Financiële Effectenanalyse Regionale netbeheerders Elektriciteit en Gas. Onderzoeksrapport

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Financiële Effectenanalyse 2011 2013 Regionale netbeheerders Elektriciteit en Gas. Onderzoeksrapport"

Transcriptie

1 Financiële Effectenanalyse Regionale netbeheerders Elektriciteit en Gas Onderzoeksrapport Energiekamer NMa Nederlandse Mededingingsautoriteit Den Haag, november 2010

2 Inhoudsopgave Managementsamenvatting en conclusie 3 1 Analyseaanpak en doel Inleiding Doelstelling Analyseaanpak Afbakening 2 Werkwijze Model Beoordelingscriteria Financiële effectenanalyse reguleringsmethode Gevoeligheidsanalyse 8 3 Resultaten Reguleringsmethode elektriciteit Reguleringsmethode gas Gevoeligheidsanalyse 12 Bijlagen 1 Beschrijving van het model 15 2 Toelichting ratio s Besluit Financieel Beheer Netbeheerder 19 3 Beschrijving van inputdata 20 4 Analyse historische ontwikkeling parameterwaarden 23 2

3 Managementsamenvatting en conclusie Reguleringsmethode is robuust maar biedt geen absolute garanties De reguleringsmethoden NE5R en NG4R 1 zijn robuust te noemen, omdat de financiële positie van de efficiënte regionale netbeheerder 2 voldoende bestand is tegen afwijkingen van de veronderstellingen die in de reguleringsmethode worden gedaan. De uitgevoerde financiële effectenanalyse (hierna: FEA) geeft, voor zowel gas als elektriciteit, een positief oordeel over de financiële positie van een fictieve efficiënte netbeheerder aan het einde van de reguleringsperiode (2013). De financiële ratio s uit het Besluit Financieel Beheer Netbeheerder (hierna: BFBN) 3 die als beoordelingscriteria gebruikt worden, liggen in dat jaar boven de normwaarden. De methode geeft echter geen absolute garantie dat ook in uitzonderlijke situaties de normwaarden gehaald worden. Veronderstellingen in de reguleringsmethode staan voor een periode van drie jaar vast, waardoor afwijkingen van die veronderstellingen niet direct worden vergoed in de toegestane inkomsten (het zogenaamde vertragingseffect) en ratio s anders kunnen uitvallen dan verondersteld. Financiële buffer is voldoende De efficiënte netbeheerder heeft een voldoende buffer om afwijkingen van veronderstellingen in de reguleringsmethode op te vangen, omdat de financiële ratio s in 2013 boven de normwaarden liggen. Het is zeer onwaarschijnlijk dat door afwijkingen ten opzichte van veronderstellingen over de ontwikkelingen in het volume en het renteniveau, de normwaarden worden doorbroken. Forse afwijkingen in de groei van de operationele kosten en investeringen kunnen wel leiden tot financiële ratio s die onder de normwaarden liggen, waarmee de financiële positie van de efficiënte netbeheerder onvoldoende wordt. De kans dat dit zich daadwerkelijk voordoet is klein. Deze situatie doet zich pas voor als deze afwijkingen dicht in de buurt liggen van de tot nu toe maximaal waargenomen afwijkingen. Risico s zijn acceptabel Het risico bestaat dat de buffer niet groot genoeg is, dit hoeft echter geen reden te zijn hier de reguleringsmethode op aan te passen. Ten eerste kiest de Energiekamer NMa voor het vaststellen van een methode voor drie jaar om een afweging te maken tussen een stabiel reguleringskader en een beperking van het vertragingseffect. Afnemers en netbeheerders zijn beide gebaat bij een reguleringskader dat niet van jaar op jaar wijzigt. Ten tweede is het doel van de regulering niet alleen de netbeheerders de mogelijkheid te geven hun efficiënte kosten terug te verdienen, maar juist ook het voorkomen dat netbeheerders méér dan een redelijk rendement behalen. Om beide doelen te bereiken, moet in de methode een middenweg worden gekozen. Deze keuze betekent dat de kans blijft bestaan dat in uitzonderlijke omstandigheden de normwaarden van de ratio s worden doorbroken. Tot slot ligt een deel van de verantwoordelijkheid voor het opvangen van afwijkingen in de groei van de investeringen bij de aandeelhouders. Van aandeelhouders mag worden verwacht dat, naast een prudent dividendbeleid van de netbeheerder, zij ten behoeve van grote uitbreidingsinvesteringen eigen vermogen beschikbaar stellen. 1 Methodebesluiten ten behoeve van de regionale netbeheerders gas en elektriciteit, Energiekamer NMa, augustus Met de efficiënte (regionale) netbeheerder wordt bedoeld de fictieve netbeheerder die wordt gevormd door het gemiddelde van de sector. Zie ook paragraaf 1.4 voor een verdere toelichting. 3 Besluit van 26 juli 2008 van de Minister van Economische Zaken, houdende regels ten aanzien van het financieel beheer van de netbeheerder (Besluit financieel beheer netbeheerder). 3

4 Hoofdstuk 1: Analyseaanpak en doel 1.1 Inleiding De Energiekamer NMa heeft in 2010 naar aanleiding van het opstellen van de reguleringsmethode voor de periode , een financiële effectenanalyse uitgevoerd. Het doel, de opzet, en de resultaten van de analyse zijn in deze rapportage opgenomen. De conclusies zijn in de managementsamenvatting weergegeven. Deze rapportage maakt geen onderdeel uit van de methodebesluiten NE5R en NG4R 4, maar de verkregen inzichten over de mogelijke effecten van de reguleringsmethode zijn wel gebruikt bij de besluitvorming hierover. 1.2 Doelstelling Het doel van de analyse is te onderzoeken of de reguleringsmethoden voor de periode robuust zijn. Met robuust wordt bedoeld dat de reguleringsmethoden de efficiënte netbeheerder in staat stelt met redelijke zekerheid te voldoen aan de ratio s uit het BFBN (voor wat betreft zijn gereguleerde activiteiten). De wijze waarop deze toets is ingericht wordt toegelicht in Hoofdstuk 2. De reden voor deze toets is zekerheid te creëren over de mate waarin de efficiënte netbeheerder gedurende de periode in staat is zijn noodzakelijke investeringen te financieren en zodoende te voldoen aan zijn wettelijke taken. 1.3 Analyseaanpak De Energiekamer NMa heeft een model ontwikkeld waarmee de financiële bedrijfsvoering van de netbeheerder wordt gesimuleerd. Uit dit model volgen de waarden die de ratio s uit het BFBN aannemen en die samen de financiële positie van de efficiënte netbeheerder jaarlijks weergeven. Op basis van de waarden van de ratio s volgt een uitspraak over de financiële positie van de efficiënte netbeheerder. De ratio s zoals deze in de analyse zijn berekend zijn afkomstig uit het BFBN. De analyse maakt geen deel uit van de toezichtstaak van de Energiekamer NMa in het kader van toezicht financieel beheer netbeheerders. Iedere netbeheerder (als zodanig door de Minster van Economische Zaken aangewezen) dient te allen tijde te voldoen aan het BFBN, deze compliance is niet getoetst in deze analyse. 1.4 Afbakening De financiële effectenanalyse behelst uitsluitend de gereguleerde activiteiten van de netbeheerder; het gasnetbeheer en het elektriciteitsnetbeheer zijn afzonderlijk onderzocht. Voor deze aanpak is gekozen opdat de analyse aansluit bij de entiteiten waarop het desbetreffende methodebesluit van toepassing is 5. 4 Besluiten van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van 26 augustus 2010, 5 De entiteit waarop het methodebesluit van toepassing is bestaat niet als afzonderlijk bedrijf. Toch worden de gereguleerde gas- en elektriciteitactiviteiten als afzonderlijk bedrijf gezien om de invloed van inkomsten en kosten uit niet-gereguleerde activiteiten buiten de analyse te kunnen houden. 4

5 De analyse richt zich uitsluitend op de efficiënte netbeheerder. Deze efficiënte netbeheerder is een fictieve regionale netbeheerder die gevormd wordt door het sectorgemiddelde te nemen op alle relevante inputfactoren 6. Hiervoor is gekozen om zoveel mogelijk uit te sluiten dat de (in)efficiëntie van een individuele netbeheerder de analyse beïnvloedt. Dit is onwenselijk omdat hierdoor niet duidelijk wordt welke effecten het gevolg zijn van de werking van de methode en welke effecten voortkomen uit individuele beslissingen van netbeheerders. In de reguleringsmethode wordt het sectorgemiddelde gezien als efficiënt. De analyse is specifiek gericht op de reguleringsperiode Mogelijke effecten na 2013 zijn buiten beschouwing gelaten, omdat in beginsel niet vooruit kan worden gelopen op keuzes met betrekking tot reguleringsperioden na Het jaar 2010 is wel betrokken in de analyse; dit is nodig omdat ten tijde van het onderzoek alleen data uit 2009 beschikbaar zijn. Om de analyse op een consistente manier uit te voeren zijn eerst voor 2010 de resultaten van het model berekend, voordat de jaren zijn geanalyseerd. 6 Deze fictieve efficiënte netbeheerder is tot stand gekomen door de Productiviteitsdata met betrekking tot omzet, kosten, investeringen en activawaarde over de sector als geheel op te tellen (gas en elektriciteit afzonderlijk). Hiermee wordt een netbeheerder gecreëerd met de omvang van de sector als geheel, die zich door uitmiddeling van de individuele effecten op alle te onderzoeken kenmerken gedraagt volgens het sectorgemiddelde. 5

6 Hoofdstuk 2: Werkwijze 2.1 Model Het gehanteerde model simuleert de financiële bedrijfsvoering van de efficiënte netbeheerder voor de periode Het model bestaat uit een systeem van rekenregels die beschrijven hoe het operationele resultaat tot stand komt en welk effect dit heeft op de ontwikkeling van de financiële positie van de netbeheerder. Een uitgebreide beschrijving van de gehanteerde rekenregels en parameters is opgenomen in Bijlage 1. Naast deze rekenregels heeft het model de volgende input: 1. Financiële uitgangspositie van de gereguleerde activiteiten van de netbeheerder (balans en winst- en verliesrekening) ultimo De vastgestelde x-factoren 3. Aannames over het investeringsbeleid, de wijze van financieren en het dividendbeleid 4. Aannames over de ontwikkeling van de belangrijkste parameters in het model (volume, operationele kosten (OPEX), investeringen en renteniveau) De financiële uitgangspositie ultimo 2009 is gebaseerd op regulatorische cijfers over Voor de vermogensverhouding ultimo 2009 gaat de NMa uit van een gearing die past bij een efficiënte netbeheerder zoals beschreven in de methodebesluiten voor : 45% Eigen Vermogen en 55% Vreemd Vermogen. De modelmatige inkomsten van de netbeheerder in 2009 zijn gebaseerd op de begininkomsten 2010 om de verwachte situatie voor de jaren te benaderen 8. De inkomsten in latere jaren volgen direct uit de vastgestelde x-factoren en veronderstelde volumemutaties. De kosten van de netbeheerder volgen uit aannames over de ontwikkeling van de operationele kosten, de ontwikkeling van het investeringsniveau en de hoogte van de rentevoet. Aangenomen is dat alle, door het model geprognosticeerde, investeringen noodzakelijk zijn en derhalve ook volledig door de netbeheerder worden gerealiseerd. Er wordt in het model dus geen rekening gehouden met bedrijfseconomische afwegingen bij het maken van een investeringsbeslissing. Verder is aangenomen dat de netbeheerder voor de financiering van zijn investeringen de financial pecking order theorie volgt. Dit houdt in dat de netbeheerder altijd eerst de eigen vrije kasstroom zal gebruiken, welke in dit model gelijk is gesteld aan de free funds from operation (hierna: FFO). Daarna wordt zoveel mogelijk vreemd vermogen aangetrokken. Wanneer de netbeheerder, om welke reden dan ook, geen toegang meer heeft tot vreemd vermogen, wordt vervolgens een beroep gedaan op de aandeelhouder (zie ook Bijlage 1). Hoewel deze laatste stap nodig kan zijn bij de financiering van de activiteiten van de netbeheerder, zijn in het model geen criteria geformuleerd voor de beperking van de toegang tot vreemd vermogen. Hiervoor is gekozen om te voorkomen dat deze criteria de ratio s via het model beïnvloeden. 7 Zie voor een toelichting op de WACC randnummer 85 in Bijlage 2 van het methodebesluit NE5R (zaak ) van 26 augustus Dit houdt in dat de inkomsten in 2009 teruggerekend zijn vanaf de begininkomsten Bij gas betekent dit bijvoorbeeld dat het model al vanaf 2009 rekening houdt met de regulering van de aansluitdienst (terwijl deze met ingang van 2011 gereguleerd is). Zie ook Bijlage 1. 6

7 De output van het model bestaat uit de jaarlijkse financiële positie van de netbeheerder die wordt weergegeven door middel van de financiële ratio s uit het BFBN. 2.2 Beoordelingscriteria Het doel van de financiële effectenanalyse is om een oordeel te geven over de robuustheid van de reguleringsmethode op basis van de financiële positie van de efficiënte netbeheerder. Dit oordeel wordt primair gebaseerd op de waarden die de ratio s in het BFBN in verschillende omstandigheden aannemen. Deze ratio s zijn als beoordelingscriteria gekozen, omdat ook de wetgever deze ratio s als beoordelingscriteria voor de financiële positie van netbeheerders hanteert. Het BFBN kent een viertal ratio s die een afgeleide zijn van de methodiek die door Credit Rating Agencies gehanteerd worden 9. De BFBN ratio s zijn vastgesteld voor een bredere netbeheerder, namelijk een netbeheerder die voor een deel ook niet-gereguleerde activiteiten mag uitvoeren en daarnaast in de meeste gevallen bestaat uit een gezamenlijke gas- en elektriciteitsnetbeheerder. In deze analyse worden de ratio s echter gebruikt om een oordeel te geven over alleen de gereguleerde activiteiten, die weer zijn gesplitst in gereguleerde activiteiten gas en gereguleerde activiteiten elektriciteit. De Energiekamer NMa is van mening dat de ratio s uit het BFBN een bruikbaar beoordelingscriterium vormen. Een toelichting bij de ratio s uit het BFBN is te vinden in Bijlage 2. In de beoordeling van de financiële positie van de efficiënte netbeheerder wordt het grootste gewicht toegekend aan hoe de efficiënte netbeheerder er aan het einde van de reguleringsperiode (ultimo 2013) voor staat, weergegeven door de waarden van de ratio s in het jaar Het jaar 2013 is gekozen omdat de (veronderstellingen in) de reguleringsmethode voor drie jaar vast staan, waardoor afwijkingen ten opzichte van die veronderstellingen door het cumulatieve effect de grootste gevolgen hebben op de ratio s in Daarnaast biedt de reguleringsmethode een grote mate van zekerheid over de ontwikkeling van toekomstige (tarief)inkomsten gedurende de reguleringsperiode. De mate waarin zekerheid bestaat over deze toekomstige kasstromen geeft een verschaffer van vermogen vertrouwen in de mate waarin een netbeheerder in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. De mate waarin aan de normwaarden van de ratio s uit het BFBN wordt voldaan geeft inzicht in de financiële ruimte die de reguleringsmethodiek biedt aan de efficiënte netbeheerder. Wanneer in 2013 de vier ratio s uit het BFBN boven de normwaarden liggen, leidt dat in dit onderzoek tot een positief oordeel over de financiële situatie van de efficiënte netbeheerder in de periode Financiële effectenanalyse reguleringsmethode Voor de analyse van de reguleringsmethode zijn de realisaties van de parameterwaarden in het model gelijkgesteld aan hetgeen hierover in de methodebesluiten wordt verondersteld. Vervolgens zijn de financiële gevolgen hiervan uitgedrukt in effecten op de financiële ratio s. Het ligt in de lijn der verwachting dat de financiële ratio s in 2013 in deze analyse boven de normwaarden liggen, omdat de methode uitgaat van het behalen van een redelijk rendement in Deze analyse toetst derhalve de mate waarin tot en met het jaar 9 Mazars, De Ratio s in het Besluit Financieel Beheer Netbeheerder (oktober 2008) 10 Waar gesproken wordt over waarden boven de norm, wordt voor ratio D bedoeld dat deze lager ligt dan de norm. Het verschil tussen wel of niet aan de norm voldoen volgt uit de context. 7

8 2013 wordt voldaan aan de normwaarden voor de ratio s uit het BFBN wanneer de belangrijkste kostendrijvers zich precies zo ontwikkelen als de methodebesluiten veronderstellen. De netbeheerder heeft te maken met een viertal belangrijke kostendrijvers die zijn vertaald naar parameterwaarden in het model. Om de effecten van de reguleringsmethodiek op de financiële ratio s te kunnen bepalen zijn de ontwikkelingen van deze parameters in het model gebaseerd op de veronderstellingen daarover in de methodebesluiten gas en elektriciteit: 1. De ontwikkeling van het volume in het model is gelijk aan nul, wat overeenkomt met de bepaling van constante rekenvolumes voor een gehele reguleringsperiode; 2. de ontwikkeling van operationele kosten is in het model gelijk gesteld aan de productiviteitsverandering zoals die in het methodebesluit is berekend; 3. de ontwikkeling van het investeringsniveau volgt impliciet uit de toepassing van de productiviteitsverandering op de kapitaalkosten (afschrijvingen plus vermogenskosten) 11 ; en 4. het renteniveau wordt gelijk gesteld aan de rentevoet voor vreemd vermogen zoals berekend in de WACC voor de periode De ontwikkeling van het renteniveau over deze periode is gelijk gesteld aan nul, aangezien in de berekening van de WACC één vaste rentevoet wordt gekozen voor de gehele reguleringsperiode. De inputparameters die gebruikt zijn in het model zijn terug te vinden in Bijlage 3. De resultaten van deze analyse zijn in paragraaf 3.1 en 3.2 opgenomen. 2.4 Gevoeligheidsanalyse In de gevoeligheidsanalyse wordt onderzocht wat de effecten zijn van afwijkingen in de ontwikkeling van de parameterwaarden (ten opzichte van de veronderstellingen die daarover gedaan zijn in de reguleringsmethode) op de financiële positie van de efficiënte netbeheerder. Deze effecten worden uitgedrukt in de verandering van de ratio s uit het BFBN. Allereerst wordt voor iedere parameterwaarde gekwantificeerd wat het effect van een afwijking van één procentpunt is op de ratio s. Door één van de vier parameterwaarden met één procentpunt 13 op te hogen 11 Deze impliciete verwachting ligt besloten in de aanname dat ook de CAPEX zich ontwikkelt volgens de productiviteitsverandering (PV). In de reguleringsmethode wordt de productiviteitsverandering uitsluitend op de TOTEX toegepast. Om het mogelijk te maken de effecten van ontwikkelingen in de OPEX en ontwikkelingen van de investeringen afzonderlijk te bestuderen is ten behoeve van deze analyse een onderscheid gemaakt tussen productiviteitsveranderingen in de OPEX en CAPEX. 12 Hoewel het model gedefinieerd is in reële termen (alle bedragen zijn uitgedrukt in prijspeil 2009), kan niet zonder meer gebruik worden gemaakt van de vreemd vermogensvoet uit de berekening van de reële WACC. Aangezien deze handelswijze zou leiden tot een onderschatting van de daadwerkelijke rentelasten is een premie berekend bovenop deze reële rentevoet. Het effectief geldende rentepercentage voor de kosten van vreemd vermogen gedurende de periode komt daarmee op 4,3%. 13 Voor de ontwikkeling van het renteniveau is een andere keuze gemaakt. De gevoeligheid voor het renteniveau wordt onderzocht door het effect te meten van een eenmalige schok van één procentpunt op de rentevoet in Vanwege de maturiteit van het vreemd vermogen (conservatief geschat op vijf jaar) werkt deze schok in latere jaren door op de hoogte van de rentelasten. Het cumulatieve effect bedraagt daarmee circa 0,2 procentpunt per jaar. 8

9 (ceteris paribus 14 ) wordt onderzocht in hoeverre de ratio s gevoelig zijn voor een parameterverandering. Hieruit kan worden afgeleid wat bijvoorbeeld het effect is van een rentedaling of toename van de investeringen op de financiële positie van de efficiënte netbeheerder. Vervolgens wordt een oordeel gegeven over de waarschijnlijkheid dat een afwijking in één van de parameterwaarden (ceteris paribus) leidt tot het doorbreken van de normwaarde voor tenminste één van de ratio s uit het BFBN. Zoals eerder beschreven wordt in dit onderzoek de financiële positie als positief beoordeeld wanneer de vier ratio s in 2013 boven de in het BFBN gestelde normwaarden liggen. Daarom zal onderzocht worden tot welk niveau een bepaalde parameterwaarde kan stijgen (ceteris paribus) zonder de normwaarde van één van de ratio s te doorbreken. 15 Het is niet mogelijk een betrouwbare kwantitatieve uitspraak te doen over de waarschijnlijkheid dat een ratio doorbroken wordt, daarom wordt een kwalitatief oordeel gegeven over de uitkomsten. Een belangrijk onderdeel van deze kwalitatieve beoordeling is een vergelijking tussen de maximaal toegestane stijging van een bepaalde parameter (dat wil zeggen de mate waarin de parameter kan afwijken zonder dat een ratio doorbroken wordt) en de historisch gemeten maximale ontwikkeling van de betreffende parameter. Deze vergelijking geeft een benadering van de mate waarin het waarschijnlijk is dat de maximaal toegestane stijging van een bepaalde parameter zich daadwerkelijk voordoet en dus leidt tot doorbreking van de normwaarden van de ratio s. Een belangrijke kanttekening bij deze analyse is dat de gevoeligheidsanalyse steeds één parameter afzonderlijk beschouwt en deze niet wordt uitgevoerd op het geheel van de vier parameters. De gevoeligheidsanalyse geeft dus geen inzicht in welke combinaties van de vier parameters gezamenlijk, leiden tot het doorbreken van de normwaarden van de ratio s en wat de gevolgen daarvan zijn voor de financiële positie van de efficiënte netbeheerder. De reden hiervoor is dat er geen realistische inschatting kan worden gegeven welke combinaties zich redelijkerwijs zullen voordoen. 14 Voor één parameterwaarde (volume, investeringen, OPEX of renteniveau) is een afwijkende waarde gekozen. De andere drie parameterwaarden blijven op het niveau dat zij hadden in de oorspronkelijke analyse zoals gedefinieerd in paragraaf Aangenomen is dat de betreffende parameter vier achtereenvolgende jaren ( ) dezelfde waarde aanneemt. De betreffende waarde kan worden berekend in het financiële model. 9

10 Hoofdstuk 3: Resultaten In dit hoofdstuk zijn afzonderlijk voor elektriciteit en gas de resultaten gepresenteerd die volgen uit de output van het geconstrueerde financiële model. De resultaten van de analyse van de reguleringsmethode voor elektriciteit en gas worden besproken in paragraaf 3.1 en 3.2. De resultaten bestaan uit de waarden van de ratio s uit het BFBN voor de jaren 2009 tot en met Zoals eerder beschreven, vormen deze cijfers de basis voor de beoordeling van de financiële positie van de netbeheerder (zie ook Bijlage 2). Naast de ratio s wordt ook het behaalde rendement vermeld, ter illustratie van de mate waarin het redelijk rendement gehaald wordt (WACC). In paragraaf 3.3 zal de gevoeligheidsanalyse worden besproken. 3.1 Reguleringsmethode elektriciteit In Tabel 1 staan de resultaten van de financiële effectenanalyse voor elektriciteit weergegeven door de ratio s voor de jaren Efficiënte netbeheerder elektriciteit Ratio's Norm A: EBIT / rentelasten > 1,7 1,48 0,85 1,39 1,99 2,62 B: (FFO + rentelasten) / rentelasten > 2,5 3,43 2,83 3,27 3,71 4,22 C: FFO / vreemd vermogen 17 > 0,11 0,105 0,077 0,097 0,117 0,140 D: Vreemd vermogen / Totaal vermogen < 0,7 0,55 0,56 0,56 0,55 0,54 Rendement: EBIT / Totaal vermogen 6,2% 3,5% 2,0% 3,3% 4,7% 6,2% Tabel 1: Resultaten elektriciteit (volgens modelanalyse) In 2010 liggen de ratio s A en C onder de norm als gevolg van een (te) laag operationeel resultaat. De oorzaak van dit resultaat ligt met name in de uitgangspositie ultimo 2009 en de positieve x-factor voor De positieve x-factor is mede gebaseerd op de positieve productiviteitsverandering die is gemeten in de jaren 2002 tot en met Daarom is in het methodebesluit voor die periode uitgegaan van een kostendaling. In werkelijkheid heeft er in de jaren 2006 tot en met 2009 een kostenstijging plaatsgevonden. In het model leidt de x-factor van 4,8% voor de efficiënte netbeheerder (laatste jaar periode NE4R) tot inkomsten die in 2010 lager uitvallen dan in Doordat daarnaast in het model de kosten in 2010 gestegen zijn ten opzichte van de kosten in 2009, wordt in 2010 uiteindelijk een te laag operationeel resultaat behaald om de normen te halen. Omdat de efficiënte netbeheerder daardoor een lagere FFO heeft, moet de 16 Zoals eerder beschreven zijn de resultaten voor het jaar 2009 teruggerekend vanuit de vastgestelde begininkomsten voor het jaar Deze zijn volledig gebaseerd op de reguleringsmethode en de daarvoor gebruikte data. Zodoende kunnen de ratio s voor het jaar 2009 en 2010 niet gebruikt worden om een uitspraak te doen over de werkelijke financiële situatie van de efficiënte netbeheerder in deze jaren. Ze dienen uitsluitend ter vergelijking met de jaren Ratio C is vanwege de geringe afwijking van de norm weergegeven in 3 decimalen, om zo beter inzicht te geven in de werkelijke afwijking van de norm. Dit geldt ook voor de resultaten in Tabel 2. 10

11 netbeheerder veel vreemd vermogen aantrekken om alle veronderstelde investeringen te kunnen financieren. De ratio s 2010 vallen hierdoor lager uit dan in Vanaf 2011 stijgen de inkomsten, wat het gevolg is van de negatieve x-factor van -6,9% die is vastgesteld voor de periode voor elektriciteit op sectorniveau. Door de extra tariefinkomsten die de negatieve x- factoren genereren, verbeteren het operationele resultaat en de ratio s. Dit is in lijn met de doelstelling van de reguleringsmethode in 2013 niet meer dan het redelijk rendement te vergoeden. Vanaf 2012 worden alle normwaarden voor de ratio s gehaald. 3.2 Reguleringsmethode gas Op dezelfde wijze als voor elektriciteit is in Tabel 2 een overzicht gepresenteerd van de analyseresultaten voor de efficiënte netbeheerder gas. Ratio C laat in 2010 voor de efficiënte netbeheerder gas een waarde onder de norm. Dit kan duiden op een onvoldoende operationeel resultaat of een te hoge schuld. Aangezien de vermogensverhouding op een gemiddeld niveau is vastgesteld, lijkt ook bij gas de oorzaak te liggen bij een relatief (te) laag operationeel resultaat. Dit wordt bevestigd door de uitgangspositie van de netbeheerder ultimo De financiële situatie verslechtert in 2010 door de hoge x-factor voor dit jaar (6,0%), die evenals bij elektriciteit is gebaseerd op een positieve productiviteitsverandering in het verleden. Vanaf 2011 stijgen de ratio s echter weer, omdat vanaf 2011 de nieuwe negatieve x-factor (-2,5%) voor gas op sectorniveau geldt. Bovendien wordt in de reguleringmethode een kostendaling voorzien, wat in deze analyse (conform de modelaannames) ook tot een daling van het investeringsniveau zal leiden via de toepassing van de positieve productiviteitsverandering. Dit is in lijn met de doelstelling van de reguleringsmethode in 2013 niet meer dan het redelijk rendement te vergoeden. De vier ratio s liggen vanaf 2011 binnen de BFBN-normen. Efficiënte netbeheerder gas Ratio's Norm A: EBIT / rentelasten > 1,7 2,30 1,96 2,19 2,49 2,86 B: (FFO + rentelasten) / rentelasten > 2,5 3,87 3,30 3,55 3,86 4,26 C: FFO / vreemd vermogen > 0,11 0,124 0,102 0,115 0,131 0,151 D: Vreemd vermogen / Totaal vermogen < 0,7 0,55 0,54 0,52 0,50 0,47 Rendement: EBIT / Totaal vermogen 6,2% 5,5% 4,7% 5,1% 5,6% 6,2% Tabel 2: Resultaten gas (volgens modelanalyse) De negatieve x-factoren in de volgende reguleringsperiode (NE5R en NG4R) worden mede veroorzaakt doordat in de huidige reguleringsperiode de verwachtte productiviteitsverandering positief was, terwijl deze in werkelijkheid negatief bleek te zijn. Dit effect ontstaat doordat de productiviteitsverandering in de 18 Zoals eerder beschreven zijn de data voor het jaar 2009 teruggerekend vanuit de vastgestelde begininkomsten voor het jaar Deze zijn volledig gebaseerd op de reguleringsmethode en de daarvoor gebruikte data. Zodoende kunnen de ratio s voor het jaar 2009 en 2010 niet gebruikt worden om een uitspraak te doen over de werkelijke financiële situatie van de efficiënte netbeheerder in deze jaren. Ze dienen uitsluitend ter vergelijking met de jaren

12 reguleringsmethode alleen gebaseerd is op historische data. Zoals uit Tabel 1 en 2 blijkt, kan dit leiden tot ratiowaarden die onder de norm liggen. 3.3 Gevoeligheidsanalyse In deze paragraaf wordt eerst in de gevoeligheidsanalyse weergegeven wat de gevolgen zijn van afwijkingen in de ontwikkeling van parameterwaarden op de financiële positie van de efficiënte netbeheerder. Deze effecten worden in Tabel 3 en 4 uitgedrukt in de verandering van de gemeten ratio s. Daarna zal een uitspraak worden gedaan over de mate waarin een afwijking in een afzonderlijke parameter kan leiden tot een negatief oordeel over de financiële positie van de efficiënte netbeheerder en hoe waarschijnlijk het is dat deze afwijking zich voordoet. Gevoeligheidsanalyse elektriciteit Waarde bij Mutaties ten opzichte van waarde bij realisatie methode (2013) realisatie methode Volume OPEX Investeringen Renteniveau (2013) +1% punt (joj) 19 +1% punt (joj) +1% punt (joj) +1% punt (2010) Ratiowaarden in 2013 A: EBIT / rentelasten 2,62 + 0,54 (+20,4%) - 0,32 (-12,1%) - 0,02 (-0,8%) - 0,43 (-16,2%) B: (FFO + rentelasten) / rentelasten 4,22 + 0,43 (+10,2%) - 0,26 (-6,1%) - 0,02 (-0,5%) - 0,64 (-15,2%) C: FFO / vreemd vermogen 0, ,020 (+14,4%) - 0,012 (-8,5%) - 0,002 (-1,1%) - 0,008 (-5,4%) D: Vreemd verm. / Totaal verm. 0,54-0,014 (-2,6%) + 0,009 (+1,7%) + 0,003 (+0,6%) + 0,006 (+1,1%) Tabel 3: Gevoeligheidsanalyse elektriciteit (absolute en procentuele mutaties) Gevoeligheidsanalyse gas Waarde bij Mutaties ten opzichte van waarde bij realisatie methode (2013) realisatie methode Volume OPEX Investeringen Renteniveau (2013) +1% punt (joj) +1% punt (joj) +1% punt (joj) +1% punt (2010) Ratiowaarden in 2013 A: EBIT / rentelasten 2,86 + 0,37 (+12,9%) - 0,16 (-5,5%) - 0,01 (-0,5%) - 0,46 (-16,2%) B: (FFO + rentelasten) / rentelasten 4,26 + 0,29 (+6,9%) - 0,13 (-2,9%) - 0,01 (-0,3%) - 0,65 (-15,2%) C: FFO / vreemd vermogen 0, ,015 (+9,9%) - 0,006 (-4,2%) - 0,001 (-0,7%) - 0,008 (-5,4%) D: Vreemd verm. / Totaal verm. 0,47-0,008 (-1,7%) + 0,004 (+0,9%) + 0,002 (+0,4%) + 0,005 (+1,1%) Tabel 4: Gevoeligheidsanalyse gas (absolute en procentuele mutaties) Voor iedere parameter is aangegeven welke gevolgen een 1 procentpunt 20 toename heeft op de verschillende ratio s. De tabelresultaten moeten zo worden gelezen dat een stijging van de ratio s A, B en C en een daling van ratio D, leiden tot een betere financiële positie van de efficiënte netbeheerder. Een toename van het 19 Joj: jaar op jaar, wat betekent dat de mutatie zich in de vier opeenvolgende jaren ( ) in precies dezelfde mate (namelijk 1 %) manifesteert. Voor de ontwikkeling van het renteniveau wordt gewerkt met een eenmalige schok in 2010 (zie ook voetnoot 13). 20 Omdat de parameter in het model de ontwikkeling van bijvoorbeeld volume of OPEX uitdrukt betekent een toename van 1 procentpunt een 1 procentpunt hogere groei van de onderliggende grootheid (OPEX, investeringen, etc.). Als de groei van de OPEX eerst 2% per jaar bedroeg, bedraagt deze nu 3% per jaar. Het verschil tussen procent en procentpunt blijkt bovendien uit de context. 12

13 volume leidt, door een stijging van de inkomsten, tot een verbetering van de financiële positie. Een toename van de OPEX, investeringen en rentevoet leiden, door hogere kosten, tot een verslechtering van de financiële positie. Aan de resultaten is te zien dat het teken van de verandering in alle gevallen een resultaat laat zien dat verwacht mag worden. Uit de resultaten valt tevens op te maken dat de ratio s het meest gevoelig zijn voor verandering van één procentpunt in het volume en het renteniveau. De ratio s A en B zijn met name gevoelig voor schommelingen in het renteniveau, wat het gevolg is van de directe relatie van deze ratio s met de rentelasten. De ratio s C en D zijn met name gevoelig voor volumeschommelingen. Dit wordt veroorzaakt doordat meer volume leidt tot meer inkomsten en dus een beter operationeel resultaat. Hiermee wordt ratio C direct beïnvloed. Daarnaast leidt een beter operationeel resultaat (ceteris paribus) tot een lagere behoefte aan vreemd vermogen, wat zorgt voor een daling van ratio D. De ratio s (en daarmee de financiële positie van de netbeheerder) zijn dus het meest gevoelig voor een inschatting in de methode die afwijkt van de werkelijke ontwikkeling van het volume en het renteniveau. In het vervolg van de gevoeligheidsanalyse zal echter worden aangetoond dat de effectieve impact van juist deze parameters beperkt is, omdat het risico van een afwijking in de inschatting klein is. Wat niet uit Tabel 3 en 4 valt op te maken is dat de onderzochte stijging van één procentpunt geen goede vergelijking tussen de verschillende parameters mogelijk maakt. De investeringsontwikkeling fluctueert jaar op jaar met vele procenten, terwijl één procent toename in het volume al veel te noemen is. Daarom is gekeken naar de maximale (voor volume minimale) waarde die de parameter vier jaar achtereen kan aannemen (ceteris paribus) zonder in 2013 één van de normwaarden van de ratio s te overschrijden. Deze maximaal toegestane ontwikkeling is per parameter voor elektriciteit en gas weergegeven in Tabel 5. Anders dan in Tabel 3 en 4 betreft het hier geen ontwikkeling ten opzichte van de veronderstellingen in de methode, maar een ontwikkeling ten opzichte van het niveau van voorgaand jaar. De waarde +3,85% voor de ontwikkeling van de OPEX van elektriciteit geeft bijvoorbeeld aan dat de OPEX vier jaar achtereen met maximaal 3,85% kan stijgen, zonder dat daarbij één van de ratio s uit het BFBN doorbroken wordt. Een stijging van 3,85% jaar op jaar betekent dat in 2013 de OPEX 16,3% boven het huidige niveau (uit 2009) ligt. De drie andere parameters blijven gedurende deze jaren gelijk aan het niveau dat zij hebben volgens de veronderstellingen in de methode. Voor gas en elektriciteit geldt dat de normwaarden van ratio C (kritische ratio) doorbroken worden wanneer de maximaal toegestane ontwikkeling zich voordoet bij volume, OPEX of investeringen. De kritische ratio bij het renteniveau is voor zowel gas als elektriciteit ratio A. 13

14 Jaar-op-jaar groei in % (m.u.v. renteniveau) Volume 21 OPEX Investeringen Renteniveau 22 Maximaal toegestane ontwikkeling Elektriciteit - 1,64% + 3,85% + 25,5% + 2,8% punt Maximaal toegestane ontwikkeling Gas - 3,15% + 5,9% + 24,9% + 3,45% punt Maximaal gemeten ontwikkeling over één jaar - 0,26% + 6,14% + 46,9% + 1,1% punt Maximaal gemeten ontwikkeling over vier jaar +0,28% + 3,01% + 27,8% + 1,6% punt Tabel 5: Vergelijking maximaal toegestane ontwikkeling met maximaal gemeten ontwikkeling Om een beoordeling te kunnen geven over hoe ruim deze maximaal toegestane ontwikkeling is (hoe groot de buffer is die de ratio s uit het BFBN bieden) worden de waarden in Tabel 5 vergeleken met historische data over de ontwikkeling van deze parameters. Deze maximaal gemeten ontwikkeling wordt als referentiepunt gebruikt bij de kwalitatieve beoordeling. De werkwijze en resultaten van deze analyse zijn uitvoerig beschreven in Bijlage 4. Onder meer op basis van deze analyse komt de Energiekamer NMa tot de volgende beoordeling: Het lijkt zeer onwaarschijnlijk dat een afwijkende ontwikkeling van het volume (voor zowel gas als elektriciteit) leidt tot een doorbreking van de ratio s in Tabel 5 geeft aan dat er een aanzienlijke daling nodig is om ratio C tot op de normwaarde te laten dalen. Deze daling lijkt onrealistisch gezien het feit dat een dergelijke daling nooit eerder gemeten is. Het lijkt onwaarschijnlijk dat een afwijkende ontwikkeling van de OPEX (voor zowel gas als elektriciteit) leidt tot een doorbreking van de ratio s in 2013, omdat deze zich niet eerder heeft voorgedaan. De kans is evenwel het grootst voor elektriciteit aangezien de maximaal toegestane ontwikkeling (zie Tabel 5) in de buurt ligt van de trend die zich heeft voorgedaan bij elektriciteit in de periode Het lijkt mogelijk dat een afwijkende ontwikkeling van de investeringen (voor zowel gas als elektriciteit) leidt tot een doorbreking van de ratio s in De maximaal toegestane ontwikkeling ligt voor zowel gas als elektriciteit onder de gemiddelde jaarlijkse stijging van het investeringsniveau in de meest recente jaren. Het lijkt zeer onwaarschijnlijk dat een afwijkende ontwikkeling van het renteniveau (voor zowel gas als elektriciteit) leidt tot een doorbreking van de ratio s in Tabel 5 geeft aan dat er een eenmalige renteschok nodig is van circa 3 (elektriciteit) of 4 (gas) procentpunt om Ratio A tot op de kritische waarde te krijgen. Een dergelijke schok kan beschouwd worden als een zeer uitzonderlijke macro-economische gebeurtenis, die zich in de recente geschiedenis in ieder geval niet heeft voorgedaan. 21 De maximaal gemeten ontwikkeling bij het volume betreft de maximaal gemeten daling. De maximale daling gemeten over vier jaar is een positief getal. 22 Zoals eerder aangegeven wordt de maximaal toegestane ontwikkeling van het renteniveau weergegeven als een eenmalige schok in De maximaal gemeten ontwikkeling (over 1 en 4 jaar) volgt uit de maximaal gemeten ontwikkeling van de 10-jaars reële rentevoet op een Nederlandse bedrijfsobligatie met credit rating A over de periode Op deze ontwikkeling wordt een tweejarig gemiddelde toegepast, zoals gebruikelijk in de berekening van de WACC, om de volatiliteit te dempen (zie ook Bijlage 2 van het Methodebesluit NE5R, Energiekamer NMa, augustus 2010). Aangezien de maximaal gemeten ontwikkeling geen eenmalige schok, maar een ontwikkeling over één, respectievelijk vier jaar betreft, vormen de hier weergegeven getallen (1,1% punt en 1,6% punt) een bovengrens voor het daadwerkelijk te verwachten effect. 14

15 Bijlage 1: Beschrijving van het model In deze bijlage wordt een beschrijving gegeven van het financiële model dat is gehanteerd in de financiële effectenanalyse. Allereerst wordt een beschrijving van het model op hoofdlijnen gegeven, vervolgens wordt meer gedetailleerd ingegaan op het systeem van rekenregels dat in het model is verwerkt. Beschrijving van het model op hoofdlijnen In Figuur 1 wordt een schematische beschrijving gegeven van het model. De input bestaat uit de volgende onderdelen: De uitgangspositie 2009, die gebaseerd wordt op een winst- en verliesrekening over 2009 en een balans ultimo 2009; De vastgestelde x-factoren voor de jaren ; Cijfers die de ontwikkeling van de belangrijkste parameterwaarden in het model vastleggen voor de periode Dit betreft de ontwikkeling (groei) van het volume, de OPEX, de investeringen en van het renteniveau (uitgedrukt in een schok in het geldende rentepercentage); Enkele aannames (met name over de wijze waarop investeringen gefinancierd worden) en enkele constanten. Ontwikkeling van parameterwaarden (input) Groei van Volume (%) Groei van OPEX (%) Groei van Investeringen (%) Groei (schok) in Renteniveau (%-punt) Uitgangspositie (input) Model W&V 2009 W&V 2010 W&V 2011 W&V 2012 W&V 2013 Vastgestelde x-factoren Aannames over financiering financiering financiering financiering financiering Diverse constanten Balans ultimo 2009 Balans ult Balans ult Balans ult Balans ult Output Ratio A Ratio B Ratio C Ratio D Rendement Figuur 1: Schematische beschrijving van het financiële model 15

16 Systeem van rekenregels Het model zelf bestaat uit een verzameling rekenregels die op elkaar ingrijpen. Grofweg doorloopt het model ieder jaar (2010 tot en met 2013) de volgende vier stappen: 1. Berekenen van de investeringen: de investeringen in jaar t worden berekend door het niveau in jaar t-1 te laten toenemen met het voor jaar t geldende groeipercentage. 2. Opstellen van de winst- en verliesrekening: wanneer de investeringen bekend zijn, kan het operationele resultaat worden berekend. Dit komt als volgt tot stand: Het volume voor jaar t wordt verkregen door het niveau in jaar t-1 te laten toenemen met het voor jaar t geldende groeipercentage; Het tarief voor jaar t wordt verkregen door het tarief in jaar t-1 te laten afnemen met de in jaar t geldende x-factor; De totale omzet in jaar t volgt uit het vermenigvuldigen van tarief en volume; De OPEX voor jaar t wordt verkregen door het niveau in jaar t-1 te laten toenemen met het voor jaar t geldende groeipercentage; De afschrijvingskosten volgen uit de som van het afschrijvingsbedrag over de GAW ultimo 2009 (zie Bijlage 3), plus de afschrijvingskosten over de nieuw verrichte investeringen vanaf Deze nieuwe investeringen worden verondersteld op 1 juli van jaar t te zijn gedaan en worden afgeschreven over een gemiddelde afschrijvingstermijn van ongeveer 40 jaar (zie Bijlage 3 voor exacte cijfers); De EBIT (Earnings Before Interest and Tax) komt tot stand door de OPEX en de afschrijvingskosten af te trekken van de totale omzet; De rentelasten worden berekend door het in jaar t geldende rentepercentage te vermenigvuldigen met het bedrag aan vreemd vermogen dat ultimo jaar t-1 op de balans staat. Dit betreft een benadering omdat over nieuw aangetrokken leningen (verminderd met de aflossingen) eveneens rente moet worden betaald. Deze benadering is echter gedaan om een kringverwijzing in het model te voorkomen; De nettowinst komt tot stand door de belastingen (25,5%) af te trekken van het verschil tussen de EBIT en de rentelasten; De Free Funds from Operation bedragen de nettowinst vermeerderd met de afschrijvingen. 3. Financiering van benodigd vermogen: eerst wordt in het model het benodigde vermogen berekend. Het benodigd vermogen is gelijk aan het bedrag dat nodig is voor aflossingen, investeringen en dividend. Aflossingen: Ieder jaar dient een deel van het vreemd vermogen te worden afgelost. Omdat niet bekend is welke verplichtingen de netbeheerder precies heeft, wordt gewerkt met een benadering. Aangenomen wordt dat ieder jaar 11% van het bedrag aan vreemd vermogen ultimo jaar t-1 aan aflossingen wordt betaald. 23 Investeringen: Een belangrijke aanname in het model is dat alle geplande investeringen noodzakelijk zijn en daarom altijd worden uitgevoerd. Het vooraf berekende bedrag aan investeringen dient dus volledig gefinancierd te worden. 23 Deze aanname van 11% aflossing is gebaseerd op de normwaarde van ratio C, zie ook Bijlage 2. 16

17 Dividend: wanneer nettowinst wordt behaald, wordt 40% van dit bedrag gereserveerd als dividenduitkering. In de praktijk wordt dit bedrag pas uitgekeerd nadat alle activiteiten gefinancierd zijn. Omdat in het gehanteerde model slechts één financieringsronde bestaat wordt deze reservering direct als een te financieren verplichting gezien. Volgens de Pecking Order Theory zou het benodigde vermogen als volgt moeten worden gefinancierd: Eerst wordt kasgeld gebruikt voor het financieren van activiteiten. Aangezien er in het gebruikte model geen kortlopende activa zijn opgenomen op de balans, bestaat deze post exact uit de Free Funds from Operation (FFO); Daarna wordt vreemd vermogen aangetrokken, omdat vreemd vermogen goedkoper is dan eigen vermogen. De efficiënte netbeheerder zal om die reden proberen een zo groot mogelijk deel van het benodigde vermogen aan te trekken als vreemd vermogen; Als laatste optie wordt eigen vermogen aangetrokken. Een netbeheerder trekt alleen eigen vermogen aan als hij er niet in slaagt het benodigde vermogen als vreemd vermogen aan te trekken. Het laten inhouden van dividend maakt daar eveneens onderdeel van uit. In het gehanteerde model bestaat gaan harde kredietlimiet, wat betekent dat de netbeheerder onbeperkt toegang heeft tot vreemd vermogen en de gearing onbeperkt kan oplopen. In het model wordt het benodigde vermogen als volgt gefinancierd: Wanneer het benodigde vermogen groter is dan de FFO wordt de volledige FFO gebruikt en het restant gefinancierd met vreemd vermogen. Het eigen vermogen blijft constant; Wanneer het benodigde vermogen kleiner is dan de FFO wordt geen nieuwe lening aangetrokken. Het totale vreemd vermogen daalt dus omdat er wel altijd wordt afgelost. Wat overblijft van de FFO na aftrek van het benodigd vermogen wordt toegevoegd aan het eigen vermogen. Zoals eerder besproken bevat het model geen restricties die er voor zorgen dat de netbeheerder automatisch een beroep doet op de aandeelhouder bij het bereiken van zijn kredietlimiet. Een voor de handliggende kredietlimiet zou bijvoorbeeld ratio D zijn, zoals gedefinieerd in het BFBN (zie ook Bijlage 2). Deze ratio bepaalt dat het totale vermogen uit maximaal 70% vreemd vermogen mag bestaan, zodat de netbeheerder geen onbeperkte toegang heeft tot vreemd vermogen. 4. Berekenen van de balans: de vereenvoudigde balans kent slechts drie posten, te weten aan de passiva zijde het eigen vermogen en het vreemd vermogen, en aan de activa zijde de gestandaardiseerde activawaarde. De jaarlijkse mutaties volgen uit de in stap 3 genomen financieringsbeslissingen: De Gestandaardiseerde Activa Waarde neemt ieder jaar toe met de waarde van nieuwe investeringen en neemt af met het totale bedrag aan afschrijvingen. Er wordt aangenomen dat er geen desinvesteringen of andere uitzonderlijke gebeurtenissen plaatsvinden. Het vreemd vermogen neemt eerst af met de aflossingen (standaard 11%) en neemt vervolgens weer toe met het bedrag aan nieuw aangetrokken leningen. Dit laatste bedrag kan ook nul zijn wanneer er sprake is van een zeer hoog operationeel resultaat (FFO). Het eigen vermogen neemt toe met het bedrag dat na uitkering van dividend resteert aan nettowinst. Wanneer sprake is van een netto verlies komt dit volledig voor rekening van het eigen vermogen. 17

18 Output Wanneer deze vier stappen voor alle jaren tot en met 2013 zijn uitgevoerd kan de output worden berekend. De output bestaat uit de vier ratio s uit het BFBN en het rendement op geïnvesteerd vermogen voor de jaren 2010 tot en met De ratio s worden berekend volgens de definities zoals gegeven in Bijlage 2. Het rendement op geïnvesteerd vermogen volgt uit de deling van de EBIT door het totale vermogen (eigen vermogen plus vreemd vermogen). 18

19 Bijlage 2: Toelichting ratio s Besluit Financieel Beheer Netbeheerder Het BFBN kent een viertal financiële ratio s die zijn afgeleid van de methodiek die Credit Rating Agencies hanteren. De ratio s worden door de Energiekamer NMa gebruikt om de financiële positie van netbeheerders te monitoren. De financiële ratio s uit het BFBN zijn toegelicht in Tabel 6. Ratio A. EBIT/bruto rentelasten Het bedrijfsresultaat moet minimaal 1,7 keer zo hoog zijn als de rentelasten Het bedrijfsresultaat voor rente en belastingen gedeeld door de bruto rentelasten. B. (FFO 24 + bruto rentelasten)/bruto rentelasten De operationele kasstroom moet minimaal 2,5 keer zo hoog zijn als de rentelasten De som van de netto winst uit gewone bedrijfsuitoefening, afschrijvingen, amortisatie, latente belastingen, overige kostenposten waarvoor geen kasgeld noodzakelijk is en bruto rentelasten gedeeld door de bruto rentelasten. C. FFO/Totale schuld De operationele kasstroom moet hoog genoeg zijn om in maximaal 9 jaar de schulden af te lossen De som van de netto winst uit gewone bedrijfsuitoefening, afschrijvingen, amortisatie, latente belastingen en overige kostenposten waarvoor geen kasgeld noodzakelijk is gedeeld door de totale schuld. D. Totale schuld/ (Totale schuld + Eigen Vermogen) Maximaal 60% (gesplitste netbeheerder)/70% (niet gesplitst) van het vermogen mag bestaan uit schulden (gearing) De totale schuld gedeeld door de som van de totale schuld en het eigen vermogen inclusief minderheidsbelangen en preferente aandelen. Tabel 6: Ratio s uit het BFBN Grenswaarde Ten minste 1,7 Ten minste 2,5 Ten minste 0,11 (11 %) Maximaal 0,6/0,7 (60% 25 /70 %) 24 De FFO (free funds from operation) is in het model gelijkgesteld aan de nettowinst plus afschrijvingen (zie ook Bijlage 1). 25 De grenswaarde voor ratio D hangt bij gesplitste netbeheerders af van de hoogte van de investeringsreserve. Voor de analyses zoals weergegeven in deze rapportage is uitsluitend gebruik gemaakt van de grens van 70% gearing. 19

20 Bijlage 3: Beschrijving van inputdata Deze bijlage bevat de beschrijving van de inputdata die gebruikt is in het model. De data worden per categorie weergegeven, voor gas en elektriciteit in één tabel. De gehanteerde categorieën volgens uit het schema in Figuur 1 in Bijlage 1. In alle gevallen betreft het data voor de efficiënte netbeheerder, hetgeen in de meeste gevallen betekent dat het getal volgt uit de optelling van de betreffende bedragen van de individuele netbeheerders. Winst- en verliesrekening 2009 en balans ultimo 2009 In Tabel 7 zijn de onderdelen van de winst- en verliesrekening 2009 en de balans ultimo 2009 weergegeven. De bron van deze data is de productiviteitsdata over het jaar 2009, de berekening van de WACC en de berekening van de kapitaalkosten zoals gebruikt voor de methodebesluiten NG4R en NE5R. Alle bedragen in en prijspeil 2009 Elektriciteit Gas Winst- en verliesrekening 2009 Totale omzet Volume (in eenheden) Tarief 1 1 OPEX Balans ultimo 2009 Eigen Vermogen Vreemd Vermogen Gestandaardiseerde Activa Waarde (GAW) Overige items Totale investeringen Rentepercentage (in %) 4,318 4,318 Tabel 7: Winst- en verliesrekening 2009 en balans ultimo 2009 Opmerkingen bij deze data: De omzet 2009 is tot stand gekomen door de begininkomsten 2010 terug te rekenen naar 2009 met behulp van de x-factor zoals deze geldt voor de periode In de omzet van gas is om deze reden de aansluitdienst meegenomen (deze zijn immers onderdeel van de begininkomsten 2010). Op de omzet van de aansluitdienst gas is de x-factor echter niet toegepast, aangezien deze nog niet werd gereguleerd in Het volume is kunstmatig afgeleid uit de omzet, omdat het volume zoals weergegeven in de Codatasets niet optelbaar is (vanwege de diverse categorieën). Dit is echter geen vereiste, omdat ook het tarief een kunstmatig waarde heeft gekregen ( 1.000). Beide waarden kennen een procentuele ontwikkeling, en zijn dus schaalbaar. Wanneer het volume met het tarief vermenigvuldigd wordt, betreft het weer echte euro s. De OPEX en GAW zijn inclusief kosten en activawaarde voor Objectiveerbare Regionale Verschillen (de verschillen tussen individuele netbeheerders verdwijnen bij het accumuleren van de data). De balans is sterk versimpeld weergegeven waarbij kortlopende schulden en tegoeden, kasgeld en werkkapitaal allen op nul zijn gesteld, conform de regulatorische aannames hierover. De investeringen zijn inclusief de Aanmerkelijke Investeringen. 20

In onderstaand memo licht NBNL het onderwerp Toetsingskader begininkomsten onder de huidige wetgeving toe.

In onderstaand memo licht NBNL het onderwerp Toetsingskader begininkomsten onder de huidige wetgeving toe. 4. Memo toetsingskader begininkomsten bij huidig wettelijk kader Aanleiding Als voorlopige reactie van ACM op de presentatie van NBNL tijdens de klankbordgroep van 29 juni 2015 stelt ACM ter zake van het

Nadere informatie

Verslag afzonderlijke boekhouding verslagjaar 2014. artikel 43 lid 9 Elektriciteitswet artikel 32 lid 11 Gaswet

Verslag afzonderlijke boekhouding verslagjaar 2014. artikel 43 lid 9 Elektriciteitswet artikel 32 lid 11 Gaswet Verslag afzonderlijke boekhouding verslagjaar 2014 artikel 43 lid 9 Elektriciteitswet artikel 32 lid 11 Gaswet Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Financieel verslag N.V. RENDO... 4 2.1 Balans... 4 2.2

Nadere informatie

Verslag afzonderlijke boekhouding verslagjaar 2013. artikel 43 lid 9 Elektriciteitswet artikel 32 lid 11 Gaswet

Verslag afzonderlijke boekhouding verslagjaar 2013. artikel 43 lid 9 Elektriciteitswet artikel 32 lid 11 Gaswet Verslag afzonderlijke boekhouding verslagjaar 2013 artikel 43 lid 9 Elektriciteitswet artikel 32 lid 11 Gaswet Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Financieel verslag N.V. RENDO... 4 2.1 Balans... 4 2.2

Nadere informatie

Working Paper. Winstenonderzoek TenneT 2011 en 2012

Working Paper. Winstenonderzoek TenneT 2011 en 2012 Working Paper Winstenonderzoek TenneT 2011 en 2012 Directie Energie Maart 2014 2/36 Winstenonderzoek TenneT 2011 en 2012 3/36 ACM Working Paper 2014.2 Directie Energie 4/36 ACM Working Papers ISSN 2352-0442

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 29303 29 oktober 2013 Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 28 oktober 2013, nr. IENM/BSK-2013/239467,

Nadere informatie

GEREGULEERDE JAARREKENING 2011

GEREGULEERDE JAARREKENING 2011 GEREGULEERDE JAARREKENING 2011 GEREGULEERDE JAARREKENING 2011 KERNCIJFERS Ratio s besluit financieel beheer netbeheerder *1 (Artikel 2, lid 1a tot en met lid 1d) Norm Eenheid 2011 2010 EBIT x mln. 236,8

Nadere informatie

Working Paper. Winstenonderzoek TenneT 2013

Working Paper. Winstenonderzoek TenneT 2013 Working Paper Winstenonderzoek TenneT 2013 Directie Energie December 2014 2/32 Winstenonderzoek TenneT 2013 3/32 ACM Working Paper 2014-4 Directie Energie 4/32 ACM Working Papers ISSN 2352-0442 ACM Working

Nadere informatie

Verslag afzonderlijke boekhouding verslagjaar 2012. artikel 43 lid 9 Elektriciteitswet artikel 32 lid 11 Gaswet

Verslag afzonderlijke boekhouding verslagjaar 2012. artikel 43 lid 9 Elektriciteitswet artikel 32 lid 11 Gaswet Verslag afzonderlijke boekhouding verslagjaar 2012 artikel 43 lid 9 Elektriciteitswet artikel 32 lid 11 Gaswet Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Financieel verslag op basis van gereguleerde cijfers N.V.

Nadere informatie

Klankbordgroep Methodebesluiten Netbeheer Elektriciteit en Gas september2013

Klankbordgroep Methodebesluiten Netbeheer Elektriciteit en Gas september2013 Klankbordgroep Methodebesluiten Netbeheer Elektriciteit en Gas 2014-2016 10 september2013 Onderwerpen brede klankbordgroep voor methodebesluiten RNB s, GTS, TenneT WACC Aanpassen begininkomsten ( one-off

Nadere informatie

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V.

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V. BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V. VERONDERSTELLINGEN Vraagprijs 2.500.000 (pand en inventaris). Inkomsten: In totaal 40 kamers; Bezetting kamers: T1 45%, T2 52%, T3 63%, vanaf T4 en verder 68%;

Nadere informatie

Economische waarde voor de waardering van de onderneming

Economische waarde voor de waardering van de onderneming Economische waarde voor de waardering van de onderneming Kort geleden werd het volgende artikel gepubliceerd: Waardebepaling rammelt aan alle kanten. Een Registeraccountant had in het kader van een geschillenwaardering

Nadere informatie

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering Kanttekeningen bij de Begroting 2015 Paragraaf 4 Financiering Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Financieringsbehoefte = Schuldgroei... 4 3 Oorzaak van Schuldgroei : Investeringen en Exploitatietekort... 5 4 Hoe

Nadere informatie

Addendum op het prospectus voor de certificaten van aandelen van Stichting Administratiekantoor Certificaten Ecovat Holding

Addendum op het prospectus voor de certificaten van aandelen van Stichting Administratiekantoor Certificaten Ecovat Holding Addendum op het prospectus voor de certificaten van aandelen van Stichting Administratiekantoor Certificaten Ecovat Holding In dit document vindt u informatie die hoort bij het prospectus van 11 april

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa Handelsdebiteuren 1.624

Nadere informatie

BETER BED HOLDING NV HALFJAARCIJFERS 2009

BETER BED HOLDING NV HALFJAARCIJFERS 2009 BETER BED HOLDING NV HALFJAARCIJFERS 2009 Beter Bed Holding N.V. halfjaarcijfers 2009 1 Inhoudsopgave 1. Geconsolideerde balans. 3 2. Geconsolideerde winst-en-verliesrekening.. 4 3. Geconsolideerd kasstroomoverzicht.....

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa

Nadere informatie

De gemiddelde vermogenskosten en optimale vermogensstructuur

De gemiddelde vermogenskosten en optimale vermogensstructuur Hoofdstuk 5 De gemiddelde vermogenskosten en optimale vermogensstructuur 5.1 Inleiding In de vorige hoofdstukken hebben we het vreemd vermogen en het eigen vermogen van een onderneming besproken. De partijen

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2015. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2015. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2015 Balans per 30 juni 2015 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2015 31 december 2014 Vaste activa Immateriële vaste activa

Nadere informatie

Bijlage 1 bij het gewijzigd methodebesluit netbeheerder van het net op zee TenneT Uitwerking van de methode in rekenkundige formules

Bijlage 1 bij het gewijzigd methodebesluit netbeheerder van het net op zee TenneT Uitwerking van de methode in rekenkundige formules Ons kenmerk Zaaknummer : ACM/UIT/505482 : ACM/18/033723 Bijlage 1 bij het gewijzigd methodebesluit netbeheerder van het net op zee TenneT 2017-2021 Uitwerking van de methode in rekenkundige formules ACM/UIT/505482

Nadere informatie

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk www.jooplengkeek.nl belangrijk 1 Liquiditeitskengetallen Current ratio Quick ratio Working capital (werkkapitaal) Cashflow Kengetallen Kengetallen zijn verhoudingsgetallen, ze geven de verhouding aan tussen

Nadere informatie

Klankbordgroep REG2017 grootste (mogelijke) wijzigingen t.o.v. ontwerpmethodebesluiten. 15 augustus 2016

Klankbordgroep REG2017 grootste (mogelijke) wijzigingen t.o.v. ontwerpmethodebesluiten. 15 augustus 2016 Klankbordgroep REG2017 grootste (mogelijke) wijzigingen t.o.v. ontwerpmethodebesluiten 15 augustus 2016 Agenda voor vandaag 1. Opening 13:00-13:10 2. Proces 13:10-13:20 3. WACC inflatievergoeding 13:20-14:00

Nadere informatie

Rendementseis preferente aandelen bij bedrijfsopvolging

Rendementseis preferente aandelen bij bedrijfsopvolging Jaarcongres Overname Adviseurs Rendementseis preferente aandelen bij bedrijfsopvolging cdenneboom@valuepro.nl Voorstellen Voorstellen Register Valuator Master in Business Valuation Register adviseur bedrijfsopvolging

Nadere informatie

Leningen en kasstromen

Leningen en kasstromen 2015 Leningen en kasstromen Onderzoek ikv artikel 213a van de gemeentewet Otto Mekel JS Consultancy 9/21/2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 1.1 Aanleiding van het onderzoek... 2 1.2 Onderzoeksvragen...

Nadere informatie

Oefenopgaven Hoofdstuk 8

Oefenopgaven Hoofdstuk 8 Oefenopgaven Hoofdstuk 8 Opgave 1 Hazelkoning Onderneming Hazelkoning NV heeft 7 jaar geleden een obligatielening uitgegeven met een oorspronkelijke looptijd van 30 jaar. De couponrente van de lening bedraagt

Nadere informatie

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB 1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44

Samenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44 Samenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44 Samenvatting door een scholier 2184 woorden 5 april 2011 6,7 25 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 41 Regels voor de

Nadere informatie

123WatEenSite C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam

123WatEenSite C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 3 Voorwoord 4 Resultaten 5 Financiële positie 7 Ondertekening van de accountantsrapportage 9 Jaarstukken 2008 Jaarrekening

Nadere informatie

Pagina. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Bijlage 1 bij het methodebesluit netbeheerder van het net op zee TenneT

Pagina. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Bijlage 1 bij het methodebesluit netbeheerder van het net op zee TenneT Pagina 1/7 Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Postbus 16326 2500 BH Den Haag T 070 722 20 00 F 070 722 23 55 info @acm.nl www.acm.nl www.consuwijzer.nl Ons kenmerk: ACM/DE/2016/205076 Zaaknummer: 16.0140.52

Nadere informatie

BIJLAGE B BIJ X-FACTORBESLUIT

BIJLAGE B BIJ X-FACTORBESLUIT Nederlandse Mededingingsautoriteit BIJLAGE B BIJ X-FACTORBESLUIT Nummer: 101847-69 Betreft: Bijlage B bij het besluit tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering ingevolge

Nadere informatie

TOETSVRAGEN ONDERDEEL JAARREKENINGLEZEN VAN DE BEROEPSOPLEIDING ADVOCATUUR. 18 februari UUR NAJAARSCYCLUS 2010 EN INHALERS

TOETSVRAGEN ONDERDEEL JAARREKENINGLEZEN VAN DE BEROEPSOPLEIDING ADVOCATUUR. 18 februari UUR NAJAARSCYCLUS 2010 EN INHALERS TOETSVRAGEN ONDERDEEL JAARREKENINGLEZEN VAN DE BEROEPSOPLEIDING ADVOCATUUR 18 februari 2011 12.00 13.00 UUR NAJAARSCYCLUS 2010 EN INHALERS Naam :..... Cursusgroep :..... a: U hebt voor deze toets 60 minuten

Nadere informatie

Mutatie ( miljoen) Mutatie 2009* in %

Mutatie ( miljoen) Mutatie 2009* in % Tweede kwartaal/eerste halfjaar 2010 26 augustus 2010 Halfjaarbericht Hoofdpunten Omzet met 10,8% gestegen naar 7,1 miljard (stijging van 4,4% tegen constante wisselkoersen) Bedrijfsresultaat met 17,6%

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 30 juni 2011 25 augustus 2011 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 30 juni 2011 2 Winst- en verliesrekening over

Nadere informatie

Gevolgen CBb-uitspraak en update WACC 1. Rebel: Draft report The WACC for the Dutch TSO s and DSO s 2. Rebel: Memo Resultaten actualisatie WACC

Gevolgen CBb-uitspraak en update WACC 1. Rebel: Draft report The WACC for the Dutch TSO s and DSO s 2. Rebel: Memo Resultaten actualisatie WACC Notitie WACC Onderwerp Bijlagen Gevolgen CBb-uitspraak en update WACC 1. Rebel: Draft report The WACC for the Dutch TSO s and DSO s 2. Rebel: Memo Resultaten actualisatie WACC Aanleiding Op 28 september

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2016 Balans per 30 juni 2016 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2016 31 december 2015 Vaste activa Immateriële vaste activa

Nadere informatie

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg Burgemeester Kengenstraat 46 6336 BK Hulsberg Jaarrekening 215/216 INHOUD JAARREKENING 1 Samenstellingsverklaring 2 Resultaat 3 Financiële positie 4 Grafieken 5 Fiscale positie JAARREKENING 1 Balans 2

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 371 Kredietcrisis Nr. 286 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 27 november

Nadere informatie

Geconsolideerde winst- en verliesrekening

Geconsolideerde winst- en verliesrekening Jaaroverzicht Geconsolideerde winst- en verliesrekening Opbrengsten 17.123 16.133 Overige baten 64 239 Grondstoffen, materialen en diensten (10.966) (10.291) Personeelslasten (2.838) (2.665) Afschrijvingen,

Nadere informatie

Toepassen van Adjusted Present Value

Toepassen van Adjusted Present Value Toepassen van Adjusted Present Value Blz. 1 van 8 In deze bijdrage wordt ingegaan op het berekenen van economische waarde. Naast de bekende discounted cash flow (DCF) methode wordt ook wel gebruik gemaakt

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening... 3 2.1 Balans per 31 12 2015 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2015...

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 HOOFDSTUK 9 Opgave 1 a. Het kasstroomoverzicht wordt gemaakt om inzicht te verschaffen in de dynamische liquiditeit van de onderneming. Oftewel de liquiditeit gedurende het boekjaar. Zoals u inmiddels

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34546 13 oktober 2015 Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 12 oktober 2015, nr. IENM/BSK-2015/ 197529,

Nadere informatie

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

Collegevoorstel. Zaaknummer: 00378506. Onderwerp: BEC motie rekentool begroting 2014

Collegevoorstel. Zaaknummer: 00378506. Onderwerp: BEC motie rekentool begroting 2014 Zaaknummer: 00378506 Onderwerp: BEC motie rekentool begroting 2014 Collegevoorstel Inleiding Bij de begrotingsbehandeling 2014 is unaniem een motie van het CDA aangenomen waarin u wordt verzocht de toepasbaarheid

Nadere informatie

7 Aansluitingsoverzicht van de eerste toepassing van IFRS

7 Aansluitingsoverzicht van de eerste toepassing van IFRS 7 Aansluitingsoverzicht van de eerste toepassing van Vanaf boekjaar 2005 past de Groep toe als basis voor haar rapportage. De jaarrekening van 2005 bevat vergelijkende cijfers over het boekjaar 2004 die

Nadere informatie

46/ Stap 2: bepalen van de begininkomsten

46/ Stap 2: bepalen van de begininkomsten zijn dan voor netbeheerders uit andere landen. In het algemeen is de kans op over- of onderprestatie rond het middelpunt van de bandbreedte symmetrisch. 174. ACM heeft geen specifieke reden om aan te nemen

Nadere informatie

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg Burgemeester Kengenstraat 46 6336 BK Hulsberg Jaarrekening 214/215 INHOUD JAARREKENING 1 Samenstellingsverklaring 2 Resultaat 3 Financiële positie 4 Grafieken 5 Fiscale positie JAARREKENING 1 Balans 2

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

KWARTAALRAPPORTAGE Q VASTGOED FUNDAMENT FONDS N.V.

KWARTAALRAPPORTAGE Q VASTGOED FUNDAMENT FONDS N.V. KWARTAALRAPPORTAGE Q4 2017 VASTGOED FUNDAMENT FONDS N.V. 12 JANUARI 2018 Inhoud 1. Management samenvatting... 2 2. Financiële rapportage: 4 e kwartaal 2017... 3 3. Verklarende begrippen en definities...

Nadere informatie

Stichting Hope of the Nations M.F. Lodewijk Hogeweg 16D 8278 BC Kamperveen

Stichting Hope of the Nations M.F. Lodewijk Hogeweg 16D 8278 BC Kamperveen M.F. Lodewijk Hogeweg 16D 8278 BC Kamperveen INHOUDSOPGAVE Pagina Rapportage 3 Voorwoord 4 Resultaten 5 Financiële positie 7 Jaarstukken 2011 Jaarrekening 9 Balans per 31 december 2011 10 Winst-en-verliesrekening

Nadere informatie

Pagina 1/16. Bijlage 1 Uitwerking van de methode in formules. Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/DJZ/2016/201589

Pagina 1/16. Bijlage 1 Uitwerking van de methode in formules. Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/DJZ/2016/201589 Ons kenmerk: Zaaknummer: 16.0109.52 ACM/DJZ/2016/201589 Pagina 1/16 Bijlage 1 Uitwerking van de methode in formules Bijlage bij het methodebesluit met kenmerk ACM/DJZ/2016/201584 T 070 722 20 00 F 070

Nadere informatie

Tussentijdse rapportage 2016 mrt van:

Tussentijdse rapportage 2016 mrt van: Tussentijdse rapportage 216 mrt van: Tussentijdse rapportage 1 van 16 8-5-216 RESULTAAT IN EURO Ontwikkeling van opbrengsten en kosten Zoals blijkt uit de winst-en-verliesrekening bedraagt het resultaat

Nadere informatie

Geconsolideerde winst- en verliesrekening

Geconsolideerde winst- en verliesrekening Geconsolideerde winst- en verliesrekening Bedragen in miljoenen euro's Eerste halfjaar 2009 Eerste halfjaar 2008 1 Gehele jaar 2008 Doorlopende bedrijfsactiviteiten Netto-omzet uit hoofde van leveringen

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2013 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

Aantal werknemers * Het resultaat na belasting en het eigen vermogen zijn gedeeld door aandelen.

Aantal werknemers * Het resultaat na belasting en het eigen vermogen zijn gedeeld door aandelen. Persbericht N.V. Bever Holding heeft over het eerste halfjaar 2015 een negatief resultaat voor belastingen behaald van 1.412.000 als gevolg van een negatieve exploitatie uit vastgoed van 188.000, netto

Nadere informatie

Financieel verslag 2010 van Zeeland Investments Beheer BV te Middelburg

Financieel verslag 2010 van Zeeland Investments Beheer BV te Middelburg Financieel verslag 2010 van Zeeland Investments Beheer BV te Middelburg INHOUDSOPGAVE bij het financieel verslag 2010 pagina JAARVERSLAG Algemeen 4 JAARREKENING 1. Balans per 31 december 2010 7 en 8 2.

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

BIJLAGE B BIJ ONTWERP X-FACTORBESLUIT

BIJLAGE B BIJ ONTWERP X-FACTORBESLUIT Nederlandse Mededingingsautoriteit BIJLAGE B BIJ ONTWERP X-FACTORBESLUIT Nummer: 101847-57 Betreft: Bijlage B bij het besluit tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering

Nadere informatie

VBI WINKELFONDS NV ANNEXUM. Directie Annexum Beheer B.V. WTC, G-Toren Strawinskylaan 485 1077 XX Amsterdam HALFJAARBERICHT 2012

VBI WINKELFONDS NV ANNEXUM. Directie Annexum Beheer B.V. WTC, G-Toren Strawinskylaan 485 1077 XX Amsterdam HALFJAARBERICHT 2012 1 Halfjaarbericht 2012 VBI Winkelfonds NV ANNEXUM VBI WINKELFONDS NV HALFJAARBERICHT 2012 Directie Annexum Beheer B.V. WTC, G-Toren Strawinskylaan 485 1077 XX Amsterdam 2 Halfjaarbericht 2012 VBI Winkelfonds

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

Klankbordgroep REG2017. 8 e bijeenkomst 11 december 2015

Klankbordgroep REG2017. 8 e bijeenkomst 11 december 2015 Klankbordgroep REG2017 8 e bijeenkomst 11 december 2015 Agenda voor vandaag 1. Opening 10:00-10:10 2. Voorlopige agendapunten volgende bijeenkomsten 10:10-10:15 3. Statische efficiëntie TenneT 10:15-11:00

Nadere informatie

HUNTER DOUGLAS RESULTATEN EERSTE HALFJAAR 2015

HUNTER DOUGLAS RESULTATEN EERSTE HALFJAAR 2015 Voor publicatie: 5 augustus 2015 08.00 uur HUNTER DOUGLAS RESULTATEN EERSTE HALFJAAR 2015 Rotterdam, 5 augustus 2015 - Hunter Douglas, wereldmarktleider in raambekleding (Luxaflex ) en een vooraanstaand

Nadere informatie

Netbeheer Nederland Visie van investeerders financiële marktpartijen

Netbeheer Nederland Visie van investeerders financiële marktpartijen www.pwc.nl Netbeheer Nederland Visie van investeerders en financiële marktpartijen ten aanzienn van de vermogenkostenvergoeding January 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding en samenvatting 3 2. Opzet interviews

Nadere informatie

Halfjaarcijfers MTY. Bussum, 29 augustus 2014

Halfjaarcijfers MTY. Bussum, 29 augustus 2014 Bussum, 29 augustus 2014 Halfjaarcijfers MTY MTY Holdings (hierna: MTY ) bericht hierbij over de ontwikkelingen en de resultaten over het eerste halfjaar van 2014. MTY merkt daarbij op dat de bedrijfsactiviteiten

Nadere informatie

Vinc Vastgoed Management I B.V. gevestigd te Rotterdam

Vinc Vastgoed Management I B.V. gevestigd te Rotterdam #ORG=saa#VES=rdm#PAP=vbl Vinc Vastgoed Management I B.V. gevestigd te Rotterdam Financieel verslag over het boekjaar 1-1-2014 / 30-6-2014 #ORG=saa#VES=rdm#PAP=vlg Vinc Vastgoed Management I B.V., Rotterdam

Nadere informatie

Resultaten eerste halfjaar Dico International

Resultaten eerste halfjaar Dico International PERSBERICHT Bussum, 29 augustus 2014 Blijvende interesse in beursnotering Resultaten eerste halfjaar Dico International NV Dico International (Dico) heeft in de eerste zes maanden de instandhoudingskosten

Nadere informatie

Stichting Kringloopcentrum Spullenhulp, SOEST inzake de jaarrekening 2012

Stichting Kringloopcentrum Spullenhulp, SOEST inzake de jaarrekening 2012 , SOEST inzake de jaarrekening 2012 INHOUDSOPGAVE Pagina JAARREKENING Balans per 31 december 2012 2 Winst- en verliesrekening over 2012 4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 5 Toelichting op

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening (x 1.000)... 3 2.1 Balans per 31 12 2016 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening

Nadere informatie

1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2

1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2 Jaarrekening 2016 van : Samenwerkend U.A., Inhoudsopgave Pagina 1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2 Jaarrekening 2016 I: Balans per 31 december 2016 3 II: Winst- en verliesrekening

Nadere informatie

www.boekhouder.be Wat is de waarde van een onderneming?... 4 De Discounted Cash Flow-methode (DFC)... 6

www.boekhouder.be Wat is de waarde van een onderneming?... 4 De Discounted Cash Flow-methode (DFC)... 6 door Inhoud Over omzet, nettowinst, ebit, ebitda,...... 1 Omzet... 1 Brutowinst... 1 Ebitda... 2 EBITDA... 2 Ebit... 3 Winst voor belastingen... 3 Nettowinst... 3 En toen was er ook nog de r...... 3 Wat

Nadere informatie

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN Berenschot Evaluatie wet VTH Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN 22 mei 2017 Bijlage 3. Analyse financiële ratio s omgevingsdiensten Inleiding In deze

Nadere informatie

Financieel verslag 2015

Financieel verslag 2015 Financieel verslag 2015 Inhoud Jaarrekening 2 Balans per 31 december 2015 3 Winst- en verliesrekening 2015 4 Toelichting op de balans en winst- en verliesrekening 5 Overige gegevens 10 Statutaire regeling

Nadere informatie

Xior Group NL B.V. te Antwerpen

Xior Group NL B.V. te Antwerpen Xior Group NL B.V. te Antwerpen Publicatierapport over de periode 1 oktober 2015 tot en met 10 december 2015 Opmerking: De vennootschap is per 11 december 2015 verdwenen als gevolg van een fusie met Xior

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V.

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101750_9-5 Betreft: Besluit tot vaststelling van de maximum nettarieven elektriciteit voor het jaar 2005 zoals bedoeld in artikel 41c, eerste lid van

Nadere informatie

Benchmarkrapport Kinderopvang. Kinderopvang Het Voorbeeld September 2012

Benchmarkrapport Kinderopvang. Kinderopvang Het Voorbeeld September 2012 Benchmarkrapport Kinderopvang September 2012 LET OP! De gegevens in dit document zijn bedoeld als voorbeeld en daarom fictief, enige overeenkomst met de werkelijkheid berust op toeval. Pagina 1 / 14 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2012

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2012 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 30 juni 2012 28 augustus 2012 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 30 juni 2012 2 Winst- en verliesrekening over

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2014 2011 EV HAARLEM. Haarlem, 7 april 2015 - 1 - STICHTING DE WERELD KINDERTHEATER Gasthuisvest 47

JAARVERSLAG 2014 2011 EV HAARLEM. Haarlem, 7 april 2015 - 1 - STICHTING DE WERELD KINDERTHEATER Gasthuisvest 47 JAARVERSLAG 2014 STICHTING DE WERELD KINDERTHEATER Gasthuisvest 47 2011 EV HAARLEM Haarlem, 7 april 2015-1 - INHOUDSOPGAVE Pagina RAPPORT 1 Opdracht 3 2 Resultaat 4 3 Financiële positie 5 4 Kengetallen

Nadere informatie

Halfjaarbericht 2015. N.V. Dico International

Halfjaarbericht 2015. N.V. Dico International Halfjaarbericht 2015 N.V. Dico International Inhoud Jaarverslag Directieverslag N.V. Dico International Verkorte halfjaarcijfers 2015 1. Verkort overzicht financiële positie per 30 juni 2015 2. Verkort

Nadere informatie

a. U hebt voor deze toets 75 minuten de tijd. VERGEET U NIET UW GEMAAKTE TOETS IN TE LEVEREN BIJ DE SURVEILLANT?

a. U hebt voor deze toets 75 minuten de tijd. VERGEET U NIET UW GEMAAKTE TOETS IN TE LEVEREN BIJ DE SURVEILLANT? TOETS JAARREKENINGLEZEN BEROEPSOPLEIDING ADVOCATUUR VOORJAARSSCYCLUS 2012 EN INHALERS 11 OKTOBER 2012 (12.00 13.15 UUR) Naam :..... Cursusgroep :..... a. U hebt voor deze toets 75 minuten de tijd. VERGEET

Nadere informatie

Pagina. Winsten van gereguleerde energienetbeheerders

Pagina. Winsten van gereguleerde energienetbeheerders Pagina 1/16 Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Postbus 16326 2500 BH Den Haag T 070 722 20 00 F 070 722 23 55 info @acm.nl www.acm.nl www.consuwijzer.nl Een toelichting van ACM op de verschillende winstbegrippen

Nadere informatie

Houwd besc Huisvesting nader huisvesting nader beschouw Sligro Food Group heeft een uitgebreid

Houwd besc Huisvesting nader huisvesting nader beschouw Sligro Food Group heeft een uitgebreid huisvesting nader beschouwd Sligro Food Group heeft een uitgebreid vestigingennetwerk van voornamelijk supermarkten, zelfbedieningsgroothandels en distributiecentra. Van een deel van de vestigingen zijn

Nadere informatie

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief Utrecht, december 2013 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs...

Nadere informatie

Kerngegevens 30-jun dec jun-16. Bedrijfsresultaat (x 1.000) Netto resultaat (x 1.000)

Kerngegevens 30-jun dec jun-16. Bedrijfsresultaat (x 1.000) Netto resultaat (x 1.000) Persbericht N.V. Bever Holding heeft over het eerste halfjaar 2017 een negatief resultaat voor belastingen behaald van 444.963 als gevolg van een negatieve exploitatie uit vastgoed van 44.063, netto financieringskosten

Nadere informatie

Inzicht in het inkomen van de ondernemer. 20 maart 2019

Inzicht in het inkomen van de ondernemer. 20 maart 2019 Inzicht in het inkomen van de ondernemer 20 maart 2019 Programma Doelstelling en Dienstverlening Balansratio s (solvabiliteit) NHG QuickScan Strategie, Verdienmodel en Liquiditeit Cashflowanalyse Conclusie

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 1 juli 2010

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 1 juli 2010 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 1 juli 2010 7 juli 2010 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 1 juli 2010 2 Winst- en verliesrekening over de periode

Nadere informatie

Schiphol Nederland B.V. Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013

Schiphol Nederland B.V. Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013 Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013 HALFJAARVERSLAG 2013 Schiphol Nederland B.V. is onderdeel van de Schiphol Group (N.V. Luchthaven Schiphol voert Schiphol

Nadere informatie

16 VERKLARENDE WOORDENLIJST

16 VERKLARENDE WOORDENLIJST 16 VERKLARENDE WOORDENLIJST Relevantie van de gepubliceerde financiële ratio s (zie punt 4.1 van het jaarverslag) De Fluxys Belgium-groep beoordeelt voortdurend haar financiële sterkte, in het bijzonder

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis RAPPORT 21 Stichting Spin for Life Aletta Jacobskade 66 3137 TB Vlaardingen Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee 4 3144 DB Maassluis INHOUD JAARVERSLAG Verklaring Resultaat-analyse Financiële

Nadere informatie

HUNTER DOUGLAS N.V., Piekstraat 2, 3071 EL Rotterdam, Nederland, Tel. 010 4869911, Telefax 010-4850355 HUNTER DOUGLAS RESULTATEN 2011

HUNTER DOUGLAS N.V., Piekstraat 2, 3071 EL Rotterdam, Nederland, Tel. 010 4869911, Telefax 010-4850355 HUNTER DOUGLAS RESULTATEN 2011 Voor publicatie: 14 maart 2012 08.00 uur HUNTER DOUGLAS RESULTATEN 2011 Rotterdam, 14 maart 2012 - Hunter Douglas, wereldmarktleider in raambekleding (Luxaflex ) en een vooraanstaand producent van bouwproducten,

Nadere informatie

Stichting Odensehuis Culemborg. Achter 't Zand CC Culemborg. Jaarrekening 2018

Stichting Odensehuis Culemborg. Achter 't Zand CC Culemborg. Jaarrekening 2018 Achter 't Zand 58 3532 CC Culemborg Jaarrekening 2018 INHOUDSOPGAVE Pagina Jaarrapportage 3 Samenstellingsverklaring 4 Resultaten 5 Financiële positie 7 Ondertekening van het Jaarrapport 8 Jaarstukken

Nadere informatie

Persbericht NETTOWINST OVER 2013 VAN 473 MILJOEN (2012: 409 MILJOEN) NETTO VERMOGENSWAARDE STIJGT MET 143 MILJOEN

Persbericht NETTOWINST OVER 2013 VAN 473 MILJOEN (2012: 409 MILJOEN) NETTO VERMOGENSWAARDE STIJGT MET 143 MILJOEN Persbericht HAL NETTOWINST OVER 2013 VAN 473 MILJOEN (2012: 409 MILJOEN) NETTO VERMOGENSWAARDE STIJGT MET 143 MILJOEN De nettowinst van HAL Holding N.V. over 2013 bedroeg 473 miljoen, overeenkomend met

Nadere informatie

ZEEËN VAN KANSEN FINANCIEEL MANAGEMENT

ZEEËN VAN KANSEN FINANCIEEL MANAGEMENT ZEEËN VAN KANSEN FINANCIEEL MANAGEMENT (Innovatieve) projecten Financiële haalbaarheid Welke kennis is essentieel Bedrijfsplan Investeringsselectie Inkoopmarkt Bedrijf Verkoopmarkt Productiemiddelen Gelduitgaven

Nadere informatie

Stichting Instituut Fondsenwerving. gevestigd te Utrecht. Rapport inzake de Jaarrekening 2014

Stichting Instituut Fondsenwerving. gevestigd te Utrecht. Rapport inzake de Jaarrekening 2014 Stichting Instituut Fondsenwerving gevestigd te Utrecht Rapport inzake de Jaarrekening 2014 Inhoudsopgave Pagina Bestuursverslag 3 Jaarrekening Balans per 31 december 2014 5 Staat van baten en lasten over

Nadere informatie

14 mei Presentatie Resultaten eerste kwartaal 2007

14 mei Presentatie Resultaten eerste kwartaal 2007 14 mei 2007 Presentatie Resultaten eerste kwartaal 2007 2 Disclaimer Onderdelen van deze presentatie bevatten vooruitzichten op de toekomst. Deze onderdelen kunnen - zonder beperking - verwachtingen bevatten

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande Jaarrekening 2013 Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg 57 2671MT Voorblad 0 Inhoud Opdracht 2 Resultaatvergelijk 3 Financiele positie 5 Grondslagen 7 Balans 9 V en W 11 Materiele activa

Nadere informatie

Huurinkomsten van corporaties, De gevolgen van het regeerakkoord

Huurinkomsten van corporaties, De gevolgen van het regeerakkoord Huurinkomsten van corporaties, 2012 2021. De gevolgen van het regeerakkoord Johan Conijn & Wolter Achterveld Inleiding Op verzoek van Aedes heeft Ortec Finance de financiële gevolgen van het regeerakkoord

Nadere informatie

TER INFORMATIE. 1. Vergelijking voorgestelde tarieven 2018 met tarieven 2017

TER INFORMATIE. 1. Vergelijking voorgestelde tarieven 2018 met tarieven 2017 NOTITIE AAN Autoriteit Consument & Markt VAN ONDERWERP Toelichting Tarievenvoorstel 2018 TER BESLUITVORMING TER INFORMATIE Het tarievenvoorstel van (hierna TenneT) voor het jaar 2018 kent een aantal bijzonderheden

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2015 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Fiscale positie

Nadere informatie

Uitwerking examen Financial Accounting 2 dd 9 januari 2018 (na normeringsvergadering)

Uitwerking examen Financial Accounting 2 dd 9 januari 2018 (na normeringsvergadering) Uitwerking examen Financial Accounting dd 9 januari 08 (na normeringsvergadering) Opgave (30 punten) Vraag ( punten) Noem twee functies van het kasstroomoverzicht. Draagt in samenhang met de balans en

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Beoordelen

Hoofdstuk 6: Beoordelen Hoofdstuk 6: Beoordelen M&O VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H6: Beoordelen Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting

Nadere informatie