DERDE NOTA WADDENZEE. Deel 3: kabinetsstandpunt planologische kernbeslissing

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DERDE NOTA WADDENZEE. Deel 3: kabinetsstandpunt planologische kernbeslissing"

Transcriptie

1 DERDE NOTA WADDENZEE Deel 3: kabinetsstandpunt planologische kernbeslissing 1

2 Brief van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Aan de voorzitters van de Tweede en Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, november 2001 Hierbij bied ik, als coördinerend minister voor het Waddenzeebeleid, u het kabinetsstandpunt van de planologische kernbeslissing Derde Nota Waddenzee (pkb deel 3) aan. Dit kabinetsstandpunt is het vervolg op de ontwerp planologische kernbeslissing (pkb deel 1) die u op 14 februari j.l. is toegezonden. De PKB Derde Nota Waddenzee is een herziening van de vigerende PKB Waddenzee uit 1993, die in 1994 partieel is herzien. In het kabinetsstandpunt heeft het kabinet op diverse punten wijzigingen aangebracht in de pkb-tekst ten opzichte van de tekst uit pkb deel 1. Die wijzigingen komen in belangrijke mate voort uit de reacties uit inspraak, bestuurlijk overleg en advies, die door het kabinet zijn ontvangen op pkb deel 1. In de nota van toelichting bij pkb deel 3 is aangegeven op welke wijze door het kabinet bij de vaststelling van de pkb-tekst rekening is gehouden met de ontvangen reacties. De reacties zelf zijn gebundeld in pkb deel 2, die apart aan u wordt toegezonden. De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.P. Pronk 3

3 NOTA VAN TOELICHTING Inhoudsopgave 0 Inleiding Procedure Reacties op de procedure Toelichting bij deel Aard en kader van de nota Aard en werkingssfeer van de pkb Planhorizon en planperiode Gebiedsbegrenzing Internationaal kader Beleidsuitgangspunten Doelstellingen voor de Waddenzee Ontwikkelingsperspectief voor de Waddenzee Beleidskeuzen Ruimte voor natuur en landschap Ruimte voor menselijke activiteiten a Gesloten gebieden b Inpolderingen c Veiligheid d Scheepvaart e Burgerluchtvaart f Offshore-installaties g Kabels en buisleidingen h Havens en bedrijventerreinen i Bebouwing j Baggerspecie k Diepe delfstoffen l Windturbines m Ontgrondingen n Archeologie o Recreatie p Visserij q Militaire activiteiten r Pierenwinning

4 4 Afwegingskader Doorwerking en evaluatie van het Waddenzeebeleid Doorwerking van beleid Externe werking Monitoring, onderzoek en evaluatie Bestuurlijke organisatie Bijlage: Beschermde soorten en habitats op grond van de Vogel- en Habitatrichtlijn

5 NOTA VAN TOELICHTING Hoofdstuk 0 Inleiding 0.1 Procedure Derde Nota Waddenzee deel 1 Ontwerp planologische kernbeslissing Op 14 februari 2001 heeft het kabinet de ontwerp planologische kernbeslissing Derde Nota Waddenzee (PKB Derde Nota Waddenzee deel 1) bekend gemaakt. Dit deel 1 bevat het kabinetsvoornemen voor de hoofdlijnen van het rijksbeleid voor de Waddenzee. Terinzagelegging en informatiebijeenkomsten De Derde Nota Waddenzee doorloopt de procedure van de planologische kernbeslissing, zoals is aangegeven in artikel 2a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. In de periode van 14 februari tot en met 8 mei heeft de PKB Derde Nota Waddenzee deel 1 ter inzage gelegen op 26 plaatsen bij rijk, waddenprovincies en waddengemeenten. In die periode heeft het ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer samen met de ministeries van Landbouw Natuurbeheer en Visserij, Verkeer en Waterstaat, Economische Zaken en Defensie drie openbare informatieavonden georganiseerd in Delfzijl, Harlingen en Den Helder. Daarnaast zijn door de genoemde ministeries acht informatiebijeenkomsten verzorgd op uitnodiging van alle afzonderlijke waddeneilandbesturen, de gezamenlijke waddenprovincies, de werkgeversorganisatie VNO-NCW-Noord en de Zeeuwse gemeenten Reimerswaal en Schouwen-Duiveland. In laatstgenoemde gemeenten wonen veel in de Waddenzee vissende kokkel- en mosselvissers. De informatiebijeenkomsten werden bezocht door in totaal ca. 650 personen. Inspraak Naar aanleiding van de terinzagelegging en de informatieavonden zijn door het ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer 234 inspraakreacties ontvangen, namens 306 insprekers. De insprekers hebben gezamenlijk zo n 1200 schriftelijke opmerkingen gemaakt over de tekst van de pkb deel 1 en de nota van toelichting. Bestuurlijk overleg Met de waddenprovincies en de waddengemeenten is door het kabinet een overleg gevoerd over deel 1 van de PKB Derde Nota Waddenzee. Dit overleg vond plaats op 11 juni 2001 tijdens de 39e vergadering van het Coördinatiecollege Waddengebied (CCW). Naast de pkb deel 1 lagen bij dit bestuurlijk overleg ook de schriftelijke inspraakreacties voor van de Stuurgroep Waddenprovincies, de Vereniging van Waddenzeegemeenten en het Overlegorgaan Waddeneilanden. Op 26 juni 2001 is ook bestuurlijk overleg gevoerd met het Productschap Vis over de pkb deel 1 en de schriftelijke inspraakreactie van het Productschap. 45

6 Advies van de Waddenadviesraad De PKB Derde Nota Waddenzee deel 1 is ter advies voorgelegd aan de Waddenadviesraad. Tijdens zijn 100e plenaire vergadering op 20 juni 2001 heeft de Waddenadviesraad zijn advies over de pkb deel 1 vastgesteld. Pkb deel 2 Reacties op de ontwerp planologische kernbeslissing De resultaten van de inspraak, de verslagen van het bestuurlijk overleg en het advies van de Waddenadviesraad zijn opgenomen in pkb deel 2 Reacties op de ontwerp planologische kernbeslissing. De inspraakreacties zijn in pkb deel 2 samengevat tot de hoofdlijnen uit de inspraak. De verslagen van het bestuurlijk overleg en het advies van de Waddenadvies zijn integraal opgenomen in pkb deel 2. Pkb deel 3 Kabinetsstandpunt Deel 3 van de Derde Nota Waddenzee is het kabinetsstandpunt. Het kabinetsstandpunt bestaat uit de tekst van de planologische kernbeslissing en een nota van toelichting. 0.2 Reacties op de procedure Naast de inhoudelijke onderwerpen heeft het kabinet ook verschillende reacties ontvangen op de gevolgde procedure en consultaties bij het opstellen van de PKB Derde Nota Waddenzee deel 1. Die reacties zijn zowel positief als negatief. Teneur van de negatieve reacties is dat de planvorming voor pkb deel 1 te weinig interactief is geweest. Reactie van het kabinet De PKB Waddenzee 1993 is in 1998 geëvalueerd. De evaluatie was interactief zodat een breed beeld werd verkregen van de meningen over de PKB Waddenzee en zijn mogelijke toekomst. Overheden en belangengroepen hebben deelgenomen aan het evaluatieonderzoek en de werkconferentie. Op de internetsite van Interwad is een discussie gevoerd die voor iedereen toegankelijk was. Op basis van de bevindingen van de evaluatie en overleg met de waddenprovincies en gemeenten in het Coördinatiecollege Waddengebied heeft het kabinet besloten de PKB Waddenzee 1993 te herzien. In de hoofdlijnenbrief aan de Tweede Kamer van 24 februari 1999 is dit besluit bekend gemaakt. Vanwege de interactieve evaluatie en het feit dat de Derde Nota Waddenzee in hoge mate voortbouwt op bestaand beleid uit de PKB Waddenzee 1993 en bestaand sectorbeleid, heeft het kabinet niet gekozen voor een breed interactief proces tijdens het opstellen van de PKB Derde Nota Waddenzee deel 1. Wel is tijdens die voorbereiding overleg gevoerd met de waddenprovincies en gemeenten en is actief geparticipeerd door de waddenprovincies. Daarnaast heeft ook in formele zin het wettelijk voorgeschreven bestuurlijk overleg plaatsgevonden met de andere overheden en het Productschap Vis, en heeft de Waddenadviesraad als wettelijk adviseur, een schriftelijk advies uitgebracht. Tijdens de terinzagelegging heeft een ieder de mogelijkheid gehad om op het kabinetsvoornemen te reageren. 46 nota van toelichting bij kabinetsstandpunt

7 0.3 Toelichting bij deel 3 Dit deel 3 van de PKB Derde Nota Waddenzee bestaat uit een tekst van de planologische kernbeslissing en een nota van toelichting. De nota van toelichting geeft aan op welke onderdelen het kabinet de ontwerp planologische kernbeslissing heeft gewijzigd en op welke wijze het kabinet bij zijn standpuntbepaling rekening heeft gehouden met de binnengekomen inspraakreacties, het gevoerde bestuurlijk overleg en het ontvangen advies van de Waddenadviesraad. Deel 3 heeft op hoofdlijnen dezelfde opbouw als deel 1 en Hoofdlijnen uit de inspraak in deel 2 van de PKB Derde Nota Waddenzee. Het kabinet meent dat op deze wijze haar standpunt ten aanzien van de ontvangen reacties op het voorgestelde beleid duidelijk en herkenbaar is weergegeven. Mede naar aanleiding van deze reacties, alsook door voortschrijdend inzicht zijn de volgende hoofdstukken en paragrafen door het kabinet aangepast dan wel toegevoegd: Deel 1 Deel 3 Hoofdstuk 1 Inleiding Aard en kader van nota Paragraaf 1.1 Algemeen Aard en werkingssfeer van de pkb Paragraaf 3.1 Ruimte voor natuur Ruimte voor natuur en landschap Paragraaf 3.2.h Haven- en industrie- Havens en bedrijventerreinen gebieden Paragraaf 3.2.l Windenergie Windturbines Paragraaf 4.1 Inleiding Te beschermen en te behouden waarden en kenmerken Paragraaf 4.2 Omschrijvingen Afwegingskader Paragraaf 4.3 Afwegingscriteria Vervallen Paragraaf 4.4 Afwegingsmethodiek Vervallen Paragraaf 5.3 Evaluatie Monitoring, onderzoek en evaluatie Elke paragraaf van de nota van toelichting bij de PKB Derde Nota Waddenzee deel 3 is onderverdeeld in drie delen: A) Reacties B) Kabinetsstandpunt C) Wijziging van pkb-tekst In onderdeel A zijn de hoofdlijnen uit de inspraakreacties, uit het bestuurlijk overleg en uit het advies van de Waddenadviesraad voor elk van de onderwerpen samengevat. Onderdeel B is het antwoord van het kabinet op deze hoofdlijnen van de reacties en tevens het kabinetsstandpunt. In onderdeel C is aangegeven of en op welke wijze het kabinet, mede naar aanleiding van de reacties, de tekst van de planologische kernbeslissing heeft gewijzigd. De wijzigingen van de pkb-tekst zijn aangegeven met KLEINE HOOFDLETTERS. 47

8 Deze nota van toelichting bij de PKB Derde Nota Waddenzee deel 3 komt niet in de plaats van de nota van toelichting bij de PKB Derde Nota Waddenzee deel 1. De nota van toelichting bij pkb deel 3 is aanvullend op de nota van toelichting bij pkb deel 1. De inhoud van de uitgebreide nota van toelichting bij pkb deel 1 blijft daarmee van belang, tenzij anders aangegeven in de voorliggende nota van toelichting. 48 nota van toelichting bij kabinetsstandpunt

9 Hoofdstuk 1 Aard en kader van de nota 1.1 Aard en werkingssfeer van de pkb A) Reacties Status van de pkb Insprekers noemen de relatie tussen de voorgestelde beleidskeuzen in de Derde Nota Waddenzee en de beleidsuitspraken in andere beleidsnota s op het gebied van onder meer ruimtelijke ordening, economie, luchtvaart, visserij en natuurbescherming onduidelijk of zelfs tegenstrijdig. Aan het kabinet wordt dan ook gevraagd welk beleid voorrang heeft, of het afwegingskader in de pkb strenger mag zijn dan de afwegingskaders uit het natuurbeleid, of de pkb van invloed mag zijn op wettelijke kaders buiten de ruimtelijke ordening en of de pkb zelf moet worden getoetst aan de Habitatrichtlijn. Concrete beleidsbeslissingen en beslissingen van wezenlijk belang Met name de provincies, de gemeenten en het bedrijfsleven, maken bezwaar tegen het aantal concrete beleidsbeslissingen en beslissingen van wezenlijk belang in de pkb en vinden dat hiermee de beleidsvrijheid van gemeenten en provincies onnodig wordt beperkt. Zij vinden het bovendien onaanvaardbaar dat in de PKB Derde Nota Waddenzee deel 1 concrete beleidsbeslissingen en beslissingen van wezenlijk belang zijn geformuleerd voor het gebied buiten de pkbgrenzen. Het bedrijfsleven noemt als nadeel van de beslissingen van wezenlijk belang de lange procedure om deze beslissingen aan te passen aan gewenste veranderingen in het beleid. Natuur- en milieuorganisaties wensen juist een uitbreiding van het aantal concrete beleidsbeslissingen, om zo een betere doorwerking van het beleid naar provincies en gemeenten te bereiken. De NAM wenst een uitbreiding om een betere beroepsmogelijkheid te hebben tegen het geformuleerde gasbeleid. Het Productschap Vis vindt de beslissingen van wezenlijk belang de flexibiliteit van het visserijbeleid te veel beperken omdat zij een looptijd hebben van 10 jaar, terwijl in 2003 een nieuwe Structuurnota Zee- en Kustvisserij uitkomt. Gesteld wordt dat het beleid in die nieuwe nota in strijd kan zijn met de voorgestelde beslissingen van wezenlijk belang. Als deze beslissingen vervolgens moeten worden gewijzigd, kost dat volgens het Productschap te veel tijd. Zij stelt daarom voor om in de Derde Nota Waddenzee geen concrete uitwerking te geven aan het visserijbeleid, maar om daarvoor te verwijzen naar de Structuurnota Zee- en Kustvisserij. 49

10 Zelfbinding Rijk De Waddenadviesraad vindt dat de wijze waarop de pkb door het rijk moet worden gebruikt te vrijblijvend is geformuleerd in de inleiding van de PKB Derde Nota Waddenzee deel 1. De Raad vindt dat deze formulering te veel ruimte laat aan het rijk om van echte zelfbinding te spreken. De Raad adviseert om in deel 3 van de pkb de zelfbinding van het rijk aan het pkb-beleid duidelijker te laten doorklinken. B) Kabinetsstandpunt Status van de pkb De Derde Nota Waddenzee is een kabinetsbesluit en kan dus van invloed zijn op wettelijke kaders buiten de ruimtelijke ordening. Het kabinet heeft een juridische doorlichting van de beschermingsregimes voor het landelijk gebied (incl. grote wateren en Noordzee) laten uitvoeren. Naar aanleiding hiervan is het hoofdstuk over het afwegingskader herzien en volledig in overeenstemming gebracht met artikel 6 van de Habitatrichtlijn. Er wordt geen strenger regime gehanteerd dan in Europese- of nationale regelgeving wordt verlangd. Het kabinet is van menig dat het beleid zoals geformuleerd in deze Derde Nota Waddenzee voldoet aan de vereisten van artikel 6 Habitatrichtlijn. Relatie met andere beleidsnota s van het rijk Het kabinet vindt het zinvol om het rijksbeleid voor de Waddenzee bijeen te brengen in de Derde Nota Waddenzee. Daarom zijn hierin ook sectorale beleidsuitspraken terug te vinden. Het sectorbeleid van de verschillende ministeries, zoals Landbouw Natuurbeheer en Visserij, Verkeer en Waterstaat, Economische Zaken en Defensie, is voor wat betreft het Waddenzeebeleid op elkaar afgestemd. Naar de mening van het kabinet is het Waddenzeebeleid en het sectorbeleid dan ook niet strijdig. Beide beleidskaders zijn immers onverkort van toepassing op huidige en toekomstige activiteiten in de Waddenzee. Het karakter van de beleidsnota s is evenwel verschillend. De Derde Nota Waddenzee is een integrale, gebiedsgerichte nota waarin beleidskeuzen worden gemaakt die het kabinet van belang acht voor de bescherming van natuur en landschap. In tegenstelling tot de sectorale beleidsnota s hebben die beleidskeuzen daarom niet in de eerste plaats tot doel om de verschillende sectorbelangen te dienen, maar is wel rekening gehouden met deze belangen. Het integrale gebiedsgerichte beleid voor het gebied grenzend aan de Waddenzee is vastgelegd in andere beleidskaders, zoals de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening en het Structuurschema Groene Ruimte. Nieuwe activiteiten die voortvloeien uit het beleid in deze nota s moeten ook worden getoetst aan het afwegingskader zoals is aangegeven in de Derde Nota Waddenzee als deze activiteiten gevolgen kunnen hebben op de te beschermen en te behouden waarden en kenmerken van de Waddenzee. De procedures voor herziening en actualisering van diverse rijksnota s hebben in de praktijk verschillende momenten van besluitvorming. Daar waar het vanuit het beleid voor de Waddenzee noodzakelijk is, zullen de beleidsuitspraken uit de Derde Nota Waddenzee doorwerken in andere relevante (sectorale) 50 nota van toelichting bij kabinetsstandpunt

11 rijksnota s, die tijdens de planperiode van de Derde Nota Waddenzee worden opgesteld of gewijzigd. Hieronder wordt kort ingegaan op de belangrijkste beleidsnota s die mede relevant zijn voor de Waddenzee en op de specifieke relatie tussen deze nota s en de Derde Nota Waddenzee. Bij de nadere besluitvorming over de doorwerking en uitvoering van het beleid en de programma s dient rekening gehouden te worden met mogelijke gevolgen voor de te beschermen en te behouden waarden en kenmerken van de Waddenzee. Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening In de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening is ondermeer het ruimtelijk rijksbeleid opgenomen voor de gebieden rondom de Waddenzee, ofwel de waddeneilanden, de vastelandkust en het IJsselmeergebied. Concreet gaat het daarbij onder meer om: de benoeming van de gebieden Eemsmond (Eemshaven-Delfzijl met afstemming op het Duitse Eemsgebied) en Westergozone (Leeuwarden- Harlingen) tot regionale stedelijke netwerken; om de ruimtelijk-economische versterking en ontwikkeling van de Noordas ; om het bieden van ruimte voor havengebonden bedrijven in multimodale overslagcentra aan het water (dat wil zeggen, waar diverse vervoersmogelijkheden zoals via het water, de weg en het spoor samenkomen); om de aanwijzing van projectlocaties voor de concentratie van glastuinbouw (o.a. bij Berlikum); om de voorgenomen verplaatsing van marinevliegkamp Valkenburg naar Den Helder; om het recreatiebeleid, zoals de regulering van de capaciteit van jachthavens. De Derde Nota Waddenzee heeft een eigenstandige positie ten opzichte van de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening. De nota s zijn wat betreft het ruimtelijk beleid wederzijds aanvullend. Bij de nadere besluitvorming over de doorwerking en uitvoering van het Vijfde Notabeleid dient rekening gehouden te worden met mogelijke effecten voor de te beschermen en te behouden waarden en kenmerken van de Waddenzee. Vierde Nota Waterhuishouding De hoofddoelstelling van deze nota luidt: Het hebben en houden van een veilig en bewoonbaar land en het instandhouden en versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik blijft gegarandeerd. In de Nota wordt gesteld dat de Waddenzee een wetland van internationale betekenis is en blijft. Voor dit intergetijdengebied ligt het accent op herstel en ontwikkeling van natuurlijke processen en natuurwaarden. Overgangen tussen water en land, en tussen zout en zoet worden hersteld. Menselijk gebruik wordt gereguleerd met als doel het minimaliseren van de effecten op natuur en milieu. Binnen de randvoorwaarden van een duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als 51

12 natuurgebied zijn menselijke activiteiten met een economische en/of recreatieve betekenis mogelijk. Derde Kustnota In de Derde Kustnota is vastgelegd dat duurzame bescherming tegen overstroming een collectief belang is. Om de veiligheid te kunnen waarborgen worden de waterkeringen op zodanige sterkte gehouden dat stormvloeden worden doorstaan (conform de Wet op de waterkering) en wordt structureel verlies van land aan de zee voorkomen. Structuurschema Groene Ruimte Het Structuurschema Groene Ruimte (SGR) beschrijft voor geheel Nederland de ruimtelijke gevolgen van het sectorbeleid voor natuur, landschap, bos, landbouw, visserij, openluchtrecreatie en toerisme. Het beleid voor ruimtelijke ordening, milieu en water is daarin geïntegreerd. In het SGR is de Waddenzee aangemerkt als kerngebied van de ecologische hoofdstructuur. Voor het overige verwijst het SGR voor het Waddenzeebeleid naar de PKB Waddenzee. Het vigerende SGR wordt herzien; in 2002 zal naar verwachting het Tweede SGR worden vastgesteld. Ook in het Tweede SGR zal voor wat betreft het Waddenzeebeleid worden verwezen naar de Derde Nota Waddenzee. Nationaal Milieubeleidsplan 4 Het Nationaal Milieubeleidsplan 4 (NMP4) bevat geen gebiedsspecifiek milieubeleid voor de Waddenzee, maar levert wel in algemene zin een belangrijke bijdrage aan de bescherming en verbetering van de milieukwaliteit van belangrijke natuurgebieden, zoals de Waddenzee. In het NMP4 wordt gesteld dat de Waddenzee, als één van de gebieden die bijdragen aan de mondiale ecologische hoofdstructuur, moet worden beschermd en duurzaam worden beheerd. Het NMP4 zet vooral in op het aanpakken van de hardnekkige milieuproblemen. Emissies moeten omlaag tot aanvaardbare niveaus. Het gehele milieu zal daarvan op termijn de positieve effecten ervaren, ook de Waddenzee. Het NMP4 besteedt veel aandacht aan het hardnekkige probleem van de toenemende concentratie van CO2 (en andere broeikasgassen) in de atmosfeer. Deze concentratie leidt tot klimaatverandering en bedreigt zo de veiligheid van mensen en het voortbestaan van met name kwetsbare ecosystemen, waaronder wetlands zoals de Waddenzee. In het NMP4 is aangegeven welke mondiale emissiereducties bereikt moeten worden om binnen de grenzen van acceptabel geachte klimaatverandering te blijven. Tweede Voortgangsnota Zeehavenbeleid De doelstelling van het Nederlandse zeehavenbeleid luidt: De rijksoverheid streeft naar een duurzame economische versterking, gericht op toegevoegde waarde en werkgelegenheid, van de Nederlandse zeehavens en hun havenindustriële complexen en van het logistieke en industriële netwerk van corridors en inlandterminals waar zij een steeds integraler deel van uitmaken. De relatie tussen het zeehavenbeleid en de Derde Nota Waddenzee is dat de scheepvaartroutes naar de 52 nota van toelichting bij kabinetsstandpunt

13 Waddenzeehavens moeten voldoen aan de uitgangspunten van de Derde Nota Waddenzee. Nationaal Verkeers- en Vervoersplan De doelstelling van het Nationaal Verkeers- en Vervoersplan (NVVP) is om iedereen in Nederland een doelmatig, veilig en duurzaam functionerend verkeers- en vervoerssysteem te bieden. Voor Noord Nederland, waaronder ook het waddengebied valt, heeft het kabinet in het NNVP gekozen voor een een versterkte economische groei gecombineerd met behoud en versterking van natuur, landschap en milieu. De Derde Nota Waddenzee en het NVVP vormen samen de waarborg voor een veilig vervoer van zowel mensen als goederen in het waddengebied binnen de randvoorwaarden van bescherming van natuur en landschap. Structuurschema Regionale en Kleine Luchthavens Het Structuurschema Regionale en Kleine Luchthavens (SRKL) beschrijft het beleid voor alle burgerluchthavens in Nederland, exclusief Schiphol, inclusief het burgermedegebruik van militaire luchtvaartterreinen. De doelstellingen zijn standstill (geen toename) van de milieubelasting van deze luchthavens en de decentralisatie van de bevoegdheden voor de regionale en kleine luchthavens naar de provincies. Pkb deel 1 van het SRKL wordt verwacht in het voorjaar 2002, de pkb moet eind 2003 vastgesteld zijn. Voor het waddengebied zijn de kleine luchthavens Ameland en Texel en het burgermedegebruik van marinevliegkamp De Kooy van belang. Voor het gebruik van Ameland en Texel zijn de vastgestelde geluidszones het kader. Voor het marinevliegkamp De Kooy is de totale geluidsruimte van militair en burgerluchtverkeer in een geluidszone vastgelegd. In het SRKL wordt de geluidsruimte voor het burgermedegebruik separaat aangegeven. Tweede Structuurschema Militaire Terreinen In de binnenkort uit te brengen pkb deel 1 van het Tweede Structuurschema Militaire Terreinen (SMT) wordt het ruimtelijk beleid voor het directe en indirecte ruimtebeslag van militaire activiteiten in Nederland vastgelegd. De pkb-tekst van de Derde Nota Waddenzee over militaire activiteiten in de Waddenzee zal passen in het nieuwe beleid van het Tweede SMT. Structuurnota Zee- en Kustvisserij In 1993 is in de Structuurnota Zee- en Kustvisserij beleid geformuleerd voor de visserij in de Waddenzee en de Oosterschelde voor de jaren Doel van het beleid was de geconstateerde negatieve effecten van de visserij op een aantal belangrijke natuurwaarden te beëindigen. Dit beleid werd voor 10 jaar vastgelegd met de afspraak dat na vijf jaar een evaluatie zou plaatsvinden op basis waarvan eventueel het beleid en de maatregelen bijgesteld zouden kunnen worden. In 1997 zijn de effecten van het beleid geëvalueerd. Vervolgens werd het beleid voor de schelpdiervisserij voor de periode op onderdelen bijgesteld, zoals vastgelegd in het Beleidsbesluit Schelpdiervisserij. Tegelijkertijd werd het lopende 53

14 evaluatieprogramma schelpdiervisserij aangepast (EVA II). Dit bijgestelde beleid is ook in de Derde Nota Waddenzee opgenomen, deels als beslissingen van wezenlijk belang. In 2003 zal op basis van de uitkomsten van de evaluatie een besluit worden genomen over de aard en de omvang van de schelpdiervisserij in de Waddenzee. In 2003 zal ook het beleid inzake de overige vormen van visserij mogelijk worden herzien. De herziening van het kustvisserijbeleid in 2003 kan aanleiding zijn voor een partiële herziening van de Derde Nota Waddenzee. Kompas voor het Noorden De nota Kompas voor het Noorden vormt het stimuleringspakket voor de versterking van de regionaal-economische structuur van Noord-Nederland, zoals het kabinet is overeengekomen met het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (Drenthe, Fryslân en Groningen). De ruimtelijk-economische ontwikkeling van Noord-Nederland wordt hiermee op basis van een programma aangepakt. Het kabinet geeft daarvoor financiële steun. De ruimtelijk-economische ontwikkelingen in het waddengebied moeten volgens het Kompas voor het Noorden worden gebundeld in de grote steden van de stedelijke netwerken Eemsmond en Westergozone. Kop en Munt De nota Kop en Munt vormt het regionaal-economisch stimuleringsprogramma voor de Kop van Noord-Holland. Het programma is een reactie van de provincie Noord-Holland, Gewest Kop van Noord- Holland, de 9 gemeenten in de kop van Noord-Holland, Kamer van Koophandel voor Noordwest Holland en de ministeries van Economische Zaken, Defensie en Verkeer en Waterstaat op de sterke inkrimping van de grootste werkgever in de Kop van Noord-Holland, de Koninklijke Marine. Kop en Munt richt zich op een duurzame en vernieuwende plattelandsontwikkeling waardoor de balans tussen stad en platteland in de Kop van Noord- Holland kan verbeteren. Integrale Visie IJsselmeergebied De Integrale Visie IJsselmeergebied 2030 (IVIJ) geeft een gebiedsgerichte, ruimtelijke uitwerking van het Structuurschema Groene Ruimte en van deel 1 van Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening. De doelstelling van de visie is een duurzame ontwikkeling van het IJsselmeergebied voor de periode tot Bij de beleidskeuzen voor menselijke activiteiten in het gebied is rekening gehouden met de aanwezige kernkwaliteiten van het IJsselmeer. Voor de recreatiesector wordt in het IVIJ een relatie gelegd met de Waddenzee. De visie is voor vaardoelen en ligplaatsenbeleid onder meer gericht op een beheersing van de vaardruk op de Waddenzee. Het beleid voor de Waddenzee en het IJsselmeer is voor deze onderwerpen op elkaar afgestemd. Concrete beleidsbeslissingen en beslissingen van wezenlijk belang Het gebruik van concrete beleidsbeslissingen in een pkb is een nieuwe bevoegdheid van het rijk. In de PKB Waddenzee 1993 is van deze mogelijkheden geen 54 nota van toelichting bij kabinetsstandpunt

15 gebruik gemaakt, omdat de wet hierin toen niet voorzag. Voor de Derde Nota Waddenzee wenst het kabinet wel gebruik te maken van deze nieuwe bevoegdheid. Voor een goede doorwerking van het pkb-beleid naar het provinciale en gemeentelijke beleid acht het kabinet het noodzakelijk om aan sommige beleidsuitspraken in de pkb de status concrete beleidsbeslissing te geven. Het kabinet is van mening dat hiermee beter uitwerking kan worden gegeven aan de duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied en als uniek open landschap. Het kabinet erkent evenwel dat een concrete beleidsbeslissing een zwaar beleidsinstrument is. Uitgangspunt bij het aanmerken van deze beslissingen is dan ook om het aantal concrete beleidsbeslissingen zo beperkt mogelijk te houden. De argumentatie hiervoor is opgenomen in de nota van toelichting bij pkb deel 1. Voor vier activiteiten zijn concrete beleidsbeslissingen opgenomen. Het kabinet heeft aan beleidsuitspraken dat het van zodanig belang vindt dat een wijziging daarvan alleen tot stand kan komen door wijziging van de pkb, de status beslissing van wezenlijk belang gegeven. In de Derde Nota Waddenzee heeft het kabinet bij de aanmerking van beslissingen van wezenlijke belang en concrete beleidsbeslissingen gekozen voor de benadering dat niet de locatie (in of in de nabijheid van de Waddenzee) van de activiteit bepalend is voor deze aanduiding maar de gevolgen die de activiteit kan hebben op de op grond van deze pkb te beschermen en te behouden waarden en kenmerken van de Waddenzee. Dit heeft ertoe geleid dat een aantal beleidsuitspraken met betrekking tot menselijke activiteiten in de nabijheid van de Waddenzee ook als beslissing van wezenlijk belang dan wel als concrete beleidsbeslissing is aangeduid. Gezien het belang van de concrete beleidsbeslissingen en de beslissingen van wezenlijk belang voor de bescherming van de Waddenzee acht het kabinet het niet wenselijk om de pkb-tekst op dit punt te wijzigen. Zelfbinding van het rijk Het kabinet neemt het advies van de Waddendadviesraad over om in de tekst van de pkb meer aandacht te besteden en invulling te geven aan de zelfbinding van het rijk. De tekst van de eerste alinea van paragraaf 1.1. wordt dienovereenkomstig aangepast. C) Wijziging van de pkb-tekst De titel van hoofdstuk 1 is veranderd van: Inleiding in: AARD EN KADER VAN DE NOTA. De titel van paragraaf 1.1 is veranderd van Algemeen in: AARD EN WER- KINGSSFEER VAN DE PKB. In de inleiding is de zin over de zelfbinding van het rijk als volgt gewijzigd: Het rijk BASEERT ZICH OP DEZE PKB bij initiatieven tot internationale samenwerking op het terrein van de ruimtelijke ordening, bij besluitvorming over ruimtelijke projecten en bij de voorbereiding van structuurschema s en sectornota s DIE RELEVANT ZIJN VOOR DE WADDENZEE. 55

16 1.2 Planhorizon en planperiode A) Reacties Verschillende insprekers en de Waddenadviesraad geven expliciet aan in te stemmen met de verlenging van de planperiode van 5 tot 10 jaar. Zij stellen evenwel dat deze verlenging geen belemmering mag zijn voor nieuwe gewenste ontwikkelingen. B) Kabinetsstandpunt Het kabinet is van mening dat de verlenging van de planperiode tot 10 jaar geen belemmering is voor nieuwe, gewenste ontwikkelingen voor de Waddenzee en het waddengebied. Om noodzakelijke ontwikkelingen waarin de pkb niet voorziet toch mogelijk te maken, kan de pkb door het kabinet partieel worden herzien. De procedure van de planologische kernbeslissing, zoals is aangegeven in artikel 2a en 2b van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, voorziet in zo n tussentijdse, gedeeltelijke herziening van de pkb. C) Wijziging van de pkb-tekst Geen wijziging van de pkb-tekst. 1.3 Gebiedsbegrenzing A) Reacties Begrenzing pkb-gebied Veel insprekers en de Waddenadviesraad geven aan dat het hanteren van verschillende gebiedsgrenzen in de Derde Nota Waddenzee en onder andere de Natuurbeschermingswet en internationale richtlijnen onduidelijk en complex is. Het geeft bovendien het risico op juridische complicaties. Om die complexiteit te beperken verzoeken de natuurbeschermingsorganisaties en de Waddenadviesraad om het pkb-gebied uit te breiden in noordelijke richting tot de grenzen van het Vogelrichtlijngebied en het trilaterale samenwerkingsgebied. Ook vragen insprekers om een beperkte economische vrijwaringszone rond de havens, het schrappen van het Marsdiep uit het pkb-gebied en het vervangen van de aangegeven rijksgrens tussen Nederland en Duitsland door de grenzen van het met Duitsland betwiste gedeelte van het Eems-Dollardgebied. In overweging wordt gegeven om het gehele waddengebied, inclusief de eilanden en de vastelandkust, aan te wijzen als nationaal landschap, met het oog op de bescherming van dit gehele gebied. De Waddenadviesraad adviseert om voor het hele waddengebied één gebiedsgericht, geïntegreerd plan (pkb) vast te stellen. Externe werking Onduidelijkheid is er over de begrenzing van het waddengebied en door het niet noemen van de grenzen van het gebied waarvoor de externe werking geldt. De provincies verzoeken het kabinet om in de pkb-tekst van deel 3 geen onderscheid meer te maken in gebieden grenzend aan en 56 nota van toelichting bij kabinetsstandpunt

17 direct grenzend aan de Waddenzee. Dit zou onzekerheid en misverstanden kunnen oproepen. Kaarten De kaarten in de PKB Derde Nota Waddenzee deel 1 geven eveneens aanleiding tot veel reacties. Kaart 1, de begrenzing van het pkb-gebied, zou onduidelijk en op onderdelen onjuist zijn. De kaarten met daarop aangegeven de gebieden voor recreatief medegebruik en de kabels en leidingen in de Waddenzee zouden onvolledig zijn. Kaarten met daarop aangegeven de stiltegebieden en de nationale parken in het waddengebied worden gemist. B) Kabinetsstandpunt Begrenzing pkb-gebied De begrenzing van het pkb-gebied in de Derde Nota Waddenzee is in beginsel hetzelfde als in de PKB Waddenzee Dat betekent dat de pkb-grens een aantal vaste punten volgt zoals aangegeven in bijlage 1 bij de planologische kernbeslissing. Het kabinet maakt hierop echter in pkb deel 3 een uitzondering voor de begrenzing van het pkb-gebied ter plaatse van dynamische gebieden zoals kwelders en platen langs de kust van de waddeneilanden. Het kabinet wenst voor deze dynamische gebieden, waar de kustlijn wordt beïnvloed door de natuurlijke waterbeweging en morfologie, geen statische grens te hanteren. Voor de begrenzing van deze gebieden wordt in de Derde Nota Waddenzee daarom uitgegaan van het actuele voor de Waddenzee gemiddelde grenspeil van NAP +2,50 meter en niet van het oude gemiddelde grenspeil van NAP +2,50 meter uit de pkb van Het hanteren van een dynamische grens betekent overigens dat de grens van het pkb-gebied langs de kwelders en platen van de eilandkusten steeds iets kan verschuiven. Die verschuivingen zullen echter minimaal zijn. In deel 1 van de PKB Derde Nota Waddenzee is het pkb-gebied op een aantal punten onjuist weergegeven. Als gevolg daarvan zijn een recreatieterrein op Texel (Camping De Robbenjager) en de Eemscentrale onbedoeld opgenomen in het pkb-gebied. In kaart 1 van pkb deel 3 heeft het kabinet dit gecorrigeerd. Tevens heeft het kabinet ervoor gekozen om de grenzen van het pkb-gebied op een meer gedetailleerde kaart aan te geven. De complexiteit van meerdere grenzen Binnen het pkb-gebied bestaan meerdere gebiedsbegrenzingen op basis van verschillende beleidsnota s, wetten en regelingen. De begrenzing van het pkb-gebied zelf is er daar één van. In een aantal reacties wordt de suggestie gedaan om de grens van het pkbgebied uit te breiden in noordelijke richting en samen te laten vallen met bijvoorbeeld de grens van het Vogelrichtlijngebied zodat er in ieder geval één begrenzing minder is. De consequentie van zo n wijziging van de gebiedsbegrenzing zou zijn dat grote delen van de waddeneilanden en de 3 mijlszone van de Noordzeekuststrook onder het regiem van de Derde Nota Waddenzee zouden worden gebracht. Het kabinet acht dit niet wenselijk omdat dan de doelstellingen van het beleid in de pkb voor de verschillende deelgebieden 57

18 Noordzeekustzone, eilanden en Waddenzee ruimtelijk gedifferentieerd zouden moeten worden. Een ruimtelijke differentiatie in de uitwerking van het beleid voor specifieke gebieden is naar de mening van het kabinet geen probleem, dat gebeurt immers nu ook al, zoals bijvoorbeeld bij de sluiting van gebieden voor de bodemberoerende visserij. Het kabinet acht echter een ruimtelijke differentiatie in doelstellingen binnen het dan vergrote pkb-gebied niet wenselijk en heeft daarom de begrenzing van het pkb-gebied niet gewijzigd. De pkb-grens in het noorden: de grens tussen Waddenzee en Noordzee De juridische grens tussen Waddenzee en Noordzee is gebaseerd op het Zeerechtverdrag (VN-verdrag inzake recht van de zee van 10 december 1982). In dit internationale zeerechtverdrag is aangegeven dat de grens tussen land en zee wordt gevormd door de laaglaagwaterspringlijn. Dit is een doorgetrokken lijn langs de vastelandkust die alle inhammen naar zee afsnijdt waarvan de monding minder dan 24 zeemijlen breed is. Al het water aan de landzijde van deze lijn wordt beschouwd als binnenwater. Omdat de zeegaten tussen de waddeneilanden smaller zijn dan 24 zeemijlen, is ook de Waddenzee, inclusief die zeegaten, een binnenwater. De grens tussen de Waddenzee en de Noordzee wordt dus bepaald door een berekende doorgetrokken lijn tussen de waddeneilanden conform de richtlijnen uit het zeerechtverdrag (zie pkb-kaart 1). Deze lijn valt samen met de begrenzing van het pkb-gebied die daarmee tevens de juridische grens is tussen de Waddenzee en de Noordzee. Ook om deze reden wenst het kabinet de noordelijke grens van het pkb-gebied niet uit te breiden in noordelijke richting. De pkb-grens in het zuiden: de grens tussen Waddenzee en zeehavens Het instellen van een beperkte economische vrijwaringzone met een straal van enige zeemijlen rondom de bestaande havens wordt bepleit om deze havens zeewaarts enige ruimte te geven. Het kabinet acht verkleining van het pkbgebied in strijd met de hoofddoelstelling voor de Waddenzee en met de Habitat- en Vogelrichtlijn en zal hiertoe dan ook niet overgaan. De Waddenzee bestaat uit een geheel van zeegaten, geulen, wadplaten, prielen en kwelders. Eén van die elementen of deelgebieden hieruit afzonderen leidt tot een incompleet te beschermen systeem. Het gegeven dat Duitsland en Denemarken een aantal vaargeulen en havens hebben uitgezonderd van het beschermingsgebied, is het kabinet bekend, maar leidt niet tot een andere beslissing. Hierbij wordt aangetekend dat in de door Duitsland en Denemarken uitgezonderde gebieden wel sprake is van externe werking vanwege de Vogel- en Habitatrichtlijn, en dat ook daar de invloed van het beschermingsbeleid voor de Waddenzee dus van invloed is. Overigens is het zo dat binnen de randvoorwaarden van de hoofddoelstelling wel degelijk economische activiteiten zijn toegestaan in de door de insprekers genoemde delen van het pkb-gebied. Voorts tekent het kabinet hierbij aan dat voor de Nederlandse Waddenzeehavens wel degelijk uitzonderingsbepalingen zijn opgenomen in 58 nota van toelichting bij kabinetsstandpunt

19 het beschermingsbeleid voor de Waddenzee. Zones rond deze havens zijn namelijk uitgezonderd van de aanwijzing van de Waddenzee als milieubeschermingsgebied. Dit betekent dat de eisen die gelden met betrekking tot geluidhinder in de milieubeschermingsgebieden niet gelden voor de omgeving van de havens van Delfzijl, Eemshaven, Lauwersoog, Harlingen en Den Helder (zie ook de kaart met milieubeschermingsgebieden in de kaartenbijlage). De pkb-grens in het westen: het Marsdiep Om dezelfde reden als hierboven aangegeven is het kabinet niet voornemens om het Marsdiep uit te zonderen van het pkb-gebied. Verkleining van het pkb-gebied acht het kabinet in strijd met de hoofddoelstelling van de Waddenzee. Ook het Marsdiep is namelijk een onlosmakelijk onderdeel van het te beschermen systeem van zeegaten, geulen, platen, prielen en kwelders in de Waddenzee. Overigens is ook het Marsdiep in het huidige beleid al uitgezonderd van de eisen en regels met betrekking tot geluidhinder. De pkb-grens in het oosten: het Eems-Dollardgebied In het betwiste gebied in het Eemsestuarium (aangeduid als Eems-Dollardgebied) hebben de Nederlandse en Duitse regering afspraken gemaakt over de wijze waarop beleid, beheer en uitvoering met betrekking tot waterbeheer en milieu, natuur en landschap, in onderlinge samenwerking wordt opgepakt. Het Eems-Dollard milieuprotocol (1996) als uitwerking van het Eems-Dollard verdrag (1960) vormt voor deze samenwerking de basis. Het betwiste gebied in het Eemsestuarium is in pkb-kaart 1 aangegeven. De gebruikte omschrijving de naar Nederlandse rechtsopvatting geldende grens is vervangen door de formulering het tussen Nederland en Duitsland betwiste gebied. Dit werkt ook door in bijlage 1. Begrenzing waddengebied in verband met externe werking Het in de Derde Nota Waddenzee geformuleerde beleid heeft ook betrekking op ontwikkelingen buiten het pkb-gebied, voor zover deze van directe betekenis zijn voor het pkb-gebied zelf. In paragraaf 5.2 wordt de externe werking verder uitgewerkt. In de pkb wordt naast het pkb-gebied ook het waddengebied omschreven om onderscheid te maken tussen de Waddenzee zelf en het omliggende gebied. Het waddengebied omvat de Waddenzee, de waddeneilanden, de zeegaten tussen de eilanden, de Noordzeekustzone tot 3 zeemijl uit de kust, alsmede het grondgebied van de aan de Waddenzee grenzende vastelandsgemeenten. Het waddengebied is op kaart weergegeven. Over de daarin aangegeven begrenzing in het IJsselmeer blijkt uit de inspraakreacties onduidelijkheid te bestaan. De begrenzing van het waddengebied aan de vastelandskust volgt de grenzen van de gemeenten die aan de Waddenzee liggen. Dit geldt ook voor de grens van het waddengebied in het IJsselmeer, waar de gemeentegrenzen van Wieringen en Wûnseradiel zijn aangegeven. 59

20 De aanduiding van de omgeving van het pkb-gebied In PKB Derde Nota Waddenzee deel 1 worden verschillende formuleringen gebruikt voor activiteiten in de omgeving van het pkb-gebied. Deze formuleringen betreffen (direct) grenzend aan de Waddenzee, aan de rand van de Waddenzee, langs de Waddenzee en in de (directe) nabijheid van de Waddenzee. De beleidsuitspraken richten zich op het oprichten van bouwwerken, plaatsing van windturbines en uitbreiding of aanleg van nieuwe (jacht)havens en bedrijventerreinen en op de indicatieve lijst voor de externe werking. Deze formuleringen worden gehanteerd in beleidsuitspraken die gericht zijn op het gebied rondom de Waddenzee. De bedoeling daarvan is het voorkomen van aantasting van de te beschermen en te behouden waarden en kenmerken van de Waddenzee zelf. Deze uitspraken zijn een concrete invulling van de externe werking met betrekking tot de hierboven weergegeven specifieke beleidsuitspraken. Het kabinet heeft in deel 3 van de pkb gekozen voor een eenduidiger formulering van de verschillende begrippen door de variatie in begrippen terug te brengen tot direct grenzend aan de Waddenzee en in de nabijheid van de Waddenzee. De overige in dit verband in PKB Derde Nota Waddenzee deel 1 gehanteerde termen komen te vervallen. Het begrip in de nabijheid van de Waddenzee is een breed begrip dat zowel wordt gehanteerd voor beleidsuitspraken over een object of een gebied dat ofwel geheel of ten dele direct grenst aan het pkb-gebied, als voor een gebied dat niet direct grenst aan het pkb-gebied, maar wel in de omgeving van het pkb-gebied is gelegen. Het begrip direct grenzend aan de Waddenzee wordt daarentegen enkel gehanteerd voor beleidsuitspraken over een object of een gebied dat in z n geheel of ten dele direct grenst aan de grens van het pkb-gebied. Het kabinet heeft hierbij niet gekozen voor een afstandscriterium, aangezien limitering van de externe werking niet in overeenstemming is met de Habitatrichtlijn. Bovendien geldt dat de invloed op de te beschermen en te behouden waarden en kenmerken van de Waddenzee verschilt per soort activiteit en daarom een algemeen afstandscriterium niet gegeven kan worden. Het bevoegd gezag zal hier van geval tot geval een beoordeling moeten maken (zie ook paragraaf 5.2 van deze nota van toelichting). Een gebiedsgericht omgevingsplan voor het gehele waddengebied? Het kabinet is niet voornemens om voor het gehele waddengebied één ruimtelijk plan vast te stellen. Het ruimtelijk beleid voor de Waddenzee is vastgelegd in de Derde Nota Waddenzee. Het ruimtelijk beleid voor de gebieden die grenzen aan de Waddenzee, zoals de vastelandskusten, de waddeneilanden en de Noordzee, is vastgelegd in andere beleidskaders, zoals het Structuurschema Groene Ruimte en de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening. Nieuwe activiteiten in deze gebieden die de te beschermen en te behouden waarden en kenmerken van de Waddenzee kunnen aantasten, moeten worden getoetst aan het afwegingskader zoals is aangegeven in de Derde Nota Waddenzee. Het kabinet 60 nota van toelichting bij kabinetsstandpunt

21 is van mening dat zij op deze wijze een evenwichtig en effectief beleidskader heeft gecreëerd dat optimaal rekening houdt met de afzonderlijke gebiedskenmerken en beleidsdoelstellingen voor de verschillende delen van het waddengebied. Milieubeschermingsgebieden en stiltegebieden In de Wet Milieubeheer is bepaald dat in ieder geval als milieubeschermingsgebieden worden beschouwd, de gebieden die krachtens de Natuurbeschermingswet zijn aangewezen als beschermd natuurmonument of als staatsnatuurmonument en de gebieden die zijn aangewezen ter uitvoering van de overeenkomst inzake watergebieden van internationale betekenis (de zogenaamde Wetlands in de Ramsar Conventie uit 1975). De aanwijzing als milieubeschermingsgebied is de taak en bevoegdheid van provincies. Voor de gebieden in de Noordzeekustzone buiten de provinciegrenzen is dat de bevoegdheid van het rijk. In de provinciale milieuverordeningen van de provincies Noord-Holland, Fryslân en Groningen is de gehele Waddenzee aangewezen als milieubeschermingsgebied gericht op voorkomen of beperken van geluidhinder (zogenaamde stiltegebieden). In het milieubeschermingsgebied zijn specifieke uitzonderingen gemaakt rond de havens en in verband met militaire activiteiten. Overigens is nog niet het gehele wetlandgebied aangewezen als milieubeschermingsgebied. Het rijk en de provincies zullen hier alsnog toe overgaan. Nationale parken Nationale parken zijn conform internationaal aanvaarde definities aaneengesloten gebieden van tenminste 1000 ha., bestaande uit natuurterreinen, wateren en/of bossen, met een bijzondere landschappelijke gesteldheid en planten- en dierenleven, waar tevens goede mogelijkheden aanwezig zijn voor recreatief medegebruik. In de nationale parken worden natuurbeheer en natuurontwikkeling geïntensiveerd, natuur- en milieueducatie sterk gestimuleerd en vormen van natuurgerichte recreatie als ook onderzoek bevorderd. In het waddengebied zijn drie nationale parken gelegen: Schiermonnikoog, Lauwersmeer en Duinen van Texel. De laatste twee betreffen nationale parken in oprichting. De nationale parken zijn op kaart aangegeven. Nationaal Landschap In de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening stelt het kabinet dat enkele cultuurhistorische en landschappelijk waardevolle gebieden die nu of in de toekomst worden bedreigd door verstedelijking of andere ruimtelijke ontwikkelingen (kunnen) worden aangewezen als nationaal landschap, ter bescherming van de karakteristieke openheid. Het kabinet heeft er niet voor gekozen de Waddenzee als nationaal landschap aan te wijzen. Het beleid voor de bescherming van de Waddenzee is naar de mening van het kabinet voldoende vastgelegd in de Derde Nota Waddenzee. Een nieuwe gebiedscategorie heeft in dit geval geen toegevoegde waarde. Zonering recreatief medegebruik van de Waddenzee Het reguleren van 61

22 recreatie naar plaats en tijd vindt plaats door middel van zonering. De Waddenzee is hiertoe opgesplitst in drie deelgebieden. Deze zijn karakteristiek wat betreft natuur en gebruik, en laten niet alle dezelfde ontwikkeling van recreatie toe; deze zonering gaat uit van drie gradaties van recreatief medegebruik en is weergegeven op de kaart globaal afgewogen recreatieve zonering. De zones met geen of nauwelijks recreatief medegebruik vallen samen met de afgesloten gebieden conform artikel 17 van de Nb-wet of artikel 461 van het Wetboek van Strafrecht. Deze gebieden zijn afgesloten in verband met de grote verstoringgevoeligheid. Het betreft hoogwatervluchtplaatsen, rustgebieden voor zeehonden, broedkolonies etc. De gebieden zijn niet of slechts tijdelijk geopend voor recreatie en de ligging of begrenzing wordt zonodig jaarlijks op grond van natuurbelangen aangepast. Zones met beperkt recreatief medegebruik zijn gebieden met belangrijke natuurlijke waarden. Het betreft hier vooral gebieden die bij laag water droog vallen en waar vogels foerageren. Zones met recreatief medegebruik betreffen gebieden waar recreatieve activiteiten in principe geen bedreiging vormen voor de ecologische functies. C) Wijziging van de pkb-tekst In paragraaf 1.3 en in bijlage 1 is de gebruikte omschrijving de naar Nederlandse rechtsopvatting geldende grens vervangen door de formulering HET TUSSEN NEDERLAND EN DUITSLAND BETWISTE GEBIED. De aanpassingen met betrekking tot de aanduiding van de omgeving van het pkb-gebied zijn onder C) Wijziging van de pkb-tekst in hoofdstuk 3 en 5 aangegeven. In bijlage 1 van de pkb is de nadere omschrijving van de grens van het pkbgebied als volgt gewijzigd: Tot het pkb-gebied behoren de kwelders en platen van de Waddenzeekust van de waddeneilanden. Ter bepaling van het exacte beloop van de grens in deze gebieden is de grenspeillijn aangehouden. Dit is het peil dat gemiddeld éénmaal per twee jaar WORDT overschreden, en waarvoor als gemiddelde het NAP + 2,50 meter WORDT gehanteerd. 1.4 Internationaal kader A) Reacties De Verklaring van Stade en het daarbij horende Trilaterale Waddenzee Plan staan centraal in veel reacties over het internationaal kader. Het voorgestelde beleid is volgens veel insprekers in strijd met deze internationale verklaring omdat daarin is vastgelegd dat de mogelijkheden voor de sociaal-economische ontwikkeling van de bevolking van het gebied gewaarborgd moeten worden. Maar ook op andere specifieke punten constateren insprekers strijdigheid met het Trilaterale Waddenzeeplan. 62 nota van toelichting bij kabinetsstandpunt

DERDE NOTA WADDENZEE. deel 2: reacties op ontwerp planologische kernbeslissing ...

DERDE NOTA WADDENZEE. deel 2: reacties op ontwerp planologische kernbeslissing ... Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer November 2001...... deel 2: reacties op ontwerp planologische kernbeslissing DERDE NOTA WADDENZEE DERDE NOTA WADDENZEE Deel 2: reacties

Nadere informatie

Ontwikkeling van de wadden voor natuur en mens

Ontwikkeling van de wadden voor natuur en mens > www.vrom.nl Ontwikkeling van de wadden voor natuur en mens Inspraakwijzer pkb Derde Nota Waddenzee Ontwikkeling van de wadden voor natuur en mens Inspraakwijzer pkb Derde Nota Waddenzee - passende beoordeling

Nadere informatie

Nr.: /48/A.9, LG Groningen, 27 november 2003

Nr.: /48/A.9, LG Groningen, 27 november 2003 Aan de leden van Provinciale Staten Nr.: 2003-20.009/48/A.9, LG Groningen, 27 november 2003 Behandeld door : A.H. van Schaik : Telefoonnummer : (050) 316 4815 Onderwerp : Uitgangspunten voor herziening

Nadere informatie

BIJLAGE 3: Toetsingskader

BIJLAGE 3: Toetsingskader BIJLAGE 3: Toetsingskader In dit toetsingskader geven partijen een nadere invulling en uitwerking aan de kaders die in de PKB Plus PMR met betrekking tot het deelproject 750 hectare natuur en recreatie

Nadere informatie

De beleidsopgave vanaf 1990

De beleidsopgave vanaf 1990 1 De beleidsopgave vanaf 1990 Kustzone Slufter in de duinenrij bij Bergen, bij (hoge) vloed kan zeewater in de eerste duinvallei binnenstromen. Dit biedt een geschikt milieu voor veel zeldzame (planten)soorten.

Nadere informatie

Grenzen verleggen in het Waddengebied. Maarten Hajer

Grenzen verleggen in het Waddengebied. Maarten Hajer Grenzen verleggen in het Waddengebied Maarten Hajer De Waddenzee versterken: ja, maar hoe? 2 Waar J.C. Bloem niet geldt 3 En dan: wat is natuur nog in dit land? Waddenzee van (inter)nationaal belang Grootste

Nadere informatie

Concept-GS-besluit: Voortgaande groei luchtvaart alléén binnen harde randvoorwaarden

Concept-GS-besluit: Voortgaande groei luchtvaart alléén binnen harde randvoorwaarden 15 mei 1997 97-000635 strategische luchtvaartontwikkeling Concept-GS-besluit: Voortgaande groei luchtvaart alléén binnen harde randvoorwaarden Gedeputeerde Staten van Noord-Holland (GS) stellen harde randvoorwaarden

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 158 Besluit van 29 april 2008, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 108, eerste lid, van de Wet

Nadere informatie

2 BELEIDSKADER EN WETGEVING

2 BELEIDSKADER EN WETGEVING 2 BELEIDSKADER EN WETGEVING De kern van deze bewonersvisie is dat natuur de belangrijkste beleidsfunctie is van het gebied waarbij de gebiedswaarden rust, stilte en donkerte centraal moeten staan en dat

Nadere informatie

TEKST VAN DE PROJECT-PLANOLOGISCHE KERNBESLISSING. Zoals deze luidt na goedkeuring door de Tweede en Eerste Kamer der Staten Generaal.

TEKST VAN DE PROJECT-PLANOLOGISCHE KERNBESLISSING. Zoals deze luidt na goedkeuring door de Tweede en Eerste Kamer der Staten Generaal. Project-planologische kernbeslissing Locatiekeuze Demonstratieproject Near Shore Windpark Tevens Partiële Herziening Tweede Structuurschema Electriciteitsvoorziening Deel 4 2 TEKST VAN DE PROJECT-PLANOLOGISCHE

Nadere informatie

Oplegnotitie bij de Havenvisie Wadden Verantwoord Varen op het Wad (eindversie Havenvisie 27 maart 2010).

Oplegnotitie bij de Havenvisie Wadden Verantwoord Varen op het Wad (eindversie Havenvisie 27 maart 2010). Definitief concept oktober 2010 Oplegnotitie bij de Havenvisie Wadden Verantwoord Varen op het Wad (eindversie Havenvisie 27 maart 2010). Inleiding In Deel 4 van de pkb Derde Nota Waddenzee (januari 2007)

Nadere informatie

Concept aangepast deel 3 pkb Derde Nota Waddenzee

Concept aangepast deel 3 pkb Derde Nota Waddenzee > www.vrom.nl Concept aangepast deel 3 pkb Derde Nota Waddenzee Kabinetsstandpunt planologische kernbeslissing Concept aangepast deel 3 pkb Derde Nota Waddenzee w Kabinetsstandpunt pkb Concept aangepast

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Datum 29 februari 2008 Ons kenmerk D/2008004808

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen

Nadere informatie

Nota van Antwoord Aangepast deel 3 pkb Derde Nota Waddenzee mei 2006

Nota van Antwoord Aangepast deel 3 pkb Derde Nota Waddenzee mei 2006 > www.vrom.nl Nota van Antwoord Aangepast deel 3 pkb Derde Nota Waddenzee mei 2006 Nota van Antwoord Aangepast deel 3 pkb Derde Nota Waddenzee mei 2006 De pkb is opgesteld door het ministerie van Vrom

Nadere informatie

Nota van Toelichting Bij deel 4 van de planologische kernbeslissing Derde Nota Waddenzee

Nota van Toelichting Bij deel 4 van de planologische kernbeslissing Derde Nota Waddenzee > www.vrom.nl Nota van Toelichting Bij deel 4 van de planologische kernbeslissing Derde Nota Waddenzee Nota van Toelichting Bij deel 4 van de planologische kernbeslissing Derde Nota Waddenzee januari 2007

Nadere informatie

Wijziging Natuurbeschermingswet 1998 door de Crisis- en herstelwet

Wijziging Natuurbeschermingswet 1998 door de Crisis- en herstelwet Wijziging Natuurbeschermingswet 1998 door de Crisis- en herstelwet De Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb-wet) voorziet met het oog op het behoud van de biodiversiteit, in regels ter bescherming van

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

Datum 17 december 2010 Betreft Verlenging vergunning Nb-wet storten van onderhoudsbaggerspecie in het Marsdiep

Datum 17 december 2010 Betreft Verlenging vergunning Nb-wet storten van onderhoudsbaggerspecie in het Marsdiep > Retouradres Postbus 6111 5600 HC Eindhoven Bedrijfsgroep Vastgoed Dienst Vastgoed Defensie t.a.v. Kapitein ter zee H.P.P. van Rede Postbus 8002 3503 RA UTRECHT Keizersgracht 5 5611 HB Eindhoven Postbus

Nadere informatie

Gooi en Vechtstreek: Meer ruimte voor bedrijventerreinen, overleg met ondernemersverenigingen

Gooi en Vechtstreek: Meer ruimte voor bedrijventerreinen, overleg met ondernemersverenigingen 22 april 199797-000527 concept-nota Hoofdlijnen ruimtelijk beleid regio Gooi en Vechtstreek Gooi en Vechtstreek: Meer ruimte voor bedrijventerreinen, overleg met ondernemersverenigingen Het bebouwde deel

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene

Nadere informatie

Intentieovereenkomst Alliantie Oosterschelde

Intentieovereenkomst Alliantie Oosterschelde Intentieovereenkomst Alliantie Oosterschelde Afspraken tot samenwerking voor de uitvoering van de Oosterschelde Visie 2012-2018. Middelburg, 6 februari 2013. Intentieovereenkomst Alliantie Oosterschelde

Nadere informatie

Ministerie van VROM PoR/NRO - IPC 350 o.v.v. Kernteam AMvB Ruimte Postbus GX DEN HAAG. Geachte heer/mevrouw,

Ministerie van VROM PoR/NRO - IPC 350 o.v.v. Kernteam AMvB Ruimte Postbus GX DEN HAAG. Geachte heer/mevrouw, Ministerie van VROM PoR/NRO - IPC 350 o.v.v. Kernteam AMvB Ruimte Postbus 30940 2500 GX DEN HAAG Datum Behandeld door Doorkiesnumme r Ons kenmerk Onderwerp 27 augustus 2009 G.Smits 035-6559922 GS/ek 21120

Nadere informatie

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT Het ontwerpbestemmingsplan Landelijk gebied Sandelingen Ambacht heeft vanaf 19 april 2012, gedurende een periode

Nadere informatie

Rapport. Datum: 14 juni 2000 Rapportnummer: 2000/213

Rapport. Datum: 14 juni 2000 Rapportnummer: 2000/213 Rapport Datum: 14 juni 2000 Rapportnummer: 2000/213 2 Klacht Op 30 augustus 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de Werkgroep Stop Overlast Seppe te Sint Willebrord, ingediend door

Nadere informatie

Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe De Staatssecretaris van Economische Zaken Gelet op artikel 3, eerste lid, van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van

Nadere informatie

Regionale betrokkenheid bij de voorbereiding van de nominatie

Regionale betrokkenheid bij de voorbereiding van de nominatie Directie Regionale Zaken De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum DRZN. 2007/4545 13 december 2007 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17024 21 augustus 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 14 augustus 2012, nr. IENM/BSK-2012/145416,

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer

Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer meer ruimte voor haven verbetering kwaliteit leefomgeving 2 Projecten voor haven en leefomgeving procedures voor de uitvoering Het Project Mainportontwikkeling

Nadere informatie

1. Streekplan Brabant in balans

1. Streekplan Brabant in balans 1. Streekplan Brabant in balans Het plangebied is gelegen in de AHS-landschap; subzone leefgebied dassen en voor een deel (duinrand) binnen de GHS-natuur. De Interimstructuurvisie Noord-Brabant Brabant

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Gemengd gebied, Waalwijk

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Gemengd gebied, Waalwijk vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Gemengd gebied, Waalwijk Inhoudsopgave Regels 4 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begripsbepaling 4 Hoofdstuk 2 Algemene regels 4 Artikel 2 Wijzigingen

Nadere informatie

Ontwerp-wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta

Ontwerp-wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta Ontwerp-wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta De Staatssecretaris van Economische Zaken Gelet op de artikelen 10a en 15 van de Natuurbeschermingswet 1998; BESLUIT: Artikel 1 Het besluit van 19

Nadere informatie

Nota inspraak Beheersverordening De Haar Oost

Nota inspraak Beheersverordening De Haar Oost 1 Nota inspraak Beheersverordening De Haar Oost Inhoudsopgave 1. Inleiding en juridische procedure... 3 1.1 Aanleiding...3 1.2 Procedure...4 2. Inspraakreacties en commentaar... 4 2.1 Waterschap Hunze

Nadere informatie

Sportvisserij binnen de grenzen van Natura 2000

Sportvisserij binnen de grenzen van Natura 2000 Sportvisserij de grenzen Vissen binnenbinnen de grenzen van Natura 2000 van Natura 2000 Afspraken over het visserijbeheer in de Noordzeekustzone en Vlakte van de Raan voor de ontwikkeling vanopnatuur en

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door (Europese,) landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (Europees-,)

Nadere informatie

Reactienota Zienswijzen Ontwerp Beheersverordening Formerum aan Zee Gemeente Terschelling 12 augustus 2014 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 3 2 Zienswijzen... 4 Bijlage 1. Kopie zienswijzen Reactienota zienswijzen

Nadere informatie

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Deltaprogramma Waddengebied Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Colofon Deltaprogramma Waddengebied Nieuwe Uitleg 1 Den Haag PROBLEEMANALYSE DELTAPROGRAMMA WADDEN Datum 10 augustus 2011 Status

Nadere informatie

Verzoek tot aanwijzing ter onteigening ex artikel 78 Onteigeningswet. Bestemmingsplan Nieuwe Dordtse Biesbosch, van de gemeente Dordrecht,

Verzoek tot aanwijzing ter onteigening ex artikel 78 Onteigeningswet. Bestemmingsplan Nieuwe Dordtse Biesbosch, van de gemeente Dordrecht, Verzoek tot aanwijzing ter onteigening ex artikel 78 Onteigeningswet Bestemmingsplan Nieuwe Dordtse Biesbosch, van de gemeente Dordrecht, Gemeente Dordrecht Zakelijke beschrijving Administratieve onteigening

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Rucphen, 7 november 2012 INHOUD; 1. Procedure 2. Ingediende zienswijzen 3. Inhoud zienswijzen en inhoudelijke

Nadere informatie

Programma van Eisen - Beheerplannen

Programma van Eisen - Beheerplannen Programma van Eisen - Beheerplannen Eisen voor de inhoud Inventarisatie 1. Het beheerplan geeft allereerst een beschrijving van de natuurwaarden in het Natura 2000-gebied (de actuele situatie en trends,

Nadere informatie

Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D

Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D Inhoud Toelichting

Nadere informatie

*Z E79* Registratienummer: Z / 46235

*Z E79* Registratienummer: Z / 46235 *Z0502439E79* Registratienummer: Z -14-29221 / 46235 In de periode 2010 2014 zijn binnen de gemeente Goeree-Overflakkee vele bestemmingsplannen herzien. Bestemmingsplannen gaan vaak over grote grondgebieden

Nadere informatie

Paraplubestemmingsplan herziening begripsbepaling Peil

Paraplubestemmingsplan herziening begripsbepaling Peil Nota van Beantwoording Ontvangen n en beantwoording van n op Paraplubestemmingsplan herziening begripsbepaling Peil Amstelveen, juni 2014 Nota van beantwoording Paraplubestemmingsplan herziening begripsbepaling

Nadere informatie

1 A N D E N. Aan de Minister van Economische Zaken De heer H. Kamp Postbus 20401 2500 EK Den Haag. Datum: 22-1-20141 001 1 AJZ

1 A N D E N. Aan de Minister van Economische Zaken De heer H. Kamp Postbus 20401 2500 EK Den Haag. Datum: 22-1-20141 001 1 AJZ 1 A N D E N Aan de Minister van Economische Zaken De heer H. Kamp Postbus 20401 2500 EK Den Haag Datum: 22-1-20141 001 1 AJZ Onderwerp: reactie Waddeneilanden onderzoek near-shore windenergie. Excellentie,

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit. Gedeputeerde Staten Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Burgemeester en Wethouders van gemeente Zuidplas Postbus 100 2910 AC Nieuwerkerk a/d IJssel

Nadere informatie

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk gemeente: Hendrik-Ido-Ambacht fase: vastgesteld bestemmingsplan datum: 11 mei 2015 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding 3 1.1 Bij het plan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 24 786 Project Toekomstige Nederlandse Luchtvaart Infrastructuur (TNLI) en verlenging van het Structuurschema Burgerluchtvaartterreinen (SBL) Nr.

Nadere informatie

DHV B.V. Millenergy / WNW bijlage 2-1 -

DHV B.V. Millenergy / WNW bijlage 2-1 - DHV B.V. BIJLAGE 2 Literatuurlijst Millenergy / WNW bijlage 2-1 - Bijlage 2 Literatuurlijst Titel Auteur/bron datum Advies voor richtlijnen voor de inhoud van het milieu-effectrapport windmolenpark Noord-Groningen

Nadere informatie

Ministerie van VROM Eindrapport strategische milieubeoordeling Ministerie van VROM >

Ministerie van VROM Eindrapport strategische milieubeoordeling Ministerie van VROM > > www.vrom.nl Strategische milieubeoordeling Derde Nota Waddenzee Eindrapport strategische milieubeoordeling van het concept aangepast deel 3 van de planologische kernbeslissing Derde Nota Waddenzee Strategische

Nadere informatie

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR 20 februari 2014

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR 20 februari 2014 ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR 20 februari 2014 OPSTELLER VOORSTEL: Jan Zijlstra AFDELING: PORTEFEUILLEHOUDER: Pytsje de Graaf Agendapunt: No. /2014 Dokkum, 8 januari 2014 ONDERWERP: bestuurlijke

Nadere informatie

HEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND. Beleidsnota

HEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND. Beleidsnota HEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND 2005 Beleidsnota Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 2 Doelen...3 3 Uitgewerkte randvoorwaarden op juridisch en beleidsinhoudelijk vlak...4 3.1 Europees beleid...4

Nadere informatie

Provinciale Staten van Overijssel. Onderwerp Wet ammoniak en veehouderij: aanmerken kwetsbare gebieden.

Provinciale Staten van Overijssel. Onderwerp Wet ammoniak en veehouderij: aanmerken kwetsbare gebieden. www.prv-overijssel.nl Provinciale Staten van Overijssel Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 27 03 Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum LNL/2004/176

Nadere informatie

REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK BESTEMMINGSPLAN WATERLAND - BROEKERMEERDIJK 30-MIDDENWEG 1-3

REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK BESTEMMINGSPLAN WATERLAND - BROEKERMEERDIJK 30-MIDDENWEG 1-3 REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK BESTEMMINGSPLAN WATERLAND - BROEKERMEERDIJK 30-MIDDENWEG 1-3 Reactienota Overleg en Inspraak Bestemmingsplan Waterland - Broekermeerdijk 30-Middenweg 1-3 Code 1212102 /

Nadere informatie

2014D04091 LIJST VAN VRAGEN

2014D04091 LIJST VAN VRAGEN 2014D04091 LIJST VAN VRAGEN Nr. Vraag 2 Hoe verhoudt de ontwerp-rijksstructuurvisie zich met de voorgestelde Europese kaderrichtlijn op het gebied van maritieme ruimtelijke ordening en geïntegreerd kustbeheer?

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. *17it.02805* Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon heeft van 5 oktober tot en met 15 november 2017 ter inzage gelegen. Gedurende

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 juli 2018 De voortgang van het Kustpact

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 juli 2018 De voortgang van het Kustpact > Retouradres 20011 2500 EA Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag 20011 2500 EA Den Haag 5 juli 2018 Betreft De voortgang

Nadere informatie

VEEL GESTELDE VRAGEN NATURA 2000

VEEL GESTELDE VRAGEN NATURA 2000 VEEL GESTELDE VRAGEN NATURA 2000 1. Algemeen...1 2. Gebieden...3 3. Beheerplan...4 4. Gevolgen...5 5. Europa...6 6. Relatie met andere wetgeving...6 7. Belanghebbende...7 8. Financiering...8 1. Algemeen

Nadere informatie

Ministerie van VROM Eindrapport strategische milieubeoordeling Ministerie van VROM >

Ministerie van VROM Eindrapport strategische milieubeoordeling Ministerie van VROM > > www.vrom.nl Strategische milieubeoordeling Derde Nota Waddenzee Eindrapport strategische milieubeoordeling van het concept aangepast deel 3 van de planologische kernbeslissing Derde Nota Waddenzee Strategische

Nadere informatie

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta De Staatssecretaris van Economische Zaken Gelet op de artikelen 10a en 15 van de Natuurbeschermingswet 1998; BESLUIT: Artikel 1 Het besluit van 19 februari

Nadere informatie

Overleg en inspraak. 1 Waterschap Hunze en Aa's

Overleg en inspraak. 1 Waterschap Hunze en Aa's Overleg en inspraak Het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied Eelde, herziening Hoog Hullen heeft vanaf 12 december 2008 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Tijdens deze periode konden ingezetenen

Nadere informatie

IBN 2015, Tweede Kamer, vergaderjaar , nr. 1.

IBN 2015, Tweede Kamer, vergaderjaar , nr. 1. Directie Natuur De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum onderwerp doorkiesnummer bijlagen Aanwijzing Natura 2000-gebieden

Nadere informatie

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL Gemeente Bladel Memo wijzigingen in Ruimtelijk Casco ten opzichte van DRS en Dorpenplan Medio 2004 heeft de gemeenteraad van Bladel de StructuurvisiePlus, bestaande uit

Nadere informatie

Noord-Holland. Stuknummer: AM q lllfjl? JUNI Raad van de gemeente Den Helder Postbus AA DEN HELDER

Noord-Holland. Stuknummer: AM q lllfjl? JUNI Raad van de gemeente Den Helder Postbus AA DEN HELDER Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Raad van de gemeente Den Helder Postbus 36 1 780 AA DEN HELDER GEMEENTE DEN HELDER HtèEKOW&'J q lllfjl?315 Stuknummer: AM5.03476 Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon

Nadere informatie

Gebruiksfuncties van de Noordzee

Gebruiksfuncties van de Noordzee Ministerie van Verkeer en Waterstaat stuvwxyz Programmadirectie Ontwikkeling Nationale Luchthaven Gebruiksfuncties van de Noordzee Gebruiksfuncties van de Noordzee in en rond het zoekgebied voor een vliegveld

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 619 Besluit van 15 november 2004 tot wijziging van enkele besluiten op het terrein van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 status: vastgesteld datum: 5 september 2013 projectnummer: 202360R.2011 adviseurs: Jke / Wle gemeente Maasdriel Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

Procedurewijzer. Voor het ontwerpaanwijzigingsbesluit Noordhollands Duinreservaat. #87 Noordhollands Duinreservaat

Procedurewijzer. Voor het ontwerpaanwijzigingsbesluit Noordhollands Duinreservaat. #87 Noordhollands Duinreservaat Procedurewijzer Voor het ontwerpaanwijzigingsbesluit Noordhollands Duinreservaat #87 Noordhollands Duinreservaat Inhoudsopgave Procedurewijzer 2 Wat is Natura 2000? 2 Aanwijzingsbesluit 2 Zienswijze indienen

Nadere informatie

DEEL 1 HOE BESTUURT DE OVERHEID DE WADDENZEE?

DEEL 1 HOE BESTUURT DE OVERHEID DE WADDENZEE? DEEL 1 HOE BESTUURT DE OVERHEID DE WADDENZEE? 21 Hoofdstuk 2 De Wadden: coördinatie van bestuur en beleid 2.1 Voorgeschiedenis 2.1.1 De juridische status van het Waddenbeleid: van Waddenwet tot PKB Na

Nadere informatie

Reactienota. Behorende bij de Structuurvisie "Wernhout 2025"

Reactienota. Behorende bij de Structuurvisie Wernhout 2025 Reactienota Behorende bij de Structuurvisie "Wernhout 2025" 1. Inleiding De ontwerp structuurvisie "Wernhout 2025" is op dinsdag 22 oktober 2013 gepresenteerd aan de bewoners en de Dorpsraad van Wernhout.

Nadere informatie

windenergie beter te vertegenwoordigen in de structuurvisie dan nu het geval is.

windenergie beter te vertegenwoordigen in de structuurvisie dan nu het geval is. ... Datum: Pagina: 1 van 15 INHOUDSOPGAVE...... 1 Inleiding 3 2 Uitgangspunten 4 2.1 Afstand tot woningen 4 2.2 Ontwerp Ruimtelijk Plan van de Structuurvisie Hoeksche Waard 4 2.3 Nota

Nadere informatie

De vormvrije m.e.r.-beoordeling: vereisten

De vormvrije m.e.r.-beoordeling: vereisten Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu vereisten In gevallen dat een be sluit of plan betrekking heeft op activiteiten die voorkomen op de D-lijst kent de vormvrije m.e.r.-beoordeling

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

Alblasserdam. Bedrijventerrein Jonker. nota zienswijzen 102.13942.00 01-09-2009. identificatiecode:

Alblasserdam. Bedrijventerrein Jonker. nota zienswijzen 102.13942.00 01-09-2009. identificatiecode: Alblasserdam Bedrijventerrein Jonker nota zienswijzen identificatie planstatus identificatiecode: datum: 102.13942.00 01-09-2009 opdrachtleider: opdrachtgever: mr. S. Lamkadmi gemeente Alblasserdam A.005/02

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 654 Voorstel van wet tot wijziging van de Wet ammoniak en veehouderij Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Nota zienswijzen. bestemmingsplan West

Nota zienswijzen. bestemmingsplan West Nota zienswijzen bestemmingsplan West Nota zienswijzen bestemmingsplan West Opdrachtgever: gemeente Scherpenzeel afdeling Grondgebied Auteur: Datum: 17 juni 2013 Nota zienswijzen, bestemmingsplan West/

Nadere informatie

NOTA INSPRAAK EN VOOROVERLEG: BESTEMMINGSPLAN. Bennekom-Centrum

NOTA INSPRAAK EN VOOROVERLEG: BESTEMMINGSPLAN. Bennekom-Centrum NOTA INSPRAAK EN VOOROVERLEG: BESTEMMINGSPLAN Bennekom-Centrum december 2011 1 Inleiding Het voorontwerpbestemmingsplan Bennekom-Centrum heeft van donderdag 13 oktober tot en met woensdag 26 oktober 2011

Nadere informatie

Nota zienswijzen en commentaar plan-mer buitengebied Delfzijl

Nota zienswijzen en commentaar plan-mer buitengebied Delfzijl Nota zienswijzen en commentaar plan-mer buitengebied Delfzijl Partiële hervaststelling bestemmingsplannen Buitengebied Noord Buitengebied Zuid Delfzijl, 18 november 2013 G. Nienhuis (afdeling Ontwikkeling)

Nadere informatie

Wetsvoorstel tot het alsnog toekennen van rechtskracht aan de planologische kernbeslissing Structuurschema groene ruimte (28 864)

Wetsvoorstel tot het alsnog toekennen van rechtskracht aan de planologische kernbeslissing Structuurschema groene ruimte (28 864) Wetsvoorstel tot het alsnog toekennen van rechtskracht aan de planologische kernbeslissing Structuurschema groene ruimte (28 864) Nota naar aanleiding van het verslag 1. Algemeen Met belangstelling heb

Nadere informatie

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen 28 hoofdstuk 1 achtergrond Structuurvisie 2020 keuzes samenvatting achtergrond ruimtelijk en sociaal kader inbreng samenleving thematisch van visie naar uitvoering bijlagen zones 1 2 3 4 5 6 7 29 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36496 27 juni 2017 Voorbereidingsbesluit kavel V windenergiegebied Hollandse Kust (noord), Ministerie van Economische

Nadere informatie

Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006

Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006 DEEL C Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006 Deel C Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006 Voor de belangrijkste tekstblokken uit het Omgevings plan Flevoland 2006 is hierna een voorstel gedaan voor

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Vijf onderkomens voor recreatieve overnachtingen bij camping aan Drachtster Heawei 38 De Veenhoop 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VIJF RECREATIEVE ONDERKOMENS DRACHTSTER HEAWEI 38

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

Structuurvisie Noord-Holland. Achtergrondinformatie

Structuurvisie Noord-Holland. Achtergrondinformatie Structuurvisie Noord-Holland Achtergrondinformatie Structuurvisie: waarom en wat? - Inwerkingtreding Wro 1 juli 2008 - elke overheidslaag stelt eigen structuurvisie op (thema of gebied) - structuurvisies

Nadere informatie

Nota Zienswijzen Bestemmingsplan Bos en Golf

Nota Zienswijzen Bestemmingsplan Bos en Golf Nota Zienswijzen Bestemmingsplan Bos en Golf Inhoud 1. Inleiding en juridische procedure 2 2. Zienswijzen overlegpartners 2 - Waterschap Hunze en Aa s 3. Gevolgen voor het bestemmingsplan 4 2 1. Inleiding

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

Natuurbeheerplan Zeeland Ontwerp planwijziging Antwoordnota. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op # september 2015

Natuurbeheerplan Zeeland Ontwerp planwijziging Antwoordnota. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op # september 2015 Natuurbeheerplan Zeeland 2016 Ontwerp planwijziging 2015 Antwoordnota Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op # september 2015 1 1. Inleiding Op 2 juni 2015 heeft het College van GS de Ontwerp planwijziging

Nadere informatie

De paragrafen en worden in het kader van deze partiële herziening als volgt gewijzigd;

De paragrafen en worden in het kader van deze partiële herziening als volgt gewijzigd; Partiële herziening Omgevingsplan Flevoland 2006 Beleidsaanpassing windenergie inzake vrijwaring van de gemeenten Noordoostpolder en Urk en Markermeer, IJmeer en IJsselmeer. De paragrafen 5.7.1 en 7.3.4

Nadere informatie

Antwoordnota Voorontwerp-bestemmingsplan Business Park Friesland

Antwoordnota Voorontwerp-bestemmingsplan Business Park Friesland Antwoordnota Voorontwerp-bestemmingsplan Business Park Friesland 1. AANLEIDING EN PROCEDURE Het bedrijventerrein Business Park Friesland is een bestaand modern bedrijvenpark dat is bedoeld voor hoogwaardige

Nadere informatie

(Ontwerp) Ruimtelijke Onderbouwing. Afwijking bestemmingsplan. Tolhuisweg 49 Midlaren. Herbouw schuur

(Ontwerp) Ruimtelijke Onderbouwing. Afwijking bestemmingsplan. Tolhuisweg 49 Midlaren. Herbouw schuur (Ontwerp) Ruimtelijke Onderbouwing Afwijking bestemmingsplan Tolhuisweg 49 Midlaren Herbouw schuur Gemeente Tynaarlo April 2011 NL.IMRO.1730.ABTolhuisweg49-0301 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding.3 2. Ruimtelijke

Nadere informatie

< '2 E 3. I? 3 CD co

< '2 E 3. I? 3 CD co < '2 E I? CD co o o! QDQ Airtricitv - Bijlage 6 Overige besluiten en vergunningen D D O DDO OV«l HAIKONINC Airtricity - ACTIVITEIT BENODIGDE WETTELIJKE BEVOEGD MAXIMALE TOELICHTING VERGUNNING/ GRONDSLAG

Nadere informatie

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening (RO) in Nederland Vanuit de geschiedenis is RO al belangrijk in Nederland, denk bijvoorbeeld aan landinrichting en optimaliseren van de waterhuishouding.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 836 Regels inzake ammoniakemissie uit tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet ammoniak en veehouderij) Nr. 6 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen

Nadere informatie