenlijk eveneens 85 miljoen. In het kader van deze samenwerking hebben wij aan Waterschap Aa en Maas in totaal ruim 31,5 miljoen provinciale, ILG- en POP-subsidie verleend om projecten tot uitvoering te brengen. Het provinciehuis is vanaf het centraal station bereikbaar met stadsbus, lijn 61 en 64, halte Provinciehuis, met de treintaxi en met de OV-fiets.

2 Het betreft projecten voor verdrogingsbestrijding, beekherstel, de aanleg van vispassages, verbetering van de waterkwaliteit, de aanpak van vervuilde waterbodems, waterberging, verbetering milieukwaliteit van de EHS, en de aanleg van ecologische verbindingszones. Daarnaast neemt waterschap Aa en Maas deel aan twee INTERREG-projecten in het stroomgebied van de Maas met Duitse respectievelijk Vlaamse partners, waarin ook onze provincie participeert. De provinciale cofinanciering voor deze projecten bedraagt in totaal De projecten geven invulling aan de wettelijke verplichtingen op basis van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), de afspraken uit het Nationaal Bestuursakkoord Water en de landelijke taakstelling voor verdrogingsbestrijding en milieukwaliteit van de EHS waarvoor ILG- middelen vastgelegd zijn. 3.In hoeverre is hierbij sprake van natuurprojecten? Antwoord: De waterprojecten zijn zoveel mogelijk integraal van opzet zoals afgesproken in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). Dit betekent dat de wateropgaven voor het landelijk gebied geco rdineerd worden opgepakt; hydrologische maatregelen voor natuurherstel en - ontwikkeling kunnen hier deel van uitmaken. 4.Welke van deze projecten verkeren nog in een ontwikkelingsfase, oftewel in hoeverre zijn er al contractuele verplichtingen aangegaan? Antwoord: In de Tweede Bestuursovereenkomst hebben wij afspraken gemaakt met de waterschappen over pakketten van prestaties op basis van programmafinanciering tot en met De programmafinanciering houdt in dat wij als provincie sturen op het halen van de doelstellingen uit het PWP (prestaties) op de afgesproken eindtermijn, en niet op de uitvoering van concrete projecten. Het waterschap is verantwoordelijk voor de uitvoering en bepaalt binnen de programmatische aanpak zelf welke projecten voor 2015 het beste tot uitvoering kunnen worden gebracht (kosten vs. baten). De programmatische aanpak is vastgelegd in de uitvoeringsstrategie van het Provinciaal Waterplan. De middelen die door provincie en de waterschappen zijn gereserveerd voor de uitvoering van de wateropgaven uit de BO2 zijn door programma-aanvragen en bijbehorende beschikkingen vastgelegd. Hiermee zijn we met elkaar een juridisch harde verplichting aan gegaan. Alleen de doelen waarvoor juridisch harde verplichtingen zijn aangegaan kunnen aanspraak maken op de ILGsubsidies van het Rijk (75%) bij beºindiging van het ILG-contract. 2/5

3 5. Van welke van deze projecten en voor welke bedragen zou in overleg met dit Waterschap nog kunnen worden afgezien, om zo de lastenstijging voor de burger te beperken? Antwoord: De directe aanleiding voor de lastenstijging bij waterschap Aa en Maas is hoofdzakelijk de afbouw van de reserves en de nieuwe afspraken met het Rijk in 2011 over het uitvoeren en medefinancieren van de waterveiligheid. Dit valt buiten de Tweede Bestuursovereenkomst. De bijdragen van de waterschappen aan de BO2 tot en met 2015 zijn reeds bij het afsluiten van de overeenkomst in de waterschapsbegrotingen opgenomen. Jaren van voorbereiding gaan vooraf aan de uiteindelijke uitvoering en realisatie van een project. Het nu openbreken van de verplichtingen en het stopzetten van projecten betekent kapitaalvernietiging. Daarmee gaat (veel) geld en (voor projecten met ILG-doelstellingen) toegezegde Rijkssubsidie verloren. 6. Bent u bereid om met het Waterschap (en eventuele andere participanten) in overleg te gaan om alsnog van deze projecten af te zien? Zo nee, waarom laat u de burgers dan via het Waterschap wel voor deze kosten opdraaien? Antwoord: Nee, wij sturen niet op de concrete projecten, zie hiervoor onder 4. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt bij het waterschap. 7. Bent u bereid om met dit Waterschap te bespreken welke uitvoeringsplannen waar de provincie ook aan meedoet versoberd zouden kunnen worden en bent u bereid als provincie daarin mee te versoberen? Zo nee, waarom is dit voor u niet bespreekbaar? Antwoord: Voor de prestatie-eenheden uit de BO2 hebben wij basiskwaliteitseisen en normbedragen vastgesteld om te sturen op een kosteneffectieve uitvoering. Het is verder aan het waterschap om de realisatie van de verschillende doelen zo optimaal mogelijk te combineren door middel van een integrale aanpak in projecten (bijvoorbeeld door hermeandering en verdrogingsbestrijding te koppelen). Indien verder efficiºntie en effectiviteit bereikt kan worden door anders en beter te werken met daarbij dezelfde resultaatsverplichting zijn wij altijd bereid daar aan mee te werken. De afspraken in de BO2 zijn onlangs op basis van het Decentralisatieakkoord Natuur herijkt door middel van een Addendum (zie hierover commissie EH en commissie ROW , C ) /5

4 In overleg met de waterschappen is gekozen voor temporiseren, niet voor versobering of loslaten van de integrale aanpak, omdat de projecten uiteindelijk toch zullen moeten worden uitgevoerd gezien de KRW-verplichtingen, NBWafspraken en natuuropgaven voor het waterschap. 8.Waterschap Aa en Maas is betrokken bij diverse ontwikkelingshulpprojecten, onder andere in Egypte, Nicaragua en Mozambique en helpt Macedoniº bij de toetreding tot de EU. Deelt u onze mening dat dit geen kerntaak is van een waterschap? Bent u bereid om dit Waterschap op te roepen te stoppen met dergelijke projecten, om zo te voorkomen dat de Provincie met de nadelige consequenties van de slechte financiºle positie van dit Waterschap wordt geconfronteerd? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Ontwikkelingshulp is geen kerntaak van het waterschap, maar het delen van kennis over het waterbeheer past binnen de wettelijke taak. Het is aan het algemeen bestuur van het waterschap om de inzet op deze activiteiten te bepalen. Waterschap Aa en Maas heeft voor 2013 een budget van voor personele capaciteit beschikbaar gesteld (op een totale begroting van ruim ). De kosten van internationale projecten worden voor het overige extern gefinancierd en drukken niet op de waterschapsbegroting. Het Rijk stimuleert dit met subsidie. 9.Bent u bereid om het Dagelijks Bestuur van dit Waterschap te verzoeken om ook na 2013 geen nieuwe ontwikkelingshulpprojecten te starten? Zo nee, waarom niet? Nee, dit hoort tot de beleidsruimte van het algemeen bestuur van het waterschap. 10.Tenslotte heeft Gedeputeerde Pauli aangegeven dat hij het waterschap wil oproepen zich te beperken tot haar kerntaken. Deelt GS onze mening dat ontwikkelingshulp gøøn kerntaak hoort te zijn van een waterschap? Zo ja, bent u bereid om deze boodschap ook naar de andere Brabantse waterschappen uit te dragen die in ontwikkelingshulpprojecten participeren? Zo nee, kunt u onderbouwen waarom daar wøl geld van de belastingbetalende burger aan zou moeten worden uitgegeven? Antwoord: De inzet op niet-kerntaken, die indirect gerelateerd zijn aan de wettelijke taakopdracht van het waterschap behoort tot de beleidsruimte van het algemeen bestuur van het waterschap. Wij doen een algemene oproep aan de waterschappen om zich te beperken tot de kerntaken als hiermee een forse lastenstijging kan worden beperkt. 4/5

5 11. Welke taken behoren volgens GS tot de kerntaken van een waterschap? Antwoord: De taken van het waterschap worden bepaald door de Waterschapswet, de Waterwet en het provinciale waterschapsreglement 3. De taak van het waterschap is de waterstaatkundige verzorging van haar beheersgebied. Het betreft de zorg voor het watersysteem (waterkeringszorg, waterkwantiteitsbeheer, waterkwaliteitsbeheer) en de zorg voor het zuiveren van afvalwater. Het nemen van hydrologische maatregelen ten behoeve van natuurherstel en -ontwikkeling, beekherstel (KRW-opgave) en verdrogingsbestrijding behoort tot de kerntaken van het waterschap. Het gaat om schoon en voldoende water voor de functies die vastgelegd zijn in het Provinciaal Waterplan (PWP). Werkzaamheden voor niet-kerntaken dienen altijd binnen het kader van de wettelijke taakopdracht te blijven; deze houden hier indirect verband mee. 12. Bent u bereid een inventarisatie te maken van activiteiten die thans door Brabantse waterschappen worden uitgevoerd en die niet tot de kerntaken behoren? Zo nee, waarom niet? Antwoord: nee, wij zien geen aanleiding voor een inventarisatie vanwege de hierboven vermelde beleidsruimte van het waterschapsbestuur. Als in een waterschapsbegroting investeringen of exploitatie-uitgaven zijn opgenomen voor zaken die geheel buiten de wettelijke taak van het waterschap vallen, reageren wij in het kader van het bestuurlijk en financieel toezicht op de waterschappen. 13. Bent u bereid om de waterschappen te verzoeken niet langer zulke niet-primaire activiteiten te financieren? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Nee, dit behoort tot de beleidsvrijheid van de waterschappen. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Voorzitter, Secretaris, 3 zie de provinciale regelingenbank, 5/5