Digitale economie Bijlage 0 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Digitale economie Bijlage 0 1"

Transcriptie

1 EUROPESE COMMISSIE OPENBARE RAADPLEGING OVER DE "EUROPA 2020"-STRATEGIE Naam: Joeri De Blauwer Gegevens: Adres: Boudewijnlaan 30 bus Brussel Telefoonnummer: 0032(0) adres: Land van vestiging: België Taal van uw bijdrage: Nederlands Type organisatie: Lidstaat Overheidsinstantie Geregistreerde organisatie Geregistreerd bedrijf Particulier Niet-geregistreerde organisatie/bedrijf X Andere, namelijk: VLAAMSE REGERING (REGIO) Belangrijkste onderwerp(en) in uw bijdrage: Economische en financiële zaken Concurrentievermogen Industrie Interne markt Werkgelegenheid Onderzoek, ontwikkeling en innovatie Digitale economie Bijlage 0 1

2 Klimaat, energie en grondstoffenefficiëntie Onderwijs Armoede/sociale uitsluiting X Andere, namelijk: de antwoorden van de Vlaamse Regering hebben zowel betrekking op de governance als de inhoudelijke dimensie van de Europa 2020-strategie. Registratienummer (als u/uw organisatie in het Transparantieregister is ingeschreven): Mijn antwoord mag... X...samen met mijn persoonlijke gegevens worden gepubliceerd...alleen anoniem worden gepubliceerd...niet worden gepubliceerd A) Achtergrond van de openbare raadpleging In maart 2010 heeft de EU het startschot gegeven voor de Europa 2020-strategie om slimme, duurzame en inclusieve groei te bevorderen. Die moet van Europa een concurrerende kenniseconomie maken, zonder afbreuk te doen aan het sociale marktmodel van de EU, en tegelijkertijd onze grondstoffenefficiëntie te verbeteren. De strategie is bedoeld als partnerschap tussen de EU en de lidstaten om groei en werkgelegenheid te bevorderen. De Europa 2020-strategie draait rond vijf hoofddoelstellingen op het gebied van werkgelegenheid, onderzoek en ontwikkeling, klimaat en energie 1, onderwijs en de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Ook bevat de strategie een reeks actieprogramma's, zogenaamde vlaggenschipinitiatieven, op zeven gebieden die van cruciaal belang worden geacht voor meer groei, namelijk innovatie, de digitale economie, werkgelegenheid, jeugd, industriebeleid, armoede en grondstoffenefficiëntie. De EU ondersteunt de doelstellingen van de strategie ook centraal met haar beleid voor de interne markt, de EU-begroting en de buitenlandagenda. Uitvoering en toezicht in verband met de Europa 2020-strategie vallen onder het Europees Semester, de jaarlijkse procedure om het economisch en begrotingsbeleid op EU-niveau te coördineren. In het kader van het Europees Semester bespreken de EU-instellingen gezamenlijk de brede prioriteiten, doen de lidstaten jaarlijks toezeggingen en stelt de Commissie landspecifieke aanbevelingen op, die op het hoogste niveau door de leiders in de Europese Raad onderschreven worden. Deze aanbevelingen moeten de lidstaten meenemen in hun beleid en begroting. Samen met de EU-begroting vormen de 1 In januari 2014 heeft de Commissie een kader voor het energie- en klimaatbeleid tot 2030 gepresenteerd. Enkele belangrijke punten: de uitstoot aan broeikasgassen moet 40% onder het niveau van 1990 komen, in de hele EU moet minstens 27% van de gebruikte energie hernieuwbaar zijn en de energie-efficiëntiedoelstellingen worden nog verder aangescherpt. Bijlage 0 2

3 landspecifieke aanbevelingen dan ook een essentieel instrument voor de uitvoering van de Europa 2020-strategie. Nu heeft de Commissie voorgesteld om de eerste vier jaar van de Europa 2020-strategie te evalueren, en op maart 2014 heeft de Europese Raad daarmee ingestemd. Op 5 maart 2014 heeft de Commissie een mededeling gepubliceerd waarin ze de balans opmaakt van de Europa 2020-strategie (Mededeling en bijlagen ) en al enkele lessen trekt uit de eerste jaren waarin de strategie is uitgevoerd. Voortbouwend op deze eerste resultaten en in de context van een geleidelijk herstel van de Europese economieën, is het tijd om na te denken over de strategie voor de komende jaren. Met deze vragenlijst willen wij uw mening te weten komen: welke lessen kunnen we trekken uit de eerste jaren van Europa 2020, en waarmee moeten we in de toekomst rekening houden voor de groeistrategie van de EU na de crisis? B) Vragen: 1) De balans opmaken: de Europa 2020-strategie tussen 2010 en 2014 Inhoud en uitvoering Wat betekent de Europa 2020-strategie voor u? Welke elementen van de strategie zijn voor u het belangrijkst? Voor Vlaanderen biedt de Europa 2020-strategie een uitstekend referentiekader dat aantoont dat het Vlaams beleid past binnen bredere, Europees gedragen prioriteiten. De concrete doelstellingen vormen een benchmark waarmee Vlaanderen haar beleid en resultaten kan vergelijken met andere landen en regio s uit Europa. Vlaanderen is één van de weinige regio s in de EU die jaarlijks een eigen hervormingsprogramma opstelt. Met dit Vlaams Hervormingsprogramma (VHP) demonstreert Vlaanderen dat het zich ten volle in het Europees Semester inschakelt. In het VHP heeft de Vlaamse Regering haar eigen Europa 2020-streefcijfers vastgelegd en bovendien enkele subdoelstellingen (kansengroepen, kinderarmoede) ingeschreven. Het VHP beschrijft ook de structurele sociaaleconomische hervormingen die de Vlaamse Regering als antwoord op de landenspecifieke aanbevelingen heeft genomen. De sociale partners (VESOC) en de (boven)lokale besturen worden bij dit proces betrokken. Het VHP wordt ook jaarlijks op een website van de Vlaamse overheid gepubliceerd (zie voor het VHP 2014) en een samenvatting is ook in het Engels raadpleegbaar (zie voor de samenvatting van het VHP 2014 in het Engels). Sinds 2011 wordt het VHP ook aan de voorzitter en de diensten van de Europese Commissie (EC) bezorgd. De relevantie van de Europa 2020-strategie voor Vlaanderen blijkt uit haar exclusieve of minstens gedeelde bevoegdheden die voor de realisatie van de Europa doelstellingen van groot belang zijn. In het kader van de zesde staatshervorming van België zijn sinds juli 2014 nog meer bevoegdheden naar Vlaanderen overgeheveld. Dit sterkt de Vlaamse Regering dat ze nog meer zal moeten inzetten op de realisatie van de Europa 2020-doelstellingen en een doeltreffender antwoord zal kunnen geven op de landenspecifieke aanbevelingen. Vindt u dat de Europa 2020-strategie uiteindelijk enig verschil heeft gemaakt? Leg uit. De Europa 2020-strategie heeft er voor gezorgd dat bepaalde thema s meer prominent op zowel de Europese als Vlaamse agenda werden geplaatst, door de opname van Bijlage 0 3

4 concrete targets die mee een leidraad vormen bij het tot stand komen van beleid en waarover in het Vlaams Hervormingsprogramma (VHP) wordt gerapporteerd. De landenspecifieke aanbevelingen zijn richtinggevend in de Vlaamse beleidsdiscussies en de beleidsintenties van de Vlaamse ministers. Ze brengen een noodzakelijk (middel)langetermijnperspectief in het beleidsdiscours. Door voortdurend de aandacht te vestigen op de structurele zwaktes en bedreigingen van de Vlaamse economie door middel van heldere en herkenbare doelstellingen en indicatoren, helpt de Europa strategie om binnen de lidstaten en Europese regio s draagvlak te creëren voor de nodige hervormingen. Heeft de informatie over wat andere EU-landen in het kader van Europa 2020 doen, invloed gehad op de aanpak in uw eigen land? Geef voorbeelden. De Europa 2020-strategie heeft Vlaanderen aangezet om nog meer dan in het verleden al het geval was, haar beleid en resultaten te gaan benchmarken. In het VHP en in de bijlagen wordt de Vlaamse stand van zaken m.b.t. de Europa 2020-doelstellingen steevast vergeleken met de resultaten van de 28 lidstaten van de EU. Ook worden in het VHP de Europa 2020-doelstellingen van de 28 lidstaten opgenomen, zodat het voor Vlaanderen duidelijk is welke doelstellingen de lidstaten met topambities inzake Europa 2020 hebben. Dit heeft Vlaanderen gemobiliseerd om te streven naar een Europa toppositie. De impact van grote hervormingen in andere landen wordt zichtbaarder door de voortdurende monitoring en evaluaties van de prestaties van de lidstaten. Dit verhoogt de druk op andere landen om niet achter te blijven. Toch moet volledigheidshalve aangegeven worden dat andere kanalen vaak belangrijker zijn om informatie-uitwisseling te doen. Als Vlaanderen inspiratie heeft gevonden bij andere landen met betrekking tot de uitwerking van het klimaat- en energiebeleid, dan is dat hoofdzakelijk gebeurd als gevolg van de informatie-uitwisseling die er plaatsvindt in de schoot van werkgroepen die in kader van de implementatie van de EU-richtlijnen zijn opgericht. De invloed van wat gebeurt in andere landen / regio s in bepaalde delen van het onderzoeks- en innovatiebeleid bv. rond risicokapitaal, innovatievouchers, oproepen voor bepaalde types projecten of mobiliteitsprogramma s vindt sedert lang plaats via de bestaande internationale onderzoekskanalen als TAFTIE, Interreg-projecten, de ERACadviesgroep, Vanguard Initiative regio s, en dus onafhankelijk van de invloed of inspiratie van de maatregelen in kader van de Europa 2020-strategie. Zijn alle belanghebbenden voldoende betrokken bij de Europa 2020-strategie? Bent u betrokken bij de Europa 2020-strategie? Zou u er meer betrokken bij willen zijn? Zo ja, op welke manier? De Europa 2020-strategie is vandaag nog te vaak een partnerschap tussen de Europese Unie en haar lidstaten. Regionale overheden, en vooral die overheden die over verregaande of zelfs exclusieve bevoegdheden in het kader van de Europa strategie beschikken, dienen op Europees niveau veel nauwer betrokken en gehoord te worden. Regio s kunnen bovendien een heel belangrijke rol spelen om het draagvlak van de strategie binnen de lidstaten verder te vergroten en het is belangrijk dat dit ook door de EC wordt erkend. Zo betrekt Vlaanderen bijvoorbeeld sinds 2013 de (boven)lokale besturen structureel bij het VHP en wordt hun bijdrage als een apart hoofdstuk in het VHP ingepast. Door de meerlagigheid van de bestuursniveaus in de EU ontstaat in het proces van het Europees semester vaak een spanningsveld tussen bevoegdheden die zich op nationaal Bijlage 0 4

5 dan wel regionaal niveau bevinden. Zo zijn regionale verschillen in prestaties vandaag nog onvoldoende gevat in de landenspecifieke aanbevelingen van de EC, waardoor deze soms aan relevantie inboeten of volledig onopgemerkt blijven (zeker in federale lidstaten). Indien een aanbeveling aanspraak maakt op een bevoegdheid die zich op het regionale niveau bevindt, is het belangrijk dat de regio s in kwestie zelf kunnen aangeven hoe zij met de aanbevelingen omgaan. De Vlaamse Regering is bovendien voorstander dat de EU niet alleen de regionale programma s en plannen voor structurele hervormingen apart beoordeelt, maar dat het ook regiospecifieke aanbevelingen zou doen. Op deze manier worden de aanbevelingen duidelijk in kaart gebracht, de regionale inspanningen inzake Europa 2020 erkend en kunnen bepaalde regio s zich niet meer achter de andere (overkoepelende nationale/federale) overheidsniveaus verschuilen. Bovendien wordt het eigenaarschap om de aanbevelingen op te volgen daardoor versterkt. Gezien de verregaande bevoegdheidsverdeling in België worden de deelstaten op intra- Belgisch niveau wel betrokken bij de opmaak van het Nationaal Hervormingsprogramma (NHP). Het VHP vormt daarbij de basis voor de Vlaamse bijdrage aan het NHP. Een samenvatting van het VHP gaat ook als bijlage bij het NHP. Dit neemt niet weg dat intenser Europa 2020-overleg (federale overheid en gemeenschappen/gewesten) doorheen het jaar (en niet enkel bij de opmaak van het NHP) wel wenselijk is, zeker binnen bepaalde beleidsvelden. De EC zou moeten onderzoeken hoe de werkwijze en de timing van de bilaterale overlegmomenten EC-lidstaten kan worden verbeterd o.m. door ook rechtstreeks in dialoog moeten worden getreden met regionale beleidsmakers Het VHP wordt door Vlaanderen sinds 2011 ook rechtstreeks aan de voorzitter en diensten van de EC bezorgd en daarnaast neemt Vlaanderen ook deel aan de bilaterale ontmoetingen met de EC, zodat de maatregelen die Vlaanderen neemt ter uitvoering van de landenspecifieke aanbevelingen duidelijk aan de EC worden kenbaar gemaakt. In het regeerakkoord van de nieuwe Vlaamse Regering wordt ingezet op een sterk Vlaanderen in een sterk Europa. Instrumenten Dragen de huidige doelstellingen voor 2020 bij tot het doel van de strategie, namelijk meer groei en banen? [Doelstellingen: 75% van alle 20- tot 64-jarigen aan het werk; 3% van het bbp investeren in onderzoek en ontwikkeling; 20% minder broeikasgassen, 20% meer hernieuwbare energie en 20% meer energie-efficiëntie; maximaal 10% voortijdige schoolverlaters en minimaal 40% van alle jongeren een diploma hoger onderwijs; 20 miljoen mensen meer tegen armoede en sociale uitsluiting beschermen.] Het blijft momenteel moeilijk in te schatten in hoeverre de Europa 2020-doelstellingen in de voorbije jaren hebben bijgedragen aan meer groei en banen. De economische crisis zorgde ervoor dat we voor een aantal doelstellingen enigszins terug in de tijd werden gekatapulteerd. Het meten van het effect van de Europa 2020-maatregelen zelf is erg moeilijk of quasi onmogelijk door de verstrengeling met de anti-crisismaatregelen en de monetaire en budgettaire maatregelen. In het kader van het initiatief van de EC rond vergroening van het Europees Semester (en de discussie die het Italiaans voorzitterschap hieromtrent heeft geïnitieerd in de raad leefmilieu) wordt onderzocht welke effecten de vergroening (van de ontwikkeling van groene sectoren tot ecoinnovatie) kan hebben op de economische groei en werkgelegenheid. Volledigheidshalve moet ook opgemerkt worden dat het groeipotentieel uiteraard ook beïnvloed worden door maatregelen die in tal van andere domeinen worden genomen (concurrentievermogen, slagkrachtige overheid, fiscaliteit, ) en waarover geen specifieke Europa doelstellingen werden bepaald. De Vlaamse Regering stelt voor dat er bijkomende Bijlage 0 5

6 Europa 2020-doelstellingen zouden worden opgenomen en stelt het hier een doelstelling m.b.t. ondernemerschap en een doelstelling inzake industrieel beleid voorop. Aan het huidige tempo lijkt het zeer onwaarschijnlijk dat de EU en de lidstaten (op enkele uitzonderingen na) hun doelstellingen zullen behalen. Van bij aanvang van de strategie was de kans op mislukken ervan al quasi structureel ingebed. Zelfs indien iedere lidstaat de vooropgestelde targets zou halen, dan nog zouden op EU-niveau de doelstellingen in 2020 niet worden bereikt. Er is toen een kans gemist om dit bij aanvang uit te klaren. Vindt u sommige van de bestaande doelstellingen belangrijker dan andere? Leg uit. De betrokken hoofddoelstellingen zijn goed gekozen en zijn onderling vrij goed samenhangend. In se zou er geen rangorde in de doelstellingen mogen bestaan, gezien de vele interacties en noodzakelijke synergie in het realiseren van een slimme, duurzame en inclusieve economie. Het inzetten op een bepaalde doelstelling (bijvoorbeeld verhogen van de werkzaamheidsgraad) kan ook (positieve) effecten hebben op andere doelstellingen (armoede en sociale uitsluiting). Vindt u het nuttig dat de EU-doelstellingen worden uitgesplitst in doelstellingen per land? Zo ja, wat is dan de beste manier om nationale doelstellingen vast te stellen? Hoe vond u de nationale doelstellingen tot nu toe: te ambitieus/voldoende ambitieus/niet ambitieus genoeg? De uitsplitsing van de doelstellingen per lidstaat zorgde ervoor dat de lidstaten duidelijker kunnen afgerekend worden op hun inspanningen. Dit is absoluut een meerwaarde ten opzichte van de Lissabonstrategie. Het ambitieniveau van de nationale doelstellingen werd bepaald rekening houdende met de economische en politieke situatie in de betreffende lidstaten. De EC zou bijvoorbeeld wel een ondergrens kunnen vastleggen die bekrachtigd wordt door de Europese Raad. Ook regionale doelstellingen zouden door de EC gevalideerd en gemonitord moeten worden. Vlaanderen heeft eigen Europa 2020-doelstellingen vastgesteld, die in 2011 als zijnde ambitieus, maar realistisch werden betiteld. In 2014 moet vastgesteld worden dat wat de doelstellingen inzake onderzoek en ontwikkeling, onderwijs, klimaat- en energie betreft er vooruitgang werd geboekt, maar dat wat werkzaamheid en armoede en sociale uitsluiting de cijfers in Vlaanderen niet gunstig evolueren. Binnen België heeft enkel Vlaanderen in 2011 regionale Europa 2020-doelstellingen opgesteld en zich op deze manier zeer transparant naar de EC opgesteld. Voor de doelstellingen inzake onderwijs, werkzaamheid, armoede en sociale uitsluiting zijn de Vlaamse Europa doelstellingen ambitieuzer dan de federale. Wat onderzoek en ontwikkeling betreft, is de doelstelling even ambitieus als de federale. Wat klimaat en energie betreft, moet er nog een intern Belgische lastenverdeling gebeuren en is één en ander moeilijk vergelijkbaar. Regiospecifieke Europa 2020-doelstellingen spelen een sleutelrol in het opnemen van regionaal eigenaarschap en de Vlaamse regering pleit ervoor dat de EU en andere internationale organisaties meer gebruik zouden maken van regionale (gestandaardiseerde) statistieken. Dit zou kunnen verhelpen aan de soms artificiële constructies waartoe lidstaten worden gedwongen, zoals bijvoorbeeld inzake de onderwijsdoelstellingen : zo is voor België een nationale, geaggregeerde onderwijsdoelstelling inzake vroegtijdig schoolverlaten of deelname hoger onderwijs inhoudsloos en beleidsmatig onbruikbaar omdat onderwijs een bevoegdheid van de Gemeenschappen is. Ook inzake het betrekken van belangrijke stakeholders is er in België ruimte voor verbetering. Op Vlaams niveau worden stakeholders zo veel mogelijk betrokken: zoals de Vlaamse sociale partners bij het opstellen van de Pact indicatoren, of de bovenlokale besturen die ook een eigen luikje krijgen binnen het VHP. Ook in het nieuwe Vlaamse Regeerakkoord wordt deze betrokkenheid met Bijlage 0 6

7 relevante stakeholders benadrukt: De engagementen in het kader van het Vlaams Hervormingsprogramma Europa 2020 en het Pact 2020 blijven we daarom nastreven. De indicatoren actualiseren we i.f.v. gewijzigde externe omstandigheden na overleg met de SERV en de Verenigde Verenigingen. Wat is volgens u de toegevoegde waarde geweest van de zeven actieprogramma's voor groei? Heeft u concrete voorbeelden van de impact van zo'n actieprogramma? ["Vlaggenschipinitiatieven": "Een digitale agenda voor Europa", "Innovatie-Unie", "Jongeren in beweging", "Efficiënt gebruik van hulpbronnen", "Industriebeleid in een tijd van mondialisering", "Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen" en "Europees platform tegen armoede".] De kerninitiatieven zijn zeer heterogeen en dat vermindert de zichtbaarheid, herkenbaarheid en bemoeilijkt de onderlinge samenhang en coördinatie tussen de acties opgenomen in de zeven programma s. Ook stellen we vast dat deze actieprogramma s de voorbije jaren niet de hoogste prioriteit genoten. De vele thema s en uiteenlopende maatregelen waren trouwens sowieso al aan de orde (hetzij op communautair niveau (zevende kaderprogramma / Horizon 2020, hetzij door afspraken tussen de lidstaten en de Raad). De Vlaamse Regering schat de meerwaarde van deze kerninitiatieven op dit ogenblik dan ook als vrij beperkt in. Toch hebben de kerninitiatieven een zeker invloed uitgeoefend en concreet kan bijvoorbeeld verwezen worden naar het vlaggenschip/kerninitiatief De agenda voor nieuwe vaardigheden en banen die de Vlaamse Regering inspireerde tot een project om sectorale competentieprognoses te ontwikkelen. Het Vlaggenschip/kerninitiatief Efficiënt gebruik van hulpbronnen heeft geleid tot een gelijknamige Roadmap, welke een kader biedt voor de uitwerking en implementatie van beleidsacties. De roadmap geeft ook aan welke structurele en technologische ontwikkelingen we nodig hebben om te evolueren naar een hulpbronefficiënte samenleving in 2050, m.i.v. concrete tussentijdse mijlpalen (voor lidstaten en EC) voor het jaar De recente communicatie van de EC Towards a circular economy gaat hier verder op door en geeft aan hoe we efficiënt kunnen omspringen met grondstoffen en tegelijk de afvalproductie reduceren. Het kan zinvol zijn om ook op het niveau van de kerninitiatieven (o.a. inzake efficiënt hulpbronnengebruik) becijferde doelstellingen naar voor te schuiven. De kerninitiatieven hebben zeker mogelijkheden in zich om rond de grote uitdagingen mobiliserend te werken, maar zal er ook meer moeten worden gewerkt aan een goede procesmatige invulling om vooruitgang te kunnen boeken. Gestructureerde partnerschappen met bijvoorbeeld het Comité van de Regio s zou een mogelijkheid kunnen zijn om hier mobiliserend rond op te treden. De Vlaggenschepen moeten voldoende onderling coherent zijn en de nodige synergiën bewerkstelligen (o.a. tussen de 'digitale unie' en de 'nieuwe vaardigheden voor nieuwe jobs' vlaggenschepen). Tenslotte kan de EC nagaan of de zeven vlaggenschepen niet herleid kunnen worden tot vier vlaggenschepen in lijn met de vier projectteams binnen de nieuwe organisatiestructuur van de EC. 2) Aanpassing van de Europa 2020-strategie: de groeistrategie voor Europa na de crisis Inhoud en uitvoering Heeft de EU een overkoepelende strategie op middellange termijn nodig om de komende jaren voor meer groei en banen te zorgen? Bijlage 0 7

8 De Europa 2020-strategie moet zorgen voor slimme, duurzame en inclusieve groei. De drie prioriteiten waarop gefocust wordt, zijn de juiste. Om van Europa een kenniseconomie te maken moet er blijvend ingezet worden op de bestaande doelstellingen. Door met 5 onderling verbonden hoofddoelstellingen te werken, wordt al een belangrijke waaier van uitdagingen in diverse domeinen bestreken. Een Europese strategie voor groei en banen dient in de eerste plaats te focussen op het aanpakken van structurele handicaps (zoals loonkosten) en moet streven naar duurzame groei. Er blijft dus nood aan een overkoepelende strategie om duurzame groei en banen te realiseren, om de onevenwichten en ongelijkheden tussen en binnen lidstaten aan te pakken en om structurele hervormingen en flexibilisering van de arbeidsmarkt aan te moedigen. Deze centrale plaats van groei en jobs mag echter niet tot gevolg hebben dat de prioriteiten inzake duurzaamheid en inclusie uit het oog worden verloren. Ook onderwijs moet een sleutelrol (blijven) spelen. Wat inclusie betreft, zijn ingevolge de crisis de armoedecijfers opgelopen en het is noodzakelijk dat deze trend wordt gekeerd. Belangrijk is dat de Europa 2020-strategie ook een maatschappelijk verantwoord groeimodel is, en in deze optiek is het noodzakelijk dat de EC ook verder werk maakt van het beyond GDP -verhaal ( De Europa 2020-strategie moet versterkt inzetten op duurzame ontwikkeling. Wat zijn de belangrijkste en meest relevante onderwerpen die moeten worden aangepakt voor meer slimme, duurzame en inclusieve groei? De voorbije jaren stond, hoofdzakelijk ingevolge de crisis, voornamelijk het begrotingstechnische centraal en werd prioritair ingezet op het gezond maken van de overheidsfinanciën. Vlaanderen zette de voorbije jaren onverkort in op gezonde overheidsfinanciën en ook in het nieuwe Vlaamse regeerakkoord wordt duidelijk aangegeven dat vanaf 2015 de begroting in evenwicht zal zijn. Door dit evenwicht op korte termijn te realiseren, kan snel nieuwe beleidsruimte worden gecreëerd om een ambitieus programma tot stand te brengen. De doelstellingen op het vlak van arbeidsmarktbeleid en sociale inclusie wegen vandaag minder zwaar door dan bijvoorbeeld de macro-economische en budgettaire doelstellingen (richtsnoeren 1 tot en met 3) in het Europees Semester. Het ene hoeft het andere niet uit te sluiten. Vlaanderen stelt dat gezonde overheidsfinanciën en het inzetten op groei een én-én verhaal is. Zo wil bijvoorbeeld de nieuwe Vlaamse Regering in haar regeerakkoord alvast een stevig budgettair groeipad voor innovatie en ondernemingssteun bieden. Met een werkloosheidscijfer in de EU van rond de 11% en dramatische jeugdwerkloosheidscijfers in tal van Zuid-Europese lidstaten is het absoluut noodzakelijk dat de Europa 2020-strategie, als duurzame groeistrategie (economisch, sociaal, ecologisch), terug in het middelpunt van het Europees beleid wordt geplaatst en dat de maatregelen in de andere beleidsvelden hiermee verbonden worden. Met welke nieuwe uitdagingen moeten we in de toekomst rekening houden? Een zeer grote uitdaging die zich voor de hele EU stelt is deze van de demografie en in het bijzonder de vergrijzing (en ouderenwerkloosheid). Om de kosten van de vergrijzing betaalbaar te houden moeten meer mensen aan het werk, en ook langer. Tegelijk verdwijnen vooral routinejobs door automatisering, delokalisering en offshoring, waardoor de arbeidsmarktkansen van vooral lager geschoolde mensen bedreigd worden. Het is dus zeer belangrijk dat groei en jobs een centrale plaats blijven innemen. Naast de uitdaging van de vergrijzing, is het belangrijk dat sterk wordt ingezet op de jeugd. De enorme jeugdwerkloosheidscijfers in tal van Europese landen nopen tot grote Bijlage 0 8

9 investeringen in de jeugd, omdat zij de toekomst van de EU zijn en de EU het zich niet kan veroorloven om een generatie te verliezen. Ook ouderen mogen we niet uit het oog verliezen. Zo zijn bv. langere loopbanen een manier om te verhelpen aan de ouderenwerkloosheid en draagt bij aan een verhoging van de competitiviteit en gezondere overheidsfinanciën. Een ander belangrijke uitdaging is dat Europa meer met één stem spreekt in het buitenlands en internationaal beleid beleid. In een geglobaliseerde wereld is dit de enige manier om de Europese belangen te verdedigen en de competitiviteit van de EU en haar lidstaten te verzekeren en zo bij te dragen tot een grotere welvaart. In het internationale beleid wordt trouwens ook beleid vorm gegeven dat rechtstreeks van belang kan zijn voor de Europa 2020-strategie en bij wijze van voorbeeld kan hierbij verwezen worden naar het klimaatbeleid. De EU moet ook oog hebben voor de onderlinge concurrentie tussen EU-landen waardoor jobs verdwijnen van west naar oost (bv. in de transportsector of productiesector). Als geheel blijft het EU-gemiddelde misschien goed maar de industrie neemt in de ene lidstaat af en stijgt in de andere lidstaat als gevolg van delokalisering. Deze onderlinge concurrentie mag niet leiden tot een race to the bottom en de EU moet intern goed toezien of er zich geen perverse (tegenstrijdige) of verdoken mechanismen ontwikkelen die met de wetgeving niet waren beoogd. De onderlinge toepassing van de regels verschilt soms sterk tussen EU lidstaten en regio s onderling, bv. rond milieu, veiligheid, schone productie, enz. wat, samen met verschillen in arbeidsen transportkosten, tot oneerlijke concurrentie leidt en verplaatsing van economische activiteiten en werkgelegenheid. De EU moet ook heel sterk inzetten op de externe dimensie van de Europa 2020-strategie, waar het extern handelsbeleid het mechanisme is om de welvaart voor de EU te versterken. De EU moet ook meer gecoördineerd optreden, zowel intern binnen de EC zelf als tussen de EU en de lidstaten. Dit moet bijdragen aan een beleid dat breder gedragen is. Een aantal maatregelen die bijdragen aan bepaalde Europa-2020-doelstellingen hebben een horizontale impact en raken aan verschillende beleidsdomeinen (vb. beleidsinitiatieven voor het realiseren van milieudoelstellingen hebben een impact op landbouwbeleid). Het zoeken naar synergiën met het beleid dat uitgewerkt wordt in kader van andere Europa 2020 doelstellingen is een uitdaging voor de toekomst. Voorbeelden zijn de linken met het werkgelegenheidsbeleid (groene jobs), het industrieen KMO-beleid (vb. circulaire economie), het innovatiebeleid (eco-innovatie, publieke sector innovatie), het fiscale beleid, Om een grotere impact te genereren zou het logisch zijn om deze beslissingen breed af te toetsen, zowel op Europees, nationaal en regionaal niveau, binnen een soort multilevel governancekader. Op die manier kunnen de maatregelen een groter effect genereren en kunnen ze nog beter bijdragen aan het realiseren van de Europa-2020-doelstellingen. Een ander voorbeeld is het Europees financieel en economisch beleid dat een belangrijke invloed op de werkgelegenheid heeft. Het beleid op deze beide terreinen moet wederzijds versterkend zijn. Verder is ook een verstrengd EU-beleid inzake staatssteun (onder meer DAEB) beperkend om beleid op sociale (en andere) terreinen te kunnen voeren. Meer aandacht voor coherentie tussen beiden is wenselijk. Het potentieel van synergieën kan aldus ook meegenomen worden in de JGA. Ook de territoriale dimensie van de Europa 2020-strategie verdient meer aandacht. Territoriale cohesie (nochtans een EU-doelstelling sinds het Verdrag van Lissabon) ontbreekt. Gezien het inzetten hierop een verbetering met zich mee kan brengen voor de betrokken regio s voor verschillende onderdelen van de strategie tegelijkertijd, is dit aangewezen. Er zijn hier belangrijke hefbomen aanwezig en in dit verband kan o.a. Bijlage 0 9

10 verwezen worden naar het veelbelovend nieuw instrument van Geïntegreerde Territoriale Investering (GTI) waarbij geput wordt uit meerdere fondsen/prioriteitsassen) - met oog op meer territoriale samenhang in Europa en gelijktijdige inzet op meerdere prioriteiten voor een bepaald gebied. Aansluitend bij de territoriale dimensie is het ook interessant om te verwijzen naar het zesde rapport over Economische, Sociale en Territoriale Samenhang (het Cohesierapport ) van de EC ( fm) of de ESPON atlas ( die de territoriale dimensie van de Europa 2020-strategie in beeld brengt. In dit kader werd een algemene Europa 2020-index opgesteld, waarin zichtbaar wordt hoe de regio s in het algemeen scoren inzake de Europa 2020-doelstellingen. Een ander uitdaging is deze van het democratisch deficit. In de jaren volgend op het uitbreken van de eurocrisis moesten zeer belangrijke beslissingen inzake economisch bestuur (o.a. om de euro veilig te stellen) genomen worden. Omwille van de urgentie kon daardoor het volledige democratische debat binnen bijvoorbeeld de nationale en regionale parlementen niet ten volle worden gevoerd. Naar draagvlak toe is dit zeker geen goede zaak. Ook de burgers van de EU werden, afhankelijk van de lidstaat, en afhankelijk van het al dan niet behoren tot de eurozone, met bezuinigingen geconfronteerd. Dat dergelijke maatregelen niet altijd op gejuich werden ontvangen, is een understatement. Het is absoluut noodzakelijk om het draagvlak voor de EU bij de burgers te versterken. De Europa 2020-strategie is, als groeistrategie voor de EU, hier het best voor geplaatst. De strategie zal wel een versnelling hoger moeten schakelen omdat deze tot op heden inzake beleidsimplementatie nog weinig meerwaarde heeft geboden. Het moet meer zijn dan enkel lippendienst aan de strategie te bewijzen, de beleidsimplementatie moet volgen, en de resultaten en outcomes moeten eveneens volgen en zichtbaar worden gemaakt. De EU moet ervoor zorgen dat ook de regio s veel nauwer bij de strategie worden betrokken, omdat de regio s niet alleen grote budgetten voor de realisatie van de Europa 2020-strategie kunnen inzetten, maar ook een belangrijke hefboom kunnen zijn voor het versterken van het draagvlak voor de Europa 2020-strategie. De Vlaamse Regering ondersteunt ten volle de vaststelling die de EC stelt 2 : De ervaring wijst ook uit dat de actieve betrokkenheid en deelname van regio's en steden die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van veel EU-beleid van cruciaal belang is voor de verwezenlijking van de Europa 2020-doelstellingen. Het is ten slotte ook belangrijk dat de sleuteldocumenten van de Europa 2020-strategie ook in alle officiële EU-talen beschikbaar zijn. Dit moet dus ook betrekking hebben op de kerninitiatieven/vlaggenschepen. Hoe kan de strategie het best aan andere beleidsterreinen van de EU worden gekoppeld? De voorbije jaren werd het cohesiebeleid aan de prioriteiten van Europa 2020 vastgeknoopt en hetzelfde gebeurde met Horizon Het komt er nu op aan dat ook in andere beleidsvelden de link met Europa 2020 duidelijker wordt gelegd aan de hand van een nog verder doorgedreven beleidscoördinatie. De Vlaamse regering sluit zich aan bij de visie van het Italiaans voorzitterschap dat ook het concurrentievermogen van de EU en haar lidstaten na de herziening een meer 2 pag. 24 Bijlage 0 10

11 centrale plaats in Europa 2020 moeten innemen 3 : Central to improving the Europe 2020 Strategy is to ensure better governance, with the aim of a closer coordination of EU policies and further strengthening of the Single Market and industrial competitiveness dimension. Ook kan vastgesteld worden dat informatie die uitgewisseld wordt tussen de lidstaten/regio s en verschillende directoraten-generaal van de EC, vaak zijn weg niet vindt naar andere relevante directoraten-generaal van de EC. Ook stroomt de door de lidstaten/regio s ter beschikking gestelde informatie (bv. bilaterales EC - België inzake competitiviteit, ) helaas niet altijd door naar het secretariaat-generaal (verantwoordelijk voor Europa 2020) zodat informatie meerdere keren, soms in andere formats moet ter beschikking worden gesteld. Soms is er overlap met bestaande rapporteringen van de EC (bv. ERA watch, ERA country report, EU competitiveness Report, ). Dit veroorzaakt rapporteringsmoeheid naast ongenoegen in de betrokken administraties. Hoe kunnen belanghebbenden meer bij een Europese groeistrategie voor na de crisis worden betrokken? Hoe kunnen we die strategie in uw land meer bekendheid, een groter draagvlak en een betere uitvoering geven? De Europese Commissie zou regio s meer kunnen aanmoedigen om eigenaarschap op te nemen. Zo is bijvoorbeeld het opstellen van een eigen hervormingsprogramma (Vlaanderen, Schotland) met eigen regionale doelstellingen en indicatoren een goede praktijk die absoluut dient bevorderd te worden. Nochtans biedt het opstellen van regionale hervormingsprogramma ook voor de EC tal van voordelen. Niet alleen krijgt Europa 2020 daardoor meer ingang, maar de EC krijgt ook een vollediger en meer gedetailleerd beeld van het beleid en de structurele hervormingen die plaats grijpen. De EC krijgt op deze manier ook dieper inzicht in de werkelijke gegevens en beleidsmaatregelen en hoeft daardoor in een aantal gevallen niet terug te vallen op nationale gemiddelden die soms niet zoveel zeggen, omdat de betrokken bevoegdheden zich niet meer op nationaal niveau bevinden. De Vlaamse praktijk toont dat dit het nationaal hervormingsprogramma ook niet hoeft te ondermijnen, wel integendeel. Door respect voor elkaars bevoegdheden, is het een voorbeeld van samenwerking over de bevoegdheidsniveaus heen. Naast de inbreng die Vlaanderen verzorgt in het kader van het nationaal hervormingsprogramma, bezorgt de Vlaamse Regering sinds 2011 haar hervormingsprogramma aan de voorzitter en de diensten van de EC. De Vlaamse Regering wil zelf zoveel mogelijk rechtstreeks rapporteren aan de EU en vraagt omgekeerd aan de EU om waar mogelijk informatie rechtsreeks aan Vlaanderen te bezorgen. Een betere erkenning van de meerwaarde die regionale en lokale overheden kunnen betekenen kan o.a. bereikt worden door de zichtbaarheid van hun initiatieven te verhogen, o.a. op de Europa 2020-website van de EC. Vanuit Vlaanderen werd in de vorige regeerperiode Vlaanderen in Actie sterk verbonden met de Europa strategie; de Europa 2020-strategie kan voor heel veel regio s in de EU inspiratie bieden om ook een soortgelijk regionaal toekomstproject te ontwikkelen en deze in het hervormingsprogramma in te passen. Regio s krijgen zodoende een hefboom in handen, waarmee ze ook de betrokkenheid van de regionale parlementen en andere relevante stakeholders bij Europa 2020 kunnen versterken (verbreding draagvlak). Een win-win situatie voor iedereen dus. Een ondersteunende rol is ook weggelegd voor het Comité van de Regio s, die d.m.v. haar 3 Voorzitterschap, Europe 2020 strategy : mid-term review policy debate, 12797/14 Bijlage 0 11

12 Europa 2020-platform een zeer belangrijke bottom-up functie kan genereren en de Europa 2020-strategie extra zuurstof kan bezorgen. Tenslotte zou de EC met oog op een betere uitvoering van de strategie bij de beoordeling van de structurele hervormingen zoals beschreven in het NHP eerder moeten focussen op de te verwachten concrete 'output' van de maatregelen i.p.v. een te formalistische aanpak waarbij lidstaat/regio alleen wordt beoordeeld op het behalen van een specifiek streefpercentage. Instrumenten Welke instrumenten lijken u meer geschikt om slimme, duurzame en inclusieve groei te realiseren? Om de prioriteiten van de Europa 2020-strategie te verwezenlijken is, naast engagementen van de politici en beleidsmakers, budget nodig en dit blijft een uitdaging in budgettair moeilijke tijden. Het is positief dat de prioriteiten van Europa 2020 verweven werden in het meerjarig financieel kader (MFK) idem voor het cohesiebeleid en Horizon Het leidend principe voor de inzet van de middelen moet hun bijdrage aan de verwezenlijking van de Europa 2020-doelstellingen zijn en er moet ingezet worden op deze instrumenten waar de hefboomeffecten het grootst zijn. Lidstaten en regio s moeten hoe dan ook kunnen blijven investeren in groei. In deze context zou de EC de maatregelen die ze heeft genomen in uitvoering van artikel 5(1) van Verordening 1466/97 grondig moeten evalueren en een versoepeling tot stand brengen voor groeibevorderende investeringen (o.a. infrastructuurwerken die groei en jobs ten goede komen en het economisch weefsel versterken, zoals PPS-projecten). De EC zou daarbij ook moeten onderzoeken of langetermijnsinvesteringen in het licht van het Europees Stelsel der Rekeningen niet anders moeten worden benaderd aangezien een rigide toepassing van de huidige bepalingen dergelijke investeringen aanzienlijk bemoeilijkt wat bijzonder negatief is voor economische groei en herstel.in budgettair krappe tijden is samenwerking tussen de EU en de lidstaten en tussen de lidstaten onderling noodzakelijker dan ooit. Zo zouden meer middelen ook ingezet kunnen worden in samenhang met de middelen van de lidstaten, volgens het common pot principe, en/of kan ingezet worden op cofinanciering en vooral in die sectoren, activiteiten of voor begunstigden die bijdragen aan groei en jobs en vernieuwing. Initiatieven zijn mogelijk, zoals bijvoorbeeld het Joint Programming Initiative (JPI). De EIB zou de verdere mogelijkheden moeten onderzoeken om op een slimme manier (innovatieve financiering, budget synergiën, garanties, complementariteit met EIBleningen en cohesiemiddelen, ) meer middelen voor de Europa 2020-strategie te mobiliseren en ook kunnen bekijken of een nieuwe flexibele lening-format kan worden uitgewerkt specifiek op maat voor (groot)steden die investeren in Europa-2020 gerelateerde projecten, doch niet door Europese Structuur- en Investeringsmiddelen ondersteund worden. Een verder uit te werken piste kan deze van contractuele afspraken tussen de EC en lidstaten/ regio s zijn. Lidstaten en regio s kunnen met de EC dan een contract omtrent bepaalde sociaaleconomische hervormingen afsluiten en indien deze worden uitgevoerd, vanuit Europa bepaalde extra steun toegewezen krijgen. Hoewel de EC niet mag interfereren in de institutionele opbouw en de bevoegdheidsverdeling van een lidstaat, vraagt de Vlaamse Regering dat er in het staff working paper minimaal toch een onderdeel aan governance wordt gewijd. In de richtlijnen voor het opstellen van de hervormingsprogramma s geeft de EC instructies, Bijlage 0 12

13 maar ze komt in de beoordeling zelf hier nauwelijks of niet op terug. Het is positief dat er sinds kort European Semester Officers zijn aangesteld, die deze elementen verder kunnen verfijnen. De ESO heeft immers een goed zicht op welke initiatieven op nationaal of regionaal vlak worden genomen. In dat governanceonderdeel van de staff working paper kan de betrokkenheid van stakeholders bij de Europa 2020-strategie worden geanalyseerd. Het Comité van de Regio s zou hierbij een belangrijke rol kunnen spelen. Een ander voorstel is dat ook aparte landenspecifieke aanbevelingen inzake de bevordering van 'meerlagig bestuur' en het betrekken van regio s, lokale overheden (en desgevallend andere belanghebbenden) bij de Europa 2020-strategie zouden worden geformuleerd. Wat moet er op EU-niveau gebeuren om te zorgen dat de strategie resultaat oplevert? Wat moet er op het niveau van de lidstaten gebeuren? Algemeen kan vastgesteld worden dat het macro-economische en budgettaire thema in de periode vrij overheersend was en inhoudelijke Europa beleidsinitiatieven (werkgelegenheid, onderzoek, onderwijs, ) wat in de schaduw plaatsten. Bijgevolg werd ook in de jaarlijkse groeianalyse de aandacht verlegd en werd niet meer systematisch ingegaan op de voortgang richting de verwezenlijking van de Europa 2020-doelstellingen. Een ander gevolg was dat de ECOFIN Raad een vrij dominante positie innam. Het is belangrijk dat Europa 2020 als hart van het Europees Semester, zichtbaar blijft. Vandaar onze aanbeveling dat de JGA consequenter inzoomt op de vijf Europa 2020-doelstellingen (zowel op EU-niveau als op lidstaatniveau zelf), de voortgang van de Europa 2020-vlaggenschepen, de geïntegreerde richtsnoeren enzovoort. We onderstrepen ook het belang dat Europa 2020 in alle Raadsformaties structureel aan bod komt (met de algemene coördinatie bij de raad Algemene Zaken) en dat deze boodschappen doorstromen naar de Europese Raad en het proces van het Europees Semester. Wat dit laatste betreft kan ook verwezen worden naar de belangrijke rol die de voorbereidende comités (EPC, EFC, EMCO, SPC) in het Europees Semester spelen. De rol betreffende het multilaterale toezicht die deze comités opnemen kan nog verder worden versterkt en ook verder inhoudelijk worden uitgediept. Zo is het bijvoorbeeld een meerwaarde dat er binnen EMCO een rol is weggelegd voor het onderwijscomité. Een verdere verdieping van de open coördinatiemethode is aangewezen. Het is ook noodzakelijk om nog sterker te gaan inzetten op peer pressure en benchmarking tot op het regionale niveau. De Vlaamse Regering stelt vast dat de EC al inspanningen heeft geleverd door de stand van zaken van de Europa 2020-doelstellingen per lidstaat op te lijsten, maar deze meer gedetailleerde analyses zijn moeilijker terug te vinden op haar Europa 2020-website. Het zou goed zijn om op de Europa startpagina de stand van zaken en de vooruitgang van de Europa 2020 doelstellingen op zowel EU-niveau en lidstaatniveau te ontsluiten en duidelijker in beeld brengen, zodat dit ook op het vlak van benchmarking een stap vooruit is. De Vlaamse Regering stelt voor om het verzamelen van 2020-indicatoren (tot op regionaal niveau) bij Eurostat te bevorderen. Om de Europa 2020-doelstellingen te behalen, zijn vaak hervormingen nodig die op langere termijn de economie versterken, maar op korte termijn met zware economische en politieke kosten gepaard kunnen gaan. Het niet-behalen van de doelstellingen of het uitblijven van beleidsantwoorden op de landenspecifieke aanbevelingen blijft momenteel zonder werkelijke gevolgen, waardoor er soms onvoldoende stimuli zijn om moeilijke beslissingen te nemen. Hoe kan de strategie lidstaten aansporen om in het eigen beleid meer aandacht te besteden aan groei? Bijlage 0 13

14 De Europa 2020-strategie is gaandeweg binnen de Vlaamse overheid steeds beter ingebed. De Europa 2020-doelstellingen zijn duidelijk, herkenbaar en meetbaar en zouden daarom in principe in het maatschappelijke en politieke debat moeten worden opgepikt. Op dit vlak is er binnen de lidstaten zeker ruimte voor verbetering mogelijk. De strategie zou nog meer voorwerp tot politiek en maatschappelijk debat kunnen zijn, wat kan resulteren in het uitwerken van meer gedragen lidstaat- of regiospecifieke doelstellingen en maatregelen. Aldus zou de perceptie dat alles wordt opgelegd door Europa kunnen worden weggenomen. Zijn doelstellingen nuttig? Leg uit. Het werken met doelstellingen biedt een meerwaarde omdat op deze manier evoluties van meer nabij kunnen worden opgevolgd en beleidsmatig gerichter kan worden ingegrepen. Ook de EC kan één en ander meer van nabij opvolgen. Toch mag niet uit het oog worden verloren dat anderzijds de targets zelf niet zoveel zeggen over bijvoorbeeld de kwaliteit van het diploma of over de vaardigheden die verworven zijn. Achter de cijfers schuilen grote verschillen tussen landen, terwijl ze in zekere zin ook beperkt zijn want ze focussen op één bepaald aspect. Langs de andere kant mogen ze niet te breed gaan want dan verliezen ze focus. Dat is een beetje tegenstrijdig. Het zou dus goed zijn om de doelstellingen te verdiepen en dit kan bijvoorbeeld door subdoelstellingen te formuleren, zoals nu al in bepaalde lidstaten gangbaar is: zo zouden de hoger onderwijsdoelstellingen aan employability of aan deelname van kansengroepen, de doelstellingen inzake vroegtijdig schoolverlaten aan het aandeel lerenden met lage kwalificaties kunnen worden gekoppeld. Daarnaast ziet de Vlaamse Regering een zeer grote toegevoegde waarde in het werken met regionale Europa 2020-doelstellingen, die ook inzake ambitieniveau meer op maat gesneden zijn van de regio s. Het is zowel voor de regio als voor de EC een win-win. Zou u bepaalde (of alle) doelstellingen willen schrappen? Zou u doelstellingen toevoegen? Leg uit. De cijfermatige doelstelling voor O&O is niet optimaal en meet bovendien ook alleen de budgettaire inputs. In Europa zijn er veel goede onderzoeksresultaten maar de valorisatie en productie (en economische waardencreatie) gebeurt steeds vaker elders hoewel er daar weinig O&O-inputs (en een lage O&O-indicator) zijn. Bovendien brengt een O&Ointensiteit met in de noemer het BBP met zich mee dat bij een krimpende economie (en aldus dalend BBP) dan automatisch de O&O-intensiteit stijgt en het lijkt alsof de situatie positief evolueert, wat niet het geval is. Ook kan vastgesteld worden dat de verdeling van de sterktes in het onderzoeksdomein, en de waarde van de O&O-indicator, steeds meer uit elkaar ligt binnen de EU. De EC geeft soms de (valse) indruk dat het nastreven van een doelstelling automatisch tot een verbetering van het concurrentievermogen en de welvaart leidt, terwijl dit niet steeds het geval is. De innovatie-indicator die de EC eind 2013 heeft voorgesteld en die outputgericht is, wordt op het hoogste niveau van de doelstellingen van de EU2020- strategie (nog) niet gehanteerd als benchmark. Het is aangewezen dat deze nieuwe indicator een gelijkwaardige positie naast de bestaande O&O-indicator krijgt. Ondanks een aantal bovenvermelde problemen met de bestaande O&O-indicator (3%), pleit de Vlaamse Regering toch voor het behoud van deze indicator omdat deze internationaal vergelijkbaar is en Europees als ankerpunt fungeert (cf. HORIZON 2020) en de overheden ertoe aanzet om te blijven investeren. Ook in het Vlaams regeerakkoord wordt trouwens vastgehouden aan de 3% norm voor O&O, waarbij Vlaanderen blijft streven naar 1% overheidsuitgaven tegen Bijlage 0 14

15 Wegens het belang van een duurzame industriële basis en een gezonde omgeving voor ondernemerschap is de Vlaamse Regering voorstander van een extra economische Europa 2020-doelstelling. Door daarbij zowel een indicator te voorzien inzake ondernemerschap als inzake de industriële basis kan ook het economisch beleid meer op de voorgrond treden en meer structureel worden opgevolgd. Hoewel het betrokken directoraat-generaal van de EC recent wel een doelstelling voor het percentage van de industrie in de totale economie (20%) heeft voorgesteld, is deze doelstelling momenteel nog ondergeschikt en bestaat nog geen algemene consensus tussen de EC en alle lidstaten rond het industriebeleid in al zijn aspecten voor de komende jaren. Door een doelstelling inzake industrieel beleid naar voor te schuiven, kan ook de link worden gelegd met het kerninitiatief inzake industrieel beleid. Vlaanderen heeft de afgelopen jaren in Europa een voortrekkersrol gespeeld inzake industrieel beleid en hierbij kan o.a. verwezen worden naar het Vanguard-initiatief. Vlaanderen is er dus voorstander van dat er een doelstelling komt m.b.t. industriebeleid en stelt in dit verband voor dat het aandeel van de industrie in de bruto toegevoegde waarde van de EU 20% bedraagt. Aangezien in de Raad een aantal lidstaten geen voorstander van deze doelstelling zijn, stelt Vlaanderen voor dat, net zoals bij de andere Europa doelstellingen het geval is, de 20% -doelstelling op EU-niveau te nemen, terwijl elk land afzonderlijk een eigen doelstelling kan nastreven. Richtsnoer 4 wil tevens dat lidstaten het potentieel van de digitale economie benutten en stelt dat lidstaten dienen te zorgen voor passende randvoorwaarden voor de snelle ontwikkeling van een digitale interne markt met op ruime schaal toegankelijke onlineinhoud en -diensten. De Vlaamse regering ziet een meerwaarde in een nieuwe doelstelling 'digitaliseringsgraad' opdat ook een duidelijke link met het groeipotentieel van de verdieping van de interne markt wordt gemaakt. Ook andere economische sectoren die te vaak over het hoofd gezien, kunnen een belangrijke bijdrage leveren. Het is belangrijk dat er in het kader van de herziening van de Europa 2020-strategie meer aandacht gaat naar het potentieel van de culturele en creatieve sectoren (CCS). Heel wat onderzoeken in verschillende lidstaten, maar ook op Europees niveau hebben de voorbije jaren aangetoond dat deze sectoren een niet te verwaarlozen bijdrage leveren aan de economische groei en de werkgelegenheid. Ze zijn aanjagers van innovatie en creativiteit, ook buiten hun eigen directe werkterrein. Bovendien zijn het sectoren waar, ondanks de aanslepende en diepgaande economische crisis, nog steeds een merkbare groei in termen van omzet en werkgelegenheid wordt genoteerd. Ten slotte hebben deze sectoren een bijzonder potentieel hebben inzake het stimuleren van de sociale cohesie en het (Europees) burgerschap. De combinatie van economische en intrinsieke waarde waar deze sectoren voor staan, maakt hen voor beleidsmakers tot een bijzonder interessant terrein om op in te zetten. Vlaanderen vraagt nog meer aandacht voor de transitionele arbeidsmarkt en de overgangen tussen onderwijs, werk, versterken van competenties (levenslang leren), enzovoort. Het is wenselijk zijn om wat richtsnoer 8 betreft in de Europa 2020-strategie ook een bijkomende doelstelling op te nemen inzake levenslang leren. Op deze manier kan dit bijdragen aan de kenniseconomie en de Europa 2020-prioriteit inzake slimme groei. Het is wenselijk dat de vermindering van het aantal personen in armoede of sociale uitsluiting niet alleen in aantallen, maar ook in percentages wordt uitgedrukt. Het enkel werken met aantallen zegt vrij weinig en leent zich ook minder tot benchmarken. Doelstellingen geven meer zichtbaarheid aan onderdelen van de strategie, zeker als ze ook becijferd kunnen worden. In die zin kan het zinvol zijn om ook op niveau van de Vlaggenschipinitiatieven becijferde doelstellingen naar voor te schuiven. Vanuit het Bijlage 0 15

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2015 14129/15 SOC 668 EMPL 438 ECOFIN 853 POLGEN 166 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e

Nadere informatie

Europa 2020 en het Vlaams Hervormingsprogramma 2013

Europa 2020 en het Vlaams Hervormingsprogramma 2013 Europa 2020 en het Vlaams Hervormingsprogramma 2013 Studiereeks Meerlagige Bestuurscontext en de Europeanisering van het Vlaamse, provinciale en lokale bestuursniveau 7 maart 2013 Joeri De Blauwer Adviseur

Nadere informatie

Vlaanderen en het Europees Semester VLEVA 7 juni 2017

Vlaanderen en het Europees Semester VLEVA 7 juni 2017 Vlaanderen en het Europees Semester 2017 VLEVA 7 juni 2017 1. Vlaanderen en het Europees Semester (chronologisch) 6/06/2017 2 Bron : European Commission https://ec.europa.eu/info/strategy/european-semester_en

Nadere informatie

Hoe beïnvloedt het Europese beleid de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen?

Hoe beïnvloedt het Europese beleid de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen? Hoe beïnvloedt het Europese beleid de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen? Cascade van beleidsniveaus en beleidsteksten Beleid EU Strategie Europa 2020 Europees werkgelegenheidsbeleid Richtsnoeren

Nadere informatie

Fiche 1: Mededeling monitoring van de Europese pijler van sociale rechten

Fiche 1: Mededeling monitoring van de Europese pijler van sociale rechten Fiche 1: Mededeling monitoring van de Europese pijler van sociale rechten 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch

Nadere informatie

Samen naar de Europese Agenda Stad

Samen naar de Europese Agenda Stad Samen naar de Europese Agenda Stad VNG Bestuurdersdag 30 November 2015 Nicolaas Beets Dutch Urban Envoy Inhoud Doelstellingen van het NL se EU Voorzitterschap 12 Thema s voor de Europese Agenda Stad Partnerschappen

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0051 (NLE) 6144/15 VOORSTEL van: ingekomen: 3 maart 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: SOC 70 EMPL 31 ECOFIN 97 EDUC

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2014/3 naar aanleiding van het Vlaams Ouderenbeleidsplan

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2014/3 naar aanleiding van het Vlaams Ouderenbeleidsplan VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2014/3 naar aanleiding van het Vlaams Ouderenbeleidsplan 2015-2020 Vlaamse Ouderenraad vzw 5 november 2014 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel Advies 2014/3 naar aanleiding

Nadere informatie

EAPN Assessment: Nationale Hervormingsprogramma s en Nationale Sociale Rapporten. 26 september 2012 Brussel

EAPN Assessment: Nationale Hervormingsprogramma s en Nationale Sociale Rapporten. 26 september 2012 Brussel EAPN Assessment: Nationale Hervormingsprogramma s en Nationale Sociale Rapporten 26 september 2012 Brussel 1. Europa 2020 - Minder en minder aandacht voor inclusieve groei en armoede doelstelling Economisch

Nadere informatie

Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling

Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO Advies Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling 1. Inleiding Op 8 juni 2009 werd de SERV om advies gevraagd over de fiches ter invulling

Nadere informatie

De horizontale sociale clausule en sociale mainstreaming in de EU

De horizontale sociale clausule en sociale mainstreaming in de EU Belgisch voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie De horizontale sociale clausule en sociale mainstreaming in de EU De horizontale sociale clausule als oproep voor het intensifiëren van de samenwerking

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers

Nadere informatie

Luc Van den Brande Laten we samen aan Europa bouwen

Luc Van den Brande Laten we samen aan Europa bouwen Luc Van den Brande Laten we samen aan Europa bouwen Inhoud Mijn overtuigingen 2 Mijn prioriteiten 3 Bakens voor morgen 8 Laten we samen aan Europa bouwen 1 Mijn overtuigingen Mijn overtuigingen Een Europa,

Nadere informatie

Manifest voor de Rechten van het kind

Manifest voor de Rechten van het kind Manifest voor de Rechten van het kind Kinderen vormen de helft van de bevolking in ontwikkelde landen. Ongeveer 100 miljoen kinderen leven in de Europese Unie Het leven van kinderen in de hele wereld wordt

Nadere informatie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN, I. INLEIDING

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN, I. INLEIDING 14.6.2014 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 183/5 Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 20 mei 2014 over een werkplan

Nadere informatie

6147/16 dau/cle/as 1 DG B 3A

6147/16 dau/cle/as 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 25 februari 2016 (OR. en) 6147/16 SOC 63 EMPL 38 ECOFIN 102 EDUC 25 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad Europees

Nadere informatie

Uitdagingen voor jongeren en EU beleid

Uitdagingen voor jongeren en EU beleid Uitdagingen voor jongeren en EU beleid Floor van Houdt Plv afdelingsleider voor Europese Commissie Date: in 12 pts Europa 2020 Strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei Aandacht voor jongeren

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 21 501-08 Milieuraad Nr. 399 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.12.2017 COM(2017) 826 final 2017/0336 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugdzaken en Cultuur Nr. 159 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen. Europese Raad Brussel, 14 december 2017 (OR. en) EUCO 19/1/17 REV 1 CO EUR 24 CONCL 7 BEGELEIDENDE NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de delegaties Betreft: Bijeenkomst van de Europese

Nadere informatie

Zelfevaluatie op te stellen door Innovatiecentra en. dit in het kader van de eindevaluatie van de Innovatiecentra

Zelfevaluatie op te stellen door Innovatiecentra en. dit in het kader van de eindevaluatie van de Innovatiecentra 1. Inleiding Zelfevaluatie op te stellen door Innovatiecentra en dit in het kader van de eindevaluatie van de Innovatiecentra 07.04.2014 De evaluatiepraktijk die het departement EWI hanteert, voorziet

Nadere informatie

Preview. De vragenlijst kan uitsluitend online worden ingevuld.

Preview. De vragenlijst kan uitsluitend online worden ingevuld. Preview. De vragenlijst kan uitsluitend online worden ingevuld. Vragenlijst "Een tussentijdse herziening van Europa 2020 - het standpunt van de EU-regio's en -steden" Achtergrond De tussentijdse herziening

Nadere informatie

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020 EUROPESE COMMISSIE Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020 Algemene informatie De partnerschapsovereenkomst (PO) van Nederland is het overkoepelende strategische document

Nadere informatie

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 4 mei 2018 (OR. en) 8301/18 NOTA van: aan: JEUN 48 MIGR 51 SOC 213 EDUC 134 het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) Raad nr. vorig doc.: 7831/1/18 JEUN

Nadere informatie

Brussel, 27 februari 2007 (01.03) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6855/07 SOC 78

Brussel, 27 februari 2007 (01.03) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6855/07 SOC 78 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 februari 2007 (01.03) (OR. fr) 6855/07 SOC 78 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) 12470/05 LIMITE PUBLIC JEUN 47 EDUC 134 SOC 355 NOTA van aan: het voorzitterschap de Groep jeugdzaken Nr. vorig doc.: 11409/05

Nadere informatie

DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING & DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS & DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE

DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING & DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS & DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING & DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS & DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE & DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN,

Nadere informatie

3/12/13. Horizon 2020 Challenge 5: klimaat, milieu, resource efficiency en grondstoffen

3/12/13. Horizon 2020 Challenge 5: klimaat, milieu, resource efficiency en grondstoffen 3/12/13 Horizon 2020 Challenge 5: klimaat, milieu, resource efficiency en grondstoffen Mieke Houwen Horizon 2020 : klimaat, milieu, resource efficiency en grondstoffen Agenda n Horizon 2020 algemeen n

Nadere informatie

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B Raad van de Europese Unie RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 9101/19 + COR 1 Nr. Comdoc.: COM(2019) 21 final - doc. 5927/19 + ADD 1 Betreft:

Nadere informatie

Eurogroep. 1. Economische situatie in de eurozone

Eurogroep. 1. Economische situatie in de eurozone Eurogroep 1. Economische situatie in de eurozone Toelichting: De Eurogroep zal van gedachten wisselen over de economische situatie in de eurozone. De groei van de economie lijkt verder aan te trekken terwijl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2313 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

8463/17 ass/ons/sl 1 DGG 2B

8463/17 ass/ons/sl 1 DGG 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 25 april 2017 (OR. en) 8463/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 25 april 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 7896/17 Betreft:

Nadere informatie

Datum 10 september 2014 Betreft Geannoteerde Agenda van de Raad voor Concurrentievermogen van 25 en 26 september 2014

Datum 10 september 2014 Betreft Geannoteerde Agenda van de Raad voor Concurrentievermogen van 25 en 26 september 2014 > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directie Europa Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Fiche 6: Mededeling Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie

Fiche 6: Mededeling Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie Fiche 6: Mededeling Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie; mededeling bij

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

Standpuntbepaling VVSG en beleidsgroep lokale economie en werk

Standpuntbepaling VVSG en beleidsgroep lokale economie en werk Standpuntbepaling VVSG en beleidsgroep lokale economie en werk Toekomstig Europees Cohesiebeleid Inhoud 1. Uitgangspunten van het Europese Cohesiebeleid... 2 2. Standpunt van de CEMR op Europees niveau...

Nadere informatie

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie Mr Roger VAN BOXTEL, Minister of City Management and Integration, Netherlands Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie 21-22 mei 2001 Enkel gesproken tekst geldt Tweede

Nadere informatie

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 25 april 2017 (OR. en) 8461/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 25 april 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 7875/17 + ADD

Nadere informatie

7896/17 ver/gar/ev 1 DG G 2B

7896/17 ver/gar/ev 1 DG G 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 10 april 2017 (OR. en) 7896/17 FSTR 24 FC 24 REGIO 35 SOC 236 AGRISTR 32 PECHE 132 CADREFIN 38 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2015/6 naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van Europa over de rechten van ouderen

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2015/6 naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van Europa over de rechten van ouderen VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2015/6 naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van Europa over de rechten van ouderen Vlaamse Ouderenraad vzw 16 december 2015 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel

Nadere informatie

Het erkenningsbesluit sociale huisvesting: stimulans voor bewonersparticipatie

Het erkenningsbesluit sociale huisvesting: stimulans voor bewonersparticipatie Het erkenningsbesluit sociale huisvesting: stimulans voor bewonersparticipatie Voorstel tot aanbevelingen van VIVAS I. Inleiding...2 II. Het erkenningsbesluit en bewonersparticipatie...2 1 Prestatiebeoordeling

Nadere informatie

9273/16 gar/zr/as 1 DG B 3A

9273/16 gar/zr/as 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 26 mei 2016 (OR. en) 9273/16 SOC 336 EMPL 232 ECOFIN 477 SAN 206 EDUC 207 NOTA van: aan: nr. vorig doc.: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van

Nadere informatie

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B Raad van de Europese Unie Brussel, 6 mei 2019 (OR. en) 8653/19 EDUC 214 SOC 321 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad Voorbereiding

Nadere informatie

DOELSTELLING VOOR ONDERZOEK EN ONTWIKKELING

DOELSTELLING VOOR ONDERZOEK EN ONTWIKKELING COMMENTAAR 10 Kleurrijk Vlaanderen - 21 doelstellingen voor de 21 ste eeuw DOELSTELLING VOOR ONDERZOEK EN ONTWIKKELING 24 januari 2002 VRWB-R/COM-10 24 januari 2002 1/5 VRWB-R/COM-10 24 januari 2002 2/5

Nadere informatie

8273/1/18 REV 1 dui/ass/sv 1 DG E 1C

8273/1/18 REV 1 dui/ass/sv 1 DG E 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 27 april 2018 (OR. en) 8273/1/18 REV 1 JEUN 45 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad nr. vorig doc.:

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 21.4.2017 JOIN(2017) 14 final 2017/0084 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

ADVIES 152 VLAAMS HERVORMINGSPROGRAMMA EUROPA 2020 STRATEGIE 27 JANUARI 2011

ADVIES 152 VLAAMS HERVORMINGSPROGRAMMA EUROPA 2020 STRATEGIE 27 JANUARI 2011 ADVI ES152 HERVORMI NGSPROGRAMMA EUROPA2020STRATEGI E 27JANUARI2011 ADVIES 152 VLAAMS HERVORMINGSPROGRAMMA 27 JANUARI 2011 VLAAMS HERVORMINGSPROGRAMMA 2/10 INHOUD SITUERING 3 ADVIES 5 1. ALGEMEEN POSITIEF

Nadere informatie

"Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa" Enquête onder de lokale en regionale overheden Samenvatting van de resultaten

Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa Enquête onder de lokale en regionale overheden Samenvatting van de resultaten "Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa" Enquête onder de lokale en regionale overheden Samenvatting van de resultaten Deze conclusies zijn gebaseerd op het verslag: "Beoordeling van het vlaggenschipinitiatief

Nadere informatie

Reactie van de Nederlandse Monitoring Commissie Corporate Governance Code op:

Reactie van de Nederlandse Monitoring Commissie Corporate Governance Code op: Reactie van de Nederlandse Monitoring Commissie Corporate Governance Code op: 1. het voorstel van de Europese Commissie tot aanpassing van de Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.6.2006 COM(2006) 275 definitief Deel I MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE EN

Nadere informatie

Brussel, 15 december _Aanbeveling Brussels Airport. Aanbeveling. ontwerp actieplan omgevingslawaai voor de luchthaven Brussels Airport

Brussel, 15 december _Aanbeveling Brussels Airport. Aanbeveling. ontwerp actieplan omgevingslawaai voor de luchthaven Brussels Airport Brussel, 15 december 2009 20091215_Aanbeveling Brussels Airport Aanbeveling ontwerp actieplan omgevingslawaai voor de luchthaven Brussels Airport Inhoud 1. Situering... 3 2. Strategische overwegingen...

Nadere informatie

Advies. JKP krijgt meer reliëf maar mag integraal karakter niet verliezen

Advies. JKP krijgt meer reliëf maar mag integraal karakter niet verliezen Advies DATUM 11 juni 2018 VOLGNUMMER 2017-2018/9 COMMISSIE Commissie voor Jeugd JKP krijgt meer reliëf maar mag integraal karakter niet verliezen Bij de recente bespreking van het tussentijds rapport van

Nadere informatie

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0339(COD) 11.4.2012. van de Begrotingscommissie

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0339(COD) 11.4.2012. van de Begrotingscommissie EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Begrotingscommissie 11.4.2012 2011/0339(COD) ONTWERPADVIES van de Begrotingscommissie aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid inzake het voorstel

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties het bovengenoemde tijdschema, voorgelegd door het voorzitterschap en het aantredend voorzitterschap.

Hierbij gaat voor de delegaties het bovengenoemde tijdschema, voorgelegd door het voorzitterschap en het aantredend voorzitterschap. RAAD VA DE EUROPESE UIE Brussel, 18 november 2013 (OR. en) 16359/13 CO EUR-PREP 49 POGE 225 EV 1076 EER 527 MI 1042 RECH 544 COMPET 837 ID 335 ECOFI 1031 SOC 954 EDUC 443 TEECOM 315 JAI 1017 OTA van: aan:

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0043/413. Amendement. Monika Vana namens de Verts/ALE-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0043/413. Amendement. Monika Vana namens de Verts/ALE-Fractie 7.2.2019 A8-0043/413 413 Overweging 20 (20) Mechanismen die het financieringsbeleid van de Unie moeten koppelen aan het economisch bestuur van de Unie moeten verder worden verfijnd, waarbij de Commissie

Nadere informatie

WORDT UW STAD DE EERSTE EUROPESE HOOFDSTAD VAN SLIM TOERISME?

WORDT UW STAD DE EERSTE EUROPESE HOOFDSTAD VAN SLIM TOERISME? WORDT UW STAD DE EERSTE EUROPESE HOOFDSTAD VAN SLIM TOERISME? FACTSHEET 1. WORDT UW STAD DE EERSTE EUROPESE HOOFDSTAD VAN SLIM TOERISME? In lijn met een door het Europees Parlement voorgestelde voorbereidende

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed en Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en armoedebestrijding

Nadere informatie

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.11.2013 COM(2013) 910 final 2013/0397 (NLE) Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland NL NL 2013/0397 (NLE) Voorstel

Nadere informatie

Alle delegaties gaan thans akkoord met de tekst van bovengenoemde conclusies van de Raad.

Alle delegaties gaan thans akkoord met de tekst van bovengenoemde conclusies van de Raad. Raad van de Europese Unie Brussel, 4 mei 2018 (OR. en) 8544/18 CULT 52 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad Raad nr. vorig doc.: 7759/18 CULT 36 Betreft: Ontwerpconclusies van de Raad over

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de

Nadere informatie

Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed in Vlaanderen

Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed in Vlaanderen Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed in Vlaanderen Een initiatief van de EU Sinds 2010 actie door Europese middenveld en lidstaten voor een dergelijk jaar Inspiratie 1975 Europees Jaar van het Bouwkundig

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 3 november 2011 (06.12) (OR. en) 16318/11 COMPET 483 MI 543 SOC 940

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 3 november 2011 (06.12) (OR. en) 16318/11 COMPET 483 MI 543 SOC 940 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 3 november 2011 (06.12) (OR. en) 16318/11 COMPET 483 MI 543 SOC 940 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 10.7.2017 JOIN(2017) 24 final 2017/0157 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 juni 2011 (OR. en) 11400/11 UEM 155 ECOFI 379 SOC 525 COMPET 284 E V 498 EDUC 165 RECH 200 E ER 200

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 juni 2011 (OR. en) 11400/11 UEM 155 ECOFI 379 SOC 525 COMPET 284 E V 498 EDUC 165 RECH 200 E ER 200 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 20 juni 2011 (OR. en) 11400/11 UEM 155 ECOFI 379 SOC 525 COMPET 284 E V 498 EDUC 165 RECH 200 E ER 200 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: AANBEVELING VAN

Nadere informatie

Fiche 4: Mededeling Normalisatiepakket Europese normen voor de 21e eeuw

Fiche 4: Mededeling Normalisatiepakket Europese normen voor de 21e eeuw Fiche 4: Mededeling Normalisatiepakket Europese normen voor de 21e eeuw 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Normalisatiepakket: mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees

Nadere informatie

Wat hebben stad en land met en aan Europa?

Wat hebben stad en land met en aan Europa? Wat hebben stad en land met en aan Europa? 1 1,9 Mrd EU-subsidies 2007-2013 Nieuwe periode 2014-2020 Ø Cohesiebeleid: 1,4 miljard, waarvan: q q 1 miljard EFRO en ESF (> 507 miljoen) 389,7 miljoen voor

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 26 april

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 26 april A D V I E S Nr. 1.401 ----------------------------- Zitting van vrijdag 26 april 2002 ----------------------------------------- IAO - 91ste zitting van de Internationale Arbeidsconferentie (juni 2003)

Nadere informatie

EUROPESE UNIE Comité van de Regio's

EUROPESE UNIE Comité van de Regio's EUROPESE UNIE Comité van de Regio's Raadpleging Uw mening over Europa 2020 Belangrijkste bevindingen, evaluatie en gevolgen voor het beleid Mei 2010 Belangrijkste bevindingen, evaluatie en gevolgen voor

Nadere informatie

Fiche 5: Mededeling Volgende stappen voor een duurzame Europese toekomst

Fiche 5: Mededeling Volgende stappen voor een duurzame Europese toekomst Fiche 5: Mededeling Volgende stappen voor een duurzame Europese toekomst 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Mededeling van de Commissie aan het Europese Parlement, de Raad, het Europees Economisch

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken Nr. 429 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN

Nadere informatie

Regeringsverklaring. woensdag 31 december "Werken aan het vertrouwen"

Regeringsverklaring. woensdag 31 december Werken aan het vertrouwen Regeringsverklaring woensdag 31 december 2008 "Werken aan het vertrouwen" Het jaar dat vandaag zijn allerlaatste dag beleeft is getekend door de grootste financiële wereldcrisis sedert de jaren dertig

Nadere informatie

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van SLOVENIË

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van SLOVENIË EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.11.2013 COM(2013) 911 final 2013/0396 (NLE) Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD betreffende het economisch partnerschapsprogramma van SLOVENIË NL NL 2013/0396 (NLE) Voorstel

Nadere informatie

Datum 10 april 2019 Verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele OJCS-raad 16 april 2019

Datum 10 april 2019 Verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele OJCS-raad 16 april 2019 >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Internationaal Beleid Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei 2002 ----------------------------------------------------------------------------------

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei 2002 ---------------------------------------------------------------------------------- CENTRALE RAAD VOOR HET BEDRIJFSLEVEN NATIONALE ARBEIDSRAAD ADVIES Nr. 1.402 Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei 2002 ----------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Sterk door overleg. Adviesfunctie

Sterk door overleg. Adviesfunctie De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) brengt de Vlaamse werkgevers- en werknemersorganisaties samen voor overleg en advies over tal van Vlaamse beleidsthema s. De sociale partners adviseren

Nadere informatie

Een nieuwe start voor sociale dialoog

Een nieuwe start voor sociale dialoog Een nieuwe start voor sociale dialoog Verklaring van de Europese sociale partners, de Europese Commissie en het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie In het Verdrag betreffende de werking van

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.3.2015 COM(2015) 100 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Resultaten

Nadere informatie

1. Algemene gegevens a) Titel voorstel De internemarktagenda voor banen, groei en investeringen uitvoeren

1. Algemene gegevens a) Titel voorstel De internemarktagenda voor banen, groei en investeringen uitvoeren Fiche 4: Mededeling De internemarktagenda voor banen, groei en investeringen uitvoeren 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel De internemarktagenda voor banen, groei en investeringen uitvoeren b) Datum

Nadere informatie

Commissie industrie, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, onderzoek en energie

Commissie industrie, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, onderzoek en energie EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie industrie, onderzoek en energie 14.12.2010 2010/2211(INI) ONTWERPADVIES van de Commissie industrie, onderzoek en energie aan de Bijzondere Commissie beleidsuitdagingen

Nadere informatie

De vragenlijst van de openbare raadpleging

De vragenlijst van de openbare raadpleging SAMENVATTING De vragenlijst van de openbare raadpleging Tussen april en juli 2015 heeft de Europese Commissie een openbare raadpleging gehouden over de vogel- en de habitatrichtlijn. Deze raadpleging maakte

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 april 2014 (OR. en) 9026/14 JEUN 65 SOC 299

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 april 2014 (OR. en) 9026/14 JEUN 65 SOC 299 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 april 2014 (OR. en) 9026/14 JEUN 65 SOC 299 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) / de Raad nr.

Nadere informatie

Door de Europese Raad te volgen aanpak tot en met 2014

Door de Europese Raad te volgen aanpak tot en met 2014 EUROPESE RAAD DE VOORZITTER NL Brussel, 29 juni 2012 (OR. en) EUCO 133/12 PRESSE 318 PR PCE 115 Door de Europese Raad te volgen aanpak tot en met 2014 In de afgelopen twee en een half jaar heeft de Europese

Nadere informatie

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 2 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2019

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 2 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2019 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.5.2019 COM(2019) 320 final ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 2 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2019 Meer middelen voor essentiële programma's voor het concurrentievermogen van

Nadere informatie

Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 2012/2039(INI) 19.3.2012 ONTWERPADVIES van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken aan de Commissie juridische zaken het statuut

Nadere informatie

7875/17 oms/rts/sl 1 DGG 2B

7875/17 oms/rts/sl 1 DGG 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 6 april 2017 (OR. en) 7875/17 NOTA van: aan: nr. vorig doc.: 15792/2016 Nr. Comdoc.: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad CADREFIN 37 PECHE 130 FSTR 23 RECH

Nadere informatie

Ex ante evaluatie van beleid en regelgeving: focus op impact assessments VEP studiedag 30 april 2010

Ex ante evaluatie van beleid en regelgeving: focus op impact assessments VEP studiedag 30 april 2010 Ex ante evaluatie van beleid en regelgeving: focus op impact assessments VEP studiedag 30 april 2010 «Ik wil mensen in armoede een transparant model aanreiken waarmee zij kunnen toetsen of een beleidsmaatregel

Nadere informatie

Vrij vertrouwd. Redelijk vertrouwd

Vrij vertrouwd. Redelijk vertrouwd Deel 1 Algemene vragen 1. Hoe belangrijk is natuurbescherming voor u? Niet belangrijk Niet erg belangrijk Belangrijk Heel belangrijk Er is een duidelijke maatschappelijke vraag is naar natuurbescherming.

Nadere informatie

Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad, 27 september Didier Reynaert Lector sociaal werk, HoGent Gastlector kinderrechten, Odisee

Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad, 27 september Didier Reynaert Lector sociaal werk, HoGent Gastlector kinderrechten, Odisee Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad, 27 september 2016 Didier Reynaert Lector sociaal werk, HoGent Gastlector kinderrechten, Odisee Goedkeuring Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK, 1989).

Nadere informatie

Advies over de moderniseringsagenda hoger onderwijs van de Europese Unie

Advies over de moderniseringsagenda hoger onderwijs van de Europese Unie Raad Hoger Onderwijs 8 maart 2016 RHO-RHO-ADV-1516-006 Advies over de moderniseringsagenda hoger onderwijs van de Europese Unie Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus 6 BE-1210 Brussel T +32 2 219 42 99

Nadere informatie

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 27 juni 2016 (OR. en) 10667/16 RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties FSTR 35 FC 29 REGIO 42 SOC 434 AGRISTR 36 PECHE 243

Nadere informatie

Functiefamilie ET Thematische experten

Functiefamilie ET Thematische experten Functiefamilie ET Thematische experten DOEL Expertise in een materie* en verstrekken aan de administratieve en politieke instanties teneinde hen te ondersteunen bij de besluitvorming en de uitvoering van

Nadere informatie

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2015 van Nederland

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2015 van Nederland EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.5.2015 COM(2015) 268 final Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2015 van Nederland en met een advies van de Raad over het

Nadere informatie

GROEI EN BANEN: DE VOLGENDE STAPPEN

GROEI EN BANEN: DE VOLGENDE STAPPEN GROEI EN BANEN: DE VOLGENDE STAPPEN Presentatie door J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, aan de informele Europese Raad van 30 januari 2012 De "vicieuze cirkels" in Europa doorbreken Europa

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 mei 2011 (31.05) (OR. en) 10405/11 SOC 418 ECOFIN 276 SAN 105

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 mei 2011 (31.05) (OR. en) 10405/11 SOC 418 ECOFIN 276 SAN 105 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 mei 2011 (31.05) (OR. en) 10405/11 SOC 418 ECOFIN 276 SAN 105 INGEKOMEN DOCUMENT van: Het Comité voor sociale bescherming aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers

Nadere informatie

Actuele Europese energiedossiers onder het Roemeense voorzitterschap

Actuele Europese energiedossiers onder het Roemeense voorzitterschap Actuele Europese energiedossiers onder het Roemeense voorzitterschap 17 januari 2019 Vleva en Minaraad Jan Haers, Attaché Energie Algemene Afvaardiging van de Vlaamse Regering bij de EU Clean Energy pakket

Nadere informatie

Advies over het Belgische rapport voor de Voluntary National Review 2017

Advies over het Belgische rapport voor de Voluntary National Review 2017 Advies over het Belgische rapport voor de Voluntary National Review 2017 Een proces met 8 raden Federaal: FRDO Brussel: RLBHG, ESRBHG Vlaanderen: MiNaRaad, SERV Wallonië: CWEDD, CESW Duitstalige gemeenschap:

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder Doel van de functiefamilie Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen omtrent het thema te initiëren, te stimuleren en te bewaken

Nadere informatie