Inrichting en beheer van Nijmeegse stadswateren voor vissen en amfibieën
|
|
- Lotte van der Linden
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Inrichting en beheer van Nijmeegse stadswateren voor vissen en amfibieën REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND
2
3 Inrichting en beheer van Nijmeegse stadswateren voor vissen en amfibieën Een rapportage van het Nederlands Centrum voor Natuuronderzoek (NCN), uitgevoerd door de Stichting RAVON in opdracht van de Gemeente Nijmegen Frank Spikmans januari 2006 m.m.v. Arnold van Rijsewijk (NCN / Stichting RAVON) Kim Vermonden (NCN / Radboud Universiteit Nijmegen, afdeling Milieukunde) Wim van Oss en Frisco Muller (De Sportvisser) Win Jacobs & Willy Bos (HSV De Voorn) Hans Geurts & Loet van Eldik (HSV Hatert) STICHTING RAVON POSTBUS BK NIJMEGEN
4 Inrichting en beheer van Nijmeegse stadswateren voor vissen en amfibieën Colofon 2006 Stichting RAVON, Nijmegen Rapportnummer: Tekst & foto s: Frank Spikmans Tekeningen: Arnold van Rijsewijk Met medewerking van: Arnold van Rijsewijk (Stichting RAVON) & Kim Vermonden (Radboud Universiteit Nijmegen) In opdracht van: gemeente Nijmegen Foto omslag: Park Staddijk Wijze van citeren: Spikmans, F., Inrichting en beheer van Nijmeegse stadswateren voor vissen en amfibieën. Stichting RAVON, Nijmegen.
5 Stichting RAVON INHOUD 1 INLEIDING Aanleiding Opzet van het project Leeswijzer BESCHRIJVING PLANGEBIED, HUIDIGE SITUATIE Waterhuishouding en peilbeheer Waterkwaliteit Abiotiek Visstand Natuurvriendelijke oevers als paai- en opgroeibiotoop Overwinteringsbiotoop Migratiemogelijkheden voor vissen Amfibieën Gebruik: sportvisserij Gebruik: recreatie Beheer en onderhoud Achterstallig onderhoud BELEIDSKADER Flora- en faunawet Kaderrichtlijn Water STREEFBEELD Streefbeeld stadswateren Gemeente Nijmegen Waterhuishouding en peilbeheer Waterkwaliteit Visstand Natuurvriendelijke oevers als paai- en opgroeibiotoop Oeverinrichting Overwinteringsbiotoop Migratiemogelijkheden voor vissen Amfibieën Gebruik: sportvisserij Gebruik: recreatie Beheer KNELPUNTEN EN MAATREGELEN Visstand Oeverinrichting Overwinteringsbiotopen Migratieknelpunten Amfibieën Gebruik: sportvisserij Gebruik: recreatie Beheer... 35
6 Inrichting en beheer van Nijmeegse stadswateren voor vissen en amfibieën 6 UITVOERINGSPROGRAMMA LITERATUUR BIJLAGEN Bijlage 1. Waterkwaliteit Bijlage 2. Beïnvloedingsfactoren waterkwaliteit Bijlage 3. Aanwezige vissoorten in de stadswateren Bijlage 4. Viswatertypering volgens de OVB Bijlage 5. Aanwezige amfibieën in de stadswateren Bijlage 6. Gemeentelijk onderhoudsplan voor de stadswateren in 2005 Bijlage 7. Toelichting Flora- en faunawet Bijlage 8. Gewenste locaties voor de aanleg van visstekken voor minder validen Bijlage 9 Digitaal fotoarchief
7 Stichting RAVON 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Sinds 1998 maakt gemeente Nijmegen actief werk van het verbeteren van haar watersysteem. Alle activiteiten die spelen rond het thema water, zijn door de gemeente Nijmegen in 2001 in een waterplan vastgelegd. De intentie is uitgesproken om in samenwerking met alle betrokkenen te komen tot een duurzaam, gezond en veerkrachtig watersysteem. De gemeente Nijmegen heeft het beheer en onderhoud van de stadswateren in Dukenburg, Lindenholt en Neerbosch-Oost in handen. De aandacht richt zich daarbij niet alleen op de waterafvoerende functie van deze wateren, maar ook op hun natuurwaarden en de beleving daarvan door de bewoners van de wijken. In het proces dat moet leiden tot een verhoging van de natuurwaarden van de stadswateren heeft de gemeente Nijmegen streefbeelden toegekend aan de stadswateren (Gemeente Nijmegen, 2004). Daarbij worden de waterkwaliteit, beleving en natuur op elkaar afgestemd. De streefbeelden lopen uiteen van wateren met een natuurlijk peilverloop en een hoog ecologisch ambitieniveau, tot overstortvijvers met lage ecologische waarden. De gemeente Nijmegen heeft aan Stichting RAVON de opdracht gegeven om te onderzoeken waar de beste ontwikkelingsmogelijkheden aanwezig zijn om de stadswateren als leefgebied voor vissen en amfibieën te verbeteren. Bij de totstandkoming van het voorliggende inrichtings- en beheersplan voor vissen en amfibieën is samengewerkt met de afdeling Milieukunde van de Radboud Universiteit Nijmegen. Stichting RAVON en de Radboud universiteit werken samen binnen het NCN (Nederlands Centrum voor Natuuronderzoek). 1.2 Opzet van het project Alle stadswateren met enige ontwikkelingsmogelijkheden, waaraan de streefbeelden levend en spelend zijn toegekend, zijn beoordeeld, waarbij gelet is op ontwikkelingskansen en migratieknelpunten voor vissen en amfibieën. Er is een overleg gepleegd met STONIJWA (Stichting Openbaarstelling Nijmeegse Wateren) om de kennis en wensen van de hengelsportverenigingen in het plan te betrekken. Daarnaast is de bestaande informatie over de stadswateren verzameld, zoals onder meer het gemeentelijk waterplan en het onderhoudsplan. Bundeling van deze informatie heeft geleid tot het voorliggende rapport. 1.3 Leeswijzer Het plan is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk twee beschrijft de huidige situatie van de stadswateren. In hoofdstuk drie worden kort enkele relevante beleidsaspecten toegelicht. In hoofdstuk vier wordt vervolgens uiteengezet wat de gewenste situatie in het gebied is; de streefbeelden. In hoofdstuk vijf worden, door vergelijking van de huidige en gewenste situatie, de knelpunten afgeleid, waarvoor maatregelen ter oplossing worden voorgesteld. Het zesde en laatste hoofdstuk betreft de uitwerking van het uitvoeringsprogramma, met een tijdspad en prioritering voor de maatregelen. 1
8 Inrichting en beheer van Nijmeegse stadswateren voor vissen en amfibieën 2
9 Stichting RAVON 2 BESCHRIJVING PLANGEBIED, HUIDIGE SITUATIE De stadswateren die bij het onderzoek betrokken zijn, liggen in West-Nijmegen, zie figuur 1. In dit hoofdstuk wordt een beschrijving van het gebied en de daarin gelegen wateren gegeven. Figuur 1. Ligging van de stadswateren. 3
10 Inrichting en beheer van Nijmeegse stadswateren voor vissen en amfibieën 2.1 Waterhuishouding en peilbeheer In West-Nijmegen zijn vier watersystemen te onderscheiden, namelijk Lindenholt, Dukenburg, Neerbosch-Oost en park Staddijk. Waterhuishoudkundige aspecten zijn weergegeven in figuur 2 Figuur 2. Waterhuishouding van het gebied. 4
11 Stichting RAVON Tussen de stadsdelen Lindenholt en Dukenburg (figuur 1) loopt een watergang die gevoed wordt door de water uit het Maas- Waalkanaal. Deze watergang loot direct langs de Graafse en Wijchense weg door het gebied richting de Nieuwe Wetering in het westen. De wateren in Lindenholt ontvangen hun water uitsluitend uit kwel vanuit het Maas- Waalkanaal en via neerslag. Het stroomt via de stuw bij het Takenhofplein (stuw nummer 3) naar de Nieuwe Wetering en verder naar de polder Bijsterhuizen. Regenwaterinlaten zijn aanwezig bij alle vijvers, met uitzondering van de vijvers 75, 83 en 84 in westelijk Lindenholt. Alle wateren in Lindenholt staan met elkaar in verbinding middels duikers. Ten zuiden van de Wijchenseweg en Graafse weg in Dukenburg (figuur 1), liggen wateren die deels door kwel vanuit het Maas-Waalkanaal en de stuwwal gevoed worden en deels door neerslag. Kwelwater uit het Maas-Waalkanaal is voedselrijk, terwijl het kwelwater uit de stuwwal juist voedselarm is. De waterkwaliteit in Park Staddijk wordt enigszins beïnvloed door het voedselarme kwelwater. Het waterpeil in het Maas-Waalkanaal is nu 7,5 meter boven NAP. In de toekomst zal het waterpeil zo n 7,8 meter boven NAP worden, waardoor ook de kweldruk naar de omgeving zal toenemen. De kweldruk is in Dukenburg zo hoog, dat er geen water hoeft worden ingelaten. Alle wateren in de wijk Dukenburg staan met elkaar in verbinding middels duikers. De wateren in park Staddijk zijn hiervan echter geïsoleerd. Uiteindelijk stroomt al het water af in de Nieuwe Wetering. Deze wetering mondt bij Appeltern uit in de Maas. In het hele gebied wordt een ontwateringsdiepte gehanteerd van 70 centimeter onder het maaiveld (Dahm & Gijzel, 2000). Zowel in Lindenholt als in Dukenburg is er sprake van een gescheiden rioleringstelsel. Wateren met een overstort functie zijn aanwezig ten oosten van het Maas-Waalkanaal (ondermeer water 5, 6 en 7, figuur 1). Zowel in Lindenholt als in Dukenburg worden twee peilniveau s gehanteerd. In de zone langs het kanaal bedraagt deze 6,5 meter boven NAP, in het overige gedeelte is dit 6,2 meter boven NAP. Het verschil tussen zomer- en winterpeil is hooguit tien centimeter. De wateren in park Staddijk hebben een peilniveau van 6,95 meter boven NAP. 2.2 Waterkwaliteit Door Grontmij is in 1999 een onderzoek uitgevoerd naar de biologische kwaliteit van de stadswateren (Jaspers en De Graaf, 2000). Daarbij is aan de hand van biologische en fysische parameters een indruk verkregen van de waterkwaliteit. De stadswateren zijn daarbij beoordeeld in klassen, uiteenlopend van slecht tot zeer goed. Een slechte waterkwaliteit wordt beschreven als: sterke slibvorming, soms een te lage zuurstofconcentratie. Een goede waterkwaliteit betekent in dit onderzoek: er is evenwicht tussen afbraak en productie, hoge biomassa, soortenarm, maar individuenrijk. De kwaliteit van het water in park Staddijk is als (zeer) goed beoordeeld. Ook de kwaliteit van de wateren in Tolhuis en delen van Lindenholt (Gildenkamp, zie figuur 1) zijn als goed beoordeeld. Hetzelfde geldt voor een enkel water in Neerbosch-Oost en Malvert. Stadswateren met een slechte waterkwaliteit zijn gelegen langs het Maas-Waalkanaal, in Neerbosch-Oost, Zwanenveld en Malvert. In de meeste gevallen wordt de kwaliteit van de wateren als matig beoordeeld. Een kaart met een overzicht van de resultaten van dit onderzoek wordt gegeven in bijlage 1. Voor een uitgebreide beschrijving van de vegetatie in de Nijmeegse stadswateren wordt verwezen naar het onderzoek van de Grontmij (Jaspers & De Graaf, 2000). Dit onderzoek heeft ook per water vastgesteld wat de beinvloedingsfactoren zijn van de waterkwaliteit. Deze zijn weergegeven in bijlage 2. 5
12 Inrichting en beheer van Nijmeegse stadswateren voor vissen en amfibieën 2.3 Abiotiek De meeste wateren hebben een diepte (gemeten op 1 meter uit de oever) die varieert van 50 tot 100 centimeter (Jaspers & De Graaf, 2000). Er zijn geen gegevens beschikbaar van de maximale diepte van de wateren. Tijdens dit onderzoek is ook vastgesteld dat er over het algemeen slechts een dunne sliblaag aanwezig is, in de meeste wateren niet meer dan 2 centimeter. Enekele wateren hebben een baggerlaag die to 40 centimeter dik is. De meeste wateren hebben doorzicht tot op de bodem. In de helft van de gevallen is het doorzicht meer dan 50 centimeter. 2.4 Visstand Onderzoek naar de visstand in de stadswateren is uitgevoerd door de Grontmij (Riemersma, 2004 a en b) en door Stichting RAVON (Prudon, 2004). Bij het onderzoek uitgevoerd door de Grontmij zijn een zegen en electro-visapparatuur ingezet. Het onderzoek van stichting RAVON is uitgevoerd met steeknetten in de oeverzones. In tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de aanwezige soorten en hun bezettingspercentage. Een volledig overzicht van de aangetroffen soorten per stadswater is gegeven in bijlage 3. Deze visstandbemonsteringen zijn steekproefsgewijs uitgevoerd. In totaal zijn er 26 locaties bemonsterd. Vanuit de hengelsportverenigingen konden hier geen gegevens aan worden toegevoegd. Uit een overleg met STONIJWA is gebleken dat er geen hengelvangstregistratie plaatsvindt. Aangenomen wordt dat door de combinatie van beide genoemde onderzoeken een volledig beeld wordt verkregen van de visstand in het gebied. Tabel 1. Aanwezige vissoorten en hun bezettingspercentage (aantal wateren waar de soort is aangetroffen / 26 onderzochte wateren x 100). Soort Bezettingspercentage (%) snoek 58 blankvoorn 58 baars 46 driedoornige stekelbaars 42 brasem / kolblei 38 karper 38 kleine modderkruiper 31 zeelt 31 paling 23 brasem 23 kolblei 15 rietvoorn 15 pos 12 vetje 12 riviergrondel 8 winde 8 kroeskarper 4 snoekbaars 4 roofblei 4 alver 4 6
13 Stichting RAVON In totaal komen er in de Nijmeegse stadswateren 19 vissoorten voor. In het onderzoeksgebied wordt onderscheid gemaakt tussen wateren van het snoek/blankvoornviswatertype en het blankvoorn/brasem-viswatertype (Prudon, 2004). Een overzicht en een beknopte beschrijving van de OVB-viswatertypen is gegeven in bijlage 4. Figuur 3 geeft een overzicht van de viswatertypen die bij dit onderzoek zijn onderscheiden. Riemersma (2004b) concludeert ook dat de wateren overeenkomen met het snoek/blankvoornviswatertype, maar merkt daarbij aanvullend op dat er enkele duidelijke afwijkingen zijn. Zo zijn er relatief veel grote brasems aanwezig en wordt een soort als de rietvoorn en snoek niet of nauwelijks aangetroffen. Uit het onderzoek van Grontmij blijkt dat op vijf van de zeven onderzochte locaties de brasem qua biomassa veruit de meest dominante soort is. Wanneer naar absolute aantallen wordt gekeken, blijkt dat de blankvoorn op vijf van de zeven onderzochte locaties het meest abundant is. De aanwezige visstand is kenmerkend voor voedselrijk water. Plaatselijk is de watervegetatie goed ontwikkeld, maar in veel vijvers ontbreekt deze, of is deze slecht ontwikkeld. De aanwezigheid van soorten als de kleine modderkruiper, zeelt, rietvoorn en het vetje (welke ook als begeleidende soorten van het snoek/blankvoorn-viswatertype worden genoemd), duiden toch op een (plaatselijk) gevarieerde en soortenrijke visstand. Uit het overleg met STONIJWA is gebleken dat er in de wateren in Lindenholt en Dukenburg recentelijk geen massale vissterfte heeft plaatsgevonden. Dit werd overigens wel voor de vijver Malderborch gemeld, waar deze werd veroorzaakt door een riooloverstort. De vijver Malderborch ligt echter net buiten het plangebied. 2.5 Natuurvriendelijke oevers als paai- en opgroeibiotoop Drie paaigilden Er wordt bij vissen onderscheid gemaakt tussen drie verschillende paaigilden. Naast de vissen die hun eieren specifiek op planten of op grind afzetten (respectievelijk plantpaaiers en grindpaaiers genaamd), onderscheidt men soorten die zowel op planten als op grind hun eieren afzetten. Echte grindpaaiers komen vooral voor in stromend water. In de Nijmeegse stadswateren worden deze soorten, noch de biotopen voor deze soorten aangetroffen. In lage dichtheden komen in de wateren enkele rheofiele (stromingsminnende) grind-plantpaaiers voor, te weten de alver, winde en riviergrondel. Daarnaast staan ook de eurytope soorten baars, blankvoorn, brasem en pos bekend als grind-plantpaaiers. Eurytope soorten zijn soorten die ten aanzien van de stroomsnelheid geen sterke voorkeur hebben. Belang van vegetatie Voor echte plantpaaiers is een vegetatierijke, ondiepe oeverzone van belang. Ondiep water warmt sneller op, zodat de eieren zich beter kunnen ontwikkelen. Echte plantpaaiers zijn onder meer kolblei, karper, zeelt en kroeskarper. Een kolblei zet zijn eieren vaak af op waterplanten en overhangende takken, terwijl een zeelt daarvoor vooral waterpest gebruikt. Daarnaast biedt watervegetatie ook schuilmogelijkheden voor (jonge) vis en dient het om te foerageren. De vegetatie zelf dient als voedsel voor soorten als de karper, blankvoorn en kolblei. Tussen de vegetatie huizen onder meer ook slakken, insecten en kreeftachtigen, welke als voedsel dienen voor vissen. Tenslotte zijn niet alleen de vegetatierijke oevers van belang voor vissen. Voor soorten als baars en kolblei maakt ook open water deel uit van het leefgebied. 7
14 Inrichting en beheer van Nijmeegse stadswateren voor vissen en amfibieën Uit de verschillende behoeftes en wensen ten aanzien van paai- en opgroeibiotoop per vissoort kan worden afgeleid dat voor een gevarieerde, soortenrijke visstand dus ook variatie in deze biotopen nodig is. Deze gewenste variatie is in de Nijmeegse stadswateren momenteel in beperkte mate aanwezig. Er is met name een beperking van de hoeveelheid vegetatierijke oever, doordat de meeste oevers beschoeid zijn. Figuur 3. Aanwezige viswatertypen in de Nijmeegse stadswateren. 8
15 Stichting RAVON 2.6 Overwinteringsbiotoop Vissen zijn koudbloedig. Tijdens de winter zal een vis proberen te lage temperaturen te vermijden door diepe delen van een water, welke niet bevriezen, op te zoeken. Er zijn geen data beschikbaar over de maximale diepte van de stadswateren in West- Nijmegen. De diepte op één meter uit de oever is maximaal één meter. Gezien de geringe breedte van een groot deel van de wateren (vaak 8 tot 10 meter), kan worden aangenomen dat ook de maximale diepte van deze wateren beperkt is. Alleen van de wateren in park Staddijk is bekend dat er diepe delen aanwezig zijn, welke voor de overwintering van vissen geschikt zijn (mondelinge mededeling STONIJWA). 2.7 Migratiemogelijkheden voor vissen Vissen migreren om verschillende redenen en op verschillende tijdschalen. Binnen een etmaal is er migratie tussen schuilplaats en foerageergebied (voedseltrek). Binnen een seizoen vindt er migratie plaats naar het paaibiotoop (voortplantingstek) en is er sprake van overwinteringstrek. In paragraaf 2.1 wordt de waterhuishouding van het gebied beschreven. Daaruit blijkt dat er vier gescheiden watersystemen in het gebied aanwezig zijn: Lindenholt, Dukenburg, Staddijk en Neerbosch-Oost. Binnen elk watersysteem staan de wateren onderling met elkaar in verbinding middels duikers. Deze duikers variëren in doorsnede van 40 tot 125 centimeter en in lengte van enkele meters tot zo n 200 meter in Weezenhof en Tolhuis. Bij een groot deel van de duikers staat het waterpeil hoger dan de duiker zelf, zoals ook bij de duiker in water 33 (figuur 4). De aanwezige stuwen en duikers belemmeren de migratiemogelijkheden voor vissen binnen de verschillende watersystemen. Er zijn geen mogelijkheden voor vissen om de stadswateren van buitenaf te bereiken. Dit wordt bij Lindenholt verhinderd door stuw nummer 3 (figuur 2), bij Dukenburg door stuw nummer 5 (figuur 2). Figuur 4. Duiker bij vijver 33, met een doorsnede van zo n 80 cm en een lengte van 150 meter, is voor vissen een weinig aantrekkelijke migratieroute. 9
16 Inrichting en beheer van Nijmeegse stadswateren voor vissen en amfibieën Figuur 5. Waterinlaat naar Bijsterhuizen, vanuit het Maas- Waalkanaal. Figuur 6. Wateruitlaat vanuit Neerbosch-Oost, naar het Maas- Waalkanaal. 2.8 Amfibieën Voorkomende soorten Door de Stichting RAVON is in 2004 een onderzoek uitgevoerd naar het voorkomen van amfibieën in de stadswateren (Prudon, 2004). Daarbij is de aanwezigheid van vijf soorten amfibieën vastgesteld. Dit zijn de kleine watersalamander, gewone pad, bruine kikker, poelkikker en bastaardkikker. De bastaardkikker (voorheen middelste groen kikker geheten) is een hybride van de meerkikker en de poelkikker en als zodanig geen echte soort. De gewone pad is de meest algemene soort in het gebied (tabel 2) en plant zich er ook voort. De poelkikker, die op de Rode Lijst kwetsbaar wordt genoemd en bovendien middels de Habitatrichtlijn (HR-bijlage 4) bescherming geniet, is alleen in park Staddijk aangetroffen. Voor de overige soorten geldt dat deze regelmatig worden waargenomen, maar slechts in lage dichtheden. Zowel de kleine watersalamander, als de bruine kikker en de groene kikkers planten zich in het gebied ook voort. Het is waarschijnlijk dat amfibieën in het gebied ook gebruik maken van tuinvijvers. Een volledig overzicht van de aangetroffen soorten per stadswater is gegeven in bijlage 5. Tabel 2. Aanwezige amfibiesoorten en hun bezettingspercentage (aantal wateren waar de soort is aangetroffen / 26 onderzochte wateren x 100). Soort Bezettingspercentage (%) gewone pad 77 groene kikker (onbepaald) 38 kleine watersalamander 27 bruine kikker 23 bastaardkikker 15 poelkikker 4 De meest soortenrijke wateren zijn de wateren 14 en 15, waar vier soorten voorkomen en zich bovendien ook voortplanten. Waardevol voor amfibieën zijn met name enkele wateren in park Staddijk (87b en c, figuur 1), vanwege het voorkomen van de poelkikker en de geïsoleerde ligging ten opzichte van andere wateren. Doordat deze niet in verbinding staan met andere wateren is de kans klein dat ze gekoloniseerd worden door vis. Door successie dreigen deze echter te verlanden en daardoor ongeschikt te worden voor amfibieën. 10
17 Stichting RAVON Voortplantingsbiotoop Biotopen die van belang zijn voor amfibieën zijn vegetatierijke wateren met een ondiepe oeverzone voor de voortplanting en ruig landbiotoop om te foerageren in de zomer en om in te overwinteren. Vegetatierijke wateren zijn niet alleen voor de eiafzet van belang, maar dienen ook als schuilplaats tegen prederende vissen en als foerageerbiotoop voor larven en volwassen amfibieën. Een gebrek aan vegetatierijke wateren met een ondiepe oeverzone beperkt het voortplantingssucces voor amfibieën in het gebied. Geschikt landbiotoop in de vorm van struwelen, bos(jes), ruigten, maar ook tuinen zijn in het hele gebied wel aanwezig, maar slechts in beperkte mate. Overwinteringsbiotoop Net als vissen zijn ook amfibieën koudbloedig. Geschikte plekken voor de overwintering vindt een amfibie zowel op het land als in het water. In de diepere delen van het water kruipen ze weg in de modder. Op het land graven of kruipen ze de bodem in, of zoeken ze andere vorstvrije plaatsen. Geschikte plekken hiervoor vinden ze in ruigten, struwelen, bos(jes), tuinen, in kelders en onder materialen als dood hout. Geschikte biotopen voor overwintering op het land zijn in het hele gebied in beperkte mate aanwezig. In park Staddijk zijn wel voldoende overwinteringsplekken aanwezig in de vorm van bossen, struwelen en ruigten. 2.9 Gebruik: sportvisserij De visrechten van de wateren in en rond Nijmegen zijn in handen van STONIJWA. STONIJWA bestaat uit vier hengelsportverenigingen: HSV Hatert, NHV De Voorn, HSV De sportvisser en HSV NBO. Deze stichting behartigt de belangen van de vier verenigingen en verzorgt onder meer de verstrekking van vergunningen. Binnen het gebied waarop deze rapportage betrekking heeft, heeft STONIJWA de visrechten van alle wateren, met uitzondering van één water in Weezenhof (nummer 15, figuur 1). Op basis van het aantal leden en de verkoop van vergunningen wordt ingeschat dat er jaarlijks zo n 600 sportvissers actief zijn in de stadswateren van Nijmegen. Deze maken gebruik van de wateren vanaf de beschikbare steigers en de open oevers. De toegankelijkheid van de wateren is goed, met uitzondering voor mindervaliden. Geschikte locaties voor mindervalide vissers zijn onder meer aangelegd in park Staddijk. Deze verkeren echter in ernstig slechte staat van onderhoud. Daarnaast zijn dergelijke visstekken ook aanwezig in Lindenholt-Noord (water 81a). De stadswateren worden gebruikt voor viswedstrijden. Deze worden gecoördineerd door STONIJWA. Er is in de stadswateren geen beroepsvisser actief. Er vindt geen gereguleerde uitzetting van vis plaats door de hengelsportverenigingen. Het is echter zeer waarschijnlijk dat er toch incidenteel ongecontroleerde uitzettingen plaatsvinden. De wensen van STONIJWA ten aanzien van de visstand en de hengelsport worden beschreven in paragraaf Gebruik: recreatie De stadswateren hebben naast het gebruik voor hengelsport nauwelijks een actieve recreatieve functie. Water 72a (figuur 1) wordt gebruikt voor enkele waterfietsen, surfplanken en bootjes. Hier wordt in de zomer ook gezwommen en inde winter 11
18 Inrichting en beheer van Nijmeegse stadswateren voor vissen en amfibieën geschaatst. Een deel van de wateren maakt onderdeel uit van parken, waar mensen wandelen, hun hond uitlaten en de eenden voeren Beheer en onderhoud Het Waterschap Rivierenland is verantwoordelijk voor het beheer van de waterkwaliteit en -kwantiteit van de watergangen. De gemeente Nijmegen is verantwoordelijk voor het beheer van de waterkwaliteit en kwantiteit van de overstortvijvers. Daarnaast is de gemeente Nijmegen ook verantwoordelijk voor het fysieke onderhoud van de watergangen. Tot deze laatste taak behoort onder meer het baggeren, maaien van (oever)vegetatie en onderhoud van duikers. Tot 1993 werden alle watergangen in Lindenholt en Dukenburg drie maal per jaar gemaaid. Sindsdien is dit geëxtensiveerd. In 2005 werden de meeste wateren één maal per jaar gemaaid. Delen van de wateren in park Staddijk zijn in 2005 niet gemaaid. Dit geldt ook voor enkele wateren in Lindenholt (waar door een gebrek aan vegetatie niet gemaaid hoeft te worden) en Neerbosch-Oost. De kaart met de maaifrequentie per water in 2005 wordt gegeven in bijlage 6. Het maaien wordt uitgevoerd met een maaiboot. Vanaf 2006 wordt het onderhoud uitgevoerd door het Waterschap Rivierenland Achterstallig onderhoud Onderdeel van het uitvoeringsprogramma van het waterplan van de gemeente Nijmegen is het herstellen van beschoeiing en het baggeren van de wateren. Het vervangen van de beschoeiing is in gepland bij 32 wateren (zie Uitvoeringsprogramma, hoofdstuk 6). In het algemeen geldt dat er in de stadswateren weinig bagger aanwezig is. Het verwijderen van een teveel aan bagger is in de periode gepland voor 16 wateren in Lindenholt en Dukenburg (zie Uitvoeringsprogramma, hoofdstuk 6). 12
19 Stichting RAVON 3 BELEIDSKADER In dit hoofdstuk wordt de relevantie van de Flora- en faunawet ten aanzien van beheer en onderhoud voor de stadswateren beschreven. Daarnaast wordt hier ingegaan op de rol die de Kaderrichtlijn Water speelt. 3.1 Flora- en faunawet Vrijstelling met gedragscode De Flora- en faunawet (F&FW) ziet toe op de duurzame instandhouding van plant- en diersoorten in Nederland. De F&FW kent een aantal verbodsbepalingen en stelt voorwaarden waaronder handelingen mogen plaatsvinden. Regulier beheer en onderhoud is vrijgesteld, met als voorwaarde dat wordt gewerkt volgens een gedragscode die door het ministerie van LNV is goedgekeurd. Een gedragscode moet door een sector of ondernemer zelf worden opgesteld. De vrijstelling van de ontheffingsplicht geldt alleen wanneer de gedragscode volledig wordt nageleefd. In maart 2005 is een conceptgedragscode opgesteld voor waterschappen door STOWA (Logeman & Kleijberg, 2005). Dit document is in zijn geheel te vinden op de volgende website: Omdat de gemeente Nijmegen nog niet beschikt over een eigen gedragscode, is de (concept)gedragscode van de waterschappen hier als uitgangspunt genomen. Wanneer geldt de gedragscode Handelen volgens de gedragscode is alleen verplicht indien er door de F&FW beschermde soorten voorkomen. Deze soorten staan in de F&FW vermeld in de tabellen 2 en 3. Daarnaast is altijd en overal voor alle soorten- de algemene zorgplicht van toepassing. Een toelichting bij de tabellen 1,2 en 3 van de F&FW wordt gegeven in bijlage 7. Beschermde soorten van de tabel 2 en 3 uit de F&FW die in de stadswateren in West- Nijmegen voorkomen zijn de poelkikker (F&FW-tabel 3) en de kleine modderkruiper ((F&FW-tabel 2). De wateren waar deze soorten zijn aangetroffen zijn aangegeven in de bijlage 3 (vissen) en 5 (amfibieën). De (concept)gedragscode geldt onder meer voor het onderhoud en beheer van waterlopen, kikkerpoelen en natuurvriendelijke oevers, alsmede voor het baggeren van waterlopen, poelen en stedelijk water. De praktische uitvoering Een volledige bespreking van de regels die gelden bij de praktische uitvoering zijn terug te vinden in de (concept)gedragscode van STOWA. Enkele punten daaruit, die van belang zijn voor de stadswateren in West-Nijmegen worden hier gegeven. Bij uitvoering van beheer worden plaatsen waar de kleine modderkruiper en poelkikker hun eieren afzetten gespaard. Een ontheffing is nodig hiervoor, tenzij buiten het broedseizoen of winterrustperiode wordt gewerkt. Het moment waarop maaiwerkzaamheden worden uitgevoerd, dient te worden afgestemd op de instandhouding van de aanwezige (beschermde) soorten. Het moment waarop het schonen van waterlopen wordt uitgevoerd, dient te worden afgestemd op de instandhouding van de aanwezige (beschermde) soorten. Het moment waarop het baggeren van waterlopen wordt uitgevoerd, dient te worden afgestemd op de instandhouding van de aanwezige (beschermde) soorten. 13
20 Inrichting en beheer van Nijmeegse stadswateren voor vissen en amfibieën Het maaien van bermen wordt bij voorkeur uitgevoerd in de periode half juli oktober. Het schonen van het natte profiel wordt bij voorkeur uitgevoerd in de periode half juli oktober. Het baggeren van bodems wordt bij voorkeur uitgevoerd in de periode september oktober. 3.2 Kaderrichtlijn Water De Europese Kaderrichtlijn Water heeft als doel het beschermen en duurzaam herstellen van watersystemen. Er wordt gestreefd naar een goede chemische én ecologische toestand in het jaar Wat precies een goede ecologische toestand (GET) is, is per watertype vastgelegd in maatlatten. De GET wijkt slechts in lichte mate af van de ongestoorde referentietoestand. Momenteel zijn de maatlatten voor natuurlijke wateren bijna gereed. Voor kunstmatige wateren, waartoe ook de Nijmeegse stadswateren behoren, gelden aangepaste maatlatten. Daarbij wordt niet gestreefd naar een GET, maar naar een goed ecologisch potentieel (GEP), welke in licht mate afwijkt van het maximaal ecologisch potentieel (MEP). De verantwoordelijkheid voor het opstellen van de MEP en GEP van kunstmatige wateren, ligt bij de beheerder van het water. In het geval van de Nijmeegse stadswateren is dit in de toekomst het Waterschap Rivierenland. Het Waterschap meldt dat er momenteel nog geen maatlatten voor stadswateren beschikbaar zijn. Bij het opstellen van dit visstandbeheersplan is de Kaderrichtlijn Water buiten beschouwing gelaten. De gehanteerde streefbeelden voor de visstand zijn gebaseerd op de viswatertypen van de OVB (bijlage 4, Zoetemeyer & Lucas, 2001). 14
21 Stichting RAVON 4 STREEFBEELD 4.1 Streefbeeld stadswateren Gemeente Nijmegen In haar notitie uit 2004 (Gemeente Nijmegen, 2004) heeft de gemeente Nijmegen per water een streefbeeld vastgesteld. Er zijn vijf streefbeelden. De streefbeelden verschillen van elkaar op het vlak van waterbergingsfunctie en ecologische ambitie. En overzicht hiervan wordt gegeven in tabel 3. Tabel 3. Streefbeelden voor de Nijmeegse stadswateren (Gemeente Nijmegen, 2004). Streefbeeld Levend Spelend Kijkend Stromend Stortend Doel natuur actieve beleving passieve beleving afvoer water overstort Waterkwaliteit hoog middel-hoog middel-hoog middel laag Peilverloop natuurlijk natuurlijk vastgesteld vastgesteld vastgesteld Overstorten afwezig afwezig afwezig afwezig aanwezig Regenwateruitlaat afwezig aanwezig aanwezig aanwezig aanwezig Onderhoudsregime extensief gematigd gematigd intensief intensief Oeverinrichting natuurlijk natuurlijk + beschoeiing natuurlijk + beschoeiing beschoeiing beschoeiing Natuurlijke Inrichting Hoge belevingswaarde Uitsluitend waterberging en afvoer Levend De natuur staat hier centraal. Inrichting en beheer zijn gericht op een optimale waterkwaliteit en hoge natuurwaarden. De wateren die hiervoor zijn aangewezen liggen in park Staddijk, Lindenholt-noord en de geologenstrook naast de Van Schuilenburgweg (figuur 7). Spelend Natuur en recreatie staan hier beide centraal. Er wordt naar een hoge ecologische kwaliteit gestreefd. Door de aanwezigheid van sport- en speelelementen, zoals stapstenen in het water, knuppelpaden, strandjes en picknickplekken wordt recreatie mogelijk gemaakt. De wateren met dit streefbeeld zijn weergegeven in figuur 7. Kijkend Door een gebrek aan ontwikkelingsmogelijkheden is het ambitieniveau bij deze wateren lager. Dergelijke vijvers zijn beschoeid en er wordt een lagere ecologische ambitie nagestreefd. Waar mogelijk worden natuurlijke oevers ontwikkeld. De wateren met dit streefbeeld zijn weergegeven in figuur 7. Stromend De belangrijkste functie voor deze wateren is de afvoer van water. Er is minder aandacht voor de ecologische ontwikkeling ervan. Het betreft enkele wateren in de Geerkamp (figuur7). 15
22 Inrichting en beheer van Nijmeegse stadswateren voor vissen en amfibieën Stortend In afwachting van de toekomstige afkoppeling van overstortvijvers, blijven deze nog een tijd hun functie vervullen. Doordat deze vijvers regelmatig gevoed worden met water dat rechtstreeks uit de riolering komt, hebben deze wateren een beperkte natuurwaarde. Het betreft een tweetal vijvers aan de Nieuwe Dukenburgseweg (figuur 7). Figuur 7. Streefbeeld per water. 16
23 Stichting RAVON 4.2 Waterhuishouding en peilbeheer De ontwikkelingsmogelijkheden ten aanzien van de waterhuishouding worden in de eerste plaats bepaald door de primaire taak van de wateren. De belangrijkste taak van de meeste wateren is en blijft berging en afvoer van water. Peilbeheer Bij het streefbeeld levend en spelend wordt gesproken over een natuurlijk peilverloop. Een natuurlijk peil volgt de neerslag- en verdampingsfluctuaties binnen een jaar, met een hoog waterpeil in de winter en een laag peil in de zomer. Door de wisselende waterstand ontstaat in de winter en het voorjaar naast de hoofdstroom een overstromingsvlakte. In zo n overstromingsvlakte kunnen tijdelijk geïsoleerde wateren ontstaan die voor een aantal vissoorten en voor amfibieën een geschikt biotoop vormen. Vaak zijn dergelijk wateren plantenrijk en warmen ze snel op. Soorten die in deze wateren gedijen zijn onder meer de zeelt, kroeskarper, grote modderkruiper en bittervoorn. De mogelijkheden voor een fluctuerend waterpeil zijn rond de Nijmeegse stadswateren beperkt, omdat een hoog waterpeil de woonfunctie van het gebied in gevaar brengt. Bovendien is er meestal niet voldoende ruimte voor een overstromingsvlakte. In het geval van de stadswateren moet als alternatief voor een overstromingsvlakte eerder aan een brede, ondiepe oeverzone worden gedacht, die door het wisselende waterpeil periodiek overstroomt en droogvalt. De functie waterberging die een natuurlijke overstromingsvlakte wel heeft, is in dit geval bij de stadswateren niet van toepassing. Mogelijkheden voor een dergelijk peilverloop en een periodieke oeverstroming van een ondiepe oeverzone zijn er in park Staddijk. Door in de stadswateren (in beperkte mate) een natuurlijk peilverloop te benaderen, kunnen er toch verbeteringen ontstaan, met name in combinatie met ondiepe glooiende oevers. Een dergelijk peilverloop is gunstig voor de ontwikkeling van een moerasvegetatie in de oeverzone. Om een meer natuurlijk peilverloop tot stand te brengen kan er meer gebiedseigen water (neerslag) worden vastgehouden. Stuwen en duikers Verbetering in de waterhuishouding die mogelijk zijn ten behoeve van de aanwezige vissen en amfibieën betreffen ook het verwijderen van stuwen en aanpassingen van duikers. Stuwen en duikers beperken de mogelijkheden voor migratie (zie paragraaf 2.7). Daarnaast beïnvloeden stuwen natuurlijk ook het waterpeil. Door het verwijderen van stuwen ontstaat een meer natuurlijk peilverloop. In het meest extreme geval kan dit beteken dat de meest bovenstrooms gelegen wateren in de zomer droogvallen, wat voor amfibieën juist gunstig kan zijn, doordat een water dan weer visvrij wordt.. Het verwijderen van stuwen is een optie bij de wateren 67 en 66 in Lindenholt en bij water 55 in Dukenburg. De verwachting is echter dat door een continue kweldruk vanuit het Maas- Waalkanaal, deze wateren nooit droog zullen vallen. 4.3 Waterkwaliteit In algemene zin dient er naar gestreefd te worden om de waterkwaliteit in de stadswateren te verbeteren. Het grootste deel van de wateren heeft nu een waterkwaliteit van matig tot slecht. Een deel van de wateren heeft een goede waterkwaliteit. Er dient minimaal gestreefd te worden naar de goede waterkwaliteit in alle wateren. Bij wateren met het streefbeeld levend dient zelfs een zeer goede waterkwaliteit nagestreefd te worden. 17
24 Inrichting en beheer van Nijmeegse stadswateren voor vissen en amfibieën 4.4 Visstand De huidige eigenschappen en de ontwikkelingsmogelijkheden van de stadswateren bepalen wat de optimale en bovendien haalbare visstand is. Belangrijke eigenschappen van de stadswateren zijn op dit moment dat ze voedselrijk water bevatten, nauwelijks stromen en een beperkte diepte hebben. Dergelijke wateren bieden voldoende mogelijkheden voor het ontwikkelen van een gevarieerde visstand. Karakteristieke soorten die hier voor kunnen komen zijn onder meer snoek, blankvoorn, rietvoorn, baars, en driedoornige stekelbaars. Daarnaast zijn hier ook soorten aan te treffen als de zeelt, bittervoorn en kleine modderkruiper. Deze genoemde soorten leven vaak in voedselrijk water. Ze hebben behoefte aan een goede waterkwaliteit, een structuurrijke watervegetatie en biotopen om zowel te foerageren, paaien als overwinteren. Zo n visstand staat bekend als het snoek/blankvoorn-viswatertype (Zoetemeyer & Lucas, 2001). Een dergelijk viswaterype wordt mogelijk geacht in alle wateren waaraan het streefbeeld levend, spelend of kijkend is toegekend (figuur 7). In ondiepe wateren met een matige voedselrijkdom en helder water, is een weelderige en soortenrijke plantengroei mogelijk. Door de beperkte diepte en de aanwezigheid van veel waterplanten, kan er een sterke schommeling in het zuurstofgehalte optreden. Vissen die goed aan dergelijk omstandigheden zijn aangepast, zijn de zeelt, kroeskarper en grote modderkruiper. Ook komen hier onder meer de snoek, rietvoorn, bittervoorn, kleine modderkruiper en paling voor. Een dergelijk visstand staat bekend als het rietvoorn/snoekviswatertype. Dit viswaterype wordt mogelijk geacht in water 87a van het park Staddijk (figuur 1). 4.5 Natuurvriendelijke oevers als paai- en opgroeibiotoop In paragraaf 2.5 wordt de functie van het paai- en opgroeibiotoop van een vis beschreven en aan welke eisen deze moeten voldoen. Hieruit blijkt het nut van natuurvriendelijke, vegetatierijke oevers. Voor een optimale, gevarieerde visstand dient gestreefd te worden naar goed ontwikkelde en gevarieerde oevers. Er zijn diverse mogelijkheden voor de ontwikkeling van natuurvriendelijke oevers. De verschillende oevertypen worden in de volgende paragraaf nader beschreven. 4.6 Oeverinrichting De mogelijkheden bij de inrichting van een oever zijn afhankelijk van de functie van een water, het streefbeeld en de beschikbare ruimte. Hier worden zeven verschillende oevertypen voorgesteld (tabel 4). Deze zijn deels afgeleid van hetgeen door Buskens & Van Mullekom (2005) wordt beschreven in hun handboek streefbeelden voor stadswateren in Limburg. Nadrukkelijk dient hierbij opgemerkt te worden dat juist een gecombineerde toepassing van verschillende oevertypen zal leiden tot een optimale variatie in biotopen. Zo worden in een ideale situatie ondiepe vegetatierijke oevers afgewisseld met rietzomen en bosoevers. Tabel 4 geeft een overzicht van de toepasbaarheid van de oevertypen bij de verschillende streefbeelden. 18
25 Stichting RAVON Tabel 4. Mogelijkheden voor de toepassing van oeverinrichting bij de verschillende streefbeelden en de geschiktheid van de oevertypen voor vissen en amfibieën. (+ ideale combinatie, o mogelijke situatie, - onmogelijk of ongewenst). Streefbeeld Ondiep ruige oever Rietoever Drasoever Bosoever Plasberm Beschoeiing met keien Beschoeiing met hout levend + + o o o - - spelend o + + o o o - kijkend - o o o + o o stromend o + o stortend o + o o Geschiktheid voor vissen goed goed slecht matig matig slecht slecht Geschiktheid voor amfibieën goed matig goed slecht matig slecht slecht Ondiepe ruige oever Talud Gewenste oeverruimte Geschiktheid voor vissen Geschiktheid voor amfibieën Goed toepasbaar bij streefbeelden Flauw > 4 meter Goed Goed Levend Een ondiepe ruige oever wordt gekenmerkt door een flauw talud (minimaal 1:3). Zowel in de ondiepe oeverzone als op de oever kan de vegetatie zich ontwikkelen. De vegetatierijke oever vormt een zeer geschikt biotoop voor vissen. Afhankelijk van de frequentie waarmee de oever gemaaid wordt, kan hier een kruidenrijk grasland of een ruig struweel tot ontwikkeling komen. Beter nog is om het beheer zo aan te passen dat beiden naast elkaar ontstaan. De oevers bieden zo ook een leefgebied voor vogels, kleine zoogdieren en insecten. Een ondiepe en vegetatierijke oeverzone is ook geschikt voor amfibieën. Door het ruige karakter van de oever, met ruigtekruiden en struweel is deze minder goed toegankelijk. Er is een breder oeverzone nodig om dit oevertype tot ontwikkeling te laten komen. De ondiepe ruige over is hierdoor het best toepasbaar bij wateren met het streefbeeld levend. 19
26 Inrichting en beheer van Nijmeegse stadswateren voor vissen en amfibieën Rietoever Talud Gewenste oeverruimte Geschiktheid voor vissen Geschiktheid voor amfibieën Goed toepasbaar bij streefbeelden Flauw > 1-2 meter Goed Matig Levend, spelend en stortend Rietoevers zijn vaak aanwezig op een flauw talud. De rietzoom bevindt zich deels in het water en deels op de oever. Rietoevers zijn goed bestand tegen een wisselend waterpeil. Een voorwaarde voor het ontstaan van een rietoever is dat er voldoende zonlicht op valt. Regelmatig maaien van een rietoever voorkomt woekering. Door hierbij gefaseerd te werk te gaan, kan er een gevarieerd rietoever ontstaan. Jaarlijks maaien in de winter voorkomt woekering en houdt de rietzoom in stand. Door (beperkt!) te maaien in de zomer ontstaat een lagere en bloemenrijke vegetatie. Door delen slechts eens per 2 á 3 jaar te maaien ontstaan oud riet dat van waarde is voor vogels. Een rietzoom kan ook ontstaan in een (brede) plasberm. Tenslotte kan een rietoever ook goed dienst doen als een helofytenfilter, in overstortvijvers of regenwaterinlaten. Drasoever Talud Gewenste oeverruimte Geschiktheid voor vissen Geschiktheid voor amfibieën Goed toepasbaar bij streefbeelden Flauw > 2 meter Slecht Goed Spelend Een drasoever is ondiep en permanent vochtig. De waterlijn bevindt zich op slechts enkele centimeters boven de oeverbodem. Voorwaarde hierbij is dat de waterstand weinig fluctueert. 20
27 Stichting RAVON Afhankelijk van de diepte kan het voor bepaalde vissen een geschikt paaibiotoop vormen, maar is het vooral geschikt voor amfibieën. Er kan er zich in een drasoever een interessante moerasvegetatie ontwikkelen. Door gefaseerd eens per jaar of per twee jaar te maaien wordt successie naar een ruige oever of bosoever voorkomen. Anders dan de ondiepe ruige oever is de drasoever daardoor ook beter toegankelijk. Hierdoor is dit oevertype met name goed toepasbaar bij het streefbeeld spelend. Bosoever Talud Flauw Gewenste oeverruimte > 10 meter Geschiktheid voor vissen Matig Geschiktheid voor amfibieën Slecht Goed toepasbaar bij streefbeelden - De aanwezigheid van bos op de oever heeft een direct invloed op het aangrenzende water. Beschaduwing zorgt voor minder zonlichtinval, met een lage watertemperatuur en een beperkte groei van waterplantengroei tot gevolg. Bladafval zorgt voor een constante aanvoer van voedingsstoffen en een dikke organische laag op de bodem van het water. Hierdoor wordt plantengroei verder geremd en kunnen er (vooral bij stilstaand water) zuurstofarme omstandigheden ontstaan. Door een gebrek aan watervegetatie en een beperkte zoninval is een bosoever minder geschikt voor vissen en amfibieën. Overhangende takken zijn voor vissen wel waardevol. Het bos vormt voor amfibieën bovendien een geschikt landbiotoop. Dit type oever is voor vissen of amfibieën bij geen van de streefbeelden optimaal. 21
28 Inrichting en beheer van Nijmeegse stadswateren voor vissen en amfibieën Plasberm Talud Gewenste oeverruimte Geschiktheid voor vissen Geschiktheid voor amfibieën Goed toepasbaar bij streefbeelden Steil 1-2 meter Matig Matig Kijkend en stortend Op locaties waar weinig ruimte beschikbaar is en/of daar waar de oever vastgelegd moet worden, bestaat de mogelijkheid een plasberm te ontwikkelen. Er wordt een smalle ondiepe oeverzone gecreëerd waar waterplanten tot ontwikkeling kunnen komen. Een dergelijk oever is waardevol voor zowel vissen als amfibieën, maar ook voor libellen, vlinders en vogels. Het beheer van een plasberm wordt bij voorkeur gefaseerd uitgevoerd. Maximaal eens per jaar, in oktober-november maaien is voldoende. De plasberm is een goede oplossing voor het verhogen van natuur- en belevingswaarde bij wateren met een steil oevertalud. Beschoeiing met keien Talud Gewenste oeverruimte Geschiktheid voor vissen Geschiktheid voor amfibieën Goed toepasbaar bij streefbeelden Steil 1-3 meter Slecht Slecht Stromend Op plaatsen waar de oever gefixeerd moet worden en op plaatsen waar weinig ruimte is, kan een oever van keien aangebracht worden. Deze kan bestaan uit gestort steen, of uit schanskorven, zoals op bovenstaande foto. Het zorgt voor een strakke oeverlijn. De ontwikkelingsmogelijkheden voor waterplanten in de oeverzone zijn beperkt. Op de oever, tussen de stenen, zal zich wel spontaan vegetatie ontwikkelen. Hierdoor kan een 22
29 Stichting RAVON dergelijke oever toch een natuurlijke uitstraling krijgen. Tussen de stenen in het water ontstaan schuilplaatsen voor bijvoorbeeld de paling. Een beschoeiing met keien biedt aan fauna en vegetatie net wat meer kansen dan een klassieke houten beschoeiing zoals hierna besproken. Beschoeiing met hout Talud Steil Gewenste oeverruimte < 1 meter Geschiktheid voor vissen Slecht Geschiktheid voor amfibieën Slecht Goed toepasbaar bij streefbeelden - Een houten beschoeiing dient om de oever vast te leggen. Een beschoeiing voorkomt erosie van de oever door betreding, golfslag of stroming. De natuurwaarde van een dergelijk oever zijn beperkt. Er zijn beperkte ontwikkelingsmogelijkheden voor waterplanten in de oeverzone. Afhankelijk van het maaibeheer kan er op de oever een kruidenrijke of ruige vegetatie ontstaan. Voor verhoging van de natuurwaarden kan een beschoeiing gecombineerd worden met een plasberm. Dit type oever is voor vissen of amfibieën bij geen van de streefbeelden optimaal. 4.7 Overwinteringsbiotoop Nut en noodzaak van diepe delen in het water als overwinteringsbiotoop voor vissen worden toegelicht in paragraaf 2.6. Het streven is om verspreid over het hele gebied voldoende overwinteringslocaties te creëren, welke zonder migratiebarrières te bereiken zijn. De gewenste diepte hierbij is zo n 2 meter. In het volgende hoofdstuk worden daarvoor geschikte locaties aangewezen. 4.8 Migratiemogelijkheden voor vissen Bij het streven naar de beperking van het aantal migratiebarrières is het belangrijk te realiseren dat de mogelijkheden daartoe afhankelijk zijn van de watervoerende taak van de wateren. Dit betekent dat de stuwen die aanwezig zijn bij de wateruitlaten richting de Nieuwe Wetering zullen blijven bestaan. Deze stuwen verhinderen de migratie vanuit deze Wetering naar de stadswateren. Daarnaast zijn er in de Nieuwe Wetering zelf nog diverse stuwen (barrières) aanwezig voordat het water de Maas bereikt. Wanneer verwijdering van 23
30 Inrichting en beheer van Nijmeegse stadswateren voor vissen en amfibieën deze stuwen niet tot de mogelijkheid behoort, is de barrièrewerking van deze stuwen deels op te heffen door het plaatsen van onderlossende stuwen en aangepast stuwbeheer. Er zijn ook mogelijkheden om de migratie van vissen binnen de wijken te verbeteren. Het opheffen van migratieknelpunten binnen het gebied, zal de bereikbaarheid van paai-, foerageer- en overwinteringsbiotoop verbeteren (zie paragraaf 2.7). Obstakels die momenteel deze migratie beperken zijn enkele stuwen en de vele duikers in het gebied (zie foto rechts). Het nut en de mogelijkheden voor het verwijderen van stuwen wordt in paragraaf 4.2 besproken. Veel van de huidige duikers zijn voor vissen moeilijk of misschien zelfs onmogelijk te passeren, doordat ze smal zijn (doorsnede zo n 40 cm) en in enkele gevallen meer dan 100 meter lang zijn. Bij een beperkte lengte zal de barrière werking van een dergelijke duiker minder zijn en kunnen ze zelfs zeer nuttige schuilplaatsen vormen. Er is geen literatuur gevonden om de relatie tussen de lengte van een duiker en de migratie belemmerende werking ervan te kwantificeren. Aanpassingen aan de diameter van de duikers zijn gewenst. Uitgangspunt daarbij is dat duikers met een afmeting van 1,20 x 2 meter (b x h) en een waterdiepte van circa één meter voor vissen goed passeerbaar zijn (De Jong, 2004). Aanpassingen aan de diameter van de duikers zal waarschijnlijk ook zorgen voor een betere doorstroming, wat de waterkwaliteit ook kan bevorderen. Tenslotte is het goed om te realiseren dan het niet in alle gevallen wenselijk wordt geacht om migratiebarrières op te heffen. Geïsoleerde wateren kunnen juist voor amfibieën een grote waarde hebben. Meer hierover in de volgende paragraaf. 4.9 Amfibieën Zoals beschreven in paragraaf 2.8 zijn vegetatierijke oevers en voldoende schuilmogelijkheden voor amfibieën van groot belang. Ideale situaties voor amfibieën ontstaan in geïsoleerde wateren. Naast een voldoende ontwikkelde vegetatie is daarbij ook de afwezigheid van vis van belang, of tenminste de aanwezigheid van schuilplekken tegen de vis. Het periodiek droogvallen (laat in de zomer) vormt daarbij geen probleem en kan zelfs wenselijk zijn om kolonisatie door vis tegen te gaan. Doordat de stadswateren veelal met elkaar in verbinding staan middels duikers, zijn dergelijke visvrije en geïsoleerde stadswateren hier nauwelijks aanwezig. Ze worden wel gevonden in park Staddijk (water87b/c) De kansen voor amfibieën in visrijke wateren nemen toe bij de ontwikkeling van natuurlijke oevertypen als de drasoever, zoom- of ruige oever en rietoever (zie paragraaf 4.6). Vegetatierijke, ruige oevers, bos(jes) en struwelen zijn noodzakelijk als foerageer- en overwinteringsbiotoop voor amfibieën (zie paragraaf 2.8) Deze dienen in de directe nabijheid van het voortplantingswater aanwezig te zijn. 24
31 Stichting RAVON Amfibieën overwinteren zowel op land als in het water (zie paragraaf 2.8). Geschikt overwinteringsbiotoop op het land dient in voldoende mate én in de directe nabijheid van het voortplantingswater aanwezig te zijn. Voor de overwintering van amfibieën in het water dient het water voldoende diep te zijn. De gewenste diepte hiervoor is tenminste 80 centimeter, maar is o.a. sterk afhankelijk van de stroming. Bovendien verdient het de aanbeveling de amfibieën niet te verstoren, en dus geen baggerwerkzaamheden uit te voeren in de winter Gebruik: sportvisserij Er is een overleg geweest tussen STONIJWA en RAVON, met als doel het overbrengen van kennis over de stadswateren en het bespreken van de wensen van de hengelsportverenigingen. De ecologische informatie die daaruit is voortgekomen is verwerkt in dit rapport. Wensen en opmerkingen ten aanzien van de sportvisserij worden hieronder puntsgewijs weergegeven. In het algemeen wordt er meer vis gewenst. Men wenst een visstand met minder brasem en meer riet- en blankvoorn t.b.v. de sportvisserij. Predatiedruk door aalscholvers is te hoog. Sinds het plaatsen van schaapskooien in park Staddijk, is er vaker sprake van algenbloei in het aangrenzende water. Mogelijkheid tot uitzetten van vissen in daarvoor geschikte wateren is gewenst. Er is een tekort aan geschikte visstekken voor invalide sportvissers. De locaties die daarvoor in het verleden zijn ingericht zijn inmiddels sterk verwaarloosd en onbruikbaar. Aanleg van vissteigers wordt uit het oogpunt van vandalisme-gevoeligheid niet wenselijk geacht. Er zijn voldoende mogelijkheden om vanaf de oever te vissen Gebruik: recreatie De gemeente Nijmegen heeft met het streefbeeld spelend een actieve beleving van de wateren voor ogen. Hierbij staat de natuur centraal en word het recreëren in deze natuurlijk omgeving mogelijk gemaakt. Om een actieve beleving mogelijk te maken wordt onder meer gedacht aan het aanbrengen van stapstenen, knuppelpaden, watervalletjes, strandjes en picknickplekken. De verwachting is dat deze gebruiksfunctie prima te combineren is met de functie van de wateren als leefgebied voor vissen en amfibieën Beheer De frequentie waarmee de wateren en hun oevers gemaaid worden is de afgelopen jaren al flink verlaagd door de gemeente Nijmegen. De maaifrequentie in 2005 is aangegeven op de kaart in bijlage 6. De meeste wateren worden nu één maal per jaar gemaaid. Wateren met een waterafvoerende taak worden twee maal gemaaid, terwijl sommige wateren met een natuurfunctie in 2005 niet zijn gemaaid. Het maaien wordt uitgevoerd in de maanden september en oktober. Dit is vanuit ecologisch oogpunt een gunstige tijd. 25
Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer:
Bijlagen bij verordening subsidies natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen 2014: 1. Inrichtingseisen natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen; 2. Richtlijnen voor natuurvriendelijk onderhoud.
Nadere informatieResultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland
Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten
Nadere informatieVisseninventarisatie terrein Simon Loos
Visseninventarisatie terrein Simon Loos resultaten visseninventarisatie Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 26 oktober 2011 Verantwoording Titel : Visseninventarisatie terrein Simon Loos Subtitel
Nadere informatieAmfibieën en poelen. Gerlof Hoefsloot
Amfibieën en poelen Gerlof Hoefsloot Inhoud presentatie Functie van een poel: vroeger en nu Hoe werkt een poel? Wat bepaalt een goede ecologische situatie Soorten amfibieën Beheer van amfibieënpoelen,
Nadere informatieResultaten monitoring Koopmanspolder
Resultaten monitoring Koopmanspolder Remco van Ek (thans Witteveen+Bos) Met: Leon Kelder (SBB), Marco Bats, Patrick Bakker (HHNK), Vrijwilligers KNNV, Studenten AERES, Landschap Noord-Holland, Fishflow
Nadere informatieHelp mee om achterstallig onderhoud te signaleren!
www.poelen.nu Help mee om achterstallig onderhoud te signaleren! Frank Spikmans Rheden 31 mei 2018 Inhoud Poelen als leefgebied voor amfibieën Amfibieën (in Rheden) Poelen aanleg & beheren www.poelen.nu
Nadere informatieEindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O
Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O rapportnr.
Nadere informatieInrichting en beheer voor poldervissen
Inrichting en beheer voor poldervissen Veldwerkplaats laagveen & zeeklei en rivierenlandschap - Doelgericht Natuurbeheer Fabrice Ottburg 26 augustus 28 Inhoud Waarom aandacht voor vissen in polders? Aanknopingspunten
Nadere informatieBijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard
Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân
Nadere informatieNotitie resultaten Aanvullend onderzoek kleine modderkruiper Plangebied: Wetenschappersbuurt, Schiedam
Notitie resultaten Aanvullend onderzoek kleine modderkruiper Plangebied: Wetenschappersbuurt, Schiedam Aan: Van: Kopie: M. de Visser (Kubiek Ruimtelijke Plannen) F.A. van Meurs (Ecoresult) L. Boon (Ecoresult)
Nadere informatieOnderzoek naar de waarde van een ponyweide aan de Nemelerbergweg 17a (Zwolle) voor de knoflookpad.
Onderzoek naar de waarde van een ponyweide aan de Nemelerbergweg 17a (Zwolle) voor de knoflookpad. REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Onderzoek naar de waarde van een ponyweide aan de Nemelerbergweg
Nadere informatieveronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers.
1 veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers. verbeteren van chemische water kwaliteit verbeteren van de oever stabiliteit verbeteren van de ecologische kwaliteit 2 waarom aandacht voor NVO
Nadere informatieAfvoergebied Spuikom Bath; GAF57
Toelichting ontwerp peilbesluit Zuid-Beveland-Oost Versie 1.1 Bijlagen Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57 Peilgebied GJP555 Afvoergebied Huidig peilgebied Oppervlakte Peilregulerend kunstwerk GAF57; Spuikom
Nadere informatieBeheerplannen Sportvisserij Op de Kaart
Beheerplannen Sportvisserij Op de Kaart Locatie: Vereniging: Vorden HSV de Snoekbaars Versie: 2 Auteur: Rinus Robaard - Hengelsport Federatie Midden Nederland Inhoudsopgave 1.Inleiding pag. 3 2.Locaties
Nadere informatieOnderwaterbeschoeiing Gouda
Onderwaterbeschoeiing Gouda Advies over Vissen, Amfibieën en Reptielen m.b.t. de aanleg van onderwaterbeschoeiing Een rapportage van RAVON in opdracht van Bunnik BV J.E. Herder Oktober 2006 STICHTING RAVON
Nadere informatieTREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK. onderzoek aan vier vispassages
TREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK onderzoek aan vier vispassages De waterhuishouding aan de voet van de stuwwal vanaf Ubbergen tot en met Beek is de laatste jaren aanzienlijk verbeterd.
Nadere informatievoorlopig BEHEER- EN ONDERHOUDS- PLAN NATUURVRIENDELIJKE OEVERS
voorlopig BEHEER- EN ONDERHOUDS- PLAN NATUURVRIENDELIJKE OEVERS Archimedesweg 1 W.N. van der Heeden postadres: postbus 156 2300 AD Leiden telefoon (071) 3 063 063 Versie / Oplage: telefax (071) 5 123 916
Nadere informatieDiepte-/profielschouw Kromme Rijngebied 2014
Diepte-/profielschouw Kromme Rijngebied 2014 1 Diepte-/profielschouw, wat en waarom? EEN SLOOT MOET EEN SLOOT BLIJVEN. Het is om meerdere redenen belangrijk dat de diepte en breedte van een sloot door
Nadere informatieOpdrachtgever: Gemeente Bodegraven projectnummer:
Memo Opdrachtgever: Gemeente Bodegraven projectnummer: 035.00.03.00.00 Aan: Gemeente Bodegraven Van: Mevrouw drs. A.A. Schwab Onderwerp: Actualisatie natuurwaardenonderzoek Bodegraven-Oost Datum: 13-11-2013
Nadere informatieAmfibieën in de verbindingszone Kaaistoep - Drijflanen in. Tilburg Frank Spikmans & Arnold van Rijsewijk
Amfibieën in de verbindingszone Kaaistoep - Drijflanen in Tilburg 2015 Frank Spikmans & Arnold van Rijsewijk Amfibieën in de verbindingszone Kaaistoep Drijflanen in Tilburg 2015 Frank Spikmans & Arnold van
Nadere informatieDe visstand in vaarten en kanalen
De visstand in vaarten en kanalen Jochem Hop Bijeenkomst Vissennetwerk 6 juni 2013, Bilthoven Inhoudsopgave Inleiding Materiaal en Methode Analyse Trends Inleiding KRW-watertypen M3, M10, M6 en M7 M3 gebufferde
Nadere informatieVissen in de Palmerswaard, met advies voor toekomstige inrichting
Vissen in de Palmerswaard, met advies voor toekomstige inrichting REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Stichting RAVON Vissen in de Palmerswaard, met advies voor toekomstige inrichting Een rapportage
Nadere informatieConform uw opdracht hebben wij een veldonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de weilanden en kassen gelegen achter Zwaagdijk-Oost 189.
NatuurBeleven bv Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen HB Adviesbureau bv T.a.v.: Peter Aalders Postbus 9230 1800 GE ALKMAAR Datum: 30 oktober 2009 uw brief van 23 oktober 2009 en 27 oktober 2009 uw kenmerk
Nadere informatieAanpak stedelijke waterprojecten. Dorien Roubos Vissen in de stad 16 juni 2011
Aanpak stedelijke waterprojecten Dorien Roubos Vissen in de stad 16 juni 2011 Inleiding Waterprojecten bij WVE Kwaliteitsbeelden (streefbeelden) Aanleiding Inhoud Toekenning Uitvoer baggerproject(en) Aandachtspunten
Nadere informatieVisrechten Water Verhuurder Huurder Visrecht Ringvaart HHS van Schieland WJ den Boer volledig Ringvaart Hennipsloot
NL39_03 Ringvaart Visrechten Water Verhuurder Huurder Visrecht Ringvaart HHS van Schieland WJ den Boer volledig Ringvaart Hennipsloot SportvisserijZuidwest Nederland machtigi ng Waterbeheerder: Hoogheemraadschap
Nadere informatieBermenplan Assen. Definitief
Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595
Nadere informatieNotitie Visstandsbeheer en overige visgerelateerde zaken
Notitie Visstandsbeheer en overige visgerelateerde zaken In het Visbeleidsplan 2014-2020 worden kaders voor het visstandbeheer gegeven. Daarmee wordt invulling gegeven aan de toetsing van de visplannen
Nadere informatieNader onderzoek vissen polder t Hoekje
Nader onderzoek vissen polder t Hoekje Auteur: Ir. T.F. Kroon Opdrachtgever: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Datum: 25-07-2013 Autorisator: Drs. E. Nat Status: Eindrapport Registratienummer:
Nadere informatieVeldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer
Veldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer Veldinventarisatie in opdracht van Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud Opgesteld door Stichting RAVON R.P.J.H. Struijk
Nadere informatie't Vletgoor te Holten
Sportvisserij Oost Nederland 't Vletgoor te Holten Inrichtingswensen voor de stadsvijver in Holten Mark Kouwenhoven 23-2-2015 Inhoud 1 't Vletgoor Algemeen... 1 2 't Vletgoor en de HSV... 2 2.1 Vissen
Nadere informatiealgemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen
algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen 2. Waterkwaliteit De zomergemiddelden voor 2008 van drie waterkwaliteitsparameters
Nadere informatieAMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE BOOMKIKKER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP
AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE BOOMKIKKER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP 1 2 BOOMKIKKER De Achterhoek is voor de boomkikker momenteel het belangrijkste gebied in Nederland. In de jaren 80 van de
Nadere informatieVisvriendelijk waterbeheer. Aanleg vispassage bij renovatie gemalen Kerkeland en Vuylcop-Oost in Schalkwijk
et Visvriendelijk waterbeheer Aanleg vispassage bij renovatie gemalen Kerkeland en Vuylcop-Oost in Schalkwijk Visvriendelijk waterbeheer Aanleg vispassage bij renovatie gemalen Kerkeland en Vuylcop-Oost
Nadere informatieOpgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013
RUIMTELIJKE ONDERBOUWING, BEHOREND BIJ DE AANGEVRAAGDE VERGUNNING OMG-12-181 Voor de inrichting en het gebruik van een evenemententerrein in deelgebied De Druppels, tegenover Wagenweg 22/24 te Oudkarspel
Nadere informatieNotitie flora en fauna
Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.
Nadere informatieZuidrand te Delfland
Inventarisatie beschermde vissen 2010 V. Nederpel 2010 Opdrachtgever KNNV afdeling Delfland Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks- en adviesbureau Bovendijk 35-G Hazenkoog 35A 2295 RV Kwintsheul
Nadere informatieVisstandbeheerplan Bergen op Zoom
Inhoud presentatie Doelen Aanpak Resultaten visstandbemonstering Streefbeelden Knelpunten en maatregelen Conclusies & Aanbevelingen 1 Doelen Waterschap Inzicht in huidige visstand Inzicht in de huidige
Nadere informatieEcologisch werkprotocol
Ecologisch werkprotocol Lommerrijk 23 Lelystad Locatie en werkzaamheden Lommerrijk 23 ligt aan de noordwestzijde van Lelystad, in de gemeente Lelystad en de provincie Flevoland. Het plangebied is aangegeven
Nadere informatieVissteigers en visstoepen: typen en materialen
Vissteigers en visstoepen: typen en materialen Er zijn veel factoren die van invloed zijn op de keuze van het type vissteiger of stoep, zoals de bereikbaarheid van de locatie, de huidige oeverinrichting,
Nadere informatieQuickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.
Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Status Definitief Datum 7 april 2015 Handtekening Matthijs
Nadere informatieBeheer- en onderhoudsplan
Beheer- en onderhoudsplan 2010-2015 Algemeen Deel Naar een meer gedifferentieerd en extensief onderhoud van hoofdwatergangen in het landelijk gebied Tabel 4:
Nadere informatieEcologische verbindingszone Omval - Kolhorn
Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...
Nadere informatieMemo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM
Liandon B.V. Aan Stefan Buskermolen Liandon B.V. Van Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults Memo Contactpersoon drs. Sander van Rijn Telefoon +31 6 21 47 95 82 sander.van.rijn@alliander.com Datum Betreft
Nadere informatieVISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, 2003. West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge. Duboislaan 14 B-1560 Hoeilaart-Groenendaal
VISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, 2003 Sven Vrielynck (1) en Gerlinde Van Thuyne (2) (1) Provinciale Visserijcommissie West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge (2) Instituut voor Bosbouw en
Nadere informatieInventarisatie beschermde vissoorten Vreeland
Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Rapport: VA2008_11 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Maart, 2008 door: R. Caldenhoven Statuspagina Statuspagina Titel: Inventarisatie beschermde
Nadere informatieGedragscode Flora- en faunawet voor de Waterschappen
Gedragscode Flora- en faunawet voor de Waterschappen Werkprotocollen Definitief Waterschap Zuiderzeeland Grontmij Nederland bv Lelystad, 28 november 2007 Verantwoording Titel : Gedragscode Flora- en faunawet
Nadere informatieSubsidie voor aanleg natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen
Subsidie voor aanleg natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen Heeft u een perceel of grenst uw woning of bedrijf aan een watergang en wilt u uw oever veranderen in een natuurvriendelijke oever? Dan
Nadere informatiememo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse
memo aan: van: OG ZAND/ZON/130372 c.c.: datum: 22 augustus 2013 betreft: Achterweg 48, Lisse INLEIDING Bij alle ruimtelijke ingrepen moet rekening gehouden worden met de aanwezige natuurwaarden in en om
Nadere informatiePlan ontwikkeling Natuurbegraafplaats Maasbree
Plan ontwikkeling Natuurbegraafplaats Maasbree Plan ontwikkeling Natuurbegraafplaats Maasbree Rapportnummer: 13-26602-B-M-GP Dossiernummer: M20642.02 Naam opdrachtgever: Opstellers: Kellerberg Bosgoed
Nadere informatieEindrapportage Slootkwaliteitsplan in de Braakpolder bij Kolhorn
Eindrapportage Slootkwaliteitsplan in de Braakpolder bij Kolhorn Juni 2013 Foto s: Frode Numan, Paulien de Gaaij, Pieke Molenaar, Oda Bögels 1 INHOUD Pilot Slootkwaliteitsplan in de Braakpolder... - 3
Nadere informatieVISPASSAGES IN HET BEHEERSGEBIED VAN WATERSCHAP REGGE EN DINKEL
VISPASSAGES IN HET BEHEERSGEBIED VAN WATERSCHAP REGGE EN DINKEL TYPEN, LOCATIES EN MONITORING VAN DE VISOPTREK VISPASSAGE OVERWATER Gertie Schmidt Waterschap Regge en Dinkel, afd. BOA oktober VISPASSAGES
Nadere informatieAanleg van een vissteiger of visstoep
Aanleg van een vissteiger of visstoep Nederland is een paradijs voor sportvissers. Er is een overvloed aan viswater met een aantrekkelijke visstand. Helaas zijn grote delen van het Nederlandse viswater
Nadere informatieWAT IS HET NUT VAN EEN POEL?
WAT WAT IS EEN POEL? In het agrarisch cultuurlandschap zijn vele soorten kleine wateren aanwezig. Voor een deel zijn die lijnvormig, zoals sloten en beken, daarnaast zijn er puntelementen, zoals de (drink)
Nadere informatieFlora en fauna inventarisatie langs de N247 t.b.v. de aanleg van een fietspad
Flora en fauna inventarisatie langs de N247 t.b.v. de aanleg van een fietspad Naleving van de Flora- en Faunawet fietspad Definitief Grontmij AquaSense Amsterdam, 20 april 2009 Verantwoording Titel : Flora
Nadere informatieRotonde Oosthuizerweg te Edam Volendam
Rotonde Oosthuizerweg te Edam Volendam Inventarisatie naar beschermde vissoorten M. van Straaten 2013 Opdrachtgever Gemeente Edam Volendam G&G advies 2013 Versie Datum Concept 19 4 2013 Eindrapport 3 6
Nadere informatieBuilding with Nature: maatregelen In vogelvlucht
Building with Nature: Ecologische effecten van kleinschalige Building with Nature maatregelen In vogelvlucht Bart Brugmans 20 september 2016 Opgenomen in nieuwe Waterbeheerplan Effectievere inzet middelen
Nadere informatieResultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.
Aan Rob Knijn Van C. van den Tempel CC M. Witteveldt Datum 12 januari 2017 Betreft Flora- en faunagegevens Middenweg Zuid Project Herontwikkeling Middenweg Zuid Geachte heer Knijn, Beste Rob, In 2014 en
Nadere informatieHydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch
Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Inleiding In deze notitie worden verscheidene scenario s berekend en toegelicht ter ondersteuning van de bepaling van inrichtingsmaatregelen voor de EVZ Ter Wisch.
Nadere informatieFederotie van hengelsporlverenigingen. Zuldwest Nederland
van Zuid - 1 g APR. 2008 Federotie van hengelsporlverenigingen Zuldwest Nederland Provincie Zuid-Holland Provinciale Staten/College van Gedeputeerde Staten Postbus 90602 2509 LP Den Haag Ons kenmerk: AdW/
Nadere informatieKnelpunten van de Natuurzoom.
Knelpunten van de Natuurzoom. Deze knelpunten komen voort uit het eindrapport van oktober 2014 Uitvoeringsplan Natuurboog Amsterdam ZuidOost van Dienstlandelijk Gebied Ministerie van Economische Zaken.
Nadere informatieRivierkreeften, wat doen we ermee? Menno Soes
Rivierkreeften, wat doen we ermee? Menno Soes Foto: Theodoor Heijerman Rivierkreeften Overzicht in Nederland voorkomende rivierkreeften. Nederlandse naam Europese rivierkreeft Turkse rivierkreeft Californische
Nadere informatieAmfibieën. Peter Harrewijn 9 maart 2017 IVN Steilrand
Amfibieën Peter Harrewijn 9 maart 2017 IVN Steilrand Inhoud Welkom / voorstellen Reptiel/amfibie? Padden / kikkers / salamanders / exoten Ziekten / plagen Poelen Wetgeving Beheer Vragen Peter Harrewijn
Nadere informatieBasiscursus Viswaterbeheer. Bert Zoetemeyer Gerwin Gerlach Sportvisserij Nederland
Basiscursus Viswaterbeheer Bert Zoetemeyer Gerwin Gerlach Sportvisserij Nederland Opdracht 1 a. Kies welk water voor jouw vereniging het belangrijkste viswater is b. Motiveer waarom dit zo is c. Meld dit
Nadere informatie(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem
Memo DM 1013497 Aan: Marktpartijen uitwerking plannen het Burgje, gemeente Bunnik Van: Beke Romp, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Datum: 13 januari 2016 Onderwerp: Notitie gebiedskenmerken (waterthema
Nadere informatieWERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD.
WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD. In onderstaande werkprotocollen geeft de tabel aan waneer de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. In de tabel wordt
Nadere informatieRAVON Hemelvaartweekend
RAVON Hemelvaartweekend Gelderland, Limburg en Noord-Brabant 2007 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND RAVON Hemelvaartweekend Gelderland, Limburg en Noord-Brabant 2007 Een rapportage van RAVON
Nadere informatieRode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014
Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van 1998 Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014 Inhoud Historie Rode Lijst Zoetwatervissen Aanpak Rode Lijst analyses
Nadere informatieWetland. Groot Wilnis-Vinkeveen
Groot Wilnis-Vinkeveen Moeras met Lisdodde in de Krimpenerwaard Wetland Wetland is een mozaïek van open water, drijvende waterplanten, planten die met hun voeten in het water staan, riet dat in het water
Nadere informatieVisserij Service Nederland sterk in viswerk Visinventarisatie 2014
Visserij Service Nederland sterk in viswerk Visinventarisatie 2014 KRW-visbemonstering Tochten lage afdeling NOP en Vaarten NOP Rapport VSN 2014.05 In opdracht van Waterschap Zuiderzeeland 4 december 2014
Nadere informatieWerkprotocollen Baggeren HDSR. Versie 1.1
Werkprotocollen Baggeren HDSR Versie 1.1 1.1.1 Baggeren van watergangen < 4 meter Werkprotocol baggeren van bodems, herprofilering en herstelwerkzaamheden aan oevers van watergangen 4 meter Werkprotocol:
Nadere informatieInventarisatie vissen in de Harderhoek en de Stille Kern, Flevoland
Inventarisatie vissen in de Harderhoek en de Stille Kern, Flevoland Een rapportage van RAVON in opdracht Waterschap Zuiderzeeland (mede namens Natuurmonumenten en de provincie Flevoland) J. Kranenbarg
Nadere informatieAfleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen...
BIJLAGE F Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen....................................................................... De milieudoelstellingen
Nadere informatieNotitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk
Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor
Nadere informatieNVO's en vis. Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen
NVO's en vis Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen Amersfoort, 24 november 2011 Carlo Rutjes & Michelle de la Haye Scoren met natuurvriendelijke
Nadere informatieMONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012
MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012 WATERSCHAP AA EN MAAS 20 september 2012 076534150:0.7 - Definitief C01012.100177.0100 5 Waterschap Aa en Maas Hevelpassage Kaweise Loop 5.1 KAWEISE
Nadere informatieREACTIENOTA. Ontwerp projectplan Waterwet Herinrichting Boven Slinge Burloseweg
REACTIENOTA Ontwerp projectplan Waterwet Herinrichting Boven Slinge Burloseweg Juni 2015 INHOUD REACTIENOTA 1. INLEIDING 3 2. GEVOLGDE PROCEDURE 3 3. INGEKOMEN REACTIES 3 4. BEHANDELING REACTIES 4 2 1.
Nadere informatieOnderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J.
Aan: P.C. Jol Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J. Hop Inleiding Omstreeks begin mei 2013 is de
Nadere informatieFlora- en faunabemonstering Capreton en Linge
Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge Rapport: VA 2010_06 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Juni, 2010 door: I.L.Y. Spierts Statuspagina Statuspagina Titel: Flora- en faunabemonstering
Nadere informatieSpiegelplas en Ankeveense plassen
Spiegelplas en Ankeveense plassen Stand van de natuur en herstelmaatregelen Gerard ter Heerdt Bart Specken Jasper Stroom Floor Speet Winnie Rip Een tienminuten gesprek. Hoe staan onze kinderen er voor?
Nadere informatieVeelgestelde vragen schouw dagelijks onderhoud
Veelgestelde vragen schouw dagelijks onderhoud Wat is gewoon onderhoud? Gewoon onderhoud is het jaarlijks verwijderen van een overmaat aan begroeiing, vuil enzovoort dat zich in en direct naast de watergang
Nadere informatieVragen en antwoorden over het project Oever- en natuurontwikkeling Saskerleidam
Vragen en antwoorden over het project Oever- en natuurontwikkeling Saskerleidam Hoe ziet het project eruit? Fase 0 = herstel beschoeiing en rietzone Dorregeest; Fase 1 = ophogen Saskerleidam; Fase 2 =
Nadere informatieAMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE KAMSALAMANDER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP
AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE KAMSALAMANDER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP 1 2 KAMSALAMANDER De Achterhoek is één van de gebieden met de ruimste verspreiding van de kamsalamander in Nederland.
Nadere informatieRapport Visserijkundig Onderzoek. Stadsvijvers. te Castricum
Rapport Visserijkundig Onderzoek Stadsvijvers te Castricum Statuspagina Titel Samenstelling E-mail Homepage Opdrachtgever Homepage Visserijkundig Onderzoek Stadsvijvers te Castricum Sportvisserij Nederland
Nadere informatieIII.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10.
III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. is opgenomen III.2. Waterkwaliteit De meetpunten van het chemische meetnet liggen
Nadere informatieRapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013
Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013 Kristof Vlietinck Beleidsthemabeheerder Visserij Agentschap voor Natuur en Bos Centrale Diensten Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000
Nadere informatieFlora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen
Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen Rapport: VA2009_32 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs Juni, 2009 door: Martin Kroes & Robin Blokhuizen Statuspagina Titel: Flora- en faunawetbemonstering
Nadere informatieBusbaan langs de Kruisvaart
Busbaan langs de Kruisvaart Onderzoek Flora en Fauna Opdrachtgever ITC Utrecht B.V. De heer P. van Sterkenburg Ondertekenaar Movares Nederland B.V. ir. W.J. Arnold Kenmerk D83-WAR-KA-1200532 v1.0 - Versie
Nadere informatieQUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM
QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM Colofon Opdrachtgever: Tulp-Bijl B.V. Titel: Quickscan Edeseweg 51 Wekerom Status: Definitief Datum: Februari 2013 Auteur(s): Ir. M. van Os Foto s: M. van Os Kaartmateriaal:
Nadere informatieBijlage 1 Onderzoek ecologie
Bijlage 1 Onderzoek ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan
Nadere informatieReferentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182
Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied
Nadere informatieNatuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats. Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet
Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet Aanleiding Aanleg natuurvriendelijke oevers belangrijk in waterbeheer Bij aanleg mist vaak de relatie met de
Nadere informatieNatuurontwikkeling en kwaliteitsinvestering landschap
Natuurontwikkeling en kwaliteitsinvestering landschap ONTWIKKELING NATUURZONE SPORTPARK ELSKENS OOSTERHOUT DATUM: augustus 2014, Landschapsplan en kwaliteitsinvestering Landschap kenmerk: ontwerp-bestemmingsplan
Nadere informatie(ON)MOGELIJKHEDEN JAARROND BAGGEREN
(ON)MOGELIJKHEDEN JAARROND BAGGEREN Community of Practice Beheer en Onderhoud 3 november 2015 Judith Bosman / Jasper Arntz Inhoud Achtergrond Voorbereiding Uitvoering Feit of fabel? Beschermde baggergevoelige
Nadere informatieWegvangen van kleine modderkruipers i.v.m. het vergraven van watergangen in de Klapwijkse Pier
Ecologisch werkprotocol Wegvangen van kleine modderkruipers i.v.m. het vergraven van watergangen in de Klapwijkse Pier Natuur-Wetenschappelijk Centrum, Noorderelsweg 4a, 3329 KH Dordrecht Ecologisch Adviesbureau
Nadere informatieRAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch
RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch Frank Spikmans en Rombout van Eekelen oktober 2008 STICHTING RAVON POSTBUS 1413 6501
Nadere informatieAanvullend visonderzoek inrichting BBL-percelen Winterswijk Oost. rapportnummer 1324
Aanvullend visonderzoek inrichting BBL-percelen Winterswijk Oost rapportnummer 1324 Opdrachtgever Dienst Landelijk Gebied Postbus 9079, 6800 ED Contactpersoon: Dhr. T. Paternotte Opdrachtnemer Stichting
Nadere informatieFlora- en fauna-inspectie Gelderdijk 15 te Sevenum (Gemeente Horst aan de Maas) door ir. Hans Hovens, Paul op het Veld en ir. G.
Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl KvK Limburg 09116138 BTW nr: NL819024831B01 Faunaconsult Pijnenburg Agrarisch Advies en Onroerend Goed t.a.v. Peter van de Ligt Spoorweg
Nadere informatie- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,
Bureauonderzoek ecologie, wijzigingsplan IJsseldijk-West Ecologie Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het
Nadere informatieEcologisch werkprotocol
Tffiv Ecologisch Adviesbureau NWC Noorderelsweg 4A 3329 KH Dordrecht Tel: 078-6.21.39.21 Fax:078-6.21.00.99 veen@nwcadvies.nl www.nwcadvies.nl Ecologisch werkprotocol Wegvangen van kleine modderkruipers
Nadere informatie