Burgerparticipatie zonder misverstanden
|
|
- Floris David van de Berg
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Burgerparticipatie zonder misverstanden Onderzoek naar de rechtmatigheid en doeltreffendheid van burgerparticipatie in de Gemeente Midden-Delfland Rekenkamercommissie Midden-Delfland 14 maart
2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Onderzoekskader Inleiding Onderzoeksvragen Onderzoeksopzet Conclusies en Aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen Wettelijk kader Inleiding Algemene wettelijke verplichtingen Inspraakverordening gemeente Midden- Delfland Specifieke wettelijke verplichtingen Bevindingen wettelijk kader Participatiebeleid Inleiding Toelichting normen Participatiebeleid Midden- Delfland Bevindingen participatiebeleid Uitvoering burgerparticipatie Inleiding Toelichting normen Jeugdbeleid Groenbeheer Reconstructie speelplaatsen Vitale dorpen Bevindingen uitvoering burgerparticipatie Bestuurlijke reactie College Burgemeester en Wethouders Nawoord Rekenkamercommissie Bijlagen Bijlage 1 Lijst van geïnterviewde personen Bijlage 2 Spelregels Nationale ombudsman
3 1. Onderzoekskader 1.1 Inleiding Betrokken en tevreden bewoners zijn onmisbaar voor het uitdragen van de waarde van het gebied van Midden- Delfland naar de regio. De gemeente vormt voor burgers een herkenbaar en toegankelijk bestuur dat aandacht heeft voor het behoud en versterking van de identiteit van de afzonderlijke dorpen en buurtschappen. 1 Dit citaat is onderdeel van de missie van de gemeente Midden- Delfland, zoals verwoord op haar website. De gemeente wil betrokken burgers hebben en een herkenbaar en toegankelijk bestuur vormen. Een bekend instrument om dit te bereiken is burgerparticipatie. De Nationale ombudsman ontvangt regelmatig klachten van burgers uit het hele land over de manier waarop gemeenten omgaan met hun inbreng. 2 Burgers vinden onder meer dat ze te laat worden betrokken of dat hun inbreng wordt genegeerd. Ze hebben het gevoel dat de beslissing eigenlijk al is genomen en dat de procedure als een verplicht onderdeel wordt doorlopen. Daarnaast hebben de klachten betrekking op gebrekkige informatievoorziening bij burgerparticipatie. 3 De rekenkamercommissie heeft onderzocht hoe doeltreffend en rechtmatig de burgerparticipatie in de gemeente Midden-Delfland is. Definiëring burgerparticipatie De termen participatie, inspraak en interactieve besluitvormingsprocessen worden los van elkaar gebruikt. Onder participatie wordt verstaan de raadpleging van burgers voordat een besluit is genomen en onder inspraak de formele inspraakprocedure van de Awb. 4 Bij interactieve besluitvormingsprocessen wordt de burger in het beginstadium van de beleidsvorming betrokken. De gemeente heeft in tegenstelling tot bij participatie nog niet bepaald welke richting het beleid op zal gaan. Er bestaan verschillende vormen van burgerparticipatie. De ombudsman volgt voor de verschillende vormen van participatie de indeling van de participatieladder van de Amerikaanse bestuurskundige Arnstein: We gooien het de inspraak in Een onderzoek naar de uitgangspunten van behoorlijke burgerparticipatie, de Nationale ombudsman 17 september 2009, p. I. 3 idem. 4 We gooien het de inspraak in Een onderzoek naar de uitgangspunten van behoorlijke burgerparticipatie, de Nationale ombudsman 17 september 2009, p. 5. 3
4 informeren Laag participatieniveau raadplegen adviseren coproduceren (mee)beslissen Hoog participatieniveau Informeren: Het gemeentebestuur ontwikkelt het beleid, het publiek wordt hiervan op hoogte gehouden. Raadplegen: Het gemeentebestuur ontwikkelt het beleid, maar beschouwt betrokkenen daarbij als gesprekspartner. Het bestuur verbindt zich niet aan de resultaten van de raadpleging. Adviseren: Het gemeentebestuur ontwikkelt het beleid, het publiek krijgt de gelegenheid om problemen en oplossingen aan te dragen. Het bestuur verbindt zich in principe aan de resultaten, maar kan hiervan desgewenst ook afwijken. Coproduceren: Het gemeentebestuur en betrokkenen ontwikkelen gezamenlijk beleid. Het bestuur verbindt zich aan deze coproductie. Meebeslissen: Het gemeentebestuur laat de ontwikkeling van en de besluitvorming over het beleid volledig over aan de betrokkenen en speelt hierin zelf slechts een adviserende rol. De begrippen participatie, inspraak en interactieve besluitvormingsprocessen kunnen niet één op één naar een van bovenstaande fasen worden vertaald. Interactieve besluitvorming kan bijvoorbeeld plaatsvinden door middel van coproduceren of meebeslissen. Participatie omvat alle vormen van de ladder. Voor de definiëring van burgerparticipatie sluit de rekenkamercommissie aan bij de definiëring die de Nationale ombudsman hanteert: Burgerparticipatie omvat alle methoden om burgers bij gemeentelijk beleid te betrekken. 5 Het gaat daarbij om het betrekken van burgers in het algemeen of belanghebbenden in het bijzonder. 1.2 Onderzoeksvragen Doelstelling Het doel van het onderzoek is inzicht te geven in de doeltreffendheid en rechtmatigheid van burgerparticipatie in de gemeente Midden- Delfland. Centrale vraagstelling Is het gevoerde beleid van de gemeente Midden- Delfland ten aanzien burgerparticipatie rechtmatig en doeltreffend? 5 We gooien het de inspraak in Een onderzoek naar de uitgangspunten van behoorlijke burgerparticipatie, de Nationale ombudsman 17 september 2009, p. III. 4
5 Deelvragen Om tot een antwoord op de centrale vraagstelling te komen zijn 8 deelvragen geformuleerd, die worden behandeld in de hoofdstukken Wettelijk kader (Hoofdstuk 3), Participatiebeleid (Hoofdstuk 4) en Uitvoering burgerparticipatie (Hoofdstuk 5): Wettelijk kader 1. Welke burgerparticipatie is bij wet verplicht gesteld? 2. Voldoet de gemeente aan de wettelijke verplichtingen ten aanzien van burgerparticipatie? Participatiebeleid 3. Welke aanvullende mogelijkheden gebruikt de gemeente Midden- Delfland om haar burgers te betrekken bij het gemeentelijk beleid? 4. Heeft de gemeente een actueel participatiebeleid geformuleerd waarin algemene uitgangspunten van de communicatie ten aanzien van burgerparticipatie zijn vastgelegd, voldoet dit beleid aan de wettelijke kaders? Uitvoering burgerparticipatie 5. Voldoet de feitelijke uitvoering van het instrument burgerparticipatie aan de uitgangspunten van het participatiebeleid en aan de wettelijke kaders? 6. Van welke participatiemogelijkheden maken de burgers gebruik? 7. Welke acties onderneemt de gemeente naar aanleiding van de participatie met burgers? 8. Welke aanbevelingen kunnen worden gedaan om de burgerparticipatie in de gemeente Midden- Delfland te verbeteren? 1.3 Onderzoeksopzet Afbakening De rekenkamercommissie betrekt in het onderzoek vier projecten. Het gaat om vier projecten waar de gemeente een of andere vorm van burgerparticipatie heeft toegepast. Twee projecten betreffen daarbij de ontwikkeling van beleid en twee de uitvoering van beleid. Integraal jeugdbeleid (ontwikkeling van beleid) Groenbeheerplan Maasland (uitvoering van beleid) Reconstructie van speelplaatsen (uitvoering van beleid) Vitale Dorpen 2025 (ontwikkeling van beleid) De rekenkamercommissie heeft niet onderzocht of de gemeente in besluitvormingsprocessen buiten deze vier projecten de door de wet verplichte inspraakprocedure heeft gevolgd indien deze van toepassing zou zijn. Reden hiervan is dat dit het onderzoek te omvangrijk zou maken. Voor het integraal jeugdbeleid beperkt de rekenkamercommissie zich tot het wettelijk kader van de Wet maatschappelijk ondersteuning (hierna: Wmo), omdat een onderzoek naar alle wetgeving die dit beleidsterrein raakt, het onderzoek te omvangrijk zou maken. Daarnaast is in de Wmo door de wetgever specifiek en uitvoering aandacht besteed aan burgerparticipatie. Voor de reconstructie speelplaatsen beperkt de rekenkamercommissie zich tot het jaar 2009, omdat het proces van burgerparticipatie jaarlijks op dezelfde wijze plaatsvindt. 5
6 Aanpak Voor het beantwoorden van de deelvragen heeft de rekenkamercommissie documenten geraadpleegd en geanalyseerd. Hieronder vallen in ieder geval documentatie over het beleid en de uitvoering daarvan, door de gemeente ingezette communicatiemiddelen, wetteksten en literatuur hierover, verordeningen, relevante notulen en agendastukken van raadsvergaderingen en collegebesluiten. Aanvullend heeft de rekenkamercommissie interviews gehouden met verantwoordelijken voor de interactieve besluitvormingsprocessen van de betreffende projecten. Daarnaast heeft de rekenkamercommissie normen gehanteerd om het communicatiebeleid en de uitvoering van de burgerparticipatie te toetsen. Deze normen zijn grotendeels ontleend aan de uitgangspunten voor behoorlijke burgerparticipatie, zoals geformuleerd door de Nationale ombudsman in zijn rapport van 17 september Bij de toetsing worden de volgende kwalificaties gehanteerd: Voldaan: aan de norm is volledig voldaan. Grotendeels voldaan: aan de norm is voor een groot gedeelte, maar niet volledig voldaan. Enigszins voldaan: aan de norm is voor een klein gedeelte voldaan en voor het overige niet. Niet voldaan: aan de norm is geheel niet voldaan. N.v.t.: aan de norm kan niet worden getoetst, omdat het onderliggende beleidsstuk ontbreekt. Leeswijzer Het rapport is verdeeld in beleid en uitvoering. Hoofdstuk 2 bevat de conclusies en aanbevelingen van dit onderzoek. In hoofdstuk 3 wordt het wettelijk kader weergegeven waaraan het beleid en de uitvoering daarvan dient te voldoen. In hoofdstuk 4 wordt het participatiebeleid van de gemeente geschetst. In hoofdstuk 5 wordt vervolgens getoetst in hoeverre de uitvoering van het beleid aan deze twee kaders voldoet. Organisatie De Rekenkamercommissie heeft het onderzoek zelf uitgevoerd. Het onderzoek is verricht door de heer drs. F.C. (Filip) den Eerzamen RO, lid van de Rekenkamercommissie Midden- Delfland en mevrouw mr. drs. D.H. (Denise) Ruijs- Verhoeff, een extern ingehuurde onderzoeker van onderzoeks- en adviesbureau Zaker. 6 Dit rapport is vrij toegankelijk via 6
7 2. Conclusies en Aanbevelingen 2.1 Conclusies De rekenkamercommissie heeft onderzoek verricht naar de rechtmatigheid en doeltreffendheid van het door de gemeente gevoerde beleid ten aanzien van burgerparticipatie. De rekenkamercommissie stelt vast dat in de samenwerkingsovereenkomst van het College het voornemen is opgenomen om de communicatie met de burgers verder te verbeteren. De Rekenkamercommissie hoopt dat dit rapport, met een normenkader en aanbevelingen, hieraan een bijdrage kan leveren. Rechtmatigheid en wettelijk kader De rekenkamercommissie concludeert dat de gemeente Midden-Delfland in alle vier de onderzochte gevallen voldoet aan de inspraakverordening en derhalve rechtmatig handelt. Wel concludeert de rekenkamercommissie dat de gemeente met betrekking tot het jeugdbeleid niet voldoet aan de specifieke wettelijke verplichtingen die ten aanzien van burgerparticipatie zijn gesteld in de Wmo. Voor de andere drie onderzoeksterreinen gelden geen specifieke wettelijke verplichtingen en heeft de gemeente zodoende rechtmatig gehandeld. Volgens artikel 170 lid 1c Gemeentewet ziet de burgemeester toe op de kwaliteit van de procedures op het vlak van burgerparticipatie en legt hierover in het burgerjaarverslag verantwoording af. Het is niet duidelijk wie formeel verantwoordelijk is voor het toepassen van burgerparticipatie en de kwaliteit ervan. De rekenkamercommissie heeft niet kunnen vaststellen dat één persoon of afdeling de regie houdt over de inzet van burgerparticipatie en de processen daaromtrent. Een regierol acht de rekenkamercommissie noodzakelijk om burgerparticipatie op een consistente wijze toe te kunnen passen, hetgeen de relatie tussen gemeente en burger kan bevorderen. Naast het ontbreken van een beleidsnota is de inspraakverordening van de gemeente niet aangepast aan wetswijzigingen die de inspraakverordening een veel prominentere rol hebben gegeven ten aanzien van inspraak op het gebied van ruimtelijke ordeningsplannen. In de verordening ontbreken duidelijke kaders, waarin wordt aangegeven wanneer en op welke wijze het instrument burgerparticipatie dient te worden toegepast. Hierdoor is het tevens voor burgers niet duidelijk in welke gevallen bij ruimtelijke plannen inspraak is vereist. Het college krijgt van de raad volledig de vrije hand te bepalen in welke gevallen zij zelf inspraak wenst en toepast. De gemeenteraad heeft een kaderstellende rol en kan daarmee de procedures en daarmee ook die voor ruimtelijke plannen in de inspraakverordening waarborgen. Hierdoor worden de rechten van burgers duidelijk geregeld en gewaarborgd. Tevens voorkomt het vastleggen van de procedures binnen gestelde kaders willekeur. Beleidskader burgerparticipatie De rekenkamercommissie constateert dat de gemeente op het gebied van burgerparticipatie (nog) geen specifiek beleid heeft ontwikkeld en vastgesteld in aanvulling op de minimale wettelijke vereisten. Uitvoering participatiebeleid Het instrument burgerparticipatie wordt binnen de gemeente toegepast, maar de invulling en uitvoering ervan worden per afdeling afzonderlijk bepaald. Dit betekent dat het instrument niet consequent en consistent wordt ingezet. De verantwoordelijke beleidsafdeling heeft de regie over 7
8 het al dan niet toepassen van het instrument burgerparticipatie alsmede de wijze waarop en intensiteit waarmee dit gebeurt. De afdeling communicatie, die naar de mening van de rekenkamercommissie vanwege aanwezige kennis en expertise op het gebied van communicatie en interactie met burgers bij uitstek een spilfunctie zou kunnen bekleden bij het toepassen van burgerparticipatie, speelt in de praktijk soms wel en soms geen rol. Dit is sterk afhankelijk van de verhouding tussen de afdeling communicatie met de betreffende beleidsafdeling. Daar waar de afdeling communicatie een rol speelt, beperkt deze zich in de meeste gevallen tot een uitvoerende rol, in mindere mate wordt door communicatie in een vroeg stadium geadviseerd op welke wijze en met welke middelen de interactie met en wijze van participatie door burgers het best kan worden vormgegeven Doordat een duidelijk beleidskader met betrekking tot burgerparticipatie ontbreekt, is de doeltreffendheid van de huidige beleidsuitvoering moeilijk te bepalen. Uit het onderzoek komt wel naar voren dat bewoners gebruik maken van de (wettelijk vereiste) inspraakmogelijkheden die de gemeente hen biedt. Dit heeft er echter op het beleidsterrein van Groenbeheer niet toe geleid dat de activiteiten van de gemeente door de burgers gedragen werden en derhalve doeltreffend waren. Tevens komt naar voren dat de gemeente de burger in een aantal gevallen niet dan wel zeer laat dan wel onvolledig heeft geïnformeerd tijdens het participatieproces. In een van de vier casussen heeft de gemeente verzuimd enige terugkoppeling te geven aan instanties aan wie eerder om input was gevraagd. 2.2 Aanbevelingen De rekenkamercommissie beveelt de gemeente Midden- Delfland aan: een beleidsnota burgerparticipatie vast te stellen en uit te voeren, waarin de gemeente gemotiveerd aangeeft in welke gevallen burgers, bedrijven en instellingen wel of niet worden betrokken bij de beleidsvoorbereiding dan wel beleidsuitvoering en welke rol zij krijgen in het participatieproces; beleidsregels te formuleren voor een zorgvuldig vormgegeven participatieproject per beleidsproces. Afspraken over tijdige en volledige informatievoorziening en terugkoppeling aan burgers, bedrijven en instellingen maken hiervan deel uit. Het door de rekenkamercommissie gehanteerde normenkader kan hierbij als leidraad worden gebruikt; de regierol voor het ontwikkelen en uitvoeren van het instrument burgerparticipatie duidelijk in de ambtelijke organisatie te beleggen. De rekenkamercommissie beveelt aan de afdeling communicatie deze regierol te geven met een sterkere adviserende rol in de aanvangsfase van beleidsontwikkeling- of uitvoering. De afdeling communicatie dient voor het uitvoeren van deze rol, waar nodig, geëquipeerd te worden. Tevens beveelt de rekenkamercommissie aan de kadernota communicatie te actualiseren en hierin de rol van de afdeling communicatie als regievoerder en adviseur inzake burgerparticipatie duidelijk te beschrijven en deze kadernota nadrukkelijk (opnieuw) onder de aandacht van de ambtelijke organisatie te brengen De rekenkamercommissie beveelt tevens aan de Inspraakverordening te herzien en hierin duidelijk kaders te stellen,waarin wordt aangegeven wanneer en op welke manier burgerparticipatie dient te worden toegepast. Daarbij dient met name aandacht besteed te worden aan inspraak bij ruimtelijke ordeningsplannen. 8
9 3. Wettelijk kader 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de onderstaande deelvragen beantwoord: Welke burgerparticipatie is bij wet verplicht gesteld? Welke aanvullende mogelijkheden gebruikt de gemeente Midden- Delfland om haar burgers te betrekken bij het gemeentelijk beleid? In paragraaf 1.1 is aangegeven dat burgerparticipatie verschillende vormen omvat. Niet alle vormen van burgerparticipatie zijn procedureel in de wet geregeld. De Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) geeft de algemene procedureregels omtrent inspraak. Hoe interactieve besluitvormingsprocessen moeten worden vormgegeven of burgers moeten worden geïnformeerd is niet in het algemeen in wettelijke procedures verankerd. Afzonderlijke wetten geven soms wel specifieke regels ten aanzien van burgerparticipatie zoals het betrekken van burgers bij de beleidsvoorbereiding en planvorming in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In dit hoofdstuk worden eerst de algemene wettelijke verplichtingen besproken in paragraaf 3.2. Vervolgens wordt in paragraaf 3.3 ingegaan op de inspraakverordening van de gemeente. In paragraaf 3.4 volgen de specifieke wettelijke verplichtingen ten aanzien van de beleidsterreinen van de gekozen dossiers. 3.2 Algemene wettelijke verplichtingen Inspraakprocedure Algemene wet bestuursrecht In afdeling 3.4 van de Awb is de inspraakprocedure opgenomen. Dit is de zogenoemde uniforme openbare voorbereidingsprocedure (hierna: UOV). Zoals in de inleiding naar voren kwam, verplicht de wet de gemeente in een aantal gevallen tot het voeren van deze inspraakprocedure. Daarnaast kan de gemeente volgens artikel 150 Gemeentewet in een verordening besluiten tot deze inspraakprocedure voor niet bij wet verplicht gestelde gevallen. In paragraaf 3.3 wordt ingegaan op de inspraakverordening van de gemeente Midden-Delfland en wat hierin nader is geregeld ten opzichte van de Awb. De uniforme openbare voorbereidingsprocedure verloopt als volgt: 9
10 Tabel 3-1 inspraakprocedure Awb Bekendmaking terinzage ontwerp Terinzage ontwerp Bekendmaking zienswijzen Verslag zienswijzen Voorafgaand aan een terinzagelegging, maakt de gemeente de terinzagelegging kenbaar. 7 Hierin wordt vermeld waar en wanneer de stukken ter inzage zullen liggen, wie in de gelegenheid worden gesteld zienswijzen naar voren te brengen en op welke wijze dit kan geschieden. Het ontwerp van het te nemen besluit, inclusief de daarop betrekking hebbende stukken worden zes weken ter inzage gelegd. 89 Vervolgens kunnen belanghebbenden zowel mondeling als schriftelijk hun zienswijze bij het bestuursorgaan kenbaar maken. 10 Van hetgeen mondeling kenbaar wordt gemaakt, wordt een verslag gemaakt. Gemeentwet De Gemeentewet verplicht de gemeenteraad in artikel 150 tot het vaststellen van een verordening waarin regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeenschappelijk beleid worden betrokken. 11 Daarnaast bepaalt de wet dat bij deze inspraak de procedure van afdeling 3.4 van de Awb dient te worden gevolgd, tenzij in de verordening anders is bepaald. 12 Zoals gezegd kan de gemeente in de verordening besluiten op welke situaties de inspraakprocedure van afdeling 3.4 Awb van toepassing is. Het moment van inspraak kan de gemeente zelf invullen, maar dit moet in ieder geval zijn op het moment dat enig beleidsvoornemen is uitgekristalliseerd, maar de definitieve besluitvorming daarover nog niet heeft plaatsgevonden. De inspraak moet de besluitvorming dus nog kunnen beïnvloeden. 13 Op grond van artikel 170 lid 1c Gemeentewet is de burgemeester verantwoordelijk voor het toezien op de kwaliteit van de procedures op het vlak van burgerparticipatie en voor het hierover in het burgerjaarverslag afleggen van verantwoording. 7 Art. 3:12 Awb 8 Art. 3:11 Awb 9 Tenzij de wet een langere periode voorschrijft. (Art. 3:16 Awb) 10 Art. 3:15 Awb 11 Art. 150 lid 1 Gemeentewet. 12 Art 150 lid 2 Gemeentewet. 13 We gooien het de inspraak in Een onderzoek naar de uitgangspunten van behoorlijke burgerparticipatie, de Nationale ombudsman 17 september 2009, p. 11 en Memorie van Toelichting, Kamerstukken II, , nr. 3, p
11 3.3 Inspraakverordening gemeente Midden- Delfland Op 26 oktober 2004 heeft de gemeenteraad de inspraakverordening vastgesteld. De verordening geeft een algemene bepaling dat elk bestuursorgaan ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden besluit of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid. Hiermee zijn in Midden- Delfland geen aanvullende situaties voor inspraak geregeld in de verordening ten opzichte van de wettelijk geregelde situaties. Wel noemt de verordening een aantal gevallen waarin in ieder geval géén inspraak wordt verleend, zoals inzake de begroting, de tarieven voor de gemeentelijke dienstverlening en de belastingen. 14 De inspraakverordening geeft met de algemene formulering van deze bepaling de ruimte aan het college om voor andere inspraakprocedures te kiezen dan de inspraakprocedure van afdeling 3.4 van de Awb. Eindverslag In de inspraakverordening van de gemeente Midden- Delfland is verder opgenomen dat ter afronding van de inspraak een eindverslag wordt opgesteld. 15 Het eindverslag dient in ieder geval te bevatten: een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure; een weergave van de naar voren gebrachte zienswijzen; een gemotiveerde reactie op de zienswijzen. Het eindverslag wordt bij het definitieve voorstel gevoegd en wordt openbaar gemaakt. De insprekers worden afzonderlijk geïnformeerd over het verschijnen van het eindverslag. De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag. Veranderde rol inspraakverordening De gemeentelijke inspraakverordening heeft per 1 juli 2005 een andere rol gekregen. Door het vervallen van artikel 6a van de Wet op de Ruimtelijke Ontwikkeling (hierna: WRO) vindt de inspraak bij planologische procedures in het vervolg plaats op basis van de gemeentelijke inspraakverordening. Het is daarbij de bedoeling dat de UOV zoveel mogelijk wordt gevolgd. De wet bepaalt immers dat afdeling 3.4 van de Awb van toepassing is, tenzij anders is bepaald. In het parlement is aangegeven dat men inspraak met name bij ruimtelijke besluiten wel heel belangrijk vindt. 16 De wetgever had voor ogen, dat gemeenten in hun inspraakverordening de procedures nader zouden vormgeven. De inspraakverordening van de gemeente Midden- Delfland is echter niet aangepast naar aanleiding van de wetswijzigingen; in de verordening zijn geen bepalingen opgenomen ten aanzien van inspraak bij ruimtelijke plannen. 3.4 Specifieke wettelijke verplichtingen Jeugdbeleid Jeugdbeleid valt gedeeltelijk onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Er gelden naast de Wmo nog andere wettelijke kaders voor jeugdbeleid, zoals de Wet op de Jeugdzorg, de Wet collectieve preventie gezondheidszorg, de Wet kinderopvang, de Leerplichtwet, de Wet onderwijsachterstanden. Zoals in paragraaf 3.3 reeds aan de orde is gekomen, beperkt dit onderzoek zich tot de Wmo. Eén van de negen prestatievelden van de Wmo heeft betrekking op jeugdigen en in voorkomende gevallen hun ouders bij wie sprake is van een verhoogd risico als het gaat om 14 Inspraakverordening Midden- Delfland, art. 2 lid Inspraakverordening Midden- Delfland, art De gemeenteraad en de (nieuwe) Wro, mr. T.H.H.A. van der Schoot, p
12 ontwikkelingsachterstand of uitval zoals schooluitval of criminaliteit, maar voor wie zorg op grond van de Wet op de jeugdzorg niet nodig is dan wel voorkomen kan worden. 17 In artikel 11 lid 1 van de Wmo is bepaald dat het college van burgemeester en wethouders de burgers van de gemeente en de natuurlijke en rechtspersonen die een belang hebben in de gemeente bij de voorbereiding van het beleid moet betrekken, op de wijze zoals geregeld in de inspraakverordening. In de inspraakverordening is niets specifieks voor de Wmo geregeld. De burgers e.a. moeten vroegtijdig in de gelegenheid worden gesteld zelfstandig voorstellen voor het beleid te doen. 18 Het college moet hiervoor informatie beschikbaar stellen. 19 Het college dient zich er ook nog van te vergewissen dat bij de voorbereiding van het beleid tevens de belangen en behoeften zijn meegenomen van mensen en groepen die minder goed of niet in staat zijn hun wensen kenbaar te maken. 20 In de praktijk hoeft de gemeente niet iedere burger persoonlijk te benaderen, gekozen kan ook worden voor overleg met vertegenwoordigende organisaties, zoals cliënten- en patiëntenorganisaties. Ook kan de gemeente een Wmo-adviesraad instellen. Daarnaast moet het college voordat het ontwerpplan door de gemeenteraad wordt vastgesteld advies vragen aan de gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties op het gebied van de Wmo. 21 Bij de voordracht van de vaststelling van het beleid aan de gemeenteraad moet het college tevens motiveren hoe het de belangen en behoeften van de mensen die minder goed in staat zijn hun wensen kenbaar te maken heeft afgewogen. 22 Groenbeheer Het groenbeleidsplan is in principe een uitwerking van onder meer het geldende streekplan, de bestemmingsplannen, de welstandnota en de Gebiedsvisie Midden-Delfland Het groenbeheerplan is weer een uitwerking van het groenbeleidsplan. Voor het vaststellen van bijvoorbeeld de bestemmingsplannen moet de wettelijke inspraakprocedure al zijn gevolgd. Ook in de inspraakverordening van de gemeente is geen aparte verplichting opgenomen voor een inspraakprocedure voor groenbeheerplannen. Reconstructie speelplaatsen Wetgeving schrijft voor aan welke vereisten speelplaatsen en speelapparatuur moeten voldoen, maar er is geen wetgeving die burgerparticipatie bij de inrichting van speelplaatsen verplicht stelt. Ook in de inspraakverordening van de gemeente is geen aparte verplichting opgenomen voor een inspraakprocedure voor de reconstructie van speelplaatsen. Vitale dorpen Ook voor het streefbeeld vitale dorpen als visiedocument gelden geen wettelijke verplichtingen. De inspraakverordening maakt ook geen melding van participatie bij het vaststellen van een dergelijk document. 3.5 Bevindingen wettelijk kader De gemeentewet verplicht de gemeente tot het vaststellen van een inspraakverordening. In deze verordening kan de gemeenteraad vastleggen voor welke situaties de UOV van de Awb al dan niet van toepassing is. De gemeenteraad van Midden- Delfland heeft in zijn inspraakverordening alleen 17 Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 18 Art. 11 lid 2 Wmo. 19 Art. 11 lid 3 Wmo. 20 Art. 11 lid 4 Wmo. 21 Art. 12 lid 1 Wmo. 22 Art. 12 lid 2 Wmo. 23 Groenbeleidsplan , Gemeente Midden-Delfland, 14 juni
13 vastgelegd voor welke onderwerpen de inspraak niet van toepassing is en laat het college verder volledig vrij bij het al dan niet toepassen van inspraak. Ook heeft de gemeente naar aanleiding van wetswijzigingen in 2005 de inspraakverordening niet aangepast. Hierdoor is voor burgers niet duidelijk in welke gevallen bij ruimtelijke plannen inspraak is vereist en krijgt het college volledig de vrije hand te bepalen in welke gevallen zij inspraak wenst. Daarnaast stelt de rekenkamercommissie vast dat van de onderzoeksterreinen alleen voor het jeugdbeleid specifiek wettelijke verplichtingen bestaan in het kader van burgerparticipatie. 13
14 4. Participatiebeleid 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de onderstaande deelvragen beantwoord: Welke aanvullende mogelijkheden gebruikt de gemeente Midden- Delfland om haar burgers te betrekken bij het gemeentelijk beleid? Heeft de gemeente een actueel participatiebeleid geformuleerd waarin algemene uitgangspunten van de communicatie ten aanzien van burgerparticipatie zijn vastgelegd, voldoet dit beleid aan de wettelijke kaders? In hoofdstuk 3 is ook ingegaan op de aanvullende mogelijkheden die de gemeente Midden-Delfland hanteert om haar burgers te betrekken bij gemeentelijk beleid. De invalshoek was daarbij de gemeentewet die een inspraakverordening voorschrijft. In dit hoofdstuk staat het participatiebeleid van de gemeente centraal en welke aanvullende mogelijkheden de gemeente hierin heeft beschreven voor burgerparticipatie. De rekenkamercommissie heeft normen opgesteld, waaraan het participatiebeleid met betrekking tot burgerparticipatie zou moeten voldoen. Deze normen zijn hoofdzakelijk ontleend aan de tien spelregels voor burgerparticipatie opgesteld door de Nationale Ombudsman. 24 De normen zijn opgenomen in tabel 4-1. De normen worden in paragraaf 4.2 toegelicht. Tabel 3-1 normen voor het participatiebeleid nr. CB1 CB2 CB3 CB4 norm De gemeente heeft een actueel participatiebeleid waarin: De gemeente participatie een vast onderdeel van het politieke en bestuurlijke besluitvormingsproces maakt. (SR 2) De gemeente motiveert in welke gevallen burgers wel of niet worden betrokken bij beleids- en besluitvorming en welke rol de burger krijgt in het participatieproces. (SR 1 + 4) De gemeente zeer terughoudend omgaat met de mogelijkheid participatie te beperken vanwege het algemeen belang en bij beperking hieraan een motivering ten grondslag legt. (SR 3) De gemeente beleidsregels geeft voor een zorgvuldig vormgegeven participatieproces per project. (SR 5) 4.2 Toelichting normen CB1 Participatie als vast onderdeel van het besluitvormingsproces Per beleidsvoornemen afzonderlijk dient de gemeente te bekijken of burgerparticipatie wenselijk is en kan bijdragen aan een betere en meer gedragen besluitvorming. Daarom is het van belang dat participatie een vast onderdeel van het besluitvormingsproces is. Factoren die de gemeente volgens 24 We gooien het de inspraak in Een onderzoek naar de uitgangspunten van behoorlijke burgerparticipatie, de Nationale ombudsman 17 september
15 de Nationale ombudsman in ieder geval moet meewegen bij de afweging van burgerparticipatie, zijn: - de mate waarin de handeling van invloed is op de leefomgeving van burgers; - de beleidsruimte die er feitelijk is; - de noodzaak meer informatie te verkrijgen teneinde een zorgvuldige belangenafweging te maken; - de noodzaak tot het stimuleren van burgerschap. CB2 Motivering Een gemeente heeft zich te houden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals het fair play-beginsel, het verbod van willekeur, het motiveringsbeginsel, het zorgvuldigheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel. De afweging in welke gevallen wel of geen participatie wordt toegepast en welke rol de burger krijgt in het proces, dient dan ook te worden gemotiveerd. Hierdoor wordt inzichtelijk en controleerbaar in hoeverre de gemeente een zorgvuldige afweging heeft gemaakt en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht heeft genomen. CB3 Terughoudendheid beperking De Nationale ombudsman wijst er in haar rapport op dat zorgvuldige burgerparticipatie nodig is om het vertrouwen tussen overheid en burger te verbeteren. 25 De gemeente dient daarom zeer terughoudend om te gaan met de mogelijkheid participatie te beperken vanwege het algemeen belang. Ook hiervoor geldt dat een deugdelijke motivering noodzakelijk is, waarbij inzichtelijk en controleerbaar wordt of de gemeente een zorgvuldige afweging heeft gemaakt. CB4 Beleidsregels Beleidsregels zorgen ervoor dat de participatieprocessen op een consistente wijze worden uitgevoerd en op een zorgvuldige wijze plaatsvinden. Doordat hierbij iedere stap van de procedure wordt vastgelegd en zodoende de procedure voor de gehele gemeente inzichtelijk wordt gemaakt, wordt de kans verkleind dat cruciale stappen worden overgeslagen of dat steeds andere procedures worden gevolgd. 4.3 Participatiebeleid Midden- Delfland Participatiebeleid De gemeente heeft geen participatiebeleid geformuleerd en vastgesteld, waarin algemene uitgangspunten van de communicatie ten aanzien van burgerparticipatie zijn vastgelegd. Ondanks dat het instrument wel met regelmaat in de praktijk wordt toegepast, vormt burgerparticipatie geen vast en formeel onderdeel van het bestuurlijke en politieke besluitvormingsproces. De gemeente heeft daarnaast geen andere beleidsstukken waarin wordt gemotiveerd in welke gevallen burgers wel of niet dienen te worden betrokken bij de beleids- en besluitvorming en welke rol de burger krijgt in het participatieproces. 26 Richtlijnen voor de beperking van participatie vanwege het algemeen belang ontbreken. Communicatiebeleid Beleidsregels voor een zorgvuldig vormgegeven proces van (burger)participatie per project kunnen ook gedeeltelijk in een communicatiebeleid worden vormgegeven. Hierin kan bijvoorbeeld worden opgenomen op welke wijze en binnen welke termijn burgers geraadpleegd moeten worden. De gemeente Midden- Delfland heeft ten tijde van het onderzoek echter geen communicatiebeleid opgesteld. 25 We gooien het de inspraak in Een onderzoek naar de uitgangspunten van behoorlijke burgerparticipatie, de Nationale ombudsman 17 september 2009., p Deze rol kan zoals in hoofdstuk 1 is toegelicht, variëren van geïnformeerd worden tot meebeslissen 15
16 In haar reactie laat de gemeente weten wel degelijk over een communicatiebeleidsdocument te beschikken. Tijdens de voorbereiding en uitvoering van het onderzoek bleek een communicatiebeleid echter niet voorhanden en dit is bevestigd door de afdeling communicatie. De communicatieafdeling is dus niet op de hoogte van en bekend met de inhoud van het communicatieplan. Na afronding van het onderzoek heeft de Rekenkamercommissie de kadernota communicatie alsnog ontvangen, deze is echter niet meer meegenomen in het onderzoek. Procesbeschrijving Beleidsopstelling In de Procesbeschrijving Beleidsopstelling die wordt gehanteerd binnen de gemeente, wordt bij de voorbereiding van beleid voorgeschreven dat de beleidsambtenaar zich verdiept in de materie van het onderwerp. Van de ambtenaar wordt verwacht dat hij feiten en aantallen verzamelt over de omvang van de lokale doelgroep en de belanghebbenden. Ook dient hij te bepalen met welke actoren (waaronder doelgroepen) overleg gevoerd zal worden en dient hij deze overleggen te houden. Vervolgens moet in een startnotitie onder meer de planning van het proces worden weergegeven. Deze startnotitie dient vervolgens te worden voorgelegd aan een klankbordgroep, welke kan bestaan uit belanghebbende inwoners, betrokken verenigingen/instellingen etc. Het overleg is bedoeld om te achterhalen of de startnotitie alle noodzakelijke en gewenste informatie bevat om het beleid vorm te geven en om signalen op te vangen over punten die bij de uitwerking van het beleid bijzondere aandacht behoeven. De procesbeschrijving stelt geen voorschriften of criteria ten aanzien van volledigheid en tijdigheid waarmee de klankbordgroep en andere in het proces betrokken mensen geïnformeerd moeten worden over de voortgang van de beleidsontwikkeling. Digitaal burgerpanel Op 17 maart jongstleden kondigt de gemeente Midden-Delfland op haar website de start van een digitaal burgerpanel aan. De gemeente wil weten hoe de burgers over allerlei zaken denken die met de gemeente te maken hebben. Daartoe wil zij 1 of 2 keer per jaar via internet onderzoeken doen onder de inwoners. De rekenkamercommissie heeft niet geconstateerd dat hier een onderliggende beleidsnotitie van toepassing is. Rol van de afdeling communicatie De communicatieafdeling heeft een wisselende rol bij burgerparticipatieprocessen in de gemeente. Het is afhankelijk van de afdeling en de betreffende ambtenaar die vanuit de lijn verantwoordelijk is voor het beleidsonderdeel of de afdeling communicatie betrokken wordt in het proces. De afdeling adviseert soms over de wijze waarop het communicatieproces wordt ingericht en op welke wijze de burger bereikt kan worden en geeft daarbij advies over de verschillende vormen van communicatie die kunnen worden ingezet. Soms is de rol van de afdeling echter meer redactioneel/faciliterend. Bij sommige beleidsvelden wordt de afdeling communicatie reeds in een vroeg stadium betrokken. Bij andere beleidsvelden wordt zij beperkt of niet betrokken. 4.4 Bevindingen participatiebeleid In onderstaande tabel is de toetsing van de bevindingen aan het normenkader weergegeven. De hoofdnorm is de aanwezigheid van een participatiebeleid. De normen CB1 t/m CB4 zijn hiervan afhankelijk. Omdat de gemeente geen participatiebeleid heeft, heeft de rekenkamercommissie de toetsing aan de normen breder getrokken dan het participatiebeleid. 16
17 Tabel 4-3 Toetsing normen participatiebeleid nr. toetsing onderbouwing Hoofdnorm Niet voldaan De gemeente heeft geen participatiebeleid. CB1 Niet voldaan Los van het ontbreken van het participatiebeleid maakt burgerparticipatie geen vast onderdeel uit van het politieke en bestuurlijke besluitvormingsproces. CB2 CB3 N.v.t. N.v.t. CB4 Niet voldaan Naast een participatiebeleid zijn ook geen beleidsregels gesteld voor een zorgvuldig vormgegeven participatieproces per project. De beleidsregels voor het opstellen van beleid stellen slechts in zeer beperkte mate regels voor het horen van belanghebbenden bij het opstellen van beleid en geven geen regels voor het volledige inrichtingsproces van burgerparticipatie. Doordat de gemeente geen participatiebeleid heeft, kan de rekenkamercommissie niet vaststellen in hoeverre de gemeente terughoudend omgaat met de mogelijkheid participatie te beperken vanwege het algemeen belang en wat haar motivatie hiervoor is. 17
18 5. Uitvoering burgerparticipatie 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de onderstaande deelvragen beantwoord: Voldoet de gemeente aan de wettelijke verplichtingen ten aanzien van burgerparticipatie? Voldoet de feitelijke uitvoering van het instrument burgerparticipatie aan de uitgangspunten van het participatiebeleid en aan de wettelijke kaders? Van welke participatiemogelijkheden maken de burgers gebruik? Welke acties onderneemt de gemeente naar aanleiding van de participatie met burgers? Bovenstaande deelvragen worden per onderzocht beleidsveld beantwoord. In paragraaf 5.3 het jeugdbeleid, in paragraaf 5.4 het groenbeheer, in paragraaf 5.5 de reconstructie speelplaatsen en in paragraaf 5.6 het streefbeeld vitale dorpen. De rekenkamercommissie heeft normen opgesteld, waaraan de uitvoering van burgerparticipatie zou moeten voldoen. Deze normen zijn hoofdzakelijk ontleend aan de tien spelregels voor burgerparticipatie opgesteld door de Nationale Ombudsman. 27 De normen worden in paragraaf 5.2 toegelicht. Tabel 5-1 normen voor de uitvoering van burgerparticipatie nr. norm criteria UV1 UV2 UV3 UV4 UV5 De gemeente voldoet aan de wettelijke verplichtingen ten aanzien van burgerparticipatie. De uitvoering van de burgerparticipatie voldoet aan het participatiebeleid. Per participatieproject wordt door de gemeente een participatienotitie opgesteld. (SR 5) De gemeente informeert de burgers tijdig* en volledig over het onderwerp van participatie, hun rol en de manier waarop het participatieproces vorm krijgt. (SR 9) De gemeente levert extra inspanning om alle belanghebbenden actief te betrekken, dus ook degenen die zich niet meteen in eerste instantie zelf aanmelden. (SR 8) De gemeente maakt daarin expliciet: - welk onderwerp ter discussie staat; (SR5) - wie de belanghebbenden zijn; - op welke wijze het proces wordt ingericht; (SR5) - op welke wijze de burger bereikt kan worden. (SR5) 27 We gooien het de inspraak in Een onderzoek naar de uitgangspunten van behoorlijke burgerparticipatie, de Nationale ombudsman 17 september
19 UV6 De gemeente weegt de inbreng van burgers mee in de uiteindelijke beslissing en maakt dat zichtbaar. (SR 6) - De gemeente legt de inbreng schriftelijk vast. (SR10) - De gemeente geeft gemotiveerde reactie op de zienswijzen. (SR 10) - De gemeente informeert burgers gedurende het participatietraject regelmatig** over wat er gebeurt met hun inbreng. (SR 10) * Tijdig: Op een dusdanig moment dat enig beleidsvoornemen is uitgekristalliseerd, maar de definitieve besluitvorming daarover nog niet heeft plaatsgevonden. De inspraak moet de besluitvorming dus nog kunnen beïnvloeden ** Regelmatig: Dit is in ieder geval op momenten waarop het traject maanden stilligt of wordt stopgezet en op het moment dat de inbreng al dan niet is verwerkt in het beleid. 5.2 Toelichting normen UV3 Participatienotitie Een participatienotitie per project is een plan van aanpak voor burgerparticipatie. Hierin wordt duidelijk welke acties uitgezet moeten worden om de burger op een zorgvuldige wijze te betrekken in het proces. Het opstellen van de notitie maakt het noodzakelijk voor de verantwoordelijken na te denken over het in te zetten instrument van burgerparticipatie. Het draagt tevens bij aan het zorgvuldig vormgeven van het proces. UV4 Informatievoorziening Het is noodzakelijk de burger reeds bij aanvang van het proces duidelijk te maken welke rol deze heeft, hoe het proces is vormgegeven en over welk onderwerp precies inbreng wordt gevraagd. Dit om teleurstellingen bij burgers te voorkomen, waardoor zij wellicht minder geneigd zullen zijn in de toekomst weer te participeren en eventueel hun vertrouwen in het gemeentebestuur en de ambtelijke organisatie kunnen verliezen. UV5 Bereik belanghebbenden Voor burgerparticipatie is het van belang dat alle mensen de gelegenheid krijgen hun inbreng kenbaar te maken. Datgene wat hen bezighoudt zal ook een rol moeten krijgen bij de totstandkoming van beleid en of besluiten. 28 UV6 Afhandeling inbreng burgers Ook voor het vertrouwen van de burger in de gemeente en zijn bereidheid te participeren is het belangrijk de inbreng van de burger daadwerkelijk mee te wegen bij de beleidsvorming en het besluit hierover. Het is evident dat dit zichtbaar moet zijn voor de burger. 28 We gooien het de inspraak in Een onderzoek naar de uitgangspunten van behoorlijke burgerparticipatie, de Nationale ombudsman 17 september 2009, p
Rekenkamercommissie. Onderzoeksvoorstel Communicatiebeleid Rekenkamercommissie Midden-Delfland
Onderzoeksvoorstel Communicatiebeleid Rekenkamercommissie Midden-Delfland 2 september 2009 1 Inhoudsopgave 1. Aanleiding en achtergronden onderzoeksvraag... 3 2. Centrale vraagstelling... 3 3. Omschrijving
Nadere informatieconcept-algemene inspraak- en participatieverordening gouda
Bijlage 3. regeling nummer 1.4.1 concept-algemene inspraak- en participatieverordening gouda nr. 1.4.1 g. indien het belang van inspraak of participatie niet opweegt tegen het belang van handhaving van
Nadere informatieonder intrekking van de inspraakverordening 2004, de Algemene inspraak- en participatieverordening Waalwijk 2012 vast te stellen.
De raad van de gemeente Waalwijk; gelet op artikel 150 Gemeentewet van de Gemeentewet; BESLUIT: onder intrekking van de inspraakverordening 2004, de Algemene inspraak- en participatieverordening Waalwijk
Nadere informatiealgemene inspraak- en participatieverordening gouda
Bijlage 3. regeling nummer 1.4.1 algemene inspraak- en participatieverordening gouda vastgesteld bekendgemaakt inwerkingtreding laatste wijziging - pagina 2 nr. 1.4.1 de raad van de gemeente gouda Gelezen
Nadere informatieI Inleiding. Startnotitie Burgerparticipatie binnen de gemeente Cuijk. Vastgesteld in de rekenkamercommissie van 23 februari 2010.
Startnotitie Burgerparticipatie binnen de gemeente Cuijk Vastgesteld in de rekenkamercommissie van 23 februari 2010 I Inleiding De Rekenkamercommissie doet onafhankelijk onderzoek naar het gevoerde beleid
Nadere informatiePARTICIPATIE- EN INSPRAAKVERORDENING GEMEENTE HOUTEN
(Gewijzigd n.a.v. de raadsvergadering van 23 januari 2018) De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 december 2017; overwegende dat het
Nadere informatieOnderzoeksopzet Communicatie
Onderzoeksopzet Communicatie Rekenkamercommissie Heerenveen Februari 2009 Rekenkamercommissie Heerenveen: onderzoeksopzet communicatie 1 Inhoudsopgave A. Wat willen we bereiken 1. Aanleiding en achtergronden
Nadere informatieInspraakverordening Wetterskip Fryslân
Inspraakverordening Wetterskip Fryslân Begripsbepalingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. Inspraak: een door of namens het dagelijks bestuur geboden gelegenheid voor ingezetenen en
Nadere informatieAan de gemeenteraad. 2. de basis voor de inspraakverordening, artikel 150 Gemeentewet (Gem.wet), wordt gewijzigd.
Bijlagen 2006 Agendapunt: 12 6 december 2006 nr. 45/5 reg.nr. PR05.317/05.20 Voorstel tot het vaststellen van de Inspraakverordening Oldenzaal 2006 en de daarbij behorende toelichting Aan de gemeenteraad
Nadere informatieBurgerparticipatie in Alkmaar. Gemeente Alkmaar
Burgerparticipatie in Alkmaar Gemeente Alkmaar 1 Burgerparticipatie in Alkmaar Aanleiding en ambitie In het kader van het programma Harmonisatie is ook het burgerparticipatiebeleid opnieuw bekeken. Voor
Nadere informatieToelichting. Toelichting Inspraakverordening Stadsdeel Oud-Zuid Algemene toelichting
Toelichting Toelichting Inspraakverordening Stadsdeel Oud-Zuid 2006 Algemene toelichting Artikel 150 Gemeentewet In artikel 150 Gemeentewet is aan de gemeenteraad de verplichting opgelegd een inspraakverordening
Nadere informatieStartnotitie Interactieve Beleidsvorming
Startnotitie Interactieve Beleidsvorming Status: concept Bestuurlijk opdrachtgever: Drs J.F.N. Cornelisse Ambtelijk opdrachtgever: Drs H.J. Beumer Ambtelijk opdrachtnemer: Drs M.M.H. de Boer Datum 17-03-2010
Nadere informatieINSPRAAK- EN SAMENSPRAAKVERORDENING GEMEENTE VELSEN 2010
INSPRAAK- EN SAMENSPRAAKVERORDENING GEMEENTE VELSEN 2010 HOOFDSTUK 1 Inspraak Artikel 1 Begripsomschrijvingen De verordening verstaat onder: a. inspraak: inspraakgerechtigden de mogelijkheid geven om hun
Nadere informatieInitiatiefvoorstel klankbordgroepen
Initiatiefvoorstel klankbordgroepen Inleiding In Langedijk lopen momenteel een aantal grote, ingrijpende projecten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van door de gemeente ingestelde klankbordgroepen. Daarnaast
Nadere informatieAdviesraad Sociaal Domein ADVIESRAAD GILZE EN RIJEN
Adviesraad Sociaal Domein ADVIESRAAD GILZE EN RIJEN Inleiding De Adviesraad Sociaal Domein is in de huidige opzet gestart sinds eind 2013. De wijze waarop voorheen de WMO raad was ingericht voldeed voor
Nadere informatieb. De benoemingprocedure en zittingsduur van de leden, de plaatsvervangende leden en de voorzitter;
De raad van de gemeente Woudrichem, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 augustus 2007, gelet op de artikelen 9, 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning,
Nadere informatieVERORDENING ADVIESRAAD SOCIAAL DOMEIN
VERORDENING ADVIESRAAD SOCIAAL DOMEIN De raad van de gemeente... overwegende dat er een verordening adviesraad sociaal domein moet komen, gelet op artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.1.3 derde
Nadere informatieBestuursopdracht. Centrumvisie
Bestuursopdracht Centrumvisie Bestuursopdracht Centrumvisie Opdrachtgever: Auteur: gemeente Scherpenzeel afdeling Ruimte en Groen W. Hilbink/W.Algra Datum: 2 december 2014 Centrumvisie Scherpenzeel -1-
Nadere informatieWettelijke basis cliëntenparticipatie WWB, WIJ, WSW en WMO
Wettelijke basis cliëntenparticipatie WWB, WIJ, WSW en WMO WWB Art. 47. Verordening cliëntenparticipatie De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de personen, bedoeld in artikel
Nadere informatieMogelijkheid tot indienen zienswijze is geen rechtsbescherming
Zienswijze en UOV Mogelijkheid tot indienen zienswijze is geen rechtsbescherming Ondanks het feit dat het indienen van een zienswijze niet gerekend kan worden tot de vormen van rechtsbescherming in het
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE. Voorwoord 2. Samenvatting Doelstellingen van burgerparticipatie Definitie Onderscheid inspraak en participatie 6
INHOUDSOPGAVE Voorwoord 2 Samenvatting 3 1. Inleiding 4 2. De kaders voor burgerparticipatie 6 2.1 Doelstellingen van burgerparticipatie 6 2.2 Definitie 6 2.3 Onderscheid inspraak en participatie 6 2.4
Nadere informatieARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING. Algemeen
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Algemeen In deze verordening is niet uitdrukkelijk bepaald dat inspraak uitsluitend wordt verleend door het college van burgemeester en wethouders. In de Wet ruimtelijke ordening
Nadere informatieNotitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening
Notitie Beleid ten behoeve van Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening Gemeente Bussum Afdeling Ruimtelijke Inrichting September 2009 1 1. AANLEIDING De gemeente Bussum heeft in het jaar
Nadere informatieEvaluatie college participatie Evenementenkader Ouderkerkerplas
Evaluatie college participatie Evenementenkader Ouderkerkerplas Van: Ron Keesom, projectleider Ouderkerkerplas en Judith Riemersma, projectleider participatie Datum: 3 mei 2017 In opdracht van: college
Nadere informatieOnderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015
Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015 Onderzoeksopzet van de Rekenkamercommissie voor Vlagtwedde en Bellingwedde Inleiding De gezamenlijke Rekenkamercommissie (RKC) van de gemeenten Vlagtwedde en Bellingwedde
Nadere informatieRKC Opsterland. Onderzoeksplan Integratie Statushouders in de gemeente Opsterland
RKC Opsterland Onderzoeksplan Integratie Statushouders in de gemeente Opsterland Beetsterzwaag, 12 oktober 2016 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Motivatie onderzoek 3 Doelstelling 4 Vraagstelling 4 Normenkader
Nadere informatieNotitie Werkgroep Burgerparticipatie
Notitie Werkgroep Burgerparticipatie Aanleiding Op 11 mei 2010 is aan de burgemeester van de gemeente Montferland, het burgerinitiatiefvoorstel van de heren Van Elk en Reumer, inzake burgerparticipatie,
Nadere informatieDecentrale regelgeving
Decentrale regelgeving Overheidsorganisatie Gemeente Lansingerland Organisatie die de regeling Gemeente Lansingerland vaststelt Vastgesteld door Gemeenteraad Titel regelgeving Verordening Interactieve
Nadere informatieReglement van orde Rekenkamercommissie Westerveld
Reglement van orde Rekenkamercommissie Westerveld Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen 2 Artikel 1. Begripsomschrijvingen 2 Artikel 2. De rekenkamercommissie 2 Artikel 3. De ambtelijk secretaris
Nadere informatieGemeente Hellendoorn. Aan de raad
Punt (2 : Aanbevelingen onderzoek Rekenkamer West Twente: Onroerende zaken Gemeente Hellendoorn Aan de raad Samenvatting: De Rekenkamer West Twente heeft onderzoek gedaan naar het beleid over - en het
Nadere informatieOnderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld
Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld December 2011 1. Inleiding In 2003 bezocht de burgemeester van de gemeente Barneveld samen met de politie en de woningstichting de dorpskernen van de gemeente
Nadere informatieRKC Medemblik Opmeer. Notitie onderzoeksopzet
Notitie onderzoeksopzet Rekenkamerrapport: Burgerparticipatie en de rol van de raad 25 mei 2016 Rekenkamercommissie Medemblik - Opmeer 1 Inhoudsopgave 1 Aanleiding onderzoek 3 2 Inleiding, doelstelling
Nadere informatiegelezen het voorstel van de portefeuillehouder Bestuurlijke zaken, calamiteiten, handhaving en externe contacten;
VERGADERING 16 ĴUİİ 2013 AGENDAPUNTNUMMER KENMERK B1302434 BESLUIT D&H: INSPRAAKVERORDENING WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA 2013 HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN VAN WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA; gelezen
Nadere informatieRapportage. Effectmeting naar onderzoek Weten waarom uit 2008. Alphen-Chaam. Rekenkamercommissie Alphen-Chaam / Baarle-Nassau.
1 Rekenkamercommissie Alphen-Chaam / Baarle-Nassau Rapportage Effectmeting naar onderzoek Weten waarom uit 2008 Alphen-Chaam 7 juli 2011 W E T E N W A A R O M A L P H E N - C H A A M 2 1 Inleiding De Rekenkamercommissie
Nadere informatieInspraakverordening gemeente Schiedam
Inspraakverordening gemeente Schiedam Vastgesteld : 19 september 2005 Inwerking : VR2005/112 Artikel 1 Begripsomschrijvingen De verordening verstaat onder: a. inspraak: het betrekken van ingezetenen en
Nadere informatieLeidraad communicatie en participatie particuliere (bouw)initiatieven
Leidraad communicatie en participatie particuliere (bouw)initiatieven Versie 1.0 Augustus 2018 Omwonenden en belanghebbenden eerder betrekken De gemeente Dalfsen wil dat inwoners in een vroeg stadium betrokken
Nadere informatieKWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak
KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak Rekenkamercommissie Kempengemeenten 23 september 2011 1. Achtergrond en aanleiding In 2008 heeft de gemeente Oirschot de Bestuursvisie 2002-2012
Nadere informatie18 nov Postreg.nr. Directeur: Tel.nr K. Burger
Voorstel voor de gemeenteraad Voorstelnummer V.2008-114 Datum: Behandelend F.A. Linthorst ambtenaar 18 nov. 2008 Postreg.nr. Directeur: Tel.nr 0345-636292 K. Burger ONDERWERP: Adviesraad Wet maatschappelijke
Nadere informatieREKENKAMERCOMMISSIE GEMEENTE VAALS COMMUNICATIEPLAN
REKENKAMERCOMMISSIE GEMEENTE VAALS COMMUNICATIEPLAN Vastgesteld d.d. 9 maart 2016 1 Colofon De rekenkamercommissie van de gemeente Vaals is een onafhankelijke commissie binnen de gemeente. Zij bestaat
Nadere informatieVerordening cliëntenparticipatie sociaal domein gemeente Mook
Verordening cliëntenparticipatie sociaal domein gemeente Mook en Middelaar 2016 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door
Nadere informatieRKC s OWO. Onderzoeksplan. Armoedebeleid. April 2015. Ooststellingwerf, Weststellingwerf, Opsterland
Onderzoeksplan Armoedebeleid April 2015 Colofon De rekenkamercommissies van Ooststellingwerf en Opsterland bestaan uit drie externe leden. De rekenkamercommissie van Weststellingwerf bestaat uit drie externe
Nadere informatieBestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld
Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening Gemeente Rucphen Vastgesteld Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening Gemeente Rucphen Vastgesteld Rapportnummer: IMRO-Idn: 211x06608.077039_1
Nadere informatieons kenmerk ECGR/U201301490 Lbr. 13/100
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Modelverordening elektronische kennisgeving uw kenmerk ons kenmerk ECGR/U201301490 Lbr. 13/100 bijlage(n)
Nadere informatieOnderwerp Aanpassing welstandsnota ten behoeve van de ontwikkeling van de Ronerborg-locatie te Roden, inspraak
Aan de gemeenteraad Agendapunt Documentnr.: RV15.0786 Roden, 2016 Onderwerp Aanpassing welstandsnota ten behoeve van de ontwikkeling van de Ronerborg-locatie te Roden, inspraak Onderdeel programmabegroting:
Nadere informatieonderzoeksopzet kwaliteit dienstverlening
onderzoeksopzet kwaliteit dienstverlening Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Kwaliteit dienstverlening rekenkamercommissie Oss 23 maart 2007 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND...3 2. AFBAKENING...3
Nadere informatieVan WRO naar Wro (de gemeenteraad)
Van WRO naar Wro (de gemeenteraad) Op 1 juli 2008 zal de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking treden. Deze wet vervangt de huidige Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). De Wro kent een vernieuwd stelsel
Nadere informatieBestuurlijke integriteit
Bestuurlijke integriteit Onderzoek Bestuurlijke Integriteit Onderzoeksopzet Rekenkamercommissie De Wolden Maart 2014 Status: definitief Versie: 4 Rekenkamercommissie De Wolden 1 A. Wat willen wij bereiken?
Nadere informatieverbonden stichtingen
verbonden stichtingen 1 inleiding aanleiding Capelle aan den IJssel werkt sinds enkele jaren met verbonden stichtingen. Zo bestaat sinds 2011 de stichting CapelleWerkt, is in 2014 de stichting Centrum
Nadere informatieonderzoeksopzet burgerparticipatie
onderzoeksopzet burgerparticipatie 2 burgerparticipatie 1 inleiding aanleiding Op 7 oktober 2015 heeft de Rekenkamer Capelle aan den IJssel een zogenoemde stemkastsessie georganiseerd met de raad. Op basis
Nadere informatiePortefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)
Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der
Nadere informatieDoel en functioneren van wijkraden
Doel en functioneren van wijkraden Kenmerk: INT11.0235 Bijlage bij kadernotitie burgerparticipatie Samen beter 1. Inleiding en samenvatting De samenwerking tussen wijkraden en gemeente is nadrukkelijk
Nadere informatieJAARVERSLAG COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN 2016/2017. Gemeente Losser
JAARVERSLAG COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN 2016/2017 Gemeente Losser 14 mei 2018 Inhoudsopgave Voorwoord 2 1. Inleiding 3 2. Samenstelling en taakverdeling 4 3. Vergaderingen 5 4. Aantallen bezwaarschriften
Nadere informatieVRAGENBOOM INTERACTIEF WERKEN [IBO-protocol]
VRAGENBOOM INTERACTIEF WERKEN [IBO-protocol] Inleiding De vragenboom is een hulpmiddel om weloverwogen te bepalen of en in welke vorm interactief wordt gewerkt. Bij het aanbieden van de ingevulde vragenboom
Nadere informatieDe Utrechtse Participatiestandaard
De Utrechtse Participatiestandaard Participatie leidt tot betere projecten, betere afwegingen en besluitvorming en tot meer draagvlak. Bij ieder project is de vraag aan de orde wanneer en in welke mate
Nadere informatieONDERZOEKSPROTOCOL REKENKAMERCOMMISSIE STAPHORST. Beschrijving werkwijze onderzoeken rekenkamercommissie
ONDERZOEKSPROTOCOL REKENKAMERCOMMISSIE STAPHORST Beschrijving werkwijze onderzoeken rekenkamercommissie 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Onderwerpselectie.. 4 3. Onderzoeksopzet. 5 4. Aankondiging.. 5
Nadere informatieReglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de rekenkamercommissie Zaltbommel. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de rekenkamercommissie Zaltbommel Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan
Nadere informatie17 november 2015 Corr.nr , FC Nummer 82/2015 Zaaknr
17 november 2015 Corr.nr. 2015-49.452, FC Nummer 82/2015 Zaaknr. 603304 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen inzake het optimaliseren van de huidige Planning & Controlcyclus
Nadere informatieRaadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :
Ag nr. : Datum :07-10-08 Onderwerp Vaststelling speelruimteplan gemeente Boxtel 2008-2017 Status besluitvormend Voorstel 1. Het beleid met de bijbehorende beleidskaders van het speelruimteplan gemeente
Nadere informatie2. Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht. 3. Geen inspraak wordt verleend:
Be read van d@ gemeente Haarlemmermeer; gelezen het voorstel van het college van 20 mei 2008 (Raadsvoorstel2008/19Q50); gelet op artlkel 150 van de Gemeentewet en de actualisatie van kat participatiebelaid;
Nadere informatieOnderzoek Inkoop en aanbestedingen Onderzoeksopzet. Rekenkamercommissie De Wolden September 2016 Status: definitief Versie: 1.0
Onderzoek Inkoop en aanbestedingen Onderzoeksopzet Rekenkamercommissie De Wolden September 2016 Status: definitief Versie: 1.0 Rekenkamercommissie De Wolden 1 A. Wat willen wij bereiken? 1. Aanleiding
Nadere informatieOnderzoeksprotocol Rekenkamer West-Brabant
Onderzoeksprotocol Rekenkamer West-Brabant Vastgesteld door de Rekenkamer West-Brabant in haar vergadering van 25 oktober 2010. Dit onderzoeksprotocol vloeit voort uit het Reglement van Orde, vastgesteld
Nadere informatieTotaalbeeld rekenkameronderzoek naar de positie van de raad bij kaderstelling, sturing en controle van grote projecten Overkoepelende rapportage
Totaalbeeld rekenkameronderzoek naar de positie van de raad bij kaderstelling, sturing en controle van grote projecten Overkoepelende rapportage Status: overkoepelende rapportage, vastgesteld door de rekenkamercommissies
Nadere informatieVOORBLAD RAADSVOORSTEL. Jacqueline Verbeek publiek & dienstverlening :j Bestemmingsplan "Odijkerweg e.o."
VOORBLAD RAADSVOORSTEL Gemeente Zeist I 13RV0039 Ronde Tafel Debat Raadsvergadering Gewijzigd voorstel Portefeuillehouder Organisatieonderdeel Telefoon Datum Onderwerp I 14 mei 2013 Jacqueline Verbeek
Nadere informatieDe raad van de gemeente Heemskerk; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 december 2017;
Bekendmaking vaststelling beleid De raad van Heemskerk maakt bekend de Verordening participatie sociaal domein gemeente Heemskerk 2018 op 22 februari 2018 te hebben vastgesteld. De Verordening participatie
Nadere informatieWijkraad Lent - Rekenkamer Nijmegen
Wijkraad Lent - Rekenkamer Nijmegen Hieronder een eerste en tweede reactie van de Rekenkamer. 1 Bijlage: Ambitiedocument Burgerparticipatie met bijbehorende Verordening te downloaden via deze link. Eerste
Nadere informatieArtikel 3 Inspraakgerechtigden Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.
CVDR Officiële uitgave van Westerveld. Nr. CVDR46208_1 15 mei 2018 De raad van de gemeente Westerveld; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 juni 2006; Gelet op de desbetreffende bepalingen
Nadere informatieRegistratienummer: GF13.20063 Datum: 17 september 2013 Agendapunt: 20
Aan de gemeenteraad Registratienummer: GF13.20063 Datum: 17 september 2013 Agendapunt: 20 Portefeuillehouder: De heer L. Buwalda Behandelend ambtenaar: Mevrouw I. de Graaf/ De heer W. de Jong Onderwerp:
Nadere informatieVERORDENING ALGEMENE VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HENDRIK-IDO-AMBACHT 2015
VERORDENING ALGEMENE VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HENDRIK-IDO-AMBACHT 2015 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN artikel 1.1 Begripsomschrijvingen In deze verordening en de daarop berustende
Nadere informatieRKC Medemblik Opmeer
Notitie Opzet kort onderzoek Rekenkamerbrief: Reserves, voorzieningen en begrotingsramingen 25 mei 2016 Rekenkamercommissie Medemblik - Opmeer 1 Inhoudsopgave 1 Aanleiding onderzoek 3 2 Doelstelling en
Nadere informatieParagraaf 1 Algemene bepalingen
INSPRAAKVERORDENING De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. gelet op het bepaalde in artikel 150 van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen
Nadere informatieDelfts Doen! Delftenaren maken de stad
Inhoud A Delfts Doen! Delftenaren maken de stad 1 Delfts Doen! Delftenaren maken de stad P lannen maken in de stad doe je niet alleen. Een goed initiatief vraagt samenwerking en afstemming met bewoners,
Nadere informatieVoorstel : Vaststelling van: a. de Financiële verordening gemeente Sint Anthonis
Raadsvergadering : 27 oktober 2003. Agendapunt : 11. Voorstel : Vaststelling van: a. de Financiële verordening gemeente Sint Anthonis (artikel 212 Gemeentewet); b. de Controleverordening gemeente Sint
Nadere informatieVerordening Sociale Adviesraad Waalwijk 2016
De raad van de gemeente Waalwijk; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 maart 2016; Gelet op de Gemeentewet, artikel 149 en gelet op de cliënten- en burgerparticipatie
Nadere informatieEen onderzoek naar de manier waarop de burgemeester van Valkenswaard is omgegaan met de klachten van een belanghebbende over een besluit.
Rapport Bezwaar of klacht? Een onderzoek naar de manier waarop de burgemeester van Valkenswaard is omgegaan met de klachten van een belanghebbende over een besluit. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt
Nadere informatieonderzoeksopzet handhaving
onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...
Nadere informatieRKC ONDERZOEKSPLAN. Weststellingwerf. Toezeggingen aan burgers en bedrijven. Oktober 2015
ONDERZOEKSPLAN Toezeggingen aan burgers en bedrijven Oktober 2015 Inhoudsopgave Inleiding... 1 Motivatie onderzoek... 1 Aanleiding... 1 Doelstelling... 2 Vraagstelling... 2 Toetsingskader... 2 Afbakening...
Nadere informatieA.J. Gerritsen 25 september 2014
Portefeuillehouder Datum raadsvergadering A.J. Gerritsen 25 september 2014 Datum voorstel 15 juli 2014 Agendapunt Onderwerp Publicatie van gemeentelijke kennisgevingen De raad wordt voorgesteld te besluiten:
Nadere informatieAlgemene conclusie per gemeente
Oplegnotitie bij het RSD onderzoeksrapport Deze oplegnotitie vat de belangrijkste zaken uit het RSD onderzoek samen. Deze oplegnotitie is gebaseerd op het rapport dat het onderzoeksbureau De Lokale Rekenkamer
Nadere informatieRaadsvoorstel Agendanr. :
Raadsvoorstel Agendanr. : Onderwerp: Onderzoek rekenkamercommissie naar de Bezwaarafhandeling in de gemeente s-hertogenbosch Reg.nr. : 12. B&W verg.. : Commissie : n.v.t. FES Cie_verg. : 27 augustus 2012
Nadere informatieBeslispunt: 1. Verordening cliëntenraad sociale zekerheid gemeente Woudrichem 2010 vast te stellen.
VOORSTEL AAN DE RAAD Onderwerp Samenvatting, doel en beslispunten Toelichting Verordening Cliëntenraad sociale zekerheid Op 1 oktober 2009 is de Wet investering in jongeren (WIJ) ingegaan. De WIJ schrijft
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13672 27 mei 2013 Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,
Nadere informatieRegeling burgerparticipatie Wet Maatschappelijke Ondersteuning
Burgemeester en wethouders van de gemeente Hellendoorn gelet op de verplichting tot burgerparticipatie in het kader van de artikel 1 1 en 1 2 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning gelet op artikel
Nadere informatieAan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 9 oktober 2007 Nummer voorstel: 2007/113
Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 9 oktober 2007 Nummer voorstel: 2007/113 Voor raadsvergadering d.d.: 23-10-2007 Agendapunt: 14
Nadere informatiebesluit van de gemeenteraad
besluit van de gemeenteraad voorstelnummer iz-nummer 3 onderwerp Verordening op de rekenkamer Gouda De raad van de gemeente Gouda; gelezen het voorstel van het presidium van 2 januari 2007 nr 3; gehoord
Nadere informatieb e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.
Nr: 13-13 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 13-13; gelet op artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening (Wro); b e s l u i t : vast te stellen de volgende:
Nadere informatieRAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg. Aan de raad,
RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 12-09-2013 13-065 Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg Aan de raad, Onderwerp Gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg.
Nadere informatieInhuur in de Kempen. Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden. Onderzoeksaanpak
Inhuur in de Kempen Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden Onderzoeksaanpak Rekenkamercommissie Kempengemeenten 21 april 2014 1. Achtergrond en aanleiding In gemeentelijke organisaties met een omvang als
Nadere informatieSamenvatting : In deze startnotitie worden de uitgangspunten en het proces om tot een Basisdocument Burgerparticipatie te komen beschreven.
Voorstel aan : Gemeenteraad van februari 2011 Nummer : 9 Onderwerp : Burgerparticipatie Bijlage(n) : 1. Overzicht participanten 2. Manieren van participeren 3. Concept raadsbesluit Samenvatting : In deze
Nadere informatieArtikel 4 Eed/gelofte Ten aanzien van de leden is artikel 81 g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
CONCEPT VERORDENING OP DE REKENKAMERCOMMISSIE TIEL De raad van de gemeente Tiel; gelezen het voorstel van het presidium van.. 2016; gelet op het bepaalde in artikel 81oa van de Gemeentewet; besluit: 1.
Nadere informatieStand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek financiële ondersteuning sportverenigingen door de gemeente
Bijlage 2: Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek financiële ondersteuning sportverenigingen door de gemeente De Rekenkamer heeft haar onderzoek naar de financiële
Nadere informatieBurgerparticipatie. 22 mei 2008
Burgerparticipatie mei 008 Inleiding De gemeente Terneuzen laat meer en meer zien, dat de burger de belangrijkste 'klant' van de gemeente is. De overtuiging wint veld, dat samenwerking met en participatie
Nadere informatieMONITOR BURGERPARTICIPATIE 2013 ENQUÊTE
MONITOR BURGERPARTICIPATIE 2013 ENQUÊTE De Monitor Burgerparticipatie wordt tweejaarlijks uitgevoerd om het gemeentelijk beleid en activiteiten op het gebied van burgerparticipatie landelijk in kaart te
Nadere informatieG e m e e n t e S l u i s
Raadsvoorstel Pag. 1 Datum vergadering 16 juli 2009 Nr. Omschrijving agendapunt Portefeuillehouder Voorstel tot het opstarten van de inspraakprocedure voor de Structuurvisie Wonen conform de gemeentelijke
Nadere informatieVoor wat deze agenda betreft komen de agendapunten 3 en 13 voor het spreekrecht in aanmerking.
Vergadering Besluitvormende raadsbijeenkomst 23-06-2016 Plaats: Raadzaal Tijd: 19:30-23:00 Voorzitter: dhr. E.R. Jaensch Griffier: dhr. F. Kromhout 1 Opening en mededelingen omtrent de vergadering. tijd:
Nadere informatieVerordening algemene voorzieningenmaatschappelijke ondersteuning gemeente Hendrik-Ido-Ambacht 2015
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hendrik-Ido-Ambacht. Nr. 179350 20 december 2016 Verordening algemene voorzieningenmaatschappelijke ondersteuning gemeente Hendrik-Ido-Ambacht 2015 Hoofdstuk
Nadere informatieHet college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen.
tekst raadsvoorstel Inleiding Vanaf januari 2015 (met de invoering van de nieuwe jeugdwet) worden de gemeenten verantwoordelijk voor alle ondersteuning, hulp en zorg aan kinderen, jongeren en opvoeders.
Nadere informatieCliëntenparticipatie WWB, IOAW, IOAZ en WSW 2012
Cliëntenparticipatie WWB, IOAW, IOAZ en WSW 2012 Verordening m.i.v. 1 januari 2012 Vastgesteld d.d. 21 december 2011 De raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk; gelezen het voorstel van het College van
Nadere informatieGrondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert
Onderzoeksaanpak Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert september 2013 Rekenkamer Weert 1. Achtergrond en aanleiding Het grondbeleid van de gemeente Weert heeft tot doel bijdrage te leveren, met
Nadere informatieBijlage 1: wetteksten met toelichting cliënten- en burgerparticipatie
In deze informatie-set vindt u voorbeelden van documenten en profielen die door Wmo Adviesraden zijn gebruikt in het Plan van aanpak bij de omvorming naar een brede Adviesraad Sociaal Domein of Participatieraad.
Nadere informatiewerkzaamheden en/of het daarbij veranderende gebruik van panden en/of percelen,
Indieningsvereisten Ruimtelijke Plannen gemeente Woudenberg Zoals vastgesteld en van toepassing sinds januari 2012 en gewijzigd vastgesteld 16 juli 2015 Inleiding Voor het opstellen van een bestemmingsplan
Nadere informatie