Faculteit Rechtsgeleerdheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Faculteit Rechtsgeleerdheid"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar DE DIENST VOOR ALIMENTATIEVORDERINGEN: EEN ONDERZOEK NAAR ZIJN (DIS)FUNCTIES EN VOORSTELLEN TOT OPTIMALISERING VAN ZIJN WERKING Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Lore Lust (Studentennr.: ) (Major Burgerlijk recht en Strafrecht) Promotor: Gerd Verschelden Commissaris: Wendy Segers

2 Voorwoord Het schrijven van deze masterproef was voor mij een uitdagende en leerrijke ervaring. Dat is in de eerste plaats de verdienste van mijn promotor, professor Gerd Verschelden. Ik bedank hem voor zijn advies en steun, én voor de vrijheid die hij mij liet bij het schrijven van dit werk. Ook Tom Boelaert, directeur van de Dienst voor alimentatievorderingen, verdient speciaal bedankt te worden, voor de uitgebreide gedachtewisseling en het delen van zijn ervaren kijk op DAVO, evenals Ilse Martens, assistente bij de vakgroep burgerlijk recht UGent, voor haar behulpzame begeleiding. Mijn vader bedank ik omdat hij, met een krantenknipsel over de DAVO in de hand, mij op het idee voor het onderwerp van deze masterproef bracht, en mijn zus omdat ze de proef wou nalezen. Dank ten slotte aan mijn medestudenten, vrienden en vriend, bij wie ik terecht kon voor hulp, een luisterend oor en goede raad. i

3 Inhoudsopgave VOORWOORD... i INHOUDSOPGAVE... ii INLEIDING... 1 DEEL 1: LEX LATA... 3 HOOFDSTUK 1: ONTSTAANSGESCHIEDENIS... 3 Afdeling 1: Voorafgaand... 3 Afdeling 2: Wet Dienst alimentatievorderingen... 4 Afdeling 3: Eerste programmawet... 6 Afdeling 4: Tweede programmawet... 6 Afdeling 5: Derde programmawet... 8 HOOFDSTUK 2: HET SYTEEM VAN DE WET Afdeling 1: Toepassingsgebied Afdeling 2: De tegemoetkoming van de Dienst voor alimentatievorderingen : Voorwaarden : Werkingskosten : Procedure Afdeling 3: De inning en invordering van de alimentatievordering : Inning en invordering ten laste van de onderhoudsplichtige : Terugvordering ten laste van de onderhoudsgerechtigde : Inlichtingen die moeten worden verstrekt door de openbare diensten, door instellingen en organisaties en door bepaalde openbare ambtenaren en privépersonen Afdeling 4: Ontvangsten en uitgaven met betrekking tot onderhoudsgelden Afdeling 5: Oprichting van een evaluatiecommissie Afdeling 6: Plaats DAVO binnen de overheid HOOFDSTUK 3: VERGELIJKING (OUD) OCMW-SYSTEEM EN (HUIDIG) DAVO- SYSTEEM HOOFDSTUK 4: BUITENLANDSE VERGELIJKINGSPUNTEN ii

4 DEEL 2: EVALUATIE HOOFDSTUK 1: EVALUATIECOMMISSIE HOOFDSTUK 2: HOOFDSTUK 3: HOOFDSTUK 4: HOOFDSTUK 5: HOOFDSTUK 6: HOOFDSTUK 7: HOOFDSTUK 8: DEEL 3: DISFUNCTIES & VOORSTELLEN TOT OPTIMALISERING HOOFDSTUK 1: PROBLEEMSTELLING HOOFDSTUK 2: EX-PARTNERS Afdeling 1: Recapitulatie van de wet Afdeling 2: Knelpunt Afdeling 3: Bespreking met voorstel tot optimalisering HOOFDSTUK 3: UITZONDERLIJKE UITGAVEN Afdeling 1: Recapitulatie van de wet Afdeling 2: Knelpunt Afdeling 3: Bespreking met voorstel tot optimalisering HOOFDSTUK 4: INKOMENSPLAFOND Afdeling 1: Recapitulatie van de wet Afdeling 2: Knelpunt Afdeling 3: Bespreking met voorstel tot optimalisering HOOFDSTUK 5: AANVRAAG iii

5 Afdeling 1: Recapitulatie van de wet Afdeling 2: Knelpunt Afdeling 3: Bespreking met voorstel tot optimalisering HOOFDSTUK 6: STUKKEN BIJ AANVRAAG Afdeling 1: Recapitulatie van de wet Afdeling 2: Knelpunt Afdeling 3: Bespreking met voorstel tot optimalisering HOOFDSTUK 7: ANTWOORD ONDERHOUDSPLICHTIGE Afdeling 1: Recapitulatie van de wet Afdeling 2: Knelpunt Afdeling 3: Bespreking met voorstel tot optimalisering HOOFDSTUK 8: VOLLEDIGHEID DOSSIER Afdeling 1: Recapitulatie van de wet Afdeling 2: Knelpunt Afdeling 3: Bespreking met voorstel tot optimalisering HOOFDSTUK 9: INLICHTINGEN Afdeling 1: Recapitulatie van de wet Afdeling 2: Knelpunt Afdeling 3: Bespreking met voorstel tot optimalisering HOOFDSTUK 10: FINANCIERING Afdeling 1: Recapitulatie van de wet Afdeling 2: Knelpunt Afdeling 3: Bespreking met voorstel tot optimalisering HOOFDSTUK 11: BETER VOORKOMEN DAN GENEZEN Afdeling 1: Objectivering van het onderhoudsgeld en precisering van de indexatie Afdeling 2: Rol van de DAVO Afdeling 3: Andere afschrikkingsmiddelen BESLUIT...88 BIBLIOGRAFIE iv

6 Inleiding 1. Stefaan en Merel zijn een half jaar geleden gescheiden. De kinderen verblijven om de veertien dagen een weekend bij Stefaan. De rest van de tijd wonen ze bij Merel. Stefaan moet alimentatiegeld betalen aan Merel, maar de verstandhouding tussen deze ex-partners is niet goed. Stefaan heeft al enkele maanden geen alimentatiegeld meer betaald. Wat nu? Onderhoudsgeld geeft problemen in ongeveer gezinnen in ons land. De gezinskrant De Bond 1 meldde in dit verband het volgende: Er zijn verschillende redenen waarom expartners het onderhoudsgeld dat de rechter heeft bepaald, niet of onregelmatig betalen. Als de hoogte van de alimentatie bijvoorbeeld niet in verhouding staat tot het inkomen, is het onderhoudsgeld meer dan eens de bron van aanslepende spanningen en uitblijvende betalingen. Toch is het onderhoudsgeld, zeker als de ex-partner er alleen voor staat, een noodzakelijke aanvulling op het inkomen. Beide ouders zijn immers verplicht volgens hun financiële middelen in te staan voor het levensonderhoud van hun kinderen. 2. Het onderhoudsgeld moet ervoor zorgen dat kinderen na de scheiding van hun ouders niet terecht komen in een situatie van materiële krapte. Artikel 203, 1 BW bepaalt dat de ouders dienen te zorgen voor de huisvesting, het levensonderhoud, de gezondheid, het toezicht, de opvoeding, de opleiding en de ontplooiing van hun kinderen. Familieleden hebben de plicht om een behoeftig familielid bij te staan, wat inhoudt dat aan die persoon alles gegeven moet worden wat hij nodig heeft om fatsoenlijk te kunnen leven. Dit principe geldt niet alleen voor de ouders en de kinderen, maar ook voor de partners. 3. Het aantal echtscheidingen en daardoor ook het aantal éénoudergezinnen zijn een steeds groter maatschappelijk probleem gaan vormen. Cijfers spreken van bijna 35 procent van de huwelijken in België die spaak lopen. 2 Onvermijdelijk moeten er bij het uit elkaar gaan bepaalde afspraken gemaakt worden, meer bepaald in verband met de onderhoudsplicht voor de kinderen en/of voor de ex-partner. Het is echter niet alleen een kwestie van afspraken maken, deze afspraken moeten ook nog nagekomen worden en dat gebeurt lang niet altijd. Vaak komt het voor dat een ouder zijn verplichtingen niet in acht neemt en verzuimt onderhoudsbijdragen voor zijn kind te betalen. 1 A. Mervielde, Als alimentatiegeld niet wordt betaald, De Bond, 6 november 2009,

7 In dat geval is het kind ten laste van één enkele ouder, doorgaans is dit de moeder 3, die daardoor naar bestaansonzekerheid dreigt af te glijden. 4. Met de oprichting van de Dienst voor alimentatievorderingen 4 is getracht een antwoord te geven aan dit reeds lang sluimerend probleem. Reeds sinds de jaren '70 werd gepleit voor een oplossing voor de moeilijkheden van tal van alimentatiegerechtigden die, door het onvermogen van degene die hun alimentatie verschuldigd is, in een precaire situatie verkeren waardoor hun levenskwaliteit ongunstig beïnvloed wordt. De niet-betaling van onderhoudsgelden ligt vaak aan de oorsprong of mee aan de oorsprong van armoede en sociale uitsluiting. Kerngedachten bij de oprichting van de Dienst waren het vinden van een oplossing voor het probleem van het niet betalen van onderhoudsgeld en het bieden van hulp bij de uitvoering van de gerechtelijke uitspraken en overeenkomsten met betrekking tot deze materie. Aldus werd beoogd met de oprichting van DAVO een nood aan gerechtigheid in te vullen en te voorzien in een instrument in de strijd tegen de alimentatieonzekerheid en de armoede van de eenoudergezinnen. 5. In wat hierna komt, worden het ontstaan van de wet en de wet zelf die voorziet in de oprichting van de Dienst voor alimentatievorderingen, onder ogen genomen. Een korte vergelijking met het oude OCMW-systeem en een aantal buitenlandse systemen volgt. In een tweede deel van dit werk wordt nader ingegaan op de verslagen van de door die wet ingestelde evaluatiecommissie. Het betreft een evaluatie van de werking van de Dienst over de jaren heen. Ten slotte, en niet het minst, wordt onderzocht op welke punten bij de uitvoering en de praktische toepassing van de wet problemen zijn vast te stellen. Nadat het betrokken knelpunt is omschreven, wordt getracht een voorstel tot optimalisering van de bestaande regeling te formuleren. Dit vormt het derde en tevens laatste deel van deze proef. 3 Uit de jaarverslagen van de Dienst voor alimentatievorderingen blijkt dat in 94% van de gevallen het vrouwen zijn die een aanvraag indienen tot het bekomen van hulp bij de inning en invordering van het onderhoudsgeld voor henzelf en/of voor de kinderen of tot het bekomen van hulp in de vorm van betaling van voorschotten voor hun kinderen. 4 Hierna ook verkort DAVO. 2

8 Deel 1: Lex lata Hoofdstuk 1: Ontstaansgeschiedenis Afdeling 1: Voorafgaand 6. De wetgever, geconfronteerd met de problematiek van de niet-betaling van onderhoudsgeld, heeft voor het eerst in 1989 getracht een oplossing te vinden. De wet van 8 mei voerde een systeem van voorschotten op onderhoudsgelden, te betalen door de OCMW s, in. 6 Dit systeem werd echter vrij vlug als ontoereikend ervaren en werd bekritiseerd omwille van een aantal onvolkomenheden in de toepassingsvoorwaarden, voornamelijk omdat alleen onderhoudsgerechtigden met beperkte bestaansmiddelen aanspraak konden maken op voorschotten, omdat het bedrag van de voorschotten erg beperkt was en ook omdat enkel voorschotten op onderhoudsuitkeringen voor kinderen konden worden verkregen en niet voor (ex-)partners of (ex-)samenwonenden. 7 Bovendien kwam dit systeem enkel tegemoet aan de strijd tegen de armoede, maar het probleem van de (niet- )uitvoering van de gerechtelijke uitspraken met betrekking tot deze materie werd er niet mee opgelost. Een ander verwijt had betrekking op de belangrijke lasten die door de OCMW s moesten worden gedragen, zowel administratief als financieel. 8 Om tot een verbetering van het systeem te komen werden dan ook diverse wetgevende initiatieven genomen. 7. Reeds sinds lang drongen verschillende vrouwenorganisaties aan op de oprichting van een alimentatiefonds. Tussen 1999 en 2003 werden hiertoe negen wetsvoorstellen ingediend. Deze voorstellen hebben geleid tot een gemeenschappelijke tekst, ondertekend door alle democratische partijen, met uitzondering van de CD&V die zich onthield. Hij werd in 2002 in de Kamer van Volkvertegenwoordigers ingediend en heeft uiteindelijk geleid tot de wet van 5 Wet 8 mei 1989 tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wat het verlenen van voorschotten op en het invorderen van onderhoudsgelden betreft, BS 1 juni Deze wet voerde de artikelen 68bis tot en met 68quater in de wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in. 6 S. LEFEBVRE, De oprichting van een Dienst voor Alimentatievorderingen, TVW 2003, afl. 6, P. TAELMAN en B. WYLLEMAN, De wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën: een kritische analyse in Gandaius Actueel X, Mechelen, Kluwer, 2004, 109, nr

9 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën Afdeling 2: Wet Dienst alimentatievorderingen 8. Met deze wet werd gekozen voor een geheel nieuwe, geïntegreerde aanpak. DAVO werd geconcipieerd als een universele dienst die aan onderhoudsgerechtigden voorschotten zou betalen en niet of onregelmatig betaald onderhoudsgeld zou invorderen. 9. Aan de totstandkoming van de wet ging een lange parlementaire voorbereiding vooraf. Over de concrete organisatievorm waarin het nieuwe systeem zou worden gegoten bestond er geen eensgezindheid en die vorm werd dan ook meermaals gewijzigd. Het wetsvoorstel van 6 februari voorzag in de oprichting van een begrotingsfonds voor alimentatievorderingen bij het ministerie van Financiën. Dit aanvankelijk voorstel behield evenwel een buurtdienst als een enig aanspreekpunt voor de alimentatiegerechtigde: een ad hoc-dienst van de gemeente of van het OCMW zou de conformiteit van de aanvraag onderzoeken. Om de OCMW s verder te ontlasten, zou het binnen de federale overheidsdienst (hierna verkort FOD) Financiën opgerichte fonds de voorschotten effectief uitbetalen, terwijl de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen het onderhoudsgeld zou invorderen bij de alimentatieplichtigen. 12 Het amendement nr. 112 van mevrouw Herzet en consorten 13 van 10 december 2002 hield een volledige herformulering van het aanvankelijk wetsvoorstel in. In het amendement werd voorgesteld om binnen elk openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn een lokaal agentschap voor alimentatievorderingen, belast met de toekenning van voorschotten op een of verscheidene welbepaalde en opeenvolgende termijnen van de onderhoudsgelden, in te richten. 14 Dit zou neerkomen op een verbetering en uitbreiding van het bestaande OCMWvoorschottensysteem, namelijk zouden voorschotten niet alleen aan kinderen, maar ook aan ex-echtgenoten toegekend worden. Weer zou de administratie bevoegd zijn voor de invordering van deze voorschotten, het saldo en de achterstallen. Maar ook personen die niet 9 Wet 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën, BS 28 maart 2003 (hierna verkort wet Dienst alimentatievorderingen) Wetsvoorstel tot oprichting bij het ministerie van Financiën van een begrotingsfonds voor alimentatievorderingen, Parl.St. Kamer , nr. 50K1627/ Wetsvoorstel, Parl.St. Kamer , nr. 50K1627/001, Amendement op het wetsvoorstel tot oprichting bij het ministerie van Financiën van een begrotingsfonds voor alimentatievorderingen, Parl.St. Kamer , nr. 50K1627/ Amendement, Parl.St. Kamer , nr. 50K1627/012, 2. 4

10 aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een voorschot voldeden, zouden beroep kunnen doen op de administratie om een aanvraag in te dienen tot invordering van het onderhoudsgeld. 15 Verscheidene amendementen hebben deze voorstellen gewijzigd, maar met het amendement nr. 130 van mevrouw Herzet en consorten 16 van 7 januari 2003 werd teruggekeerd naar het aanvankelijk idee: de oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen. Dit keer zou de Dienst zowel instaan voor de ontvangst als voor de behandeling van de aanvragen. 10. De bedoeling van de wet was niet gering. Voortaan moest één centrale dienst binnen de FOD Financiën, de Dienst voor alimentatievorderingen, zorgen én voor de uitkering van voorschotten op onderhoudsgelden voor kinderen en echtgenoten of samenwonenden, én voor het innen en invorderen van de lopende onderhoudsgelden en achterstallen. Het recht op voorschotten was niet langer onderworpen aan de voorwaarde van het niet-overschrijden van een bestaansmiddelengrens en zou dan ook niet langer voorbehouden blijven aan de meest hulpbehoevende gezinnen. In de toekomst zouden alle onderhoudsgerechtigde kinderen en echtgenoten/partners, die te maken hebben met de niet-betaling van onderhoudsgelden, aanspraak kunnen maken op voorschotten. Door alle onderhoudsgerechtigde kinderen en echtgenoten/partners zou tevens op de dienst een beroep gedaan kunnen worden voor de inning en voor de invordering van onbetaald gebleven onderhoudsgelden. 17 Echter, nog vóór de wet in werking zou treden, maakte ze reeds tweemaal het voorwerp uit van een wijziging door een programmawet, waarbij deze ambitieuze doelstellingen, om budgettaire redenen, in belangrijke mate werden teruggeschroefd. 11. De wet is tot nog toe driemaal gewijzigd, namelijk door de programmawetten van 5 augustus , van 22 december en van 11 juli De inwerkingtreding van de wet Dienst alimentatievorderingen werd voorzien op 1 september 2003, maar de wijzigingen strekten er onder andere toe om de inwerkingtreding van de wet uit te stellen of te faseren Amendement op het wetsvoorstel tot oprichting bij het ministerie van Financiën van een begrotingsfonds voor alimentatievorderingen, Parl.St. Kamer , nr. 50K1627/ P. TAELMAN en B. WYLLEMAN, De wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën: een kritische analyse in Gandaius Actueel X, Mechelen, Kluwer, 2004, 109, nr Programmawet van 5 augustus 2003, BS 7 augustus 2003 (hierna verkort eerste programmawet). 19 Programmawet van 22 december 2003, BS 31 december 2003 (hierna verkort tweede programmawet). 20 Programmawet van 11 juli 2005, BS 12 juli 2005 (hierna verkort derde programmawet). 5

11 Afdeling 3: Eerste programmawet 12. Artikel 19 van de eerste programmawet van 5 augustus 2003 wijzigde artikel 31 wet Dienst alimentatievorderingen en stelde de datum van inwerkingtreding van de wet in globo uit tot 1 september Het uitstel werd verantwoord door overwegingen van budgettaire aard en vanuit de noodzaak om een nieuwe overheidsdienst te organiseren en om personeel aan te werven en op te leiden. 21 Afdeling 4: Tweede programmawet 13. De programmawet van 22 december 2003 heeft het oorspronkelijk systeem fundamenteel hervormd. De invordering van het onderhoudsgeld en het toekennen van voorschotten werden van elkaar gescheiden en er werden bijkomende beperkingen en voorwaarden opgelegd. 22 Opnieuw werd de datum van inwerkingtreding van de wet verschoven, dit maal naar 1 juni 2004, althans wat betreft het ten opzichte van de OCMW-regeling verruimde luik invordering. De inwerkingtreding van het luik toekenning van voorschotten werd voor een onbepaalde tijd uitgesteld. Bijgevolg werd de voorschottenverstrekking eigenlijk van secundair belang Hoewel het duidelijk de bedoeling was van de wetgever om met de wet Dienst alimentatievorderingen de problematiek uit de sfeer van de sociale bijstand te halen en de OCMW s van de hele materie te ontlasten door een geïntegreerde oplossing voorop te stellen, bleef in een eerste fase de voorschottenuitkering door het OCMW gelden. 24 Vanaf 1 juni 2004 echter nam de DAVO de inning en invordering van de voorschotten en het resterende onderhoudsgeld van het OCMW over en trad het ruimere invorderingsluik in werking dat de oorspronkelijke wet vooropstelde. Niet enkel kon voor de invordering van de lopende onderhoudsgelden waarop de OCMW s voorschotten toekenden een beroep worden gedaan op de DAVO, bovendien stond de Dienst voortaan ook in voor de inning en 21 I. ANNE, De wet van [21] februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor Alimentatievorderingen bij de FOD Financiën: veel geblaat, weinig wol?, EJ 2004, afl. 6, 90, nr N. GALLUS, Loi du 21 février 2003 créant un service des créances alimentaires au sein du SPF (M.B., 28 mars 2003), Div.Act. 2004, S. BROUWERS, Alimentatie in APR, Mechelen, Kluwer, 2009, 113, nr I. ANNE, De wet van [21] februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor Alimentatievorderingen bij de FOD Financiën: veel geblaat, weinig wol?, EJ 2004, afl. 6, 90, nr. 2. 6

12 invordering van de door de wet beoogde onderhoudsuitkeringen voor kinderen en voor echtgenoten of samenwonenden los van elke voorschotverstrekking door het OCMW Binnen het onbepaald uitgestelde voorschottenluik werd door artikel 328 van de tweede programmawet een fasering ingevoerd: artikel 3 wet Dienst alimentatievorderingen bepaalt thans dat de Dienst enkel voorschotten toekent op onderhoudsgelden voor kinderen. Wel wordt bepaald dat het toekennen van voorschotten door de Koning bij een in ministerraad overlegd koninklijk besluit kan worden uitgebreid tot onderhoudsgelden voor (ex- )echtgenoten/samenwonenden. Nochtans was deze beperking van het toekennen van voorschotten tot de onderhoudsbijdragen voor kinderen aanvankelijk niet de bedoeling. Met het koninklijk besluit van 20 juni en het koninklijk besluit van 10 augustus werd bepaald dat vanaf 1 juni 2005 de aanvragen tot toekenning van voorschotten konden worden ingediend bij de plaatselijke kantoren van de DAVO en dat met ingang van 1 oktober 2005 de DAVO ook effectief bevoegd werd de voorschotten, enkel voor kinderen, toe te kennen. Tot die datum werd het systeem van voorschotten op onderhoudsuitkeringen voor kinderen beheerst door de artikelen 68bis-quater van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn 28. Hiermee vervult de DAVO vanaf 1 oktober 2005 het takenpakket waarmee de twee doelstellingen waarvoor hij werd opgericht, worden nagestreefd, namelijk het bevorderen van de rechtszekerheid door hulp te bieden bij de uitvoering van een gerechtelijke beslissing door onderhoudsgeld voor expartners en kinderen in te vorderen, en het bestrijden van armoede door het toekennen van voorschotten op onderhoudsgeld ten behoeve van kinderen Maar de tweede programmawet van 22 december 2003 veranderde niet enkel de inwerkingtreding, bovendien schroefde hoofdstuk 5 van titel V van de programmawet het toepassingsbereik van de oorspronkelijke wet aanzienlijk terug door de 25 P. TAELMAN en B. WYLLEMAN, De wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën: een kritische analyse in Gandaius Actueel X, Mechelen, Kluwer, 2004, 111, nr Koninklijk Besluit van 20 juni 2005 tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van artikel 7, 2 van De wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën, BS 30 juni Koninklijk Besluit van 10 augustus 2005 tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 3, 2, 4 en 30 van De wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën, BS 30 augustus Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, BS 5 augustus 1976 (hierna verkort OCMW-wet). 29 T. BOULAERT, Alimentatie: tussen theorie en praktijk. Enkele beschouwingen over de tegemoetkoming van de dienst voor alimentatievorderingen in D. CUYPERS, D. MORTELMANS en N. TORFS (eds.), Is echtscheiding werkelijk Win for life?, Brugge, Die Keure, 2008, 209, nr. 1 en 212, nr. 8. 7

13 toepassingsvoorwaarden te verstrengen. 30 Zo werd opnieuw een inkomensgrens ingevoerd boven dewelke geen aanspraak op voorschotten kan worden gemaakt. 31 Daarnaast werd een (later weer opgeheven) voorwaarde ingevoegd volgens dewelke de onderhoudsplichtige zijn woonplaats in België moet hebben of er een inkomen moet verwerven. 32 Afdeling 5: Derde programmawet 17. De derde programmawet van 11 juli 2005 voorzag in de oprichting van een begrotingsfonds betreffende de betaling van voorschotten op onderhoudsgeld 33 en in een technische wijziging 34. Daarenboven deed de wet in artikel 6, tweede lid wet Dienst alimentatievorderingen de woorden en indien de onderhoudsplichtige zijn woonplaats in België heeft of er een inkomen verwerft vervallen. 35 Voordien luidde het artikel 6, tweede lid wet Dienst alimentatievorderingen: De Dienst voor alimentatievorderingen verleent haar tegemoetkoming indien de onderhoudsgerechtigde zijn woonplaats in België heeft en indien de onderhoudsplichtige zijn woonplaats in België heeft of er een inkomen verwerft. Deze formulering maakte het voor veel onderhoudsgerechtigden onmogelijk steun te verkrijgen van de Dienst voor alimentatievorderingen. 30 N. GALLUS, Loi du 21 février 2003 créant un service des créances alimentaires au sein du SPF (M.B., 28 mars 2003), Div.Act. 2004, Artikel 329 tweede programmawet. Artikel 4, 1 wet Dienst alimentatievorderingen bepaalt voortaan dat het recht op voorschotten op het onderhoudsgeld bedoeld in artikel 2, 1, a (voor kinderen), wordt toegekend wanneer de maandelijkse bestaansmiddelen, hetzij van de niet-onderhoudsplichtige vader of moeder of van de persoon aan wie bij rechterlijke beslissing de bewaring van het kind werd toegekend, hetzij van het kind indien het meerderjarig is en niet met bovenvermelde persoon samenleeft, niet hoger zijn dat het bedrag vermeld in artikel , eerste lid van het Gerechtelijk Wetboek, in voorkomend geval verhoogd met het bedrag vastgesteld in artikel 1409, 1, vierde lid, en geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek. Verder wordt bepaald dat enkel de persoonlijke bestaansmiddelen van de voormelde personen, met uitsluiting van de bestaansmiddelen van zijn of haar echtgenoot of partner, in aanmerking worden genomen en dat het bedrag van de bestaansmiddelen van die voormelde personen worden berekend overeenkomstig artikel 1411 van het Gerechtelijk Wetboek. 32 Artikel 331 tweede programmawet. Oorspronkelijk luidde artikel 6, tweede lid wet Dienst alimentatievorderingen: De toepassing van deze wet is beperkt tot de onderhoudsgerechtigden die hun woonplaats of gewone verblijfplaats in België hebben, maar omwille van budgettaire redenen werd dit vervangen door De Dienst voor alimentatievorderingen verleent haar tegemoetkoming indien de onderhoudsgerechtigde zijn woonplaats in België heeft en indien de onderhoudsplichtige zijn woonplaats in België heeft of er een inkomen verwerft. 33 Artikel 45 derde programmawet. 34 Artikel 47 derde programmawet bepaalt: In artikel 15, eerste lid [wet Dienst alimentatievorderingen] worden de woorden of 4 ingevoegd tussen de woorden artikel 1288, 3 en de woorden van het Gerechtelijk Wetboek. 35 Artikel 46 derde programmawet. 8

14 Zoals uit het arrest 96/2006 van het Grondwettelijk Hof 36 blijkt, deed die bepaling bovendien grondwettigheidsbezwaren rijzen. Volgens het Hof schond het artikel 6, tweede lid wet Dienst alimentatievorderingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het bepaalde dat de Dienst enkel zijn tegemoetkoming verleent indien de onderhoudsplichtige zijn woonplaats heeft in België of er een inkomen verwerft. Het Hof overwoog meer bepaald: Wanneer de wetgever aanvankelijk aankondigt een oplossing te willen bieden voor alle onderhoudsgerechtigden in België van wie de onderhoudsplichtige de verschuldigde onderhoudsgelden niet betaalt, waarmee hij een prangend maatschappelijk probleem wil regelen, kunnen overwegingen van louter budgettaire aard niet volstaan om één bepaalde categorie uit te sluiten van het toepassingsgebied van de wet en dit om de enkele reden dat de onderhoudsplichtige in het buitenland woont. Budgettaire bekommernissen kunnen die uitsluiting des te minder verantwoorden nu de opdracht van de Dienst voor alimentatievorderingen op dat ogenblik, meer bepaald tussen 1 juni 2004 en 1 oktober 2005, door de wetgever beperkt is tot de invordering, de inning en de doorstorting van het verschuldigde onderhoudgeld, zodat de financiële gevolgen voor de Staat niet dermate zwaar kunnen worden geacht dat zij vermogen op te wegen tegen de nadelen die de uitgesloten categorie van onderhoudsgerechtigden ondervindt. 36 Arbitragehof 14 juni 2006, nr. 96/

15 Hoofdstuk 2: Het systeem van de wet Afdeling 1: Toepassingsgebied 18. Het onderhoudsgeld waarop de wet toepassing vindt, wordt omschreven in artikel 2 wet Dienst alimentatievorderingen. Het betreft in de eerste plaats onderhoudsgeld dat verschuldigd is aan de kinderen en in de tweede plaats onderhoudsgeld dat verschuldigd is tussen echtgenoten of tussen samenwonenden. Het onderhoudsgeld dat verschuldigd is aan de kinderen dient vastgesteld te zijn hetzij door een uitvoerbare gerechtelijke beslissing, hetzij in een overeenkomst voorafgaand aan de echtscheiding door onderlinge toestemming, hetzij bij een uitvoerbare minnelijke schikking. 37 Het onderhoudsgeld dat verschuldigd is tussen echtgenoten of tussen samenwonenden dient vastgesteld te zijn hetzij door een uitvoerbare gerechtelijke beslissing, hetzij in een overeenkomst voorafgaand aan de echtscheiding door onderlinge toestemming. 38 Met betrekking tot het onderhoudsgeld dat verschuldigd is tussen echtgenoten of tussen samenwonenden wordt niet verwezen naar een uitvoerbare schikking bedoeld in de artikelen 731 tot 734 van het Gerechtelijk Wetboek. De reden hiervoor is niet duidelijk. Wellicht is het gewoon een vergetelheid van de wetgever De gerechtelijke beslissing of de overeenkomst van de uitkering tot onderhoud mag dateren van voor de inwerkingtreding van de wet Dienst alimentatievorderingen. 40 Wat de toegekende voorschotten betreft, zal de DAVO uiteraard alleen voor de toekomst interveniëren, maar de DAVO kan dus wel overgaan tot inning en invordering van de achterstallen, ongeacht op welke periode ze betrekking hebben Artikel 2, 1, a wet Dienst alimentatievorderingen. 38 Artikel 2, 1, b wet Dienst alimentatievorderingen. 39 T. ROBERT, De wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen in P. SENAEVE en F. SWENNEN (eds.), De hervormingen in het personen- en familierecht , Antwerpen, Intersentia, 2003, 296, nr Op die manier zal de Dienst, wat het verleden betreft, niet met de onderhoudsgerechtigde in concurrentie treden. 41 Verslag namens de commissie voor financiën en de begroting uitgebracht door de heer Eric van Weddingen, Parl.St. Kamer , nr. 50K1627/018,

16 Afdeling 2: De tegemoetkoming 42 alimentatievorderingen van de Dienst voor 20. Het is de taak van de DAVO om het onderhoudsgeld ten laste van de onderhoudsplichtige te innen en in te vorderen, en onder bepaalde voorwaarden voorschotten te betalen op de onderhoudsbijdragen voor de kinderen. De Dienst vormt dus een buffer tussen de onderhoudsgerechtigde en de onderhoudsplichtige, waarbij het risico van nietbetaling tot beloop van de voorschotten en de ongemakken van de gedwongen tenuitvoerlegging overgedragen worden op de gemeenschap. 43 1: Voorwaarden 21. De DAVO treedt niet automatisch op. 44 Er moet daartoe een aanvraag worden ingediend en aan bepaalde voorwaarden voldaan zijn. 45 De onderhoudsgerechtigde kan, indien aan die voorwaarden voor de tegemoetkoming voldaan is, onmiddellijk een beroep doen op de DAVO. In het oorspronkelijk wetsvoorstel stond te lezen dat de onderhoudsgerechtigde het bewijs moest leveren dat een poging tot terugvordering door een deurwaarder niet geslaagd was. 46 Hij moest bij zijn aanvraag een attest van een gerechtsdeurwaarder voegen waaruit bleek dat een privaatrechtelijk middel van tenuitvoerlegging vergeefs was gebleven. 47 Er werden ook nog andere bewijsmiddelen voorgesteld, zoals een aangetekende ingebrekestelling 48, maar geen van allen werd behouden. Een beroep doen op de DAVO hoeft dus niet het allerlaatste 42 Op aanraden van de Raad van State werd de term tussenkomst vervangen door de term tegemoetkoming. Advies van de Raad van State nr /3, Parl.St. Kamer , nr. 50K1627/011, T. ROBERT, De wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen in P. SENAEVE en F. SWENNEN (eds.), De hervormingen in het personen- en familierecht , Antwerpen, Intersentia, 2003, 297, nr T. BOULAERT, Werking en organisatie van de Dienst voor alimentatievorderingen in CENTRUM VOOR BEROEPSVERVOLMAKING IN DE RECHTEN (ed.), Alimentatie & kinderen, Antwerpen, Intersentia, 2010, 146, nr Artikel 92 van de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen (BS 29 juli 2005) bepaalt in dit verband: De dossiers voor dewelke de OCMW s ( ) voorschotten op onderhoudsgelden verlenen, worden geacht ambtshalve te beantwoorden aan de door De wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën gestelde toekenningsvoorwaarden tot aan het nieuwe onderzoek van deze dossiers door de voornoemde Dienst. De overname van deze dossiers gebeurde dan ook zonder dat de onderhoudsgerechtigde erom moest vragen. 46 Wetsvoorstel, Parl.St. Kamer , nr. 50K1627/001, Wetsvoorstel, Parl.St. Kamer , nr. 50K1627/001, Verslag, Parl.St. Kamer , nr. 50K1627/018,

17 middel te zijn, ook al blijkt uit de praktijk dat dit in een groot percentage van de dossiers het geval is. De onderhoudsgerechtigde is niet verplicht om eerst zelf of met andere hulp het onderhoudsgeld in te vorderen Als reeds gezien, moet de onderhoudsbijdrage vastgelegd zijn in een rechterlijke beslissing, dan wel in een authentieke akte. 23. Het recht en de plicht tot onderhoud gaan niet over op de erfgenamen, omdat de onderhoudsverplichting tussen de onderhoudsgerechtigde en de onderhoudsplichtige een strikt persoonlijk karakter heeft. 50 Het is dan ook vanzelfsprekend dat beiden nog moeten in leven zijn op het ogenblik van de aanvraag Daarnaast moet de onderhoudsgerechtigde zijn woonplaats in België hebben. 52 De voorwaarde dat de onderhoudsplichtige zijn woonplaats in België heeft of er een inkomen verwerft, is opgeheven. Hierdoor kan een onderhoudsgerechtigde zich ook tot de DAVO wenden wanneer de onderhoudsplichtige in het buitenland woont. De wet stelt voor de onderhoudsgerechtigde, noch voor de onderhoudsplichtige een nationaliteitsvereiste De onderhoudsgerechtigde kan de tegemoetkoming van de Dienst voor alimentatievorderingen aanvragen indien de onderhoudsplichtige gedurende twee, al dan niet opeenvolgende termijnen 54 in de loop van twaalf maanden die de aanvraag voorafgaan, geheel of gedeeltelijk verzuimd heeft de bijdrage te betalen T. BOULAERT, Alimentatie: tussen theorie en praktijk. Enkele beschouwingen over de tegemoetkoming van de dienst voor alimentatievorderingen in D. CUYPERS, D. MORTELMANS en N. TORFS (eds.), Is echtscheiding werkelijk Win for life?, Brugge, Die Keure, 2008, 213, nr G. BAETEMAN, De uitvoering van onderhoudsverplichtingen in M. STORME (ed.), Gezin en recht in een postmoderne samenleving, Gent, Mys en Breesch, 1944, 178, nr T. ROBERT, De wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen in P. SENAEVE en F. SWENNEN (eds.), De hervormingen in het personen- en familierecht , Antwerpen, Intersentia, 2003, 299, nr Artikel 6, tweede wet Dienst alimentatievorderingen. 53 Verslag, Parl.St. Kamer , nr. 50K1627/018, In de praktijk zal het vrijwel altijd om maandelijkse termijnen gaan. Wanneer de titel of de overeenkomst, waarin het onderhoudsgeld wordt vastgesteld, echter voorziet in een andere termijn dan een maandelijkse, dan zal de DAVO alleen tegemoetkomen indien aan de wettelijke voorwaarde is voldaan, namelijk zich tweemaal geheel of gedeeltelijk onttrekken aan de verplichting tot betaling van het onderhoudsgeld. J. MASSON, La loi du 21 février 2003 créant un service des créances alimentaires au sein du Service public fédéral des Finances, JT 2004, 192, nr Artikel 6, eerste lid wet Dienst alimentatievorderingen. 12

18 Voorbeeld: het onderhoudsgeld werd vastgesteld op 200 euro per maand. De onderhoudsplichtige betaalt in de maand oktober 150 euro. In de maanden november tot en met april betaalt hij de volledige som. In de maand mei betaalt hij niets. Vanaf de maand juni kan de onderhoudsgerechtigde een aanvraag bij de DAVO indienen Opdat zou kunnen worden overgegaan tot invordering moet de onderhoudsplichtige over bestaansmiddelen beschikken die hoger liggen dan het bedrag van het leefloon waarop hij aanspraak zou kunnen maken. 57 Om, dan weer, in aanmerking te komen voor de betaling van een voorschot op de onderhoudsbijdrage mag het inkomen van de onderhoudsgerechtigde een welbepaalde bovengrens niet overschrijden. 58 2: Werkingskosten 27. De tegemoetkoming van de Dienst voor alimentatievorderingen geeft aanleiding tot de betaling van een bijdrage in de werkingskosten van deze dienst. 59 De onderhoudsplichtige moet een bijdrage van 10% op het bedrag van de te innen of in te vorderen hoofdsommen betalen. Dit geldt zowel voor degene ten aanzien van wie de DAVO zich genoodzaakt ziet om tot de invordering over te gaan, als voor degene die, na de tussenkomst van de DAVO, vrijwillig en regelmatig betaalt. Om de werkingskosten van de DAVO te dekken, moet ook de onderhoudsgerechtigde een bijdrage betalen. Deze is vastgesteld op 5% van het bedrag van de geïnde of ingevorderde sommen. Voor deze laatste wordt de bijdrage berekend op het resultaat, wat met zich meebrengt dat het, in tegenstelling tot voor de onderhoudsplichtige, om een toepassing van no cure, no pay gaat. 28. De bijdrage ten laste van de onderhoudsplichtige lijkt evident. Het is immers door zijn nalatigheid dat de Dienst voor alimentatievorderingen moest optreden. 60 De bijdrage moet de onderhoudsplichtige er toe aanzetten zijn verplichtingen vrijwillig na te komen zodat de onderhoudsgerechtigde geen beroep (meer) moet doen op de DAVO Artikel 16, 2 wet Dienst alimentatievorderingen. 58 Artikel 4, 1 wet Dienst alimentatievorderingen. 59 Artikel 5 wet Dienst alimentatievorderingen. 60 Verslag, Parl.St. Kamer , nr. 50K1627/018,

19 29. Dat ook van de onderhoudsgerechtigde een bijdrage in de werkingskosten wordt gevraagd, wat niet het geval was onder de gelding van de OCMW-regeling 62, wordt verantwoord doordat de onderhoudsgerechtigde ontheven is van heel het invorderingsluik. 63 De DAVO maakt het de onderhoudsgerechtigde veel gemakkelijker doordat hij zelf alle initiatieven neemt om het onderhoudsgeld en eventuele achterstallen in te vorderen. De onderhoudsgerechtigde dient hiertoe dus zelf geen gerechtelijke stappen te zetten. Weliswaar is de onderhoudsgerechtigde geen bijdrage verschuldigd op de bedragen die hij als voorschot krijgt. 64 Voorbeeld: Het onderhoudsgeld is vastgesteld op 200 euro per maand. Volgens de ingediende aanvraag heeft de onderhoudsplichtige vier maanden niet betaald. De onderhoudsgerechtigde heeft de tussenkomst van de DAVO gevraagd en verkregen. Vanaf het moment dat de DAVO de onderhoudsplichtige in kennis heeft gesteld van zijn beslissing tot tussenkomst, vraagt de DAVO aan de onderhoudsplichtige de betaling van: - Het maandelijks onderhoudsgeld, voor een bedrag van 200 euro + 10% als bijdrage in de werkingskosten (=20 euro), dus in totaal 220 euro per maand; - De achterstallen, voor een bedrag van 200 euro per maand x 4 maanden, of 800 euro + 10% als bijdrage in de werkingskosten (=80 euro), of in totaal 880 euro. In het geval dat de onderhoudsplichtige aan de DAVO zonder problemen de verschuldigde bedragen betaalt, krijgt de onderhoudsgerechtigde: - Maandelijks het onderhoudsgeld ten bedrage van 200 euro, te verminderen met 5% als bijdrage in de werkingskosten (=10 euro), dus 190 euro. Indien de onderhoudsgerechtigde nu een voorschot heeft verkregen van bv. 175 euro 65, stort de DAVO hem of haar het saldo door van (200 euro 175 euro =) 25 euro, te verminderen met 5% als bijdrage in de werkingskosten (= 1,25 euro), dus 23,75 euro. - Het bedrag van de achterstallen (800 euro), te verminderen met 5% als bijdrage in de werkingskosten (=40 euro), dus 760 euro Artikel 68ter, 5, tweede lid OCMW-wet (opgeheven bij artikel 341 tweede programmawet). 63 Verslag, Parl.St. Kamer , nr. 50K1627/018, 14: Wie op eigen initiatief de uitbetaling van de alimentatievergoeding moet afdwingen, wordt geconfronteerd met veel hogere invorderingskosten. De bijdrage die van de onderhoudsgerechtigde wordt gevraagd, is dan ook niet overdreven, aangezien het Fonds een gewaarborgde uitbetaling van de alimentatievergoedingen mogelijk maakt, waardoor de precaire situatie waarin sommige onderhoudsgerechtigden zich bevinden, aanzienlijk wordt verbeterd. Hierdoor zullen ze minder snel in een schuldspiraal terechtkomen en zullen ze geen beroep moeten doen op de dienstverlening van het OCMW inzake schuldbemiddeling Op deze som is dus geen 5% als bijdrage in de werkingskosten verschuldigd

20 30. De inning van de bijdragen in de werkingskosten moet worden beschouwd als een eigen recht van de Dienst voor alimentatievorderingen. 67 In tegenstelling tot het OCMW 68, dat zelden kosten aanrekende, is de DAVO verplicht om deze wettelijk bepaalde bijdragen te vragen. 69 De betaling van de 5%-bijdrage zal echter afhankelijk zijn van de solvabiliteit van de onderhoudsplichtige, aangezien dit gebeurt in de vorm van voorafneming bij de doorstorting van de geïnde of ingevorderde bedragen De Koning mag de bijdragen van de onderhoudsplichtige in de werkingskosten niet wijzigen. Er moet namelijk aangenomen worden dat de verplichte bijdrage in de werkingskosten ten laste van de onderhoudsplichtige een belasting is. Op grond van het legaliteitsbeginsel 71 is het dan ook aan de wetgever om de grondslag, het tarief en de vrijstellingen van de belasting te bepalen. 72 3: Procedure 32. De onderhoudsgerechtigde heeft de mogelijkheid om de tussenkomst van de DAVO te vragen voor de invordering van de achterstallen, de inning van de nog te vervallen maandelijkse onderhoudsgelden en de betaling van voorschotten op onderhoudsgeld. 73 Anders dan het OCMW 74, kan de Dienst voor alimentatievorderingen de voorschotten niet ambtshalve toekennen Verslag, Parl.St. Kamer , nr. 50K1627/018, Op basis van artikel 68ter, 5, eerste lid OCMW-wet (opgeheven bij artikel 341 tweede programmawet) beschikte het OCMW op dit vlak over een beoordelingsbevoegdheid. 69 P. TAELMAN en B. WYLLEMAN, De wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën: een kritische analyse in Gandaius Actueel X, Mechelen, Kluwer, 2004, 123, nr P. SENAEVE en D. SIMOENS, De wet van 8 mei 1989 inzake het verlenen van voorschotten op en het invorderen van onderhoudsgelden door het OCMW, RW 1990, afl. 36, 1243; T. ROBERT, De wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen in P. SENAEVE en F. SWENNEN (eds.), De hervormingen in het personen- en familierecht , Antwerpen, Intersentia, 2003, 307, nr Artikel 170 GW. 72 De door de onderhoudsgerechtigde verschuldigde bijdrage, daarentegen, kan als een retributie worden beschouwd, omdat de dienstverlening door de DAVO uitsluitend geschiedt ten voordele van de onderhoudsgerechtigd. Advies, Parl.St. Kamer , nr. 50K1627/011, Artikel 68ter, 1, eerste lid OCMW-wet (opgeheven bij artikel 30 wet Dienst alimentatievorderingen). 75 T. ROBERT, De wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen in P. SENAEVE en F. SWENNEN (eds.), De hervormingen in het personen- en familierecht , Antwerpen, Intersentia, 2003, 310, nr

21 33. Voor de aanvraag tot tegemoetkoming van de DAVO, die schriftelijk opgesteld dient te worden, stelt de FOD Financiën, onder meer via de website een aanvraagformulier 76, een handleiding bij die aanvraag, een brochure en een folder ter beschikking. 77 De onderhoudsgerechtigde kan voor zijn aanvraag, die moet worden ingediend in tweevoud, terecht bij één van de plaatselijke kantoren. De DAVO zit verspreid over 30 locaties (14 in Wallonië, 14 in Vlaanderen en 2 in Brussel). Deze 30 kantoren zijn bevoegd om aanvragen te ontvangen, om bijstand te leveren en als dossierbeheerder op te treden. 78 Daarnaast kon een onderhoudsgerechtigde tot voor kort ook de aanvraag tot tussenkomst afgeven in of verzenden naar 145 registratiekantoren. Zij vervulden de rol van postbus om het principe van de lokale bereikbaarheid zoveel als mogelijk te garanderen. 79 Sinds 1 december 2010 zijn de DAVO-kantoren de enige contactpunten om een aanvraag af te geven of in te dienen, omdat men vaststelde dat er geen gebruik werd gemaakt van de laatstgenoemde mogelijkheid. 80 In artikel 7, 1, tweede lid wet Dienst alimentatievorderingen worden de vermeldingen opgesomd die de aanvraag verplicht moet bevatten. Het artikel bepaalt eveneens dat de aanvraag ondertekend moet worden door de onderhoudsgerechtigde, zijn wettelijke vertegenwoordiger 81 of zijn advocaat. Luidens artikel 7, 1, derde lid van de wet moeten de uitgifte of de minuut voorzien van het formulier van tenuitvoerlegging van de gerechtelijke beslissing, de schikking of de notariële akte waarin de onderhoudsuitkering wordt vastgelegd of gewijzigd, en de stukken van betekening en tenuitvoerlegging van de gerechtelijke beslissing, bij de aanvraag worden gevoegd. Deze vereiste kan, in de praktijk, moeilijkheden opleveren wanneer de titel ook andere verplichtingen bevat, bijvoorbeeld inzake omgangsrecht en recht op persoonlijk contact. 82 Daarom volstaat het om een kopie van de stukken bij de aanvraag te voegen. Indien nodig kan de DAVO later de originele stukken 76 Verslag, Parl.St. Kamer , nr. 50K1627/018, 151: Hoewel de administratie een zo eenvoudig mogelijk modelformulier zal opstellen, geldt voor de onderhoudsgerechtigde geen enkele verplichting om zijn aanvraag door middel van dat formulier in te dienen. 77 P. TAELMAN en B. WYLLEMAN, De wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën: een kritische analyse in Gandaius Actueel X, Mechelen, Kluwer, 2004, 123, nr Infra 35, nr Verslag namens de commissie voor de financiën en de begroting uitgebracht door mevrouw Maya Detiège betreffende de hoorzitting over de Dienst voor alimentatievorderingen, Parl.St. Kamer , nr. 53K1315/001, Indien de onderhoudsgerechtigde minderjarig is, dan moet de aanvraag ondertekend worden door de niet onderhoudsplichtige ouder. 82 P. TAELMAN en B. WYLLEMAN, De wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën: een kritische analyse in Gandaius Actueel X, Mechelen, Kluwer, 2004, 125, nr

22 opvragen. 83 De titel van de onderhoudsuitkering dient in de eerste plaats ter staving van het bestaan van de uitkering. 84 Ook is het de bedoeling dat met de afgifte van de titel wordt vermeden dat de onderhoudsgerechtigde na de aanvraag, in een parallelle procedure met de DAVO, tot de gedwongen tenuitvoerlegging zou overgaan. 85 Er is immers geopteerd voor een exclusief optreden van de DAVO. 86 Wanneer de onderhoudsgerechtigde zich tot de Dienst wendt, moet hij zich ertoe verbinden geen gebruik te maken van zijn originele titel om zelf uitvoeringsmaatregelen te treffen. 87 Het indienen van de aanvraag impliceert dat de onderhoudsgerechtigde, zolang de Dienst zijn dossier behandelt, verzaakt aan elk initiatief tot uitvoering van zijn vordering In de praktijk zal de DAVO de aanvraag na ontvangst eerst analyseren en de gegevens ervan verwerken. De aanvragen worden onderzocht om na te gaan of aan de vorm- en de grondvoorwaarden is voldaan. Ofwel zijn opzoekingen en bijkomende documenten vereist om het dossier te vervolledigen, ofwel is het dossier volledig. In dit laatste geval wordt het in een geautomatiseerd systeem ingebracht. 89 Eenmaal dit gebeurd is, stuurt de DAVO aan de aanvrager een voorstel tot mandaat voor akkoord op. Dat is een document waarop de betrokkene de verwerkte informatie uit zijn aanvraagformulier terugvindt. Zo kan hij alles controleren. Dit voorstel wordt dan door de aanvrager, gedateerd en ondertekend, teruggestuurd naar de DAVO. Ook het mandaat wordt na ontvangst verwerkt in het geautomatiseerde systeem en het is pas na die ontvangst dat de DAVO de kennisgeving van de aanvraag verstuurt aan de onderhoudsplichtige, die zo op de hoogte gesteld wordt van de opening van het dossier. 90 Dit gebeurt bij een ter post aangetekende brief. De kennisgeving aan de onderhoudsplichtige van de aanvraag vermeldt uitdrukkelijk dat, indien de tegemoetkoming wordt toegestaan, de Dienst voor alimentatievorderingen in de plaats van de onderhoudsgerechtigde zal overgaan tot inning en invordering van de alimentatievorderingen. De onderhoudsplichtige beschikt vervolgens over een termijn van , nr Verslag, Parl.St. Kamer , nr. 50K1627/018, Verslag, Parl.St. Kamer , nr. 50K1627/018, Dit is tegelijk de meest doeltreffende en goedkoopste werkwijze. Verslag, Parl.St. Kamer , nr. 50K1627/018, I. ANNE, De wet van [21] februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor Alimentatievorderingen bij de FOD Financiën: veel geblaat, weinig wol?, EJ 2004, afl. 6, 100, nr N. GALLUS, Les aliments in Rép.not., Brussel, De Boeck-Larcier, 2006, 353, nr P. TAELMAN en B. WYLLEMAN, De wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën: een kritische analyse in Gandaius Actueel X, Mechelen, Kluwer, 2004, 126, nr

23 dagen, te rekenen vanaf de datum van het aangetekend versturen van de kennisgeving, om aan te tonen dat hij de gerechtelijke beslissing of de overeenkomst regelmatig heeft uitgevoerd of dat de door de onderhoudsgerechtigde ingeroepen titel van de alimentatievordering niet meer actueel is. 91 De DAVO beschikt over een termijn van dertig dagen, na de ontvangst van het mandaat, om te beslissen of de onderhoudsgerechtigde al dan niet recht heeft op de tegemoetkoming van de Dienst. 92 De beslissing wordt bij een ter post aangetekende brief ter kennis gebracht van zowel de onderhoudsgerechtigde 93 als de onderhoudsplichtige 94. De Dienst is niet verplicht de aanvrager te horen vooraleer een beslissing te nemen, wel is de wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen 95 principieel van toepassing op de beslissing van DAVO. 96 De facto blijkt de termijn binnen dewelke de DAVO zijn beslissing moet nemen dus gereduceerd tot maximaal 15 dagen. Op het ogenblik dat het dossier volledig is in de zin van artikel 9, 1 wet Dienst alimentatievorderingen, moet de DAVO immers nog de reactie van de onderhoudsplichtige inwinnen op de wijze voorzien in artikel 8 van de wet. 35. De DAVO beschikt bij het nemen van zijn beslissing tot tegemoetkoming slechts over een beperkte appreciatiebevoegdheid. De Dienst houdt rekening met de gegevens die vermeld zijn in het mandaat en met de reactie van de onderhoudsplichtige op deze gegevens, maar indien de aanvraag voldoet aan alle wettelijke voorwaarden en de schuldenaar kan niet aantonen dat hij regelmatig zijn onderhoudsverplichtingen heeft uitgevoerd of dat de titel zijn actualiteit heeft verloren, dan moet de aanvraag worden ingewilligd. 97 Redenen waarom de DAVO een negatieve beslissing neemt kunnen bijvoorbeeld zijn dat de aanvrager niet behoort tot de categorieën van personen die recht hebben op de 91 Artikel 8 wet Dienst alimentatievorderingen. Volgens D. Scheers ware het coherenter geweest met de regeling in randnummer 36 beschreven, om dit beroep bij de beslagrechter te brengen en aldus onmiddellijk te laten oordelen over de tussenkomst van de Dienst. D. SCHEERS, Dienst alimentatievorderingen bezorgt beslagrechter werk, Juristenkrant 2003, afl. 70, Artikel 9, 1 wet Dienst alimentatievorderingen. 93 Artikel 9, 2 wet Dienst alimentatievorderingen. 94 Artikel 10, 1 wet Dienst alimentatievorderingen. 95 Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen, BS 12 september T. ROBERT, De wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen in P. SENAEVE en F. SWENNEN (eds.), De hervormingen in het personen- en familierecht , Antwerpen, Intersentia, 2003, 312, nr J. MASSON, La loi du 21 février 2003 créant un service des créances alimentaires au sein du Service public fédéral des Finances, JT 2004, 193, nr

De Dienst voor Alimentatievorderingen

De Dienst voor Alimentatievorderingen Onderhoudsgeld niet gekregen? De Dienst voor Alimentatievorderingen (DAVO) helpt u www.davo.belgium.be Federale Overheidsdienst Financiën - 2012 - Deze brochure werd opgesteld door een werkgroep amb te

Nadere informatie

Onderhoudsgeld niet gekregen? De DAVO helpt u!

Onderhoudsgeld niet gekregen? De DAVO helpt u! Onderhoudsgeld niet gekregen? De DAVO helpt u! www.davo.belgium.be Federale Overheidsdienst Financiën - 2013 - Deze brochure werd opgesteld door een werkgroep amb te na ren van de Federale Overheidsdienst

Nadere informatie

Onderhoudsgeld niet gekregen? De DAVO helpt u!

Onderhoudsgeld niet gekregen? De DAVO helpt u! Onderhoudsgeld niet gekregen? De DAVO helpt u! www.davo.belgium.be Juni 2015: update van de contactgegevens van de DAVO-kantoren Federale Overheidsdienst Financiën - 2015 - Deze brochure werd opgesteld

Nadere informatie

Onderhoudsgeld niet gekregen? De DAVO helpt u!

Onderhoudsgeld niet gekregen? De DAVO helpt u! Onderhoudsgeld niet gekregen? De DAVO helpt u! www.davo.belgium.be Federale Overheidsdienst Financiën - 2016 - Deze brochure werd opgesteld door een werkgroep ambtenaren van de Federale Overheidsdienst

Nadere informatie

ONDERHOUDSGELD NIET GEKREGEN? DE DAVO HELPT U!

ONDERHOUDSGELD NIET GEKREGEN? DE DAVO HELPT U! ONDERHOUDSGELD NIET GEKREGEN? DE DAVO HELPT U! INHOUD Goed om weten 4 Hoofdstuk 1 Ik ben onderhoudsgerechtigde 5 Onderhoudsgeld en achterstallen opeisen 6 Voorschotten krijgen 7 Het aanvraagformulier

Nadere informatie

Alimentatievorderingen S. BROUWERS M. GOVAERTS

Alimentatievorderingen S. BROUWERS M. GOVAERTS Alimentatievorderingen S. BROUWERS M. GOVAERTS p- Voorwoord Inhoud V VII Deel 1. Het Instrumentarium 1 Hoofdstuk 1. De hierarchie 2 Hoofdstuk 2. "Aliments n'arreragent pas" 8 Hoofdstuk 3. Het verhaalsrecht

Nadere informatie

1. Grondslagen... 80. 2. Moreel element... 79 3. Materieel element... 79. 4. Procedure... 81

1. Grondslagen... 80. 2. Moreel element... 79 3. Materieel element... 79. 4. Procedure... 81 p. Voorwoord.... Inhoud... V VII Deel 1. Het instrumentarium...... 1 Hoofdstuk 1. De hie rarchie...... 2 Hoofdstuk 2. Aliments n arre ragent pas...... 8 Hoofdstuk 3. Het verhaalsrecht... 12 Hoofdstuk 4.

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

AANVRAAG TOT TEGEMOETKOMING

AANVRAAG TOT TEGEMOETKOMING T EENDRACH MAAKT MACHT Federale Overheidsdienst FINANCIEN NIET- FISCALE INVORDERING Dienst voor alimentatievorderingen (DAVO) Dossiernummer AANVRAAG TOT TEGEMOETKOMING 1. AANVRAGER Geslacht M Straat Postcode

Nadere informatie

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin Titel 21 FEBRUARI 2003. - Wet tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-03-2003 en tekstbijwerking tot 30-05-2014)

Nadere informatie

Dienst voor alimentatievorderingen (DAVO)

Dienst voor alimentatievorderingen (DAVO) Dienst voor alimentatievorderingen (DAVO) De toekenning van voorschotten en de invordering van onderhoudsgeld Federale Overheidsdienst FINANCIEN - 2011 - Deze brochure werd opgesteld door een werkgroep

Nadere informatie

Rolnummer 3761. Arrest nr. 96/2006 van 14 juni 2006 A R R E S T

Rolnummer 3761. Arrest nr. 96/2006 van 14 juni 2006 A R R E S T Rolnummer 3761 Arrest nr. 96/2006 van 14 juni 2006 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 6 van de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/251

Rapport. Datum: 26 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/251 Rapport Datum: 26 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/251 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Gouda, dat zij had verzocht om de inning van de kinderalimentatie

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van de Minister van Maatschappelijke Integratie van 27 april 2005; A. SITUERING VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Gelet op de aanvraag van de Minister van Maatschappelijke Integratie van 27 april 2005; A. SITUERING VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN SCSZ/05/68 1 BERAADSLAGING NR 05/025 VAN 3 MEI 2005 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE OPENBARE CENTRA VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN EN DE PROGRAMMATORISCHE OVERHEIDSDIENST MAATSCHAPPELIJKE

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen

Besluit van de Vlaamse Regering houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen Besluit van de Vlaamse Regering houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen Datum 04/10/2013 DOCUMENT De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van

Nadere informatie

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: Koninklijk besluit van 30 januari 2003 tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regels voor de toekenning van de toelage tot ondersteuning van acties die betrekking hebben op de bevordering

Nadere informatie

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006. (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006. (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006 (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels Aangevuld, gewijzigd of aangepast door: - de wet van 21 december 2007 houdende diverse bepalingen (I) (B.S. 31 december

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 JANUARI 2015 S.13.0084.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.13.0084.F OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN VERVIERS, Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie,

Nadere informatie

Bijzondere hulp voor het betalen van onderhoudsgelden ten gunste van kinderen

Bijzondere hulp voor het betalen van onderhoudsgelden ten gunste van kinderen Bijzondere hulp voor het betalen van onderhoudsgelden Versie nr: 1 Laatste wijziging: 07-07-2008 1) Gebruiksaanwijzing en afkortingen 2) Context 3) Waaruit bestaat de bijzondere hulp toegekend door OCMW

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 ter uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers (B.S.

Nadere informatie

Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend Advies

Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend Advies aan Mevrouwen de Voorzitsters en de Heren Voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend

Nadere informatie

Is echtscheiding werkelijk Win for life?

Is echtscheiding werkelijk Win for life? Is echtscheiding werkelijk Win for life? Verslagboek van het interdisciplinair symposium over de sociologische en juridische gevolgen van het echtscheidingsrecht voor risicogroepen 6 en 7 december 2007

Nadere informatie

PATRIMONIUMDOCUMENTATIE (DAVO) Dossiernummer. Dienst voor alimentatievorderingen 1. AANVRAGER. Nationaal nummer. Naam. Voornamen.

PATRIMONIUMDOCUMENTATIE (DAVO) Dossiernummer. Dienst voor alimentatievorderingen 1. AANVRAGER. Nationaal nummer. Naam. Voornamen. PATRIONIUDOCUENTATIE Dienst voor alimentatievorderingen 1. AANRAGER (DAO) Dossiernummer AANRAAG TOT TEGEOETKOING (bijvoorbeeld 25101954) Straat Nr. Bus Postnummer Taal (N - F - D) E-mailadres Telefoonnummer

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën www.minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH 241/605.665 (AOIF 55/2010). Personenbelasting. Onderhoudsuitkering. Voorwaarde van aftrekbaarheid van een

Nadere informatie

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T Rolnummer 3739 Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 413bis tot 413octies van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 ter uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers (B.S.

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/12/205 BERAADSLAGING NR. 12/057 VAN 3 JULI 2012 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS AAN

Nadere informatie

DEEL I. ALIMENTATIE ALS (DRINGENDE) VOORLOPIGE MAAT- REGEL: TOEKENNING VAN HET ONDERHOUD TUSSEN ECHTGENOTEN Gerd Verschelden... 1

DEEL I. ALIMENTATIE ALS (DRINGENDE) VOORLOPIGE MAAT- REGEL: TOEKENNING VAN HET ONDERHOUD TUSSEN ECHTGENOTEN Gerd Verschelden... 1 INHOUD VOORWOORD............................................ xv DEEL I. ALIMENTATIE ALS (DRINGENDE) VOORLOPIGE MAAT- REGEL: TOEKENNING VAN HET ONDERHOUD TUSSEN ECHTGENOTEN Gerd Verschelden.....................................

Nadere informatie

(van toepassing vanaf ) HOOFDSTUK I. - Definities.

(van toepassing vanaf ) HOOFDSTUK I. - Definities. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 januari 1999 betreffende het verlaagd tarief van de successierechten in geval van overdracht van kleine en middelgrote ondernemingen (van toepassing

Nadere informatie

aanpassing van de bedragen die tot de federale regelgeving met betrekking tot het maatschappelijk welzijn behoren, op 1 juni 2003

aanpassing van de bedragen die tot de federale regelgeving met betrekking tot het maatschappelijk welzijn behoren, op 1 juni 2003 Bestuur van de Maatschappelijke Integratie JURIDISCHE DIENST fax: 02/509.86.91 vragen naar: Petra Romelart e-mail: Petra.Romelart@minsoc.fed.be Aan de dames en heren Voorzitters van de openbare centra

Nadere informatie

TITEL I Algemene bepalingen

TITEL I Algemene bepalingen ADMINISTRATIEVE SCHIKKING BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE SOCIALE ZEKERHEID TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REPUBLIEK MOLDAVIË (Inwerkingtreding 01-01-2016, gepubliceerd

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BIJSTANDSVERHAAL 2015

BELEIDSREGEL BIJSTANDSVERHAAL 2015 BELEIDSREGEL BIJSTANDSVERHAAL 2015 Het College van burgemeester en wethouders van Utrecht; BESLUIT: Vast te stellen het volgende BELEIDSREGELS BIJSTANDSVERHAAL 2015 FORMELE GRONDSLAG Wettelijk kader 1.

Nadere informatie

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving:

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Afdeling I: De oorspronkelijke wet van 5 juli 1998 en de diverse wetswijzigingen: Bij wet van 5 juli 1998 2 werd een titel IV toegevoegd aan het Gerechtelijk

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 85/2009 van 14 mei 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 85/2009 van 14 mei 2009 A R R E S T Rolnummer 4550 Arrest nr. 85/2009 van 14 mei 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 23 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel.

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 4/2016 van 14 januari 2016 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 4/2016 van 14 januari 2016 A R R E S T Rolnummer 6103 Arrest nr. 4/2016 van 14 januari 2016 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 7 van de wet van 12 mei 2014 houdende wijziging van de wet van 21 februari 2003 tot oprichting

Nadere informatie

Voorwoord... xv HOOFDSTUK II. DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING... 5 HOOFDSTUK III. ARTIKEL 229 VAN HET BURGERLIJK WETBOEK... 17

Voorwoord... xv HOOFDSTUK II. DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING... 5 HOOFDSTUK III. ARTIKEL 229 VAN HET BURGERLIJK WETBOEK... 17 INHOUD Voorwoord............................................... xv DEEL I. DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING. DE ECHTSCHEI- DING OP GROND VAN ONHERSTELBARE ONTWRICHTING VAN HET HUWELIJK Frederik Swennen.....................................

Nadere informatie

H.T. Aanvraagformulier (uitgave 2008) Huurtoelage

H.T. Aanvraagformulier (uitgave 2008) Huurtoelage Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest DIRECTIE HUISVESTING CCN - Noordstation - Vooruitgangstraat 80 bus 1 H.T 1035 Brussel Aanvraagformulier (uitgave 2008) Opdat de aanvraag op geldige wijze

Nadere informatie

6. Bij brief van 4 mei 2004 gaf het LBIO een incasso- en executieopdracht aan de deurwaarder.

6. Bij brief van 4 mei 2004 gaf het LBIO een incasso- en executieopdracht aan de deurwaarder. Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (verder: het LBIO) de invordering van de door hem verschuldigde alimentatie op 4 mei 2004 heeft overgedragen

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. VOORWOORD... v HOOFDSTUK I CIVIELRECHTELIJKE ASPECTEN PATRICK SENAEVE...1

INHOUDSOPGAVE. VOORWOORD... v HOOFDSTUK I CIVIELRECHTELIJKE ASPECTEN PATRICK SENAEVE...1 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... v HOOFDSTUK I CIVIELRECHTELIJKE ASPECTEN PATRICK SENAEVE...1 Basisbibliografie...1 1. Grondslag en karakter...2 A. De onderhoudsuitkering tijdens de echtscheidingsprocedure:

Nadere informatie

DEEL I. DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING. DE ECHTSCHEI- DING OP GROND VAN ONHERSTELBARE ONTWRICHTING VAN HET HUWELIJK

DEEL I. DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING. DE ECHTSCHEI- DING OP GROND VAN ONHERSTELBARE ONTWRICHTING VAN HET HUWELIJK INHOUD Voorwoord xv DEEL I. DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING. DE ECHTSCHEI- DING OP GROND VAN ONHERSTELBARE ONTWRICHTING VAN HET HUWELIJK FREDERIK SWENNEN 1 INLEIDING 3 DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING

Nadere informatie

SAMENWERKINGSAKKOORD tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen.

SAMENWERKINGSAKKOORD tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen. SAMENWERKINGSAKKOORD tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen. Gelet op de grondwet, de artikelen 1, 33, 35, 39 en 134; Gelet

Nadere informatie

Juridisch bulletin. Wetgeving

Juridisch bulletin. Wetgeving Juridisch bulletin Wetgeving 2009 www.rkw.be Inhoud 1 Wetten 3 1.1 Programmawet van 22 december 2008 (Eenoudertoeslag Onmiddellijke uitwerking Kinderen met een aandoening) 3 1.2 Wet houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier...

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier... III Inhoudstafel Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier... I Inleiding... 1 Hoofdstuk I. Onderhoudsplichtigen... 3 Afdeling 1. Overzicht soorten onderhoudsplichtigen op basis

Nadere informatie

Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt

Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt Tussen : Mevrouw Lynn Meeuwissen BTW-nr.: BE 0839 091 075 Kantooradres: Laagland 22 2930 Brasschaat Telefoon: +32 303 72 77 GSM: +32 493 25 45 31 Mail: advocaat@lynnmeeuwissen.be

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd

Nadere informatie

Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt 1

Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt 1 Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt 1 Tussen : hierna te noemen de advocaat (of het advocatenkantoor) en hierna te noemen de cliënt(en) 2 Wordt het volgende overeengekomen : 1. Voorwerp van

Nadere informatie

(Inwerking getreden op 1 augustus 2009 Belgisch Staatsblad: 4 augustus 2009)

(Inwerking getreden op 1 augustus 2009 Belgisch Staatsblad: 4 augustus 2009) Administratieve schikking Betreffende de toepassing van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Oosterse Republiek Uruguay (Inwerking getreden op 1 augustus

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen. Datum: 20 januari 2012. Rapportnummer: 2012/005

Rapport. Rapport over een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen. Datum: 20 januari 2012. Rapportnummer: 2012/005 Rapport Rapport over een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen. Datum: 20 januari 2012 Rapportnummer: 2012/005 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het LBIO nog vijf maanden opslagkosten

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën www.minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci. RH 331/598.621 (AOIF 37/2010). Personenbelasting. Kind ten laste. Alleenstaande belastingplichtige met kind.

Nadere informatie

Een geschil met de federale belastingadministratie? De Fiscale Bemiddelingsdienst helpt u! Wijze van conflictoplossing / -benadering

Een geschil met de federale belastingadministratie? De Fiscale Bemiddelingsdienst helpt u! Wijze van conflictoplossing / -benadering Een geschil met de federale belastingadministratie? De Fiscale Bemiddelingsdienst helpt u! Federale Overheidsdienst FINANCIEN Geert Callaert Fiscaal Bemiddelaar International Fiscal Association Brussel

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 10 januari 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 10 januari 2017; Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit van 20 december 2013, wat betreft de heffing ongeschikte en onbewoonbare woningen en het vereenvoudigd fiscaal

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 juli 1998 Rapportnummer: 1998/273

Rapport. Datum: 13 juli 1998 Rapportnummer: 1998/273 Rapport Datum: 13 juli 1998 Rapportnummer: 1998/273 2 Klacht Op 10 juni 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw K. te Moordrecht, met een klacht over een gedraging van het Landelijk

Nadere informatie

ons kenmerk RPlfOS/O31 datum

ons kenmerk RPlfOS/O31 datum tel: (02) 5098488 fax: (02) 5098558 vragen naar: De Sutter Isabelle e-mail: isabelledesutter@ minsocfedbe Mevrouw de Voorzitster Mijnheer de Voorzitter OCMW van het uw brief van uw kenmerk ons kenmerk

Nadere informatie

Overeenkomst tussen Blienberg Advocaten en cliënt. Blienberg Advocaten met maatschappelijke zetel aan de Brusselstraat 7 te 2018 Antwerpen

Overeenkomst tussen Blienberg Advocaten en cliënt. Blienberg Advocaten met maatschappelijke zetel aan de Brusselstraat 7 te 2018 Antwerpen Overeenkomst tussen Blienberg Advocaten en cliënt Tussen : Blienberg Advocaten met maatschappelijke zetel aan de Brusselstraat 7 te 2018 Antwerpen hierna te noemen het advocatenkantoor en hierna te noemen

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Maatschappelijke zorg en welzijn Naam regeling: Beleidsregels verhaal Participatiewet 2015 Citeertitel: Beleidsregels verhaal Pw 2015 gemeente Zundert

Nadere informatie

Vragen naar: Bernard Note Email: bernard.note@mi-is.be Tel. 02 509 81 62 POD Maatschappelijke Integratie SPP Intégration Sociale Aan de dames en heren Voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.560/1 van 27 november 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot financiering van sommige sociale akkoorden in bepaalde gezondheidsinrichtingen

Nadere informatie

Rapport. Publicatiedatum: 15 oktober 2014. Rapportnummer: 2014 /139. 20 14/139 d e Natio nale o mb ud sman 1/6

Rapport. Publicatiedatum: 15 oktober 2014. Rapportnummer: 2014 /139. 20 14/139 d e Natio nale o mb ud sman 1/6 Rapport Publicatiedatum: 15 oktober 2014 Rapportnummer: 2014 /139 20 14/139 d e Natio nale o mb ud sman 1/6 Rapport Een onderzoek naar de titel op grond waarvan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

Nadere informatie

Inlichtingenformulier

Inlichtingenformulier Inlichtingenformulier SOCIALE VERZEKERING TEN VOORDELE VAN ZELFSTANDIGEN IN MOEILIJKHEDEN, GECONFRONTEERD MET EEN AANZIENLIJKE DALING VAN DE OMZET OF VAN ZIJN INKOMSTEN DIE HEM IN EEN ZODANIGE ECONOMISCHE

Nadere informatie

VR DOC.1619/2

VR DOC.1619/2 VR 2018 2112 DOC.1619/2 Besluit van de Vlaamse Regering houdende de werking van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot

Nadere informatie

Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen

Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen In België kan men onder andere aan de hand van twee verschillende procedures uit de echt scheiden: - de procedure EOT (Echtscheiding Onderlinge Toestemming) - de procedure

Nadere informatie

HET ONDERHOUDSGELD WORDT NIET BETAALD? DE VERBLIJFSREGELING WORDT NIET NAGELEEFD? WAT KAN JE DOEN?

HET ONDERHOUDSGELD WORDT NIET BETAALD? DE VERBLIJFSREGELING WORDT NIET NAGELEEFD? WAT KAN JE DOEN? HET ONDERHOUDSGELD WORDT NIET BETAALD? DE VERBLIJFSREGELING WORDT NIET NAGELEEFD? WAT KAN JE DOEN? 1 Het onderhoudsgeld wordt niet betaald? De verblijfsregeling wordt niet nageleefd? Wat kan je doen? HET

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 29 / 95 van 27 oktober 1995 ------------------------------------------- O. ref. : 10 / A / 95 / 029 BETREFT : Ontwerp van koninklijk

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten. Advies. van de Raad van State

Ontwerp van decreet. houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten. Advies. van de Raad van State stuk ingediend op 1529 (2011-2012) Nr. 9 4 juni 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten Advies van de Raad van State

Nadere informatie

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter F. Debaedts en de rechters-verslaggevers L.P. Suetens en P. Martens, bijgestaan door de griffier L.

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter F. Debaedts en de rechters-verslaggevers L.P. Suetens en P. Martens, bijgestaan door de griffier L. Rolnummer 520 Arrest nr. 31/93 van 1 april 1993 A R R E S T In zake : het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de wet van 12 juni 1992 tot bekrachtiging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen

Nadere informatie

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht)

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) Steeds meer worden we in de rechtspraktijk geconfronteerd met internationale echtscheidingen op basis van de volgende elementen:

Nadere informatie

H.T. Aanvraagformulier (uitgave 2008) Huurtoelage

H.T. Aanvraagformulier (uitgave 2008) Huurtoelage Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest DIRECTIE HUISVESTING CCN - Noordstation - Vooruitgangstraat 80 bus 1 H.T 1035 Brussel Aanvraagformulier (uitgave 2008) Opdat de aanvraag op geldige wijze

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 28, 1, eerste lid;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 28, 1, eerste lid; Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van diverse besluiten, wat betreft de heffing ongeschikte en onbewoonbare woningen, het vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag en de invordering van niet-fiscale

Nadere informatie

Infoblad - werknemers Het verlof voor pleegzorgen

Infoblad - werknemers Het verlof voor pleegzorgen Infoblad - werknemers Het verlof voor pleegzorgen Wat is het verlof voor pleegzorgen? Het betreft een verlof dat u de mogelijkheid biedt afwezig te zijn van uw werk gedurende een aantal dagen per jaar,

Nadere informatie

Federale Overheidsdienst Justitie ---

Federale Overheidsdienst Justitie --- 1000 Brussel, Waterloolaan, 115 Tel. (02) 542. 71. 29 Fax (02) 542. 70. 38 E-mail : pieter.druyts@just.fgov.be Federale Overheidsdienst Justitie --- Directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten

Nadere informatie

(Inwerkingtreding 01/01/2016, gepubliceerd in BS van )

(Inwerkingtreding 01/01/2016, gepubliceerd in BS van ) ADMINISTRATIEVE SCHIKKING BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE SOCIALE ZEKERHEID TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REPUBLIEK ARGENTINIË (Inwerkingtreding 01/01/2016, gepubliceerd

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20; Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van diverse besluiten, wat betreft de afstemming met het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid DE VLAAMSE

Nadere informatie

INDIVIDUELE TEGEMOETKOMINGEN - GEHANDICAPTEN

INDIVIDUELE TEGEMOETKOMINGEN - GEHANDICAPTEN Departement Welzijn, Onderwijs en Veiligheid Dienst Welzijn Boomgaardstraat 22 - bus 101 2600 Berchem-Antwerpen Tel : 03-240 61 61 - Fax : 03-240 61 62 INDIVIDUELE TEGEMOETKOMINGEN - GEHANDICAPTEN TOELAGE

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming aan het OCMW ter bestrijding van uithuiszettingen

Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming aan het OCMW ter bestrijding van uithuiszettingen Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming aan het OCMW ter bestrijding van uithuiszettingen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming

Nadere informatie

WET VAN 29 MAART 1976. betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976)

WET VAN 29 MAART 1976. betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976) WET VAN 29 MAART 1976 betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen (B.S. 6 mei 1976) Gewijzigd door: - de wet van 17 maart 1993 (B.S. 22 april 1993) ; - de wet van 6 april 1995 (B.S. 26 juli 1995) ;

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 februari 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 februari 2018; Besluit van de Vlaamse Regering houdende nadere regels betreffende de aanwijzing van de begunstigden van de gezinsbijslagen en de uitbetaling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid DE VLAAMSE

Nadere informatie

Commentaar bij art BW

Commentaar bij art BW ADOPTIE BW ART. 353-9 1 353-9. Bij adoptie door echtgenoten of samenwonenden, of ingeval de geadopteerde het kind of het adoptief kind is van de echtgenoot van de adoptant, of van de persoon met wie hij

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een aanpassingspremie voor woningen

Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een aanpassingspremie voor woningen Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een aanpassingspremie voor woningen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, artikel 81, gewijzigd bij

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Weststellingwerf besluiten; Gelet op het bepaalde in artikel 7, alsmede paragraaf 6.5 Wet werk en bijstand,

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Weststellingwerf besluiten; Gelet op het bepaalde in artikel 7, alsmede paragraaf 6.5 Wet werk en bijstand, Burgemeester en Wethouders van de gemeente Weststellingwerf besluiten; Gelet op het bepaalde in artikel 7, alsmede paragraaf 6.5 Wet werk en bijstand, vast te stellen de Beleidsregels verhaal WWB Weststellingwerf

Nadere informatie

xxxxxxx xxxxxxx xxxxxxx xxxxxxx,

xxxxxxx xxxxxxx xxxxxxx xxxxxxx, , Begin dit jaar hebben wij uw klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (hierna: het LBIO) in behandeling genomen. Mijn medewerker heeft hierover contact met u gehad, zowel per e-mail

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 NOVEMBER 2014 S.12.0053.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.12.0053.N M.S. eiser, vertegenwoordigd door mr. Beatrix Vanlerberghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen,

Nadere informatie

Actua Legis. Date: 23/06/2011. Objectivering van de onderhoudsbijdragen

Actua Legis. Date: 23/06/2011. Objectivering van de onderhoudsbijdragen Actua Legis Date: 23/06/2011 Objectivering van de onderhoudsbijdragen Objectivering van de onderhoudsbijdragen voor kinderen, Wet van 19 maart 2010 toegelicht. De Wet van 19 maart 2010 ter bevordering

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Bijzondere Wet van 9 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Bijzondere Wet van 9 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, artikel 20; Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de nadere regels over de rechten en plichten van begunstigden in hun contacten met uitbetalingsactoren en tot vaststelling van de regels voor de ambtshalve

Nadere informatie

VR DOC.0205/2BIS

VR DOC.0205/2BIS VR 2018 0903 DOC.0205/2BIS VR 2018 0903 DOC.0205/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering houdende nadere regels betreffende de aanwijzing van de begunstigden en de uitbetaling van de toelagen in het kader

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» SCSZ/08/021 BERAADSLAGING NR. 07/041 VAN 25 JULI 2007, GEWIJZIGD OP 31 JANUARI 2008, MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.867/1 van 14 februari 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 juni 1987 tot uitvoering van

Nadere informatie

(Inwerkingtreding , gepubliceerd in BS van )

(Inwerkingtreding , gepubliceerd in BS van ) Administratieve Schikking betreffende de toepassing van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Federale Republiek Brazilië (Inwerkingtreding 01-12-2014, gepubliceerd

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit

Nadere informatie

Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt

Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt Tussen : De heer Nicolas Vanspeybrouck, advocaat met kantoor te 8660 DE PANNE. hierna te noemen de advocaat en hierna te noemen de cliënt(en) Wordt het volgende

Nadere informatie

PRIJZEN/TARIEVEN. 1. Aanbeveling sociaal tarief

PRIJZEN/TARIEVEN. 1. Aanbeveling sociaal tarief PRIJZEN/TARIEVEN 1. Aanbeveling sociaal tarief In 2007 besliste de FOD Sociale Zekerheid, Directie-generaal Personen met een handicap, om vanaf 1 mei van dat jaar de tegemoetkoming aan gehandicapten ten

Nadere informatie

INVORDERING VAN ONBETWISTE GELDSCHULDEN. Het bekomen van een uitvoerbare titel zonder tussenkomst van een rechtbank, via de gerechtsdeurwaarder

INVORDERING VAN ONBETWISTE GELDSCHULDEN. Het bekomen van een uitvoerbare titel zonder tussenkomst van een rechtbank, via de gerechtsdeurwaarder INVORDERING VAN ONBETWISTE GELDSCHULDEN Het bekomen van een uitvoerbare titel zonder tussenkomst van een rechtbank, via de gerechtsdeurwaarder 01 Elke onbetwiste schuld die een geldsom tot voorwerp heeft

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 31 augustus 1999;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 31 augustus 1999; TC/99/107 BERAADSLAGING Nr.99/88 VAN 5 OKTOBER 1999 BETREFFENDE EEN MACHTIGINGSAANVRAAG VAN DE OPENBARE CENTRA VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN TOT HET MEDEDELEN AAN DE VERZEKERINGSINSTELLINGEN, VIA HET MINISTERIE

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JANUARI 2012 C.10.0135.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0135.F BELGISCHE STAAT, minister van Landsverdediging, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen ENTREPRISE ANDRE

Nadere informatie

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT HET VOORKOMEN

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap; Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van diverse besluiten, wat betreft de afstemming met het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid DE VLAAMSE

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 JANUARI 2015 S.13.0066.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.13.0066.F OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN GANSHOREN, Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de

Nadere informatie

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen GERECHTELIJK WETBOEK - Deel IV : BURGERLIJKE RECHTSPLEGING. HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen Afdeling II. Echtscheiding door onderlinge toestemming. Art.

Nadere informatie

19 MAART Wet tot bevordering van een objectieve berekening van de door de ouders te betalen onderhoudsbijdragen voor hun kinderen (1)

19 MAART Wet tot bevordering van een objectieve berekening van de door de ouders te betalen onderhoudsbijdragen voor hun kinderen (1) 19 MAART 2010. - Wet tot bevordering van een objectieve berekening van de door de ouders te betalen onderhoudsbijdragen voor hun kinderen (1) De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt

Nadere informatie

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T Rolnummer 2847 Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 394 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vóór de wijziging ervan bij de

Nadere informatie