Bestemmingsplan Bedrijventerrein Peize

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bestemmingsplan Bedrijventerrein Peize"

Transcriptie

1 Bestemmingsplan Bedrijventerrein Peize

2 Bestemmingsplan Bedrijventerrein Peize Inhoud: Toelichting en bijlagen Voorschriften Plankaart nr: C01 Roden/Assen Projectnummer november 2006

3

4 Toelichting toe

5 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Historie Ontstaansgeschiedenis van het gebied Cultuurhistorie 6 3 Huidige situatie 7 4 Beleidskader Overkoepelend beleidskader Gemeentelijk beleidskader Beleid Waterschap Noorderzijlvest 14 5 Juridische vormgeving Algemeen Afstemming op andere wetten en verordeningen Planvorm Bestemmingen en afweging van belangen 18 6 Milieu Inleiding Geluidhinder Bedrijvigheid Leidingen Besluit externe veiligheid inrichtingen Luchtkwaliteit Water Beleidskader Ontwikkelingen Archeologie Ecologie Inleiding Beleid Duurzaamheid 40 7 Economische uitvoerbaarheid 41 8 Inspraak en overleg 43 Bijlagen toe

6 1 Inleiding Op dit moment is de gemeente Noordenveld het traject gestart om alle verouderde bestemmingsplannen van alle kernen binnen de gemeente te herzien. Tot de verouderde plannen behoort tevens het vigerende bestemmingsplan voor het bedrijventerrein De Westerd I in de kern Peize. Aanleiding voor het opstellen van het bestemmingsplan is dan ook gelegen in de noodzaak om het verouderde plan te herzien. In deze herziening worden geen grootschalige nieuwe planologische ontwikkelingen voorzien. Op dit moment geldt voor het plangebied het bestemmingsplan Rondweg en bedrijventerrein Peize (vastgesteld d.d. 23 februari 1993 en goedgekeurd d.d. 12 oktober 1993). Het plangebied ligt aan de noordwestzijde van Peize. Op het overzichtskaartje voorin dit plan is de ligging aangegeven. Aan de noord- en westgrens liggen de Westerweg en de Peizerschipsloot. Het plangebied grenst aan de oostzijde van de toekomstige uitbreiding van onderhavig bedrijventerrein, de Westerd II. De zuidkant van het plangebied wordt gevormd door de woonbebouwing aan de Joest Lewelaan en de Ripperdalaan. In hoofdstuk 2 is ingegaan op de historie van Peize. Vervolgens zal in hoofdstuk 3 de huidige situatie van het plangebied in het kort worden beschreven. Hoewel het hier een actualisatie betreft en de uiteengezette richtlijnen in het provinciaal en gemeentelijk beleid niet direct van invloed zijn op het plangebied, is in hoofdstuk 4 toch volledigheidshalve aandacht besteed aan het beleid. In hoofdstuk 5 is ingegaan op de juridische vormgeving. In hoofdstuk 6 is vervolgens aandacht besteed aan de milieuaspecten, waarna in hoofdstuk 7 de economische uitvoerbaarheid en in hoofdstuk 8 de inspraak en het overleg aan de orde zijn toe 3

7

8 2 Historie 2.1 Ontstaansgeschiedenis van het gebied De gemeente Noordenveld ligt op het Drents Plateau. Dit keileemplateau omvat tevens delen van Groningen en Friesland. Dit gebied ligt hoger ten opzichte van de omgeving en is ontstaan door verticale bewegingen in de aardkorst nog voor de bedekking van Drenthe met landijs. Dit speelde zich af in het Pleistoceen. Het Pleistoceen werd gekenmerkt door een opeenvolging van koude en warmere tijden, de zogenaamde glacialen en interglacialen. Tijdens de glacialen breidde het landijs zich van het Scandinavische en Baltische gebied uit over noordwestelijk Europa. Voor de uiteindelijke vormgeving van de oppervlakte en de gesteldheid van de bodem zijn de processen tijdens en vooral na de laatste ijstijd van belang geweest. De dekzandafzetting op de verweerde keileem dateert van deze tijd. Stroompjes begonnen, na de laatste ijstijd ongeveer jaar voor Christus, zich in te snijden in het landschap. Ongeveer jaar later begon de veenvorming doordat het klimaat zachter en vochtiger werd. De zeespiegel en het grondwater stegen en alle lagere terreingedeelten vulden zich met water. Hierdoor werden moerassen gevormd. Het noordelijke gedeelte van de gemeente Noordenveld maakte deel uit van het lagere deel van Noord-Drenthe. Hier vormde zich, in de regelmatig overstroomde beekdalen van het Peizer- en Eelderdiep, op uitgebreide schaal laagveen. Ook op het niet door beken ontwaterde deel van het Drents Plateau vormde zich veen. Hoogveenvorming ging door tot omstreeks het jaar Het natuurlijke landschap is gevormd onder invloed van geologische en bodemvormende processen. Behalve de ontstaansgeschiedenis van bodem en reliëf is het menselijke ingrijpen van grote invloed geweest op de verschijningsvorm van het landschap. Sinds de occupatie van de mens drukten de bewoners steeds krachtiger op het natuurlandschap. Door het ingrijpen van de mens, zoals ontginning en ontwatering, is het natuurlijke landschap in de loop der eeuwen veranderd in een cultuurlandschap dat de sporen draagt van een lange geschiedenis toe 5

9 2.2 Cultuurhistorie Peize is van oorsprong een agrarische nederzetting nabij een es en een beek. De kern ontstond in de vroege Middeleeuwen op de hogere zandgronden van het Drents Plateau. Het oorspronkelijke dorp bestond uit een verzameling boerderijen met schuren en schaapskooien. De open ruimten (brinken) werden gebruikt als verzamelplaats. Ook nu nog heeft Peize een opvallend open dorpsstructuur. In de 19 e eeuw vond een verdichting van de bestaande bebouwing plaats en breidde het dorp zich langs de randen uit. Na de Tweede Wereldoorlog is het dorp vooral aan de noord- en oostzijde uitgebreid. Vanaf die tijd ging het om grotere planmatige uitbreidingen in wijken. De grootste veranderingen in Peize hebben zich in de afgelopen 30 jaar voorgedaan. Het bedrijventerrein De Westerd dateert uit de tweede helft van de jaren tachtig. Ruim tien jaar geleden werd daar een eerste uitbreiding aan toegevoegd. Hiervoor is in 1993 een bestemmingsplan opgesteld. Dit plan maakte tegelijk de realisering van de noordelijke rondweg mogelijk toe 6

10 3 Huidige situatie Begrenzing en bereikbaarheid Het bedrijventerrein De Westerd I is gelegen aan de noordwestzijde van Peize. Het plangebied is te bereiken via de Westerweg (rondweg) en de Groningerweg. De Westerweg vormt tevens de noordgrens van het plangebied. Langs de westelijke plangrens ligt de watergang Peizerschipsloot. Deze waterlossing voert in noordelijke richting af via het Peizerdiep op het Hoendiep. Ten westen van de Peizerschipsloot ligt de ijsbaan en een forse groenstrook met opgaande beplanting, welke de dorpskom en het plangebied afschermt van de rondweg. Aan de oostzijde van het plangebied wordt de uitbreiding van het onderhavig bedrijventerrein gerealiseerd; de Westerd II. De ruimtelijke inrichting van dit nieuwe terrein sluit aan bij de opzet van de eerste fase. De Aanleg wordt daarbij doorgetrokken tot de Groningerweg. Haaks daarop wordt in noordelijk en zuidelijke richting een insteekweg voor de interne ontsluiting aangelegd. In het zuiden grenst het bedrijventerrein aan de woonbebouwing van de Joest Lewelaan en de Ripperdalaan. Deze straten liggen in de woonwijk de Westerd. In dit gebied staan overwegend vrijstaande woningen op ruime kavels in een vrij strak patroon. De ontsluiting van de wijk is volgens een vrij ruim en strak patroon. Indeling De hoofdas van het terrein is de Havenstraat, welke dient als ontsluiting op de Westerweg. Haaks op de Havenstraat bevinden zich in westelijke en oostelijke richting insteekwegen. De kaveldiepte varieert van 30 tot 80 m, met een daarop aansluitende breedtemaat van ongeveer een kwart tot tweederde van de diepte van het perceel. Daarnaast bevinden zich aan de west- en oostzijde enkele zeer grote kavels. Op het merendeel van de percelen met een diepte tot 80 m zijn bedrijfswoningen gerealiseerd. Het bedrijventerrein heeft een wat rommelige aanblik. Bij de meeste bedrijfskavels is weinig aandacht besteed aan de inrichting. Voorts is er weinig samenhang in het bebouwingsbeeld. Dit wordt mede veroorzaakt door de grote variatie in kavelgrootte en bebouwingstypologie toe 7

11 Er is geen tot weinig beplanting aanwezig op of langs de kavels. Slechts aan de zuidzijde van het terrein is opgaande beplanting aanwezig, grenzend aan de woonbebouwing van de Joest Lewelaan. Zonering Marktpositie Het terrein is ingedeeld in drie zones ten behoeve van de bedrijvigheid. Op de gronden op de plankaart aangegeven met categorie 1 zijn bedrijven toegestaan van de categorieën 1 en 2 uit de Staat van Bedrijven. Op de gronden op de plankaart aangegeven met categorie II, die op grotere afstand van de woonbebouwing liggen, zijn zwaardere bedrijven uit categorie 3 toegestaan, mits de in acht te nemen afstand (tot woonbebouwing) niet meer dan 50 m bedraagt. Voor de rest van het terrein dat op de grootste afstand van de woonbebouwing ligt, zijn bedrijven toegestaan van de categorieën 1 tot en met 3 uit de Staat van Bedrijven. Het onderhavige bedrijventerrein is opgezet voor twee groepen kleinschalige lokale bedrijven: - bedrijven die moeten worden verplaatst; - startende ondernemingen uit de gemeente Noordenveld. Thans zijn alle bedrijfskavels uitgegeven. Op de ondergeschikte uitbreidingen van bestaande bedrijven binnen de bouwvlakken na, zijn geen ontwikkelingen op het bedrijventerrein De Westerd I voorzien toe 8

12 Verkooppunt motorbrandstoffen Vulpunt met dichtbijgelegen bedrijfswoning Verbindingsweg naar Westerd II Bedrijfsloods Gevarieerd straatbeeld Peizerschipsloot toe 9

13

14 4 Beleidskader 4.1 Overkoepelend beleidskader Regiovisie Groningen- Assen 2030 Provinciaal omgevingsplan De gemeente Noordenveld is in het kader van de regiovisie een samenwerkingsverband met omliggende gemeenten aangegaan om mee te werken aan de versterking van de economische kernregio Groningen-Assen. In deze regiovisie zijn de gemeente Noordenveld en de gemeente Leek de verplichting aangegaan om de kernen Roden en Leek een schragende functie voor Groningen toe te kennen. Voor Peize geldt dat de reeds geplande ontwikkelingen worden gerealiseerd. Voor onderhavig bestemmingsplan heeft dit geen gevolgen. De richtlijnen in de regiovisie hebben geen invloed op het onderhavig plangebied. De richtlijnen in het Provinciaal Omgevingsplan (vastgesteld december 1998) geven aan dat Peize een functie als hoofdkern heeft. De hoofdkernen hebben in hoofdzaak een woonfunctie voor de plaatselijke reeds aanwezige bevolking en in samenhang met de plaatselijke werkgelegenheid. Voor de ontwikkeling van bedrijvigheid hebben de hoofdkernen alleen een functie voor kleinschalige lokale bedrijvigheid. Zowel voor de ontwikkeling van nieuwe woongebieden als voor de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen geldt als voorwaarde dat deze ruimte goed inpasbaar moeten zijn zonder belangrijke omgevingswaarden aan te tasten. Met betrekking tot uitbreidingen beperkt de provincie zich ertoe om met behulp van een contourlijn rondom een kern aan te geven welke waardevolle gebieden van bebouwing dienen te worden gevrijwaard. De rode contour rondom Peize is niet geheel gesloten. Peize heeft in het zuiden, zuidwesten, westen en het noorden nog enige uitbreidingsruimte. In het betreffende gebied welke is opgenomen in onderhavig bestemmingsplan vinden geen ontwikkelingen plaats die in het kader van het geformuleerde provinciaal beleid moeten worden gemotiveerd. De geformuleerde richtlijnen in het provinciaal beleid hebben dan ook geen gevolgen voor de onderhavige herziening. De provincie bevordert het realiseren van duurzame bedrijventerreinen alsmede het in het kader van duurzaamheid revitaliseren van bestaande bedrijventerreinen. POP II ontwerp Onlangs is het ontwerp van het Provinciaal Omgevingsplan II gepresenteerd. In dit ontwerp is het visiedeel opgenomen dat op toe 11

15 3 november 2003 door Gedeputeerde Staten is vastgesteld. De vorenstaande uitgangspunten uit het POP I zijn daarin overgenomen. Het locatiebeleid van de provincie is onder andere gericht op: - het continueren van inspanningen gericht op revitalisering van bedrijventerreinen in Noordenveld; - nieuwe zoekruimten voor lokale bedrijvigheid in de gemeenten Tynaarlo en Noordenveld. Het aspect duurzaamheid is in het ontwerp POP II verder uitgewerkt. Het duurzaam ontwikkelen en beheren van bedrijventerreinen kan een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van een ontkoppeling en het verbeteren van de kwaliteit. Het draagt bovendien bij aan het verbeteren van het vestigingsklimaat en aan het scheppen van kwalitatief hoogwaardige werkgelegenheid. Bij nadere invulling is een belangrijke rol weggelegd voor zogenaamde parkmanagementorganisaties. Hieronder worden samenwerkingsverbanden van het bedrijfsleven op een bepaald bedrijventerrein verstaan, waarin eventueel anderen kunnen participeren, zoals gemeenten en energieleveranciers. Bij een kwaliteitsimpuls, gericht op een duurzame ontwikkeling, legt de provincie prioriteit bij terreinen met een regionaal karakter. Peize wordt hier in eerste instantie niet toe gerekend. Ten aanzien van landschap, cultuurhistorie en archeologie heeft een belangrijke aanscherping van het beleid plaatsgevonden. Deze aspecten bepalen in belangrijke mate het afwegingskader bij ruimtelijke ingrepen. Binnen het toetsingskader voor milieu heeft externe veiligheid een plek gekregen. Verder is het belang van water in het POP II nog eens extra onderstreept. Daar komt bij dat een beschrijving van de wijze waarop rekening is gehouden met de waterhuishouding bij de ontwikkeling van een plan via een recente wijziging van het Besluit op de ruimtelijke ordening een verplicht onderdeel van de toelichting is geworden. De zogenaamde "watertoets" van de VNG geldt daarbij als leidraad. 4.2 Gemeentelijk beleidskader Structuurvisie Noordenveld De Structuurvisie Noordenveld (2003) biedt houvast bij het maken van ruimtelijk keuzes. Ten aanzien van bedrijventerreinen worden vier sporen gevolgd. 1. Een herstructurering van de bestaande terreinen waardoor opnieuw ruimte ter beschikking komt. 2. Wat betreft lokale bedrijven wordt ingezet op kleine kavels bij de grotere kernen (Westerd). Wonen en werken kan samengaan. Voor groeibedrijven wordt een groter terrein toe 12

16 volgens de formule Noordhoek gedacht. Daarvoor zal een nieuwe locatie moeten worden aangegeven bij Roden. 3. Voor footless-bedrijven (niet-locatiegebonden) zal bij Roden binnen de rondweg op bestaande en nieuwe terreinen naar locaties worden gezocht. 4. Hoogwaardige bedrijven zullen worden ondergebracht op Haarveld. Er is sprake van een zeer breed samengesteld werkgelegenheidsaanbod binnen de gemeente: van kantoren tot industriële bedrijven, van hoogwaardig tot laagwaardig. De structuurvisie zet in op het behoud daarvan. In Roden wordt ingezet op een voortgaande bedrijfsmatige ontwikkeling. In Peize ligt het accent op lokale bedrijvigheid. Norg richt zich op dienstverlening en recreatie. De gemeente draagt de lokale bedrijvigheid een warm hart toe. Dit zijn bedrijven die een lokale klantenkring hebben en dus altijd zijn aangewezen op een locatie nabij de kern waar zij zijn gevestigd. Voor de grotere kernen wil de gemeente vanwege de hoeveelheid bedrijven streven naar een vorm van clustering op afzonderlijke bedrijven. Algemene beleidslijnen Een van de belangrijkste doelstellingen van het gemeentelijke ruimtelijke ordeningsbeleid is het in stand houden en creëren van een zo hoog mogelijke ruimtelijke kwaliteit. Nieuwe ingrepen worden zo gepland, dat deze de bestaande waarden ontzien en zo mogelijk versterken. Duurzaamheid is een ander belangrijk aspect binnen het ruimtelijk beleid van de gemeente. Bij nieuwe ingrepen wordt aandacht besteed aan integraal waterbeheer en duurzaam bouwen (zoals energie- en materiaalgebruik). Door middel van het ruimtelijk beleid oefent de gemeente ook invloed uit op de veiligheid van haar woon- en werkgebieden. Gevaarlijke objecten worden uit kwetsbare gebieden gehouden of gesaneerd (externe veiligheid). Verder houdt de gemeente rekening met de bereikbaarheid van gebieden voor hulpdiensten, opstelplaatsen voor blusvoertuigen en de aanleg van bluswatervoorzieningen (brandveiligheid). Ook het creëren van een sociaal veilige omgeving krijgt aandacht (sociale veiligheid). Welstandsnota Om te kunnen voldoen aan de eisen van de op 1 januari 2003 in werking getreden wijzigingen van de Woningwet op het gebied van het welstandstoezicht, heeft de gemeente Noordenveld op 28 november 2002 een welstandsnota vastgesteld. Deze nota is toe 13

17 verplicht indien de gemeente ook in de toekomst ten aanzien van bouwplannen een welstandsbeleid wil voeren. Op deze manier geeft het bestemmingsplan de stedenbouwkundige kaders, zoals de functie en omvang (massa) van de bebouwing en inrichtingsmaatregelen met betrekking tot het openbaar gebied en gaat de welstandsnota in op de detaillering, materiaalkeuze en kleur van bebouwing. Hiermee is aandacht voor alle aspecten die van invloed zijn op de ruimtelijke kwaliteit. Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan Noordenveld In 1999 is het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan opgesteld. Dit rapport geeft de algemene beleidslijn met betrekking tot verkeer en vervoer weer. Daarnaast gaat het rapport in op specifieke deelgebieden van de verkeers- en vervoerssituatie binnen de gemeente Noordenveld. Binnen de bebouwde kom staat het creëren van verblijfsgebieden centraal. Dit zijn gebieden waar een snelheidsregiem geldt van 30 km/uur. Aangegeven wordt, dat in het kader van een nadere uitwerking van het GVVP, het de bedoeling is verblijfsgebieden buiten de bebouwde kom in te richten als 60 km/uur-zones. 4.3 Beleid Waterschap Noorderzijlvest Waterbeleid 21 ste eeuw In het kader van "Waterbeleid 21 ste eeuw", anders omgaan met water" staat duurzaam omgaan met water centraal. Het gaat om het waarborgen van voldoende veiligheid en het zo klein mogelijk houden van de kans op wateroverlast. De trits "vasthouden-bergen-afvoeren" staat hier centraal. De uitwerking verschilt per gebied. Met betrekking tot stedelijke gebieden en uitbreidingen hanteert het waterschap een aantal uitgangspunten. Het waterschap geeft aan dat, indien van toepassing, aandacht dient te worden geschonken aan riolering, grondwater, waterberging, infiltratiemogelijkheden, diffuse bronnen, aan- en afvoer van water en peilbeheer. Het waterschap geeft aan dat het aan te leggen rioleringssysteem een verbeterd gescheiden systeem dient te zijn. Bij een verbeterd gescheiden rioolstelsel wordt het afvalwater en het regenwater afzonderlijk afgevoerd. Het eerst gevallen regenwater gaat met oppervlaktevervuiling naar het riool. Het daarna gevallen regenwater wordt afgekoppeld. Door regenwater van het riool af te koppelen wordt tevens een hoger zuiveringsrendement van rioolwaterinstallaties bereikt en wordt de riooloverstortproblematiek verminderd. Dit doel kan worden bereikt door een combinatie van vermindering van oppervlakte aan verharding, afkoppeling van regenwater en drainagewater van het riool, infiltratie van dit water in de bodem en meer oppervlakteberging toe 14

18 De afvoer van water uit het gebied mag niet groter zijn dan de huidige afvoer. Is er wel sprake van toename van de afvoer van water, door uitbreiding van verhard oppervlak, dan dienen op het terrein zelf waterbeheersingsmogelijkheden te worden gecreëerd. Waterberging Een deel van het plangebied, aan de noordwest zijde tegen de Westerweg en een strook langs de Peizerschipsloot, is op de functiekaart van het Provinciaal Omgevingsplan van Drenthe aangeduid als beekdal. In perioden van intensieve neerslag kan in de beekdalen wateroverlast verwacht worden. Bij (her)inrichting en beheer van dit deel van het plangebied dient hiermee rekening gehouden te worden. Naar aanleiding van extreme neerslag in Groningen en Drenthe in 1998 ontstonden kritische situaties ten aanzien van de veiligheid van het watersysteem. De daarna in het leven geroepen Stuurgroep Water heeft studie laten doen naar de mogelijke consequenties van extreme neerslag en de toekomstige klimaatverandering. Op basis van dit onderzoek is gebleken dat er noodzaak is tot de realisatie van waterbergingsgebieden. In de provincie Groningen en Drenthe zijn hiervoor waterbergingsgebieden aangewezen en vastgelegd in de POP s. Voor de kop van Drenthe betekent dit dat er waterberging gerealiseerd zal worden in het gebied van de Herinrichting Roden- Norg rondom het Leekstermeer en in het landinrichtingsgebied Peize rondom het oude Eelderdiepje en op de flanken van het Peizerdiep. Vanuit de landinrichting Peize wordt het proces van waterberging gestuurd. Op dit moment is er een MER-procedure gaande. Voor het betreffende bestemmingsplan Bedrijventerrein Peize heeft dit geen directe gevolgen aangezien de begrenzing van het waterbergingsgebied op de grens ligt van de Stenhorsten en daarboven in noordelijke richting. In de MER wordt nader onderzoek gedaan naar eventuele beïnvloeding van de grondwaterstand als gevolg van verhoging van de waterstanden in de waterbergingsgebieden. Uitgangspunt is dat er als gevolg van de inrichting van waterbergingsgebieden er geen negatieve effecten optreden naar de omliggende gebieden. De stedelijke wateropgave In het Regionaal Bestuursakkoord Water is afgesproken dat gestreefd wordt dat deel van de wateropgave dat is veroorzaakt door de kllmaatsverandering bij niuewe ruimtelijke ontwikkelingen op te lossen. Dit kunnen uitbreidingen betreffen in uileggebiedn, maar bijvoorbeeld ook inbreidingen en herstructureringen in bestaand stedelijk gebied. In het Waterplan Noordenveld is ten aanzien van bovenstaande het volgende opgenomen: De stedelijke wateropgave is het toe 15

19 maatregelenpakket waarmee wateroverlast in stedelijke gebieden zoveel mogelijk voorkomen wordt, inclusief de daarbij behorende kosten. Het gaat hierbij om de hoeveelheid waterberging die als gevolg van klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling en verstelijking benodigd is om in 2015 het watersysteem op orde te hebben en vervolgens op orde te houden richting Om wateroverlast terug te dringen zoeken de gemeente en het waterschap naar locaties voor extra waterberging in bestaande stedelijke gebieden. Als het niet mogelijk is binnen het gebied zelf dan wordt ruimte gezocht in het landelijke gebied rondom de bebouwde gebieden. In het buitengebied wordt gezocht naar mogelijkheden voor vasthouden van water in landbouwsystemen en berging in de beekdalen. Waterschap Noorderzijlvest is voornemens in 2006 een methodiek op te stellen voor het bepalen van de kwantitatieve stedelijke wateropgave. Zodra de methodiek is vastgesteld, gaat het waterschap, samen met de gemeente, de ruimteclaim voor het plangebied bepalen. Conform de afspraken in het RBW en het waterplan Noordenveld wordt, in geval van nieuwe ontwikkelingen binnen het plangebied, gezocht naar locaties voor het invullen van een eventueel tekort aan berging. Bij het bepalen van de te nemen maatregelen wordt rekening gehouden met eventuele knelpunten op gebied van de waterkwaliteit en wordt tevens getracht eventuele overlast door grondwater of water op straat zoveel mogelijk op te lossen toe 16

20 5 Juridische vormgeving 5.1 Algemeen Het plan is overeenkomstig artikel 12 van het Besluit op de ruimtelijke ordening vervat in: a. één plankaart in een blad, schaal 1:2.000, met bijbehorende verklaring, waarop de bestemming van de in het plan begrepen gronden is aangewezen; b. een omschrijving van de bestemming, waarbij het toe te kennen doel of de doeleinden is aangegeven; c. voorschriften omtrent het gebruik van de in het plan begrepen grond en van de zich daarop bevindende opstallen. 5.2 Afstemming op andere wetten en verordeningen Met het oog op de duidelijkheid, dan wel om een dubbel vergunningstelsel te voorkomen, is ten aanzien van een aantal wetten en/of verordeningen aangegeven hoe het gemeentebestuur bij de toepassing van de daarin opgenomen regelingen rekening houdt met het ruimtelijk beleid zoals dat met het bestemmingsplan wordt nagestreefd. Dit betreft: - de Wet op de openluchtrecreatie; - de Woningwet (aanvullende werking Bouwverordening). Wet op de openluchtrecreatie In de Wet op de openluchtrecreatie is voor bijzondere vormen van kamperen een vrijstelling of ontheffing mogelijk van het verbod om buiten een kampeerterrein te mogen kamperen. Deze vrijstelling of ontheffing is alleen mogelijk indien het bestemmingsplan zich daar niet tegen verzet. In het plangebied zijn dergelijke vormen van kamperen ongewenst. Met het oog op de duidelijkheid is aangegeven dat het bestemmingsplan zich verzet tegen deze bijzondere vormen van kamperen. Woningwet Aanvullende werking Bouwverordening In gevolge de Woningwet (artikel 9) blijven, bij strijdigheid tussen de voorschriften uit de Bouwverordening en die van het bestemmingsplan, de voorschriften uit de Bouwverordening buiten toepassing. Regelt het bestemmingsplan niets over het betreffende onderwerp dan blijven de voorschriften uit de Bouwverordening wel toe 17

21 van toepassing, tenzij het bestemmingsplan anders bepaalt. Onduidelijkheid kan ontstaan indien het bestemmingsplan een algemene regel geeft, bijvoorbeeld ten aanzien van de hoogte van andere bouwwerken. De vraag is dan of de specifieke regeling uit de Bouwverordening over bijvoorbeeld erfscheidingen buiten toepassing blijft. Met het oog op het geven van duidelijkheid is aangegeven welke stedenbouwkundige bepalingen uit de bouwverordening van toepassing blijven. Naast deze afstemmingen is ook een artikel opgenomen waarin wordt ingespeeld op de verwijdering van het bordeelverbod uit het Wetboek van Strafrecht. In dit artikel is aangegeven dat het bestemmingsplan zich verzet tegen het gebruik als seksinrichting. 5.3 Planvorm Voor het plangebied is gekozen voor gebiedsgerichte bestemmingen. Daarbij zijn de op de plankaart aan te geven juridisch harde begrenzingen tussen de verschillende functies beperkt tot een aantal essentiële onderdelen. Ten aanzien van de bebouwing is sprake van een vrij grote mate van detaillering in de voorschriften. Ten aanzien van de afmetingen van de gebouwen zijn voorschriften gegeven met betrekking tot de goot- en bouwhoogte, de afstand tot de erfscheiding en dergelijke. 5.4 Bestemmingen en afweging van belangen Een eerste afweging met betrekking tot de toelaatbaarheid van functies en de omvang en plaats is gemaakt bij de voorbereiding van het plan. Dit heeft geresulteerd in de volgende bestemmingen: - bedrijfsdoeleinden; - groenvoorzieningen. Op basis van de Staat van bedrijven is binnen de bestemming bedrijfsdoeleinden aangegeven welke bedrijven toelaatbaar zijn. Hierbij is rekening gehouden met de bestaande inrichting van de terreinen en de afstand tot nabijgelegen woongebieden. Binnen deze bestemming is het realiseren van één dienstwoning per bedrijf toegestaan. Het structurele groen is bestemd als groenvoorzieningen. Binnen de bestemmingen is in de voorschriften de plaats en omvang van de bebouwing aangegeven. Ten aanzien van onderdelen kan achteraf wellicht de conclusie worden getrokken dat sprake is van een beperking, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd toe 18

22 Het is dan gewenst om in de concrete situatie ten aanzien van de noodzaak, omvang en dergelijke opnieuw een afweging te maken ten opzichte van de overige belangen. Deze afweging wordt mogelijk door, en vindt plaats op grond van, de in het plan opgenomen vrijstellingsbevoegdheden en het kunnen stellen van nadere eisen. Vrijstelling Nadere eisen De toepassing van de vrijstellingsbevoegdheid is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de in de bestemming begrepen doeleinden niet wezenlijk wordt aangetast. In de afweging staat het voorkomen van een onevenredige aantasting van het bebouwingsbeeld, de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de verkeersveiligheid centraal. Gelet op deze belangen dient het verlenen van een vrijstelling beperkt te blijven tot die situaties, waarbij een strikte toepassing van het voorschrift leidt tot een beperking van een doelmatig gebruik overeenkomstig de bestemming, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. De mogelijkheid voor het kunnen stellen van nadere eisen mag de realisering van de activiteit als zodanig niet onmogelijk maken. De afweging bij een vrijstelling kan leiden tot een weigering terwijl bij een nadere eis wel aan een onderdeel van een gebouw of de plaats ervan een voorwaarde kan worden gesteld, maar het gebouw als zodanig moet kunnen worden gerealiseerd toe 19

23

24 6 Milieu 6.1 Inleiding Voor zover een bestemmingsplan nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, dient een aantal milieuaspecten nader te worden onderzocht. Hierbij gaat het onder meer om de verplichte toetsing aan de Wet geluidhinder en de milieuhygiënische gesteldheid van de bodem. Daarnaast dient eventueel rekening te worden gehouden met nabijgelegen bedrijvigheid. Een en ander kan vergaande ruimtelijke consequenties hebben voor nieuwe ontwikkelingen, maar aangezien het hier een herziening betreft en er geen feitelijke verandering van de huidige situatie is voorzien, zullen vorengenoemde aspecten geen consequenties hebben. Het aspect "externe veiligheid" vormt hierop enigszins een uitzondering. In paragraaf 6.4 komt dit aan de orde. Volledigheidshalve worden bovengenoemde aspecten meegenomen in onderhavige herziening. 6.2 Geluidhinder In het kader van de Wet geluidhinder bevinden zich langs alle wegen zones met uitzondering van die wegen waar een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt en die wegen waar op grond van een door de gemeenteraad vastgestelde geluidsniveaukaart vaststaat dat de geluidsbelasting op 10 m uit de as van de meest nabijgelegen rijstrook 50 db(a) of minder bedraagt. In geval van nieuwe geluidsgevoelige bebouwing binnen deze zone dient akoestisch onderzoek plaats te vinden. Geluidsniveaukaart gemeente Noordenveld toe 21

25 Op dit moment vinden geen nieuwe planologische ontwikkelingen plaats. Nader onderzoek hoeft niet plaats te vinden. Voor de volledigheid en duidelijkheid zijn op het kaartje op de vorige pagina de gegevens van de geluidsniveaukaart van de gemeente Noordenveld voor de kern weergegeven. Hieruit blijkt dat de Westerweg en de Groningerweg zoneplichtig zijn. 6.3 Bedrijvigheid Op een bedrijventerrein is het van belang dat geen conflicten ontstaan tussen de bedrijfsbestemming en de milieugevoelige objecten in de omgeving. Door een differentiatie aan te brengen in de toe te laten bedrijven en deze onder te brengen in zones kan een zodanige afstand tot gevoelige objecten worden gewaarborgd dat dergelijke conflicten uitblijven. Een handreiking voor de wijze waarop zonering kan plaatsvinden, is opgenomen in de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering". Samengevat wordt voor categorieën van bedrijven aangegeven wat op grond van de mogelijke milieuaspecten de afstand tot gevoelige objecten zoals woonbebouwing zou moeten zijn. Hieronder staan de categorieën en de daarbij behorende globale afstanden tot milieugevoelige objecten: Milieucategorie Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3 Categorie 4 Categorie 5 Categorie 6 Grootst genoemde aan te houden afstand 0-10 m 30 m m m m m Dit zijn slechts richtlijnen. Per situatie dient te worden beoordeeld wat de werkelijk toe te passen minimale afstand is van een bedrijf ten opzichte van een milieugevoelig object. Op het onderhavige bedrijventerrein zijn alleen bedrijven toegestaan voorzover deze voorkomen in de categorieën 1 tot en met 3 (100 m). Daarnaast is het mogelijk bedrijven in een naast hogere categorie toe te staan, mits deze qua aard en hinder gelijk te stellen zijn aan een bedrijf uit de bij recht toegestane categorieën. In het onderhavige bestemmingsplan is in verband met de situering ten opzichte van woonbebouwing de indeling van het vigerende plan aangehouden: toe 22

26 1 minimum afstand 20 m, milieucategorieën 1 en 2; 2 minimum afstand 50 m, milieucategorieën 1,2 en 3 (50 m); 3 minimum afstand 100 m, milieucategorieën 1, 2 en Leidingen Zoals aangegeven op de plankaart ligt in het onderhavige plangebied een 150 aardgastransportleiding van de Gasunie, met een gasdruk van 40 Bar. Wat betreft de aan te houden veiligheidsafstanden bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van bestaande gastransportleidingen is de richtlijn van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, getiteld: "Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen" onder kenmerk DGMH/B nr van 26 november 1984, van toepassing. Uitgangspunt van deze richtlijn is dat het streven er op gericht dient te zijn bestemmingen die voorzien in het regelmatig verblijf van personen, buiten de zogeheten toetsingsafstand te realiseren. In dit geval bedraagt de toetsingsafstand 20 m. Afwijking is in dit geval op grond van de leidingspecificaties toegestaan indien technische, planologische en/of economische overwegingen hiertoe noodzaken, waarbij echter steeds de minimale bebouwingsafstand van 4 m, zoals genoemd in tabel 4 van de richtlijn van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, gehandhaafd moet blijven. Wellicht ten overvloede wordt er op gewezen dat, uit oogpunt van veiligheid en bedrijfsvoering, het oprichten van enig bouwwerk en/of het aanbrengen van diepwortelende en/of hoogopgaande beplanting binnen een afstand van 4 m, gerekend uit het hart van de leiding, niet is toegestaan. Tevens is binnen deze strook het uitvoeren van werkzaamheden, die een veilig en bedrijfszeker gastransport in gevaar kunnen brengen niet toegestaan, behoudens vrijstelling nadat de leidingbeheerder is gehoord. Te denken valt hierbij aan: - het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging; - het verrichten van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk; - het aanbrengen van gesloten verhardingen; - het indrijven van voorwerpen in de bodem; - het permanent opslaan van goederen; - het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen. Tevens loopt door het plangebied een rioolpersleiding. Om een goed functioneren van deze leiding te waarborgen, is door het waterschap toe 23

27 aangedrongen op een bebouwingsvrije zone van 5 m ter weerszijden van de leiding. Dit verzoek is in de voorschriften en op de plankaart opgenomen. Het bovenstaande is in de vorm van een dubbelbestemming in de voorschriften en op de plankaart verwerkt. 6.5 Besluit externe veiligheid inrichtingen Het Besluit externe veiligheid inrichtingen richt zich, zoals uit de naam reeds blijkt, primair op inrichtingen als bedoeld in de Wet milieubeheer. Welke inrichtingen onder de werking van het besluit vallen, blijkt uit artikel 2, lid 1. Deze inrichtingen brengen risico s met zich mee voor de in de omgeving gelegen risicogevoelige objecten. Het besluit onderscheidt twee categorieën risicogevoelige objecten, namelijk kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Dit onderscheid is gebaseerd op maatschappelijke opvattingen over de groepen mensen die in het bijzonder moeten worden beschermd en op gegevens zoals het aantal personen en de verblijfstijd van groepen mensen. Bij kwetsbare objecten kan bijvoorbeeld worden gedacht aan woningen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, scholen, kinderopvang, grote kantoren, hotels en winkelcomplexen en grote kampeer- en recreatieterreinen. Beperkt kwetsbare objecten zijn volgens het besluit verspreid liggende woningen, dienstwoningen van derden, kleinere kantoren, hotels en winkels, bedrijfsgebouwen, sporthallen, zwembaden, speeltuinen, overige sport- en kampeerterreinen en objecten van hoge infrastructurele waarde, zoals elektriciteitscentrales. Vervolgens geeft het besluit waarden voor het risico dat toelaatbaar wordt geacht voor deze objecten. Hierbij worden twee vormen van risico onderscheiden. Allereerst het plaatsgebonden risico. Het plaatsgebonden risico is een maat voor het overlijdensrisico op een bepaalde plaats waarbij het niet van belang is of op die plaats daadwerkelijk een persoon aanwezig is. In het besluit is het plaatsgebonden risico gedefinieerd als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een bepaalde plaats in de omgeving van een inrichting zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval met een gevaarlijke stof. Dit risico laat zich goed ruimtelijk vertalen aangezien het gaat om punten waar zich een bepaald risico voordoet. Deze punten kunnen worden verbonden tot een contour. Voor de zogenaamde categoriale inrichtingen, inrichtingen waarbij slechts één stof of categorie van stoffen verantwoordelijk is voor het risico, kan het plaatsgebonden risico eenvoudig worden bepaald. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om LPG, enkelvoudige opslagen, toe 24

28 ammoniakopslag en dergelijke. Voor deze inrichtingen is op basis van een ministeriële regeling de plaatsgebonden risicocontour vertaald in een afstand. Bij de niet-categoriale inrichtingen, inrichtingen waarbij niet steeds dezelfde stoffen aanwezig zijn en waarbij stoffen wellicht worden bewerkt, kan geen standaard afstand worden bepaald. De ligging van de plaatsgebonden risicocontour zal hierbij moeten worden bepaald door een risicoanalyse. Voor kwetsbare objecten geldt een harde normstelling in de vorm van een grenswaarde. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt een richtwaarde. De grenswaarde dient altijd en de richtwaarde zoveel mogelijk in acht te worden genomen. Zowel de grens- als de richtwaarde voor het plaatsgebonden risico is bepaald op 10-6 per jaar. Voor bestaande kwetsbare objecten mag gedurende drie jaar na de vaststelling van het besluit een grenswaarde van 10-5 worden aangehouden en moet uiterlijk op 1 januari 2010 aan de norm van 10-6 worden voldaan. Voor situaties met een te hoog risico geldt bovendien dat tot 2010 de situatie niet mag verslechteren (standstill-beginsel). Indien bijvoorbeeld sprake is woningen binnen de contour, doet zich een acute saneringssituatie voor en zal binnen drie jaar de milieuvergunning moeten worden ingetrokken of aangescherpt of de woning moeten zijn gesaneerd. Aangezien het bij beperkt kwetsbare objecten slechts gaat om een richtwaarde, geldt voor deze objecten geen saneringsverplichting. Ten tweede kent het besluit het zogenaamde groepsrisico. Hierbij gaat het om de kans per jaar dat een groep mensen in minimaal een bepaalde omvang slachtoffer wordt van een ongeval. In het besluit wordt dit gedefinieerd als de (cumulatieve) kansen dat ten minste 10, 100 of personen overlijden als direct gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van de inrichting en van één ongeval in die inrichting, waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Het groepsrisico moet worden bepaald binnen het invloedsgebied van de inrichting. Voor het groepsrisico gelden, anders dan voor het plaatsgebonden risico, geen grenswaarden, maar slechts oriënterende waarden. Het gaat om een maatschappelijke verantwoordingsplicht aan de hand van het risico. Ten aanzien hiervan moet een belangenafweging plaatsvinden. De wijze waarop met het groepsrisico moet worden omgegaan, blijkt uit een bij het besluit behorende ministeriële regeling en de in concept beschikbare Handreiking Groepsrisico. Ook hier doet zich het verschil voor tussen categoriale en nietcategoriale bedrijven. Voor categoriale bedrijven kan aan de hand van de tabellen uit de ministeriële regeling worden bepaald of het aantal personen in het invloedsgebied, in combinatie met het gevaar van de toe 25

29 risicobron, de oriënterende waarde overschrijdt. Bij niet-categoriale bedrijven moet altijd een berekening van het groepsrisico worden uitgevoerd. Gevolgen Besluit externe veiligheid inrichtingen voor het plangebied Voor de vestiging van nieuwe bedrijven wordt de afweging wat betreft externe veiligheid gemaakt in het licht van de milieuvergunning aangezien hierover op dit moment niets bekend is. Indien het bedrijf valt onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen zal op het moment van de aanvraag worden bekeken of en in welke vorm het bedrijf toelaatbaar is. Binnen het plangebied, aan De Aanleg 1, is een verkooppunt van motorbrandstoffen inclusief LPG gevestigd. In het onderstaande wordt hierop nader ingegaan. Plaatsgebonden risico Het verkooppunt heeft een doorzet van minder dan m³ per jaar. Dit betekent dat de contour voor de inrichting op 45 m vanuit het vulpunt ligt. Vanaf het ondergronds reservoir en de afleverzuil geldt een afstand van respectievelijk 25 m en 15 m. De contour ligt op 25 m vanuit het vulpunt en op 15 m vanuit het ondergronds reservoir. Deze contouren liggen allen binnen het plangebied en zijn op de plankaart opgenomen, omdat ze gevolgen hebben voor het voorliggend bestemmingsplan. Binnen de contouren mag niet worden gebouwd. Voorzover de contouren binnen een bouwvlak zijn gelegen, betreft het echter uitsluitend het perceel van het tankstation. Het plan behoeft derhalve geen nadere bebouwingsbeperkingen. Het vulpunt dient op dezelfde plaats te blijven gehandhaafd. Groepsrisico De verantwoordingsplicht voor het groepsrisico volgt uit de artikelen 12 en 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen. De verplichting komt tot uitdrukking in een motivering van: - het aantal personen in het invloedsgebied; - het groepsrisico; - de mogelijkheden tot risicovermindering; - de alternatieven; - de mogelijkheden om de omvang van de ramp te beperken; - de mogelijkheden tot zelfredzaamheid. Voor LPG-stations geldt op basis van de ministeriële uitvoeringsregeling dat de straal van het invloedsgebied 150 m toe 26

30 bedraagt. Het invloedsgebied heeft daarmee een oppervlakte van 7,07 ha. Aangezien tussen de contour en de contour een beperkt kwetsbare objecten voorkomt, moet het invloedsgebied worden verminderd met het oppervlak binnen de contour, ofwel 7,07 ha - (3,14 x 25²) = 6,87 ha. Uit diezelfde uitvoeringsregeling volgt uit tabel 1 van het onderdeel groepsrisico dichtheden personen per hectare dat de personendichtheid 13 personen per hectare mag bedragen, wil de oriënterende waarde niet worden overschreden. Dit komt dus neer op 6,87 x 13 = 89 personen. Binnen het hiervoor berekende invloedsgebied van het LPG-station komt +/ m ² aan bedrijfsbebouwing voor. Het hierbij om de bestaande bedrijven die zijn gevestigd op een deel van het oorspronkelijke bedrijventerrein van Peize. Bij deze bedrijfsbebouwing bevinden zich zeven dienstwoningen. Om de bijbehorende personendichtheid te kunnen bepalen, wordt gebruikgemaakt van het zogenaamde paarse boek (CPR 18) met kengetallen. Voor de dienstwoningen wordt uitgegaan van de bezettingsgraad van een woning. In onderstaande tabel is dit schematisch weergegeven. Functie Kengetal Personendichtheid invloedsgebied Bedrijven 100 m² per persoon (afgerond) 32 Woningen 2,4 persoon/woning (afgerond) 17 Totaal 49 Uit de Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico blijkt dat deze personendichtheid kan worden gecorrigeerd aan de hand van de correctietabellen uit de ministeriële regeling. Voorwaarde is wel dat sprake is van een uniforme personendichtheid. Aangezien het om zowel bedrijfswoningen als bedrijfsbebouwing gaat kan geen gebruik van de tabellen worden gemaakt. Hier kan enkel de aanwezigheid van personen worden genuanceerd door onderscheid te maken tussen de nacht- en dagperiode en aan de hand hiervan te komen tot een gecorrigeerde etmaalwaarde. Voor woningen kan worden uitgegaan van een bezetting van 70% gedurende de dagperiode en 100% gedurende de nachtperiode. Voor bedrijven ligt dit op respectievelijk 100% en 0%. Functie Correctie op personendichtheid Personendichtheid gecorrigeerd Bedrijven 32 * (100% + 0% / 2) (afgerond) 16 Woningen 17 * (100% + 70% / 2) (afgerond) toe 27

31 Totaal 30 Hiermee blijft de personendichtheid ruim onder de oriëntatiewaarde van 89. Een gedeelte van het plangebied de Westerd II ligt tevens binnen het invloedsgebied van de inrichting. Op deze gronden is op basis van de voorschriften en de plankaart +/ m² bedrijfsbebouwing mogelijk. Ook bevat het plan de mogelijkheid om dienstwoningen bij de bedrijven te bouwen. Aangezien niet vooraf kan worden gezegd hoeveel bedrijven van deze mogelijkheid gebruikmaken, wordt het aantal te bouwen dienstwoningen geschat op 4. Dit geeft het volgende effect te zien voor de personendichtheid. Functie Kengetal Personendichtheid invloedsgebied Bedrijven 100 m² per persoon (afgerond) 50 Woningen 2,4 persoon/woning (afgerond) 10 Totaal 60 Ook in dit geval kunnen de aantallen worden gecorrigeerd tot een etmaalwaarde. Dit geeft het volgende resultaat. Functie Correctie op personendichtheid Personendichtheid gecorrigeerd Bedrijven 50 * (100% + 0% / 2) (afgerond) 25 Woningen 10 * (100% + 70% / 2) (afgerond) 9 Totaal 34 De uitbreiding heeft dus tot gevolg dat de personendichtheid binnen het invloedsgebied op 64 personen komt. Ook met de uitbreiding die in voorliggend plan mogelijk wordt gemaakt, blijft de personendichtheid in het invloedsgebied beneden de oriëntatiewaarde. Op grond hiervan kan de conclusie worden getrokken dat er sprake is van een aanvaardbaar groepsrisico. 6.6 Luchtkwaliteit Beleid In de Europese Kaderrichtlijn Luchtkwaliteit (96/62/EG) uit 1996 zijn de grondbeginselen van het Europese luchtkwaliteitsbeleid vastgelegd. Nederland heeft de Europese regels geïmplementeerd in het Besluit luchtkwaliteit. Sinds 1 januari 2005 moet aan de grenswaarden voor fijn stof worden voldaan. In het Besluit luchtkwaliteit 2005 is een correctie voor zwevende deeltjes (zeezout), die zich van nature in de lucht bevinden toe 28

32 en niet schadelijk zijn voor de gezondheid van de mens opgenomen. De wijze waarop mag worden gecorrigeerd, wordt beschreven in de Meetregeling Luchtkwaliteit Voor de gemeente Noordenveld betekent dit dat de jaargemiddelde concentratie van PM 10 mag worden verminderd met 5 µg/m³. Het aantal overschrijdingsdagen mag worden verminderd met 6. Onderzoek Op basis van het Besluit luchtkwaliteit is onderzoek verricht naar de luchtkwaliteit van het plangebied. De resultaten zijn verwoord in de notitie Onderzoek luchtkwaliteit bestemmingsplan Bedrijventerrein De Westerd II van 10 augustus Uit de scenarioberekeningen in dit onderzoek blijkt dat voor geen van de in het Besluit luchtkwaliteit genoemde stoffen in 2005 of 2010 de jaargemiddelde grenswaarden of plan- en alarmdrempels meer dan toegestaan worden overschreden. Dit betekent dat wordt voldaan aan het Besluit luchtkwaliteit. 6.7 Water Op grond van artikel 12 van het Besluit op de ruimtelijke ordening dient in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf te worden opgenomen van de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie. In die paragraaf dient te worden uiteengezet wat voor gevolgen het plan in kwestie heeft voor de waterhuishouding, dat wil zeggen het grondwater en het oppervlaktewater. Het is de schriftelijke weerslag van de zogenaamde watertoets: "het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren (door de waterbeheerder), afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten" Beleidskader Het kader voor de watertoets is het vigerend beleid (Vierde Nota Waterhuishouding, Waterbeleid 21 ste eeuw, Europese Kaderrichtlijn water, en de beleidslijn Ruimte voor de Rivier). De watertoets wordt uitgevoerd binnen de bestaande wet- en regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en water. Een aantal relevante beleidsdocumenten wordt hieronder kort besproken. Rijksbeleid Vierde Nota Waterhuishouding De Vierde Nota Waterhuishouding van december 1998 verwoordt de regeringsbeslissing. Een van de speerpunten is een duurzaam stedelijk waterbeheer, met als belangrijke elementen: - waterbesparende maatregelen in de woning; - het afkoppelen van verhard oppervlak van de riolering; toe 29

33 - het infiltreren van regenwater in de bodem; - het bergen van regenwater in vijvers; - herwaardering van watersystemen bij de ruimtelijke inrichting van (nieuwe) woongebieden. Waterbeleid 21 ste eeuw Met het Waterbeleid 21 ste eeuw wordt ingespeeld op toekomstige ontwikkelingen die hogere eisen stellen aan het waterbeheer. Het gaat hierbij om onder andere de klimaatverandering, bodemdaling en zeespiegelrijzing. Het Waterbeleid 21 ste eeuw heeft twee principes voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd, te weten de tritsen: - vasthouden, bergen en afvoeren; - schoonhouden, scheiden en zuiveren. De trits "vasthouden, bergen en afvoeren houdt in dat overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater. Vervolgens wordt zo nodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren, wordt het water afgevoerd. Bij de trits "schoonhouden, scheiden en zuiveren" gaat het erom dat het water zoveel mogelijk wordt schoongehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste, wanneer schoonhouden en scheiden niet mogelijk is, komt het zuiveren van verontreinigd water aan bod. Provinciaal beleid In het Provinciaal omgevingsplan I (POP) is het landelijk gebied ingedeeld in zes zones. Het gaat om een integrale functietoekenning. Dat betekent dat zowel de ruimtelijke als de waterhuishoudkundige functies en de gewenste milieukwaliteit worden aangegeven. Het beleid ten aanzien van de waterhuishoudkundige situatie is gekoppeld aan de zonering en de daarmee aangegeven functies. Naast deze zonering van het landelijk gebied zijn er de kernen. In dit geval gaat het om stedelijk gebied. Ten aanzien van stedelijk gebied wordt in het POP aangegeven dat indien er sprake is van herstructurering, prioriteit wordt gegeven aan duurzaam bouwen en duurzaam stedelijk waterbeheer Ontwikkelingen Voor het beleid van het waterschap wordt verwezen naar paragraaf 4.3. Hierin is al aan de orde geweest wat in het algemeen de richtlijnen en uitgangspunten van het waterschap zijn en meer specifiek voor de waterhuishouding in het noordelijk deel van de gemeente Noordenveld. In het kader van dit herzieningentraject heeft het waterschap met betrekking tot de waterparagraaf in een eerder stadium de volgende toe 30

Veiligheidsrisico s tankstation met lpg. 1. Besluit externe veiligheid inrichtingen

Veiligheidsrisico s tankstation met lpg. 1. Besluit externe veiligheid inrichtingen Veiligheidsrisico s tankstation met lpg 1. Besluit externe veiligheid inrichtingen Het Besluit externe veiligheid inrichtingen richt zich, zoals uit de naam reeds blijkt, primair op inrichtingen als bedoeld

Nadere informatie

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD GEMEENTE HAAKSBERGEN September 2009 110301.001599 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 1.3 Leeswijzer 3 2 Wet- en regelgeving 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Beleidskader

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen Ruimtelijke onderbouwing Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen 1 2 Hoofdstuk 1 1.1 Aanleiding INLEIDING Op 4 maart 2011 is een aanvraag om een omgevingsvergunning binnengekomen voor het

Nadere informatie

Milieuadvies Oost-Veluweweg A50 Gsleiding Aan: Gemeente Apeldoorn, sector Openbare Ruimte t.a.v. Bas Tuhuteru, afdeling Milieu

Milieuadvies Oost-Veluweweg A50 Gsleiding Aan: Gemeente Apeldoorn, sector Openbare Ruimte t.a.v. Bas Tuhuteru, afdeling Milieu Regio Stedendriehoek Projectbureau Externe Veiligheid Notitie Aan: Gemeente Apeldoorn, sector Openbare Ruimte t.a.v. Bas Tuhuteru, afdeling Milieu Door Robert Arends Gezien door Liesbeth Spoelma Onderwerp

Nadere informatie

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald Externe veiligheidsparagraaf Bestemmingsplan Skoatterwald Toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door: - het gebruik,

Nadere informatie

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 2.2 Geldende planologische situatie... 5 De overkapping is zowel in strijd met

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

De wijzigingen ten opzichte van het ontwerp-bestemmingsplan hebben betrekking op de volgende onderdelen.

De wijzigingen ten opzichte van het ontwerp-bestemmingsplan hebben betrekking op de volgende onderdelen. Behoort bij V.R. 2010/17 NOTA VAN WIJZIGINGEN Bestemmingsplan Ede West 2009 Voorgesteld wordt het bestemmingsplan op een aantal punten gewijzigd vast te stellen. Het betreft wijzigingen naar aanleiding

Nadere informatie

Externe Veiligheid BEVI / REVI / LPG

Externe Veiligheid BEVI / REVI / LPG Externe Veiligheid BEVI / REVI / LPG Willem Niessink 15 april 2009 BEVI in vogelvlucht Bronnen van (on)veiligheid Natuurverschijnselen Gedrag van mensen Technologie Natuurlijke veiligheid Sociale veiligheid

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

Externe Veiligheid. Bedrijventerrein Laarberg. Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen. december 2013 concept

Externe Veiligheid. Bedrijventerrein Laarberg. Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen. december 2013 concept Externe Veiligheid Bedrijventerrein Laarberg Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen december 2013 concept Externe Veiligheid Bedrijventerrein Laarberg Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen

Nadere informatie

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat Wijzigingsplan Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat Gemeente Gorinchem Datum: 10 april 2013 Projectnummer: 120675 ID: NL.IMRO.0512.BP2012133-4001 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing voor de herbouw van een schuur ten behoeve van bouwbedrijf Been, Kommisjewei 28 te Opeinde. Bestaande situatie

Ruimtelijke Onderbouwing voor de herbouw van een schuur ten behoeve van bouwbedrijf Been, Kommisjewei 28 te Opeinde. Bestaande situatie Ruimtelijke Onderbouwing voor de herbouw van een schuur ten behoeve van bouwbedrijf Been, Kommisjewei 28 te Opeinde 28 26 Bestaande situatie 1. Aanleiding Directe aanleiding is het verzoek d.d. 18 november

Nadere informatie

Nota Zienswijzen Bestemmingsplan Bos en Golf

Nota Zienswijzen Bestemmingsplan Bos en Golf Nota Zienswijzen Bestemmingsplan Bos en Golf Inhoud 1. Inleiding en juridische procedure 2 2. Zienswijzen overlegpartners 2 - Waterschap Hunze en Aa s 3. Gevolgen voor het bestemmingsplan 4 2 1. Inleiding

Nadere informatie

Voorbeeld EV-paragraaf in bestemmingsplan (gemeente Eindhoven)

Voorbeeld EV-paragraaf in bestemmingsplan (gemeente Eindhoven) Voorbeeld EV-paragraaf in bestemmingsplan (gemeente Eindhoven) Externe veiligheid Doel Het externe veiligheidsbeleid is gericht op het beperken en beheersen van risico's en effecten van calamiteiten alsmede

Nadere informatie

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Toekomstige situatie 4 4. Milieuaspecten 4 5. Planbeschrijving 4 6. Inspraak

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Buitenpost-Centrum te Buitenpost

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Buitenpost-Centrum te Buitenpost Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Buitenpost-Centrum te Buitenpost Algemeen toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor

Nadere informatie

Dorpsweg 24 e.o. Zijderveld EXTERNE VEILIGHEID Van den Heuvel ontwikkeling & beheer BV definitief

Dorpsweg 24 e.o. Zijderveld EXTERNE VEILIGHEID Van den Heuvel ontwikkeling & beheer BV definitief EXTERNE VEILIGHEID Van den Heuvel ontwikkeling & beheer BV definitief Opdrachtgever : Van den Heuvel ontwikkeling & beheer BV. Projectnummer : 2009380 Status : definitief Rapport : DAB Akkoord : DWD Datum

Nadere informatie

Bestemmingsplan Woonwijken Roden

Bestemmingsplan Woonwijken Roden Bestemmingsplan Woonwijken Roden Bestemmingsplan Woonwijken Roden Inhoud: Toelichting en bijlagen Voorschriften Plankaart nr. 160.00.04.53.00.C01 (Blad 1 t/m 4) Functiekaart nr. 160.00.04.53.00.B01 Roden/Assen

Nadere informatie

REGELS Inhoudsopgave

REGELS Inhoudsopgave REGELS Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 2 Artikel 1 Begrippen 2 Artikel 2 Nadere regels 2 HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS 3 Artikel 3 Groen 3 Artikel 4 Verkeer - Verblijfsgebied 3 Artikel 5 Leiding

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, van nr. IenM/BSK-2012/ Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, van nr. IenM/BSK-2012/ Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Besluit van houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid in verband met het vervoer van gevaarlijke stoffen over transportroutes (Besluit externe veiligheid transportroutes) Op de voordracht

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld GEMEENTE HOOGEVEEN Wijzigingsplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord Vastgesteld 18 Mei 2010 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 Toelichting

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden Algemeen toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig

Nadere informatie

Nota inspraak en overleg Bestemmingsplan Schansen e.o.

Nota inspraak en overleg Bestemmingsplan Schansen e.o. Nota inspraak en overleg Bestemmingsplan Schansen e.o. Gemeente Leiderdorp Datum: 05 maart 2010 Projectnummer: 80277 ID: NL.IMRO.0547.BPschansen-ON01 INHOUD 1 Inleiding 3 2 Inspraakreacties 4 3 Overleg

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

memo Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn

memo Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn memo aan: van: Van Wijnen Projectontwikkeling t.a.v. de heer P. Birkhoff Bas Hermsen c.c.: datum: 16 maart 2016 betreft: Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn 1. Aanleiding In Doorn

Nadere informatie

Toelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam

Toelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam Toelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam HOOFDSTUK 1 Inleiding De gemeente Werkendam heeft in december 2009 het ontwerpbestemmingsplan Zonering industrieterreinen in procedure

Nadere informatie

Notitie oppervlakteregeling aan- en uitbouwen en bijgebouwen Buitengebied Steenwijkerland

Notitie oppervlakteregeling aan- en uitbouwen en bijgebouwen Buitengebied Steenwijkerland Notitie oppervlakteregeling aan- en uitbouwen en bijgebouwen Buitengebied Steenwijkerland Notitie oppervlakteregeling aan- en uitbouwen en bijgebouwen Buitengebied Steenwijkerland Code 03-61-02 / 09-06-03

Nadere informatie

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg

Nadere informatie

Daarnaast is op p. 18 de geluidslijn m.b.t. de boegkavel niet juist weergegeven.

Daarnaast is op p. 18 de geluidslijn m.b.t. de boegkavel niet juist weergegeven. 1 Reclamant 1 Gedateerd 19-01-2013 Ontvangen 22-01-2013 1. Aangegeven wordt het niet eens te zijn met de manier waarop de boegkavel en Brouwhuisse Heide is weergegeven op p. 11 van de toelichting van het

Nadere informatie

LPG-tankstation Gildetrom 2 Veenendaal

LPG-tankstation Gildetrom 2 Veenendaal LPG-tankstation Gildetrom 2 Veenendaal Plaatsgebonden risico De doorzet van LPG is in de vergunning vastgelegd op maximaal 1.000 m² LPG/jaar. Op grond van de Regeling externe veiligheid (Revi) gelden dan

Nadere informatie

UITGANGSPUNTEN NOTITIE. Plan: Algemene projectgegevens:

UITGANGSPUNTEN NOTITIE. Plan: Algemene projectgegevens: UITGANGSPUNTEN NOTITIE Plan: Algemene projectgegevens: Projectomschrijving: 8 woningen Holtenweg Vries Oppervlakte plangebied: 2185 m2 Toename verharding in plangebied: 400 m2 Kaartlagen geraakt: Ja Aanvrager

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bedrijventerrein De Westerd II

Bestemmingsplan Bedrijventerrein De Westerd II Bestemmingsplan Bedrijventerrein De Westerd II Bestemmingsplan Bedrijventerrein De Westerd II Inhoud: Toelichting en bijlagen Voorschriften en bijlagen Plankaart nr. 160.00.10.36.00.C01 Roden/Assen Projectnummer

Nadere informatie

Gemeente Haaksbergen de heer G. van der Wens Externe veiligheid / Bedrijven en milieuzonering plangebied Hassinkbrink te Haaksbergen

Gemeente Haaksbergen de heer G. van der Wens Externe veiligheid / Bedrijven en milieuzonering plangebied Hassinkbrink te Haaksbergen Aan: Gemeente Haaksbergen de heer G. van der Wens Externe veiligheid / Bedrijven en milieuzonering plangebied Hassinkbrink te Haaksbergen Van: Aveco de Bondt 1 EXTERNE VEILIGHEID 1.1 Kader Externe veiligheid

Nadere informatie

Bestemmingsplan Hoofdweg 237 te Paterswolde V O O R O N T W E R P

Bestemmingsplan Hoofdweg 237 te Paterswolde V O O R O N T W E R P Bestemmingsplan Hoofdweg 237 te Paterswolde V O O R O N T W E R P Bestemmingsplan Hoofdweg 237 te Paterswolde V O O R O N T W E R P Inhoud Toelichting Regels Verbeelding 24 oktober 2012 Projectnummer

Nadere informatie

Gemeente Bergen op Zoom

Gemeente Bergen op Zoom Gemeente Bergen op Zoom bestemmingsplan Korenmarkt 8 Toelichting: 1. Doel van de procedure 2. Situering van de aanvraag 3. Vigerende stedenbouwkundige regeling 4. Herziening bestemmingsplan 5. Inrichtingsplan

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Grassavanne Ong.

Omgevingsvergunning Grassavanne Ong. VERGUNNING VERLEEND Omgevingsvergunning Grassavanne Ong. Ontwerp omgevingsvergunning Grassav anne ong. Ruimtelijke onderbouwing artikel 2.12 lid 1a sub 3 Wabo Inhoudsopgav e Toelichting 3 Hoofdstuk 1

Nadere informatie

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water"

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water Memo Ter attentie van Gemeente Midden-Drenthe Datum 4 december 2012 Opgesteld door Maarten van Vierssen Projectnummer 111769 Onderwerp Bedrijventerrein Smilde aspect Water" In deze memo zijn de watertoetsen

Nadere informatie

GEMEENTE MILL EN ST. HUBERT. TOELICHTING op het bestemmingsplan "BEDRIJF DENNENDIJK - LANGENBOOM" VIGEREND BESTEMMINGSPLAN

GEMEENTE MILL EN ST. HUBERT. TOELICHTING op het bestemmingsplan BEDRIJF DENNENDIJK - LANGENBOOM VIGEREND BESTEMMINGSPLAN GEMEENTE MILL EN ST. HUBERT TOELICHTING op het bestemmingsplan "BEDRIJF DENNENDIJK - LANGENBOOM" VIGEREND BESTEMMINGSPLAN Het onderhavige bestemmingsplan is een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan

Nadere informatie

2. Situering. Notitie : Externe veiligheid Van der Valk Hotel Vianen (overflow-parkeerterrein) Berg en Terblijt, 14 november 2016

2. Situering. Notitie : Externe veiligheid Van der Valk Hotel Vianen (overflow-parkeerterrein) Berg en Terblijt, 14 november 2016 Notitie 2016.508.01-01: Externe veiligheid Van der Valk Hotel Vianen (overflow-parkeerterrein) Berg en Terblijt, 14 november 2016 1. Inleiding Het voornemen bestaat om op een perceel direct naast het bestaande

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Bekendmaking van het besluit van 6 juli 2016 zaaknummer tot vaststelling van een regeling

PROVINCIAAL BLAD. Bekendmaking van het besluit van 6 juli 2016 zaaknummer tot vaststelling van een regeling PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Gelderland. Nr. 4165 19 juli 2016 Beleidsregels omgevingsveiligheid provincie Gelderland Bekendmaking van het besluit van 6 juli 2016 zaaknummer 2014-015978

Nadere informatie

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat Kenmerk: BELEIDSREGEL OMGEKEERDE WERKING: WOON- EN LEEFKLIMAAT. Aanleiding. Er zijn meerdere redenen aanwezig om een beleidsregel omgekeerde werking

Nadere informatie

Notitie. Betreft : Berekening plaatsgebonden risico en groepsrisico hogedruk aardgasleiding t.b.v. bestemmingsplan Landgoed Heideburgh te Rucphen

Notitie. Betreft : Berekening plaatsgebonden risico en groepsrisico hogedruk aardgasleiding t.b.v. bestemmingsplan Landgoed Heideburgh te Rucphen Notitie Aan : BVR Projectontwikkeling B.V. en Langendijk B.V. Van : ir. S. Valk en ir. drs. D. Lobregt (Royal Haskoning) Datum : 29 november 2011 Kopie : L.J.A. Rombouts MSc, ing. E.M. Reurslag en J.J.H.

Nadere informatie

Bestemmingsplan Heiligerlee en Westerlee, plan van wijziging IJsvereniging Heiligerlee V O O R O N T W E R P

Bestemmingsplan Heiligerlee en Westerlee, plan van wijziging IJsvereniging Heiligerlee V O O R O N T W E R P Bestemmingsplan Heiligerlee en Westerlee, plan van wijziging IJsvereniging Heiligerlee V O O R O N T W E R P Bestemmingsplan Heiligerlee en Westerlee, plan van wijziging IJsvereniging Heiligerlee V O

Nadere informatie

Verslag inspraak en vooroverleg. Voorontwerpbestemmingsplan. Bedrijventerreinzone Roerstreek

Verslag inspraak en vooroverleg. Voorontwerpbestemmingsplan. Bedrijventerreinzone Roerstreek gemeente Roermond Verslag inspraak en vooroverleg Voorontwerpbestemmingsplan Bedrijventerreinzone Roerstreek februari 2013 Het voorontwerp bestemmingsplan 'Bedrijventerreinzone Roerstreel

Nadere informatie

Burgemeester Ponjeestraat wijziging 2

Burgemeester Ponjeestraat wijziging 2 Bestemmingsplan (vastgesteld) Burgemeester Ponjeestraat wijziging 2 Gemeente Venray Datum: 9 juni 2010 Projectnummer: 90667 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging plangebied 3 1.3 Vigerend

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico plan Businesspark Midden-Limburg te Echt-Susteren

Verantwoording groepsrisico plan Businesspark Midden-Limburg te Echt-Susteren Verantwoording groepsrisico plan Businesspark Midden-Limburg te Echt-Susteren Op grond van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (crnvgs), moet het groepsrisico worden betrokken in

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning herinrichten tankstation de Zuidpunt

Ruimtelijke onderbouwing. ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning herinrichten tankstation de Zuidpunt Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning herinrichten tankstation de Zuidpunt Dordrecht, 10 september 2012 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding Op het perceel aan de Rijksstraatweg

Nadere informatie

Notitie. : Aldi Oosterbroekweg Gronsveld. Datum : 1 juni 2015 : Externe veiligheid. 1 Inleiding

Notitie. : Aldi Oosterbroekweg Gronsveld. Datum : 1 juni 2015 : Externe veiligheid. 1 Inleiding Notitie Project Projectnummer : Aldi Oosterbroekweg Gronsveld : 15-170 EV Betreft : Externe veiligheid Behandeld door : Patricia Coenen 1 Inleiding Plangroep Heggen verzorgd de gedeeltelijke herbestemming

Nadere informatie

memo betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde , Zaandam, ons kenmerk

memo betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde , Zaandam, ons kenmerk memo aan: van: c.c.: Bouwfonds Ontwikkeling t.a.v. de heer S. van Vessem Bas Hermsen Jurian Heerink datum: 16 december 2014 betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde 124-132, Zaandam, ons kenmerk

Nadere informatie

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45 2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex Houtensewetering naast 45 2 Toelichting 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Vigerend bestemmingsplan 1.3 Bestemmingsplan 2 Gebieds- en projectbeschrijving

Nadere informatie

150kV-verbinding Geervliet-Middelharnis

150kV-verbinding Geervliet-Middelharnis 150kV-verbinding Geervliet-Middelharnis Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 6 Hoofdstuk 3 Algemene regels

Nadere informatie

9.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

9.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: Artikel 9 Gemengd 9.1 Bestemmingsomschrijving 9.2 Bouwregels 9.3 Specifieke gebruiksregels 9.4 Afwijken van de gebruiksregels 9.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Gemengd" aangewezen gronden zijn bestemd

Nadere informatie

Nota van beantwoording behorende bij ontwerp Facetbestemmingsplan Klazienaveen, Bedrijventerrein Pollux II en III (externe veiligheid).

Nota van beantwoording behorende bij ontwerp Facetbestemmingsplan Klazienaveen, Bedrijventerrein Pollux II en III (externe veiligheid). Nota van beantwoording behorende bij ontwerp Facetbestemmingsplan Klazienaveen, Bedrijventerrein Pollux II en III (externe veiligheid). Kaartnummer: 08.093 AI tot en met IV Vastgesteld d.d.: 1 2 1. Overleg

Nadere informatie

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum Steunpunt externe veiligheid Groningen Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum Opdrachtgever: Gemeente Bedum Dhr. S. Bergsma Opgesteld door: P. van Lennep Steunpunt externe veiligheid

Nadere informatie

Externe Veiligheid ontwikkeling Amefa-terrein Apeldoorn

Externe Veiligheid ontwikkeling Amefa-terrein Apeldoorn Notitie Contactpersoon George Rutten Datum 18 februari 2009 Kenmerk N003-4615698RTG-srb-V01-NL Externe Veiligheid ontwikkeling Amefa-terrein Apeldoorn 1 Inleiding In opdracht van BAM Woningbouw heeft Tauw

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Resultaten watertoets

BIJLAGE 2. Resultaten watertoets BIJLAGE 2 Resultaten watertoets Watertoets Ter voorbereiding van het actualiseringstraject van de bestemmingsplannen is een Plantoets Omgevingsaspecten 8) uitgevoerd. In het kader van deze plantoets heeft

Nadere informatie

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling Toelichting Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Buitengebied Sanjesreed 8c Oentsjerk (dagbesteding Bûtenút) 1 Inleiding Werk- en dagbesteding Bûtenút is gevestigd op een deel van de voormalige PTC+ locatie

Nadere informatie

Gemeente Tiel, maart 2013 Projectnummer: 74300265. Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleiding Gemeente Tiel, ontwikkelingen Tiel - Oost

Gemeente Tiel, maart 2013 Projectnummer: 74300265. Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleiding Gemeente Tiel, ontwikkelingen Tiel - Oost Gemeente Tiel, maart 2013 Projectnummer: 74300265 Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleiding Gemeente Tiel, ontwikkelingen Tiel - Oost Opdrachtgever Project Projectnummer : 74300265 Status

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 TOELICHTING INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Gewenste ontwikkeling 4 4. Milieu 4 5. Planbeschrijving 6 6.

Nadere informatie

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries (ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries Gemeente Tynaarlo November 2011 Projectgebied Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Huidige en beoogde situatie... 5 2.1 Beschrijving van

Nadere informatie

Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P

Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P Inhoud Toelichting Regels en bijlagen Verbeelding 16 juli 2013

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Burgemeester van Erpstraat 63a, Berghem 2017, pag. 1 van 12 Ruimtelijke onderbouwing Burgemeester van Erpstraat 63a, Berghem 2017 Gemeente Oss, oktober 2017 Ruimtelijke onderbouwing

Nadere informatie

Beleid paardenbakken (buitenmaneges)

Beleid paardenbakken (buitenmaneges) Beleid paardenbakken (buitenmaneges) Inleiding Met name in het buitengebied van de gemeente bevinden zich een aantal paardenbakken. Aangezien het ongewenst is dat paardenbakken op elke willekeurige locatie

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico Adviseurs externe veiligheid en risicoanalisten Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Bestemmingsplan Kern Roosteren Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico Project : 122179 Datum : 16

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord Ruimtelijke onderbouwing project Vlietweg 16 te Santpoort-Noord W12/000758/ OLO271413 INHOUD 1 Beschrijving

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Op 2 november 2010 is door het college van burgemeester en wethouders het principebesluit genomen om medewerking te

Nadere informatie

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728)

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728) memo aan: van: Green Real Estate BV Bas Hermsen c.c.: datum: 12 juni 2015 betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728) 1. Aanleiding De ontwikkeling in het plangebied voorziet

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld GEMEENTE HOOGEVEEN WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld Vastgesteld 1 maart 2011 Voorschriften 3 e Zandwijkje 8 Hollandscheveld 1 maart 20111 Pagina

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Onderzoek externe veiligheid buisleidingen bestemmingsplan Morgenstond

Onderzoek externe veiligheid buisleidingen bestemmingsplan Morgenstond Onderzoek externe veiligheid buisleidingen bestemmingsplan Morgenstond Onderzoek externe veiligheid buisleidingen bestemmingsplan Morgenstond Onderzoek naar de externe veiligheid hoge druk aardgasleidingen

Nadere informatie

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Beschrijving initiatief

Nadere informatie

Besluit van Provinciale Staten

Besluit van Provinciale Staten Besluit van Provinciale Staten Vergaderdatum Maart 2015 Nummer 6773 Onderwerp Beleidsregel groepsrisicoverantwoording in inpassingsplannen 1 Besluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet op artikel

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem GEMEENTE BUREN Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem Projectnr. 061-076 / 27 januari 2016 INHOUD BLZ 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en doelstelling... 3 1.2 Plangebied... 4 1.3 Geldend

Nadere informatie

Gemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d. 01/11/ /III IIII IIIII IIII IIIIII IIIII IIIII IIIII IIIII IIII IIII 116.

Gemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d. 01/11/ /III IIII IIIII IIII IIIIII IIIII IIIII IIIII IIIII IIII IIII 116. Gemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d. 01/11/2016 1111/III IIII IIIII IIII IIIIII IIIII IIIII IIIII IIIII IIII IIII 116.40743 i\ff\1 DCMR milieudienst Rijnrncnd Gemeente Lansinqerland T.a.v. de

Nadere informatie

1 Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening

1 Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening BESLUIT VAN PROVINCIALE STATEN VAN ZUID-HOLLAND VAN 28 JANUARI 2014, PZH-2014-485413763, HOUDENDE EEN BELEIDSREGEL OVER DE WIJZE VAN INVULLING VAN DE GROEPSRISICOVERANTWOORDING IN EXTERNE VEILIGHEID WETGEVING

Nadere informatie

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Ruimtelijke Onderbouwing Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Gemeente Tynaarlo September 2012 NL.IMRO.1730.ABYdermade3depunt-0301 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied,

Nadere informatie

P l a n r e g e l s vrs

P l a n r e g e l s vrs P l a n r e g e l s 012.10.01.02.00.vrs I n h o u d s o p g a v e Artikel 1 Relatie met het vigerende bestemmingsplan 3 Artikel 2 Wonen 4 Artikel 3 Geluidzone (dubbelbestemming) 9 Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5

Nadere informatie

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT Het ontwerpbestemmingsplan Landelijk gebied Sandelingen Ambacht heeft vanaf 19 april 2012, gedurende een periode

Nadere informatie

Notitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied. 1 Inleiding

Notitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied. 1 Inleiding Notitie Contactpersoon Dennis Ruumpol Datum 25 april 2012 Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied 1 Inleiding In 2009 heeft Tauw voor drie afzonderlijke bestemmingsplannen

Nadere informatie

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering Notitie Project: Oude Tempel Soesterberg Onderwerp: Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering Referentie: 16M8024 Datum: 18 juli 2016 Auteur: Mevrouw ing. N.J.W. Pirovano

Nadere informatie

NL.IMRO BP045.

NL.IMRO BP045. Besluit Vaststelling hogere grenswaarden ingevolge artikel 110 van de Wet geluidhinder t.b.v. het bestemmingsplan Bedrijventerrein Peize NL.IMRO.1699.2014BP045. Burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen Adviseur : Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : Z-AD-2017-0411 Aantal pagina s : 9 exclusief

Nadere informatie

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning *D14.001905* D14.001905 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

R e g e l s rgl

R e g e l s rgl R e g e l s 195.00.03.52.00.rgl I n h o u d s o p g a v e H o o f d s t u k 1 I n l e i d e n d e r e g e l s Artikel 1 Begrippen 7 Artikel 2 Wijze van meten 9 H o o f d s t u k 2 B e s t e m m i n g

Nadere informatie

1. Artikel 12 Horeca. De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: www.ruimtelijkeplannen.nl - print d.d.

1. Artikel 12 Horeca. De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: www.ruimtelijkeplannen.nl - print d.d. www.ruimtelijkeplannen.nl - print d.d. 10 september 2014 1. Artikel 12 Horeca 12. 1. Bestemmingsomschrijving De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. horeca

Nadere informatie

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen:

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen: Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen: 4-1 -2016 Bestemmingsplan "Kern Hilvarenbeek" Artikel 17 Wonen 17.1 Bestemmingsomschrijving 17.1.1 Algemeen De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen

Nadere informatie

Wijzigingsplan i.c. Bestemmingsplan Eastermar It Heechsân 2008, It Heechsân 7A (aanbrengen bouwvlak)

Wijzigingsplan i.c. Bestemmingsplan Eastermar It Heechsân 2008, It Heechsân 7A (aanbrengen bouwvlak) Wijzigingsplan i.c. Bestemmingsplan Eastermar It Heechsân 2008, It Heechsân 7A (aanbrengen bouwvlak) 2014 NL.IMRO.0737.16BPIWP03 Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Eastermar It Heechsân 2008 Heechsân

Nadere informatie

Bedrijventerrein Buitenvaart II,

Bedrijventerrein Buitenvaart II, Bedrijventerrein Buitenvaart II, wijzigingsplan facilitaire doeleinden Bedrijventerrein Buitenvaart II, Wijzigingsplan Facilitaire Doeleinden Gemeente Hoogeveen Status: Vastgesteld Datum: 7 Juli 2015 IMRO-Idn:

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bijlagen bij de toelichting. Toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten

Inhoudsopgave. Bijlagen bij de toelichting. Toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten Inhoudsopgave Bijlagen bij de toelichting Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten Toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten (Her)ontwikkelingslocaties De Purmer

Nadere informatie

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc. WATERTOETSPROCES Globale checklist waterbelangen in de ruimtelijke ordening Bij het watertoetsproces let het waterschap op alle wateraspecten. Doorgaans krijgen het voorkomen van wateroverlast en de zorg

Nadere informatie

Rapport VH.10125, september 2010

Rapport VH.10125, september 2010 Rapport VH.10125, september 2010 Onderzoek naar de omgevingskwaliteit ten aanzien van de herinrichting van akkerbouw en loonbedrijf Toonen Dekkers te Maasbommel Inzake: - luchtkwaliteit - geluidhinder

Nadere informatie

Rapportage watertoets

Rapportage watertoets BIJLAGE 1 Rapportage watertoets Waterparagraaf Herinvulling locatie aan de Wjitteringswei te Aldeboarn projectnr. 176812 revisie D0 augustus 2008 Opdrachtgever Dr. S. Weidenaar It Rak 1 8406 EX Tijnje

Nadere informatie

AMER GEMEENTE NOORDOOSTPOLDER BESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED 2004 WIJZIGING AANDUIDING INTENSIEVE VEEHOUDERIJ WIJZIGING MARKNESSERWEG 13

AMER GEMEENTE NOORDOOSTPOLDER BESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED 2004 WIJZIGING AANDUIDING INTENSIEVE VEEHOUDERIJ WIJZIGING MARKNESSERWEG 13 GEMEENTE NOORDOOSTPOLDER BESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED 2004 WIJZIGING AANDUIDING INTENSIEVE VEEHOUDERIJ WIJZIGING MARKNESSERWEG 13 EMMELOORD 2008 AMER ADVISEURS BV ZONNEHOF 43 381 1 ND AMERSFOORT TEL

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Boekels Ven

Risico-inventarisatie Boekels Ven Risico-inventarisatie Boekels Ven Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 februari 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5 2 Begrippenkader externe

Nadere informatie

Carola risicoberekening 'Hoofdstraat 27 De Steeg

Carola risicoberekening 'Hoofdstraat 27 De Steeg Carola risicoberekening 'Hoofdstraat 27 De Steeg Omgevingsdienst Regio Arnhem Colofon: Rapportnummer: 141108107-1 Plaats en datum: Arnhem, Versie: 01 Opdrachtgever Gemeente Rheden Postbus 9110 6994 ZJ

Nadere informatie

Wijzigingsplan. Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 2 e planwijziging. President Rooseveltlaan 768 / 768a

Wijzigingsplan. Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 2 e planwijziging. President Rooseveltlaan 768 / 768a Wijzigingsplan Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 2 e planwijziging President Rooseveltlaan 768 / 768a Gemeente: Vlissingen Titel: Wijzigingsplan Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 2 e planwijziging

Nadere informatie