Wmo-werkplaats Groningen-Drenthe

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wmo-werkplaats Groningen-Drenthe"

Transcriptie

1 Wmo-werkplaats Groningen-Drenthe Eindrapport E.L. Korevaar F. Wester

2 Colofon Rapportage: Lay out: Uitgave: Lies Korevaar, projectleider Ferry Wester, projectcoördinator (STAMM CMO) Karola Nap Wmo-werkplaats Groningen-Drenthe Datum: augustus

3 Voorwoord Voor u ligt het eindrapport van het driejarig project van de Wmo-werkplaats Groningen-Drenthe. Het rapport omvat de periode september 2009 september Het bevat bijdragen van de betrokken onderzoekers over de bevindingen uit de vijf participerende Wmo-praktijken en een bijdrage over een verkenning naar de aansturing door de gemeenten die bij de vijf Wmo-praktijken zijn betrokken. Het project is mogelijk gemaakt door financiering van het Ministerie van VWS en door de eigen financiële bijdragen van de participerende instellingen en gemeenten. Dank gaat uit naar de participerende instellingen en gemeenten voor hun betrokkenheid en inzet: Gemeente Groningen, MJD Gemeente Groningen, Stichting Huis Gemeente Menterwolde, Community Support Gemeente Midden-Drenthe, GGZ en Welzijn Midden-Drenthe Gemeente Tynaarlo, Promens Care STAMM CMO Groningen, 27 augustus 2012 Hanzehogeschool Groningen Wmo-werkplaats Groningen-Drenthe Dr. E.L. Korevaar, projectleider Drs. F. Wester, projectcoördinator 4

4 5

5 Inhoudsopgave 1. Inleiding 8 2. De Wmo-praktijken in beeld Activerend huisbezoek Campus Diep Community Support Kansrijk samenwerken Midden Drenthe Kansrijk samenwerken gemeente Tynaarlo Sturing in de Wmo-praktijken Typen van sturing Typering per Wmo-praktijk Conclusies uit de verkenning Theoretisch kader: de Individuele Rehabilitatie-benadering en de Wmo Inleiding Probleemomschrijving Doel van de methode Doelgroep Selectiecriteria Competenties van welzijnswerkers nieuwe stijl (T-shaped professionals) en vrijwilligers Scholingsbehoeften Zelfredzaam en samenredzaam omgang vrijwilligers met een beperking Samenwerken onder de Wmo: de T-shaped professional Tenslotte 71 Literatuur 74 Bijlagen 80 6

6 7

7 1. Inleiding Zes Wmo-werkplaatsen Bij de behandeling van de begroting 2009 van het ministerie van VWS heeft de Tweede Kamer een amendement van Agnes Wolbert aangenomen, waarin financiële middelen ter beschikking worden gesteld om vernieuwingen in zorg en welzijn tot stand te brengen en beroepskrachten te scholen. Ter uitvoering van dit amendement zijn in september 2009 de regionale Wmo-werkplaatsen gestart, met een looptijd tot september Het betreft zes Wmo-werkplaatsen, verspreid over het hele land: Amsterdam, Utrecht, Eindhoven, Twente, Arnhem/Nijmegen en Groningen/Drenthe. Wmo-werkplaats Groningen/Drenthe De Wmo-werkplaats Groningen/Drenthe is aangehaakt bij het Lectoraat Rehabilitatie van de Hanzehogeschool. Het Lectoraat Rehabilitatie, STAMM CMO, een aantal gemeenten en instellingen werken in de werkplaats samen. De werkplaats is gericht op het uitvoeren van onderzoek, praktijkontwikkeling en opleiding op het terrein van zorg en welzijn en meer specifiek op het terrein van zorg in en door de gemeenschap. De ontwikkeling van praktijkkennis staat centraal in de Wmo-werkplaats. De werkplaats ontwikkelt en monitort vijf innovatieve Wmo-praktijken, samen met de gemeenten en instellingen die in de werkplaats deelnemen. Lokaal wordt in het kader van de Wmo-praktijken intensief samengewerkt met diverse andere instellingen. Op het snijvlak van AWBZ en Wmo De rode draad in de activiteiten: stimuleren en ondersteunen van mensen met psychische en/of psychosociale problematiek bij hun maatschappelijke participatie. Daarbij ligt de focus op het realiseren van werkwijzen die voortvloeien uit de Wmo doelstelling: eerst de eigen verantwoordelijkheid en kracht van mensen aanboren en versterken, benutten en activeren van het eigen sociale netwerk, betrekken van 8

8 ervaringsdeskundigheid van de doelgroep, inzetten van collectieve arrangementen en als nodig individuele zorg en hulpverlening. Deze benadering sluit goed aan bij de rehabilitatiebenadering. De Wmo-werkplaats beweegt zich met de activiteiten voor bovengenoemde doelgroep op het snijvlak van AWBZ en Wmo. De meeste van de cliënten in de Wmo-praktijken zijn mensen die AWBZ gefinancierde begeleiding kregen. Deze begeleidingsfunctie valt met ingang van 2013/2014 onder de vlag van de Wmo. Rehabilitatie en de Wmo Rehabilitatie wil mensen met ernstige, langdurige beperkingen helpen beter te functioneren, zodat zij met succes en tevredenheid kunnen wonen, werken en leren en zodat zij sociale contacten kunnen hebben met zo min mogelijk professionele hulp. Het gaat om de mogelijkheden van de persoon, waar andere hulpverleningsbenaderingen zich juist op de problemen en defecten richten. Het gaat erom wat de persoon wél kan en niet wat deze niét kan. Daarmee sluit rehabilitatie naadloos aan bij de door de Wmo beoogde werkwijzen. De Wmo wil immers ook uitgaan van de eigen kracht van mensen en zo weinig mogelijk individuele professionele zorg inzetten. Rehabilitatie richt zich op personen die een van de belangrijkste doelgroepen van de Wmo vormen, namelijk mensen met een psychische en psychosociale problematiek. In lijn met het voorgaande en vanwege de aanwezige expertise op dit gebied bij het Lectoraat Rehabilitatie en de participerende organisaties/instellingen, ligt de nadruk voor de Wmo-werkplaats Groningen-Drenthe op Wmo-praktijken die zich richten op de ondersteuning van de maatschappelijke participatie van mensen met genoemde problematiek. De bevindingen uit de vijf Wmo-praktijken laten zien dat de visie, uitgangspunten en werkwijze van de rehabilitatie zich goed laten integreren met de doelstellingen en begrippen van de Wmo. In hoofdstuk 4 wordt rehabilitatie kort uiteengezet. 9

9 De Wmo-praktijken Met Wmo-praktijken wordt bedoeld de projecten die in het kader van de Wmowerkplaats zijn ontwikkeld en uitgevoerd. Er zijn vijf Wmo-praktijken. - Activerend huisbezoek van mensen met een psychiatrische achtergrond en mensen met een verstandelijke beperking, die in de wijk wonen (Groningen stad, MJD). - Campus Diep: woon-, werk- en leerprogramma voor jongeren met (dreigende) meervoudige problematiek (Groningen stad, St. Huis). - Methodisch gebruikmaken van de hulpbronnen in het sociale netwerk (gemeente Menterwolde, Community Support). - Kansrijk Samenwerken Midden Drenthe: vergroten participatie van mensen met psychische problematiek in de lokale (dorps)samenleving (gemeente Midden- Drenthe, GGZ en Welzijn Midden-Drenthe). - Kansrijk Samenwerken Tynaarlo: versterken van de participatie van mensen met verstandelijke en psychiatrische beperking door het opzetten van een aantal activiteiten op het terrein van vrijwilligerswerk en arbeid (gemeente Tynaarlo, Promens Care hoofduitvoerder en een aantal andere instellingen). Bij drie van de vijf Wmo-praktijken Activerende Huisbezoek, Kansrijk Samenwerken Midden Drenthe en Kansrijk Samenwerken Tynaarlo moest de methode nog ontwikkeld worden, bij de andere twee Campus Diep en Community Support bestond deze al, ook al is verdere ontwikkeling mogelijk. Verder bleek de samenwerking tussen de bij de praktijk betrokken instellingen een belangrijk punt te zijn: in bijna alle gevallen gaat het om projecten waar diverse partijen met elkaar samenwerken. 10

10 De aanpak van de Wmo-werkplaats De aanpak in alle Wmo-praktijken kent de volgende stappen. c.q. aspecten. 1. (Mee)ontwikkelen Bij drie van de interventies was de Werkplaats betrokken bij de ontwikkeling, samen met de betrokken lokale organisatie(s) en de gemeente. Als de interventie al wél redelijk was uitgewerkt betekende het beschrijven van de interventie soms ook iets toevoegen, omdat een aantal zaken soms nog niet helemaal was uitgewerkt. 2. Beschrijving van de Wmo-praktijk De onderzoekers maakten een beschrijving van de Wmo-praktijk en hoe deze werd ontwikkeld en uitgevoerd. Waar mogelijk is de interventie beschreven aan de hand van het Werkblad Effectieve interventies van Movisie, dat wordt gebruikt voor de beschrijving van methoden en interventies voor de Databank Effectieve Interventies. Dit heeft niet in alle gevallen geleid tot een beschrijving van een methode, omdat er niet echt sprake was van een methode, c.q. interventie. Bij de meeste Wmo-praktijken was de samenwerking tussen de betrokken partijen een belangrijk onderdeel van het geheel. Het verloop van die samenwerking is dan ook in de beschrijving meegenomen. Soms bleek die samenwerking nogal stroperig te gaan. Dat is een belangrijk gegeven, juist omdat onder de vlag van de Wmo veel moet worden samengewerkt. Sterker: de Wmo streeft expliciet naar samenwerking tussen gemeenten, organisaties uit de sectoren zorg en welzijn én de burger. 3. Evaluatie Waar mogelijk en van toepassing hebben de onderzoekers onderzoek uitgevoerd naar het resultaat van de interventie. Daarbij is ook gekeken naar wat goed werkt en wat niet goed werkt. In de meeste gevallen waren kwantitatieve gegevens nauwelijks beschikbaar en moeilijk te achterhalen. De scope van het onderzoek was 11

11 daardoor te beperkt om kwantitatieve vergelijking tussen een nulmeting en een tweede meting na een jaar mogelijk te maken. Waar effect en resultaat is gemeten, is dat vooral aan de hand van de ervaringen van professionals, vrijwilligers en cliënten, een vorm van kwalitatief onderzoek. Daarbij is zoveel mogelijk gewerkt met criteria die zijn afgeleid uit de doelstelling van de interventie zelf én criteria die uit de Wmo voortvloeien (o.a. uitgaan van eigen kracht, eigen informele netwerk, pas dan professionele ondersteuning en hulp). 4. Rapportage Per Wmo-praktijk is een rapportage opgesteld 1, waarin een beschrijving van de interventie, het ontwikkelingsproces, de resultaten en voor zover mogelijk een beschrijving van de interventie volgens de Werkblad Effectieve Interventies. 5. Competenties en opleiding In het kader van het onderzoek is ook aandacht besteed aan de benodigde deskundigheid en competenties per Wmo-praktijk. Daaruit bleek, dat men in de praktijk vaak tamelijk algemene vaardigheden noemde, die zich niet zo zeer onderscheiden als Wmo-specifieke vaardigheden. Wél is uit een vanuit algemene constateringen en vanuit ervaringen bij de ontwikkeling van de Wmo-praktijken een aantal benodigde vaardigheden afgeleid en omgezet in opleidingsmodulen. Daarbij is een relatie gelegd met de Individuele Rehabilitatiebenadering (zie hoofdstuk 4). 6. Onderzoek gemeentelijke sturing De Wmo streeft naar nieuwe manieren van aansturing, waarbij het betrekken van burgers en maatschappelijke organisaties bij het beleid voorop staat. De Wmo wil integraal beleid, d.w.z. een sectoroverstijgende aanpak en samenwerking. Governance is een manier van sturing die gericht is op samenwerking: het gaat uit van wederzijdse afhankelijkheid van partijen, benut de kennis van alle partijen, is 1 Zie voor de afzonderlijke rapporten van de Wmo-praktijken bijlage 1 12

12 sterk gericht op samenwerking en veronderstelt een horizontale relatie tussen overheid en andere partijen. In een aparte verkenning is de manier onderzocht waarop gemeenten de Wmopraktijken aansturen. Onderzoeksvragen onder andere: hoe geven de gemeenten vorm aan de sturingsrelatie met de organisaties die de projecten uitvoeren in het kader van de werkplaatsen? Vier andere Wmo-werkplaatsen hebben dit onderzoek eveneens uitgevoerd. Opzet van de rapportage Na het eerste inleidende hoofdstuk worden in hoofdstuk 2 de bevindingen uit de verschillende Wmo-praktijken samengevat. Hoofdstuk 3 geeft een korte weergave van de uitkomsten van het onderzoek naar de gemeentelijke sturing. In hoofdstuk 4 wordt de Individuele Rehabilitatiebenadering als theoretisch kader beschreven en in hoofdstuk 5 de competenties die in de Wmo-praktijken zijn geïnventariseerd. Bijlage 1 bevat een overzicht van de publicaties die in de afgelopen drie jaar zijn verschenen en bijlage 2 bevat de presentaties die in die periode zijn verzorgd. In bijlage 3 wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelde opleidingsmodulen. Bijlage 4 geeft een beschrijving van de kwaliteitskenmerken voor professioneel handelen in welzijn en zorg. 13

13 2. De Wmo-praktijken in beeld Arne van den Bos, Geertjan Emmens, Sandra Vos, Siemen van der Meulen & Jolanda Kroes In dit hoofdstuk worden de uitkomsten uit de diverse Wmo-praktijken op een rij gezet. 2.1 Activerend huisbezoek 2 Korte beschrijving Het project Activerend huisbezoek van mensen met een psychiatrische achtergrond en mensen met een verstandelijke beperking is opgezet door de MJD in samenwerking met (de beleidsmedewerker van) de gemeente en de onderzoeker van de Wmo-werkplaats. De rol van de Wmo-werkplaats is ontwikkelen, beschrijven van de aanpak en evalueren van de resultaten. Doel van het project Het project richt zich op het bevorderen van de sociale participatie van mensen met psychische en verstandelijke beperkingen die zelfstandig in Groninger wijken wonen. Nevendoel is het in kaart brengen van behoeftes van wijkbewoners, om zo mogelijk het welzijnsaanbod hier op af te stemmen. Aanpak en werkwijze De MJD ging uit van een bestaande methode: activerend huisbezoek van ouderen. Deze werd aangepast voor bovengenoemde doelgroep. Een vrijwilliger gaat eenmalig bij een wijkbewoner op bezoek, met tweeërlei doel: ten eerste signaleren en inventariseren van de vragen die de wijkbewoner heeft en deze zo nodig door te leiden naar de juiste vorm van ondersteuning. Ten tweede de wijkbewoner bewust 2 Zie voor een uitgebreide rapportage Van den Bos, A., Evaluatie pilot Activerend Huisbezoek bij mensen met een psychiatrische achtergrond of verstandelijke beperking, Groningen,

14 maken van en stimuleren tot actieve participatie in de wijk en de mogelijkheden die daartoe zijn. De te bezoeken wijkbewoners worden uitdrukkelijk als burger/wijkbewoner benaderd en niet als cliënt of patiënt. Als een bezochte wijkbewoner vragen heeft of wil deelnemen aan activiteiten, wordt dit door medewerkers van het team Buurtwelzijn opgepakt die contact zoeken met de wijkbewoner en hem uitnodigen voor activiteiten. Daarna checken zij of de betrokken persoon ook daadwerkelijk komt en of hij/zij doorgaat. De adressen van de wijkbewoners werden verkregen van MEE, Lentis (ggz) en NOVO (verstandelijk gehandicapten). Dat ging in eerste instantie niet zonder slag of stoot. De vrijwilligers kregen een training om met de doelgroep om te gaan, die vanuit de Wmo-werkplaats is opgezet. De gehele aanpak kan worden beschreven in vijf stappen: vrijwilligers trainen afleggen terugkoppelen doorverwijzen werven en vrijwilligers huisbezoek aan binnen selecteren buurtwerker Buurtwelzijn borgen informatie in registratie systeem Evaluatie Participatie In de periode medio 2010 tot mei 2011 zijn 43 huisbezoeken afgelegd (één cliënt van Lentis, 8 van NOVO en 34 van MEE). Enige resultaten (in de rapportage van de Wmo-praktijk als voorbeeld genoemd): - op basis van de behoefte van meerdere wijkbewoners wordt er in de wijk een rommelmarkt georganiseerd; - alle bezochte bewoners hebben een wijkactiviteitenkalender gekregen en kregen informatie over wat er in de wijk gebeurt, wat uitnodigt tot deelname. Dat heeft 15

15 een aantal mensen ook gedaan: vier bezochte bewoners gingen deelnemen aan wijkactiviteiten zoals koffieochtenden, computercursus, buurt zwemactiviteit en/of gingen vrijwilligerswerk doen; - meerdere bewoners gaven aan behoefte te hebben aan mantelzorgondersteuning, die zij via Humanitas nu krijgen. Eigen kracht en sociaal netwerk Activerend Huisbezoek gaat uit van het Welzijn Nieuwe Stijl baken 'eigen kracht'. De vrijwilligers worden er specifiek op getraind om uit te gaan van eigen kracht en eigen regie van de wijkbewoner. Zij leren om bij een hulpvraag de zelfredzaamheidsladder te hanteren: eerst kijken naar eigen kracht, wat kan de persoon zelf, dan naar de mogelijkheden van het eigen sociale netwerk en mantelzorg, dan naar een mogelijke rol van vrijwilligerswerk, en dan pas inschakelen van professionele hulp. De te bezoeken persoon wordt ook als wijkbewoner en burger, benaderd en niét als cliënt. Samenwerking tussen de betrokken instellingen De samenwerking tussen de gemeente Groningen en de MJD was goed. Ook de samenwerking met MEE, NOVO en Lentis liep goed, afgezien van het feit dat de zorginstellingen het in eerste instantie moeilijk vonden om adressen te leveren, vanwege de privacy. Maar dat probleem is opgelost. Wat kan beter? Er vielen veel vrijwilligers af. Ook het niveau van de vrijwilligers was nogal wisselend. Bij voortzetting van het project is het van belang tot een continue groep vrijwilligers te komen, die weet waar het over gaat. De training van de vrijwilligers werd als positief ervaren. Vrijwilligers gaven aan dat het wel wat interactiever zou mogen. De opkomst op de terugkomdagen was laag, waardoor de praktijk van de bezoeken achteraf te weinig aandacht kon krijgen. 16

16 Benaderen van wijkbewoners vereist goede afstemming en communicatie tussen betrokken instellingen. Belangrijk is ook dat bewoners van te voren weten dat er huisbezoek komt, en dat zij toestemming hebben kunnen geven om hun adresgegevens door te spelen van de organisatie waar zij contact mee hadden (MEE) naar een andere organisatie (MJD). Terugkoppeling en borging van informatie uit de huisbezoeken: de informatie komt terecht bij de buurtwerkers, die van vitaal belang zijn voor de effectiviteit van het activerend huisbezoek. Er is nog geen cliëntregistratiesysteem, waardoor de informatie blijft hangen 'in het hoofd' van de buurtwerker. De informatie is daardoor onvoldoende toegankelijk voor de andere medewerkers van het team Buurtwelzijn. De toegankelijkheid van de wijkactiviteiten voor mensen met een beperking: de stap om aan wijkactiviteiten deel te nemen is voor de betrokken personen vaak ook vanwege hun eigen beperkingen - groot. De cultuur in sommige buurthuizen is vaak al uitgekristalliseerd, waardoor het moeilijk kan zijn hier tussen te komen als nieuwe wijkbewoner die wellicht ook nog eens een zeker stigma met zich meebrengt. Kwetsbare mensen kunnen zich dan snel onwelkom voelen. 2.2 Campus Diep 3 Korte beschrijving Campus Diep is een woon-, leer- en werk programma voor jongeren/jongvolwassenen met (dreigende) meervoudige problematiek, dat al een aantal jaren loopt. Het betreft een keten van samenhangende en samenwerkende voorzieningen voor jongvolwassenen van jaar. Campus Diep richt zich op dreigende uitval van deze jongeren, die vaak een instabiele woonsituatie hebben (zie voor meer informatie 3 Zie voor een uitgebreide beschrijving: Emmens, G., Leren wonen en werken. Ervaringen van Campus Diep deelnemers, hun belangrijke anderen en professionele begeleiders. Deelonderzoek 1, Groningen,

17 Een aantal organisaties werkt in het project samen: instellingen voor maatschappelijke opvang, een woningcorporatie, ROC s, een re-integratiebedrijf, instellingen voor jeugdhulpverlening en jeugdzorg. Het woonaspect bestaat uit een aantal woonvoorzieningen: Hoendiephuis (opvanghuis met 24 uurs begeleiding), Biba Bon (vier woonhuizen voor drie of vier bewoners per huis, met vier uur begeleiding per dag), Kamers met Kansen (15 woonstudios waar jongvolwassenen vier uur woonbegeleiding per week kunnen krijgen), ambulante begeleiding voor 20 jongeren voor maximaal 2 uur per week, als opstart naar zelfstandig wonen). Kortom: woonvoorzieningen die een verschillende mate van begeleiding kennen, die elk een specifiek begeleidingsaanbod hebben en daarmee een traject binnen Campus Diep mogelijk maken. Na een succesvol traject kunnen de jongeren via proefwonen een woning op eigen naam krijgen. De doelgroep kan dakloos zijn of dat dreigen te worden. Deelnemers krijgen onderdak en zij krijgen begeleiding van medewerkers van genoemde voorzieningen bij diverse leefgebieden. Voorbeelden hiervan zijn financiën op orde krijgen, werk vinden en behouden, een startkwalificatie halen en een eigen woning krijgen. Campus Diep werkt volgens een uitgewerkte methode. Rol van de Wmo werkplaats is deze te onderzoeken en mee verder te ontwikkelen. Doel Het programma streeft er naar dat de betrokken jongvolwassenen zelfstandig leren wonen en tegelijkertijd een schooldiploma behalen bij voorkeur op het niveau van startkwalificatie voor de arbeidsmarkt, dat is minimaal MBO2 of HAVO niveau - of dat zij werk vinden. Aanpak en werkwijze In de beginfase wordt samen met de deelnemer een omvattend begeleidingsplan opgesteld, omvattend op de aspecten wonen en eigen functioneren (regie over eigen leven, psychosociale factoren, vaardigheden, onderwijsdeelname, werk). In het begeleidingsplan is de gewenste situatie van de betrokken persoon aangegeven. De jongvolwassene volgt een begeleidingstraject in een aantal fasen, dat erop is 18

18 gericht dat hij/zij weer de regie over eigen leven voert, zelfstandig woont, een diploma (startkwalificatie) heeft behaald of daar aan werkt, of een vaste baan heeft gevonden. Kortom: weer een zelfstandig leven voert. Verschillende begeleiders uit de sfeer van wonen, onderwijs, werk, jeugdzorg zijn betrokken. De woonbegeleider treedt meestal op als coördinerend begeleider. Onderzoek Tijdens het onderzoek is een beschrijving gemaakt van de methode/programma Campus Diep. Dertig deelnemers, belangrijke personen uit hen sociale netwerk en professionele begeleiders worden anderhalf jaar gevolgd. Er worden drie metingen gehouden, waarbij semigestructureerde interviews worden afgenomen. De herhaalde metingen bieden inzicht in de vorderingen van de deelnemers in het traject en bevorderende en belemmerende factoren. De eerste meting is nu geweest. Het onderzoek gaat na de afsluiting van de eerste driejaars periode van de Wmo-werkplaats dus nog door. De hier gepresenteerde uitkomsten zijn dus nog voorlopig. Evaluatie Eigen regie Het programma streeft ernaar dat de deelnemers meer eigen verantwoordelijkheid en regie ontwikkelen om eigen afspraken te maken (bijvoorbeeld het plannen van een begeleidingsgesprek) en beslissingen te nemen. Een deel van de deelnemers ervaart zelf de regie te hebben, wat overeenstemt met het doel van het programma. Een deel wijst echter ook de professional aan als degene die de regie heeft. Aan de andere kant wordt er ook veel voor hen besloten. Deelnemers in één van de woonlocaties voelen zich bijvoorbeeld beperkt door een deel van de huisregels - bijvoorbeeld de regel dat zij 's avonds vóór een bepaalde tijd binnen moeten zijn - waarop zij geen invloed hebben. Op het vlak van het benutten van steun van hun eigen netwerk, hebben de deelnemers meer zelfregie. 19

19 Participatie De jongeren hebben doelen en werken hier aan. Een opleiding (willen) volgen is een voorbeeld van participatie. Alle deelnemers noemen doelen gerelateerd aan het behalen van een opleidingskwalificatie/startkwalificatie. Hun formulering varieert van nog een keuze moeten maken, al een keuze gemaakt hebben, een start gaan maken en tenslotte een opleiding willen voltooien. In mindere mate noemen zij doelen op het gebied van financiën op orde, ( op zichzelf ) wonen en werken. Bij volgende metingen kan duidelijk worden welke stappen deze jongeren verder weten te zetten op het gebied van participatie. Eigen kracht en sociaal netwerk Mbo- en hbo-opgeleide professionals voeren in het programma Campus Diep het werk uit en zetten in op het individuele traject van de jongeren. Hun begeleiding bevat weinig systeemgerichte elementen: professionals richten zich slechts incidenteel op afstemming en samenwerking met het netwerk van de jongeren. Daarmee is het programma vooral individugericht. Daarnaast is er geen sprake van inzet van vrijwilligers of naasten. Door jongeren ingevulde schema s over hun sociale steuncontacten (ecogrammen) lieten steunbronnen zien, zowel professionals als mensen uit het eigen sociale netwerk. Vooral de groep vrienden/vriendinnen is een belangrijke bron van steun en is daarbij ook heel divers in de aard van de steun (praktische steun, advies, gezelschap en emotionele steun). Ouders worden door de deelnemers nauwelijks als een bron van steun gezien. De situatie waarin de deelnemers verkeren en hun leeftijd zou hier wel eens een rol kunnen spelen. Steun komt dus van twee kanten: van het eigen netwerk en van de professional. Deze zijn nauwelijks op de hoogte van elkaars rol. Sommige mensen uit het netwerk uitten wel de wens tot verdere afstemming, anderen wilden liever aan de zijlijn blijven van het programma. De jongeren zelf gaven geen signalen af dat zij hun netwerk en professionals met elkaar in contact wilden brengen. Soms waren ze duidelijk door te stellen dat zij dit zelf wilden kunnen regelen, wat erop duidt dat zij zelf meer regie willen hebben. 20

20 Binnen Campus Diep zoekt men naar nieuwe vormen van afstemming met het sociale netwerk van de jongeren. Samenwerking tussen betrokken partijen Als een jongere binnen komt bij Campus Diep komt een proces op gang, waarbij drie personen op de voorgrond treden: de jongere, de woonbegeleider en de jeugdhulpverlener. Volgens de procesbeschrijvingen is de woonbegeleider degene die de regie voert. In de praktijk bleek dit echter niet duidelijk afgesproken en/of dachten betrokkenen verschillend over regie, taken en verantwoordelijkheden. Men waardeert in de samenwerking wel de korte lijnen en open en transparante communicatie. Belemmerend werken soms de drukke agenda s van de jeugdhulpverleners waardoor het moeilijk is om voldoende driegesprekken te plannen (tussen jongere, woonbegeleider en jeugdhulpverlener). Afstemming met medewerkers van andere instanties, zoals ROC en Sociale Dienst, kan beter. Dit heeft onder andere te maken met onbekendheid met elkaar. Uit overleg met Campus Diep vertegenwoordigers blijkt de behoefte de rol van proceseigenaar beter vorm te geven en duidelijke procesbeschrijvingen rond de samenwerking op te stellen. Wat kan beter In de sfeer van afstemming en samenwerking kunnen dingen beter, zoals hierboven al is aangegeven. Dat geld ook voor de regie en coördinatie in het begeleidingsproces. Verder valt hier in dit stadium van het onderzoek nog niet zoveel over te zeggen. 21

21 2.3 Community Support 4 Korte beschrijving Community support is een hulpverleningsmethode die zich richt op het verbeteren van sociale netwerken van de burger/cliënt. Community support biedt ambulante begeleiding aan kinderen, jongeren, volwassenen en hun systeem. Er wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de eigen kracht van de cliënt en van zijn/haar sociale netwerk. De methode community support (hier geschreven met kleine letters ter onderscheiding van de organisatie) wordt al ruim 10 jaar in de AWBZ begeleiding gebruikt en sinds kort ook in het kader van de Wmo. De methode wordt uitgevoerd door de organisatie Community Support en door organisaties in het land waar samenwerkingsafspraken mee zijn gemaakt. Community Support in Menterwolde In samenwerking met de gemeente Menterwolde zijn naast de integrale community support benadering twee specifieke projecten voor de gemeente Menterwolde ontwikkeld. Deze projecten, jongerencoaching en de steungroep voor alleenstaande opvoeders, zijn opgezet als oplossing voor bestaande problemen in deze gemeente, rekening houdend met een beperkt beschikbaar budget. Jongerencoaching richt zich op (dreigend) voortijdig schoolverlaters. Beide projecten zijn gebaseerd op de community support methode. In het onderzoek zijn de dossiers van 16 cliënten uit Menterwolde, die via de integrale methode ondersteund werden, geanalyseerd. Aan het project jongerencoaching hebben 9 jongeren deelgenomen. Er is gestart met 7 studentcoaches, waarvan gedurende het jaar er drie afvielen. De jongeren die hun studentcoach kwijtraakten zijn toen door stagiaires van CS overgenomen. De steungroep voor alleenstaande opvoeders startte met 9 deelnemers en sloot na een jaar af met 6 deelnemers 4 Zie voor een uitgebreide rapportage: Vos, S., Op eigen kracht verder met je netwerk. Onderzoek naar de Community Support methode, Groningen,

22 Doel van de praktijk Het doel van de praktijk is het ondersteunen van mensen met beperkingen of langer durende problemen zodat zij, net als andere burgers, kunnen meedoen met sociale netwerken als gezin, familie, vrienden, buurt, collega s en medeleerlingen. Community Support wil de professionele ondersteuning zoveel mogelijk overbodig laten zijn. Om dit te bereiken besteedt Community Support veel aandacht aan het opbouwen, versterken en verstevigen van het sociale netwerk van de cliënt. Aanpak en werkwijze De cliënten worden aangemeld via de gemeente (Sociale Dienst, leerplichtambtenaar, CJG). Het komt ook voor dat mensen zichzelf melden omdat zij via via hebben gehoord van Community Support. Als zij in aanmerking komen voor Wmo financiering of AWBZ, worden zij toegelaten. De alleenstaande opvoeders zijn via een activerend huisbezoek door een gemeenteambtenaar bereikt. Na een analyse fase (wat houdt de cliënt bezig, zijn/haar waarden, sterkte zwakten) worden doelen opgesteld en vertaald in een participatieplan. Het netwerk van de cliënt wordt in kaart gebracht en geanalyseerd volgend de methode community support. Hulpbronnen in het netwerk worden systematisch opgespoord en benut bij de hulpverlening. Vastgesteld wordt wie wat kan doen. Belangrijke volgorde daarbij: wat kan de cliënt zelf doen, wat kunnen hulpbronnen uit het netwerk doen, wat moet gedaan worden door hulpverleners. De cliënt stelt een steungroep samen met mensen uit zijn netwerk die mee willen helpen en met professionele betrokkenen. De cliënt werkt met steun van zijn steungroep aan zijn doelen zoals die in het participatieplan staan. De cliënt en de leden van de steungroep werken samen door middel van een digitaal volgsysteem en steungroepbijeenkomsten. Er wordt met de cliënt gewerkt aan netwerkverbetering, sociale redzaamheid en participatie. De voortgang van de hulpverlening wordt systematisch gevolgd aan de hand van de Plan-Do-Study-Act cyclus. Dit hulpverleningsproces wordt ondersteund door een klantvolgsysteem en een portal. De portal is een digitale ontmoetingsplaats die het samenwerken in een steungroep van mantelzorgers en professionals zonder vergadertijd mogelijk maakt. De portal 23

23 maakt het daarnaast mogelijk dat de cliënt zijn/haar vorderingen bijhoudt, succes ervaart en dat iedere betrokkene hier inzicht in heeft. De methode zoals hierboven beschreven, wordt binnen de integrale Community Support benadering uitgevoerd door professionals in ambulante setting. De projecten jongerencoaching en alleenstaande opvoeders wijken enigszins af van de integrale methode: bij het project jongerencoaching worden jongeren begeleid door een HBO student Social Studies. Deze student coacht één of meer jongeren in het kader van een stage voor zijn/haar opleiding en is getraind in de Community Support werkwijze. De student werkt wel aan netwerkversterking en benutting van hulpbronnen uit het netwerk van de cliënt, maar vormt geen steungroep met professionals erin. Binnen het project steungroep voor alleenstaande opvoeders wordt een groep alleenstaande opvoeders volgens de integrale Community Support benadering groepsgewijs begeleid. Zij vormen een steungroep voor elkaar. Evaluatie Eigen kracht, sociaal netwerk en participatie Uit de resultaten blijkt dat alle drie groepen cliënten aangeven meer grip te hebben op hun leven, meer zelfvertrouwen te hebben en hun kwaliteit van leven als hoger te beoordelen. Meer dan de helft van de deelnemers van de steungroep alleenstaande opvoeders ervaren meer autonomie of sociaal optimisme. De eigen kracht, draagkracht, is groter geworden. Cliënten geven in meerderheid ook aan dat zij betere sociale contacten krijgen en minder eenzaamheid ervaren. Uit eerder onderzoek bleek dat klanten tevreden zijn over hun steungroep. Daarnaast bleek dat hoe meer sociale steun klanten ontvangen, hoe meer welzijn zij creëren, hoe hoger hun kwaliteit van leven dus is. Daarnaast bleek dat bij toename van het aantal contacten in de buurt ook het ontvangen van sociale steun toenam. 24

24 Bij het grootste deel van de cliënten is de participatie vooruit gegaan, blijkt uit de verslagen van de verschillende projecten en de dossieranalyse. Cliënten hebben (vrijwilligers)werk gevonden, zijn een (leukere) opleiding gaan volgen, verzuimen minder of hebben een actievere vrijetijdsbesteding gekregen (sport, hobby). Bij een deel van de cliënten is de participatie gelijk gebleven en bij een klein deel is participatie afgenomen; vaak komt dit door externe factoren zoals verergering van psychische klachten of financiën. Samenwerking en betrokken instellingen Tijdens de begeleiding wordt op cliëntniveau samengewerkt met andere betrokkenen rond de cliënt, zoals de leerplichtambtenaar, Sociale Zaken, de GGD en andere betrokkenen vanuit de sfeer van school en werk. Wat kan beter? De werkers van Community Support ervaren een spanningsveld tussen het overlaten van de regie aan de cliënt (wat een wezenlijk onderdeel van de methode is) en anderzijds de neiging om de regie als begeleider over te nemen. Dit is een blijvend punt van aandacht. In sommige situaties is het nodig om de regie tijdelijk uit handen te nemen van de cliënt. De inschatting wanneer je dat moet doen of de regie tóch bij de cliënt laten, is soms lastig. Vooral voor minder ervaren werknemers die snel neigen over te nemen en zich onmisbaar maken voor de cliënt. Doel van Community Support is juist om jezelf als professional misbaar te maken en gebruik te maken van de zelfredzaamheidsladder. Het uitvoeren van deze methode vergt continu aandacht. De supervisors binnen Community Support geven aan dat zij dagelijks werknemers bijsturen om hun werkwijze aan te passen aan de methode. Dit geeft aan dat het niet eenvoudig is om deze methode uit te voeren. Het vraagt een verschuiving in het paradigma van waaruit men gewend was te werken. Jezelf als professional op de achtergrond plaatsen en omstandigheden scheppen om steun vanuit het netwerk van de cliënt te organiseren is voor veel professionals nieuw. Ook het uitgaan van wat wel mogelijk is in plaats van obstakels te zien, transparant werken (cliënt is overal bij en 25

25 overal van op de hoogte), minder praten meer doen, out of the box kunnen denken en handelen zijn elementen binnen deze methode waar medewerkers elkaar blijvend scherp op moeten houden. Voorbeeld voor de nieuwe werkwijze onder de Wmo De regie bij de cliënt laten, uitgaan van eigen kracht en steun van het eigen sociaal netwerk zijn elementen die een belangrijke rol spelen in de nieuwe werkwijze onder de Wmo en de bakens van Welzijn Nieuwe Stijl. De ervaringen van Community Support een organisatie die hier al jaren expliciet mee bezig is - laten zien, dat hier nog veel te leren valt. 2.4 Kansrijk samenwerken Midden Drenthe 5 Korte beschrijving De gemeente Midden Drenthe, GGZ Zuidwest Drenthe en Welzijn Midden Drenthe hebben dit project in samenwerking met de Wmo-werkplaats opgezet. De rol van de Wmo-werkplaats was mee ontwikkelen, beschrijven van de aanpak en evalueren van de resultaten. Doel van het project Bevorderen van de participatie van mensen met een psychische beperking in hun sociale omgeving, zowel op het vlak van vrije tijd als van werk. Versterken van de mogelijkheden van de betrokken instellingen om in samenwerking met elkaar te werken aan het versterken van de sociale participatie van genoemde doelgroep. De doelgroep betrof zelfstandig wonende inwoners van de gemeente Midden Drenthe die bij GGZ staan ingeschreven en die niét in een ander participatietraject zitten zoals sociale activering of een reïntegratietraject. Daarnaast zijn 5 Zie voor een uitgebreide rapportage: Van der Meulen, S., Kansrijk samenwerken in Arbeid en Vrije tijd. Evaluatie, Groningen,

26 medewerkers van de betrokken partijen eveneens doelgroep, waar het gaat om verbeteren van de samenwerking. Aanpak en werkwijze In dit pilotproject ging het er om een methode te ontwikkelen om in samenwerking tussen gemeentelijk Wmo loket, GGZ en de welzijnsinstelling Welzijn Midden Drenthe (WMD) mensen met een psychische beperking te benaderen, met hen in gesprek te gaan over hun vragen en mogelijkheden om te kunnen deelnemen in de lokale samenleving. De methode is tijdens de uitvoering van het project uitgeprobeerd. Het project kende een ontwikkelingsproces: - in de voorbereidingsfase werd de samenwerking georganiseerd (en ook gekeken waar knelpunten zitten rond samenwerking), er werd een gezamenlijke werkwijze opgezet inclusief organisatorisch voorwaarden. - in de uitvoeringsfase zijn cliënten van de GGZ die zelfstandig wonen benaderd én mensen die bij de gemeente staan ingeschreven bij Sociale Zaken. Een trajectbegeleider van GGZ Drenthe of een Wmo consulent van de gemeente hebben een gesprek met de betrokken persoon om te achterhalen wat diens mogelijkheden en vragen zijn aan de hand van een in het project ontwikkelde vragenlijst. Vervolgens maken zij met de deelnemer een plan van aanpak. In een trajectvergadering met trajectbegeleider, Wmo consulent, sociaal werker WMD en zo mogelijk de deelnemer - wordt besproken wie wat gaat doen en wat de deelnemer zelf kan doen om zijn wensen verder vorm te geven. Vervolgens gaat een ieder deelnemer en trajectgroep aan de slag en zijn er voortgangsvergaderingen om de vorderingen van de deelnemer op het participatiepad te volgen. - de pilotfase is geëvalueerd. Evaluatie Participatie Er zijn in totaal tijdens het pilotproject vijf personen benaderd, bijna allen cliënten 27

27 van GGZ die zelfstandig wonen. Het benaderen van deelnemers stagneerde toen het Wmo loket mensen zou benaderen. Zij vond niet of nauwelijks mensen die aan het project mee wilden doen. De vier deelnemers hebben stappen gezet op het pad van de participatie: muziekles volgen bij de muziekschool. stage lopen bij een zorginstelling, werken op vrijwillige basis bij een peuterspeelzaal. Alle deelnemers gaven bij een tweede meting aan, dat zij méér deelnemen aan de samenleving en daarover tevreden zijn. Eigen kracht en sociaal netwerk Er is in dit project gekozen voor een eerste gesprek met de deelnemer door de professionals van GGZ en het gemeenteloket. Wat de deelnemer zélf kan doen, was wel uitgangspunt, maar de sociale omgeving van de deelnemer kwam niet zo zeer in beeld. De samenwerking tijdens het project De betrokken partijen werkten intensief met elkaar samen: de projectgroep kwam eens per zes weken bij elkaar. Er was soms verschil van inzicht en van mening over de richting en voortgang van het project. Dat werkte soms vertragend, maar men kwam er uit en was bereid rekening te houden met elkaars wensen. Verschillen van inzicht en mening manifesteerden zich op een aantal punten: - vanuit eigenbelang, maar ook een andere cultuur, bijvoorbeeld welzijn werkt niet individueel maar groepsgewijs. Welzijn vond het lastig om individuele uren te steken in cliënten van de ggz. Daar hebben zij binnen hun gemeentelijke financiering geen budget voor. Overigens had de werkvloer hier minder problemen mee. - wat ook vertragend werkte, was dat de gemeente en de welzijnsorganisatie op afspraken terugkwamen, omdat 'de achterban' anders besloot of omdat in het geval van de gemeente, de politiek anders besloot of juist niét besloot. - de ggz en gemeente wilden ook graag dat welzijn mensen zou aanleveren voor dit project. Dat lukte niet omdat welzijn zegt geen zicht te hebben op individuen. 28

28 In de trajectgroep, op uitvoerend niveau, vond men elkaar veel gemakkelijker, vanuit het belang van de deelnemer. Over het algemeen ervoer men de samenwerking als positief, ondanks het feit dat het soms niet gemakkelijk verliep. Wat kan beter? De melding en selectie van deelnemers moet beter kunnen, zodat er meer mensen met een psychische beperking kunnen worden bereikt. Dit is des te actueler nu de AWBZ begeleidingsfunctie onder het regime van de Wmo wordt gebracht. De zware projectstructuur met veel overleg en een zware intake, zou ook lichter kunnen, waardoor het minder duur wordt. Overigens is er in de gemeente Midden Drenthe ook een Loket Zorg en Dienstverlening, aangehaakt bij de Stichting Welzijn Ouderen (die met de WMD gaat fuseren). Het ligt voor de hand het loket bij dit project te betrekken. 2.5 Kansrijk samenwerken gemeente Tynaarlo 6 Korte beschrijving Wethouder Assies van de gemeente Tynaarlo deed in 2008 een oproep aan de maatschappelijke organisaties in zijn gemeente meer samen te werken met het doel de participatie van de burgers in de gemeente met name ook van mensen met een beperking te versterken. Promens Care een instelling voor mensen met een psychische en een verstandelijke beperking nam het initiatief om dit samen met een aantal instellingen op te pakken (ggz, verslavingszorg, sociale dienst, welzijnsorganisatie, sociale werkvoorziening). Achteraf bezien zit hier de gehele range van instellingen bij elkaar die betrokken zijn bij twee van de Transities (jeugd uitgezonderd). 6 Zie voor een uitgebreide rapportage: Kroes, J., Onderzoeksverslag Kansrijk samenwerken en leven in de gemeente Tynaarlo, Groningen,

29 Doel van het project Versterken van de participatie van kwetsbare inwoners op het vlak van arbeid, vrijetijdsbesteding, scholing en vrijwillige inzet. Daarnaast versterking van de leefbaarheid in bepaalde gebieden. Doelgroep: inwoners met een verstandelijke of psychische beperking en inwoners met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Nevendoel daarbij was om dit in samenwerking met elkaar te realiseren. Aanpak De instellingen besloten drie pilotprojecten in dit project in te brengen, twee bestaande (Burghoes en TravelCare) en één nieuw project, de Loods. Alle zijn gericht op versterken van de participatie van de doelgroep in de samenleving. Bovendien moesten deze pilotprojecten het mogelijk maken dat cliënten van verschillende instellingen in een pilotproject konden deelnemen. Het betrof de volgende drie pilots: - het Brughoes, een winkel in het dorp Tynaarlo waar door cliënten van Promens Care bakkersproducten verkocht worden. Deelname van de cliënten was gericht op (onbetaald) werk als einddoel of als tussenstap naar betaald werk én op contact met de dorpelingen. - reisbureau Travelcare, dóór en vóór cliënten met een indicatie bij Promens Care of een ggz instelling. Deelname van de cliënten was ook hier gericht op (onbetaald) werk, als einddoel of als tussenstadium naar betaal werk elders. Maar het betekent ook contact met de lokale samenleving en allerlei organisaties. - de Loods: een multifunctionele werkplaats waar computers zouden worden hersteld en beschikbaar gesteld aan kwetsbare burgers, gekoppeld aan een opleiding van het ROC Alfa College. De partners werden het niet eens over de invulling van de Loods. Deze kwam niet van de grond. In plaats van de Loods is een start gemaakt met het opzetten van Vacaturebank Plus, een vacaturebank voor mensen die door omstandigheden en/of beperkingen niet in staat zijn betaald werk te verrichten. Het gaat er om hen de kans te bieden via vrijwilligerswerk toch aan de slag te gaan en onder de mensen te zijn. Doelgroep: jongeren zonder startkwalificatie en cliënten van de betrokken instellingen. 30

30 Evaluatie De pilots kwamen niet van de grond als samenwerkingsprojecten van de verschillende instellingen. Reden: het lukte niet de financiën te ontschotten en elkaars cliëntgroepen 'te delen' in de pilots. De pilotprojecten die waren ingebracht, waren alle van Promens Care, waardoor de andere betrokken instellingen te passief bleven. De bestaande projecten Brughoes en Travelcare gingen uiteindelijk onder de vlag van de eigen instelling Promens Care verder. De Vacaturebank Plus gaat verder onder de naam Inzendbureau, eveneens onder de vlag van Promens Care. Dat zoekt samenwerking met UWV. Participatie Alleen in de reeds bestaande pilots werd gewerkt aan de participatie van de cliënten. Deze gingen gewoon door. Cliënten van Promens Care hebben aan beide pilots het Brughoes en Travelcare deelgenomen. Om hoeveel het gaat, is niet bekend. De projectleider van het Brughoes heeft in 2011 burgers uit het dorp Tynaarlo, waar het Brughoes gevestigd is, opgeroepen als vrijwilliger mee te doen in het project. Dat heeft tot een positieve reactie geleid. Een aantal burgers helpt nu samen met de cliënten mee in de winkel. Daarmee houden zij ook een winkel in het eigen dorp in stand. Eigen kracht en sociaal netwerk Het ging erom dat de deelnemende cliënten in de pilotprojecten zouden werken aan hun eigen mogelijkheden en (onbetaald) werk zouden doen. Versterken van hun eigen kracht dus. Hun eigen sociaal netwerk speelde daarbij niet zo'n rol zo lijkt het. De deelname van de burgers in Tynaarlo in het Brughoes is een mooi voorbeeld hoe de (wijdere) sociale omgeving betrokken raakte. 31

31 Samenwerking De samenwerking tussen de organisaties haperde. Er is een aantal factoren te noemen: - de gemeente koos ervoor niet een regierol te hebben en besteedde de projectleidersrol uit aan een externe projectleider en was zelf op inhoud betrokken. Dat leidde tot een onduidelijke verhouding. De instellingen misten de regie van de gemeente. - er was niet een door alle partijen overeengekomen projectplan, met duidelijke doelen. Er was wel een projectplan dat was vastgesteld door de gemeente en de externe projectleider, maar er was niet een gezamenlijk uitgewerkt plan, waar men naar toe wilde werken. Daardoor was er niet een bindend doel voor de deelnemende instellingen. - per pilot was er een pilotteam dat verantwoordelijk was voor de ontwikkeling van de pilot. Maar de leden hadden vanuit hun organisaties te weinig ruimte om beslissingen te kunnen nemen en moesten steeds terug naar hun organisaties voor overleg. Er werden daardoor geen knopen doorgehakt. Daarnaast was de vergaderfrequentie (een maal per twee maanden) te laag om een stevige voortgang te krijgen, waardoor de voornemens wegzakten in de waan van de dag. Bovendien waren álle organisaties steeds betrokken bij de pilotteams, ook als zij daar daadwerkelijk niet in mee deden. Dat leidde tot deelnemer die niet echt betrokken waren. - er was ook een kerngroep die de voortgang van het project moest volgen en zorgen voor mandaat voor acties van de pilotteams. Maar de verhouding tussen pilotteams en kernteam was onduidelijk. - het lukte niet om cliënten over en weer in de pilots te plaatsen. De financiën waren daarbij onoverkomelijk: als de cliënt van instelling X wordt begeleid in de pilot bij instelling Y, wie draait dan op voor de kosten en hoe financier je die vanuit de bestaande financieringsregeling? Kortom: de schotten tussen verschillende financieringen bleven recht overeind. Achteraf bezien hadden hierover vooraf tussen de betrokken organisaties afspraken moeten worden gemaakt, zodat de uitvoerders in de pilotteams hiermee uit de voeten konden. 32

32 - inmiddels is er een Netwerkoverleg Participatie opgericht door de gemeente Tynaarlo en de betrokken instellingen om elkaar te blijven informeren over ontwikkelingen (rond de Transitie bijvoorbeeld) en eventuele toekomstige samenwerking te kunnen voorbereiden. De gemeente is trekker van het overleg. Wat kan beter? Punten die kunnen bijdragen aan een betere ontwikkeling van het project en de samenwerking: een duidelijker regie; een gezamenlijk gedragen plan; duidelijke afspraken vooraf tussen de betrokken organisaties over inzet en over de wijze waarop met financiering wordt omgegaan; goede randvoorwaarden voor de uitvoerende professionals om het project uit te voeren, waaronder het mandaat om binnen de gestelde kaders (die dan ook duidelijk omschreven moeten zijn) beslissingen te kunnen nemen rond de uitvoering van het project. 33

33 3. Sturing in de Wmo-praktijken In het afgelopen jaar is een verkenning uitgevoerd van de wijze van sturing door de vier gemeenten die bij de Wmo-werkplaats Groningen en Drenthe zijn betrokken. Dit gebeurde met in het achterhoofd de bestuurlijke doelen van de Wmo, die immers streeft naar meer betrokkenheid van de burgers en maatschappelijke organisaties én meer afstemming en samenhang in het beleid en de uitvoering, d.w.z. meer integraal beleid en samenwerking. 3.1 Typen van sturing In de laatste dertig jaar is veel veranderd in de sturingsfilosofie van de overheid. Er trad een geleidelijke verschuiving op van klassieke overheidssturing via New Public Management in de richting van governance. Hieronder volgt een korte omschrijving van deze sturingstypen. Klassieke overheidssturing: de overheid is de baas. De overheid geeft haar sturende rol vooral gestalte door middel van wet- en regelgeving. De overheid is dirigent en controleur. Bij de uitvoering van projecten is de overheid de partij die plannen maakt en bepaalt wat gaat gebeuren. Overheidsdiensten voeren het uit, of de overheid verstrekt opdracht aan (veelal markt-)partijen om haar plannen uit te voeren of subsidieert instellingen om activiteiten uit te voeren als dat in het overheidsbeleid past. New Public Management (NPM) In de tachtiger jaren van de vorige eeuw komt deze opvatting overwaaien uit de Angelsaksische wereld. Uitgangspunt wordt een bedrijfsmatige overheid die burgers en instellingen klantgericht benaderd. Het marktdenken wordt meer vertrekpunt van handelen: effectiviteit, efficiency, prestatie-indicatoren en sturing op output worden belangrijke ijkpunten. Het is de tijd van no nonsense beleid en concurrentie wordt meer en meer gezien als een middel om partijen scherp te houden. Dit denken doet geleidelijk aan ook z'n intrede in gesubsidieerde sectoren als onderwijs, zorg en welzijn. Subsidiëring wordt vervangen door verstrekken van 34

34 opdrachten op contractbasis of hybride vormen als subsidieovereenkomsten. Uitvoerders moeten zich verantwoorden voor door hen geleverde diensten. Governance Veel beleidsvraagstukken zijn complex, er zijn veel partijen bij betrokken en dat vergt overleg en samenwerking. Dat leidt tot een nieuwe vorm van sturing, governance. Bij governance staat samenwerking tussen verschillende partijen voorop. De overheid heeft een regierol, maar is niet meer de partij die alles bepaalt. Governance gaat uit van de wederzijdse afhankelijkheid van partijen, waarbij de kennis van alle partijen wordt benut. Er is bovendien een horizontale relatie tussen de overheid en de andere partijen. Het Verweij-Jonker Instituut heeft een aantal verschillende governancemodellen onderscheiden, die we hieronder weergeven 7. Integrale beleidssturing: de gemeente heeft een sterk sturende rol en is alleen verantwoordelijk en is gericht op meer samenwerking tussen gemeentelijke diensten en afdelingen. Burgers zijn via geïnstitutionaliseerde adviesorganen als de Wmo raad betrokken. De gebruikte kennis ligt bij de ambtenaren en vooral bij het samenbrengen van (verkokerde) kennis vanuit de verschillende afdelingen. Het verschil met klassieke overheidssturing zit in de samenwerking en de adviesmogelijkheid van de burger. Expertsturing: in dit model vindt samenwerking plaats tussen gemeente en maartschappelijke of private partijen ofwel de markt. De gemeente draagt de verantwoordelijkheid maar legt deze bij de experts van de uitvoerende partijen. De lokale overheid heeft de rol van dirigent, regelaar, 'wie betaalt bepaalt'. De experts vormen hier de kennisbron voor het beleid. Er is grote gelijkenis met het NPM model. De burger is nauwelijks betrokken. Ketensturing: de gemeente stuurt als regisseur de keten van dienstverlenende organisaties aan is en is er op gericht partners in de uitvoering te verbinden. Het accent ligt op de netwerken van dienstverlening en beleidsvoering, waarin 7 Nederland T., Huygen A., Boutelier H., Governance in de Wmo. Theorie en praktijk van vernieuwende governance modellen, Utrecht okt

Wmo-werkplaats Groningen-Drenthe 2009-2012. Overzicht. Aanleiding Wmo-werkplaatsen. Opzet, bevindingen en resultaten. Aanleiding Wmo-werkplaatsen

Wmo-werkplaats Groningen-Drenthe 2009-2012. Overzicht. Aanleiding Wmo-werkplaatsen. Opzet, bevindingen en resultaten. Aanleiding Wmo-werkplaatsen Wmo-werkplaats Groningen-Drenthe 2009-2012 Opzet, bevindingen en resultaten Lies Korevaar, lector Rehabilitatie Overzicht Aanleiding Wmo-werkplaatsen Opzet Wmo-werkplaats Groningen- Drenthe Activiteiten

Nadere informatie

Wmo-werkplaats Groningen-Drenthe

Wmo-werkplaats Groningen-Drenthe Wmo-werkplaats Groningen-Drenthe Afsluitende conferentie 28 juni 2012 Hanzehogeschool Groningen Introductie Wmo Met de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) vindt in de sector Zorg en Welzijn een ommekeer

Nadere informatie

Onderzoeksopzet Vrijwilligers in de Wmo Wmo-werkplaats Noord Jolanda Kroes Hanzehogeschool Groningen

Onderzoeksopzet Vrijwilligers in de Wmo Wmo-werkplaats Noord Jolanda Kroes Hanzehogeschool Groningen Onderzoeksopzet Vrijwilligers in de Wmo Wmo-werkplaats Noord Jolanda Kroes Hanzehogeschool Groningen Inhoud 1. Inleiding 2 De Wmo-werkplaats 2 Schets van de context 2 Ontwikkelde producten 3 2. Doel onderzoek

Nadere informatie

Onderzoeksvoorstel wijkzorgteam gemeente Oldambt. WMO-werkplaats door Ronald Schurer

Onderzoeksvoorstel wijkzorgteam gemeente Oldambt. WMO-werkplaats door Ronald Schurer Onderzoeksvoorstel wijkzorgteam gemeente Oldambt WMO-werkplaats door Ronald Schurer Inleiding WMO-werkplaats Noord De WMO-werkplaats Noord wil samen met gemeenten en betrokken instellingen een aantal innovatieve

Nadere informatie

Globaal project- en stappenplan WMO Werkplaats Noord

Globaal project- en stappenplan WMO Werkplaats Noord Globaal project- en stappenplan WMO Werkplaats Noord In dit stappenplan wordt het projectplan dat bij VWS is ingediend uitgewerkt in een stappenplan. Allerlei inhoudelijk beschrijvingen worden hier weggelaten.

Nadere informatie

OVERZICHT VAN STUDIES GEDAAN NAAR DE EFFECTIVITEIT VAN DE METHODE COMMUNITY SUPPORT

OVERZICHT VAN STUDIES GEDAAN NAAR DE EFFECTIVITEIT VAN DE METHODE COMMUNITY SUPPORT OVERZICHT VAN STUDIES GEDAAN NAAR DE EFFECTIVITEIT VAN DE METHODE COMMUNITY SUPPORT De directie van probeert waar mogelijk de resultaten die geboekt worden door middel van onderzoek te objectiveren. Er

Nadere informatie

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost Regionale visie op welzijn Brabant Noordoost-oost Inleiding Als gemeenten willen we samen met burgers, organisaties en instellingen inspelen op de wensen en behoeften van de steeds veranderende samenleving.

Nadere informatie

Onderzoeksvoorstel Buur & co. interventie gemeente Opsterland

Onderzoeksvoorstel Buur & co. interventie gemeente Opsterland Onderzoeksvoorstel Buur & co. interventie gemeente Opsterland Inleiding De Wmo-werkplaats Noord wil samen met gemeenten en betrokken instellingen een aantal innovatieve Wmo-praktijken ontwikkelen, beschrijven,

Nadere informatie

Sturing van sociale gebiedsteams. Ferry Wester Gert Wildeboer

Sturing van sociale gebiedsteams. Ferry Wester Gert Wildeboer Sturing van sociale gebiedsteams Ferry Wester Gert Wildeboer 1 Wat gaan we doen? Een klein beetje theorie Hoe sturen gemeenten gebiedsteams aan? Hoe doet de gemeente Assen dit? Hoe zouden jullie dit doen?

Nadere informatie

Workshop Introductie Wmo. Lesprogramma. Ontwikkelingen

Workshop Introductie Wmo. Lesprogramma. Ontwikkelingen Workshop Introductie Wmo Wmo-werkplaats Groningen-Drenthe 28 juni 2012 Lies Korevaar Lesprogramma Kennismaking en uitleg programma Wat is de Wmo? Doelen en uitgangspunten van de Wmo Uitwerking Wmo in de

Nadere informatie

Kansrijk samenwerken en leven in de gemeente Tynaarlo

Kansrijk samenwerken en leven in de gemeente Tynaarlo Kansrijk samenwerken en leven in de gemeente Tynaarlo Jolanda Kroes Wmo-werkplaats Groningen-Drenthe 1 Vooraf Wmo werkplaats Groningen/Drenthe De Wmo werkplaats Groningen/Drenthe is één van de Wmo werkplaatsen

Nadere informatie

Met elkaar voor elkaar

Met elkaar voor elkaar Met elkaar voor elkaar Publiekssamenvatting Oktober 2013 1 1 Inleiding Met elkaar, voor elkaar. De titel van deze notitie is ook ons motto voor de komende jaren. Samen met u (inwoners en beroepskrachten)

Nadere informatie

Bijlage 1 Vragenlijst websurvey

Bijlage 1 Vragenlijst websurvey Bijlage 1 Vragenlijst websurvey Wmo monitor 2011 - uw organisatie Vraag 1 Welk type organisatie vertegenwoordigt u? (meerdere antwoorden mogelijk) Professionele organisaties Welzijnsorganisatie Vrijwilligerscentrale

Nadere informatie

Interdisciplinaire samenwerking in de wijk: de T-shaped professional

Interdisciplinaire samenwerking in de wijk: de T-shaped professional Interdisciplinaire samenwerking in de wijk: de T-shaped professional Groningen, 11 november 2013 Lies Korevaar, lector Rehabilitatie e.l.korevaar@pl.hanze.nl Overzicht Inleiding Interdisciplinaire samenwerking

Nadere informatie

Participatiewiel: een andere manier van kijken

Participatiewiel: een andere manier van kijken Participatiewiel: een andere manier van kijken Ideeën voor gebruik door activeerders en hun cliënten Participatiewiel: samenhang in beeld WWB Schuldhulpverlening Wajong / WIA / WW / WIJ AWBZ en zorgverzekeringswet

Nadere informatie

Betekenis voor beroepsonderwijs

Betekenis voor beroepsonderwijs Betekenis voor beroepsonderwijs Paul Vlaar Landelijk overleg Wmo-werkplaatsen Opbouw inleiding Transities sociale domein Wat zijn Wmo-werkplaatsen? Waar zitten werkplaatsen en wat doen zij? Urgentie van

Nadere informatie

Ontwikkelingen. Cliënten van de AWBZ naar de Wmo. Mensen met beperkingen participeren in de wijk (en daar buiten)

Ontwikkelingen. Cliënten van de AWBZ naar de Wmo. Mensen met beperkingen participeren in de wijk (en daar buiten) Interdisciplinaire samenwerking: de T-shaped professional in relatie tot de participatie van burgers met ernstige en langdurige beperkingen Welzijn nieuwe stijl vraagt om onderwijs nieuwe stijl Ontwikkelingen

Nadere informatie

Overzicht. Decentralisaties. Per 1 januari 2015 gaan cliënten van de AWBZ naar de Wmo. Inleiding

Overzicht. Decentralisaties. Per 1 januari 2015 gaan cliënten van de AWBZ naar de Wmo. Inleiding Interdisciplinaire samenwerking in wijkteam: de T-shaped professional Inleiding Overzicht Congres Sociaal werk, het hart van het sociale domein De positie van sociale professionals en de drie decentralisaties

Nadere informatie

Productbeschrijving Wmo contract 2016

Productbeschrijving Wmo contract 2016 Productbeschrijving Wmo contract 2016 In dit document worden de ingekochte producten beschreven. Het is bedoeld als handreiking bij de beoordeling van de in te zetten ondersteuning. Geen vaste criteria

Nadere informatie

Samenwerken aan welzijn

Samenwerken aan welzijn Samenwerken aan welzijn Richting en houvast 17 november 2017 Het organiseren van welzijn Het afgelopen jaar hebben we met veel inwoners en maatschappelijke partners gesproken. Hiermee hebben we informatie

Nadere informatie

Inleiding. Doelen en uitgangspunten van het gemeentebestuur

Inleiding. Doelen en uitgangspunten van het gemeentebestuur Inleiding TRILL is een methodiek die de verantwoordelijkheden en de te leveren prestaties van betrokken partijen in kaart brengt. Zo moet de ambtenaar de beleidsdoelstellingen die door het gemeentebestuur

Nadere informatie

Implementatie Begeleid Leren in afdelingen en teams

Implementatie Begeleid Leren in afdelingen en teams Implementatie Begeleid Leren in afdelingen en teams 1. Introductie: het implementatietraject Een GGz- of onderwijsinstelling heeft het besluit genomen Begeleid Leren (Kiezen- Verkrijgen-Behouden model)

Nadere informatie

10 Jaar Lectoraat Rehabilitatie. Welkom

10 Jaar Lectoraat Rehabilitatie. Welkom 10 Jaar Lectoraat Rehabilitatie Welkom Groningen 7 oktober 2013 Annemarie Zijlstra, Promens Care a.zijlstra@promens-care.nl In deze bijdrage Kenniscirculatie Partners 3 thema s: praktijk, onderzoek & innovatie,

Nadere informatie

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Op weg naar een andere vorm van welzijnswerk

Op weg naar een andere vorm van welzijnswerk Op weg naar een andere vorm van welzijnswerk Van: Johan v.d. Sloot (welzijnsorganisatie STAERK) d.d. 20 september 2012 Geachte raadsleden, Bijgaand stuur ik u deze notitie over een nieuwe vorm van het

Nadere informatie

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: 2 juni 2014 Sociaal Domein Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: Jeugdzorg, AWBZ-begeleiding naar Wmo, Participatiewet. Samenhang met ontwikkelingen Publieke Gezondheidszorg en Passend

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek begeleiding

Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek Begeleiding najaar 2016 Pagina 1 van 18 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Werkwijze en verantwoording 5 Het doel van het onderzoek 5 Uitvoering onderzoek

Nadere informatie

Handreiking Zorg- & Welzijnsarrangement

Handreiking Zorg- & Welzijnsarrangement Handreiking Zorg- & Welzijnsarrangement voor duidelijke afspraken in samenwerking tussen formele en informele partijen rondom een persoon met ondersteuningsvraag versie januari 2018 Hoe kom je tot een

Nadere informatie

Het zou het beste zijn als maatschappelijke steunsystemen georganiseerd werden door de gemeente.

Het zou het beste zijn als maatschappelijke steunsystemen georganiseerd werden door de gemeente. 1. Het zou het beste zijn als maatschappelijke steunsystemen georganiseerd werden door de gemeente. 2. De overheid moet niet achter de voordeur van mensen willen treden. Dat is privégebied en de eigen

Nadere informatie

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving Aanpak: WIJ Eindhoven De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Lumens Groep

Nadere informatie

Overzicht. VAK-mensen. Samenwerken in de Wijk. Competenties van de professional. Interdisciplinaire samenwerking (T-shaped) in het sociaal team

Overzicht. VAK-mensen. Samenwerken in de Wijk. Competenties van de professional. Interdisciplinaire samenwerking (T-shaped) in het sociaal team Interdisciplinaire samenwerking (T-shaped) in het sociaal team Inleiding Overzicht Conferentie Wmo-werkplaatsen 'Transformeren doe je met elkaar Utrecht, 16 oktober 2015 Interdisciplinaire samenwerking

Nadere informatie

Transitie MEE Groningen AWBZ naar Wmo. Transitie MEE Groningen AWBZ naar Wmo

Transitie MEE Groningen AWBZ naar Wmo. Transitie MEE Groningen AWBZ naar Wmo Transitie MEE Groningen AWBZ naar Wmo Transitie MEE Groningen AWBZ naar Wmo Januari 2014 Centraal kantoor Groningen Koeriersterweg 26a 9727 AC Groningen Postbus 1346 9701 BH Groningen T 050-527 45 00 E

Nadere informatie

RIBW werkt in & met sociale wijkteams

RIBW werkt in & met sociale wijkteams RIBW werkt in & met sociale wijkteams Inspiratiedagen RIBW 1 & 8 september 2015 Movisie Anneke van der Ven 9/9/2015 In wat voor tijd leven we eigenlijk? 1 1. Van AWBZ naar Wet Maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de reguliere zorg Praktijkervaringen uit 5 gemeenten

Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de reguliere zorg Praktijkervaringen uit 5 gemeenten Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de reguliere zorg Praktijkervaringen uit 5 gemeenten Maud Eimers en Erick Vloeberghs 2 Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de

Nadere informatie

Wmo-werkplaats Twente. Scholingshandleiding voor cursist en trainer. Samenwerken met vrijwilligers

Wmo-werkplaats Twente. Scholingshandleiding voor cursist en trainer. Samenwerken met vrijwilligers Wmo-werkplaats Twente Scholingshandleiding voor cursist en trainer Samenwerken met vrijwilligers De vrijwilliger als vanzelfsprekende partner in zorg en welzijnswerk juli 2011 Saxion. Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Sturing van sociale gebiedsteams

Sturing van sociale gebiedsteams Sturing van sociale gebiedsteams Ferry Wester Gert Wildeboer Wat gaan we doen? Een klein beetje theorie Hoe sturen gemeenten gebiedsteams aan? Hoe doet de gemeente Assen dit? Hoe zouden jullie dit doen?

Nadere informatie

Wmo en de professional

Wmo en de professional Wmo en de professional Wmo werkplaats Groningen- Drenthe Ferry Wester 1 Wat gaan we doen 1. Kennismaking en uitleg programma 2. Wat is de Wmo? 3. Doelen en uitgangspunten van de Wmo 4. Uitvoering van de

Nadere informatie

Gemeenten en de kwaliteit van sociale interventies

Gemeenten en de kwaliteit van sociale interventies Gemeenten en de kwaliteit van sociale interventies Gemeenten en de kwaliteit van sociale interventies Werkt buurtbemiddeling nu eigenlijk echt? Welke resultaten zijn hiervan bekend? En wat weten we bijvoorbeeld

Nadere informatie

t Marheem is een brede welzijnsinstelling die gemeentelijk beleid op het gebied van maatschappelijke ondersteuning uitvoert.

t Marheem is een brede welzijnsinstelling die gemeentelijk beleid op het gebied van maatschappelijke ondersteuning uitvoert. Werkplan 2014 Werkplan 2014 Woord vooraf t Marheem is een brede welzijnsinstelling die gemeentelijk beleid op het gebied van maatschappelijke ondersteuning uitvoert. Het werkveld maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Sociale wijkteams de sleutel in de participatiesamenleving?

Sociale wijkteams de sleutel in de participatiesamenleving? Leer- en ontwikkeltraject Sociale wijkteams de sleutel in de participatiesamenleving? Centrum voor Samenlevingsvraagstukken Marja Jager-Vreugdenhil & Eelke Pruim @SamenViaa Deze workshop: - Over Wmo-werkplaats

Nadere informatie

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Dienst Gezondheid

Nadere informatie

Eerder en Dichtbij. Projectplan

Eerder en Dichtbij. Projectplan Eerder en Dichtbij Projectplan Bussum, augustus september 2012 1. Inleiding De pilot Eerder en Dichtbij is een verlening van de eerste pilot Meer preventie minder zorg. Het doel van de pilot was oorspronkelijk

Nadere informatie

Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen

Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen Gemeente Huizen Inleiding... 3 1. Verantwoording onderzoek...

Nadere informatie

Ambtenaren / managers Ambtenaren die werken met moeilijk bereikbare groepen

Ambtenaren / managers Ambtenaren die werken met moeilijk bereikbare groepen Bijlage Overzicht Doelgroepen Overzicht Doelgroepen participerend in Wmo-werkplaatsen Wmo werkplaats Participerende doelgroepen praktijken Actieve burgers Actieve burgers Actieve buurtbewoners / managers

Nadere informatie

Eén. contract. Eén. opdracht. Eén. missie. Meer dan 100 partners Meer dan 1000 professionals

Eén. contract. Eén. opdracht. Eén. missie. Meer dan 100 partners Meer dan 1000 professionals Eén opdracht Eén contract Meer dan 100 partners Meer dan 1000 professionals Eén missie 1 Het gewone leven Vrijwilligers- & Verenigingswerk Ons speelveld Mantelzorg & Welzijn Participatie & Inkomen & Schuldhulpverlening

Nadere informatie

Informele zorg in Eindhoven, nu en in de toekomst

Informele zorg in Eindhoven, nu en in de toekomst Informele zorg in Eindhoven, nu en in de toekomst Netwerk Informele Zorg en Netwerk Mantelzorg Eindhoven Contact adres secretariaat: Mw. Marijke van der Zanden tel: 040-238 27 97 m.vd.zanden@eindhoven.nl

Nadere informatie

Theorie & Praktijk Sociale wijkteams

Theorie & Praktijk Sociale wijkteams Wmo-werkplaats Zwolle startevenement Theorie & Praktijk Sociale wijkteams 2 april 2014 Opbouw Rondje voorstellen Theorie Sociale wijkteams (Eelke) Theorie Sociale wijkteams (Albert) Praktijk Sociale wijkteams

Nadere informatie

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: BJZ Flevoland

Nadere informatie

Aanpak: Interventieteam Gezinnen. Beschrijving

Aanpak: Interventieteam Gezinnen. Beschrijving Aanpak: Interventieteam Gezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Fier

Nadere informatie

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda 2012-2013 Inleiding M&S Breda bestaat uit acht organisaties die er voor willen zorgen dat de kwetsbare burger in Breda mee kan doen. De deelnemers in M&S Breda delen

Nadere informatie

Pilot begeleiding Oosterschelderegio

Pilot begeleiding Oosterschelderegio Pilot begeleiding Oosterschelderegio Inleiding In 2016 hebben vier zorgaanbieders een pilot gedaan in de Oosterschelderegio waarbij gekeken is of de huishoudelijke zorg ook lichte individuele begeleiding

Nadere informatie

Werkbezoek Gemeenteraad Leiderdorp 21 mei 2014

Werkbezoek Gemeenteraad Leiderdorp 21 mei 2014 Werkbezoek Gemeenteraad Leiderdorp 21 mei 2014 Programma Welkom en korte kennismaking Pluspunt aan het werk Ouderen Mantelzorgers Visie Pluspunt op ontwikkelingen in sociaal domein Pluspunt aan het werk

Nadere informatie

SAMEN STA JE STERK S U P P O R T F R Y S L Â N B E L E I D S P L A N 2 0 1 5-2 0 1 7

SAMEN STA JE STERK S U P P O R T F R Y S L Â N B E L E I D S P L A N 2 0 1 5-2 0 1 7 SAMEN STA JE STERK SUPPORT FRYSLÂN BELEIDSPLAN 2015-2017 INLEIDING Maatjesproject Support Fryslân startte in 2001 als onderdeel van Solidair Fryslân. Per 1 januari 2014 is Support Fryslân een zelfstandige

Nadere informatie

HUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG

HUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG HUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG Datum : 2 juni 2017 Auteur : Heleen de Boer Inhoud INTRODUCTIE... 2 SAMENVATTING... 3 1. INLEIDING... 4 1.1. Aanleiding en doel... 4 1.2 De vragenlijst...

Nadere informatie

Versie: februari Meerjarig beleidsplan Stichting Welzijn Diemen

Versie: februari Meerjarig beleidsplan Stichting Welzijn Diemen Versie: februari 2016 Meerjarig beleidsplan 2016 2018 Stichting Welzijn Diemen Inhoudsopgave Inleiding 3 Deel 1: Ontwikkelingen 4 1.1 Algemene maatschappelijke en politieke ontwikkelingen op 4 het gebied

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

Breda s Toetsingskader

Breda s Toetsingskader Breda s Toetsingskader Inleiding De organisaties die samenwerken in Zorg voor elkaar Breda delen het uitgangspunt dat welzijn en zorg in de eerste plaats van mensen zelf zijn. Zij hebben als doel dat kwetsbare

Nadere informatie

TRILL Programma van eisen VWC

TRILL Programma van eisen VWC TRILL Programma van eisen VWC Inleiding TRILL is een methodiek die de verantwoordelijkheden en de te leveren prestaties van betrokken partijen in kaart brengt. Zo moet de ambtenaar de beleidsdoelstellingen

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF WMO- WERKPLAATS NOORD november 2013

NIEUWSBRIEF WMO- WERKPLAATS NOORD november 2013 Ve5ver NIEUWSBRIEF WMO- WERKPLAATS NOORD november 2013 In de Wmo-werkplaats Noord werken de volgende organisaties met elkaar samen: lectoraat Rehabilitatie van de Hanzehogeschool Groningen, de gemeenten

Nadere informatie

Convenant tussen. Stichting Seniorenraad Meierijstad en. Stichting Welzijn De Meierij

Convenant tussen. Stichting Seniorenraad Meierijstad en. Stichting Welzijn De Meierij Convenant tussen Stichting Seniorenraad Meierijstad en Stichting Welzijn De Meierij 1 INHOUD 1 Inleiding 3 2 Doelstelling Seniorenraad 4 A. Een bijdrage leveren aan integraal ouderenbeleid 4 B. Het bewaken

Nadere informatie

Zoektocht. Directeur/bestuurder Socius

Zoektocht. Directeur/bestuurder Socius Is deze nieuwsbrief niet goed leesbaar, klik dan hier voor de webversie. Klik hier voor een PDF van de nieuwsbrief. Socius januari 2014 Zoektocht Op de drempel van 2014 kijk ik nog eens naar wat ons het

Nadere informatie

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving Aanpak: Multiprobleemgezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD

Nadere informatie

Prestatieplan 2017 STG

Prestatieplan 2017 STG Prestatieplan 2017 STG Midden en Zuid-Kennemerland Jan Stuytstraat 44 2014 XK Haarlem Telefoon: 023-5516368 Mobiel: 06-22707400 stg@thuiszorg-gehandicapten.nl www.thuiszorg-gehandicapten.nl Inhoud 1 Inleiding

Nadere informatie

Wmo-werkplaats Noord. Terugblik. Uitkomsten innovatie

Wmo-werkplaats Noord. Terugblik. Uitkomsten innovatie Wmo-werkplaats Noord Terugblik Terugblik en vooruitblik: van Wmo-werkplaats naar Werkplaats Sociaal Domein Lies Korevaar Groningen, 3 December 2015 2 Uitkomsten innovatie Midden Drenthe: Het Gesprek Opsterland:

Nadere informatie

Collectief en preventief werken in sociale teams vanuit samenlevingsopbouw

Collectief en preventief werken in sociale teams vanuit samenlevingsopbouw Collectief en preventief werken in sociale teams vanuit samenlevingsopbouw Hanzehogeschool Groningen, 2016 Lectoraat Rehabilitatie, Wmo-werkplaats Noord Lies Korevaar, lector rehabilitatie & Ria Barenkamp,

Nadere informatie

Wmo prestatieveld 4? Goed voor Elkaar!

Wmo prestatieveld 4? Goed voor Elkaar! Wmo prestatieveld 4? Goed voor Elkaar! Waarom Goed voor Elkaar? In de Wmo (Wet Maatschappelijke Ontwikkeling) is in prestatieveld 4 vastgelegd dat u als gemeente verantwoordelijk bent voor de ondersteuning

Nadere informatie

Bijlage Overzicht onderwerpen en thema s

Bijlage Overzicht onderwerpen en thema s Bijlage Overzicht onderwerpen en thema s Op basis van de werkplannen en voortgangsrapportages zijn de 133 onderwerpen thematisch te rangschikken onder de volgende 18 thema s: - Actief Burgerschap - Armoede

Nadere informatie

De Wmo Ontwikkelingen en uitdagingen voor de Wmo-raad

De Wmo Ontwikkelingen en uitdagingen voor de Wmo-raad De Wmo Ontwikkelingen en uitdagingen voor de Wmo-raad September 2010 Doel van de Wmo: Participatie Iedereen moet op eigen wijze mee kunnen doen aan de samenleving 2 Kenmerken van de Wmo - De Wmo is gericht

Nadere informatie

De gereedschapskist van de welzijnswerker nieuwe stijl : welke competenties zijn nodig om burgerparticipatie en eigen kracht te ondersteunen?

De gereedschapskist van de welzijnswerker nieuwe stijl : welke competenties zijn nodig om burgerparticipatie en eigen kracht te ondersteunen? De gereedschapskist van de welzijnswerker nieuwe stijl : welke competenties zijn nodig om burgerparticipatie en eigen kracht te ondersteunen? Sandra Vos Arne van den Bos Lectoraat Rehabilitatie, Hanzehogeschool

Nadere informatie

We worden steeds ouder. Notitie Ouderen

We worden steeds ouder. Notitie Ouderen We worden steeds ouder Notitie Ouderen Apeldoorn, maart 2018 We worden steeds ouder We worden steeds ouder en we blijven langer thuis wonen. Ouder worden kent verschillende fases. De 65+er van nu is actief

Nadere informatie

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017 opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017 Aanleiding Met ingang van 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de cliëntondersteuning voor alle inwoners, voorheen was dit een verantwoordelijkheid

Nadere informatie

DE AANPAK VAN SOCIAAL ISOLEMENT. KNELPUNTEN EN DILEMMA S.

DE AANPAK VAN SOCIAAL ISOLEMENT. KNELPUNTEN EN DILEMMA S. DE AANPAK VAN SOCIAAL ISOLEMENT. KNELPUNTEN EN DILEMMA S. Presentatie DAK bijeenkomst 16 juni 2014 Dr. Marina Jonkers ONDERWERPEN Wat doet LESI? Aanpak sociaal isolement in gemeenten Beleidsurgentie en

Nadere informatie

Werkplan. Versie 30 september 2015

Werkplan. Versie 30 september 2015 Werkplan 2016 Versie 30 september 2015 Werkplan 2016 mfc t Marheem Woord vooraf t Marheem is een brede welzijnsinstelling die gemeentelijk beleid op het gebied van maatschappelijke ondersteuning uitvoert.

Nadere informatie

DE BASIS EN SPEERPUNTEN VOOR

DE BASIS EN SPEERPUNTEN VOOR 1 JAARPLAN 2015 Voorwoord Het jaar 2014 is bijzonder succesvol geweest voor Present Rotterdam. Met succes zijn we op weg naar een stabiele organisatie met vaste partners, hebben we veel groepen vrijwilligers

Nadere informatie

Jong en Ouder ontschotting in de opvang van jonge ouders

Jong en Ouder ontschotting in de opvang van jonge ouders YOUKÉ Jong en Ouder ontschotting in de opvang van jonge ouders Sprekers: Arieke van Andel: gemeente Amersfoort Mariette Rutjes: leidinggevende cluster vrouwenopvang en gezinnen Inleiding Ontschotting in

Nadere informatie

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving Aanpak: Praktische gezinsondersteuning De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door:

Nadere informatie

Integraal en ontschot werken; kan het? Divosacongres 17 november 2016

Integraal en ontschot werken; kan het? Divosacongres 17 november 2016 Integraal en ontschot werken; kan het? Divosacongres 17 november 2016 11/21/2016 Programma Voorstellen, wie zijn wij? Schaalwandelen Landelijk beeld, hoe ontschot zijn we werkelijk? Eindhoven vertelt Samen

Nadere informatie

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0 Scholder an Scholder 2.0 - Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0 Opdracht Bestuurlijk Overleg Sport; 7 december 2016 Evaluatie van scholder an scholder (1.0) leert

Nadere informatie

Informatieblad. Kwaliteit van werken binnen 1Gezin1Plan RDOG HOLLANDS MIDDEN

Informatieblad. Kwaliteit van werken binnen 1Gezin1Plan RDOG HOLLANDS MIDDEN Informatieblad Kwaliteit van werken binnen 1Gezin1Plan RDOG HOLLANDS MIDDEN Colofon Uitgever: RDOG Hollands Midden Ontwikkeling: Petra de Jong en Nathalie Sie Uitgave: 2019, versie 6 Contact: Petra de

Nadere informatie

Participatie in rollen. De cliënten die van de Awbz naar de Wmo gaan. Overzicht. Mensen met beperkingen participeren in de wijk (en daar buiten)

Participatie in rollen. De cliënten die van de Awbz naar de Wmo gaan. Overzicht. Mensen met beperkingen participeren in de wijk (en daar buiten) Maatschappelijke participatie, stigma en openheid Overzicht Maatschappelijke Participatie Participatie door rehabilitatie Openheid Lies Korevaar Groningen, 27 januari 2015 Afsluiting De cliënten die van

Nadere informatie

Jaarrapportage Home-Start en Home-Start+ Schagen en Hollands Kroon 2018

Jaarrapportage Home-Start en Home-Start+ Schagen en Hollands Kroon 2018 Jaarrapportage Home-Start en Home-Start+ Schagen en Hollands Kroon 2018 Inleiding Home-Start is een programma voor opvoedondersteuning waarbij vrijwilligers gezinnen ondersteunen met minimaal één kind

Nadere informatie

Zelfstandig leven voor mensen met NAH én psychiatrische problematiek

Zelfstandig leven voor mensen met NAH én psychiatrische problematiek Brochure voor verwijzers Zelfstandig leven voor mensen met NAH én psychiatrische problematiek ribw arnhem & veluwe vallei 2 Meedoen in de maatschappij; voor veel mensen met langdurige psychiatrische problemen

Nadere informatie

Prestatieplan 2015 Welzijn Lisse

Prestatieplan 2015 Welzijn Lisse Prestatieplan 2015 Welzijn Lisse Kernfuncties (wat willen we) Producten (wat gaan we doen) Resultaatindicatoren Uren/ Kosten 1. Preventie en signalering 1.1 Algemene informatievoorziening Ten behoeve van

Nadere informatie

Uitvoeringsplan Wmo beleid 2013-2016 Samen sterk in de Wmo Gemeente Slochteren

Uitvoeringsplan Wmo beleid 2013-2016 Samen sterk in de Wmo Gemeente Slochteren Uitvoeringsplan Wmo beleid 2013-2016 Samen sterk in de Wmo Gemeente Slochteren 1 Prestatieveld Sociale Samenhang en Leefbaarheid Doel: Versterken van het zorgzaam samenleven Wat deden we al en blijven

Nadere informatie

Inspectie Werk en Inkomen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Inspectie Werk en Inkomen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid > Retouradres Het college van Burgemeester en Wethouders Inspectie Werk en Inkomen Wilhelmina van Pruisenweg 52 drs. C.H.L.M. van de Louw D a t u m 2 6 OKT. 2011 Betreft Aanbieding Programmarapportages

Nadere informatie

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving Aanpak: Bijzondere Zorg Team Namens de gemeente Deventer hebben drie netwerkpartners de vragenlijst gezamenlijk ingevuld. Dit zijn Dimence GGZ, Tactus verslavingszorg, en Iriszorg maatschappelijke opvang.

Nadere informatie

Subsidie uitvraag Welzijnswerk 2017

Subsidie uitvraag Welzijnswerk 2017 Subsidie uitvraag Welzijnswerk 2017 In beweging komen Ontwikkelen Meedoen Met lef! Oktober, 2016 1. Inleiding In 2015 en 2016 gingen wij Meiinoar op reis en die reis gaat verder. De reis wordt intensiever

Nadere informatie

Manifest. voor de intensieve vrijwilligerszorg

Manifest. voor de intensieve vrijwilligerszorg Manifest voor de intensieve vrijwilligerszorg Manifest voor de intensieve vrijwilligerszorg Meer dan 15.000 mensen zijn vrijwilliger bij een Waarom dit manifest? organisatie voor Vrijwillige Thuishulp,

Nadere informatie

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Wat doet Thuisbegeleiding? Informatie over Thuisbegeleiding

Wat doet Thuisbegeleiding? Informatie over Thuisbegeleiding Wat doet Thuisbegeleiding? Informatie over Thuisbegeleiding Informatie over Thuisbegeleiding Thuisbegeleiding biedt hulp aan multiproblemgezinnen en risicogezinnen, en aan volwassenen met psychiatrische

Nadere informatie

Beleid mantelzorg en vrijwilligers Fener Zorg

Beleid mantelzorg en vrijwilligers Fener Zorg P a g i n a 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Begrippen 1-2 3. Verschillen tussen mantelzorg en vrijwilligerswerk 2 4. Mantelzorg in Rotterdam 2-3 5. Visie van Fener Zorg op mantelzorg en vrijwilligers

Nadere informatie

NORMEN KWALITEITSLABEL SOCIAAL WERK

NORMEN KWALITEITSLABEL SOCIAAL WERK NORMEN KWALITEITSLABEL SOCIAAL WERK Opzet De normen zijn afgeleid van de vastgestelde Kwaliteitswaarden van de branche Sociaal Werk. Ze zijn ingedeeld in drie hoofdgroepen, die de opzet van deze Branchecode

Nadere informatie

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING December 2012 INLEIDING Het beleidsplan Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) 2008-2011 heeft een wettelijk bepaalde werkingsduur van vier jaren. In 2012 is besloten dit beleidsplan met één jaar te

Nadere informatie

Van theorie naar de dagelijkse praktijk van de Wmo, De Kanteling en Welzijn Nieuwe Stijl in Wielwijk

Van theorie naar de dagelijkse praktijk van de Wmo, De Kanteling en Welzijn Nieuwe Stijl in Wielwijk Van theorie naar de dagelijkse praktijk van de Wmo, De Kanteling en Welzijn Nieuwe Stijl in Wielwijk Pamela van der Kruk Interim manager WijkInformatiePunt en Sociaal Wijkteam Wielwijk INDELING PRESENTATIE

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare

Nadere informatie

Overzicht. Interdisciplinaire samenwerking (T-shaped) in het sociaal domein. Inleiding. Interdisciplinaire samenwerking: de T-shaped professional

Overzicht. Interdisciplinaire samenwerking (T-shaped) in het sociaal domein. Inleiding. Interdisciplinaire samenwerking: de T-shaped professional Interdisciplinaire samenwerking (T-shaped) in het sociaal domein Inleiding Overzicht Bijeenkomst Klantmanagers Groningen, 21 juni 2016 Interdisciplinaire samenwerking: de T-shaped professional Lies Korevaar,

Nadere informatie

Goed samenspel met mantelzorgers loont! SharingDay 7-11 13

Goed samenspel met mantelzorgers loont! SharingDay 7-11 13 Goed samenspel met mantelzorgers loont! SharingDay 7-11 13 1 Wat is Mezzo? Landelijke Vereniging voor Mantelzorgers en Vrijwilligerszorg Visie: Wij maken het mogelijk dat mensen op eigen wijze voor elkaar

Nadere informatie

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie Juni 2015 Samenwerkend Toezicht Jeugd (STJ) verstaat onder een gezin met geringe sociale redzaamheid een

Nadere informatie

Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein

Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein Versie: 31 maart 2014 1. Inleiding: Wij kunnen ons in Nederland gelukkig prijzen met een van de sterkste sociale stelsels ter wereld.

Nadere informatie

Het verhaal van Careyn Het Dorp

Het verhaal van Careyn Het Dorp Het verhaal van Careyn Het Dorp Het Dorp staat voor een nieuwe manier van werken. Een werkwijze die de klant en kwaliteit van leven centraal stelt en waarbij onze zorgprofessional aan zet is. Het Dorp

Nadere informatie