ANEM-2013 EINDRAPPORTAGE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ANEM-2013 EINDRAPPORTAGE"

Transcriptie

1 ANEM-213 EINDRAPPORTAGE Verslag van monitoring- en verspreidingsonderzoek met betrekking tot de weekdieren van de Europese habitatrichtlijn en trendonderzoek naar Typische soorten van de mariene Europese Habitattypen H111B en H116 STICHTING ANEMOON 27 oktober 214

2 Titel ANEM-213. EINDRAPPORTAGE Verslag van monitoring- en verspreidingsonderzoek met betrekking tot de weekdieren van de Europese habitatrichtlijn en trendonderzoek naar Typische soorten van de mariene Europese Habitattypen H111B en H116. Periode: juni 213- oktober 214 Datum: 2 oktober 214 Samengesteld door: A.W. Gmelig Meyling, A. Boesveld en I. van Lente Foto kaft (groot): Foto kaft (klein): Projectnaam: Met medewerking van: Referentie van dit rapport: Contactpersoon: contactpersoon: Gewone zwemkrabben (Typische soort van Habitattype H111B). Foto: W. Vlierhuis. Zeggekofslak. Foto: A.W. Gmelig Meyling. ANEM-213 A. Boesveld (HabSlak) A.W. Gmelig Meyling (TypischMarien) I. van Lente (BindNet) ANEM-213-ER-1 I. van Lente (secretaris van Stichting ANEMOON) anemoon@cistron.nl Opdrachtgever: Ministerie van EZ Kenmerk: DGNR-NB / Opdrachtdatum: Verplichtingsnummer: Relatienummer: Contactpersoon: Adres: Postadres: R. Bink (Themaleider WOT-NEM) WUR, Droevendaalsesteeg 3, 678PB Wageningen WUR, Postbus 47, 67AA Wageningen 214 Stichting ANEMOON. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Stichting ANEMOON. ANalyse Educatie Marien Oecologisch ONderzoek Postbus 29, 212 AA Bennebroek Tel: Kvk: BTW: NL B1 anemoon@cistron.nl Website (ANEMOON): Website HabSlak: 2

3 Inhoud INLEIDING HABSLAK VERSPREIDINGSONDERZOEK Doelstelling Methode Resultaten MONITORING Doelstelling Methode Resultaten BEPALING VAN OPPERVLAK AAN LEEFGEBIED Doelstelling Methode Resultaten ORGANISATIE Vrijwilligersnetwerk Samenwerking met het EIS CONCLUSIES TYPISCHMARIEN DOELSTELLING METHODE RESULTATEN ORGANISATIE Eerste landelijk Strandwachtdag (SMP-dag) Nieuw SMP-formulier SMP-Handleiding Vergroting van de capaciteit en representativiteit vergroting van het SMP Vergroten van de capaciteit en representativiteit vergroting van het MOO CONCLUSIES BINDNET DOELSTELLINGEN METHODE RESULTATEN Zoekbeeld Artikelen in externe tijdschriften Scholing en binding van vrijwilligers Nieuwe website Facebook CONCLUSIES DANKWOORD LITERATUUR

4 4

5 Inleiding Het Ministerie van Economische Zaken heeft op 2 november 213 in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) aan Stichting ANEMOON opdracht verleend verspreidings- en monitoringonderzoek te verrichten naar een aantal soorten land- en zoetwatermollusken (weekdieren) en een aantal soorten mariene (in zee levende) organismen. De betreffende land- en zoetwaterweekdieren zijn opgenomen in de Europese Habitatrichtlijn. Bij het onderzoek naar mariene organismen gaat het om het bepalen van trends van zogenaamde Typische s oorten van de mariene Europese Habitattypen H111B en H116. Tot de te verrichten werkzaamheden behoort ook het ondersteunen en versterken van het daarvoor benodigde, door de Stichting gerunde vrijwilligersnetwerk. Stichting ANEMOON voerde de opdracht uit onder de algemene projectnaam ANEM Intern binnen de Stichting zijn drie doorlopende projecten bij deze opdracht betrokken: 1. HabSlak. Het HabSlakproject omvat zowel verspreidingsonderzoek als monitoring van weekdieren van de Europese Habitatrichtlijn, te weten de Nauwe korfslak Vertigo angustior, de Zeggekorfslak Vertigo moulinsiana en de Platte schijfhoren Anisus vorticulus. Tot de onderdelen van dit project behoort ook het bepalen van het in Nederland aanwezige oppervlak aan geschikt leefgebied. 2. TypischMarien. Dit project is gericht op het bepalen van trends van een aantal geselecteerde Typische soorten van de mariene Habitattypen H111 en H116. Het project wordt gevoed door gegevens afkomstig uit twee bij ANEMOON lopende onderzoeksprojecten met vrijwilligers, te weten het: Monitoringproject Onderwater Oever (MOO) m.b.v. sportduikers Strandaanspoelsel-monitoringproject (SMP) m.b.v. Strandwachters 3. BindNet Dit project overkoepelt alle activiteiten die gericht zijn op het consolideren en het verder uitbouwen van het vrijwilligersnetwerk. Hieronder vallen ook werkzaamheden als het onderhouden van contacten met beheerders en beleidsmakers en het ontwikkelen van educatief en informatief (achtergrond-) materiaal. De werkzaamheden voor ANEM-213 zijn uitgevoerd conform de offerteaanvraag van de opdrachtgever (het Ministerie van EZ: d.d. 22 april 213, kenmerk DGNR-NB / ) en de door Stichting ANEMOON uitgebrachte offerte (d.d. 1 september 213, kenmerk o_anem_213_1). De huidige rapportage doet verslag van de uitgevoerde werkzaamheden en resultaten. Voor het gemak is dezelfde hoofdstuknummering aangehouden, respectievelijk verslaglegging betreffende: 1 (HabSlak), 2 (TypischMarien) en 3 (BindNet). Per onderdeel worden de conclusies samengevat in de laatste paragraaf van het betreffende hoofdstuk. 5

6 Tabel 1.1. Planning met betrekking tot het verspreidingsonderzoek over de periode medio 212 t/m medio 218, uitgevoerd binnen de projecten ANEM-212 t/m ANEM-217. Totaal potentieel leefgebied op basis van 1x1 kmhokken Nog te doen na ANEM- 213 Soortnaam Platte schijfhoren Nauwe korfslak Zeggekorfslak ANEM-jaar Platte schijfhoren Nauwe korfslak Zeggekorfslak Eindresultaat van het huidige onderzoek (ANEM-213). Aantal te onderzoeken 1x1 kmhokken tijdens ANEM212 t/m ANEM217 Cumulatief aantal te onderzoeken 1x1 kmhokken ANEM-212 t/m ANEM-217 Eindresultaat van voorgaande inventarisatie periode (ANEM-212). Voor Nauwe korfslak geldt dat de soort tijdens ANEM-213 in één onderzocht 1x1 km-hok niet is teruggevonden. Dit hok zal in de loop van verder worden onderzocht. (Gedeeltelijk) beschikbare tijd voor 1x1 km-hokken waar de soort niet is aangetroffen tijdens het eerste bezoek waarbij 5 kansrijke locaties werden onderzocht. Hiervoor geldt dat deze nog verder onderzocht moeten worden. Tevens extra beschikbare tijd voor inventarisaties t.b.v. de bepaling van het oppervlak aan leefgebied. 6

7 1. Habslak Het HabSlak-project heeft betrekking op een drietal weekdiersoorten van de Europese Habitatrichtlijn. Twee daarvan zijn landslakken, te weten de Nauwe korfslak Vertigo angustior (bijlage II) en de Zeggekorfslak Vertigo moulinsiana (bijlage II). De derde soort, de Platte schijfhoren Anisus vorticulus (bijlage II en IV), leeft in zoet water. Met betrekking tot deze drie HR-soorten zijn de doelstellingen van het HabSlak-project voor de periode als volgt: 1. Verspreidingsonderzoek. Het bepalen van de landelijke verspreiding van alle drie de soorten in de periode op basis van aan- of afwezigheid in 1x1 km-hokken. 2. Monitoring. Het opstarten van meerjarig monitoringonderzoek. Daarbij geldt de periode van als nulmeting, zodat in de toekomst op basis van occupance-modellen trends kunnen worden bepaald. Monitoring heeft plaats op basis van aan- of afwezigheid bezetting per locatie (Zeggekorfslak en Platte schijfhoren) en van dichtheden per locatie (Nauwe korfslak). 3. Oppervlakte leefgebied. Het bepalen van het oppervlak aan leefgebied waar de soort voorkomt in Nederland. De drie doelstellingen van het Habslak-project zijn uitgewerkt in 3 projectonderdelen. Deze worden behandeld in de navolgende paragrafen (resp. 1.1 t/m 1.3). 1.1 Verspreidingsonderzoek Doelstelling Tabel 1.1 geeft de doelstellingen qua aantal te onderzoeken 1x1 km-hokken in de periode Hierbij is ook de doelstelling voor het huidige onderzoeksjaar (ANEM- 213) gegeven, het betreft onderzoek dat diende te worden uitgevoerd in de periode juli 213 t/m 3 september 214 (in de tabel de meest donkere kleur groen) Methode Voor de methode gehanteerd bij ANEM-213 wordt verwezen naar Gmelig Meyling et al. (213) en naar de protocollen gegeven in bijlage 4a, 4b en 4c, respectievelijk voor de Nauwe korfslak, de Zeggekorfslak en de Platte schijfhoren. Ten opzichte van het vorige inventarisatiejaar (ANEM-212) is er een kleine wijziging doorgevoerd voor wat betreft de Zeggekorfslak en de Platte schijfhoren: Het aantal sublocaties dat wordt onderzocht op een locatie is met ingang van HabSlak-213 gewijzigd in 5. Voorheen waren dat er 2, 3, 4, 5, 6 of 7, waarbij de onderzoeker de inventarisatie op de betreffende locatie kon stoppen als de soort gevonden was. Het gevolg was een wisselend aantal sublocaties, hetgeen het berekenen van correcte trefkansen in de weg stond. 7

8 Tabel 1.2. Toegezegde en gerealiseerde inspanning bij het verspreidings- en monitoringonderzoek in i.h.k.v. van HabSlak-213. Gegeven zijn de onderzochte 1x1 kmhokken, het aantal onderzochte locaties en de aan- of afwezigheid binnen het betreffende hok. Soort Platte schijfhoren Zeggekorfslak Atlashok volgnr X1 Atlashok Y1 Aantal locaties Soort aangetroffen in hok Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Toegezegd 18 1x1 km-hokken Totaal onderzocht: Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Totaal onderzocht: x1 km-hokken Opmerking Nauwe korfslak Ja Ja Nee Wel lege huisjes Ja Ja Ja Ja Totaal onderzocht: x1 km-hokken Totaal onderzocht over de drie soorten:

9 1.1.3 Resultaten Tabel 1.2 geeft voor de Platte schijfhoren, de Nauwe korfslak en de Zeggekorfslak een overzicht van de bij ANEM-213 onderzochte 1x1 km-hokken. Tevens wordt per hok aangegeven hoeveel locaties zijn onderzocht en of de soort in het hok is aangetroffen. De tabel geeft ook het toegezegde aantal te onderzoeken 1x1 km-hokken en locaties. Bijlage 1 geeft per soort een geografisch beeld van de onderzochte 1x1 km-hokken, de vastgestelde aan- of afwezigheid en de hokken met potentieel leefgebied (de 1x1 kmhokken waar de soort is waargenomen in de periode -212). 1.2 Monitoring Doelstelling De doelstelling voor de periode is de aanvang van monitoring waarbij deze eerste periode de nulmeting vormt. Daarna zal monitoring worden voortgezet op basis van zesjaarlijkse inventarisatierondes. Het monitoren wordt uitgevoerd op basis van de aan- of afwezigheid (bezetting=occupancy) per locatie (Zeggekorfslak en Platte schijfhoren) en op basis van dichtheden per locatie (Nauwe korfslak). Voor de Zeggekorfslak en de Platte schijfhoren geldt dat landelijke trend in bezetting pas kan worden bepaald met Occupancymodellen als alle te onderzoeken monitoringlocaties over de periode én de periode zijn onderzocht. Voor de Nauwe korfslak geldt dat al eerder een landelijke trend in aantallen kan worden bepaald. Dit kan door een vergelijking te maken tussen de periode en de voorgaande inventarisatieperiode voor wat betreft locaties die zijn onderzocht met de gestandaardiseerde monstername methode of waarvan de hoeveelheid strooisel in het monster bekend is. Om nu toch al enigszins inzicht te krijgen in populatieveranderingen is hieronder al wel een vergelijking gemaakt tussen waarnemingen gedaan tijdens ANEM-213 en waarnemingen uit de periode Methode De methode voor de monitoring is volledig geïntegreerd in het verspreidingsonderzoek Resultaten De periode 212 t/m 217 vormt als geheel feitelijk de eerste telronde (nulmeting). Desondanks zal in de rapportage-periode ook steeds jaarlijks voor de onderzochte locaties een ruwe vergelijking worden gemaakt met de periode Nauwe korfslak In het kader van ANEM-213 zijn 42 locaties onderzocht, verdeeld over 7 1x1 kmhokken (zie tabel 1.2). Van de 42 onderzochte locaties geldt voor 14 locaties dat deze niet eerder in het verleden (-212) zijn onderzocht. Deze nieuwe locaties zijn gelegen in 1x1 km-hokken waar in het verleden minder dan 5 locaties zijn onderzocht met positief resultaat (soort aangetroffen). Daarom zijn in die 1x1 km-hokken nieuwe kansrijke locaties gekozen (dit met oog op de onderzoeksdoelstelling van het verspreidingsonderzoek). Van de overige 28 locaties die in het verleden met positief resultaat zijn onderzocht (Nauwe korfslak aangetroffen), geldt dat de soort in 8 gevallen (28%) niet meer is teruggevonden. Voor 19 van de 28 locaties (68%) geldt dat de soort niet, of in beduidend lagere aantallen is aangetroffen. Voor 9 locaties (32%) geldt dat de soort in hogere aantallen is aangetroffen ten opzichte van vroeger. Gemiddeld genomen komt voor de tijdens ANEM-213 onderzochte gebieden dus een afname van de Nauwe korfslak naar voren. 9

10 Fig In afgeplagde gebieden worden gedeelten van de vegetatie gespaard om een deel van de Nauwe korfslak-populatie te behouden. Het idee is dat de populatie zich van daaruit weer kan uitbreiden. Indien deze zogenaamde refugia te klein zijn of zoals hier na het afplaggen onderstuiven, gaat de populatie alsnog verloren. (Foto: A. Boesveld) Fig Een grote populatie Zeggekorfslakken is hier door storting van bagger verloren gegaan. (Foto: A. Boesveld) 1

11 (In dit verband moet worden opgemerkt dat in de periode -212 een aantal onderzoekers slechts ca. 1 liter strooisel per locatie heeft verzameld, terwijl er sinds 29 standaard bemonsterd wordt met 3 liter. De waargenomen afnames kunnen hierdoor niet worden verklaard, omdat men op basis van de methode tegenwoordig eerder meer exemplaren zou verwachten dan minder.) Oorzaken hiervoor die bij herinventarisaties per locatie zijn genoteerd zijn onder andere: Afname door verwijderen duindoorn (tbv creëren van grijs [spatie] duin of versterking zeereep). Duindoorn-struwelen vormen een gunstig biotoop voor de Nauwe korfslak. Natuurlijke toename van bosbraam waardoor Duindoorn is afgenomen Successie van vegetatie (bosvorming) waardoor duindoornstruwelen of andere geschikte vegetaties verdwijnen. Verandering van beheer (vroeger: niets doen, nu: begrazing en/of bemaaiing). Verwijderen van populieren en abelen (gunstig biotoop voor Nauwe korfslak). Verwijderen vegetatie en toplaag bodem door middel van (grootschalig) plaggen. Zeggekorfslak In het kader van ANEM-213 zijn 68 locaties onderzocht, verdeeld over 7 1x1 kmhokken (zie tabel 1.2). Van de 68 onderzochte locaties geldt voor 22 locaties dat deze niet eerder in het verleden (-212) zijn onderzocht. Deze nieuwe locaties zijn deels gelegen in 1x1 km-hokken waar in het verleden minder dan 5 locaties zijn onderzocht met positief resultaat (Zeggekorfslak aangetroffen). Maar deels zijn deze nieuwe locaties ook gekozen omdat de Zeggekorfslak niet op één van de eerste 5 locaties werd teruggevonden. Voor de 46 locaties geldt dus dat deze ook zijn onderzocht in de periode Op 14 van de 46 locaties (3%) werd de Zeggekorfslak niet teruggevonden. Daarnaast zijn er nog 28 locaties (6%) waar de soort op basis van expertise fors is afgenomen of waarvan het leefgebied sterk in kwaliteit is achteruitgegaan. In totaal zijn er dus 14+28=42 locaties (91%) waarvoor geldt dat de populaties waarschijnlijk zijn afgenomen ten opzichte van de periode Voor de tijdens ANEM-213 onderzochte gebieden geldt dus dat er relatief veel locaties zijn waar de soort niet is teruggevonden wat duidt op een afname in de onderzochte gebieden. Oorzaken hiervoor die bij herinventarisaties per locatie zijn genoteerd zijn onder andere: Baggergrond (uit petgaten) is gedumpt in oevers / of leefgebied van de soort. Afplaggen van vegetatie in kader van rietlandbeheheer Egalisering van vegetatie (inzaaiing met Engels raaigras) Verruiging door Bosbraam Herinrichting van het leefgebied Vergraven van verlandingsoevers (Té) rigoureuze schoning van sloten Toename begrazing Verstruweling Verlanding van sloten Graven van petgaten Bebouwing Afname zeggevegetatie Platte schijfhoren In het kader van ANEM-213 zijn 166 locaties onderzocht, verdeeld over 18 1x1 kmhokken (zie tabel 1.2). Van de 166 onderzochte locaties geldt voor 45 locaties dat deze niet eerder in het verleden (-212) zijn onderzocht. Deze nieuwe locaties zijn deels 11

12 gelegen in 1x1 km-hokken waar in het verleden minder dan 5 locaties zijn onderzocht met positief resultaat (Platte schijfhoren aangetroffen). Maar deels zijn deze nieuwe locaties ook gekozen omdat de Platte schijfhoren niet op één van de eerste 5 locaties werd teruggevonden. Voor de 121 locaties geldt dus dat deze ook zijn onderzocht in de periode Op 48 van de 121 locaties (39%) werd de Platte schijfhoren niet teruggevonden. Er zijn 73 locaties waar de soort is teruggevonden tijdens ANEM-213 op locaties waar de soort ook is waargenomen in de periode Voor 15 van deze 73 locaties geldt dat de omstandigheden voor de soort en vermoedelijk ook de dichtheden sterk zijn afgenomen. Voor de tijdens ANEM-213 onderzochte gebieden geldt dus dat er relatief veel locaties zijn waar de soort niet is teruggevonden of waar deze is afgenomen, hetgeen duidt op een afname in de onderzochte gebieden. In tegenstelling tot de Nauwe korfslak en de Zeggekorfslak, zijn er voor de Platte schijfhoren relatief vaak geen duidelijke oorzaken aan te wijzen waarom de soort is afgenomen. Tot de oorzaken die bij herinventarisaties per locatie genoteerd zijn behoren onder andere: Toename beschaduwing van het water Vergraving van de sloot Toename kroosvaren Onderwatervegetatie is verdwenen of sterk verminderd Verlanding (sterke toename riet of andere planten) Maïsteelt / sterke eutrofiëring Uitbreiding urbane gebied (bebouwing onder meer bedrijventerreinen). Baggeren van waterpartijen. Intensivering agrarische sector onder meer door toepassen van zomerstalvoeding Fig Maisteelt heeft sterke eutrofiëring tot gevolg. Dit biotoop is volledig ongeschikt geworden voor de Platte schijfhoren. (Foto:. A. Boesveld) 12

13 1.3 Bepaling van oppervlak aan leefgebied Doelstelling Tijdens ANEM-212 is met het CBS afgesproken dat Stichting ANEMOON ook mogelijkheden zou onderzoeken om van zowel de Nauwe korfslak, de Zeggekorfslak als de Platte schijfhoren het oppervlak aan leefgebied te schatten. De wens was dit zowel te doen op landelijke schaal, als voor elk afzonderlijk Natura-gebied dat als beschermingsgebied voor de desbetreffende soort(-en) is aangewezen. Doel is eens in de zes jaar het oppervlak aan leefgebied te schatten, zodat dit kan worden vergeleken met voorgaande perioden. De periode wordt de eerste periode waarvoor dergelijke schattingen qua oppervlak aan leefgebied dient te worden bepaald. Aangezien bij aanvang nog niet duidelijk was hoe het oppervlak aan leefgebied op een efficiënte manier en met de beschikbare middelen kon worden bepaald, vormde het ontwikkelen van de methode daartoe tijdens ANEM-212 en ANEM-213 de belangrijkste doelstelling Methode Het ontwikkelen van een haalbare methode vormt onderdeel van de doelstelling. Daartoe zijn gesprekken gevoerd met het CBS, provincies en beheerders en zijn vegetatie- en habitattype-kaarten opgevraagd Resultaten De ideevorming betreffende de bepaling van het oppervlak aan leefgebied met behulp van geografische informatie en expertkennis is gestart in de aanvangsfase van ANEM-212. Tijdens ANEM-213 werd duidelijk dat dergelijke schattingen eigenlijk niet mogelijk zijn. Uit gesprekken met beheerders en provincies kwam naar voren dat het benodigde kaartmateriaal van vegetatietypen lang niet voor alle potentiële leefgebieden beschikbaar is. Voor buiten Natura gelegen gebieden zijn al vrijwel nergens vegetatie- en Habitattpe-kaarten beschikbaar. Bepalen van leefgebied voor de Zeggekorfslak en Platte schijfhoren op basis van uitsluitend kaartmateriaal is onmogelijk. Indien kaarten van vegetatietypen wel beschikbaar zijn, zijn deze niet centraal te verkrijgen maar aanwezig bij de vele beheerders, zodat veel overleg nodig is. Bijkomend probleem bij de beschikbare kaarten is dat deze met verschillende typen vegetatie-indelingen zijn gemaakt. Verwerven van alle beschikbare kaarten en het omzetten ervan naar één en dezelfde vegetatie-indeling zou zeer veel werk vergen, terwijl het dan nog steeds niet om een complete kaart voor Nederland zou gaan. Vervolgens zou de kaart geijkt moeten worden met behulp van waarnemingen uit het veld. Dat ijken vormt op zich ook een probleem, omdat gebleken is dat vegetatie kaarten vaak onvoldoende nauwekeurig zijn ingetekend en inventarisatielocaties vaak op of vlak bij grenzen van vegetatietypen zijn onderzocht. Voor heel veel locaties is het dus moeilijk locaties toe te delen aan één bepaald vegetatietype. Dit kan in veel gevallen niet geautomatiseerd worden uitgevoerd. Naar aanleiding van deze bevindingen is in juli 214 wederom overleg geweest met het L. Soldaat van het CBS. Daarbij is voor de Nauwe korfslak het volgende plan opgesteld: Het oppervlak aan leefgebied voor Vertigo angustior wordt bepaald op basis van de aanwezigheid in km-hokken in potentieel leefgebied. Daartoe worden km-hokken middels een steekproef binnen potentieel leefgebied onderzocht. Deze steekproef bestaat uit twee type km-hokken: 1. km-hokken waar de soort is waargenomen in de periode - medio km-hokken met geschikte biotopen, maar waar de soort niet is aangetroffen (mede als gevolg van een lage waarnemersinspanning). 13

14 Het potentiële leefgebied wordt zo goed mogelijk bepaald op basis van expertkennis, het huidige geografische verspreidingsbeeld van de soort, vegetatiekaarten, Habitattypekaarten en informatie mbt beheer. Per periode van 6 jaar dienen 15 km-hokken te worden onderzocht. 9 daarvan hebben betrekking op hokken waar de soort al eerder is aangetroffen in de periode - medio 212, en 6 km-hokken met potentieel leefgebied waar de soort niet is waargenomen in deze periode. Per jaar wordt 1/6 van de km-hokken uit de steekproef onderzocht. Dit komt neer op 25 km-hokken per jaar: 15 km-hokken, waar de soort al eerder is aangetroffen in de periode medio, en 1 km-hokken met potentieel leefgebied waar de soort niet is waargenomen in deze periode. Voor het bepalen of de soort al dan niet afwezig is in een km-hok geldt, net zoals bij het onderzoek dat is uitgevoerd in -212, dat er binnen dat hok minimaal 15 kansrijke locaties dienen te worden onderzocht om, indien de soort nergens werd aangetroffen, afwezigheid te kunnen concluderen. Dit betekent dat er in 6 jaar ca. 225 locates moeten worden onderzocht.. Voordeel van dit plan is dat ook inventarisaties worden gedaan in km-hokken waar de soort nog nooit is waargenomen. Daarmee valt de tekortkoming weg dat bij de huidige monitoringopzet alleen locaties zijn betrokken waar de soort reeds is waargenomen en toenames als gevolg van recentere kolonisatie niet kunnen worden gevonden. Het nadeel van dit plan is echter dat er onvoldoende vrijwilligerscapaciteit voor beschikbaar is en er extra professionele mankracht nodig zou zijn. Dit geldt zeker als een dergelijke aanpak ook zou zou worden ingevoerd voor de Zeggekorfslak en de Platte schijfhoren, Om binnen de beschikbare (financiële) mogelijkheden te blijven is er tijdens een overleg tussen R. Bink (Thema-leider NEM/WOT) en L. Soldaat (CBS) toch maar voor gekozen het oppervlak aan leefgebied minder nauwkeurig te bepalen, de steekproef kleiner te maken en pas te starten als het verspreidingsonderzoek is afgerond. Stichting ANEMOON en het CBS zullen er daarbij naar streven om medio 218 het oppervlak aan leefgebied van de drie soorten zo goed mogelijk te schatten met behulp van modellen en de dan beschikbare gegevens uit het verspreidings- en monitoringonderzoek in de periode Het benodigde aanvullende veldwerk zal echter pas kunnen plaatsvinden binnen de financiële mogelijkheden die er zijn voor het reguliere verspreidingsonderzoek en monitoring. Aanvullend veldwerk wordt pas uitgevoerd wanneer het grootste deel van het verspreidingsonderzoek is afgerond. Naar verwachting kan dit pas in de periode (zie gele vakjes in tabel 1.1) worden uitgevoerd. Met de huidige beschikbare mankracht zullen de steekproeven minder zijn dan 15 km-hokken. 14

15 1.4 Organisatie Vrijwilligersnetwerk Tijdens ANEM-213 is het aantal vrijwilligers dat bij het project betrokken is ongeveer gelijk gebleven. Vooral met het oog op de bepaling van het oppervlak aan leefgebied met behulp van steeksproefsgewijze inventarisaties, zijn eigenlijk meer vrijwilligers nodig. Tijdens ANEM-213 zijn meerdere acties in de steigers gezet om het vrijwilligerskorps weer wat te versterken. Zo zijn er nu ook contacten gelegd met waarnemers die op het gebied van weekdieren actief zijn op waarnemingen.nl. Eerste contacten geven aan dat er hier inderdaad vrijwilligers aanwezig zijn die zich meer met de Nauwe korfslak, de Zeggekorfslak en de Platte schijfhoren bezig willen gaan houden Samenwerking met het EIS Ten behoeve van het onderzoek aan de weekdieren genoemd in de Europese Habitatrichtlijn (Nauwe korfslak, Zeggekorfslak en Platte schijfhoren) werkt Stichting ANEMOON sinds 1 mei 214 nauwer samen met Stichting EIS (Leiden). In dit kader wordt het deel van het NEM-onderzoek aan de HR-weekdieren dat niet door vrijwilligers kan worden uitgevoerd, en dus op professionele basis moet worden verricht, door het EIS aangestuurd. Aansturing en begeleiding van al het veldwerk naar (HR) weekdieren dat wél met en door vrijwilligers kan worden uitgevoerd, is en blijft echter volledig tot de taken van ANEMOON behoren, evenals de landelijke projectplanning met betrekking tot het verspreidingsonderzoek en monitoring, het maken van rapportages en het onderhouden van de contacten in het kader van het NEM met het CBS en de Themaleider WOT-NEM. A. Boesveld, die professionele inventarisaties uitvoert, is en blijft in dienst van Stichting ANEMOON, maar wordt voortaan voor genoemde onderzoeken aangestuurd vanuit het EIS. Voordeel van de samenwerking is vooral dat zo het aantal personen waarbij kennis over HR-weekdieren aanwezig is wordt vergroot, waarmee de continuïteit van het onderzoek is gewaarborgd. Daarnaast kan het EIS al dan niet met andere soortgroepen gecombineerde acquisitie doen voor inventarisaties ten behoeve van beheer en regionaal beleid. Met dit alles komen er meer gegevens beschikbaar voor het HabSlak-project, het Atlasproject Nederlandse Mollusken (ANM) en daarmee aan het NEM in het algemeen. 15

16 Fig In de duinen worden steeds vaker grazers ingezet om het duin open te houden. Uit meerdere onderzoeken is inmiddels naar voren gekomen dat begrazing een negatieve invloed heeft op het voorkomen van de Nauwe korfslak. In sterk begraasde gebieden verdwijnt de soort zelfs volledig (zie Boesveld, 213). (Foto: A. Boesveld) Fig Sloten waar de Platte schijfhoren voorkomt worden soms gedempt. Daarmee gaan populaties verloren. In het landschap zijn gedempte sloten nog herkenbaar. (Foto:. A. Boesveld) 16

17 1.5 Conclusies Verspreidingsonderzoek Uit tabel 1.2 kan worden geconcludeerd dat zowel voor de Nauwe korfslak, de Zeggekorfslak als de Platte schijfhoren de doelstellingen zijn gehaald. Voor de Zeggekorfslak en de Platte schijfhoren geldt dat ze zijn aangetroffen in alle tijdens ANEM-213 onderzochte 1x1 km-hokken. Voor de Nauwe korfslak geldt dat de soort tijdens ANEM-213 in één 1x1 kmhok niet is teruggevonden. Dit hok zal in de periode verder moeten worden onderzocht om zekerheid te krijgen of de soort echt uit dit 1x1 km-hok is verdwenen. Monitoring. Hoewel het aantal onderzochte locaties te gering is om conclusies te trekken over trends op landelijke schaal, of zelfs maar op gebiedsniveau, komt voor zowel de Nauwe korfslak, de Zeggekorfslak als de Platte schijfhoren toch naar voren dat ze op relatief veel plaatsen fors lijken te zijn afgenomen. Dit beeld kwam ook al naar voren bij het voorgaande onderzoek ANEM-212 voor andere gebieden. Voor de Nauwe korfslak geldt dat met name afplaggen, het verwijderen van populier-achtigen en begrazing grote negatieve effecten hebben. Bij de Zeggekorfslak zijn biotoopverlies (door herinrichting), maaien en verdroging de belangrijkste oorzaken van afname. Voor de Platte schijfhoren vormen eutrofiëring door intensivering veeteelt, maïsteelt en zomerstalvoedering, evenals biotoopverlies door herinrichting van gebieden de belangrijkste oorzaken van de afnames. Oppervlakte aan leefgebied Het oppervlak aan leefgebied blijkt met de huidige vrijwilligerscapaciteit en de huidige beschikbare middelen in de periode 212-medio 218 niet zo uitvoerig te bepalen als eigenlijk wenselijk is. Met extra inventarisaties binnen steeksproefgewijs gekozen km-hokken kan vermoedelijk in 215 gestart worden, wanneer het meeste werk voor het verspreidingsonderzoek en de monitoring is uitgevoerd. HabSlak-organisatie Stichting ANEMOON heeft een aantal reorganisaties doorgevoerd, waaronder een nauwere samenwerking met Stichting EIS. Hierdoor zullen er in de toekomst meer waarnemingen kunnen worden verkregen die ten goede komen aan het NEM. 17

18 Tabel 2.1. (Bij hoofdstuk 2). Mariene Typische soorten, waarvoor Stichting ANEMOON in het kader van ANEM-213 geïndexeerde jaarcijfers en slopes zal leveren voor het aangegeven Habitattype. De volgorde van de diergroepen is gebaseerd op die van het kwaliteitsrapport. Soort Habitattype ANEMOON-project vanaf het jaartal (Basis jaar) MOO SMP Bloemdieren Slibanemoon H111B; H116 Zeeanjelier (3 H111B; H Wormen Schelpkokerworm H111B; H116 Kreeftachtigen Gewone zwemkrab H111B Strandkrab H116; H111_B Weekdieren Amerikaanse zwaardschede H111B Halfgeknotte strandschelp H111B Kokkel H111B Mossel H116; H111B 1997 Nonnetje H111B Oester H Rechtsgestreepte platschelp H111B Strandgaper H111B Wulk H111B (1 Stekelhuidigen Gewone zeester H111B Hartegel (Zeeklit) H111B Vissen Stekelrog H111B (1 Bot H Gewone zeedonderpad H116 Puitaal H116 Schar H Schol H116 Steenbolk H116 Wijting H Zwarte grondel H116 1) Op basis van eikapsels. 2) Typische soort van H111C en H111D, maar daar niet gemeten. 3) Soort pas sinds begin 213 op alle SMP-trajecten bij inventarisatie betrokken. 18

19 2. TypischMarien 2.1 Doelstelling Het project TypischMarien heeft als doel: de bestaande vrijwilligersprojecten van Stichting ANEMOON met betrekking tot de mariene soorten dusdanig te stroomlijnen en op elkaar te laten aansluiten, dat op jaarlijkse basis trends kunnen worden vastgesteld van de Typische soorten van de Habitattypen H111B en H116 (en in de toekomst mogelijk ook van andere mariene Habitattypen). 2.2 Methode Trends van Typische soorten van Habitattype H111B en H116 worden berekend uit waarnemingsresultaten van respectievelijk het landelijke Strandaanspoelsel Monitoring Project (SMP) en het eveneens landelijke Monitoringproject Onderwater Oever (MOO). De methoden zijn beschreven in de ANEM-rapportage van vorig jaar (Gmelig Meyling, et al. 213a). Voor een uitgebreide beschrijving van de MOO-methode en resultaten van het MOO wordt verwezen naar Gmelig Meyling et al., 213b. Eén Typische soort van Habitattype 111B, de Zeeanjelier, is pas sinds 213 als standaardsoort bij het SMP betrokken. Figuur 2.1. Ligging van Habitattype H111 (rechts) en H116 (links). Habitattype 111B is de Noordzeekustzone. Habitattype H111A is de Waddenzee. Deze is niet betrokken bij het SMP-project.

20 Tabel 2.2. Overzicht van de over de periode -213 berekende trends van de geselecteerde mariene Typische soorten van Habitattype H111B. Significante afname Stabiel Significante toename Gewone slibanemoon Halfgeknotte strandschelp Nonnetje Rechtsgestreepte platschelp Schelpkokerworm Wulk (eikapsels) Stekelrog (eikapsels) Amerikaanse zwaardschede Strandkrab Gewone zeester Zeeklit (Hartegel) Mossel Gewone zwemkrab Gewone zeester Fluctuerend of golvend patroon Kokkel Strandgaper Tabel 2.3. Overzicht van de de over de periode -213 berekende trends van de geselecteerde mariene Typische soorten van Habitattype H116. Significant afname Stabiel Significante toename Oester Steenbolk Bot Puitaal Gewone zeedonderpad Mossel Strandkrab Zeeanjelier Schelpkokerworm Zwarte grondel Mossel Fluctuerend of golvend patroon Schol Schar Wijting 2

21 2.3 Resultaten Bijlage 2 geeft de indexcijfers van de Typische soorten van Habitattype H111B. Bijlage 3 geeft de indexcijfers van de Typische soorten van Habitattype H116. Tabel 2.2 en 2.3 geven respectievelijk voor H111B en H116 de trendbeoordelingen per Typische soort. Een significante afname betekent dat er met een betrouwbaarheid van 95% een afname is ten opzichte van het basisjaar. Voor de meeste soorten is het basisjaar, voor enkele soorten is dat 1997 (zie tabel 2.1). 2.4 Organisatie Eerste landelijk Strandwachtdag (SMP-dag) Tijdens ANEM is de eerste landelijke Strandwachtdag georganiseerd in Naturalis te Leiden (Van der Niet, 214). De dag is bezocht door vrijwel alle 1 medewerkers aan het Strandaanspoelsel-monitoringproject (SMP), ook wel strandwachters genoemd. Het enthousiasme was groot en er kon veel aandacht worden besteed aan het leren herkennen van moeilijke soorten en het invullen van het SMP-formulier. Naar aanleiding van discussies op deze dag is besloten het SMP-formulier grondig te herzien. Besloten werd te streven naar een formulier dat dusdanig is opgesteld dat beginnende waarnemers zich beter kunnen concentreren op de soorten die voor monitoring het meest van belang zijn (waaronder de mariene Typische soorten van H111B) en waarbij ervaren waarnemers tevens de mogelijkheid is geboden ook op alle andere soorten te letten. De tweede Strandwachtdag is gepland op 14 maart 215, eveneens in Naturalis. Bij deze dag zal de nadruk meer liggen bij het zelf op naam brengen van soorten Nieuw SMP-formulier Nadat tijdens ANEM-213 het SMP-formulier zeer grondig onder de loep is genomen, is in samenwerking met alle Strandwacht-coördinatoren een nieuw formulier opgesteld dat voldoet aan de eisen zoals samengevat in Na meerdere discussieronden is een breed draagvlak voor het nieuwe formulier verkregen. Dit bevindt zich nu in de afrondingsfase. Het zal per 1 januari 215 in gebruik worden genomen SMP-Handleiding Tijdens ANEM-213 is verder gewerkt aan de handleiding. Door alle discussieronden met betrekking tot het nieuwe formulier is er nieuw inzicht gekomen in de wensen van waarnemers met betrekking tot de vorm en inhoud van een goede handleiding. Net als het SMP-formulier zal ook de SMP handleiding met alle coördinatoren gezamenlijk worden afgemaakt. Dit is mogelijk niet de snelste weg, maar het levert uiteindelijk wel een product dat door alle strandwachtgroepen kan worden gedragen Vergroting van de capaciteit en representativiteit vergroting van het SMP De trends van de mariene Typische soorten die voor dit rapport zijn bepaald hebben betrekking op de kustzone vanaf Texel tot en met Neeltje Jans in Zeeland. Momenteel zijn er in totaal acht strandwachttrajecten langs de Nederlandse kust waar SMP-vrijwilligers actief zijn. Om voor de gehele Noordzee-kustzone trends te verkrijgen is het van belang dat er nog één of twee SMP-trajecten bijkomen. In eerste instantie wordt daarbij gedacht aan twee extra monitoringtrajecten: één op een noordelijk Waddeneiland, bij voorkeur op Ameland (anders is eventueel Terschelling ook een optie) en één langs de Zeeuwse 21

22 Noordzeekust. Om op Ameland een strandwacht te realiseren dienen naast eilanders hoogstwaarschijnlijk ook toeristen te worden ingezet. Mede om die reden is door Stichting ANEMOON intensief meegewerkt aan een boek over schelpen en andere Amelander strandvondsten (De Bruyne & Bandini, 213; KNNV-uitgeverij i.s.m. ANEMOON - ISBN: ). Tijdens ANEM-213 is meerdere keren contact geweest met potentiële vrijwillige waarnemers, wonend op Ameland. Dat hier op niet al te lange termijn een strandwacht van de grond komt, is zeker niet uitgesloten. Tijdens ANEM-214 zal het verder uitbreiden van het aantal strandwachten een speerpunt vormen. Daarnaast zal ook worden onderzocht in welke mate zogenaamde SMP-light-trajecten een extra bijdrage kunnen leveren. Het betreft lichte trajecten met een beperkt aantal waarnemers, die niet volgens een standaardrooster lopen, maar het strandtraject bezoeken wanneer het ze het beste uitkomt. Dit steeds in aanvulling op de vaste SMP-trajecten Vergroten van de capaciteit en representativiteit vergroting van het MOO In het kader van ANEM-213 is verder gewerkt aan de handleiding, waarin voor alle MOO-soorten nauwkeurige lijntekeningen komen waarop details en kenmerken beter zijn aan te duiden dan op foto s (zie figuur 2.3). Veel informatie die uiteindelijk in de gedrukte handleiding komt is momenteel al te vinden op de vernieuwde website van Stichting ANEMOON. Een uitgebreide beschrijving van de geschiedenis en de methoden van het MOO is ook gegeven in het rapport Het Duiken Gebruiken 3, dat al min of meer als handleiding kan fungeren (Gmelig Meyling, et al., 213). Het MOO-invoerportaal is reeds in gebruik genomen. De bulk van de gegevens komt echter nog steeds binnen op papieren formulieren, die worden ingevoerd door vrijwilligers. Tijdens ANEM-214 zal er meer aandacht komen voor het invoerportaal en ook op de eerste landelijke MOO-dag op 18 april 215 zal veel aandacht worden besteed aan het op deze wijze digitaal doorgeven van gegevens. Fig Het duiken gebruiken. Dit rapport geeft informatie over de geschiedenis, de methode en de resultaten van het Monitoringproject Onderwater Oever (MOO) in de periode t/m

23 2.5 Conclusies De indexcijfers en trendbeoordelingen berekend over de periode t/m 213 komen over het algemeen overeen met de indexcijfers en beoordelingen van vorig jaar. De nieuwe cijfers van 213 wijken niet buitensporig af van de trend. Voor Habitattype H111B zijn er enkele soorten waarvan de trendklasse is verschoven ten opzichte van de rapportage van vorig jaar. De Mossel en de Amerikaanse zwaardschede werden vorig jaar nog beoordeeld als significant toenemend. Deze vallen nu in de klasse Stabiel. De Schelpkokerworm viel vorig jaar nog in de trendklasse stabiel, maar valt nu in de trendklasse significant afgenomen. Voor Habitattype H111B geldt dat de indexcijfers van de Stekelrog en de Wulk berekend over de periode t/m 212 iets hoger liggen dan de waarden gegeven in de rapportage van vorig jaar. Dit komt doordat tijdens ANEM-213 voor deze soort extra data beschikbaar zijn gekomen. Het Nonnetje lijkt in Habitattype H111B na een langdurige afname sinds 212 bezig met een beginnend herstel. Voor Habitattype H116 geldt dat enkele soorten van trendklasse zijn verschoven ten opzichte van de rapportage van vorig jaar. De Gewone zeedonderpad viel vorig jaar nog in de klasse stabiel, maar valt dit jaar in de klasse significant afgenomen. De Bot vertoont een sterk golvend patroon. In 213 is de indexwaarde van deze soort zo laag dat de trendlijn significant lager is dan in het basisjaar 27. Daardoor valt deze soort nu ook in de trendklasse significant afgenomen. Tijdens ANEM-213 is ruimschoots aandacht besteed aan het opleiden en binden van vrijwilligers. Met name de 1 e landelijke strandwachtdag was een groot succes. Ook het ontwikkelen van het nieuwe SMP-formulier met alle strandwacht coördinatoren tezamen vormde een bindende factor. Fig Lijntekeningen gemaakt door Felipe Ribas voor de MOO-handleiding (Het MOO-boek). 23

24 Fig Tijdens de 1 e landelijke strandwacht-dag (SMP-dag) werden meegebrachte vondsten op naam gebracht en aan andere vrijwilligers getoond. (Foto: S. van Leeuwen) Fig Begin 214 is de nieuwe website van Stichting ANEMOON life gegaan. De bezoeker vindt hier veel informatie en gemakkelijk te selecteren beschrijvingen van honderden soorten en kan ook pagina s naar eigen wensen instellen. 24

25 3. BindNet 3.1 Doelstellingen De doelstelling van het BindNet-project is: Het consolideren en verder uitbouwen van het vrijwilligersnetwerk, het onderhouden van contacten met waarnemers, beheerders en beleidsmakers en het ontwikkelen van educatief en informatief (achtergrond-) materiaal. 3.2 Methode Om de doelstelling te bereiken zijn er meerdere min of meer permanente activiteiten. Daaronder vallen: Het uitbrengen van Zoekbeeld de nieuwsbrief van Stichting ANEMOON. Het schrijven van artikelen in andere tijdschriften. Het opzetten, uitbouwen en onderhouden van de nieuwe ANEMOON-website. Het werven en enthousiast houden van vrijwilligers via nieuwe media o.a. Facebook. Het ontwikkelen van informatieve en wervende publicaties. Het ontwikkelen van folders. Het geven van cursussen. Het organiseren en verzorgen van bijeenkomsten. Het coördineren en bemensen van de helpdesk. 3.3 Resultaten Zoekbeeld Tijdens ANEM-213 zijn twee nieuwsbrieven uitgebracht, waarbij aandacht is uitgegaan naar vrijwilligersactiviteiten en naar de diverse ANEMOON-projecten waaronder: Het HabSlak-project (N gebieden die zijn aangewezen voor de Nauwe korfslak, de Zeggekorfslak en de Platte schijfhoren). Het Strandaanspoelsel monitoringproject (SMP) met speciale aandacht voor eikapsels van roggen, waaronder ook de Stekelrog, één van de Typische soorten van Habitatype H111. Het Monitoringproject Onderwater Oever (MOO), waarbij monitoring van de fauna op wrakken op de Noordzee centraal staat. Projecten gericht op exoten, waarbij aan vrijwilligers gevraagd wordt te letten op exoten en andere nieuwkomers in onze wateren. 25

26 3.3.2 Artikelen in externe tijdschriften Om de Nauwe korfslak, de Zeggekorfslak en de Platte schijfhoren onder de aandacht te brengen van beheerders en (potentiële) vrijwilligers zijn vier artikelen geschreven voor externe tijdschriften, respectievelijk in het Vakblad natuur bos, landschap (Boesveld et al., 214a) en in Spirula, het tijdschrift van de Nederlandse Malacologische Vereniging (Boesveld et al., 214b). Een diepgaand artikel over beschermingsgebieden voor HRweekdieren verscheen in de nieuwsbrief Zoekbeeld (Van Leeuwen et al. 214) Scholing en binding van vrijwilligers Er zijn meerdere handleidingen in de maak. Zowel met het schrijven van een handleiding voor het MOO, als voor het SMP is afgelopen jaar begonnen. Het gaat om handleidingen die de inventarisatie- en monitoringsmethoden beschrijven en waarmee alle doelsoorten (de soorten van respectievelijk het MOO- en het SMP-formulier) kunnen worden herkend. Daartoe worden diverse foto s opgenomen, alsmede pentekeningen. Voor diverse soorten zijn inmiddels teksten geschreven, die deels ook bij de soortbeschrijvingen op de nieuwe website van ANEMOON zijn geplaatst. Voor het SMP geldt dat ook verschillende vervalstadia van organismen, waaronder ingedroogde dieren of fragmenten en lege doubletten van schelpen en dergelijke worden geteld en in de analyses voor het project betrokken. Beschrijvingen van het levende en complete dier voldoen dan niet. Vooral aan fragmenten (o.a. krabbenschildjes en -poten) zal in de handleiding nadere aandacht worden geschonken. Voor de MOO-handleiding is van ongeveer de helft van de soorten al fotomateriaal voorhanden. Voor 3 soorten zijn er inmiddels pentekeningen gemaakt (zie figuur 2.3). Voor de SMP-handleiding dienen vooral nog goede detail-foto s van fragmenten te worden gemaakt. Komend jaar zullen de handleidingen verder worden uitgewerkt Nieuwe website De website van Stichting ANEMOON is compleet vernieuwd. De soortbeschrijvingen zijn sterk uitgebreid en zeer toegankelijk geworden met allerlei sorteeropties om informatie te zoeken. Bij zoveel mogelijk soorten worden foto s geplaatst en waar mogelijk worden ook resultaten getoond in de vorm van seizoenspatronen, trends en verspreidingskaarten (zowel trefkanskaarten op basis van monitoringsresultaten, als op verspreidingskaarten direct aan de NDFF-gekoppeld). Gepland is dat dergelijke aanvullende gegevens afkomstig uit het SMP komend jaar ter beschikking komen. Aan informatie over duiklocaties en strandwachttrajecten wordt eveneens volop gewerkt. Meerdere in het verleden gepubliceerde rapporten en nieuwsbrieven zijn inmiddels via een publicatiemodule beschikbaar. Op het nieuwe forum kunnen waarnemers terecht met hun vragen. Het forum biedt daartoe beter gestructureerde mogelijkheden dan Facebook Facebook Stichting ANEMOON heeft twee Facebook-pagina s, waarmee inmiddels enkele honderden vrijwilligers bevriend zijn. Deze pagina s worden druk bezocht. Ervaringen worden uitgewisseld en foto s van interessante soorten worden gedeeld. 3.4 Conclusies Middels nieuwsbrieven, bijeenkomsten, diverse publicaties, de nieuwe website en Facebook is in de afgelopen periode informatie verstrekt, zijn nieuwe waarnemers benaderd en geworven en is het vrijwilligersnetwerk uitgebouwd en versterkt. Dit zal ook in de toekomst het geval blijven. 26

27 4. Dankwoord Zeer veel dank gaat uit naar alle vrijwilligers die waarnemingen hebben gedaan in het kader van het HabSlak-, SMP- en MOO-project. Dank gaat ook uit naar de SMP- en MOO-coordinatoren: Ingeborg de Boois, Arjan Gittenberger, Laus Hendriks, Marijke Kooiman, Rob Dekker, Yvonne Koning, Trudy Kuhne, Janny Meulenkamp, Niels Schrieken, Petra Sloof, Ali Postma en John van Wensveen. Bijzondere dank gaat uit naar vrijwilligers die lezingen en PR- en educatieve activiteiten hebben verzorgd, onder meer ten behoeve van de landelijke SMP-dag en tijdens excursies: Arno Boesveld, Floor Driesen, Brendan Oonk, Arthur Oosterbaan, Sylvia van Leeuwen, Marco Faasse, Peter van Bragt, Tello Neckheim en Frank Perk. Ook willen we hierbij nadrukkelijk de webmasters Niels Schrieken en Han Peter (PlumIt) bedanken voor de realisatie van de website. Rykel de Bruyne en Inge van Lente danken we voor het redactiewerk ten aanzien van de ANEMOON-site. In dit verband gaat ook dank uit naar de vele auteurs en fotografen die bijdrage hebben geleverd aan de Website. Felipe Ribas bedanken we voor het al beschikbaar stellen van een tekening voor dit rapport. Tot slot mogen ook Nancy Elbersen en Annie Elbersen niet ongenoemd blijven voor hun onuitputtelijke inzet met betrekking tot het invoeren van om waarnemingen, evenals voor een belangrijk deel van de validatie. 27

28 5. Literatuur Boesveld, A., S.J. van Leeuwen, J. de Boer & A.W. Gmelig Meyling, 214a. Let op de kleintjes. Slakkenbeheer in Natura -gebieden. Vakblad natuur bos landschap 13: Boesveld, A., S.J. van Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling en J. de Boer, 214b. De verspreiding van drie slakken van de Habitatrichtlijn in Nederland. Spirula 398: pp. Boesveld, A., S. van leeuwen, A.W. Gmelig Meyling en J. de Boer, 214. Wat is goed natuurbeheer voor slakken van de Habitatrichtlijn? Spirula 398: 77-8 pp. Boesveld, A., 213., Onderzoek naar het belang van 15 vegetatietypen voor de Nauwe korfslak in Meijendel en Berkheide en de verspreiding van deze soort in dit Natura -gebied. Stichting ANEMOON. Bennebroek. Boesveld, A., 213. Onderzoek naar het huidige voorkomen van de Nauwe korfslak Vertigo angustior in het N-gebied Solleveld & Kapittelduinen in het kader van de geplande lightrailverbinding. Stichting ANEMOON. Bennebroek. Bruyne, R.H. de, S.J. van Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 213. Schelpdieren van het Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren (Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting ANEMOON, Lisse. 414 pag. Bruyne, R.H. de & D. Bandini, 213. Ameland: schelpenrijk - Muschelreich Ameland. Beleef het eilandgevoel met schelpen, barnsteen en fossielen Erlebe das Inselgefühl mit Muscheln, Bernstein und Fossilien. KNNV Uitgeverij & Stichting ANEMOON. 28 pp. CBS, 214. Meetprogramma s voor flora en fauna. Kwaliteitsrapportage NEM over 213. Centraal Bureau voor de Statistiek. Voorburg/Heerlen. 211 pp. Gmelig Meyling, A.W., A. Boesveld en I. van Lente, 213. Eindrapportage ANEM-212. Verslag van monitoring- en ander onderzoek naar de verspreiding en het leefgebied van weekdieren van de Europese habitatrichtlijn en trendonderzoek naar Typische soorten van de mariene Europese Habitattypen H111B en H116. Stichting ANEMOON, Lisse. 7 pp. Gmelig Meyling, A.W., I. van Lente, N. Schrieken, A. Gittenberger & R.H. de Bruyne, 213. Het Duiken Gebruiken 3. Gegevensanalyse van het Monitoringproject Onderwater Oever (MOO), Fauna-onderzoek met sportduikers in Oosterschelde en Grevelingenmeer. Periode t/m 212. Stichting ANEMOON. Lisse. 192 pp. Gmelig Meyling, A.W. & M.C. Cadée, 214. Herkennen van eikapsels van haaien en roggen: een concept-tabel voor determinatie. Zoekbeeld 4(1): Leeuwen, S.J. van, J. de Boer, A. Boesveld en A.W. Gmelig Meyling, 214. Beschermde slakkengebieden in Nederland. Zoekbeeld 4(1): 7-1. Niet, E. van der, 214. De eerste landelijke Strandwacht-dag (15 maart 214). Zoekbeeld 4(1): 3-5. Westing, C., 214. Die Hard weekend 214. Zoekbeeld 4(1):

29 Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Verspreiding van de Nauwe korfslak, Zeggekorfslak en Platte schijfhoren op 1x1 km-hok-niveau, waargenomen in de periode -212 en teruggevonden tijdens HabSlak-212 en HabSlak-213. Overzicht van de geselecteerde mariene Typische soorten van Habitattype H111B en de over de periode -212 berekende trends. Bijlage 3: Overzicht van de geselecteerde mariene Typische soorten van Habitattype H116 en de over de periode -212 berekende trends. Bijlage 4: HabSlak-Protocollen. Monitoring- en verspreidingsonderzoek m.b.t. de Nauwe korfslak, de Zeggekorfslak en de Platte schijfhoren 29

Alle dieren zijn gelijk maar sommige dieren zijn meer gelijk dan andere De Nauwe korfslak in de Nederlandse duinen. Jaap de Boer Stichting ANEMOON

Alle dieren zijn gelijk maar sommige dieren zijn meer gelijk dan andere De Nauwe korfslak in de Nederlandse duinen. Jaap de Boer Stichting ANEMOON Alle dieren zijn gelijk maar sommige dieren zijn meer gelijk dan andere De Nauwe korfslak in de Nederlandse duinen Jaap de Boer Stichting ANEMOON Inhoud Stichting ANEMOON De Nauwe korfslak Oorzaken achteruitgang

Nadere informatie

Inhaalslag Verspreidingsonderzoek. Mollusken van de Europese Habitatrichtlijn

Inhaalslag Verspreidingsonderzoek. Mollusken van de Europese Habitatrichtlijn Inhaalslag Verspreidingsonderzoek Mollusken van de Europese Habitatrichtlijn Resultaten van het inventarisatiejaar 2006 Nauwe korfslak Vertigo angustior R.H. de Bruyne & A.W. Gmelig Meyling STICHTING ANEMOON

Nadere informatie

ANEM-2012 EINDRAPPORTAGE

ANEM-2012 EINDRAPPORTAGE ANEM-2012 EINDRAPPORTAGE Verslag van monitoring- en ander onderzoek naar de verspreiding en het leefgebied van weekdieren van de Europese habitatrichtlijn en trendonderzoek naar Typische Soorten van de

Nadere informatie

Platte schijfhoren (Anisus vorticulus) H4056. 1. Status: 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten. Habitatrichtlijn Bijlage II (sinds 2004)

Platte schijfhoren (Anisus vorticulus) H4056. 1. Status: 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten. Habitatrichtlijn Bijlage II (sinds 2004) Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Platte schijfhoren (Anisus vorticulus)

Nadere informatie

De leerlingen lopen langs het strand en zoeken naar organismen uit zee.

De leerlingen lopen langs het strand en zoeken naar organismen uit zee. aanspoelsels inventarisatie Doel Duur Materialen Werkwijze De leerlingen lopen langs het strand en zoeken naar organismen uit zee. 30 minuten turflijsten, aanspoelsels, zoekkaarten, strandwaaier (optioneel),

Nadere informatie

Libellen van de Habitatrichtlijn,

Libellen van de Habitatrichtlijn, Indicator 19 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Er staan negen soorten Nederlandse

Nadere informatie

Vlinders van de Habitatrichtlijn,

Vlinders van de Habitatrichtlijn, Indicator 20 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Van de vijf Habitatrichtlijnsoorten

Nadere informatie

Inhaalslag Verspreidingsonderzoek. Mollusken van de Europese Habitatrichtlijn. Resultaten van het inventarisatiejaar 2008

Inhaalslag Verspreidingsonderzoek. Mollusken van de Europese Habitatrichtlijn. Resultaten van het inventarisatiejaar 2008 Inhaalslag Verspreidingsonderzoek Mollusken van de Europese Habitatrichtlijn. Resultaten van het inventarisatiejaar 2008 Nauwe korfslak Vertigo angustior A. Boesveld, A.W. Gmelig Meyling & I. van Lente

Nadere informatie

Kevers van de Habitatrichtlijn,

Kevers van de Habitatrichtlijn, Indicator 19 juni 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het oorspronkelijke areaal van

Nadere informatie

Reptielen van de Habitatrichtlijn,

Reptielen van de Habitatrichtlijn, Indicator 28 mei 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Gladde slang, muurhagedis en zandhagedis

Nadere informatie

Monitoring van Nauwe korfslak Vertigo angustior in het Noordhollands Duinreservaat Inventarisatiejaar 2013

Monitoring van Nauwe korfslak Vertigo angustior in het Noordhollands Duinreservaat Inventarisatiejaar 2013 Monitoring van Nauwe korfslak Vertigo angustior in het Noordhollands Duinreservaat Inventarisatiejaar 2013 Tello Neckheim 2015 Stichting ANEMOON 1 Documenttype: Titel: Rapportage Monitoring van Nauwe korfslak

Nadere informatie

Behoud van populaties van de Nauwe korfslak (Vertigo angustior) in het kader van het Herstelplan Hollands Duin.

Behoud van populaties van de Nauwe korfslak (Vertigo angustior) in het kader van het Herstelplan Hollands Duin. Behoud van populaties van de Nauwe korfslak (Vertigo angustior) in het kader van het Herstelplan Hollands Duin. A. Boesveld, A.W. Gmelig Meyling & R.H. de Bruyne STICHTING ANEMOON 14 juli 2007 Documenttype:

Nadere informatie

Groene glazenmaker in de provincie Groningen

Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Tekst: Albert Vliegenthart Met medewerking van: Herman de Heer, Henk

Nadere informatie

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Rapport: VA2008_11 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Maart, 2008 door: R. Caldenhoven Statuspagina Statuspagina Titel: Inventarisatie beschermde

Nadere informatie

Libellenmonitoring in Nederland ervaringen na 16 jaar tellen

Libellenmonitoring in Nederland ervaringen na 16 jaar tellen Libellenmonitoring in Nederland ervaringen na 16 jaar tellen Tim Termaat Libellenstudiedag Vlaanderen 15 februari 2014 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Hoe gaat

Nadere informatie

Nauwe korfslak (Vertigo angustior) H Status: 2. Kenschets. 3. Bijdrage van gebieden. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994).

Nauwe korfslak (Vertigo angustior) H Status: 2. Kenschets. 3. Bijdrage van gebieden. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994). Nauwe korfslak (Vertigo angustior) H1014 1. Status: Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994). 2. Kenschets Beschrijving: De nauwe korfslak is een klein landslakje met een linksgewonden huisje.

Nadere informatie

Nauwe korfslak (Vertigo angustior) H Status: 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994).

Nauwe korfslak (Vertigo angustior) H Status: 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994). Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Nauwe korfslak (Vertigo angustior)

Nadere informatie

Producentenorganisatie Kokkelvisserij p/a Ir. J. D. Holstein Coxstraat DC Kapelle. Project nummer:

Producentenorganisatie Kokkelvisserij p/a Ir. J. D. Holstein Coxstraat DC Kapelle. Project nummer: Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 672300 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl

Nadere informatie

Verspreidingsonderzoek Nederlandse zoogdieren VONZ 2012

Verspreidingsonderzoek Nederlandse zoogdieren VONZ 2012 Verspreidingsonderzoek Nederlandse zoogdieren VONZ 2012 D.L. Bekker & H. Hollander Rapport nummer 2013.10 mei 2013 Rapport van de Zoogdiervereniging in opdracht van de Gegevensautoriteit Natuur Rapport

Nadere informatie

Inhaalslag Verspreidingsonderzoek. De mossen van de Habitatrichtlijn: Geel schorpioenmos & Tonghaarmuts. BLWG Rapport 2004.07.

Inhaalslag Verspreidingsonderzoek. De mossen van de Habitatrichtlijn: Geel schorpioenmos & Tonghaarmuts. BLWG Rapport 2004.07. Inhaalslag Verspreidingsonderzoek De mossen van de Habitatrichtlijn: Geel schorpioenmos & Tonghaarmuts BLWG Rapport 2004.07 Oktober 2004 In opdracht van Expertisecentrum LNV Inhaalslag verspreidingsonderzoek,

Nadere informatie

Eindrapport DAGVLINDERS OP HET ZEEHOSPITIUMTERREIN TE KATWIJK

Eindrapport DAGVLINDERS OP HET ZEEHOSPITIUMTERREIN TE KATWIJK Eindrapport DAGVLINDERS OP HET ZEEHOSPITIUMTERREIN TE KATWIJK Eindrapport DAGVLINDERS OP HET ZEEHOSPITIUMTERREIN TE KATWIJK rapportnr. 2016.2200 oktober 2016 In opdracht van: Rho adviseurs voor leefruimte

Nadere informatie

Trend van vleermuizen,

Trend van vleermuizen, Indicator 14 oktober 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Lange tijd zijn vleermuizen

Nadere informatie

Purperslak en wulk en aangroeiwerende verven,

Purperslak en wulk en aangroeiwerende verven, Indicator 9 maart 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Door vermindering van tributyltin,

Nadere informatie

AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON

AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON juni 2007 In

Nadere informatie

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân

Nadere informatie

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2014 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2014 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl

Nadere informatie

Hierbij treft u aan de antwoorden op de vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) over de monitoring in het kader van Natura 2000 (ingezonden 7 juni 2013).

Hierbij treft u aan de antwoorden op de vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) over de monitoring in het kader van Natura 2000 (ingezonden 7 juni 2013). > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Natuur & Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC

Nadere informatie

Aantalsontwikkeling van vleermuizen

Aantalsontwikkeling van vleermuizen Indicator 24 september 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Lange tijd zijn vleermuizen

Nadere informatie

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

Verspreidingsonderzoek. Mollusken van de Europese Habitatrichtlijn. Resultaten van het inventarisatiejaar 2010. Zeggekorfslak Vertigo moulinsiana

Verspreidingsonderzoek. Mollusken van de Europese Habitatrichtlijn. Resultaten van het inventarisatiejaar 2010. Zeggekorfslak Vertigo moulinsiana Verspreidingsonderzoek Mollusken van de Europese Habitatrichtlijn. Resultaten van het inventarisatiejaar 2010 Zeggekorfslak Vertigo moulinsiana A. Boesveld, A.W. Gmelig Meyling & I. van Lente STICHTING

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland

Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland 2013 is door Vogelbescherming Nederland en Sovon uitgeroepen tot het Jaar van de Patrijs. Deze fraaie vogel is de laatste decennia sterk afgenomen (-95%).Ten

Nadere informatie

Invoerportaal Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer

Invoerportaal Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Invoerportaal Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Handleiding Thijs Schippers Versie 1.0 (juni 2016) Colofon Datum: Juni 2016 Titel: Handleiding invoermodule Subtitel: Meetnet Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer

Nadere informatie

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2011 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2011 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl

Nadere informatie

Zoogdieren van de Habitatrichtlijn,

Zoogdieren van de Habitatrichtlijn, Indicator 3 augustus 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Vijf landzoogdieren staan op

Nadere informatie

Notitie. Inleiding. S. Bek REA-ORO, gemeente Leiden. aan. G. Bakker & A. de Baerdemaeker. van. Quick scan Aalmarkt II en III.

Notitie. Inleiding. S. Bek REA-ORO, gemeente Leiden. aan. G. Bakker & A. de Baerdemaeker. van. Quick scan Aalmarkt II en III. Notitie aan van betreft projectnummer 0712 S. Bek REA-ORO, gemeente Leiden G. Bakker & A. de Baerdemaeker Quick scan Aalmarkt II en III datum 6 september 2011 Postbus 23452 3001 KL Rotterdam telefoon:

Nadere informatie

Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie

Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie 19 juni 2017 Theo Verstrael Sovon Vogelonderzoek Nederland Inhoud Vrijwilligers & natuurmonitoring Achtergronden & motivaties Wat

Nadere informatie

Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug

Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden N. Hemmers Bureau Buitenweg 13.143

Nadere informatie

BILAN. RAPPORT 2006 Nijmegen - (GLD) - Nijmegen, Winckelsteegh DEFINITIEF CONCEPT. Veldonderzoek naar rode eekhoorn

BILAN. RAPPORT 2006 Nijmegen - (GLD) - Nijmegen, Winckelsteegh DEFINITIEF CONCEPT. Veldonderzoek naar rode eekhoorn BILAN RAPPORT 2006 Nijmegen - (GLD) - Nijmegen, Winckelsteegh Veldonderzoek naar rode eekhoorn DEFINITIEF CONCEPT in opdracht van Pluryn Werkenrode Groep Rapport-ID Titel Nijmegen (GLD) - Nijmegen, Winckelsteegh

Nadere informatie

Trekvissen van de Habitatrichtlijn,

Trekvissen van de Habitatrichtlijn, Indicator 6 juli 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Acht Nederlandse trekvissoorten

Nadere informatie

Typische diersoorten van de Habitatrichtlijn,

Typische diersoorten van de Habitatrichtlijn, Indicator 5 juli 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De laatste 10 jaar is de toestand

Nadere informatie

Eindrapport. Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond de Hoefweg noord en zuid te Lansingerland

Eindrapport. Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond de Hoefweg noord en zuid te Lansingerland Eindrapport Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond de Hoefweg noord en zuid te Lansingerland Eindrapport Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond

Nadere informatie

Handleiding voor het gebruik van de kaartmodule NEM Meetnet Amfibieën

Handleiding voor het gebruik van de kaartmodule NEM Meetnet Amfibieën Handleiding voor het gebruik van de kaartmodule NEM Meetnet Amfibieën http://www.ravon.nl/kaartmodule Versie 1.1 30 maart 2015 Edo Goverse p.a. IBED/UvA Postbus 93501 1090 EA Amsterdam 020-525 7331 e.goverse@uva.nl

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen

Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen Rapport: VA2009_32 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs Juni, 2009 door: Martin Kroes & Robin Blokhuizen Statuspagina Titel: Flora- en faunawetbemonstering

Nadere informatie

De belangrijkste conclusies die op basis van de tellingen in 2018 (in vergelijking met 2016) kunnen worden getrokken zijn:

De belangrijkste conclusies die op basis van de tellingen in 2018 (in vergelijking met 2016) kunnen worden getrokken zijn: FACTSHEET Tellingen Coffeeshopbezoekers Roermond Resultaten metingen 2018: april en augustus In opdracht van de gemeente Roermond voert Breuer&Intraval jaarlijks (van 2018 tot en met 2021) tellingen uit

Nadere informatie

De landelijke vogelmeetnetten in natuurbeheer en -beleid. Chris van Turnhout

De landelijke vogelmeetnetten in natuurbeheer en -beleid. Chris van Turnhout De landelijke vogelmeetnetten in natuurbeheer en -beleid Chris van Turnhout Onze missie: volgen populatie-veranderingen van alle wilde vogels in Nederland Monitoring gebaat bij continuïteit op de lange

Nadere informatie

Trend van zoogdieren,

Trend van zoogdieren, Indicator 17 oktober 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Zoogdieren zijn sinds 1990 sterk

Nadere informatie

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM Colofon Opdrachtgever: Tulp-Bijl B.V. Titel: Quickscan Edeseweg 51 Wekerom Status: Definitief Datum: Februari 2013 Auteur(s): Ir. M. van Os Foto s: M. van Os Kaartmateriaal:

Nadere informatie

Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten

Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten Foto J. Schwiebbe - http://www.birdphoto.nl April 2009, Matthijs Broere (Waarneming.nl) & Fred Hustings (SOVON) 1. Inleiding Afgelopen winter

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, augustus 2008

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, augustus 2008 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 26-28 augustus 2008 - Wim Giesen, 30 augustus 2008 25-28 augustus 2008 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen (Dortsman Noord en Krabbenkreek

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2008 Indicator 15 juli 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Haag - Rohrbeck. Luister naar de zee!

Haag - Rohrbeck. Luister naar de zee! Belangrijke informatie Dit product gebruikt drie batterijen van 1,5V (knoopcel batterijen van het type AG10/LR1130). Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. Plaats de nieuwe batterijen met

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2010 Indicator 27 november 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

VLEERMUIZEN ONDERZOEK HELLEVOETSLUIS 2008

VLEERMUIZEN ONDERZOEK HELLEVOETSLUIS 2008 VLEERMUIZEN ONDERZOEK MOLSHOEK HELLEVOETSLUIS 2008 K. Mostert & E. Thomassen Stichting Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland In opdracht van gemeente Hellevoetsluis 1 INHOUD Inleiding... 3 Gebiedsbeschrijving...

Nadere informatie

Invasieve plantensoorten zijn in de laatste decennia sterk toegenomen in Nederland

Invasieve plantensoorten zijn in de laatste decennia sterk toegenomen in Nederland Invasieve plantensoorten zijn in de laatste decennia sterk toegenomen in Nederland Indicator 5 januari 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met

Nadere informatie

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg Overzicht uitgeschreven huisartsen 1990-2015 NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg ISBN 978-94-6122-424-8 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729

Nadere informatie

Intensiteit van de visserij op de Noordzee,

Intensiteit van de visserij op de Noordzee, Indicator 20 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De gebieden met hoge ecologische

Nadere informatie

Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning

Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning Notitie Contactpersoon Hanneke Oudega (telefoon: +31 65 46 80 79 5 / email: hanneke.oudega@tauw.nl) Datum 21 februari 2012 Kenmerk N002-4798963OJT-evp-V03-NL Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk

Nadere informatie

Monitoring van Steenuilen in : een succes!

Monitoring van Steenuilen in : een succes! Monitoring van Steenuilen in 2003-2008: een succes! Monitoring van Steenuilen in 2003-2008: een succes! Arjan Boele Het zou ideaal zijn jaarlijks alle Steenuil-territoria in ons land in kaart te brengen,

Nadere informatie

Wat zijn occupancy modellen?

Wat zijn occupancy modellen? Wat zijn occupancy modellen? en hoe helpen ze om orde uit chaos te halen? Arco van Strien & Leo Soldaat CBS Natuurstatistieken Minisymposium Orde uit Chaos 14 maart 213 Natuurmonitoring Gestandaardiseerde

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna in het kader van de realisatie van nieuwbouwwoningen in Wielwijk, deelgebied Parkrand, te Dordrecht

Quickscan flora en fauna in het kader van de realisatie van nieuwbouwwoningen in Wielwijk, deelgebied Parkrand, te Dordrecht Quickscan flora en fauna in het kader van de realisatie van nieuwbouwwoningen in Wielwijk, deelgebied Parkrand, te Dordrecht - notitie - Januari 2016 P16-016/W1105 Auteur: S. Westbroek Natuur-Wetenschappelijk

Nadere informatie

Aantalsontwikkeling van amfibieën,

Aantalsontwikkeling van amfibieën, Indicator 17 juli 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de periode voor 1997 is door

Nadere informatie

Op Europees niveau is de soort in de periode 1980-2011 met 52% afgenomen, en ten opzichte van 1990 met 6%.

Op Europees niveau is de soort in de periode 1980-2011 met 52% afgenomen, en ten opzichte van 1990 met 6%. 1 De spreeuwenstand gaat vanaf eind jaren zeventig achteruit. Over de periode 1984-2012 is de broedpopulatie in Nederland zelfs met gemiddeld 4% per jaar afgenomen. Daardoor resteert momenteel minder dan

Nadere informatie

De Zeggekorfslak: bedreigdy maar wijder verspreid dan gedacht

De Zeggekorfslak: bedreigdy maar wijder verspreid dan gedacht Adriaan Gmelig Meyling, Stef Keulen, Rykel de Bruyne & Arno Boesveld De Zeggekorfslak: bedreigdy maar wijder verspreid dan gedacht De Zeggekorfslak staat met nog enkele andere weekdiersoorten vermeld in

Nadere informatie

Libelleninventarisatie. Natuurmonumentengebied. Hollands Ankeveen

Libelleninventarisatie. Natuurmonumentengebied. Hollands Ankeveen Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2009 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen - 2 / 43 - - 3 / 43 - Copyright 2010 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen

Nadere informatie

Offerte. Inleiding. Projectopdracht

Offerte. Inleiding. Projectopdracht Offerte aan van Directeur MEVA drs. C.E. M., Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Centrum voor Beleidsstatistiek, Centraal Bureau voor de Statistiek onderwerp Offerte Inkomenspositie Chronisch

Nadere informatie

Vegetatie van de heide,

Vegetatie van de heide, Indicator 13 december 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Sinds 1999 is de verstruiking

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om

Nadere informatie

Nader onderzoek vissen polder t Hoekje

Nader onderzoek vissen polder t Hoekje Nader onderzoek vissen polder t Hoekje Auteur: Ir. T.F. Kroon Opdrachtgever: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Datum: 25-07-2013 Autorisator: Drs. E. Nat Status: Eindrapport Registratienummer:

Nadere informatie

Een vegetatieopname maken 6 Een flora-inventarisatie uitvoeren 9 Een natuurtoets uitvoeren 11

Een vegetatieopname maken 6 Een flora-inventarisatie uitvoeren 9 Een natuurtoets uitvoeren 11 Inhoudsopgave 2inhoudsopgave A B C G Oriëntatie s Oriënteren op het onderzoeken van flora en fauna 4 Werkwijzer Een vegetatieopname maken 6 Een flora-inventarisatie uitvoeren 9 Een natuurtoets uitvoeren

Nadere informatie

Veldverslag zeegrasmitigatielocaties mei 2009: Veldbezoek ivm monitoring. Wouter Suykerbuyk, Laura Govers, Laura Glasbergen, 10 juni 2009

Veldverslag zeegrasmitigatielocaties mei 2009: Veldbezoek ivm monitoring. Wouter Suykerbuyk, Laura Govers, Laura Glasbergen, 10 juni 2009 Veldverslag zeegrasmitigatielocaties mei 2009: Veldbezoek ivm monitoring Wouter Suykerbuyk, Laura Govers, Laura Glasbergen, 10 juni 2009 Op 25, 27 t/m 29 mei 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatie-

Nadere informatie

Flora- en fauna-inspectie Gelderdijk 15 te Sevenum (Gemeente Horst aan de Maas) door ir. Hans Hovens, Paul op het Veld en ir. G.

Flora- en fauna-inspectie Gelderdijk 15 te Sevenum (Gemeente Horst aan de Maas) door ir. Hans Hovens, Paul op het Veld en ir. G. Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl KvK Limburg 09116138 BTW nr: NL819024831B01 Faunaconsult Pijnenburg Agrarisch Advies en Onroerend Goed t.a.v. Peter van de Ligt Spoorweg

Nadere informatie

Dagvlinders,

Dagvlinders, Indicator 30 juli 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Zowel zeldzame als algemene dagvlinders

Nadere informatie

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM Liandon B.V. Aan Stefan Buskermolen Liandon B.V. Van Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults Memo Contactpersoon drs. Sander van Rijn Telefoon +31 6 21 47 95 82 sander.van.rijn@alliander.com Datum Betreft

Nadere informatie

Vegetatie duinen,

Vegetatie duinen, Indicator 11 december 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In zowel droge als vochtige

Nadere informatie

Flora van open moerassen,

Flora van open moerassen, Indicator 18 november 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de Nederlandse moerassen

Nadere informatie

Natuurtoets realisatie McDonald s, Amstelveen-zuid

Natuurtoets realisatie McDonald s, Amstelveen-zuid Notitie Contactpersoon Arjan de Klepper Datum 5 augustus 2014 Kenmerk N001-1223274ADK-cri-V02-NL Natuurtoets realisatie McDonald s, Amstelveen-zuid 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel Bij alle ruimtelijke

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen

Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen T. Ursinus Scanopy 12.144 concept november 2012 foto omslag Els

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Monitoring Nut en noodzaak van het in beeld brengen en houden van exoten. Baudewijn Odé en Jeroen van Zuidam

Monitoring Nut en noodzaak van het in beeld brengen en houden van exoten. Baudewijn Odé en Jeroen van Zuidam Monitoring Nut en noodzaak van het in beeld brengen en houden van exoten Baudewijn Odé en Jeroen van Zuidam Bedekt oppervlak Bestrijdingskosten Het probleem van exoten Soort afwezig Vestiging voorkomen!

Nadere informatie

EFFECTIVIEITSBEPALING VAN HET WEGVANGEN VAN DE OESTERBOORDER (UROSALPINX CINEREA & OCINEBRELLUS

EFFECTIVIEITSBEPALING VAN HET WEGVANGEN VAN DE OESTERBOORDER (UROSALPINX CINEREA & OCINEBRELLUS EFFECTIVIEITSBEPALING VAN HET WEGVANGEN VAN DE OESTERBOORDER (UROSALPINX CINEREA & OCINEBRELLUS INORNATUS) OP EEN PROEFLOCATIE (PERCEEL 119) IN DE OOSTERSCHELDE Tussenrapportage Delta Academie 17 augustus

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 25-26 september 2008 - Wim Giesen, 2 oktober 2008 25-26 september is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen (Dortsman Noord en Krabbenkreek Zuid),

Nadere informatie

Visseninventarisatie terrein Simon Loos

Visseninventarisatie terrein Simon Loos Visseninventarisatie terrein Simon Loos resultaten visseninventarisatie Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 26 oktober 2011 Verantwoording Titel : Visseninventarisatie terrein Simon Loos Subtitel

Nadere informatie

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Status Definitief Datum 7 april 2015 Handtekening Matthijs

Nadere informatie

Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015

Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015 Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015 Contactpersoon RAVON Utrecht Wim de Wild wim.de.wild@ziggo.nl tel. 030-6963771 RAVON Utrecht verstuurt onregelmatig een nieuwsbrief naar de RAVON waarnemers

Nadere informatie

Flora van naaldbossen,

Flora van naaldbossen, Indicator 7 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de naaldbossen in Nederland

Nadere informatie

Vegetatie van loof- en gemengde bossen,

Vegetatie van loof- en gemengde bossen, Indicator 11 december 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In loofbossen en gemengde bossen

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins Quickscan Spankerenseweg 20 Dieren februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Gegevens plangebied... 2 3 Methode... 3 4 Resultaten... 3 4.1 Bureaustudie...

Nadere informatie

Ecologisch onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan voor een terrein ten zuiden van Harmelen

Ecologisch onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan voor een terrein ten zuiden van Harmelen Ecologisch onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan voor een terrein ten zuiden van Harmelen - notitie - Oktober 2010 W 511 Natuur-Wetenschappelijk Centrum Noorderelsweg 4a 3329 KH Dordrecht 078-6213921

Nadere informatie

Veldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer

Veldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer Veldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer Veldinventarisatie in opdracht van Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud Opgesteld door Stichting RAVON R.P.J.H. Struijk

Nadere informatie

ZEGGEKORFSLAK VERTIGO MOULINSIANA (DUPUY, 1849) Tekst R.H. de Bruyne, A.W. Gmelig Meyling & A. Boesveld (Stichting ANEMOON)

ZEGGEKORFSLAK VERTIGO MOULINSIANA (DUPUY, 1849) Tekst R.H. de Bruyne, A.W. Gmelig Meyling & A. Boesveld (Stichting ANEMOON) 138 ZEGGEKORFSLAK VERTIGO MOULINSIANA (DUPUY, 1849) Tekst R.H. de Bruyne, A.W. Gmelig Meyling & A. Boesveld (Stichting ANEMOON) Herkenning Klein landslakje met een tonvormig huisje van tot 3,0 mm hoog

Nadere informatie

Nauwe korfslak Vertigo angustior

Nauwe korfslak Vertigo angustior Inhaalslag Verspreidingsonderzoek Mollusken van de Europese Habitatrichtlijn Inventarisatieperiode 2004-2005 Nauwe korfslak Vertigo angustior A.W. Gmelig Meyling & R.H. de Bruyne STICHTING ANEMOON 2006

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept a Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Colofon Deze samenvatting is een uitgave van de

Nadere informatie