UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I
|
|
- Bart Smet
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: NIVEAU: BIOLOGIE VWO EXAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. ThiemeMeulenhoff is een educatieve uitgeverij waarin alle fondsen van de voormalige uitgeverijen Meulenhoff Educatief, SMD Educatieve Uitgevers en uitgeverij Thieme zijn samengevoegd. De uitgaven die ThiemeMeulenhoff ontwikkelt, richten zich op het totale onderwijsveld: basisonderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs & volwasseneneducatie en hoger onderwijs. ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2002 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
2 Aërobe dissimilatie 1 B De citroenzuurcyclus, waarbij van citroenzuur H 2 en CO 2 worden afgesplitst, vindt plaats in de mitochondriën, boonvormige organellen (op doorsnede rond of ovaal) met een dubbel membraan. (zie Biodata 9.3; Binas 81B) 1 celmembraan, buitenste laag van het cytoplasma; 2 dictyosoom, stapeltje platte door membranen gevormde blaasjes; 3 endoplasmatisch reticulum, netwerk van dubbele membranen met daartussen holten en kanalen; 4 kernlichaampje, maakt ribosomen; 5 dictyosoom, doorsnede; 7 ribosoom, bolvormig organel op endoplasmatisch reticulum, 8 lysosoom, blaasje met verteringsenzymen; 9 grondplasma, water met opgeloste zouten en eiwit- en vetachtige stoffen (cytoplasma is grondplasma inclusief de organellen, behalve de kern). 2 F Glycolyse is de splitsing van glucose in pyrodruivenzuur (zie Biodata 11.6b; Binas 68A); vindt plaats in het grondplasma. 1 celmembraan, beschermd de cel en heeft een functie bij transport in en uit de cel; 2 dictyosoom, onderdeel van het Golgisysteem, voor vorming van stoffen, b.v. enzymen; 3 endoplasmatisch reticulum, voor transport van stoffen; 4 kernlichaampje, maakt ribosomen; 5 dictyosoom; 6 mitochondriën, waarin citroenzuurcyclus en oxidatieve fosforylering plaatsvinden; 7 ribosoom op endoplasmatisch reticulum, voor eiwitsynthese; 8 lysosoom, voor uit- of afscheiding van stoffen, b.v. enzymen; 9 grondplasma, vormt met de organellen (behalve de kern) het cytoplasma. 3 C Bij oxidatieve fosforylering in de mitochondriën worden H atomen via een reeks van tussenstappen gekoppeld aan O atomen (zie Biodata 11.6e; Binas 68C). Bij FAD vervallen de eerste stappen van de fosforylering en worden slechts 2 ATP gesynthetiseerd. Per molecuul (NADH + H + ) worden 3 ATP gesynthetiseerd. Relaties in een ecosysteem 4 B Bij commensalisme hebben individuen van de ene soort voordeel van de relatie en die van de andere soort geen voordeel en geen nadeel. Bij mutualisme hebben individuen van beide soorten voordeel van hun relatie. Concurrentie ontstaat als beide soorten hetzelfde voedsel of territorium willen. Bij parasitisme heeft de gastheer nadeel en de parasiet voordeel. Deze leeft op of in een individu (gastheer) van een andere soort en onttrekt er voedsel aan, b.v. een vlo of een lintworm. Predatie is het doden van dieren om deze als voedsel te gebruiken. Toendra 5 F Heterotrofe organismen gebruiken organisch voedsel voor hun energiebehoefte; dieren, schimmels en heterotrofe bacteriën. Energie(voedsel)stromen beginnen altijd met een autotroof organismen, een plant of autotrofe bacteriën. Planten gebruiken zonlicht, P = zon, Q = planten (in dit geval ook korstmossen = wier + schimmel) S = autotrofe bacteriën. 1
3 6 2 en 14 Lemmingen zijn consumenten van de eerste orde (dieren die planten eten). Tot dit trofisch niveau behoren ook kariboes en sneeuwhoeders. 7 Een toename van het organisch materiaal leidt tot een toename van het aantal bacteriën/schimmels (8) en vliegen (9). Daardoor neemt het aantal insectenetende vogels (10) toe. Daardoor zijn er meer prooidieren voor vogels (7) en wezels (11) en worden lemmingen (6) minder gegeten. 8 Voorbeelden van een juist antwoord: ziekte parasieten Biotische factoren zijn afkomstig van de levende natuur (andere organismen). 9 Voorbeeld van een juiste grafiek: Legenda: lemmingendichtheid havikendichtheid lemmingendichtheid havikendichtheid tijd (jaren) De grafiek van de havikendichtheid heeft telkens een top na die van de lemmingendichtheid. In de legenda is zowel de lemmingendichtheid als de havikendichtheid aangegeven. 10 D De populatie predatoren (haviken) heeft een negatieve terugkoppeling met de populatie lemmingen. Voortplanting wordt hormonaal geregeld. Een toename van de hoeveelheid lemmingen heeft een negatieve invloed op de omvang van de producenten (grassen en grasachtigen). De toename van de dikte van de voor planten bruikbare bodemlaag heeft een positieve invloed op de kwaliteit van het voedsel. Bij alle beïnvloeding is dus sprake van negatieve terugkoppeling. 2
4 Erfelijkheid 11 B Een X-chromosomaal gen is slechts eenmaal aanwezig bij de man (XY). Hij geeft dit gen alleen door aan zijn dochters. Als het X-chromosomaal gen dominant is, krijgen alle dochters de erfelijke eigenschap van hun vader. Dat is bij generatie III, IV en V niet het geval. Als het gen X-chromosomaal is, kan het dus niet dominant zijn. Als het X-chromosomaal gen recessief is, dan is de vrouw van generatie I homozygoot. Zij geeft het X-chromosoom aan al haar zonen; bij hen komt een recessief X-chromosomaal gen tot uiting omdat zij slechts één X-chromosoom hebben. De meeste hebben echter deze eigenschap niet. De mogelijkheid dat het gen dominant X-chromosomaal is en de mogelijkheid dat het recessief X-chromosomaal is, zijn dus uitgesloten. De eigenschap kan dus niet op een X-chromosoom liggen. 12 C Het is te bepalen uit een kruising waarbij beide ouders hetzelfde fenotype hebben en één van de kinderen een ander fenotype heeft. Dit komt in deze stamboom niet voor. 13 Juiste berekening: q 2 = 220 /896 = 0,25; q = 0 5; dus p = 0,5 (= de frequentie van L). De genfrequenties van L en l worden aangeduid met p en q, waarbij p + q = 1. De verdeling van de genfrequenties in de populatie is: p 2 (genotype LL) + 2pq (genotype Ll) + q 2 (genotype ll) = 1. Het deel 'normale' mensen, met genotpype ll, van de populatie is 220 van 896 is q 2. q 2 = 220 /896 = 0,25; q = 0 5; dus p = 0,5. (= de frequentie van L). 14 Voorbeelden van een juiste verklaring: Eén van de twee steekproeven is / beide steekproeven zijn niet aselect. De populatie voldoet toch niet aan de Hardy-Weinberg-regel. Er is (meer) voorkeur voor huwelijken tussen mensen met / tussen mensen zonder polydactylie. Mensen met polydactylie besluiten (nu) vaker geen kinderen te krijgen. Bacteriën 15 C Aangezien de urinebuis bij vrouwen korter is dan bij mannen, komt blaasontsteking meer voor bij vrouwen. Vanuit de blaas kunnen de bacteriën via de urineleiders de nieren bereiken. Normaal is urine steriel. Ook in bloed komen normaal geen bacteriën voor. Maar na een infectie kunnen ze via bloed de nieren bereiken. 16 Voorbeeld van een goed antwoord: De bacterie kan door het immuunsysteem / antistoffen / witte bloedcellen / macrofagen worden uitgeschakeld. 17 Buis 4; gekookte urease-oplossing is niet werkzaam. Enzymen bestaan uit eiwitten en krijgen door koken een onwerkzame vorm (denaturatie). 3
5 18 Voorbeeld van een juist diagram: tijd tot kleuromslag (in minuten) buisnummer De hoogte van het staafdiagram van buis 4 is onbegrensd. De staafdiagrammen van buis 3 en 5 hebben een gelijke hoogte. De staaf van buis 1 is hoger dan die van buis 2 en deze beide staven zijn hoger dan die van buis 3. De indicator kleurt de oplossing aanvankelijk rood door de azijnzuur, later geel door het gevormde ammoniumhydroxide. 19 C Gegeven is dat Proteus mirabilis het enzym urease produceert; zij breken dus ureum af. Ureum wordt uitgescheiden door dieren; het is een afbraakproduct van eiwitten. Pijl 8 geeft de mineralisatie hiervan aan. (Biodata 3.7 of Binas 83D) Pijl 1 is biologische stikstofbinding door knolletjesbacteriën en vrijlevende stikstofbindende bacteriën. Pijl 6 is denitrificatie door denitrificerende bacteriën. Pijl 7 is toevoeging van stikstofverbindingen aan de bodem (niet door bacteriën). Pijl 9 en 10 is opname door planten. Pijl 11 is nitrificatie door nitrificerende bacteriën. Pijl 12 en 13 is uitspoeling door regen of grondwater. 20 E Proces 9 en 10 worden bevorderd doordat plantenwortels dan meer zuurstof krijgen. Proces 11 wordt bevorderd doordat nitrificerende bacteriën dan meer zuurstof krijgen. (Biodata 3.7; Binas 83D) Door de hogere temperatuur worden alle genoemde processen bevorderd. 4
6 Voortplantingscellen 21 Voorbeeld van een juiste uitleg: Uit afbeelding 13 blijkt dat de kans op een kind met het syndroom van Down toeneemt met de leeftijd van de moeder. Een verklaring daarvoor is dat primaire oöcyten lang (ongeveer evenlang als de moeder oud is) in een rusttoestand tussen profase en metafase verkeren. Daardoor kunnen fouten bij de meiose optreden. Bij de vorming van spermacellen treedt geen rusttoestand op (deze worden elke dag opnieuw bijgemaakt) en is de kans op fouten bij de meiose veel kleiner. 22 A Ook geborenen met het syndroom van Down zijn uit een afwijkende oöcyt ontstaan. De grafiek bewijst zelfs dat afwijkende oöcyten kunnen worden bevrucht. Het percentage geborenen met het syndroom van Down kan niet worden berekend, omdat niet is aangegeven uit hoeveel moeders iedere leeftijdscategorie de onderzoeksgroep bestaat. Het kan dus wel worden berekend (afgelezen) per leeftijdscategorie. 23 C Poollichaampjes ontstaan aan het einde van de meiose I en II (afbeelding 12). Volgens tekst 1 wordt de meiose I, die voor de geboorte was begonnen, onderbroken door een rusttoestand. Pas bij de rijping van de oöcyt voor de ovulatie (zie Biodata 14.3) wordt de meiose afgemaakt. Groei 24 Voorbeeld van een juist antwoord: Pijl Q geeft een stimulering aan. GHIF remt de productie van GH, dus zal GH de productie van GHIF stimuleren als er sprake is van negatieve terugkoppeling = RF / releasing factor 2 = ACTH / adrenocorticotroof hormoon (Biodata 24.5; Binas 75B) 3 = cortisol Een pijl vanaf de bijnieren naar de hypothalamus met een en een pijl vanaf de bijnieren naar de hypofyse met een. Een pijl van de hypothalamus naar de hypofyse met een + en een pijl van de hypofyse naar de bijnieren met een C Naarmate de P 50 -curve steiler loopt, is de groeisnelheid hoger. Vanaf de geboorte wordt de P 50 -curve tot aan 12 jaar steeds minder steil; daarmee vervallen de diagrammen 2 en 4. Het steiler worden in het 13 e jaar geeft een toename van de groeisnelheid weer; daarmee vervalt diagram 1. MHC 27 C Het aantal mogelijke allelen per locus (plaats op het chromosoom) wordt met elkaar vermenigvuldigd. 5
7 28 Voorbeeld van een juiste uitleg: Bij het voorkomen van een groot aantal verschillende allelen is de kans groot dat er individuen zijn, die bij nieuwe infectieziekte (of variant) een functioneel MHC hebben, dat leidt tot een passende afweerreactie. Daardoor zijn er bij elke epidemie overlevenden (en blijft de soort in stand). 29 Juiste plaatsing van MHC-allelen: DR3 B8 A1 DR3 B8 A1 DR2 B7 A3 DR2 B7 A3 De juiste locus/volgorde DR - B - A is ingevuld; blijkt uit afbeelding 17. De juiste koppelingsgroepen (DR3-B8-AI en DR2-B7-A3) zijn aangegeven. Ieder kind heeft een chromosoom van iedere ouder met daarop de gekoppelde allelen, b.v. uit tabel 2 hebben kind 1, 2 en 3 A1, B8 en DR3 van de vader. Kinderen 4 en 5 hebben A3 en dus ook B7 en DR2 gekregen. Op beide chromatiden van de chromosomen zijn dezelfde allelen aangegeven. Deze allelen zijn immers door replicatie uit elkaar ontstaan en daardoor identiek. 30 E Een donororgaan van het familielid dat de minste allelen gemeenschappelijk heeft, zal de grootste kans op afweerreactie hebben. Ieder niet-gemeenschappelijk allel zorgt voor een grotere afwijking van het MHCeiwit dat op de cellen van de orgaan-acceptor voorkomt. Lichaam van de mens 31 C Zuurstofrijk slagaderlijk bloed komt eerst in Q. Daarna in P, een glomerulus in een nierkapsel. Daar wordt weinig zuurstof gebruikt. Het stroomt verder via R, een afvoerend zuurstofrijk slagadertje. Dit voert bloed van de glomerulus naar het nierkanaaltje en lis van Henle voordat het naar de ader gaat. Omdat een deel van het bloedplasma uit de glomerulus wordt geperst, blijven er in het bloed (bij R) in verhouding meer rode bloedlichaampjes met zuurstof per volume-eenheid achter. 6
8 32 Grafiek a geeft situatie Q weer. Voorbeeld van een juiste uitleg: De sporter heeft veel getranspireerd en daarmee water verloren, waardoor de osmotische waarde van het bloed hoog is. Dit leidt tot (een hoge) ADH-afgifte. Hierdoor vindt meer wateropname in het nierkanaaltje plaats en is er weinig uitscheiding van urine. 33 Voorbeeld van een juist diagram: glucoseconcentratie tijd (uren) De assen zijn benoemd: X-as tijd in uren; Y-as glucoseconcentratie. Alle meetpunten (bij 0, I, I 1 /2, 2 1 /2, 3 1 /2, 4 1 /2, 5 1 /2 en 6 1 /2 uur) zijn weergegeven. De grafiek daalt eerst, stijgt dan en daalt dan weer. Stijging komt omdat er glucose uit het verteringskanaal in bloed wordt opgenomen. De daling ontstaat nadat het verteringskanaal vrijwel leeg is, en door oplag en dissimilatie van glucose. Theorieën 34 F Met verloop van een lijn in zijwaartse richting wordt een verandering in de tijd aangegeven. Uit een vertakking blijkt dat de oorsprong gemeenschappelijk is. Pikgedrag van meeuwen 35 Voorbeeld van een juiste conclusie: Er is weinig/geen verschil in respons op snavels met een andere kleur dan rood. 36 D Verandering in pikfrequentie is alleen verklaarbaar als de modellen slechts in één factor van elkaar verschillen. Bewering 1 blijkt uit vergelijking van het tweede en het laatste model. Bewering 2 blijkt uit vergelijking van het tweede en één na laatste model. Bewering 3 blijkt onjuist uit vergelijking van de eerste twee modellen. 7
9 37 Voorbeeld van een experiment om deze hypothese te toetsen: Ik gebruik één model met een vlek op de snavel, en één met een vlek op de kop. Ik verwacht dat de jongen het meest pikken naar de vlek als die op de snavel zit of Naar één van de twee modellen zal vaker gepikt worden. Respiratoir quotiënt 38 D CO 2 verbruik voor 8 gram koolhydraten: 8 x 828 = 6624 ml CO 2 verbruik voor 8 gram vet: 8 x 1427 = ml Totaal CO 2 verbruik: = ml = 18 L 39 Voorbeeld van een juiste berekening: O 2 -verbruik voor 8 gram koolhydraten: 8 x 828 ml = 6624 ml = 6,624 L energieopbrengst: 6,624 x 21,1 kj = 139,77 kj O 2 -verbruik voor 8 gram vetten: 8 x 2019 ml = ml = 16,152 L energieopbrengst: 16,152 x 19,5 kj = 314,96 kj Totale energieopbrengst: 139, ,96 = 454,73 kj Percentage energie dat door de koolhydraten wordt geleverd: 139,77 : 454,73 = 0,31 = 31 % 40 De dissimilatie van glucose verschuift naar de dissimilatie van vet (en eiwit). Uit de reactievergelijkingen blijkt het RQ van glucose (koolhydraat) 6 /6 = 1, van vet 57 /80 = 0,71 en van eiwit 5 /6 = 0,83. Naarmate het aandeel van vet in de dissimilatie groter wordt, benadert het RQ 0,71. 8
Eindexamen biologie 1-2 vwo 2002-I
4 Antwoordmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 punten toegekend. Aërobe dissimilatie 1 B 2 F 3 C Relaties in een ecosysteem 4 B De toendra 5 F 6 2 en 14 Voor elk ander antwoord
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO. Biologie 1,2 (nieuwe stijl) en biologie (oude stijl)
Biologie 1,2 (nieuwe stijl) en biologie (oude stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 20 02 Tijdvak 1 Inzenden scores Uiterlijk op 29 mei de scores van de alfabetisch eerste
Nadere informatieEindexamen biologie 1-2 vwo 2002-I
Tenzij anders vermeld, is er sprake van normale situaties en gezonde organismen. Aërobe dissimilatie Bij de aërobe dissimilatie van koolhydraten wordt een drietal deelprocessen onderscheiden: de glycolyse;
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I SCHEIKUNDE HAVO
UITWERKING TOELICTING OP DE ANTWOORDEN VAN ET EXAMEN 2002-I VAK: NIVEAU: SCEIKUNDE AVO EXAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1 EXAMEN: 2002-I
TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1 NIVEAU: HAVO EAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I WISKUNDE. MAVO-D / VMBO-gt
UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: NIVEAU: WISKUNDE MAVO-D / VMBO-gt EXAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I D
UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I D VAK: NIVEAU: EXAMEN: WISKUNDE MAVO 2001-I D De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: WISKUNDE B 1,2 EXAMEN: 2001-I
UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: WISKUNDE B 1,2 NIVEAU: HAVO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.
Nadere informatieBiologie (jaartal onbekend)
Biologie (jaartal onbekend) 1) Bijgevoegde fotografische afbeelding geeft de elektronenmicroscopische opname van een organel (P) van een cel. Wat is de belangrijkste functie van dit organel? A. Het transporteren
Nadere informatieZelfstandig werken. Ajodakt. Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie
Zelfstandig werken Ajodakt Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie 9 789074 080705 Informatieverwerking Groep 7 Antwoorden Auteur P. Nagtegaal ajodakt COLOFON Illustraties
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 EXAMEN: 2001-I
UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 NIVEAU: VWO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2
TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 NIVEAU: EXAMEN: HAVO 2001-II De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I
TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: NIVEAU: BIOLOGIE HAVO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Eukaryote cel 7/2/2015. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Eukaryote cel 7/2/2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum http://www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN:
UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN: VAK: NIVEAU: Economie Mavo D EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen
Nadere informatieWerkwoordspelling 2 Toelichting en Antwoorden
Werkwoordspelling 2 Toelichting en Antwoorden COLOFON Auteurs Frank Pollet Illustraties Liza-Beth Valkema Basisvormgeving LS Ontwerpers bno, Groningen Omslag illustratie Metamorfose ontwerpen BNO, Deventer
Nadere informatieNoorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Wet van Ohm. J. Kuiper. Transfer Database
Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Wet van Ohm J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs
Nadere informatieFenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11
1. Bij honden is het allel voor donkerbruine haarkleur (E) dominant over het allel voor witte haarkleur (e). Het allel voor kort haar (F) is dominant over het allel voor lang haar (f). Een aantal malen
Nadere informatie06950181_voorw 01-03-2005 15:47 Pagina I. Een Goed. Feedbackgesprek. Tussen kritiek en compliment. Wilma Menko
06950181_voorw 01-03-2005 15:47 Pagina I Een Goed Feedbackgesprek Tussen kritiek en compliment Wilma Menko 06950181_voorw 01-03-2005 15:47 Pagina II Een goede reeks ISBN Een goede vergadering 90 06 95017
Nadere informatieExamen Voorbereiding Cellen
Examen Voorbereiding Cellen Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 2 Cellen Begrippenlijst: Begrip Organellen Plastiden Stamcellen Embryonale stamcellen Adulte stamcellen Endoplasmatisch reticulum
Nadere informatieAerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken.
Begrippenlijst door Lauke 1056 woorden 23 oktober 2017 5,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Begrippen biologie hoofdstuk 2 Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en
Nadere informatieBiologie 1997 Augustus
www. Biologie 1997 Augustus Vraag 1 In de onderstaande tekening is de elektronenmicroscopische afbeelding van een cel van een traanklier van een mens weergegeven. Het afgescheiden traanvocht bevat een
Nadere informatieVWO 1995 Biologie tijdvak 1
1 2 Een voorbeeld van een goed antwoord is: 1 omdat het een vorm van symbiose is waarbij het ene organisme (de larve) voordeel heeft en het andere organisme (de plant) nadeel Indien alleen wordt geantwoord:
Nadere informatieNoorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Stroom. J. Kuiper. Transfer Database
Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Stroom J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie
Nadere informatieBiologie 2000 Vraag 1 De plaats waar de chromatiden van een chromosoom tijdens de eerste fasen van een cel/kerndeling aan mekaar vastzitten noemt men: A. Centriool B. Centromeer C. Centrosoom D. Chromomeer
Nadere informatieWelke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?
Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande
Nadere informatieStenvert. Taalmeesters 2. Antwoorden. Taalmeesters 2. Zelfstandig werken. Antwoorden. Groep 4. Taal COLOFON COLOFON
Taalmeesters 2 Antwoorden COLOFON Taalmeesters 2 Stenvert Zelfstandig werken Taal Groep 4 Antwoorden Auteurs Evelien Klok, Michelle Kraak, Hans Vermeer Conceptontwerp omslag: Metamorfose ontwerpers BNO,
Nadere informatieStenvert. Rekenmeesters 5. Zelfstandig werken Rekenen Groep 7 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Rekenen Rekenmeesters 5 Antwoorden Groep 7
Zelfstandig werken Rekenen Groep 7 Antwoorden Stenvert maakt deel uit van ThiemeMeulenhoff Zelfstandig werken (Z). Dit bestaat uit een groot assor ment leermiddelen voor alle leerjaren. Op onze Z-site vindt
Nadere informatieNoorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Spanning. J. Kuiper. Transfer Database
Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Spanning J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 EXAMEN: 2002-I
TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 NIVEAU: VWO EXAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen
Nadere informatieEindexamen biologie 1-2 vwo 2001-II
Eindexamen biologie -2 vwo 2-II 4 Antwoordmodel Energie Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 punten toegekend. C 2 Een juiste berekening leidt tot de uitkomst P = joule. I = joules; A/I
Nadere informatieStenvert. Taalmeesters 6. Zelfstandig werken Taal Groep 8 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Taal Taalmeesters 6 Antwoorden Groep 8
Zelfstandig werken Taal Groep 8 Antwoorden Stenvert maakt deel uit van ThiemeMeulenhoff Zelfstandig werken (Z). Dit bestaat uit een groot assor ment leermiddelen voor alle leerjaren. Op onze Z-site vindt
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2
TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 NIVEAU: EXAMEN: VWO 2001-II De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen
Nadere informatieJuli blauw Biologie Vraag 1
Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en
Nadere informatieJuli geel Biologie Vraag 1
Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en
Nadere informatieBIOLOGIE Havo / Vwo 4 Submicroscopische cel: celorganellen
www.dlwbiologie.wordpress.com BIOLOGIE Havo / Vwo 4 Submicroscopische cel: celorganellen Havo 4 Thema 2 Basisstof 5 (blz. 68 en 69) De submicroscopische cel. Binas 79 B, C, D. Vwo 4 Thema 2 Basisstof 5
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VWO
UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: SCHEIKUNDE 1 NIVEAU: VWO EXAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.
Nadere informatiegroep Computerprogramma woordenschat
Taal actief G e b r u i k e r si n st r u c t i e C o m pu te rpro gra m m a w o o rde n s c ha t 214088_OM.indd 1 gro ep 6 22-06-2009 12:22:50 telefoon: 073-628 87 22 e-mail: helpdesk.bao@malmberg.nl
Nadere informatie1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden
Paragraaf 5.1 1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden 2. a) Huid, longen, nieren en lever b) Water c) Huid: zouten, Longen: CO 2, Nieren: Ureum,
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2000 ECONOMIE MAVO-D NIVEAU: EXAMEN: 2000-I
UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2000 VAK: NIVEAU: ECONOMIE MAVO-D EXAMEN: 2000-I Deze uitwerking wordt ook opgenomen in de Examenbundel Onderwijspers 2001-2002 die in de zomer van
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 EXAMEN: 2002-I
TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 NIVEAU: HAVO EXAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen
Nadere informatie4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN
Examentrainer Vragen Karyogrammen In afbeelding 1 zijn twee karyogrammen weergegeven. Deze karyogrammen zijn afkomstig van een eeneiige tweeling. Het ene kind is van het mannelijk geslacht zonder duidelijke
Nadere informatieLevel 1. Vul het juiste woord in
Level 1 Vul het juiste woord in Keuze uit: Gen, Allel, Locus, Dominant, Recessief, Co-dominantie, Monohybride kruising, Dihybride kruising, Autosoom, Autosomale overerving, X-chromosomale overerving, Intermediair
Nadere informatieEindexamen biologie havo 2000-II
4 Antwoordmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 punten toegekend. Senecio jacobaea Maximumscore (natuurlijke)selectie/evolutie 2 C 3 Uit het antwoord moet blijken dat ze niet tot
Nadere informatiePraktische opdracht Biologie Cellen
Praktische opdracht Biologie Cellen Praktische-opdracht door een scholier 1674 woorden 12 juni 2004 5,9 513 keer beoordeeld Vak Biologie Cellen Elk organisme op aarde is opgebouwd uit één of meer cellen.
Nadere informatieCelmembraan (duh! dat maakt het een cel) Celwand Ribosomen (voor eiwitsynthese) Soms: uitsteeksels zoals flagel (zweepstaart)
Bacterie cel: prokaryoot: geen kern, geen chromosomen zoals wij ze kennen maar cirkelvormig Chromosoom: dus wel DNA Sommige autotroof: als ze pigmenten hebben waarmee ze fotosynthese kunnen uitvoeren Meeste
Nadere informatieEindexamen biologie vwo 2006-I
4 Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden twee punten toegekend. Goudplevieren 1 voorbeelden van juiste oorzaken: een aantal vliegt in het donker over niet op alle plaatsen
Nadere informatieEindexamen biologie pilot havo I
Beoordelingsmodel Vraag Antwoord Scores Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 scorepunten toegekend. Bromelia s 1 A 2 C 3 B 4 maximumscore 2 Osmose is diffusie van water door/via een semipermeabele
Nadere informatieWelke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?
Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande
Nadere informatievwo uitscheiding 2010
vwo uitscheiding 2010 Regulatie bloeddruk De nieren spelen een rol bij de regulatie van de bloeddruk. Het JGA (Juxta Glomerulaire Apparaat), voor een deel gelegen in de wand van de aanvoerende slagadertjes
Nadere informatieWelke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?
Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande
Nadere informatieBIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.10.1
BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.10.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van
Nadere informatieUITWERKING OEFENVRAGEN NEDERLAND EN INDONESIE VIER EEUWEN CONTACT EN BEINVLOEDING GESCHIEDENIS
UITWERKING OEFENVRAGEN NEDERLAND EN INDONESIE VIER EEUWEN CONTACT EN BEINVLOEDING VAK: NIVEAU: GESCHIEDENIS MAVO De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.
Nadere informatieNaar: D.O. Hall & K.K. Rao, Photosynthesis, Studies in Biology, Cambridge, 1994, blz. 106.
Examentrainer Vragen Fotosynthese Vanuit tussenproducten van de fotosynthese worden niet alleen koolhydraten gevormd, maar ook vetten, vetzuren, aminozuren en andere organische zuren. Dag- en seizoensgebonden
Nadere informatieCopyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings
De meeste organismen hebben een twee sets chromosomen, met daarop informatie voor alle eigenschappen van dat organisme (diploid) Deze erfelijke informatie noemen we het genotype Hoe deze erfelijke informatie
Nadere informatieExamentraining onderwerp: diagrammen Lees eerst de vraag. ga dan naar de tekst! onderwerp: Bloedsomloop Lees eerst de vraag. ga dan naar de tekst!
Examentraining onderwerp: diagrammen Moet er een diagram getekend worden? Bedenk: Welk type grafiek is er nodig. Is het een Lijndiagram? bedenk dan: wat komt er op de X-as? (de onafhankelijke variabele,
Nadere informatieLongemfyseem is bij ouderen een van de belangrijkste oorzaken van kortademigheid en gebrek aan uithoudingsvermogen.
Examentrainer Vragen Longemfyseem Longemfyseem is bij ouderen een van de belangrijkste oorzaken van kortademigheid en gebrek aan uithoudingsvermogen. Het ontstaan van longemfyseem is een complex proces.
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I EXAMEN: 2001-I
UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: NIVEAU: SCHEIKUNDE HAVO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.
Nadere informatie28 Testkruising testkruising = een kruising om te achterhalen of een organisme homozygoot of heterozygoot is. Voorbeeld van een testkruising om te bepalen of een organisme homozygoot of heterozygoot is
Nadere informatieNoorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Weerstand. J. Kuiper. Transfer Database
Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Weerstand J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en
Nadere informatie0695019x_binnen 23-06-2004 12:40 Pagina I. Goed. Een. Tweegesprek. Mart Bakker
0695019x_binnen 23-06-2004 12:40 Pagina I Een Goed Tweegesprek Mart Bakker I 0695019x_binnen 21-06-2004 11:51 Pagina II Een goede reeks ISBN Een goede vergadering 90 06 95017 3 Een goed feedbackgesprek
Nadere informatieEindexamen biologie havo 2007-II
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden twee punten toegekend. De ziekte van Lyme 1 maximumscore 1 Het antwoord bevat de notie dat teken als voedsel bloed(plasma) zuigen,
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 9 en 10
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 96 woorden 2 juni 2007 7,7 9 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Paragraaf 9.1 Gist: Eencellige schimmelsoort die in gedroogde
Nadere informatieEindexamen biologie havo 2006-II
4 Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden twee punten toegekend. Hazen en ganzen Maximumscore 3 1 voorbeeld van een diagram: aantal planten zeealsem gewone zoutmelde zoutgehalte
Nadere informatieDan is de waarde van het recessieve allel q dus 0,87, vanwege het feit dat p + q = 1.
Opgave 1: Wet van Hardy-Weinberg Een populatie van 10.000 individuen voldoet wat betreft de onderlinge voortplanting aan de voorwaarden, genoemd in de wet van Hardy-Weinberg. Van deze populatie is bekend
Nadere informatieLevel 1. Vul het juiste woord in
Level 1 Vul het juiste woord in Keuze uit: Gen, Allel, Locus, Dominant, Recessief, Co-dominantie, Monohybride kruising, Dihybride kruising, Autosoom, Autosomale overerving, X-chromosomale overerving, Intermediair
Nadere informatieThema: Inleiding in de biologie & Cellen
Thema: Inleiding in de biologie & Cellen HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai VWO DOELSTELLINGEN (1) 4V:
Nadere informatieWelke combinatie van twee celorganellen en hun respectievelijke functies is correct?
Biologie Vraag 1 Welke combinatie van twee celorganellen en hun respectievelijke functies is correct? ribosoom en synthese van eiwitten kern en fotosynthese mitochondrion en fotosynthese ribosoom
Nadere informatieOrganismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof
Boekverslag door A. 1802 woorden 20 juni 2007 5 71 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting stofwisseling Stofwisseling is het totaal van alle chemische processen in een organisme
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: Erfelijkheid 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Erfelijkheid 6/29/2013 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum http://www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
Nadere informatieMitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).
Samenvatting door M. 1493 woorden 28 februari 2014 5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Genotype en fenotype Veel eigenschappen zijne erfelijk. Je hebt deze eigenschappen geërfd van
Nadere informatieSamenvatting Biologie H1+2
Samenvatting Biologie H1+2 Samenvatting door Marjolein 2356 woorden 20 december 2017 7,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting: https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-biologie-h12
Nadere informatie42 blok 6. Een huis inrichten. Teken de meubels in het huis. Plaats ze waar jij wilt. Vul in. Hoeveel eet elke hond? Hoeveel kilo vlees?
42 blok 6 C1 Een huis inrichten. Teken de meubels in het huis. Plaats ze waar jij wilt. C2 Vul in. Hoeveel eet elke hond? Hoeveel kilo vlees? Hoeveel pakken brokken? Hoeveel bakjes water? Fido 3 2 1 4
Nadere informatieGezond eten: Daar heb je een leven lang lol van!
Gezond eten: Daar heb je een leven lang lol van! Opgedragen aan Julia, Floris en Maurits. Gezond eten: Daar heb je een leven lang lol van! EEN VROLIJK BOEK VOOR KINDEREN WAARMEE ZIJ HUN OUDERS KUNNEN LEREN
Nadere informatieEindexamen biologie 1-2 vwo 2004-I
4 Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 punten toegekend. Genetisch gemodificeerde gewassen 1 1, 2, 3 en 5 Voor elke fout of ontbrekend cijfer 1 punt aftrekken. 2 Voorbeelden
Nadere informatieEindexamen biologie 1-2 vwo 2001-I
Eindexamen biologie -2 vwo 2-I 4 Antwoordmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 punten toegekend. Voortplanting D Maximumscore 2 Een voorbeeld van een goed antwoord is: ja, want in
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2000
TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2000 VAK: ECONOMIE 1,2 NIVEAU: EXAMEN: HAVO 2000-II Deze uitwerking wordt ook opgenomen in de Examenbundel Onderwijspers 2001-2002 die in de zomer van 2001 bij
Nadere informatieAAbb of Aabb = normaal zicht aabb of aabb = retinitis pigmentosa AABB of AABb = retinitis pigmentosa
13. (MC) Retinitis pigmentosa is een erfelijke vorm van blindheid, die kan veroorzaakt worden door een recessief allel (a) op een locus alfa, of door een dominant allel (B) op een andere locus, bèta. Onderstaande
Nadere informatieWelke van de onderstaande beweringen is correct met betrekking tot het zenuwstelstel?
Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande beweringen is correct met betrekking tot het zenuwstelstel? Myeline is een hoofdzakelijk eiwitrijke stof die aangemaakt wordt door Schwann cellen. Myeline
Nadere informatieWelke van de onderstaande beweringen is correct met betrekking tot het zenuwstelstel?
Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande beweringen is correct met betrekking tot het zenuwstelstel? Myeline is een hoofdzakelijk vetachtige stof die aangemaakt wordt door Schwann cellen. Myeline
Nadere informatieLet er op dat je voor iedere vraag een uitwerking maakt met kruisingsschema en/of berekening.
Week Thema Onderwerp Datum 43 3 Basisstof 1 t/m 4 23/10 28/10 44 3 Basisstof 1 t/m 4 31/10 4/11 45 7/11 11/11 Basisstof 5 t/m 7 bespreken 3 Basisstof 5 t/m 7 bespreken Verrijkingsstof 1 Herhalen en bespreken
Nadere informatieDiagnostische toets Van HIV tot AIDS?
Diagnostische toets Van HIV tot AIDS? Moleculen 1. Basenparing In het DNA vindt basenparing plaats. Welke verbinding brengt een basenpaar tot stand? A. Peptidebinding B. Covalente binding C. Zwavelbrug
Nadere informatieSamenvatting Biologie Erfelijkheid & Evolutie (Hoofdstuk 7 & 8.1)
Samenvatting Biologie Erfelijkheid & Evolutie (Hoofdstuk 7 & 8.1) Samenvatting door CÃ line 1065 woorden 5 juli 2016 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie P4 Hoofdstuk 7 1 Uniek Eigenschappen
Nadere informatieVlaamse Biologie Olympiade 26 ste editie Eerste ronde
Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 200F bus 2404 3001 Heverlee Tel.: 016-32 74 71 E-mail: info@vonw.be www.vonw.be Vlaamse Biologie Olympiade 26 ste
Nadere informatiewww. Biologie 2001 Vraag 1 Dit zijn een aantal gegevens over een nucleïnezuur. 1. Het is een enkelvoudige keten. 2. Het bevat als basen: G - A - C - T. 3. Het varieert naargelang de soort cel binnen één
Nadere informatieEindexamen biologie vmbo gl/tl 2007 - II. De kip en het ei. Informatie 1 Uiterlijk. - www.vmbogltl.nl www.examen-cd.nl -
De kip en het ei Informatie 1 Uiterlijk kam oog snavel kinlellen Borst P tenen Een witte leghorn Al 7000 jaar geleden werden kippen (of hoenderen) als huisdieren gehouden. Men vermoedt dat de kip afstamt
Nadere informatieDenken + Doen = Durven
1 Denken + Doen = Durven Werkboek voor jezelf Dit werkboek is van: Houten Bohn Stafleu van Loghum, 2008 2 Denken + Doen = Durven Kind en Adolescent Praktijkreeks Dit Denken + Doen = Durven, Werkboek voor
Nadere informatieBIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL]
BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking van enzymen kunnen beschrijven moet het proces van
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I EXAMEN: 2001-I
UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: NIVEAU: NEDERLANDS MAVO D EXAMEN: 2001-I Deze uitwerking wordt ook opgenomen in de Examenbundel Onderwijspers 2002-2003. De uitgever heeft
Nadere informatieDocentenhandleiding bij Elektrotechnisch tekenen Basiskennis
tr@nsfere Docentenhandleiding bij Elektrotechnisch tekenen Basiskennis Leerwerkboek S.J. Kuipers redactie S.J.H. Frericks ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet
Nadere informatie<A> Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. <B> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine.
Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Cytosine
Nadere informatie<A> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. <B> Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine.
Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine. Thymine
Nadere informatieOm een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.
Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag van het vak Biologie vwo, eerste tijdvak (2015). In dit examenverslag proberen we zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende vraag: In hoeverre
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 1-2
Samenvatting Biologie Thema 1-2 Samenvatting door M. 2549 woorden 8 oktober 2015 6,3 3 keer beoordeeld Vak Biologie 1. Wat is Biologie? Biologie is de studie van de organismen, alle organismen vertonen
Nadere informatieBIOLOGIE Thema: Stofwisseling Havo
BIOLOGIE Thema: Stofwisseling Havo Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking van enzymen kunnen beschrijven moet het proces van foto
Nadere informatieEindexamen biologie vmbo gl/tl 2006 - I
BEOORDELINGSMODEL Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. PLASSENDE PANDABEREN 1 maximumscore 1 territorium GALSTENEN 2 C 3 C VLEESETENDE PLANTEN 4 D 5 maximumscore 1 glucose
Nadere informatieEindexamen biologie 1-2 vwo 2005-II
4 Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden twee punten toegekend. Bouw en werking nieren 1 terugresorptie: pijl nummer 2 1 ultrafiltratie: pijl nummer 1 1 2 kenmerken zijn:
Nadere informatieOplossingen Biologie van 2000
www. Oplossingen Biologie van 2000 Disclaimer: Alle uitwerkingen zijn onder voorbehoud van eventuele fouten. Er is geen enkele aansprakelijkheid bij de auteur van deze documenten. Vraag 1 Om deze vraag
Nadere informatieDe eerste 1000 dagen
De eerste 1000 dagen De eerste 1000 dagen Het fundamentele belang van een goed begin vanuit biologisch, medisch en maatschappelijk perspectief Tessa Roseboom De Tijdstroom, Utrecht De Tijdstroom uitgeverij,
Nadere informatie