Psychose en Obsessief Compulsieve Symptomen: een Studie naar het Klinisch Profiel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Psychose en Obsessief Compulsieve Symptomen: een Studie naar het Klinisch Profiel"

Transcriptie

1 Psychose en Obsessief Compulsieve Symptomen: een Studie naar het Klinisch Profiel T. L. van Beest In deze studie is er gekeken naar verschillen in het klinisch profiel van patiënten met een psychotische stoornis met en zonder comorbide obsessief compulsieve symptomen (OCS). Van 942 patiënten met een psychotische stoornis zijn de gegevens verzameld. Middels de Y-BOCS zijn zij in twee groepen verdeeld: patiënten met en zonder OCS. Deze groepen zijn met elkaar vergeleken met betrekking tot de ernst en het type psychotische symptomen (PANSS, CASH) en het niveau van algemeen functioneren (GAF). Patiënten met OCS hadden meer positieve symptomen, negatieve symptomen, wanen en hallucinaties (voornamelijk schuldwanen, gedachten lezen, commentaarstemmen) en een lager niveau van algemeen functioneren dan patiënten zonder OCS. Deze bevindingen wijzen op een onderscheiden klinisch profiel van patiënten met een psychotische stoornis en OCS. Programmagroep Klinische Psychologie Universiteit van Amsterdam Collegekaartnummer: Datum: 16 juni 2009 Begeleider: 1) Mw. dr. C. J. Meijer (AMC de Meren, afdeling Psychiatrie) 2) Mw. dr. L. M. Talamini (UvA, programmagroep Psychonomie)

2 OCS. 1 Onderzoek naar de symptomatologie van patiënten met een psychotische Inleiding Schizofrenie en de obsessief compulsieve stoornis (OCD) zijn twee ernstige psychische aandoeningen die veel lijden en invaliditeit met zich meebrengen. De afgelopen dertig jaar is er een toegenomen belangstelling van onderzoekers en clinici naar de comorbiditeit van deze twee stoornissen. Vele onderzoekers trachten het klinisch (symptoom)profiel en het niveau van functioneren van schizofreniepatiënten met OCD of obsessief compulsieve symptomen (OCS) te beschrijven. Tot op heden zijn de resultaten van deze onderzoeken niet eenduidig. Dit onderzoek zal verschillen in het klinisch profiel bestuderen bij patiënten met een psychotische stoornis met en zonder stoornis en comorbide OCD/OCS is van belang voor diagnostische doeleinden en prognostische implicaties. Verschillende studies hebben zich gericht op de vraag of de symptomatologie van psychotische patiënten met OCD/OCS te differentiëren valt van de groep zonder OCD/OCS. Een helder klinisch beeld van de patiëntengroep met een comorbide OCD/OCS, die mogelijk een onderscheiden ziektebeloop en therapiegevoeligheid heeft, zal een gerichter keuze van behandeling tot gevolg kunnen hebben. Ook is onderzoek naar het algemeen functioneren van belang voor de klinische zorg. Het bepalen van de beperking in functioneren is noodzakelijk om bij vervolgonderzoeken het vermoedelijke beloop van de stoornis in kaart te brengen. Prevalentie De prevalentie van OCS bij schizofreniepatiënten wordt geschat tussen 10% en 52% (Berman et al., 1995; Bottas et al., 2005); 7.8% tot 46% van de schizofreniepatiënten hebben een comorbide diagnose OCD (Eisen et al., 1997; Kayahan et al., 2005; Poyurovsky et al., 2001; Poyurovsky et al., 2003; Tibbo et al., 2000). De grote verschillen in de prevalentiecijfers kunnen toegeschreven worden aan verschillen in het gebruik van diagnostische instrumenten, meetmethoden en patiëntgroepen. Desondanks tonen studies aan dat de prevalentie van OCS en van OCD bij schizofreniepatiënten hoger is dan de prevalentie van OCD in de algemene populatie 1 OCD Obsessief compulsieve stoornis ( disorder ) OCS Obsessief compulsieve symptomen Comorbide groep Groep patiënten met een psychotische stoornis en OCD/OCS 1

3 (1.2%-2.4%) (Karno et al., 1988). Deze cijfers suggereren een mogelijke relatie tussen schizofrenie en OCD. Voorgaande studies hebben onderzocht of er sprake kan zijn van een onderliggend gemeenschappelijk construct tussen psychotische stoornissen en OCD. Op het gebied van onderliggende neurobiologische aspecten en definities van denkstoornissen zijn er gemeenschappelijke kenmerken gevonden. Gemeenschappelijke kenmerken tussen psychotische stoornissen en OCD Neurobiologie. Recente bevindingen wijzen uit dat atypische antipsychotica de OCS kunnen beïnvloeden bij schizofreniepatiënten (Tibbo & Warneke, 1999). Deze onderzoeksresultaten worden door enkele onderzoekers als aanwijzing gezien voor een mogelijke overlapping op het gebied van neurobiologie bij OCD en schizofrenie. Uit onderzoeken naar de structurele en functionele afwijkingen komt naar voren dat er sprake is van een disfunctioneren van de prefrontale cortex bij beide stoornissen, waarvan de basis van het disfunctioneren van elkaar verschilt (Cavallaro et al., 2003; Poyurovsky & Koran, 2005; Tibbo & Warneke, 1999). Er wordt verondersteld dat schizofrenie en OCD gerelateerd zijn aan het disfunctioneren van twee gedeeltelijk onafhankelijke neuroanatomische systemen, namelijk de dorsolaterale prefrontale cortex (DLPFC) en de ventromediale prefrontale cortex (VMPFC). Onderzoeken bevestigen de sterke relatie tussen DLPFC disfunctioneren en schizofrenie, en tussen VMPFC disfunctioneren en OCD. Definities van denkstoornissen. Naast de mogelijke neurobiologische relatie wordt ook een overlap gezien tussen psychotische stoornissen en OCD met betrekking tot de definities van inhoudelijke denkstoornissen, waaronder obsessies, overwaardige denkbeelden en waanideeën/wanen vallen (Kitis et al., 2007). Een obsessie wordt gedefinieerd als een terugkerend en langdurig blijvende gedachte, impuls of beeld, die wordt ervaren als intrusief en ongepast en die veel angst of stress veroorzaakt (Steketee & Barlow, 2002, p.518). Mensen met obsessies herkennen deze gedachten als overdreven, zinloos en irrationeel; daarnaast onderkennen ze dat de obsessies een product zijn van hun eigen geest. Soms kunnen obsessies evolueren, intensiveren en veranderen in overwaardige denkbeelden; in deze gevallen zien patiënten hun denkbeelden als de realiteit, en ze ervaren hun obsessies niet meer als onzinnig en irrationeel (Kitis et al., 2007). Een waanidee is een onverklaarbare, irreële gedachte, denkbeeld of overtuiging van de patiënt, die door hem/haar wordt ervaren als de 2

4 realiteit ongeacht tegengestelde bewijzen (Comer, 2003). Obsessies en met name overwaardige denkbeelden bij OCD komen sterk overeen met waanideeën bij psychotische stoornissen. De vraag of er een relatie bestaat tussen obsessies en wanen, heeft bij vele onderzoekers en diagnostici geleid tot het zoeken naar het schizo-obsessieve subtype van schizofrenie als een mogelijke diagnostische eenheid (Bottas et al., 2005). Dit is onderzocht door na te gaan of de symptomatologie van schizofreniepatiënten met OCD/OCS te differentiëren valt van de groep zonder OCD/OCS. Uit voorgaand onderzoek wordt vooralsnog onvoldoende duidelijk of 1) patiënten met schizofrenie en OCD/OCS een subtype representeren van een van de stoornissen, of 2) het slechts gaat om een hoge comorbiditeit tussen twee stoornissen, of 3) dat deze comorbiditeit deel uitmaakt van een meer complex syndroom die onder een aparte diagnostische eenheid zou kunnen worden geplaatst (Berman et al., 1995; Byerly et al., 2005; Poyurovsky et al., 1999; Poyurovsky & Koran, 2005; Tibbo & Warneke, 1999). Onderzoeken laten geen eenduidige resultaten zien waaruit de mogelijkheid voor een schizo-obsessieve subtype blijkt, maar er wordt wel duidelijk dat er sprake zou kunnen zijn van een specifieke groep die verschilt van de bestaande stoornissen wat betreft het klinisch profiel. Dit kan mogelijk betekenen dat het niet alleen gaat om een hoge comorbiditeit tussen twee ernstige stoornissen. OCS en Psychotische Symptomatologie De klinische symptomatologie van psychotische stoornissen met comorbide OCD/OCS wordt veelvuldig onderzocht en beschreven. Het gaat voornamelijk om vergelijkende studies van het klinisch beeld van schizofrenie, schizofrenie met OCD/OCS, en OCD zonder schizofrenie. Er worden wisselende resultaten gevonden met betrekking tot psychotische kernsymptomen. In enkele onderzoeken waren er geen verschillen te zien in de ernst van positieve en negatieve symptomen tussen de patiënten met en zonder OCS (Berman et al., 1998; Byerly et al., 2005; Gülec et al., 2008; Poyurovsky et al., 2001, Poyurovsky & Koran, 2005; Poyurovsky et al., 2008; Sevincok et al., 2006). Een enkel onderzoek vond minder positieve symptomen bij de comorbide groep (Poyurovsky et al., 2003). In andere studies zijn meer positieve symptomen gevonden bij de comobide groep (Lysaker et al., 2000; Őngűr & Goff, 2005). Lysaker et al. (2000) leggen uit dat intrusieve, rigide gedachten en gedragingen bij mensen met OCD/OCS de adaptieve 3

5 functies kunnen verstoren, zoals het probleem oplossend vermogen en de realiteit toetsing. Zij geven dan ook de mogelijke verklaring dat de comorbide groep op een obsessieve of compulsieve manier kan reageren op positieve symptomen, waardoor de adaptieve functies worden verhinderd; als gevolg hiervan nemen de aanwezigheid en de invloed van deze symptomen toe. Met betrekking tot de negatieve symptomen, gaven enkele onderzoeken aan dat de comorbide groep meer negatieve symptomen ervaart (Lysaker et al., 2002; Hwang et al., 2000). Tibbo et al. (2000) deden echter de bevinding dat de comorbide groep minder negatieve symptomen rapporteert. Uit het onderzoek van de Haan et al. (2005) kwam naar voren dat recent gediagnosticeerde schizofreniepatiënten met OCS mildere negatieve symptomen rapporteren dan de schizofreniepatiënten met OCD en zonder OCD/OCS. Zij leggen uit dat milde OCS gezien kunnen worden als een mogelijke indicatie van een poging tot het vergroten van zelfcontrole. Dit zou kunnen leiden tot meer zelfvertrouwen en daarmee een verhoging van energie, initiatief, sociale activiteiten bij de comorbide groep. Er zijn weinig onderzoeken geweest die de relatie tussen OCD/OCS en psychotische symptomatologie op een specifieker, inhoudelijk niveau hebben bestudeerd. Uit een enkel onderzoek (Őngűr & Goff, 2005) kwam naar voren dat schizofreniepatiënten met ernstige OCS meer positieve symptomen, en specifiek meer wanen ervaren, in vergelijking tot schizofreniepatiënten met milde OCS of zonder OCS. OCS en het Niveau van Algemeen Functioneren Uit de meeste onderzoeken blijkt dat het niveau van algemeen functioneren bij de comorbide groep lager is dan de groep zonder OCD/OCS (Berman, et al., 1995; Hwang et al., 2000; Lysaker et al., 2000; Poyurovsky et al., 2001; Poyurovsky & Koran, 2005). Dit komt overeen met de verklaring dat er bij de comorbiditeit van 2 stoornissen sprake zal zijn van een ernstiger mate van disfunctioneren. Enkele studies rapporteren echter een hoger niveau (Tibbo et al., 2000) of een vergelijkbaar niveau (Poyurovsky et al., 1999; Rajkumar et al., 2008) van algemeen functioneren. Het is hierbij noemenswaardig dat het niveau van algemeen functioneren en negatieve symptomen aan elkaar gerelateerd kunnen zijn. Zo worden negatieve symptomen door sommige clinici en onderzoekers beschouwd als een aanwijzing voor slecht functioneren (Van den Bosch & Kahn, 1995; Tibbo et al., 2000). Daarnaast overlappen de definities van het algemeen functioneren en van negatieve symptomen 4

6 elkaar gedeeltelijk. Het niveau van algemeen functioneren, wat meestal wordt uitgedrukt in een Global Assessment of Functioning (GAF) score, verwijst naar het psychisch, sociaal en beroepsmatig functioneren van een individu (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, 4 th ed.; American Psychiatric Association, 2000). Negatieve symptomen zijn psychische uitvalsverschijnselen: gedachten- en bewegingsarmoede, vermijding van sociale contacten, apathie, verlies van energie en initiatief, en emotionele vervlakking (Van den Bosch & Kahn, 1995, p.22). Met name de vermijding van sociale contacten komt overeen met het sociale aspect van het algemeen functioneren. Samenvattend worden er tegenstrijdige resultaten gevonden met betrekking tot de psychotische symptomatologie en het niveau van algemeen functioneren bij schizofreniepatiënten met comorbide OCD, met OCS en zonder OCD/OCS. Verder onderzoek is nodig om een helder beeld te verkrijgen van het klinisch profiel van patiënten met psychotische stoornissen en OCD/OCS. In dit onderzoek zullen de psychotische symptomatologie en het niveau van algemeen functioneren bestudeerd worden bij patiënten met een recent ontstane psychotische stoornis met en zonder OCS. Zo zal er meer helderheid kunnen ontstaan met betrekking tot het klinische beeld van de comorbide patiëntengroep. Tevens zullen specifieke psychotische symptomen (bv. type wanen) bestudeerd worden. Ten slotte zal de relatie tussen de ernst van OCS en psychotische kernsymptomen exploratief worden nagegaan. De volgende vraagstellingen zullen in dit onderzoek behandeld worden: (1) Onderscheidt het klinisch profiel van psychotische stoornissen met en zonder OCS zich van elkaar? (2) Verschilt het niveau van algemeen functioneren van de patiëntgroepen met en zonder OCS van elkaar? Naar aanleiding van de hiervoor genoemde verklaring van Lysaker et al. (2000) wordt verondersteld dat 1) de patiënten met een psychotische stoornis en OCS meer positieve symptomen zullen rapporteren dan de patiënten met een psychotische stoornis zonder OCS. Daarnaast wordt op grond van het onderzoek van de Haan et al. (2005) verwacht dat 2) de patiëntengroep met OCS minder negatieve symptomen zal rapporteren dan de patiëntengroep zonder OCS. De gedeeltelijk overlappende definities van negatieve symptomen en niveau van algemeen functioneren leiden tot de 5

7 verwachting dat 3) de patiënten met OCS een hoger niveau van functioneren zullen rapporteren dan de patiënten zonder OCS. Methode Proefpersonen Voor dit onderzoek zijn gegevens van patiënten geselecteerd uit een Multi center studie het GROUP-project 2. Dit betreft een longitudinale observationele studie die is opgezet vanuit vier academische centra: het AMC Amsterdam, UMC Groningen, UMC Utrecht en de Universiteit Maastricht ( Deze sites hebben samen met de aan hen geaffilieerde GGz-Instellingen een "population based" cohort van patiënten met een recente psychotische stoornis samengesteld. Tevens zijn mensen met een verhoogd risico (broers/zussen), ouders van patiënten en gezonde vrijwilligers uit de algemene populatie geïncludeerd. Voor het huidige onderzoek zijn slechts de data van de patiënten met een recente psychotische stoornis gebruikt, bij wie de mate van OCS is uitgevraagd (N = 942). Deze database bevatte de eerste (voorlopige) resultaten van het onderzoek. De patiënten zijn benaderd via de deelnemende zorginstellingen. De inclusiecriteria waren als volgt: (1) patiënten zijn jaar; (2) er is een klinische diagnose gesteld van een eerste niet-organische, niet affectieve psychotische stoornis volgens de DSM-IV (APA, 2000); (3) de maximale duur na het eerste contact met een GGZ-instelling is 10 jaar; (4) er is sprake van beheersing van de Nederlandse taal. Voorafgaande aan het onderzoek kregen de deelnemers een uitgebreide uitleg (mondeling en schriftelijk) over de studie en ze hebben een Informed Consent ondertekend. De deelnemers werden gevraagd twee à drie dagdelen naar het dichtstbijzijnde academische centrum te komen om geïnterviewd te worden en vragenlijsten in te vullen. Instrumenten Yale-Brown Obsessive-Compulsive Scale. De Yale-Brown Obsessive Compulsive Scale (Y-BOCS; Goodman et al., 1989a) is een beoordelingsschaal voor de aanwezigheid, de ernst en de inhoud van huidige dwanggedachten of dwanghandelingen. 2 Genetic Risk and Outcome of Psychosis-project : deze studie onderzoekt kwetsbaarheid-factoren en beschermende factoren voor het ontwikkelen van een psychotische stoornis en het beloop hiervan. Het gaat met name om de interactie tussen genetische, biologische, psychologische en sociale factoren. 6

8 Eerst is aan de patiënt gevraagd of hij/zij de afgelopen week last heeft gehad van dwanggedachten en/of handelingen (screeningsvraag). OCS is slechts geïdentificeerd wanneer de inhoud niet gerelateerd is aan de inhoud van de psychotische symptomen, en als de patiënten enige mate van inzicht hebben in hun dwanggedachten en/of - handelingen. Bij vermoedens van OCS is een semi-gestructureerd interview afgenomen met betrekking tot (1) de tijd die de symptomen in beslag nemen, (2) de mate van belemmering in het werk of sociaal functioneren, (3) de ervaren angst, (4) de mate van verzet tegen de symptomen, en (5) de ervaren controle over symptomen. Deze vragen zijn gesteld met betrekking tot de subschalen Dwanggedachten en Dwanghandelingen. De interviewer beoordeelde deze items op een schaal van 0 (geen symptoom) tot en met 4 (extreme symptomen) 3. Er zijn drie schalen met betrekking tot de mate van OCS: de Y-BOCS Overall score (ernst van OCS), Y-BOCS Severity Obsessions score (ernst van dwanghandelingen) en Y-BOCS Severity Compulsions score (ernst van dwanghandelingen). Verder gaf de onderzoeker een oordeel over de ernst en de betrouwbaarheid van de door de patiënt gerapporteerde klachten. Uit de meeste studies naar de psychometrische eigenschappen van de Y-BOCS (Goodman et al., 1989a, 1989b; De Haan et al., 2006; Woody et al., 1994) kwam naar voren dat de interne consistentie en interbeoordelaars-betrouwbaarheid goed tot zeer goed zijn; de convergente validiteit is voldoende tot goed. De divergente validiteit bleek echter laag te zijn met betrekking tot de depressie schalen. Positive and Negative Syndrome Scale. De Positive and Negative Syndrome Scale (PANSS; Kay, Fiszbein, & Opler, 1987) is een methode voor de evaluatie van positieve, negatieve en andere symptoomdimensies die in de afgelopen week zijn voorgekomen. Op basis van een formeel, semi-gestructureerd klinisch interview en andere informatiebronnen zijn 30 items beoordeeld, die onderverdeeld kunnen worden in drie subschalen: Positieve Symptomen (PS), Negatieve Symptomen (NS) en Algemene psychopathologie (AP). Aan de hand van nauwkeurig geformuleerde beoordelingscriteria is elk item beoordeeld op een schaal van 1 (afwezig) tot en met 7 (extreem aanwezig). 4 Naast de verdeling in PS, NS, AP is het vijffactoren-model van Van de Gaag en collega s (2006b) gebruikt. Dit model omvat de factoren Positieve 3 Er zijn 5 antwoordmogelijkheden: geen (0), mild (1), matig (2), ernstig (3), extreem (4). 4 Betekenis van de itemscores op de PANSS: 1= afwezig, 2= minimaal, 3= licht, 4= matig, 5= matig ernstig, 6= ernstig, 7= extreem. 7

9 symptomen (Pos), Negatieve symptomen (Neg), Desorganisatie (Des), Opwinding (Opw.), en Emotionele Distress (Em. Dis.). De PANSS wordt veelvuldig gebruikt in onderzoeken met klinische doeleinden (Byerly et al., 2005) en blijkt een voldoende hoge interne validiteit en betrouwbaarheid te bezitten bij goed getrainde onderzoekers (Kay et al., 1988). Comprehensive Assessment of Symptoms and History. De Comprehensive Assessment of Symptoms and History (CASH; Andreasen, 1987) is een instrument om psychopathologie te meten bij patiënten die symptomen vertonen van affectieve en/of schizofrenie spectrum stoornissen (Andreasen et al., 1992). Aan de hand van een gestructureerd interview wordt aan de patiënt vragen gesteld met betrekking tot huidige en eerdere symptomen, premorbide functioneren, cognitief functioneren, sociaaldemografische status, behandeling, en het ziektebeloop. Voor dit onderzoek is een aantal sociaaldemografische variabelen (9 items) gebruikt. Daarnaast is gekeken naar de subschalen Wanen (12 items) en Hallucinaties (7 items). Deze subschalen hebben betrekking op de inhoud en de globale ernst van de wanen/hallucinaties die de afgelopen vier weken (present state) of ooit (lifetime) aanwezig zijn geweest. De meeste items hebben een scorerange van De items met betrekking tot de lifetime symptomen werden gescoord met een 0 (afwezig) of een 1 (aanwezig). Weinig studies hebben de psychometrische aspecten van de CASH bestudeerd. Volgens Andreasen et al. (1992) is de betrouwbaarheid van de CASH hoog tot zeer hoog, behalve op de retrospectief te beoordelen items; de validiteit van de CASH bleek goed te zijn. GAF-score. De GAF score, ofwel de Global Assessment of Functioning score, geeft een globale indruk van het algemeen functioneren van een individu; dit omvat het psychisch, sociaal en beroepsmatig functioneren (APA, 2000). In dit onderzoek is gekeken naar de GAF disability: hiermee wordt bedoeld de mate van belemmeringen of belastende handicaps die de patiënt heeft ervaren gedurende de afgelopen maand. Deze GAF disability heeft onder andere betrekking op de kwaliteit van het huishouden, de prestaties op het werk/opleiding, de contacten met vrienden en familie. De belemmeringen ten gevolge van fysieke beperkingen zijn niet bij deze score gerekend. Met behulp van verschillende informatiebronnen (patiënt zelf, familieleden, (verwijs)brieven van huisartsen, werkgevers etc.) is er een GAF disability score tussen 5 Betekenis van de itemscores van de CASH, present state: 0 = geen symptoom, 1= twijfelachtig, 2 = mild, 3 = matig, 4 = aanzienlijk, 5 = ernstig. 8

10 0-100 toegekend. De beoordelingcriteria zijn nauwkeurig omschreven bij elke scorebereik van 10 punten. Uit onderzoek naar de psychometrische eigenschappen van de GAF (Hilsenroth et al., 2000) bleek de betrouwbaarheid en de validiteit hoog te zijn. Statistische analyses Bij 942 patiënten met een psychotische stoornis zijn de huidige OCS nagegaan middels de Y-BOCS. Op grond van de antwoorden op de Y-BOCS screeningsvraag 6 zijn de patiënten verdeeld in twee groepen: de OCS+groep en de non-ocs groep (resp. de patiëntengroep met huidige OCS en de patiëntengroep zonder huidige OCS). Voor de statistische analyses is gebruik gemaakt van de Statistical Package for Social Sciences 16.0 voor Windows (SPSS-16, Chicago, IL, USA). De twee groepen zijn met elkaar vergeleken op demografische en klinische variabelen aan de hand van Independent t-tests en χ² tests. Binnen de OCS+ groep is gekeken naar verbanden tussen de ernst van OCS en de ernst van symptomen door middel van de Spearman s bivariate correlatie (ρ). De tests voor de positieve symptomen, negatieve symptomen en het niveau van algemeen functioneren zijn eenzijdig getoetst; de overige variabelen zijn tweezijdig getoetst. Resultaten Van de 942 patiënten hebben 222 (23.6%) in de afgelopen week last gehad van dwanggedachten en/of dwanghandelingen (OCS+ groep). De gemiddelde leeftijd van de patiënten was jaar (±7.34). 77.8% van de patiënten waren mannen. De OCS+groep en de non-ocs groep verschilden niet significant van elkaar in leeftijd, aantal psychotische episodes, geslacht, geboorteland, leefsituatie, hoogst genoten opleiding, en professionele hulp (zie Tabel 1). Er was een significant verschil tussen groepen met betrekking tot de huidige werksituatie tussen de OCS+groep en de non-ocs groep: bijna een derde (30%) van de non-ocs groep heeft een baan, terwijl bij de OCS+groep 17.4% van de patiënten werkt. Daarnaast bleek er een significant verschil te zijn in de leeftijd waarop de eerste psychotische klachten begonnen: bij de OCS+ groep begonnen deze klachten op jongere leeftijd dan bij de non-ocs groep. 6 De Y-BOCS screeningsvraag luidt: Heb je de afgelopen week last gehad van dwanggedachten of dwanghandelingen? 9

11 Tabel 1 Vergelijking van de Sociaaldemografische Variabelen tussen de OCS+ groep en de Non-OCS groep. Variabele OCS+ groep Non-OCS groep (N = 942) (N = 222) (N = 720) M (SD) M (SD) t p Leeftijd (7.07) (7.40) Aantal episodes 1.87 (1.49) 1.71 (1.24) Leeftijd eerste psychotische klachten (6.81) (7.45) < 0.001* % % χ² p Geslacht Vrouw Geboorteland Holland Leefsituatie: alleen wonend Werksituatie huidig -Werkende * -Sholier/student,huisvrouw/-man, pensioen/vut Werkeloos/ WAO of anders Hoogst genoten opleiding -Geen opleiding Lageronderwijs, LBO, HH-school, LHNO -(M)ULO, MAVO, HAVO VWO, MMS MBO, HBO Universiteit *Statistisch significant bij p < 0.05 Psychotische Kernsymptomen en het Niveau van Algemeen Functioneren In Tabel 2 zijn de resultaten weergegeven met betrekking tot de psychotische symptomatologie van de twee groepen. Er was een significant verschil te zien tussen de OCS+groep en de non-ocs groep m.b.t. de Positieve Symptomen en de Negatieve Symptomen op de PANSS originele schaal, en de Positieve Symptomen, Negatieve Symptomen, Desorganisatie, Opwinding en Emotionele Distress op de PANSS factorschalen. De OCS+groep rapporteerde meer positieve en negatieve symptomen, desorganisatie, opwinding en emotionele distress vergeleken met de non-ocs groep in de afgelopen week. Ook waren er significante verschillen op de CASH Globale ernst Wanen en Globale ernst Hallucinaties m.b.t. de afgelopen vier weken, waarbij de OCS+groep meer wanen en meer hallucinaties heeft ervaren dan de non-ocs groep. Deze verschillen werden niet gevonden voor de lifetime symptomen. 10

12 Tevens is er een significant verschil gevonden in de GAF disability score: de OCS+groep rapporteerde een lager niveau van algemeen functioneren dan de non-ocs groep (zie Tabel 2). Tabel 2 Vergelijking van de Psychotische Symptomatologie en het Niveau van Functioneren tussen de OCS+groep en de Non-OCS groep. Variabele Subschalen/ OCS+ groep Non-OCS (N = 942) items groep M (SD) M (SD) t p PANSS -Originele schaal** PS 2.06 (0.81) 1.74 (0.72) < 0.001* NS 2.14 (0.77) 2.00 (0.87) * -Vijffactorschaal*** Pos (7.09) (6.20) < 0.001* Neg (6.24) (6.74) * Des (6.10) (6.35) < 0.001* Opw (3.90) (4.00) * Em. Dis (6.15) (5.38) < 0.001* CASH -Wanen Glob. ernst Huidig 2.06 (1.52) 1.49 (1.57) < 0.001* Life time 3.94 (1.04) 3.88 (1.19) Halluc. Glob. ernst Huidig 1.51 (1.565) 1.00 (1.45) < 0.001* Life time 2.94 (1.687) 2.69 (1.83) GAF -Disability (15.16) (16.62) * *Statistisch significant bij p < 0.05 **De analyses hebben betrekking op gemiddelde scores ***De analyses hebben betrekking op totale schaalscores Specifieke Psychotische Symptomen In Tabel 3 en 4 zijn de OCS+groep en de non-ocs groep met elkaar vergeleken met betrekking tot de types wanen en hallucinaties (huidig en lifetime). Er waren significante verschillen te zien in de meeste CASH itemscores van de huidige wanen en hallucinaties (zie Tabel 3). De OCS+groep gaf aan meer van alle typen wanen en hallucinaties te hebben ervaren dan de non-ocs groep in de afgelopen vier weken, m.u.v. jaloezie- en grootheidswanen en olfactorische hallucinaties. Met betrekking tot de lifetime gerapporteerde wanen en hallucinaties, verschilden de twee groepen van elkaar op de CASH items Schuldwanen, Religieuze wanen, Gedachten lezen, Gedachtenuitzending, Commentaarstemmen, Somatische/Tactiele hallucinaties, Olfactorische hallucinaties en Visuele Hallucinaties (zie Tabel 4). Een groter aantal patiënten uit de OCS+groep gaf aan last te hebben van de bovengenoemde symptomen, vergeleken met het aantal patiënten uit de non-ocs groep. 11

13 Tabel 3 Vergelijking van de Specifieke Inhoud van Wanen en Hallucinaties in de Afgelopen Vier Weken (Huidig), tussen de OCS+groep en de Non-OCS groep. Variabele (N = 942) OCS+ groep (N = 222) Non-OCS groep (N = 720) CASH Wanen items** M (SD) M (SD) t p Achtervolging 1.32 (1.49) 1.04 (1.52) * Jaloezie 0.05 (0.31) 0.08 (0.40) Schuld 0.56 (1.11) 0.21 (0.74) < 0.001* Grootheid 0.58 (1.16) 0.48 (1.11) Religieus 0.48 (1.11) 0.27 (0.87) * Somatisch 0.53 (1.11) 0.28 (0.88) * Betrekking 1.37 (1.52) 0.94 (1.42) * Bestuurd worden 0.58 (1.22) 0.32 (0.96) * Gedachten lezen 0.97 (1.40) 0.47 (1.08) < 0.001* Gedachtenuitzending 0.64 (1.19) 0.34 (0.98) * Gedachteninbrenging 0.61 (1.22) 0.32 (0.91) * Gedachtenonttrekking 0.40 (1.03) 0.22 (0.78) * CASH Hallucinaties items** Auditieve hall (1.58) 0.84 (1.45) < 0.001* Commentaarstemmen 0.93 (1.39) 0.54 (1.23) * Converserende stemmen 0.67 (1.32) 0.41 (1.08) * Somatische of tactiele hall (1.05) 0.24 (0.78) * Olfactorische hall (0.78) 0.16 (0.63) Visuele hall (1.27) 0.37 (0.97) * *Statistisch significant bij p < 0.05 **Deze items hebben een scorerange van 0 t/m 5 (6-puntsschaal) Tabel 4 Vergelijking van de Specifieke Inhoud van Wanen en Hallucinaties, Lifetime, tussen de OCS+groep en de Non-OCS groep. Variabele (N = 942) OCS+ groep (N = 222) Non-OCS groep (N = 720) CASH Wanen items** % % χ² p Achtervolging Jaloezie Schuld * Grootheid Religieus * Somatisch Betrekking Bestuurd worden Gedachten lezen < 0.001* Gedachtenuitzending * Gedachteninbrenging Gedachtenonttrekking CASH Hallucinatie items** Auditieve hall Commentaarstemmen * Converserende stemmen Somatische of tactiele hall * Olfactorische hall * Visuele hall * *Statistisch significant bij p < 0.05 **Deze items worden gescoord met een 0 (afwezig) of 1 (aanwezig) 12

14 Correlaties tussen OCS, Psychotische Symptomen, en Niveau van Functioneren Binnen de OCS+groep is er gekeken naar de relaties tussen de mate van OCS enerzijds en de mate van psychotische symptomen en het niveau van algemeen functioneren anderzijds. De Y-BOCS Overall score correleerde significant positief met Positieve Symptomen (PANSS originele schaal en vijffactorschaal); Desorganisatie; Emotionele Distress; CASH Globale ernst Wanen, huidig. Daarnaast was er sprake van een positieve correlatie tussen de Y-BOCS Severity Obsessions score en Positieve Symptomen (PANSS originele schaal), Desorganisatie en Emotionele Distress. De Y- BOCS Severity Compulsions score correleerde niet met de PANSS subschalen en de CASH globale ernst Wanen en Hallucinaties. Bovenstaande correlaties geven aan dat meer OCS en in het specifiek meer obsessies samenhangen met meer psychotische symptomen, behalve met negatieve symptomen (zie Tabel 5). Verder was er een significante negatieve correlatie te zien tussen de GAF disability score en de scores op de Y-BOCS Overall en Y-BOCS Severity Obsessions (zie Tabel 5). Dit geeft aan dat meer OCS, met name obsessies, samengaan met een lager niveau van algemeen functioneren. Tabel 5 Correlaties tussen OCS, Psychotische Symptomen en het Niveau van Functioneren. Variabele Subschaal/ Y-BOCS Overall Y-BOCS Sev. Y-BOCS Sev. (N = 222) items score Obsessions Compulsions ρ (p) ρ (p) ρ (p) PANSS -Originele schaal PS 0.22 (0.001)* 0.17 (0.016)* 0.11 (0.130) NS 0.09 (0.093) 0.12 (0.094) 0.02 (0.821) -Vijffactorenmodel Pos 0.19 (0.003)* 0.14 (0.053) 0.11 (0.133) Neg 0.04 (0.302) 0.05 (0.494) (0.861) Des 0.25 (< 0.001)* 0.20 (0.004)* 0.07 (0.347) Opw 0.09 (0.221) 0.07 (0.301) (0.988) CASH Em. Dis 0.28 (< 0.001)* 0.23 (0.001)* 0.11 (0.115) -Wanen Glob. ernst Huidig 0.27 (< 0.001)* 0.15 (0.052) 0.14 (0.070) -Halluc. Glob. ernst Life time 0.05 (0.515) 0.07 (0.342) 0.01 (0.924) Huidig 0.15 (0.054) 0.04 (0.654) 0.06 (0.426) GAF Life time 0.09 (0.245) 0.04 (0.627) 0.09 (0.257) -Disability (0.001)* (0.001)* (0.129) *Statistisch significant bij p <

15 Discussie In deze studie is onderzocht of het klinisch profiel van psychotische stoornissen met en zonder OCS zich van elkaar onderscheiden. Daarnaast is er gekeken of er verschillen zijn in het niveau van functioneren tussen de patiëntgroepen met en zonder OCS. Samenvattend kan gezegd worden dat het klinisch profiel en het niveau van functioneren van patiënten met een psychotische stoornis en OCS zich onderscheidden van de patiëntengroep zonder OCS. De bevindingen wijzen erop dat de patiënten met OCS mogelijk een ziekere groep vormt in vergelijking tot de patiënten zonder OCS. Patiënten met een psychotische stoornis en OCS hadden meer positieve en negatieve symptomen dan de patiëntengroep zonder OCS. Verder was er sprake van meer emotionele distress bij de patiëntengroep met OCS. Ten slotte rapporteerden patiënten met OCS een lager niveau van algemeen functioneren vergeleken met patiënten zonder OCS. OCS en Positieve Symptomen De patiënten met een psychotische stoornis en OCS rapporteerden meer positieve symptomen dan de patiënten met een psychotische stoornis zonder OCS. Dit komt overeen met eerdere onderzoeksresultaten (Lysaker et al., 2000; Őngűr & Goff, 2005). De mogelijke verklaring van Lysaker et al. (2000, 2002) zou van toepassing kunnen zijn op deze bevinding: de groep met OCS kan op een obsessieve of compulsieve manier reageren op wanen en hallucinaties, waardoor de invloed van de positieve symptomen en de onverzettelijkheid tegen deze symptomen groter kan worden. Ook heeft de patiëntengroep met OCS meer wanen en hallucinaties ervaren in de afgelopen maand. Bijna alle typen wanen en hallucinaties kwamen meer voor bij de patiënten met OCS vergeleken met de groep zonder OCS; met name schuldwanen, de overtuiging dat gedachten gelezen worden door anderen, en auditieve hallucinaties werden meer ervaren. Met betrekking tot het lifetime voorkomen van symptomen, hebben de patiënten met OCS meer last gehad van schuldwanen, gedachten lezen, gedachtenuitzending, somatische/tactiele hallucinaties en visuele hallucinaties. Rachman (1993) en Salkovskis et al. (1999) benadrukten de belangrijke rol van een verhoogd verantwoordelijkheidsgevoel bij mensen met OCD. Zij overschatten vaak hun invloed op en verantwoordelijkheid voor anderen, waardoor ze zich al snel schuldig voelen. Het zou kunnen zijn dat dit verantwoordelijkheidsgevoel ook bij psychotische 14

16 patiënten met OCS sterk aanwezig is; dit zou mogelijk invloed hebben gehad op het ontstaan of het versterken van schuldwanen. Meerdere studies hebben de rol van een verhoogd verantwoordelijkheidsgevoel bij mensen met OCD onderzocht en het belang ervan benadrukt (Lopatka & Rachman, 1995; Ladouceur, Léger, Rhéaume, & Dubé, 1996). Tot op heden zijn er geen studies gedaan naar de rol van een verhoogd verantwoordelijkheidgevoel bij mensen met een psychotische stoornis en OCS. De positieve relaties tussen OCS en positieve symptomen, en specifieker tussen obsessies en positieve symptomen, kunnen mogelijk verklaard worden door de overeenkomst tussen de definities van obsessies en wanen. Beide symptomen worden omschreven als een terugkerende, irreële, gedachte/beeld welke als intrusief wordt ervaren. De onduidelijkheid die bestaat over de grenzen tussen de definities van obsessies, overwaardige ideeën en wanen werd onder andere door Kozak en Foa (1994) benadrukt in hun review. Andere onderzoekers hebben aangegeven dat er mogelijk sprake kan zijn van overeenkomstige fysiologische of fenomenologische processen, die een rol spelen bij de ontwikkeling van obsessies, overwaardige ideeën en wanen (Cavallaro et al., 2003; Kozak & Foa, 1994; Rajkumar et al., 2008). Dit kan een mogelijke verklaring zijn voor de positieve relatie tussen de ernst van obsessies en de ernst van positieve symptomen. Hierbij is het opmerkelijk dat er geen relatie is gevonden tussen obsessies en wanen. Een mogelijke oorzaak hiervoor is dat er geen sprake was van ernstige OCS, maar van milde OCS bij de patiënten in de comorbide groep. OCS en Negatieve Symptomen Naast positieve symptomen bleken de patiënten met een psychotische stoornis en OCS ook meer negatieve symptomen te ervaren; dit is niet conform de verwachting. Het komt echter overeen met de onderzoeksresultaten van andere voorgaande studies (Lysaker et al., 2002; Hwang et al., 2000). Dit onderzoeksresultaat zou verklaard kunnen worden door de preoccupatie met obsessies en compulsies bij de comorbide groep: dit kan veel stress en schaamte met zich meebrengen en daarmee leiden tot negatieve symptomen. De patiënten kunnen bijvoorbeeld minder aan andere dingen denken, sociale contacten vermijden, en energie en initiatief verliezen. 15

17 Ook kan de preoccupatie met OCS en de bijbehorende angstgevoelens, stress en schaamte geleid hebben tot een verhoogde emotionele distress. In overeenstemming met de huidige onderzoeksresultaten, kwam uit het onderzoek van Lysaker et al. (2000) naar voren dat de patiëntengroep met OCS meer emotionele distress rapporteren dan de groep zonder OCS. Lysaker et al. noemden de mogelijkheid dat obsessies en/of compulsies de copingstrategieën voor emotionele pijn (bv. fijne gedachten of het ondernemen van plezierige activiteiten) kunnen verminderen. In tegenstelling tot het huidige onderzoeksresultaat, vonden de Haan et al. (2005) mildere negatieve symptomen bij schizofreniepatiënten met OCS in vergelijking tot schizofreniepatiënten met OCD en zonder OCD/OCS. Volgens de Haan et al. kunnen milde OCS gezien worden als een reflectie van een poging tot het vergroten van zelfcontrole, waardoor patiënten beter in staat kunnen zijn om initiatief te nemen en sociale contacten te leggen. Zo zouden de negatieve symptomen kunnen afzwakken. Dit werd echter niet bevestigd in dit huidige onderzoek: een verklaring voor onze resultaten zou kunnen zijn dat de aanwezigheid van milde OCS een mogelijke uiting is van de angst voor het verlies van zelfcontrole. De wisselende resultaten met betrekking tot de negatieve symptomen zouden verklaard kunnen worden door het verschil in ziekteduur (Rajkumar et al., 2008): studies waaruit naar voren kwam dat patiënten met OCD/OCS meer negatieve symptomen ervaren, hadden meer chronisch zieke patiënten onderzocht. De bevinding van Tibbo et al. (2000) bevestigt het mogelijke verband tussen de duur van de stoornis en negatieve symptomen: de comorbide groep had minder last van negatieve symptomen en een kortere duur van schizofrenie in vergelijking tot de niet-comorbide groep. Hoewel de patiëntengroep van deze huidige studie bestond uit een meer heterogene groep patiënten en niet alleen uit chronisch zieke patiënten, was er wel sprake van een eerder begin van psychotische symptomen bij de groep met OCS. Een eerder begin van psychotische symptomen kan een langere ziekteduur impliceren, wat kan hebben geleid tot meer negatieve symptomen. OCS en het Niveau van Algemeen Functioneren Het lagere niveau van algemeen functioneren bij de patiënten met OCS vergeleken met de patiënten zonder OCS, kan het gevolg zijn van de comorbiditeit van twee psychische aandoeningen. Uit het onderzoek van Bystritsky en collega s (2001) bleken patiënten met alleen OCD een vergelijkbaar laag niveau van psychosociaal 16

18 functioneren te ervaren in vergelijking tot patiënten met alleen schizofrenie. Het hebben van een psychotische stoornis én OCD/OCS zou tot meer invaliditeit in het algemeen functioneren kunnen leiden, dan enkel een psychotische stoornis. Daarnaast zou een lager niveau van algemeen functioneren bij de patiënten met OCS verklaard kunnen worden door de onderliggende relatie met negatieve symptomen. Negatieve symptomen worden door sommige onderzoekers gezien als een aanwijzing voor een slecht functioneren (van den Bosch & Kahn, 1995; Tibbo et al., 2000); het zou kunnen zijn dat het lagere niveau van functioneren het gevolg is van meer negatieve symptomen bij de patiënten met OCS. Methodologische verschillen De bevindingen van het huidige onderzoek zijn niet in lijn met de resultaten van enkele voorgaande studies (Berman et al., 1998; Byerly et al., 2005; Sevincok et al., 2006; Poyurovsky et al., 2001, 2006, 2008; Gülec et al., 2008). Verschillen in diagnostische instrumenten kunnen hieraan hebben bijgedragen. Sommige onderzoekers hebben de Scales of Assessment of Positive (SAPS) and Negative Symptoms (SANS) gebruikt (Gulec et al.,2008; Poyurovsky et al., 2001, 2006, 2008; Sevincok et al., 2006); dit onderzoek en andere studies gebruikten de PANSS (Berman et al., 1998; Byerly et al., 2005; Kayahan et al., 2005; Rajkumar et al., 2008). Verder is in dit onderzoek geen gebruik gemaakt van SCID (Structured Clinical Interview for DSM Disorders) criteria om een diagnose OCD vast te stellen. Dit omdat het onderzoek niet gericht is op de comorbiditeit gebaseerd op syndromale definities, maar op de ernst van OCS en psychotische symptomen. Deze verschillen in meetinstrumenten en definities maken vergelijkingen tussen onderzoeksresultaten moeilijker. Daarnaast verschillen de onderzochte patiëntgroepen van de voorgaande studies met de onderzoeksgroep van de huidige studie. In voorgaande onderzoeken werden strengere inclusiecriteria gehandhaafd. Patiënten werden bijvoorbeeld geïncludeerd op basis van de ziekteduur (chronisch ziek of recent gediagnosticeerd), of op basis van de fase van de ziekte (acuut of niet). In het huidige onderzoek is een meer heterogene groep patiënten onderzocht: patiënten zijn geïncludeerd op basis van een range van de ziekteduur (maximaal 10 jaar). Hierdoor kunnen deze onderzoeksresultaten, vergeleken met de resultaten uit voorgaande studies, gegeneraliseerd worden naar een bredere populatie. 17

19 Het uitblijven van mogelijke verschillen op het gebied van psychotische symptomatologie in de voorgaande studies kan verklaard worden door het relatief kleine aantal onderzochte patiënten. Tot op heden zijn er geen studies bekend met een vergelijkbaar aantal deelnemers zoals in dit huidige onderzoek. Suggesties voor vervolgonderzoek Het huidige onderzoek heeft een aantal beperkingen. Ten eerste is er geen rekening gehouden met mogelijke invloeden van ziektekenmerken, zoals de gestelde diagnoses en medicatie. Het zou kunnen zijn dat verschillen in diagnoses en/of medicatiegebruik tussen de patiëntengroep met OCS en de groep zonder OCS hebben geleid tot de huidige bevindingen. Toekomstige studies kunnen zich hierop richten, bijvoorbeeld door de relatie te bestuderen tussen OCS en de gestelde diagnose bij patiënten met een psychotische stoornis. Ten tweede sloot de cross-sectionele onderzoeksopzet de mogelijkheid uit om conclusies te trekken over oorzakelijke verbanden tussen OCS en psychotische symptomen, en over het mogelijke ziektebeloop bij deze patiëntengroep. Experimentele en longitudinale studies kunnen hierover verdere duidelijkheid geven. Ten slotte bestond de database uit de eerste resultaten die zijn vrijgegeven vanuit het GROUP-project. Hierdoor zijn correcties in de data die naderhand werden doorgevoerd, niet meegenomen in de huidige analyses. Dit heeft de uitkomsten van dit onderzoek kunnen beïnvloeden. Replicatie van dit onderzoek is noodzakelijk ter ondersteuning van de bevindingen. Bovenstaande vervolgonderzoeken zijn van belang voor een helder en eenduidig klinisch beeld van patiënten met een psychotische stoornis en OCD/OCS. Dit zal meer duidelijkheid kunnen geven over een mogelijke aparte DSM-diagnose, het ziektebeloop en behandelimplicaties van de te onderscheiden patiëntengroep. Conclusie De bevindingen van dit onderzoek wijzen op een onderscheiden klinisch profiel van patiënten met een psychotische stoornis en OCS op het gebied van psychotische symptomatologie en het niveau van functioneren. Patiënten met een psychotische stoornis en OCS bleken meer positieve en negatieve symptomen te hebben en een lager niveau van functioneren te ervaren in vergelijking tot patiënten met een psychotische stoornis zonder OCS. Dit zou kunnen betekenen dat de patiënten met een psychotische 18

20 stoornis en OCS een ziekere patiëntengroep is met een ongunstiger ziektebeloop en mogelijk een onderscheiden therapiegevoeligheid. Vervolgonderzoeken kunnen hierover meer helderheid geven. Referenties Andreasen, N. C., Flaum, M., & Arndt, S. (1992). The Comprehensive Assesment of Symptoms and History (CASH): An instrument for assessing diagnosis and psychopathology. Archives of General Psychiatry, 49, American Psychiatric Association. (2000). Diagnostic and statistical manual of mental disorders (4 th ed.). Washington, DC: Author. American Psychological Association. (2001). Handbook of the diagnostic and statistical manual of mental disorders. [Beknopte handleiding bij de diagnostische criteria van de DSM-IV-TR]. Washington, DC: Author. Berman, I., Kalinowski, A., Berman, S., Lengua, J., & Green, A. I. (1995). Obsessive and compulsive symptoms in chronic schizophrenia. Comprehensive Psychiatry, 36, Berman, I., Merson, A., Viegner, B., Losonczy, M. F., Pappas, D. & Green, A. I. (1998). Obsessions and compulsions as a distinct cluster of symptoms in schizophrenia: A neuropsychological study. Journal of Nervous and Mental Disease, 186, Van den Bosch, R. J., & Kahn, R. S. (1995). Classificatie en diagnostiek van schizofrenie. In P. M. A. J. Dingemans, R. J. van den Bosch, R. S. Kahn, & A. H. Schene (Eds.), Schizofrenie: Onderzoek en implicaties voor behandeling (pp ). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Bottas, A., Cooke, R. G., & Richter, M. A. (2005). Comorbidity and pathophysiology of obsessive-compulsive disorder in schizophrenia: Is there evidence for a schizo- 19

21 obsessive subtype of schizofrenia? Journal of Psychiatry Neuroscience, 30, Braga, R. J., Petrides, G., & Figueira, I. (2004). Anxiety disorders in schizophrenia. Comprehensive Psychiatry, 45, Byerly, M., Goodman, W., Acholonu, W., Bugno, R., & Rush, A. J. (2005). Obsessive compulsive symptoms in schizophrenia: Frequency and clinical features. Schizophrenia Research, 76, Bystritsky, A., Liberman, R. P., Hwang, S., Wallace, C. J., Vapnik, T., Maindment, K., et al. (2001). Social functioning and quality of life comparisons between obsessive-compulsive and schizophrenic disorders. Depression and Anxiety, 14, Cavallaro, R., Cavedini, P., Mistretta, P., Bassi, T., Angelone, S. M., Ubbiali, A., et al. (2003). Basal-corticofrontal circuits in schizophrenia and obsessive-compulsive disorder: A controlled, double dissociation study. Society of Biological Psychiatry, 54, Comer, R. J. (2003). Schizophrenia. In R. J. Comer, Fundamentals of abnormal psychology (Third Edition,; pp ). New York: Worth Publishers. Devulapalli, K. K., Welge, J. A., & Nasrallah, H. A. (2008). Temporal sequence of clinical manifestation in schizophrenia with co-morbid OCD: Review and metaanalysis. Psychiatry Research, 161, Eisen, J. L., Beer, D. A., Pato, M. T., Venditto, T. A., & Rasmussen, S. A. (1997). Obsessive-compulsive disorder in patients with schizophrenia or schizoaffective disorder. American Journal of Psychiatry, 154, Van der Gaag, M., Cuijpers, A., Hoffman, T., Remijsen, M., Hijman, R., de Haan, L., et al. (2006a). The five-factor model of the Positive and Negative Syndrome Scale 20

22 I: Confirmatory factor analysis fails to confirm 25 published five-factor solutions. Schizophrenia Research, 85, Van der Gaag, M., Hoffman, T., Remijsen, M., Hijman, R., de Haan, L., van Meijel, B., et al. (2006b). The five-factor model of the Positive and Negative Syndrome Scale II: A ten fold cross-validation of a revised model. Schizophrenia Research, 85, Goodman, W. K., Price, L. H., Rasmussen, S. A., Mazure, C., Fleischmann, R.L., Hill, C.L., et al. (1989a). The Yale-Brown Obsessive Compulsive Scale. I. Development, use, and reliability. Archives of General Psychiatry, 46, Goodman, W. K., Price, L. H., Rasmussen, S. A., Mazure, C., Delgado, P., Heninger, G. R., et al. (1989b). The Yale-Brown Obsessive Compulsive Scale. II. Validity. Archives of General Psychiatry, 46, Gülec, G., Günes, E., & Yenilmez, C. (2008). Comparison of patients with schizophrenia, obsessive-compulsive disorder, and schizophrenia with accompanying obsessive-compulsive symptoms. Turkish Journal of Psychiatry, 19, 1-9. De Haan, L., Hoogeboom, B., Beuk, van Amelsvoort, T., & Linszen, D. (2005). Obsessive-compulsive symptoms and positive, negative, and depressive symptoms in patients with recent-onset schizophrenic disorders. Canadian Journal of Psychiatry, 50, De Haan, L., Hoogeboom, B., Beuk, N., Wouters, L., Dingemans, P. M. A. J., & Linszen, D. H. (2006). Reliability and validity of the Yale-Brown Obsessive- Compulsive Scale in schizophrenia patients. Psychopharmacology Bulletin, 39, Hall, R. C. W. (1995). Global Assessment of Functioning: A modified scale. Psychosomatics, 36,

23 Hilsenroth, M. J., Ackerman, S. J., Blagys, M. D., Baumann, B. D., Baity, M. R., Smith, S. R., et al. (2000). Reliability and validity of DSM-IV Axis V. American Journal of Psychiatry, 157, Hwang, M. Y., Morgan, J. E., & Losconzcy, M. F. (2000). Clinical and neuropsychological profiles of obsessive-compulsive schizophrenia: A pilot study. Journal of Neuropsychiatry and Clinical Neuroscience, 12, Karno, M., Golding, J. M., Sorenson, S. B., & Burnam, M. A. (1988). The epidemiology of obsessive compulsive disorder in five US communities. Archives of General Psychiatry, 45, Kay, S. R., Fiszbein, A., & Opler, L. A. (1987). The Positive and Negative Syndrome Scale (PANSS) for schizophrenia. Schizophrenia Bulletin, 13, Kay, S. R., Opler, L. A., & Lindenmayer, J-P. (1988). Reliability and validity of the Positive and Negative Syndrome Scale for schizophrenics. Psychiatry Research, 23, Kayahan, B., Ozturk, O., Veznedaroglu, B., & Eraslan D. (2005). Obsessive-compulsive symptoms in schizophrenia: Prevalence and clinical correlates. Psychiatry and Clinical Neuroscience, 59, Kitis, A., Akdede, B. B. K., Alptekin, K., Akvardar, Y., Arkar, H., Erol, A., et al. (2007). Cognitive dysfunctions in patients with obsessive-compulsive disorder compared to the patients with schizophrenia patients: Relation to overvalued ideas. Progress in Neuro-Psychopharmacology & Biological Psychiatry, 31, Kozak, M. J., Foa, E. B. (1994). Obsessions, overvalued ideas, and delusions in obsessive-compulsive disorder. Behaviour Response and Therapy, 32,

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WETENSCHAPSBELEID. ONDERZOEK NAAR DE EFFECTIVITEIT VAN

PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WETENSCHAPSBELEID. ONDERZOEK NAAR DE EFFECTIVITEIT VAN PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WETENSCHAPSBELEID. ONDERZOEK NAAR DE EFFECTIVITEIT VAN BEHANDELINGSPROGRAMMA'S, SPECIFIEK VOOR PATIËNTEN MET EN DUBBELE DIAGNOSE. Promotor: Prof. Dr. B. Sabbe

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst Nederlandse samenvatting Patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben last van recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst veroorzaken. Om deze angst

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie DIAGNOSTIC INVENTORY FOR DEPRESSION (DID) Zimmerman, M., Sheeran, T., & Young, D. (2004). The Diagnostic Inventory for Depression: A self-report scale to diagnose DSM-IV Major Depressive Disorder. Journal

Nadere informatie

Diagnose en classificatie in de psychiatrie

Diagnose en classificatie in de psychiatrie Diagnose en classificatie in de psychiatrie Klinische Validiteit Research Betrouwbaarheid Prof dr Bert van Hemert psychiater en epidemioloog Afdelingshoofd psychiatrie DBC Kosten-baten 2 Diagnosen in de

Nadere informatie

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie Grensoverschrijdend gedrag Les 2: inleiding in de psychopathologie Programma Psychopathologie; wat is het? Algemene functionele psychopathologie DSM Psychopathologie = Een onderdeel van de psychiatrie

Nadere informatie

INVLOED VAN INZICHT OP HET BELOOP VAN DE OBSESSIEVE-COMPULSIEVE STOORNIS

INVLOED VAN INZICHT OP HET BELOOP VAN DE OBSESSIEVE-COMPULSIEVE STOORNIS INVLOED VAN INZICHT OP HET BELOOP VAN DE OBSESSIEVE-COMPULSIEVE STOORNIS HENNY VISSER; HAROLD VAN MEGEN; PATRICIA VAN OPPEN; TON VAN BALKOM;ADRIAAN HOOGENDOORN;GERRIT GLAS; FUGEN NEZIROGLU; DISCLOSURE

Nadere informatie

Chapter 8. Nederlandse samenvatting

Chapter 8. Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Angst is een menselijke emotie die iedereen van tijd tot tijd wel eens ervaart. Veel mensen voelen zich angstig of nerveus wanneer ze bijvoorbeeld

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Cannabis & psychosen: alleen risico s of ook kansen?

Cannabis & psychosen: alleen risico s of ook kansen? Universitair Docent Hersencentrum Rudolf Magnus Afdeling Psychiatrie Universitair Medisch Centrum Utrecht Cannabis & psychosen: alleen risico s of ook kansen? Matthijs Bossong Overzicht Psychotische stoornis

Nadere informatie

Obsessieve-compulsieve symptomen in eetstoornissen en autisme spectrumstoornissen

Obsessieve-compulsieve symptomen in eetstoornissen en autisme spectrumstoornissen Obsessieve-compulsieve symptomen in eetstoornissen en autisme spectrumstoornissen Alexandra Dingemans, PhD Senior onderzoeker GGZ Rivierduinen Eetstoornissen Ursula Overlap Eetstoornissen (ES), Autisme

Nadere informatie

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender SAMENVATTING Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender In de jaren negentig werd duidelijk dat steeds meer werknemers in Nederland, waaronder in

Nadere informatie

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Lonneke I.M. Lenferink Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht Paul A. Boelen Universiteit Utrecht,

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Drieluik psychiatrie workshop psychotische klachten in de thuiszorg

Drieluik psychiatrie workshop psychotische klachten in de thuiszorg Drieluik psychiatrie workshop psychotische klachten in de thuiszorg Ferdy Pluck Inhoud Introductie Casus Psychotische klachten Eigen casuïstiek Casus Je gaat voor het eerst op bezoek bij een 67 jarige

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40073 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Schat, A. Title: Clinical epidemiology of commonly occurring anxiety disorders

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Nederlandse samenvatting (Dutch summary) 125 Angststoornissen zijn veel voorkomende psychiatrische aandoeningen (ongeveer 1 op de 5 Nederlanders heeft, op enig moment in het leven een angststoornis). Onder

Nadere informatie

Deze vragenlijst is ontwikkeld om de ernst en de aard van de symptomen van

Deze vragenlijst is ontwikkeld om de ernst en de aard van de symptomen van 1 Bedwing je dwang Children s Yale-Brown Obsessive Compulsive Scale (CY-BOCS) Algemene instructies Deze vragenlijst is ontwikkeld om de ernst en de aard van de symptomen van patiënten met een obsessieve-compulsieve

Nadere informatie

Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae

Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae chapter 7 Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae 140 chapter 7 SAMENVATTING De bipolaire stoornis (of manisch-depressieve stoornis) is een stemmingsstoornis waarin episodes van (hypo)manie

Nadere informatie

Zwakbegaafdheid in de GGZ. Een explorerend onderzoek 1. Jannelien Wieland a,b & Frans Zitman c

Zwakbegaafdheid in de GGZ. Een explorerend onderzoek 1. Jannelien Wieland a,b & Frans Zitman c Zwakbegaafdheid in de GGZ. Een explorerend onderzoek 1 Jannelien Wieland a,b & Frans Zitman c a Poli +, psychiatrie + verstandelijke beperking, Ir. Driessenstraat 94-G, 2312 KZ, Leiden b Cordaan, Postbus

Nadere informatie

Symposium Onderzoeksresultaten

Symposium Onderzoeksresultaten Symposium Onderzoeksresultaten 2016-2017 Frailty - Onderzoek naar kwetsbaarheid van ouderen in de GGZ zorg. Voorlopige resultaten dr. Hans Barf docent HBO Verpleegkunde, onderzoeker lectoraat Zorg & Innovatie

Nadere informatie

Samenvatting 21580_rietdijk F.indd :09

Samenvatting 21580_rietdijk F.indd :09 Samenvatting 21580_rietdijk F.indd 161 10-02-12 15:09 People at ultra high risk for psychosis Schizofrenie en aanverwante psychotische stoornissen hebben grote negatieve gevolgen voor het sociaal en psychisch

Nadere informatie

Patricia van Oppen De impact van depressie op de behandeling van de Obsessieve compulieve Stoornis op lange termijn

Patricia van Oppen De impact van depressie op de behandeling van de Obsessieve compulieve Stoornis op lange termijn Patricia van Oppen De impact van depressie op de behandeling van de Obsessieve compulieve Stoornis op lange termijn 9 november 2012 VU Medisch Centrum/GGZinGeest/Amsterdam Patricia van Oppen 1 Presentatie

Nadere informatie

Wanneer de vlag de lading niet meer dekt: over het gebruik van labels voor stoornissen

Wanneer de vlag de lading niet meer dekt: over het gebruik van labels voor stoornissen Wanneer de vlag de lading niet meer dekt: over het gebruik van labels voor stoornissen Het moeilijke kind stelt ons vragen: Wie is de volwassene is die hem of haar zo moeilijk vindt? Met welke ver(w)achtingen

Nadere informatie

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

Dwangsymptomen bij schizofrenie: aanwijzingen voor een aparte groep

Dwangsymptomen bij schizofrenie: aanwijzingen voor een aparte groep korte bijdrage Dwangsymptomen bij schizofrenie: aanwijzingen voor een aparte groep n.j.m. beuk, l. de haan samenvatting Uit literatuuronderzoek blijkt dat dwangsymptomen betrekkelijk vaak voorkomen bij

Nadere informatie

VERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht

VERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht VERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht GEDRAG: De wijze waarop iemand zich gedraagt, zijn wijze van doen, optreden

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Op grond van klinische ervaring en wetenschappelijk onderzoek, is bekend dat het gezamenlijk voorkomen van een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een verstandelijke beperking tot veel bijkomende

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

! "! " #)% Lichamelijke Klachten Lichamelijk Onverklaarde Klachten (LOK) Somatoforme stoornissen

! !  #)% Lichamelijke Klachten Lichamelijk Onverklaarde Klachten (LOK) Somatoforme stoornissen Bert van Hemert psychiater Parnassia psycho-medisch centrum Leids Universitair Medisch Centrum L U M C Shakespeare Lichamelijke klachten Door de dokter niet verklaard door pathologische bevindingen Door

Nadere informatie

EEN NETWERKBENADERING

EEN NETWERKBENADERING EEN NETWERKBENADERING VOOR PSYCHOSE DE ROL VAN SYMPTOMEN EN TRAUMA dr. Hanneke Wigman Januari 2017 De Amsterdamse School DISCLOSURES (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

DSM 5 - psychose Dr. S. Geerts Dr. O. Cools 28-11-2014

DSM 5 - psychose Dr. S. Geerts Dr. O. Cools 28-11-2014 DSM 5 - psychose Dr. S. Geerts Dr. O. Cools 28-11-2014 Inhoud DSM IV -> DSM 5 DSM IV: Schizofrenie als kernsyndroom Even stilstaan bij SCHIZOFRENIE Kritiek op DSM IV Overzicht DSM 5 Schizofrenie (1) Epidemiologie:

Nadere informatie

Academische Werkplaats Ernstige Psychotische Aandoeningen

Academische Werkplaats Ernstige Psychotische Aandoeningen Academische Werkplaats Ernstige Psychotische Aandoeningen 1 Inhoud 1. a. Missie en b. Geschiedenis 2. Wie zijn wij? 3. Wat gaan wij doen? a. Stadia en profiel b. Interventie onderzoek c. Onderwijs en opleiding

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hegeman, Annette Title: Appearance of depression in later life Issue Date: 2016-05-18

Nadere informatie

Publiekssamenvatting PRISMO. - De eerste resultaten-

Publiekssamenvatting PRISMO. - De eerste resultaten- Publiekssamenvatting PRISMO - De eerste resultaten- Inleiding In maart 2005 is de WO groep van de Militaire GGZ gestart met een grootschalig longitudinaal prospectief onderzoek onder militairen die werden

Nadere informatie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1 Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie (Memantine Add-On Therapy to Clozapine in Refractory Schizophrenia) David M.H. Buyle David M.H. Buyle

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

COMPULSIEF KOOPGEDRAG

COMPULSIEF KOOPGEDRAG COMPULSIEF KOOPGEDRAG GUIDO VALKENEERS Valkeneers, G. (in press). Compulsief koopgedrag. Een verkennend onderzoek met een nieuwe vragenlijst. Verslaving. *** 1 VERSLAVING AAN KOPEN Historiek en terminologie

Nadere informatie

Onderzoekssessie over dementie op jonge leeftijd UKON symposium, 10 april 2018

Onderzoekssessie over dementie op jonge leeftijd UKON symposium, 10 april 2018 Onderzoekssessie over dementie op jonge leeftijd UKON symposium, 10 april 2018 Britt Appelhof, psycholoog/ promovenda, Archipel Zorggroep Ans Mulders, specialist ouderengeneeskunde/ promovenda, Thebe Inleiding

Nadere informatie

Comorbiditeitspatronen bij OCD. Resultaten van de NOCDA studie

Comorbiditeitspatronen bij OCD. Resultaten van de NOCDA studie Comorbiditeitspatronen bij OCD Resultaten van de NOCDA studie Patricia van Oppen, Harold J. van Megen, Neeltje M. Batelaan, Danielle C. Cath, Nic J.A. van der Wee, Brenda W. Penninx Marcel A. van den Hout,

Nadere informatie

Auteur Bech, Rasmussen, Olsen, Noerholm, & Abildgaard. Meten van de ernst van depressie

Auteur Bech, Rasmussen, Olsen, Noerholm, & Abildgaard. Meten van de ernst van depressie MAJOR DEPRESSION INVENTORY (MDI) Bech, P., Rasmussen, N.A., Olsen, R., Noerholm, V., & Abildgaard, W. (2001). The sensitivity and specificity of the Major Depression Inventory, using the Present State

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria

Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria Vierde oplage, juni 2016 In deze lijst zijn de belangrijkste wijzigingen opgenomen t.o.v. de derde oplage (juni 2015). Pagina Stoornis Derde oplage,

Nadere informatie

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI 10.1007/978-90-368-1003-6, 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 50 neem de regie over je depressie Bijlage 1 Beloopstabel

Nadere informatie

Het verlichte brein. Overzicht. Overzicht. Epidemiologie. Cannabis als veelbelovend antipsychoticum? Matthijs Bossong

Het verlichte brein. Overzicht. Overzicht. Epidemiologie. Cannabis als veelbelovend antipsychoticum? Matthijs Bossong Het verlichte brein als veelbelovend antipsychoticum? Matthijs Bossong Postdoctoral Research Fellow Institute of Psychiatry King s College London De grootte van het risico hangt samen met de mate van gebruik,

Nadere informatie

Ontwikkeling van de vragenlijst Betrouwbaarheid en validiteit

Ontwikkeling van de vragenlijst Betrouwbaarheid en validiteit 109 Samenvatting 110 Inleiding Dit proefschrift beschrijft de ontwikkeling van een vragenlijst die door patiënten zelf in te vullen is om zowel gewenste (effectiviteit) als ongewenst effecten (bijwerkingen/tolerabiliteit)

Nadere informatie

Psychiatrisering en de terreur van het perfecte kind. Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Psychiatrisering en de terreur van het perfecte kind. Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Psychiatrisering en de terreur van het perfecte kind Psychiatriseren = Het moeilijke kind stelt de volwassene vragen: Wie is de volwassene is die hem of haar zo moeilijk vindt? Met welke ver(w)achtingen

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau. Riekie de Vet

Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau. Riekie de Vet Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau Riekie de Vet Klinimetrie: meten in de geneeskunde Het meten van symptomen, diagnostiek, uitkomsten van behandelingen, gezondheidsstatus en bijvoorbeeld

Nadere informatie

Mindfulness bij somatoforme stoornissen. Hiske van Ravesteijn psychiater i.o.

Mindfulness bij somatoforme stoornissen. Hiske van Ravesteijn psychiater i.o. Mindfulness bij somatoforme stoornissen Hiske van Ravesteijn psychiater i.o. Mindfulness-based cognitieve therapie (MBCT) bij somatoforme stoornissen Onverklaarde lichamelijke klachten 20% Persisterende

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Spitzer quality of life index

Spitzer quality of life index Spitzer Quality of life index Spitzer, W. O., Dobson, A. J., Hall, J., Chesterman, E., Levi, J., Shepherd, R. et al. (1981). Measuring the quality of life of cancer patients: a concise QL index for use

Nadere informatie

Repeatable Battery for the Assessment of Neuropsychological Status (RBANS)

Repeatable Battery for the Assessment of Neuropsychological Status (RBANS) Repeatable Battery for the Assessment of Neuropsychological Status (RBANS) Randolph C. (1998) Randolph, C., Tierney, M. C., Mohr, E., and Chase, T. N. 1998. "The Repeatable Battery for the Assessment of

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten. Prof. Dr. Bas van Alphen

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten. Prof. Dr. Bas van Alphen Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten Prof. Dr. Bas van Alphen Inhoud Temporele stabiliteit Leeftijdsneutraliteit DSM-5 Behandelperspectief Klinische implicaties Casuïstiek Uitgangspunten!

Nadere informatie

Onbezorgdvliegen SVL- vragenlijst

Onbezorgdvliegen SVL- vragenlijst Onbezorgdvliegen SVL- vragenlijst Om uw deelname zo goed mogelijk voor te bereiden en uw kans op een succesvolle deelname te vergroten vinden wij het belangrijk om te weten of u iets heeft meegemaakt dat

Nadere informatie

Door dwang gegijzeld. (Laat-begin) obsessieve-compulsieve stoornis bij Ouderen. Roos C. van der Mast

Door dwang gegijzeld. (Laat-begin) obsessieve-compulsieve stoornis bij Ouderen. Roos C. van der Mast Door dwang gegijzeld (Laat-begin) obsessieve-compulsieve stoornis bij Ouderen Roos C. van der Mast OCS bij ouderen De obsessieve-compulsieve stoornis is een persisterende en stabiele diagnose die zelden

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 99 Nederlandse Samenvatting Depressie is een veel voorkomend en ernstige psychiatrisch ziektebeeld. Depressie komt zowel bij ouderen als bij jong volwassenen voor. Ouderen en jongere

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

25 jaar whiplash in Nederland

25 jaar whiplash in Nederland 25 jaar whiplash in Nederland Vanuit een fysiotherapeutisch perspectief Maarten Schmitt M.Sc 1 2 Fysiotherapeut & manueeltherapeut Hoofd van de Divisie Onderwijs Stichting Opleidingen Musculoskeletale

Nadere informatie

Y-BOCS. Alvorens te beginnen met het stellen van de vragen, geef eerst een definitie van dwanggedachten en dwanghandelingen.

Y-BOCS. Alvorens te beginnen met het stellen van de vragen, geef eerst een definitie van dwanggedachten en dwanghandelingen. Y-BOCS Algemene instructies Het is de bedoeling dat deze vragenlijst wordt gebruikt als een semi-gestructureerd interview. De interviewer dient de items in de aangegeven volgorde af te nemen en de vragen

Nadere informatie

COMPULSIEF KOOPGEDRAG

COMPULSIEF KOOPGEDRAG COMPULSIEF KOOPGEDRAG GUIDO VALKENEERS 1 VERSLAVING AAN KOPEN Historiek en terminologie De criteria Antecedenten en consequenties Comorbiditeit en prevalentie Diagnostiek en behandeling Onderzoek Lessius

Nadere informatie

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Autismespectrumstoornissen: ADASS Achtergrond ADASS Veelvuldig voorkomen van

Nadere informatie

University of Groningen. Similar but different Joustra, Monica Laura

University of Groningen. Similar but different Joustra, Monica Laura University of Groningen Similar but different Joustra, Monica Laura IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Clinical Patterns in Parkinson s disease

Clinical Patterns in Parkinson s disease Clinical Patterns in Parkinson s disease Op 28 november 2012 promoveerde Stephanie van Rooden aan de Universiteit van Leiden op haar proefschrift Clinical Patterns in Parkinson s disease. Haar promotor

Nadere informatie

Sociale cognitie bij schizofrenie GROUP

Sociale cognitie bij schizofrenie GROUP Sociale cognitie bij schizofrenie GROUP 06-02-2015 Arija Maat AMC Geen Belangenverstrengeling Introductie 2009 AGIKO UMC Utrecht (Dr. W. Cahn en Prof.dr. R.S. Kahn) Sociale cognitie en schizofrenie GROUP

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Behandeling van OCD. tony de clippele klinisch psycholoog

Behandeling van OCD. tony de clippele klinisch psycholoog Behandeling van OCD tony de clippele klinisch psycholoog DSM - IV Dwanggedachten recidiverende en aanhoudende gedachten, impulsen of voorstellingen, die gedurende bepaalde momenten van de stoornis als

Nadere informatie

Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30)

Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30) November 2017 Review: 1. M. Post, B Dijcks 2. Eveline van Engelen Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

Functional limitations associated with mental disorders

Functional limitations associated with mental disorders Samenvatting Functional limitations associated with mental disorders Achtergrond Psychische aandoeningen, zoals depressie, angst, alcohol -en drugsmisbruik komen erg vaak voor in de algemene bevolking.

Nadere informatie

Hechting en Psychose: Attachment and Psychosis:

Hechting en Psychose: Attachment and Psychosis: Hechting en Psychose: Bieden Hechtingskenmerken een Verklaring voor het Optreden van Psychotische Symptomen? Attachment and Psychosis: Can Attachment Characteristics Account for the Presence of Psychotic

Nadere informatie

door E.A.M. Knoppert-van der Klein en T.S.O.M. Hiddema Samenvatting

door E.A.M. Knoppert-van der Klein en T.S.O.M. Hiddema Samenvatting Angst- en stemmingsstoornissen bekeken met behulp van de SCL-90, een zelfbeoordelingsklachtenlijst, in het licht van de revisie van de DSM-III-classificatie door E.A.M. Knoppert-van der Klein en T.S.O.M.

Nadere informatie

Preventieve psychotherapie

Preventieve psychotherapie Preventieve psychotherapie Dr. Dorien Nieman, klinisch psycholoog en cognitief gedragstherapeut Academisch Medisch Centrum, Afd. Psychiatrie, Amsterdam d.h.nieman@amc.nl Overzicht Belang van vroegdetectie

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Chapter 9 Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Samenvatting Samenvatting Depressie en angst klachten bij Nederlandse patiënten met een chronische nierziekte Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve

Nadere informatie

CHAPTER. Samenvatting

CHAPTER. Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting CHAPTER 9 Klachten aan pols en hand komen veel voor; bij 9 tot 12.5% van de Nederlandse volwassenen. Niet alle mensen bezoeken de huisarts voor pols- of handklachten. De huisarts

Nadere informatie

SCID-5-P. Gestructureerd klinisch interview voor DSM-5 Persoonlijkheidsstoornissen

SCID-5-P. Gestructureerd klinisch interview voor DSM-5 Persoonlijkheidsstoornissen SCID-5-P Gestructureerd klinisch interview voor DSM-5 Persoonlijkheidsstoornissen Michael B. First, Janet B.W. Williams, Lorna Smith Benjamin, Robert L. Spitzer Nederlandse vertaling Arnoud Arntz, Jan

Nadere informatie

Van genetische kwetsbaarheid naar herstel

Van genetische kwetsbaarheid naar herstel Kwetsbaarheid en Veerkracht bij mensen met een psychose Van genetische kwetsbaarheid naar herstel 10 jaar GROUP onderzoek GROUP-Investigators centrale vragen van GROUP Bestaat er een genetische kwetsbaarheid

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20183 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20183 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20183 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Rooden, Stephanie Maria van Title: Clinical patterns in Parkinson s disease Date:

Nadere informatie

Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria

Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria Vierde oplage, juni 2016 In deze lijst zijn de belangrijkste wijzigingen opgenomen t.o.v. de derde oplage (juni 2015). Pagina Stoornis Derde oplage,

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

Multidimensional Fatigue Inventory

Multidimensional Fatigue Inventory Multidimensional Fatigue Inventory (MFI) Smets E.M.A., Garssen B., Bonke B., Dehaes J.C.J.M. (1995) The Multidimensional Fatigue Inventory (MFI) Psychometric properties of an instrument to asses fatigue.

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

De psychopathologische gevolgen van pijnklachten Eric de Heer

De psychopathologische gevolgen van pijnklachten Eric de Heer De psychopathologische gevolgen van pijnklachten Eric de Heer Psycholoog i.o. tot GZ-psycholoog Senior onderzoeker VIP (Vroege Interventie Psychose) Tilburg GGz Breburg Pijn! pijn is een stressvolle ervaring

Nadere informatie

Schrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD

Schrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD Schrik om het hart! Center of Research on Psychology in Somatic diseases Promotoren: Peter de Jonge, PhD Johan Denollet, PhD Dr. Annelieke Roest Anxiety and Depression In Coronary Heart Disease: Annelieke

Nadere informatie

Welke vragenlijst voor mijn onderzoek?

Welke vragenlijst voor mijn onderzoek? Welke vragenlijst voor mijn onderzoek? NHG wetenschapsdag 2010 Caroline Terwee Kenniscentrum Meetinstrumenten VUmc Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek VU medisch centrum Inhoud 1. Presentatie 2. Kritisch

Nadere informatie

Development of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27:865 874, 2001

Development of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27:865 874, 2001 Diabete Problem Solving Measure for Adolescents (DPSMA) Cook S, Alkens JE, Berry CA, McNabb WL (2001) Development of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27:865 874, 2001

Nadere informatie

Nationaal AYA Jong & Kanker Platform

Nationaal AYA Jong & Kanker Platform Nationaal AYA Jong & Kanker Platform www.aya4net.nl Kanker gerelateerde vermoeidheid Een aanhoudend, subjectief gevoel van uitputting gerelateerd aan kanker of aan de behandeling ervan, dat interfereert

Nadere informatie

De psychopathologische gevolgen van pijnklachten. Eric de Heer

De psychopathologische gevolgen van pijnklachten. Eric de Heer De psychopathologische gevolgen van pijnklachten Eric de Heer Psycholoog i.o. tot GZ-psycholoog Senior onderzoeker VIP (Vroege Interventie Psychose) Tilburg GGz Breburg Pijn! pijn is een stressvolle ervaring

Nadere informatie