Businessplan Olympisch programma dames VII rugby

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Businessplan Olympisch programma dames VII rugby 2010-2011"

Transcriptie

1 Businessplan Olympisch programma dames VII rugby Naam: Mart Hofmans Studentennummer: Ten behoeve van: Bacheloropleiding Sport, Management & Ondernemen Hogeschool van Amsterdam In opdracht van: Nederlandse Rugby Bond Datum van afsluiting: 16 mei 2011

2 Businessplan Olympisch programma dames VII rugby Auteur M.J.P. Hofmans Zaandammerplein ZD Amsterdam Opdrachtgever Krijn de Schutter Nederlandse Rugby Bond Afstudeerdocent Martin Breedijk Hogeschool van Amsterdam Meelezer Paul Lammers Hogeschool van Amsterdam 2

3 Voorwoord Beste lezer, Voor u ligt het businessplan Olympische programma dames VII rugby Dit businessplan is het resultaat van mijn afstudeerperiode voor de bacheloropleiding Sport, Management & Ondernemen aan de Hogeschool van Amsterdam. Het businessplan is geschreven in opdracht van de Nederlandse Rugby Bond. Tijdens de uitwerking van het businessplan is er een nauwe samenwerking geweest met Krijn de Schutter, manager rugby technische zaken van de NRB. Krijn is binnen de Nederlandse Rugby Bond verantwoordelijk voor de technische organisatie omtrent de topsportselecties. Ik wil in dit voorwoord gebruik maken om Krijn te bedanken voor zijn steun, begeleiding en vertrouwen in mij. Na het inleveren van mijn scriptie blijf ik beschikbaar voor de verdere ontwikkeling van het Olympisch plan richting Rio de Janeiro Vanuit de opleiding Sport, Management & Ondernemen ben ik begeleid door Martin Breedijk. Ik wil daarom hem en Gido Vermeulen bedanken voor hun adviezen, visie en input op mijn scriptie. Daarnaast wil ik ook van de gelegenheid gebruik maken om Roxanna van Erp te bedanken die vanuit CTO Amsterdam advies en input heeft gegeven op dit businessplan. Paul Lammers, heeft mij in het gehele derde jaar en in de eerste helft van het vierde jaar begeleidt als coach. Paul stond op ieder moment voor me klaar om mij te voorzien van antwoorden op vragen die ik had. Zo hebben we zelfs in de zomervakantie van 2010 contact gehad over uiteenlopende zaken omtrent school. Dit is dan ook de reden dat ik Paul Lammers apart wil bedanken voor zijn advies, het delen van kennis, zijn tijd en energie die hij in mij gestoken heeft. Verder wil ik alle andere mensen binnen de bond en vanuit de opleiding bedanken die mijn scriptie van feedback hebben voorzien. Tijdens de uitwerking van dit businessplan heb ik veel plezier gehad en heb ik erg veel geleerd. Ik hoop dat u net als ik veel plezier beleeft bij het lezen van dit businessplan. Met vriendelijke groet, Mart Hofmans 3

4 Summary The Dutch Rugby Union has got an Olympic ambition to achieve a medal at the Olympics of 2016 in Rio de Janeiro. In order to realize this goal the Dutch Union has to make sure that this ambition is not only shared with its members, but also that the results of the Dutch Women s Sevens team are high enough. To fully compete with other European top countries the Dutch Rugby Union is setting up a fulltime talent- and top sport program in In order for growth the program is split into 3 phases. The first phase runs from 2010 till September 2011 and is called the transition phase. In this phase the transition from a amateur to a full time trainings program has been made. The focus in this phase is at the European Championships 2011 where they can achieve the Olympic A- status. Next to the qualification the first phase also have a identification of talented athletes from other sporting codes. The next phase to the Olympic ambition is from In this phase the team is focusing on the development to the World Championships in The last phase is the phase to the Olympic Games in Rio de Janeiro. In this last phase the players are focusing on the qualification for the Olympics. This fulltime talent- and top sport program will be set up in collaboration with the Center for Top-sports and Education Amsterdam (CTO) and NOC*NSF. In addition to these collaborations, there is also an appointed full time coach. This coach is responsible for the training programs, development and results of the team. In this process he will be assisted by a staff of experienced people from in- and outside the rugby world. This paper will describe the process of the transition phase. The first part of this paper will focus on the NRB as a organization and then the study will focus on the Olympic Women s Sevens program. The results of this program are describing the optimal organization of the Olympic program. The Dutch Union have not managed all parts in the transition phase on the most effective way. But in general it can be concluded that the project team women s Sevens have worked very effective. They have implemented choices rapidly in reasonable manner. In particular, the development speed of the entire program is admirable. Based on the recommendations that are given in in the end of this paper, there is no doubt that the continuation of the program will be a growing success. Keywords: transition, fulltime, CTO, ambition, Sevens. 4

5 Inhoudsopgave Voorwoord blz. 3 Summary blz. 4 Inhoudsopgave blz. 5 Inleiding blz. 7 Aanleiding blz. 7 Context blz. 7 Case blz. 7 Opdracht blz. 8 Opbouw van het Businessplan blz De Nederlandse Rugby Bond blz Structuur blz Cultuur blz Missie, visie en doelstellingen blz Leden blz Talentontwikkeling / topsport blz SWOT-analyse blz Strategische aandachtspunten blz Confrontatiematrix blz Nationale en internationale sportorganisaties blz FIRA / IRB blz Ministerie van VWS / NOC*NSF blz CTO Amsterdam blz Benchmark blz Olympisch programma dames VII blz Beschrijving fase I Olympisch programma blz Missie, visie en doelstellingen blz De Organisatie dames VII blz Intern blz Extern blz Weerstandsanalyse blz Doelgroepen blz Weerstandsanalyse blz. 42 5

6 8. Sporttechnisch programma blz Coachprofiel blz Staf blz Competitie blz Training blz Testen blz Selectiecriteria blz Instroom Uitstroom blz Faciliteiten blz Evaluatie blz Financieel blz Marketing & Communicatie blz Marketingmix blz Proces blz Presentatie blz Communicatiegroepen blz Communicatiemiddelen blz What if blz Afronding transitiefase blz Scenario s blz. 64 Conclusie blz. 65 Aanbevelingen blz. 69 Literatuurlijst blz. 72 Bijlage blz. 76 Bijlage I blz. 76 Bijlage II blz. 81 Bijlage III blz. 82 Bijlage IV blz. 88 Bijlage V blz. 89 Bijlage VI blz. 91 Bijlage VII blz. 93 Bijlage VIII blz. 95 Bijlage IX blz. 98 Bijlage X blz

7 Inleiding Aanleiding Op vrijdag 9 oktober 2009 heeft het IOC besloten dat Sevens rugby een nieuwe Olympische discipline wordt op de Olympische Spelen van Rio de Janeiro in De Nederlandse Rugby Bond (NRB) heeft de ambitie om met het dames VII team een medaille te behalen op de Olympische Spelen van 2016 (Yves Kummer, NRB). Er is specifiek voor de dames selectie gekozen, omdat zij met eerder behaalde resultaten de meeste kans hebben op het behalen van successen. EK 2008: 3 de plaats EK 2009: 2 de plaats EK 2010: 3 de plaats Deze ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat er binnen de NRB besloten is om het dames VII te professionaliseren. Context Op dit moment wordt rugby in Nederland vertegenwoordigd door 83 verenigingen en ongeveer 8700 leden die over heel Nederland verspreid zijn. Binnen dit ledenaantal van 8700 spelen 849 dames rugby. In het hedendaagse rugby zijn twee rugbystromen te onderscheiden. Dit zijn het 15 a side en 7 a side rugby. 15 a side rugby is op dit moment het grootst en krijgt in de media het meeste aandacht. Bij 15 a side rugby staan er 15 spelers of speelsters per team op een rugbyveld. Naast andere tactieken en technieken is het hiervoor genoemde spelersaantal het grote verschil met 7 a side rugby. Bij 7 a side rugby staan er 7 spelers of speelsters per team op een rugbyveld waardoor er meer ruimtes liggen en er vaker gescoord wordt dan in de 15 a side variant. In Nederland is er een 15 a side competitie met vier verschillende klassen voor de heren en drie verschillende klassen voor de dames. De hoogste 15 a side klasse in Nederland wordt voor zowel de mannen als de dames Ereklasse genoemd. Naast de 15 a side competitie heeft de NRB in november 2010 besloten om kleinschalig een start te maken met het opzetten van een Nederlandse dames Sevens competitie. Dit houdt voor het seizoen 2010/2011 in dat er drie NK kwalificatietoernooien plaats vinden waarbij de eerste acht teams zich plaatsen voor het NK sevens. Er is hierin gekozen voor een focus op de dames, omdat Nederland zich hiermee wil plaatsen voor de Olympische Spelen Case De Nederlandse Rugby Bond is in oktober 1932 opgericht in Amsterdam. Op het moment van de oprichting waren de volgende zes verenigingen aangesloten bij de NRB - Delftse Studenten Rugby Club - MTS Haarlem - Amsterdamse Athletiek Club - Rugby Club Eindhoven - Amsterdamse Rugby Voetbal Club - Hilversumse Rugby Club 7

8 Het totaal aantal leden dat op dat moment bij de bond ingeschreven stond bedroeg ongeveer 300. De NRB is sinds oktober 1932 het enige gezaghebbende orgaan op het gebied van rugby in Nederland (NRB, 2010) a. Door toenemende rugbyinteresse in de jaren tachtig en negentig is het Nationaal Rugby Centrum Amsterdam (NRCA) gebouwd en in 1997 geopend. Het NRCA is een complex op Sportpark De Eendracht in het Stadsdeel Nieuw-West in Amsterdam. Het Rugby Centrum heeft de beschikking over drie velden en zes kleedkamers. Er is een kantine en twee vergaderzalen voor bijeenkomsten. Naast dit alles is het bondsbureau van de NRB gevestigd in dit pand (NRB, 2010) b. Opdracht Het programma voor de Olympische Spelen van Rio de Janeiro 2016 is van start gegaan in september Vanaf het startmoment tot uiteindelijk de Olympische Spelen is het programma in drie fases ingedeeld. Fase 1 zal lopen van de start in 2010 tot aan september 2011 waarin aansluiting bij CTO Amsterdam bewerkstelligd dient te worden. Deze fase wordt ook wel de transitiefase genoemd. Fase 2 zal van start gaan als er aansluiting bij CTO Amsterdam verkregen is en zal lopen tot het WK De laatste fase start na het WK van 2013 en zal lopen tot de Olympische Spelen van 2016 in Rio de Janeiro. De ambitie van de Nederlandse Rugby Bond is om op de Olympische Spelen van 2016 mee te strijden om de medailles. Hiervoor zullen in alle bovenstaande fases successen behaald moeten worden. Het businessplan Olympisch programma dames VII zal zich met name focussen op fase 1. De vraag die bij de uitwerking van dit businessplan centraal staat is: Hoe zorgt de Nederlandse Rugby Bond ervoor dat haar Olympisch rugby programma optimaal wordt opgezet? Om de centrale vraagstelling te beantwoorden zijn de volgende deelvragen opgesteld: Huidige situatie: 1. Wat voor organisatie is de Nederlandse Rugby Bond? 2. Welke nationale en internationale organisaties hebben invloed op de Nederlandse Rugby Bond en op wat voor manier komt dit in de praktijk voor? Olympisch programma dames VII: 1. Wat is de huidige situatie van andere Europese dames VII programma s? 2. Vanuit welke filosofie wordt het Olympisch rugby programma tot uitvoering gebracht? 3. Hoe ziet de organisatiestructuur van het Olympisch rugby programma eruit? 4. Welke doelgroepen ondervinden weerstand bij de implementatie van het Olympisch dames VII rugby programma? 5. Welke financiële middelen zijn aanwezig om het Olympisch rugby programma te financieren? 6. Welke middelen worden er ingezet op het gebied van marketing binnen het Olympisch rugby programma? 8

9 Opbouw van het Businessplan Het business plan Olympisch programma dames VII bestaat uit elf hoofdstukken. De eerste drie hoofdstukken hebben betrekking op de NRB en haar omgeving. De overige acht hoofdstukken richten zich op het Olympisch programma dames VII. Aan de hand van de in hoofdstuk 1 naar voren gekomen bevindingen wordt in hoofdstuk 2 een SWOT analyse uiteengezet. In hoofdstuk 3 wordt een vijftal organisaties omschreven die nauw betrokken zijn bij de NRB. Na de beschrijving van dit hoofdstuk zal in hoofdstuk 4 ingezoomd worden op het Olympisch programma dames VII. Het hoofdstuk is een benchmark om te kijken hoe het op dit moment met de internationale concurrentie gesteld is. Vervolgens wordt het programma met haar missie, visie en doelstellingen omschreven in hoofdstuk 5. Aan de hand hiervan wordt in hoofdstuk 6 zowel de interne als de externe organisatie weergegeven. In hoofdstuk 7 van dit businessplan wordt de weerstand die bij verschillende verenigingen naar boven zou kunnen komen met de implementatie van het Olympisch programma dames VII beschreven. Het sporttechnisch programma en de financiële situatie op dit moment worden beschreven in respectievelijk hoofdstuk 8 en 9. De laatste twee hoofdstukken hebben betrekking op de Marketing & Communicatie en de scenario s waar rekening mee gehouden dient te worden in de verdere uitvoering van het Olympisch programma. Als laatste zal de conclusie geformuleerd worden waaruit aanbevelingen voortvloeien voor zowel de transitiefase als de fase

10 Hoofdstuk 1: De Nederlandse Rugby Bond Het eerste hoofdstuk van dit businessplan geeft een algemene omschrijving met daarin alle facetten van de organisatie binnen het bondsbureau van de NRB. Zo worden de structuur, cultuur, missie, visie en doelstellingen van de NRB uitgewerkt. Verder wordt in dit hoofdstuk aandacht besteed aan de talentontwikkeling en het ledenaantal van de NRB. 1.1 Structuur In het boek Understanding Sport Organizations (Slack, 2006) wordt de theorie van Mintzberg beschreven. Op grond van deze theorie van Mintzberg kan gesteld worden dat de Nederlandse Rugby Bond een Simple (organisatie) Structure is. Een aantal kenmerken, die gekoppeld worden aan een Simple Structure, zijn herkenbaar binnen de bond: - De communicatielijnen binnen de NRB zijn kort. - De NRB is een relatief kleine organisatie. - De werkzaamheden zijn voor alle medewerkers goed te overzien. - De NRB bevindt zich in een eenvoudige, maar dynamische omgeving. - De directeur heeft direct toezicht op zijn werknemers - De werknemers hebben een eigen inbreng en takenpakket. Hierbij blijft de directeur wel altijd de eindverantwoordelijke. In figuur 1 kunt u het organogram van het bureau van de NRB vinden. De NRB is een vereniging die het rugby in Nederland reguleert en structureert. De NRB heeft een algemeen bestuur dat bestaat uit Gerard Kemps (voorzitter), Lennart van Bolderick (secretaris), Marc Hermans (penningmeester), Mark Warner (competitiezaken), Michel Arends (jeugdzaken) en bestuurslid Sevens Yves Kummer. Naast het algemeen bestuur wordt er een dagelijks bestuur binnen de NRB gevormd door Lennart van Bolderick (secretaris), Marc Hermans (penningmeester), en voorzitter Gerard Kemps. Directeur Hans Schelling maakt geen deel uit van het bestuur, maar is bij overlegmomenten aanwezig voor uitleg en verantwoording (NRB, 2010) c. Iedere vier jaar keurt de Algemene Leden Vergadering (ALV) het beleidsplan van de bond. Bij goedkeuring stelt het dagelijks bestuur aan de hand van de doelstellingen uit het beleidsplan een seizoensplanning (1 jaarplan) op. In de seizoensplanning worden activiteiten omschreven, die uitgevoerd worden door de medewerkers die op het bureau van de NRB werkzaam zijn. Gedurende de werkzaamheden komt het vaak voor dat de werknemers strategische voorstellen doen richting het dagelijks bestuur. Bij deze voorstellen wordt gekeken of ze bijdrage aan de realisatie van de doelstellingen zoals deze in de seizoens- en het beleidsplan beschreven zijn. Als laatste zijn er in de structuur van de NRB een viertal afdelingen te onderscheiden. Voor iedere afdeling zijn één of twee medewerkers verantwoordelijk. De afdelingen opleidingen / scheidsrechters, algemene zaken en competitie (breedtesport) zullen in deze paragraaf kort toegelicht worden. De afdeling topsport en talentontwikkeling zal nader besproken worden in paragraaf Hier is voor gekozen, omdat de werkzaamheden van deze afdeling erg van toepassing zijn op de uitwerkingen binnen dit businessplan. 10

11 Figuur 1: Organogram NRB Board Board Bureau Director Hans Schelling General Affaires Jacquiline Reus Joyce van Eck Job de Jong Development Officer Coaching and Education Eric Voet Technical Director Krijn de Schutter Coordinator Competition Bart Janssens Respect & Sportiviteit Selecties RTC s Academy s Dames Sevens Gareth Gilbert 11

12 Algemene zaken (General Affaires) De afdeling algemene zaken houdt zich bezig met het verzamelen en bewerken van gegevens die niet tot andere afdelingen behoren. Deze gegevens zijn vaak nodig voor verslaglegging en het voorbereiden van beslissingen. De werknemers van algemene zaken kunnen gezien worden als de office managers van de Nederlandse Rugby Bond. Daarnaast is deze afdeling verantwoordelijk voor de opzet, marketing/promotie en organisatie van interlands en andere rugbyevenementen op het NRCA. Zie voor een functieomschrijving van een medewerker algemene zaken bijlage I A en B. Opleidingen en scheidsrechters (Development Officer, Coaching and Education) Deze afdeling ontwikkelt en verzorgt trainers-, scheids- en grensrechters opleidingen van verschillende niveaus. Een nieuwe subafdeling, die opgenomen is onder de afdeling opleidingen en scheidsrechters, is Sportiviteit en Respect. Deze afdeling wil duidelijke normen en respect voor elkaar creëren om zo te zorgen voor een cultuur binnen de rugbywereld waarin sociale controle en zelfbeheersing worden gekoesterd. Het programma Samen voor Sportiviteit en Respect voert de NRB uit in samenwerking met een werkgroep die bestaat uit elf sportbonden, Stichting Meer dan Voetbal, het NOC*NSF en het ministerie van VWS. Zie voor een functieomschrijving van een medewerker opleidingen en scheidsrechters bijlage I C. Competitie/breedtesport (Coordinator competition) De afdeling competitiezaken/breedtesport is verantwoordelijk voor de organisatie van de Nederlandse rugbycompetitie. De werknemers op deze afdeling houden zich naast de competitiekalender bezig met alle randvoorwaarden die bijdragen aan een goed verloop van de competitie. Zie voor een functieomschrijving van een competitieleider bijlage I D. Nu de structuur van de NRB is beschreven zal in de volgende paragraaf dieper ingegaan worden op de cultuur binnen de bond. Hierin zullen onder meer de waarden, normen en rituelen van de NRB aan bod komen. 1.2 Cultuur Middels een korte uiteenzetting van de werkverdelingen binnen de NRB zal de organisatiecultuur omschreven worden. Zoals in het organogram (figuur 1) te zien is zijn er binnen de NRB vier afdelingen. Deze afdelingen worden gemanaged door de directeur van de bond. De huidige directeur van de NRB delegeert veel werk naar de afdelingen. Dit heeft tot gevolg dat de medewerkers van de afdelingen veel eigen verantwoordelijkheid hebben. Zo kunnen zij erg veel beslissingen zelf nemen en doorvoeren. In de functiebeschrijvingen die de NRB hanteert is dit weergegeven (zie bijlage I). De directeur managet in deze structuur zoveel mogelijk op de processen en focust zich minder op de inhoudelijke gang van zaken. Daarnaast grijpt de directeur alleen in als hij hiertoe de noodzaak ziet. Dit neemt echter niet weg dat de directeur tegenover het bestuur van de bond de handelingen van zijn werknemers moet kunnen verantwoorden. Enige controle en een goede communicatie is van belang binnen de werkvorm, die de bond hanteert. Het eerder genoemde bestuur is eindverantwoordelijke en neemt beleidsvoorstellen aan, die van de werknemers afkomstig zijn, aan of keurt ze af. De goedgekeurde beleidsvoorstellen worden in een Algemene Leden Vergadering voorgelegd aan de aanwezigen. De organisatiecultuur kan op verschillende manieren omschreven worden. In dit businessplan is gekozen voor de indeling van Harrison. Deze keuze is gemaakt, omdat de indeling het beste 12

13 aansluit bij de typeringen van Mintzberg die in de vorige paragraaf beschreven zijn. Harrison maakt in zijn literatuur onderscheid tussen een taak-, rol-, persoon-, en machtscultuur. De cultuur binnen de NRB bezit facetten van alle hiervoor genoemde typeringen. Er kan echter gesteld worden dat de cultuur binnen de NRB het meeste weg heeft van een taakcultuur. Deze cultuur wordt wel de functiegerichte cultuur genoemd en zal breder uiteengezet worden dan de overige culturen. Binnen de taakcultuur gaat het om doelgericht gedrag op basis van professioneel probleemoplossend vermogen en prestatiegerichtheid. Hierin worden vakgerelateerde competenties gesteld boven hiërarchische competenties. Dit heeft tot gevolg dat er minder hiërarchie is en de organisatie flexibel en dynamisch functioneert (BTSG, 2009). Een aantal eigenschappen uit de beschreven werkverdeling binnen de NRB kunnen gekoppeld worden aan de typering van Harrison. Allereerst hebben de medewerkers van de afdelingen veel eigen verantwoordelijkheid. Er wordt hierdoor meer focus gelegd op vakgerelateerde competenties dan op competenties op hiërarchisch niveau. Daarnaast managet de directeur vooral op processen en minder op inhoudelijke zaken. Door deze vrijheid die gecreëerd wordt voor de werknemers is er in mindere mate een vorm van hiërarchie binnen de dagelijkse werkzaamheden waarneembaar. Als laatste is de organisatie flexibel en functioneert dynamisch in de steeds veranderende rugbywereld. De machtscultuur, ook wel baas-gerichte cultuur genoemd, is binnen de NRB terug te vinden in de controlerende functie die de directeur op zijn medewerkers heeft. Daarnaast moeten belangrijke besluiten die de gehele organisatie aangaan eerst teruggekoppeld worden met de directeur voordat ze geïmplementeerd kunnen worden. Een andere typering waar de bond gelijkenissen mee kent is de rolcultuur. Binnen de NRB zijn er afspraken, procedures, regels en plichten opgesteld om de werkzaamheden te reguleren. Hierdoor worden werkzaamheden afgebakend en is duidelijk wie welke werkzaamheden dient te verrichten. Als laatste heeft de NRB overeenkomsten met de persooncultuur die in de theorie wel mensgerichte cultuur wordt genoemd. De medewerkers van de NRB zijn door de eigen verantwoordelijkheid erg belangrijk voor het verrichten van de werkzaamheden. Hierdoor staat het individu binnen de NRB als organisatie centraal. Een andere eigenschap die overeenkomt met de mensgerichte cultuur is dat de werknemers een binding hebben wegens gemeenschappelijke interesses (rugby/sport) en waarden. Bij de typering van de cultuur kan naast de typeringen van Harrison ook gebruik gemaakt worden van de zogeheten shared values (Hill, 2008). Dit zijn de waarden en normen die gelden binnen een organisatie. Bij de beoefening van rugby zijn normen en waarden erg belangrijk. De NRB wil actief werken aan de bewustwording bij spelers, begeleiders, scheidsrechters, trainers, supporters en ouders/verzorgers op dit vlak. Rugby is een ontmoetingsplaats waar sporters met plezier en voldoening spelen. Dit vraagt om duidelijke gedragsregels, welke door Bestuur en Commissies actief uitgedragen dienen te worden. Vooral de trainers, begeleiders, scheidsrechters en ouders/verzorgers hebben een belangrijke verantwoordelijkheid en voorbeeldfunctie voor wat betreft het uitdragen en bewaken van gedragsregels. Naast deze groep hebben de senioren binnen de verenigingen een voorbeeldfunctie. Kijkend naar deze situatie heeft de NRB daarom de volgende waarden en normen opgesteld. 13

14 Waarden: - Passie en professionaliteit in het werken aan kwaliteit - Open communicatie - Respect en integriteit - Vraag gestuurde vernieuwing van ons aanbod (Beleidsplan NRB, 2011) De normen van de NRB zijn gebaseerd op een internationaal geldende rugbycode. Deze code wordt wel de code of conduct genoemd (zie bijlage II). De belangrijkste normstellingen uit de code of conduct die kenmerkend zijn voor de rugby sport zijn hieronder opgesomd. - De autoriteit en de beslissingen van scheidsrechters, lijnrechters, andere wedstrijdofficials en alle overige rugby tuchtrechtelijke instanties worden geaccepteerd. - Er worden geen gebaren of beledigende taal gebruikt tegenover scheidsrechters, lijnrechters, andere wedstrijdofficials of toeschouwers. - Er wordt geen kritiek gepubliceerd over de wijze waarop een scheidsrechter of een lijnrechter een wedstrijd beoordeeld. - Er zijn geen gedragingen of activiteiten binnen en buiten het veld die kunnen leiden tot aantasting van het publieke vertrouwen in het eerlijke en ordelijke verloop van een tour, toernooi of serie wedstrijden. De normstellingen uit de code of conduct worden uitgedragen en bewaakt door de NRB als gezaghebbend orgaan in de Nederlandse rugbysport. Naast de waarden en normen kan er voor een cultuurtypering van een organisatie gekeken worden naar de rituelen, helden en symbolen. Binnen de bond zijn er hiervan verschillende terug te vinden. Rituelen: De NRB heeft enkele tradities in zijn gelederen. Zo wordt er bij ieder interland dat het Nederlands XV team thuis speelt een officials diner georganiseerd. Bij dit diner zijn de managers van beide teams, de scheidsrechters, de commissioner en één bestuurslid van de NRB aanwezig. Daarnaast is er op de werkvloer een ritueel waar te nemen. Iedere middag vindt er om half 1 een gezamenlijke lunch plaats. Hierbij komen alle medewerkers aan één grote tafel eten. Helden: Op dit moment heeft de bond geen helden die het profileert. Met de start van het Olympisch programma voor het dames Sevens rugby in Nederland wil de bond nieuwe helden creëren en positioneren. Dit zijn de dames die geselecteerd worden om voor de allereerste keer in de geschiedenis van het Nederlandse rugby deel te nemen aan de Olympische Spelen. Symbolen: Het belangrijkste symbool van de Nederlandse Rugby Bond is het eigen logo dat in figuur 2 weergegeven is. Figuur 2: Logo Nederlandse Rugby Bond 3 14

15 Het logo geeft duidelijk weer dat het om de NRB gaat en specifiek om de Nederlandse Rugby Bond, omdat dit weergegeven is onder de drie hoofdletters. De Nederlandse uitstraling van het logo is terug te vinden in de kleur oranje die gebruikt is bij de vormgeving. Op officiële brieven die de NRB verstuurt is het logo altijd terug te vinden. Naast de officiële brieven zijn ook de enveloppen, die gebruikt worden voor verzending van de brieven, uitgerust met het logo van de NRB. Uit bovenstaande formuleringen kan geconcludeerd worden dat de bond aandacht besteed aan het neerzetten van een eigen cultuur. Hierin kunnen echter nog wel een aantal ontwikkelpunten geformuleerd worden: - ondanks het briefpapier en de enveloppen die voorzien zijn van het logo van de NRB heeft de bond geen eigen huisstijl. Om als bond op één manier naar buiten te treden zou dit een goede ontwikkeling zijn. - jonge rugbyers hebben helden nodig waar ze tegen op kijken. Deze helden zullen gecreëerd moeten worden binnen het Nederlandse rugby. De motivatie om in het nationale team te spelen zal hierdoor stijgen en de jeugdige rugbyers hebben voorbeelden waar ze zich aan kunnen spiegelen. - normen opstellen aan de hand van de geformuleerde waarden. Waarden en normen worden vaak gezien als containerbegrippen. Iedereen vindt normen en waarden belangrijk. Bij de formulering van de normen van de NRB zijn de internationale richtlijnen leidend geweest. Voor de verantwoording naar externe zou het een goed ontwikkelpunt zijn dat de normen van de NRB een verfijning zijn van de door hen geformuleerde waarden. 1.3 Missie, visie en doelstellingen Binnen de NRB is de volgende missie geformuleerd: Zoveel mogelijk mensen actief en passief op elk niveau rugby laten ervaren als een sport met passie en plezier. De NRB wil in Nederland de rugbysport voor alle leeftijdscategorieën bevorderen. Dit wil men doen door te voorzien in de wensen en behoeften van de verschillende rugbyverenigingen. Om goed te kunnen voorzien in de wensen en behoeften van de verenigingen vindt de binding en communicatie plaats door een netwerk van voorzitters en wedstrijdsecretarissen. Kijkend naar de geformuleerde missie wordt onder actief in de missie het zelf spelen van rugby verstaan. Passief is echter een breder begrip waaronder verschillende handelingen en taken te vangen zijn. Enkele voorbeelden van het passief laten ervaren van rugby zijn het vrijwilligerswerk, organiseren van trips en het bezoeken van verschillende rugbyevenementen gedurende het seizoen. Het leveren van topsportprestaties gebeurd uitsluitend door spelers die geselecteerd zijn voor één van de nationale selecties. Op dit moment is er één selectie binnen de NRB zich aan het professionaliseren naar een fulltime trainingsprogramma. Het programma voor deze selectie zal later in dit businessplan uitgebreid uiteengezet worden. Naast de missie is in de beleidsplannen van de NRB ook een visie opgesteld. Deze visie bestaat uit een vijftal los van elkaar geformuleerde punten die aangeven hoe men de geformuleerde missie wil gaan bewerkstelligen. 15

16 1. De Nederlandse Rugby Bond behartigt de belangen van alle leden, van recreatief tot topsporter en draagt de zorg voor het beoefenen van de rugbysport in Nederland op een kwalitatieve en veilige wijze. 2. De Nederlandse Rugby Bond staat voor waarden en normen op het veld en daarbuiten, waarbij respect voor een ieder het belangrijkste uitgangspunt is. 3. De Nederlandse Rugby Bond zal een servicegerichte organisatie zijn, ten behoeve van verenigingen en sporters. 4. De Nederlandse Rugby Bond is een vrijwilligersorganisatie, waarbij gekwalificeerd kader en betrokkenheid een belangrijke focus hebben. 5. De Nederlandse Rugby Bond streeft naar aansluiting bij de internationale top. De NRB focust op de ontwikkeling van talent voor de toekomst. (NRB, 2010) d Bij deze missie en visie wordt in de beleidsplannen van de NRB specifiek aandacht besteed aan gewaagde doelen en kernkwaliteiten. Allereerst zullen de kernkwaliteiten kort uiteengezet worden om vervolgens via het gewaagde doel naar de uitwerkingen van de doelstellingen van de NRB te gaan. Kernkwaliteiten zijn specifieke sterktes die iemand of iets kenmerken. Ze maken een persoon of organisatie tot wat ze zijn. Het zijn vaak de positieve punten die bij iemand als eerst naar boven komen als hij of zij ernaar gevraagd wordt (Carrièretijger, 2010). De kernkwaliteiten in deze worden door de NRB ingezet om voor zichzelf te formuleren hoe zij graag door andere gezien willen worden. De volgende twee kernkwaliteiten heeft de NRB vastgelegd; hartstocht voor het rugby en een gezonde ambitie. Naast deze kernkwaliteiten heeft de NRB enkele gewaagde doelen opgesteld. Gewaagde doelen geven een uitdagend en inspirerend toekomstbeeld weer dat binnen handbereik ligt als iedereen binnen de organisatie zich uiterst inspant (Infonu, 2009). Op die manier geven ze de droom, inspiratie, motivatie en teamgeest weer die een prikkel geeft aan de daadkracht van de NRB. De volgende gewaagde doelen heeft de NRB vastgelegd: - deelname aan wereld(eind-)toernooien - ledengroei naar leden in 2018 met een brede basis aan jeugd - rugby verspreid over heel Nederland via stabiele verenigingen en scholen Vanuit de hiervoor genoemde missie, visie, kernkwaliteiten en gewaagde doelen worden nu de doelstellingen van NRB uitgewerkt. De doelstellingen en actiepunten zijn opgesteld aan de hand van een viertal kernthema s, die belangrijk zijn om in de toekomst invulling te krijgen. De belangrijkste doelstellingen en actiepunten per kernthema zullen hieronder uiteengezet worden. Topsport Het ultieme doel binnen de topsport is om optimale internationale prestaties te leveren met de nationale selecties. Middels bijvoorbeeld, Rugby Academies, RTC s en professionalisering van het dames VII programma tracht men dit doel met behulp van subdoelen te realiseren. Wat willen we: internationaal presteren met onze nationale teams. De focus zal de komende jaren op de Heren XV en de Dames VII komen te liggen met Heren XV toewerken naar deelname aan de WK 2019 met de dames VII in 2013 bij de top 6 van het WK horen om in 2016 bij de top drie van de Olympische Spelen te eindigen 16

17 doorstroming bevorderen van talenten van Regionale Trainings Centra (RTC) naar de Rugby Academies doorstroming bevorderen van talenten van de Rugby Academies naar de nationale teams Wat gaan we doen: professionaliseren dames VII getalenteerde heren laten doorstromen naar centrale activiteiten en hen rijp maken voor vertegenwoordigend rugby op internationaal niveau RTC s inzetten om talenten beter te herkennen en ontwikkelingstrajecten aan te bieden constant sturen op kwaliteit van de Rugby Academies. Een kwalitatieve en kwantitatieve bezetting van de gehele staf ten behoeve van onze nationale selecties realiseren Een leven lang rugby Dit kernthema betreft de jeugdrugbyers, scheidsrechters en het bestuurlijk kader van de verenigingen. Als deze speerpunten succesvol zijn heeft rugby een leven lang betekenis voor actieve en passieve rugbyliefhebbers. Dit succes wil de bond realiseren aan de hand van onderstaande subdoelstellingen. Wat willen we: groei van het aantal leden, met name in het jeugdrugby behoud van leden door verbeteren van (kwaliteit) van het aanbod optimale competitiestructuur vrijwilligers binden en behouden rugby op scholen in het reguliere schoolpakket een op maat gesneden opleidingsaanbod aandacht voor Sportiviteit en Respect Wat gaan we doen: promotiecommissies rugby instellen leden werven via scholen en de rugbybegeleiders op scholen opleiden bestaande competitiestructuur onder de loep nemen en verbeteren (inclusief Sevens) vitaliteit van de Nederlandse verenigingen in beeld brengen aantal opleiders voor het geven van clinics op scholen verhogen van 7 naar 15 in vijf regio s opleiding jeugdtrainers niveau 1 en 2 opzetten verenigingsscheidsrechters opleiden onafhankelijke linesmen voor de Ere- en 1 e klasse wedstrijden scholen en inzetten alle opleidingen integreren in een elektronische leeromgeving het onderwerp Sportiviteit en Respect expliciet aandacht geven binnen alle opleidingen en op NRB evenementen. 17

18 Imago rugby Rugby is een sport die in het hanteren van sportiviteit en respect als voorbeeld kan dienen voor vele andere sporten. Het is wenselijk om dit rugbyimago via communicatie met behulp van PR en sponsoring activiteiten zichtbaar te maken en te vermarkten. Wat willen we: open en transparante communicatie met leden/verenigingen/derden meer media-aandacht/-exposure, zoals een betere PR voor het Nederlandse top rugby meer rugbyactiviteiten op lokaal niveau Wat gaan we doen: verdere ontwikkeling van de website districtsdagen organiseren voor de verenigingen inzetten van nieuwe media en moderne communicatiemiddelen, die aansluiten op de behoefte van leden betrekken van verenigingen bij uitvoering van beleidsinitiatieven Wat is ervoor nodig? Middels de bovenstaande kernthema s is een toekomstbeeld voor de NRB als organisatie uiteengezet. Om dit toekomstbeeld te realiseren zal met een aantal middelen als geld, een ambitieus bestuur, deskundige arbeidsorganisatie en enthousiaste verenigingen gewerkt moeten worden. Naast deze algemene ambities heeft de NRB enkele eigen ambities die ze door middel van partnerships/samenwerkingen tracht te realiseren. Wat willen we: een meer naar buiten gerichte NRB organisatie, die flexibel inspeelt op de kansen en bedreigingen stabiliteit in de verenigings- en arbeidsorganisatie meer samenwerken met partijen die potentie bieden revitaliseren districtsorganisaties Wat gaan we doen: actief werken aan een aansluiting van het aanbod op de vraag vanuit verenigingen en leden naar producten en diensten de kwetsbaarheid van de eigen organisatie in beeld brengen en voor zover beïnvloedbaar aanpakken actief inspelen op mogelijkheden van projectsubsidies van de zijde van de rijksoverheid de samenwerking met de KNVB laten uitgroeien tot op termijn een mogelijke samenvoeging van de werkorganisaties via sponsoring commerciële uitingen benutten om het rugby dichterbij de doelgroepen te brengen (Beleidsplan NRB, 2011) Nu de structuur, cultuur met de bijbehorende missie, visie en doelstellingen van de NRB beschreven zijn zullen de volgende twee paragrafen van dit hoofdstuk zich richten op de leden van de NRB en de afdeling Talentontwikkeling / topsport binnen het bondsbureau. 18

19 1.4 Leden Nederland telt na de laatste peiling van 14 oktober 2010 in totaal 8616 rugbyspelers. Deze spelers zijn verdeeld over 83 verenigingen in Nederland. De meeste rugbyverenigingen bevinden zich in Midden Nederland. 849 Leden van het totale ledenbestand bestaan uit dames. De mannen zijn binnen de rugbysport in Nederland ruimer vertegenwoordigd met een aantal van 7767 in In de jeugd zijn in de Nederlandse competitieopzet zes verschillende leeftijdscategorieën te onderscheiden, namelijk turven (8/9 jaar), benjamins (10/11 jaar), mini s (12/13 jaar), cubs (14/15 jaar), junioren (16/17 jaar) en colts (18/19 jaar) (RCH, 2010). Binnen het jeugdrugby in Nederland komt het nog vaak voor dat dames meespelen binnen een herenjeugdteam. Road to Rio 2016 fase 1 Figuur 3: Ledenaantallen NRB JAAR LEDEN VERSCHIL * 12000* 3384* ARL Membership (ledenbestand NRB) Binnen de Nederlandse Rugby Bond heeft men de ambitie om in 2018 een totaal van leden te hebben. Dit houdt in dat het hierboven weergegeven ledenbestand met leden moet stijgen in zeven jaar. De NRB streeft er via PR / media aandacht en het opstarten van een professioneel dames VII programma naar dat 15% van deze nieuwe leden uit vrouwen bestaat. De ambitie geeft aan dat de NRB er vanuit gaat dat de toename van het aantal leden over de komende zeven jaar niet lineair progressief zal zijn. 1.5 Talentontwikkeling / topsport Er is geen talentontwikkeling zonder goede talentherkenning (Sportnota, 2005). Binnen de NRB is er op dit moment een onderscheid tussen talentherkenning die plaatsvindt in Regionlae Trainings Centra (RTC) en talentontwikkeling die plaatsvindt in de Academy s. Om dit model op te zetten en te integreren is er in de periode een Development Officer aangesteld. De taken en verantwoordelijkheden van deze Development Officer zijn nu onder de hoede van de Manager Rugby Technische Zaken. Met deze herkennings- en ontwikkelingsbasis streeft de NRB naar een aansluiting bij de internationale top. Deze doelstelling wil men realiseren met behulp van het zo genoemde schoorsteenmodel waarbij de talenten in een vroeg stadium (11/12 jaar) herkend worden om ze vervolgens gedurende hun gehele sportloopbaan intensief op te leiden. Naast deze doelstelling is in 2007 het meerjaren opleidingsplan rugby (MOR) opgesteld en geïmplementeerd (NRB, 2010) e. De ontwikkelstappen binnen dit document zijn gebaseerd op een internationaal model (ltad, 2010). Aan de hand van deze ontwikkelstappen worden in het MOR de weg en de randvoorwaarden die een sporter moet doorlopen om de top te halen beschreven. Met dit plan als basis wil de NRB haar talentherkenning en ontwikkeling gaan uitbouwen. Voor de talentherkenning zijn in Nederland 13 RTC s opgericht. De talentherkenningsprogramma s hebben een totale omvang van 60 uur per jaar. Spelers van 12 tot 20 jaar binnen de RTC s worden gevolgd in de ontwikkeling die ze doormaken. Om deze ontwikkeling zo optimaal mogelijk te kunnen volgen en registreren is in mei 2008 het speler volgsysteem vervangen door het huidige gebruikte programma. De grootste talenten krijgen de kans om zich verder te ontwikkelen in één van de vier Rugby Academy s (zie figuur 4). 19

20 De spelers, die geselecteerd zijn voor een Rugby Academy, volgen een programma waarin ze 12 uur per week trainen onder leiding van een talententrainer. Ze zijn ondergebracht bij drie verschillende districtsgebonden Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport scholen (LOOT). Dit zijn scholen waarop talentvolle sporters de kans krijgen om tijd aan hun sport te besteden zonder dat dit ten koste gaat van de schoolprestaties. Naast het volgen van onderwijs op de LOOT scholen krijgen de talenten kleding, een persoonlijk loop- en krachttrainingsprogramma en de belofte status via de bond. Met deze status kunnen de sporters in aanmerking komen voor faciliteiten van het Olympisch steunpunt. Figuur 4: RTC s en Academys in Nederland RTC s Zuid RTC s Zuid West RTC s Noord West RTC s Midden Oost RTC Noord (heeft geen Academy) Breda (mini s) s-hertogenbosch (cubs) Den Haag (mini s (WRCH), cubs en junioren (RCH) Castricum (mini s) Haarlem (cubs) Deventer (mini s) Driebergen (cubs) Heerenveen (mini s, cubs, junioren) Tilburg (junioren) Purmerend (junioren) Naarden (junioren) 20

21 De beste spelers uit de Academy s stromen door naar de Onder 16 voorselectie. Deze nationale selectie neemt deel aan een internationale trainingsstage die één maal per jaar georganiseerd wordt door een samenwerking van alle bij de FIRA-AER aangesloten landen. De NRB organiseert deze internationale trainingsstage dit jaar in samenwerking met België. Doel van deze trainingsstage is de jeugdrugbyers voorbereiden op hun internationale carrière. Daarnaast worden jeugdtrainers en scheidsrechters opgeleid om de leeftijdsgroep Onder 16 te kunnen begeleiden. Op deze manier tracht men expertise uit verschillende landen te delen en te werken aan een verbetering van het Europees niveau van spelers, scheidsrechters en trainers. Het hierboven uitgewerkte talentherkennings- en -ontwikkelingsproces is ontstaan door een aantal ontwikkelingen in de loop der jaren. Hieronder volgt een korte uiteenzetting van het tot stand komen van de talentontwikkeling structuur van de NRB. In het seizoen heeft de bond haar eerste RTC opgericht in Den Haag. Dit RTC vormde een pilot voor de oprichting van meerdere RTC s. Gedurende het seizoen werden nog drie RTC s opgericht in het noorden, zuiden en midden van het land. Een organisatorische doelstelling die de NRB daarnaast gesteld heeft is om ervoor te zorgen dat de RTC s een autonoom karakter krijgen. Dit wil de bond realiseren door van de RTC s zelfstandige organisaties te maken die gecontroleerd worden door een bestuur. Het bestuur dat een RTC aanstuurt zal gestuurd en gecontroleerd worden vanuit de NRB. Met deze basis kon de NRB een grote organisatorische slag slaan op het gebied van talentontwikkeling. De komst van de Development Officer en een stuurgroep talentontwikkeling in 2008 betekende dat spelers t/m 17 jaar onder de hoede van de talentontwikkeling terecht kwamen. De Spelers vanaf 17 jaar starten met hun internationale jeugd carrière in de Onder 18 topsportselectie. In de topsport binnen de NRB kunnen de volgende selecties onderscheiden worden: - Heren XV - Heren VII - Dames XV - Dames VII - Selecties: Onder 16 stage, Onder 17, Onder 18, Onder 20. (zie voor de pathway die talenten afleggen vanaf de talentontwikkelingsprogramma s figuren 5 en 5a) 21

22 Figuur 5: Pathway doorstroom Nederlands jongens rugby talent Heren XV selectie Heren VII selectie Onder 20 selectie Onder 18 selectie Onder 17 selectie Onder 16 stage RTC onder 13 RTC onder 15 RTC onder 17 RTC onder 13 RTC onder 15 RTC onder 17 RTC onder 13 RTC onder 15 RTC onder 17 RTC onder 13 RTC onder 15 RTC onder 17 Clubs in Nederland 22

23 Figuur 5a: Pathway doorstroom Nederlands dames rugby talent Dames XV selectie Dames VII selectie RTC Leiden Clubs in Nederland *Het grootste verschil tussen de jongens en meisjes talentenontwikkeling is dat er in het jongens programma veel meer RTC s zijn. De reden hiervoor is dat er veel meer jongens rugby spelen dan meisje in Nederland*. Wegens de schaarste aan financiële middelen is de NRB genoodzaakt om een keuze te maken welke selecties het meest worden ondersteund. De bond legt de nadruk op de heren XV selectie, de dames VII selectie en het talentontwikkelingsprogramma. Met deze keuze geeft de NRB deze programma s een hogere prioriteit en meer (financiële) aandacht. 23

24 Aan de hand van het sterke talentontwikkelingsbeleid wil de NRB de top van senioren rugby in Nederland naar een hoger niveau tillen. Een brede en stevige ondergrond moet tot gevolg hebben dat de heren selectie stijgt op de wereldranglijst en de dames selectie hun positie behoudt. Het topsportbeleid zal na verloop van tijd aangepast en gespecificeerd worden aan de hand van de ontwikkelingen die plaats vinden rondom topsport. Met de omschrijving van de afdeling talentontwikkeling / topsport en de leden van de NRB is hoofdstuk 1 van dit businessplan afgerond. Eerder in dit hoofdstuk heeft u meer kunnen lezen over de structuur, cultuur, missie, visie en doelstellingen. Op grond van deze gegevens zal in hoofdstuk 2 een SWOT analyse van de NRB uitgewerkt worden. 24

25 Hoofdstuk 2: SWOT analyse In hoofdstuk 2 zal hoofdzakelijk aandacht besteed worden aan de SWOT analyse (figuur 6) van de NRB. Hierin worden een aantal kansen, bedreigingen, sterktes en zwaktes genoemd. Een SWOT analyse is de basis voor de in hoofdstuk 1 geformuleerde missie, visie en doelstellingen. Kanttekening die gemaakt kan worden bij de SWOT-analyse van de NRB is dat deze is opgesteld toen er nog geen sprake was van de oprichting van het dames VII programma. Vandaar dat er geen aandacht wordt besteed aan dit hedendaagse belangrijke programma binnen de NRB. Figuur 6: SWOT analyse NRB Kans 1. Participatie in groeiend aantal maatschappelijke projecten 2. Meer sponsormogelijkheden 3. Toenemende mogelijkheden van (digitale) communicatie 4. Inzetten van de Olympische status 5. Makkelijker bereiken van doelgroepen via de Z@pp-cultuur 6. Groeipotentie Bedreiging 1. Toenemende individualisering waardoor afname belangstelling teamsporten 2. Imago van een harde sport, vanwege onbekendheid 3. Op drogen subsidiepot (beleidskeuze N*N) met gevaar voor continuïteit 4. Ledenverloop door Z@pp-cultuur 5. Economische crisis met gevaar voor afname sponsorbereidheid 6. Afnemende aandacht voor/inzet in sport voor de overheid Sterk 1. Steeds beter bezochte website, met exclusiviteit informatie competitiestanden 2. Toenemend niveau van onze nationale teams 3. Het imago van rugby kunnen we vermarkten 4. Bewezen vorm van talentherkenning enontwikkeling/ opleidingen 5. Goed (modulair) gestructureerd opleidingsprogramma voor coaches en scheidsrechters 6. Gestaag ontwikkelende competitie 7. Het uit nutten van de samenwerking met de KNVB 8. Gestabiliseerd bestuur en professioneel team met continuïteit 9. Groeipotentie van gemotiveerde vrijwilligers 10. Het organiserend vermogen heeft potentie 11. Betrokkenheid (Bron: beleidsplan NRB) Zwak Kleinschalig en geografisch te zeer verspreid Onvoldoende zichtbaarheid van het rugby Onvoldoende gewogen focus op internationale deelname/prestaties Kwetsbaarheid bestuur en organisatie Te emotioneel en weinig respect in de communicatie Te weinig indeelbare scheidsrechters Geen aantrekkelijk programma voor categorie 6-12 jaar Te weinig geld Geen vrijwilligersbeleid Vanuit verleden negatief imago NRB als bond 2.1 Strategische aandachtspunten Kansen Vrijdag 9 oktober 2009 heeft de sport rugby een Olympische status gekregen. Met het verkrijgen van deze status zijn verschillende kansen ontstaan voor de NRB. Eén daarvan is het vergroten van de sponsor mogelijkheden. De Olympische status interesseert veel bedrijven, omdat zij via deze weg hun naamsbekendheid en exposure kunnen vergroten. Naast de sponsormogelijkheid wordt rugby steeds meer geprofileerd binnen het onderwijs en andere maatschappelijke projecten vanwege het respect en de sportiviteit in het spel. Met al deze ontwikkelingen is er een mogelijkheid om digitaal te communiceren naar een steeds groter wordend aantal instanties. Als laatste leidt dit alles tot een groeipotentie van het ledenaantal en de supporters voor de Nederlandse Rugby Bond. 25

26 Bedreigingen De sport rugby is in Nederland nog niet erg bekend, daarom is het moeilijk om het huidige harde imago van de sport te veranderen. Naast dit gegeven vindt er een toenemende individualisering plaats. Hierdoor neemt de belangstelling voor teamsporten onder de bevolking af (CBS, 2010). Een andere ontwikkeling van dit moment is de economische crisis die een gevaar vormt voor de bereidheid van sponsors om een sport te sponsoren. Bedrijven hebben op dit moment al het geld dat ze hebben nodig om hun eigen zaken rond te krijgen. Hierdoor zullen ze minder investeren in thema s als sponsoring (NKB, 2010). Afsluitend blijkt uit beleidskeuzes van het NOC*NSF dat de subsidiepot aan het opdrogen is (Sportsubsidies, 2011). Dit alles kan de continuïteit van de NRB in gevaar brengen. Sterke punten Kijkend naar de huidige gang van zaken binnen de NRB kunnen een aantal sterke punten benoemd worden. Twee jaar geleden is de vormgeving van de website veranderd. Dit heeft geleid tot een betere bezoekersgraad. Op deze manier is communicatie en promotie van rugby via de website een sterk punt geworden. Daarnaast is er een samenwerking aangegaan met de KNVB waarbij expertise tussen beide bonden wordt uitgewisseld. Deze samenwerking zorgt voor een sterke basis waarop de NRB aan haar toekomst kan gaan bouwen. Het talentontwikkelingsprogramma, dat in hoofdstuk 1 al beschreven werd, zorgt voor een nieuwe aanwas van jonge talenten. Op deze jonge talenten kan de bond gaan bouwen voor de toekomst. Zwakke punten In Nederland zijn er 83 rugbyverenigingen. Deze verenigingen zijn geografisch verspreid over Nederland. Door deze kleinschaligheid is het moeilijk om rugby een grote zichtbaarheid te verschaffen. Daarnaast is er binnen de media in Nederland niet voldoende aandacht voor de sport die de zichtbaarheid van de sport eveneens beïnvloedt. In het verleden is er vanuit de verenigingen veel negatief commentaar geweest op de werkwijze en handelingen van de NRB. Dit heeft ertoe geleid dat de NRB in de loop der jaren een negatief imago heeft opgebouwd. Mede hierdoor is de communicatie vanuit verenigingen richting de bond vaak op emotionele gronden en gaat het gepaard met een mindere mate van respect. 2.2 Confrontatiematrix Hierboven zijn in de SWOT-analyse de sterke, zwakke punten, kansen en bedreigingen van de NRB uitgewerkt. Door deze gegevens te plaatsten in een confrontatiematrix en met elkaar te combineren is het mogelijk om strategieën voor de toekomst te bepalen. De strategische aandachtspunten die aan de hand van de confrontatiematrix geformuleerd kunnen worden zijn hierdoor uitgewerkt. 26

27 Figuur 7: Confrontatiematrix NRB Kansen Bedreigingen Sterktes Groeien G1: Rugby promoten G2: Digitaal communiceren Verdedigen V1: Het imago van rugby op een uitdagende manier vermarkten Zwaktes Verbeteren B1: Zichtbaarheid rugby vergroten door de inzet van verschillende toonaangevende ontwikkelingen Terugtrekken / Ombuigen T1: Focus leggen aan de hand van importantie STERKTE G1 / G2: Rugby promoten / digitaal communiceren De NRB wil de rugbyomgeving in Nederland zo goed mogelijk faciliteren voor haar verenigingen. Zo managet de bond de Nederlandse rugbycompetitie, verzorgt zij opleidingen, topsport en het talentontwikkelingsprogramma. Kijkend naar de confrontatiematrix kan gesteld worden dat het promoten van de sport het belangrijkste strategische aandachtspunt is. De bijdrage van het digitaal communiceren via de nieuw opgezette website van de Nederlandse Rugby Bond is zo belangrijk dat hiervoor een aparte strategie is uitgezet. De NRB kan verder borduren op de huidige indeling van de website. De informatie die op de website verschijnt, moet up-to-date en snel te vinden zijn. Op deze manier worden het gebruik en de bezoekersaantallen bevorderd. Naast de digitale communicatie zal de NRB op andere manieren de sport moeten promoten. De eerder genoemde Olympische status kan in deze van grote waarde zijn. Daarnaast is de start van een fulltime dames VII programma de uitgelezen mogelijkheid om rugby op de kaart te zetten in Nederland. Op deze manier moet de sport een breder draagvlak en grotere bekendheid krijgen onder de Nederlandse bevolking. Dit zal ervoor zorgen dat het aantal rugby spelende mensen in Nederland stijgt en de sport aan populariteit wint. V1: Het imago van rugby op een uitdagende manier vermarkten Rugby staat bekend als een harde sport, waarbij mensen op elkaar gestapeld op een veld liggen. Vooral het idee over de hardheid van de sport komt in veel vooroordelen die mensen hebben naar voren. Neem bijvoorbeeld Paul de Leeuw in de show waar de dames VII selectie op bezoek was. Hij heeft enkele malen gerefereerd en gevraagd of rugby echt niet te hard was. Binnen het rugbyspel zijn echter veel verschillende soorten type spelers nodig. Deze typering heeft dan vooral betrekking op de sportieve kwaliteiten van de spelers. Niet iedere speler moet groot, sterk en wat zwaarder zijn. Binnen het rugby zijn namelijk ook eigenschappen als wendbaarheid, snelheid en slimheid van toepassing. De sport rugby zou bij de vermarketing van haar imago naar buiten kunnen treden als een sport waarbij een speler vijf S en nodig heeft. De vijf S en bij rugby staan voor Sterk, Snel, Slim, Stoer en kan je tegen een Stootje. Door de vijf S en steeds te laten terugkeren in communicatie zal de buitenwereld deze gaan 27

28 koppelen aan de sport. Op die manier is er een mogelijkheid dat rugby zich kan verdedigen tegen de vooroordelen die in Nederland over rugby bestaan. B1: Zichtbaarheid rugby vergroten door de inzet van verschillende toonaangevende ontwikkelingen De verbeter strategische aandachtspunten hebben erg veel overlap met de groei strategische aandachtspunten. Dit komt, omdat de promotie en zichtbaarheid veel met elkaar gemeen hebben en het belangrijkst zijn voor de NRB. Zoals al eerder vernoemd werd zijn in de rugbywereld in Nederland op dit moment enkele toonaangevende ontwikkelingen gaande. Deze ontwikkelingen kunnen ervoor zorgen dat de zichtbaarheid van rugby binnen Nederland vergroot wordt. Zo heeft rugby een Olympische status gekregen. De ambitie die de bond heeft uitgesproken om deel te nemen aan de Olympische Spelen en er een medaille te halen zal invloed hebben op de zichtbaarheid van het rugby. Daarnaast is er in de afgelopen jaren een goed gefundeerd talentontwikkelingsprogramma opgezet. De resultaten van dit talentontwikkelingsprogramma zullen pas in een later stadium gevolg hebben voor de zichtbaarheid. Hiermee wordt bedoeld dat het talent dat op dit moment opgeleid wordt er over enkele jaren voor moet gaan zorgen dat het niveau van het Nederlandse rugby omhoog gaat. Een hoger Nederlands rugbyniveau kan dan indirect meer aandacht voor de sport in Nederland betekenen. Daarnaast is de NRB op dit moment bezig met continue verbetering van haar eigen nationale competities. De talenten, die opgeleid worden, kunnen in de toekomst op deze manier in een steeds verder ontwikkelde competitie participeren. Als laatste is de samenwerking met de KNVB en de deelname aan het project Sportiviteit en Respect een toonaangevende ontwikkeling van dit moment. De KNVB is een grote bond met veel expertise. Op het gebied van zichtbaarheid heeft de KNVB veel ervaringen die gedeeld kunnen worden met de NRB. Op deze manier kan de NRB via eerder uitgestippelde wegen trachten de zichtbaarheid van het rugby te vergroten. Samen met de KNVB en negen andere bonden doet de NRB mee aan het project Sportiviteit en Respect. Door deze samenwerking van bonden kan de NRB haar meningen en bevindingen delen met een groot vertegenwoordigend deel van sportend Nederland. Zo wordt niet alleen de zichtbaarheid van rugby in de media vergroot, maar ook onder de bonden in Nederland. T1: Focus leggen aan de hand van importantie De zwaktes en bedreigingen binnen de SWOT analyse zijn van erg uiteenlopende aard. Zo zijn er bedreigingen op economisch en persoonlijk vlak en zwaktes van internationale en communicatieve aard. Als er geen andere mogelijkheid als verdedigen bestaat kan de NRB zich het beste focussen op een klein aantal verschillende zaken die de hoogste prioriteit hebben. Op deze manier krijgen de grootste zwaktes en bedreigingen de meeste aandacht, waardoor de kans groter is dat ze opgelost worden. De eerste twee hoofdstukken van dit businessplan hadden met name betrekking op de NRB als organisatie. Zo werd in dit hoofdstuk aan de hand van de missie, visie en doelstellingen van de NRB een SWOT analyse met bijhorende confrontatiematrix uitgewerkt. In het volgende hoofdstuk zal de focus liggen op zowel nationale als internationale organen waar de NRB in haar bedrijfsvoering mee te maken heeft. 28

29 Hoofdstuk 3: Nationale en internationale sportorganisaties In dit hoofdstuk staan verschillende nationale en internationale organisatie beschreven die invloed hebben op invulling van NRB programma s. Allereerst worden de Europese en Internationale rugbybond beschreven. Vervolgens zijn er nog een aantal nationale organisaties uiteengezet die een grote mate van invloed hebben. 3.1 FIRA-AER / IRB Voor het rugby in Nederland zijn twee internationale bonden erg belangrijk. Allereerst zal kort uiteengezet worden hoe de IRB is ontstaan en welke rol zij speelt. Vervolgens zal uitgewerkt worden wat de FIRA-AER is en wat zij betekent voor het Europese rugby. De International Rugby Board (IRB) werd opgericht in 1886 (NRB, 2010) e. De IRB is het internationale stuurorgaan van rugby over de gehele wereld. Het hoofdkantoor van de bond is gevestigd in Dublin. Vanaf 1987 is de IRB iedere vier jaar verantwoordelijk voor het organiseren van de Wereldkampioenschappen. Daarnaast stelt de IRB de regels voor het rugbyspel op. Deze wijzigen nog regelmatig om de veiligheid en uitdaging in het spel te behouden. Door onder andere deze wijzigingen en promotionele acties, die de IRB uitvoert, tracht de Board het rugbyspel over de gehele wereld meer uitdaging en daarmee draagvlak te geven (IRB, 2010) b. De Fédération Internationale de Rugby Amateur - Association of European Rugby (FIRA- AER) is opgericht in De reden van oprichting was een conflict met de Internationale Rugby Bond. Frankrijk werd uitgesloten voor het spelen van internationale wedstrijden en als reactie daarop richtte zij in samenwerking met andere Europese landen de FIRA-AER op (FIRA-AER, 2010). Nederland is hierin één van de medeoprichters geweest. Na geruime tijd heeft de FIRA-AER toch weer aansluiting gekregen bij de IRB en werd in 1999 erkend als officiële Europese bond. Vanaf dat moment heeft de FIRA-AER de verantwoordelijkheid voor de Europese (kwalificatie)toernooien en competities. In dit verband is Nederland afhankelijk van de FIRA-AER, omdat zij deelneemt aan de European Nations Cup (Europese landencompetitie) (NRB, 2010) f. 3.2 Ministerie van VWS / NOC*NSF Binnen de Nederlandse sportstructuur is iedere vereniging aangesloten bij een bond. De bond is op haar beurt aangesloten bij het Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie (NOC*NSF). Het NOC*NSF organiseert samen met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het sportbeleid binnen Nederland (NSA, 2010). In deze paragraaf zal kort uiteengezet worden wat beide organisaties zijn en wat zij betekenen voor de sport in Nederland. Vanuit de overheid wordt het beleidsterrein betreffende sport ingevuld door het ministerie van VWS. Dit ministerie legt de focus op drie terreinen, namelijk Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De Volksgezondheid houdt in dat mensen die gezondheidsproblemen hebben tijdig een beroep moeten kunnen doen op huisartsen, ziekenhuizen of andere vormen van gezondheidszorg. In samenwerking met partners probeert het Ministerie van VWS voldoende keuze mogelijkheid voor de Nederlandse bevolking te genereren. Het beleidterrein Welzijn heeft vooral betrekking op inwoners van Nederland die in mindere mate kunnen profiteren van de welvaartsstaat. In samenwerking met de ministeries Economische zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Infrastructuur en Mileu (IenM) streeft het ministerie van VWS ernaar om beleid te implementeren dat bijdraagt aan een invulling van de sociale infrastructuur (Rijksoverheid, 2011). Als laatste houdt het ministerie zich bezig met het beleidsterrein Sport. Het 29

30 ministerie wil op een verantwoorde manier sport voor iedereen mogelijk maken. Naast deze breedtesport activiteiten besteedt het ministerie ook aandacht en geld aan topsport. Op die manier wil men ervoor zorgen dat Nederland op internationale toernooien een goede partij is. Middels deze drie bovengenoemde beleidsterreinen wil het ministerie van VWS zorgen voor een gezonde Nederlandse samenleving. (Ministerie van VWS, 2010) Het NOC*NSF is de nationale sportkoepel en belangenbehartiger van de georganiseerde sport in Nederland. Vanuit het NOC*NSF wordt de sport in Nederland in de breedste zin van het woord bevorderd (topsport, breedtesport en de maatschappelijke betekenis van sport). NOC*NSF draagt de doelstelling om structureel bij de tien beste landen ter wereld te horen. De doelstelling wordt gemeten aan de hand van een structurele plaats bij de eerste tien landen in de mondiale medaillewedloop op een Olympische Spelen. In de realisatie en verbetering hiervan is talentherkenning en -ontwikkeling erg belangrijk. Om deze talentontwikkeling zo goed mogelijk te structureren en tot uitvoering te laten komen heeft het NOC*NSF het beleidsstuk Masterplan Talentontwikkeling opgesteld (NOC*NSF, 2010). Het NOC*NSF kan binnen Nederland gezien worden als een adviserend orgaan richting het genoemde ministerie van VWS. Aan de hand van de adviezen stelt het ministerie van VWS beleid en regels op waar de sportbonden binnen Nederland en dus ook het NOC*NSF zich aan dienen te houden. Op deze manier ontstaat er een wisselwerking bij het samenstellen van sportbeleid en regels binnen de Nederlandse sportwereld. 3.3 CTO Amsterdam Het Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO) Amsterdam steunt sporters in de fase waarin de omvang van trainings- en wedstrijdprogramma s sterk toeneemt. Dit vindt noodzakelijkerwijs plaats om aansluiting op het internationale niveau te krijgen of te behouden. In deze voor de sporter zware fase zorgen een aantal factoren die te maken hebben met de infrastructuur, voor uitval van een deel van de talenten. Voorbeelden hiervan zijn de combinatie sport en studie, het gebrek aan goede en beschikbare trainingsfaciliteiten, de toenemende reistijden en de beschikbaarheid van voorzieningen (CTO, 2010). Door de hierboven genoemde punten wordt duidelijk dat Nederland, zeker in vergelijking met een aantal internationale concurrenten, locaties waar een bundeling van opleidingsprogramma s en faciliteiten plaatsvindt, mist (CTO, 2010). CTO Amsterdam speelt op dit feit in door zorg te dragen voor de optimalisering van randvoorwaarden voor de hoogste nationale topsportprogramma s van bonden. Ondersteuning van het CTO houdt in dat de sporters op één locatie trainen, studeren en wonen. Op een CTO kan een sporter zich optimaal met zijn sport bezighouden en heeft minimale reistijden omdat trainingsaccommodaties, onderwijsfaciliteiten, huisvesting, en voorzieningen als (para)medische begeleiding, fysieke trainingen, en een sportpsycholoog op fietsafstand aanwezig zijn. Het onderwijs wordt in deze in overleg met de onderwijsinstelling zo optimaal mogelijk geconformeerd aan het trainingsprogramma. Kenmerken van CTO Amsterdam zijn: De gehele onderwijskolom (VO, MBO, HBO en universiteit) sluit aan op de verschillende trainings- en wedstrijdprogramma s. Hierin worden bijvoorbeeld: - Lessen aangepast op trainings- en wedstrijdschema - Examens aangepast op trainings- en wedstrijdschema 30

31 - Langere totale studieduur, inclusief studiefinanciering mogelijk via FOS regeling. 1 - Vrijstellingen op basis topsportreglementen die tot stand zijn gekomen door samenwerkingsovereenkomsten met de onderwijsinstellingen. 2 Van deze connecties en regelingen met de onderwijskolom zou de NRB optimaal gebruik kunnen maken voor de implementatie van een fulltime topsport- en talentontwikkelingsprogramma in Amsterdam. Studenten die in één van deze programma s participeren kunnen zo namelijk topsport en school beter combineren. In dit verhaal kan het topsportprogramma gezien worden als het seniorenprogramma. Het talentontwikkelingsprogramma wordt opgezet voor talenten (18 jaar of jonger) en ook wel S-1 genoemd. In dit businessplan worden beide programma s vaak onder één noemer, namelijk Olympisch programma dames VII vernoemd. Inzet van faciliteiten CTO Amsterdam kan verschillende faciliteiten naar gestandaardiseerde kwaliteit en procedures ter beschikking stellen. Afhankelijk van het beschikbare budget vult het CTO de volgende faciliteiten in: - Accommodaties - Fysieke begeleiding - Mentale begeleiding - Voeding - Prestatiediagnostiek - Sportmedische begeleiding - Paramedische begeleiding - Maaltijdvoorziening - Huisvesting - Onderwijs Met behulp van deze specialisten kan een team around the team opgezet worden. Hiermee wordt bedoeld dat er naast de direct verantwoordelijke (hoofdcoach, assistent coach) een team gespecialiseerde mensen aanwezig is om extra inhoud aan een programma te geven. Bundeling van voorzieningen De spreiding van CTO s wordt gecoördineerd door het ministerie van VWS en sluit aan bij de bestaande infrastructuur en de behoeften. De faciliteiten waar een topsporter gebruik van kan maken worden gefaciliteerd door CTO Amsterdam. Op die manier kan de nationale sportbond zich geheel focussen op het opzetten van de trainingsprogramma s. Kennisdeling De kennis die binnen het CTO en bij haar partners bekend is kan gebundeld worden als new knowledge voor de NRB. Zo heeft het CTO bijvoorbeeld ervaring met het opzetten van fulltime programma s. Deze ervaring is van grote waarde voor het opzetten van een fulltime rugby topsport en talentontwikkelingsprogramma. 1 De financiële ondersteuning studenten (FOS) regeling is bestemd voor topsporters die een studievertraging oplopen. Vanuit de onderwijsinstelling waar de topsporter studeert worden de onkosten van het aantal vertraagde maanden vergoed. Het standaard onkostentarief dat hierin gehanteerd wordt is 300,- per maand (Roxanna van Erp, CTO). 2 Het CTO zorgt er met al haar faciliterende steun aan topsportstudenten voor dat het topsportprogramma leidend is en de school hierin flexibel. Recente ontwikkelingen omtrent de wet langstudeerders brengt deze (core) business van het CTO in gevaar. De wet maakt namelijk geen uitzondering voor topsporters, waardoor ook zij na het volgen van 5 jaar studie bovenop het huidige collegegeld een boete van 3000,- moeten betalen (Roxanna van Erp, CTO). 31

32 Financiële efficiëntie CTO Amsterdam kan veel randvoorwaarden faciliteren. Dit heeft zijn uitwerking op de financiële efficiëntie binnen het topsportprogramma. Op deze manier kan er meer geld vloeien naar trainingen en zaken, die belangrijk zijn om de ontwikkeling van de spelers binnen het programma te bevorderen. (Masterplan Talentontwikkeling, 2006) Het uiteindelijk doel van de samenwerking tussen CTO Amsterdam en nationale sportbonden is om ideale omstandigheden en randvoorwaarden te creëren voor sporters, zodat deze op hun beurt een hoger prestatieniveau en meer internationale medailles op EK s, WK s en Olympische Spelen behalen. Daarnaast wil het CTO zorgen voor een synergie die de maatschappelijke betekenis van sport optimaal benut door een goede overgang te verzorgen en een brug te slaan tussen breedtesport en topsport. (CTO Amsterdam Manual, 2010). In dit hoofdstuk zijn een vijftal betrokken en toonaangevende organisaties voor de NRB uiteengezet. Er werd kort beschreven wat de organisatie betekende voor de sport op nationaal of internationaal niveau. Specifieke voorbeelden van invloeden die de genoemde organisaties uitoefenen op Nederlandse rugbyprogramma s zijn te vinden in hoofdstuk 6 van dit businessplan. In de hierop volgende hoofdstukken zal het vooral gaan over het onlangs geïmplementeerde topsportprogramma: Olympisch programma dames VII. 32

33 Hoofdstuk 4: Benchmark In de eerste drie hoofdstukken lag de focus met name op de NRB met haar nationale en internationale omgeving. Dit hoofdstuk vormt de start van de omschrijving van het Olympisch programma dames VII. Dit Olympisch programma is begin november 2010 geïmplementeerd binnen de NRB. De ambitie die de NRB met dit programma wil verwezenlijken is een medaille behalen op de Olympische Spelen van Rio de Janeiro in Bij de start van het Olympisch programma dames VII is er een benchmark met het buitenland gemaakt. Met behulp van deze benchmark heeft de Nederlandse Rugby Bond inzicht gekregen in de ontwikkelingen en stand van zaken in andere concurrerende rugbylanden. Daarnaast heeft Gido Vermeulen, die als coaching consultant door CTO Amsterdam aangesteld is binnen het Olympisch programma dames VII, in een bijeenkomst met de geselecteerde speelsters een benchmark afgenomen (zie bijlage III). Dit hield in dat de spelers aangaven wat zij dachten dat nodig was om een voorsprong op hun concurrentie te krijgen en te behouden. Deze punten zijn opgeschreven en de staf probeert de inhoud van het dames VII programma zo goed mogelijk te conformeren aan wat de speelsters eerder aangegeven hebben. Op die manier kan de staf richting de speelsters en externe partijen ten alle tijden onderbouwen waarom keuzes gemaakt zijn. In de benchmark met de concurrerende landen zal de focus zich met name richten op andere Europese toplanden als Spanje, Frankrijk en Engeland. De keuze hiervoor is gemaakt, omdat dit de voornaamste concurrenten van Nederland zullen zijn in de transitie fase van het Olympische programma dames VII. Nederland zal deze tegenstanders treffen op het EK 2011 waar zij door een top drie kwalificering de A-status van het NOC*NSF dienen te behalen. De benchmark zal hieronder per land apart uitgewerkt worden. Voor alle drie de benchmark landen geldt dat uit contacten met het buitenland gesteld kan worden dat er nog geen volwaardige centrale trainingsprogramma s opgezet zijn. Sevens blijft in deze landen een afgeleide van 15 a-side. Daarnaast zijn de FIRA-AER en IRB momenteel aan het worstelen met de opzet van een internationaal dames VII circuit. Alles staat dus nog in kinderschoenen. Figuur 8: Vrouwelijke rugbyspeelsters per land Spanje (nr. 1 EK 2010) Frankrijk (nr. 3 EK 2010) Engeland Nederland (nr. 2 EK) Pre-teen Female Player Teen Female Player Senior Female Player Total Female Player (IRB, 2010) b Spanje Kijkend naar het totaal aantal vrouwelijke rugbyspeelsters, dat in figuur 8 is weergegeven, bezet Spanje de één na laatste positie. Echter zijn zij in 2010 Europees kampioen geworden. De Spaanse vrouwen bereiden zich middels een drie maanden durend fulltime trainingskamp voor op de Europese kampioenschappen. De Spaanse rugby bond draagt gedurende dit trainingskamp zorg voor de inkomsten van de dames. Op die manier kunnen de dames iedere dag veel trainingsuren samen maken en bereiden zij zich voor op het Europees kampioenschap. 33

34 Frankrijk Frankrijk staat op basis van figuur 8 op plaats twee. Op die manier hebben ze in Frankrijk een grote groep vrouwen waar uit speelsters geselecteerd kunnen worden. De voorbereiding op een EK in Frankrijk gebeurt op een vergelijkbare manier als in Nederland. De Franse kennen net als Nederland een talentontwikkelingsstructuur met daarin RTC s en Academy s. Daarnaast zijn de Franse talenten net als de Nederlandse talenten ondergebracht op LOOT scholen. In Frankrijk gebeurt dit alles echter op een veel grotere schaal. Dit komt met name, omdat de sport door een grotere groep mensen beoefend wordt. De Fransen zijn echter nog niet zo ver dat er een fulltime Sevens programma ingericht is. De focus in Frankrijk wordt met name gelegd op de 15 a side variant. Een voorbeeld hiervan is dat de gedachte in Frankrijk leeft dat een speler die geselecteerd wordt voor de Franse 7 a side selectie te slecht is voor de Franse 15 a side selectie. Zo is er naast het ontbreken van een fulltime programma een groot mentaal aspect op het gebied van Sevens in Frankrijk waar te nemen. Engeland Engeland kan uit de grootste vijver vissen wat damesspeelsters betreft. Het Engelse rugby kent een decentraal programma waarbij ze rusten op de professionele verenigingscultuur. Veel dames hebben een betaald professioneel contract bij een club. Een korte periode voor een EK komt de dames selectie samen om op basis van eer voor het land te trainen en spelen. Een lange trainingsperiode zoals Spanje deze toepast is in Engeland moeilijk denkbaar, omdat speelsters dan hun inkomsten mislopen. De bond vergoedt de inkomsten niet en de dames blijven daarom vooral bij hun verenigingen 15 a side rugby trainen. Hiermee is Engeland erg afhankelijk van het niveau en de structuur binnen haar huidige professionele dames teams. Nederland Nederland is haar dames VII programma aan het intensiveren en professionaliseren. Om binnen deze paragraaf een vergelijking te kunnen maken worden kort de ontwikkelingen van het Olympisch programma dames VII samengevat. Vanaf november 2010 is de NRB gestart met het intensiveren van de trainingen en trainingsbijeenkomsten. In maar 2011 zijn de dames vier keer per week centraal gaan trainen. Daarnaast gaat de selectie een maand voor het EK 2011 op een fulltime trainingskamp. Op deze manier kan de selectie zich optimaal en in alle rust voorbereiden op het komende Europees kampioenschap in juli In september 2011 als het EK achter de rug is zal bij het behalen van de A-status in samenwerking met CTO Amsterdam gestart worden met de opzet van een fulltime topsport- en talentontwikkelingsprogramma. Aan de hand van de landen benchmark en de benchmark die Gido Vermeulen bij de start van het programma gemaakt heeft is er besloten om een transitiejaar in te lassen. Kijkend naar de landen benchmark kan er gesteld worden dat er de tijd is voor een transitiejaar. Daarnaast gaven de dames aan dat ze langzaam toe wilden werken naar meer trainingsuren om vervolgens in september 2011 in een fulltime programma te stappen. In de volgende hoofdstukken wordt het Olympische programma dames VII per onderdeel beschreven. 34

35 Hoofdstuk 5: Olympisch programma dames VII In hoofdstuk vier van dit businessplan is het Olympisch programma dames VII al kort geïntroduceerd. Dit hoofdstuk geeft allereerst een korte beschrijving van de transitiefase weer. Vervolgens worden de missie, visie en doestellingen van het programma beschreven. 5.1 Beschrijving fase I Olympisch programma Het traject naar de Olympische spelen 2016 bestaat, zoals in figuur 9 weergeven is uit drie fases. De eerste fase richt zich met name op het EK 2011 en aansluiting bij het CTO. In fase twee vindt de voorbereiding naar het WK 2013 plaats en de laatste fase is toewerken naar de Olympische spelen van Binnen dit businessplan zal uitsluitend worden ingegaan op het proces van aansluiting bij het CTO Amsterdam (zie figuur / 2011). Hiervoor is een plaats bij de eerste drie op het EK 2011 nodig. Om dit resultaat te behalen zullen enkele ontwikkelstappen binnen het programma nu al bewerkstelligd moeten worden. Zo is er een fulltime coach aangesteld en is het van belang dat er genoeg geld beschikbaar is. Dit geld is nodig om in de aanloop naar het EK 2011 genoeg trainingsmogelijkheden (toernooien en trainingskampen) te hebben die bijdrage aan de ontwikkeling van de speelsters. Deze eerste stap is een voorwaarde om vervolgstappen te kunnen maken naar de Olympische ambitie van de NRB. In de volgende paragrafen zullen deze vervolgstappen binnen het Olympisch programma dames VII uiteengezet worden. Figuur 9: traject tot Rio de Janeiro 2016 Thema EK 2011 (Transitiefase) WK 2013 (Olympisch niveau) Olympische Spelen 2016 (Road to success) Doelstelling Werken naar fulltime centraal programma Binnenhalen A status Opzetten CTO programma Fulltime centraal trainingsprogramma vanuit CTO Amsterdam Zij-instroom extra speelsters Werken naar Olympische medaille Prestatie norm Top 8 door beste 2/3 van Europa op EK Kwalificeren op WK voor Olympische Spelen Top 3 OS Strategie Intensiveren trainingsprogramma (uren) maar ook specifiekere training Fulltime coach aanstellen Veel internationale competitie maar ook individuele programma s om atleten sterker en beter te maken Nog niet nader bepaald Overig Werven nieuwe speelsters 35

36 5.2 Visie, missie en doelstellingen Iedere in figuur 9 weergegeven fase heeft zijn eigen doelstellingen. Voor dit businessplan zal allereerst de missie voor de lange termijn weergegeven worden, omdat dit het eindstation is waar vanaf de start van het programma naar toe gewerkt wordt. Vervolgens zal de hoofddoelstelling voor de transitiefase van het Olympisch programma uiteengezet worden. Deze doelstelling heeft betrekking op de zes volgende hoofdstukken die in dit businessplan uitgewerkt zijn. Missie tot 2016: Met de dames VII selectie een medaille behalen op de Olympische Spelen 2016 in Rio de Janeiro (Yves Kummer, NRB). Doelstelling transitie fase: Aansluiting generen bij CTO Amsterdam in september 2011 voor de opstart van een fulltime topsport- en talentontwikkelingsprogramma. Visie: De visie zal enkel omschreven worden voor de transitie fase. Hierin zullen wel koppelingen gemaakt worden met de hierboven geformuleerde missie voor 2016, omdat deze fase overkoepelend is. De visie die in de transitie fase door het projectteam dames VII gehanteerd wordt kan als volgt omschreven worden: De NRB wil aan de hand van het behalen van de A-status een fulltime programma opstarten in samenwerking met CTO Amsterdam. In deze fase wil de bond haar ramen en deuren open zetten om in september 2011 een zo totaal mogelijk programma te implementeren. Doelstellingen: Bij het omschrijven van de doelstellingen wordt er uitgegaan van een huidige situatie en een gewenste situatie. Onder de kop huidige situatie worden zaken beschreven zoals die op dit moment verlopen. De gewenste situatie geeft aan waar de rugbybond naar toe wil om in september 2011 aansluiting te kunnen vinden bij het CTO. Naast deze op tijd gekaderde doelstellingen worden ook enkele lange termijn doelstellingen omschreven. Huidige situatie - Spelers hebben nog geen topsportstatus. Dit houdt in dat de speelsters nog geen inkomsten hebben of in aanmerking komen voor bepaalde faciliteiten. Formeel komen ze ook niet in aanmerking voor een topsportregeling van een onderwijsinstelling. Hierdoor dienen de speelsters hun huidige opleidingstijden te volgen en hun werk aan te houden. - Beslissingen worden ad hoc genomen. - Communicatie verloopt ongestructureerd. - Combinatie van rol, werkverdeling en verantwoordelijkheden is nog niet voor iedere functie binnen het projectteam dames VII duidelijk. - Het Olympisch programma dames VII is nog niet bekend onder de Nederlandse bevolking. - Het Olympisch programma dames VII heeft een begrotingstekort. 36

37 Gewenste situatie - Vanaf de start van het programma worden alle uitgevoerde werkzaamheden geborgd binnen het Olympisch programma dames VII. - In juni 2011 behaalt de dames VII selectie een plek bij de eerste drie op het EK (verkrijgen A-status). - Werkprocessen worden geconcretiseerd en gestructureerd, waardoor veranderingen of ontwikkelingen te allen tijde op gegronde wijze benaderd kunnen worden. - Communicatielijnen binnen het projectteam dames VII zijn omschreven voor de start van de persconferentie in Door het opstellen van een overzicht is de rolverdeling en werkverantwoordelijkheid voor iedereen binnen het projectteam dames VII zo snel mogelijk duidelijk. - Generen van media aandacht om zo het Olympisch programma dames VII voor het EK 2011 in de aandacht van de media te krijgen. - Voor aanvang van het eerste grote internationale Sevens toernooi is de financiering van het programma voor 2011 rond. Het projectteam heeft het streven om de gewenste situatie te bereiken voor september 2011 als aansluiting bij CTO Amsterdam gegeneerd wordt. In de volgende hoofdstukken zal voor veel van de gewenste doelstellingen beschreven worden hoe het projectteam deze wil gaan verwezenlijken. 37

38 Hoofdstuk 6: De organisatie dames VII In dit hoofdstuk wordt de organisatieopzet van het Olympische programma dames VII via twee gebieden gedefinieerd. Allereerst zal de interne organisatie die aangeeft hoe het programma binnen de NRB opgezet is beschreven worden. Vervolgens wordt de externe organisatie die betrekking heeft op organisaties die direct of indirect betrokken zijn bij het Olympische programma dames VII beschreven. 6.1 Intern Voorgaande seizoenen waren het dames XV en VII programma samengevoegd in één programma. Bij de start van het seizoen zijn deze programma s gesplitst, omdat het spelen van dames XV rugby niet bijdraagt aan de ontwikkeling van een Sevens speelster. Met de komst van fulltime professioneel programma zag de NRB de noodzaak om hiervoor een apart bestuurslid aan te stellen. 18 December 2010 is Yves Kummer daarom benoemd tot bestuurslid Sevens. Hij is eindverantwoordelijke voor het gehele programma en stuurt de manager Rugby Technische Zaken en zijn stagiair aan. Deze manager zorgt voor de invulling van de randvoorwaarden van het programma en onderhoudt de contacten met het bestuur, de verenigingen het CTO Amsterdam en NOC*NSF. Naast het aanstellen van een nieuw bestuurslid Sevens is er binnen de NRB ook een projectteam van specialisten opgezet. Dit projectteam gaat in samenwerking met verschillende organisaties de omgeving voor de speelsters van het dames VII team zo goed mogelijk inrichten. Het projectteam is binnen de huidige structuur van de NRB als nieuwe aparte afdeling geïmplementeerd. Het bestaat uit een zevental mensen die ieder op hun eigen specialisatiegebied een rol vervullen binnen het team. In bijlage IV is naast het organogram een tabel te zien waarin deze specialisatiegebieden beschreven zijn. De belangrijkste taken van het projectteam zijn: Het vinden van aansluiting bij het CTO Het organiseren van de zij-instroom uit andere sporten Het aansturen/ begeleiden van technische staf Het onderhouden van de professionele structuur (verantwoordelijkheden en financiën) Het verzorgen van voldoende inkomsten voor het draaien van het programma Het projectteam komt één keer per maand bijeen om de ontwikkelingen binnen het programma met elkaar te bespreken. In deze bijeenkomsten worden afspraken gemaakt die in een volgende maandelijkse bijeenkomst geëvalueerd worden. Op die manier heeft het projectteam een helder zicht op de recente ontwikkelingen en kan men hierop inspelen. Middels deze communicatie tracht het projectteam onzekerheden en misverstanden uit te sluiten. De hierboven kort omschreven werkwijze en ontwikkelingen binnen een organisatie kunnen gekoppeld worden aan verschillende modellen. Volgens het Maturity model dat in dit businessplan toegepast wordt wijst bovenstaande werkbeschrijving op het managed stadium. In dit stadium van het model zijn de basisprocessen gevestigd en er is een niveau van discipline om zich aan deze processen te houden. Hiermee kan gesteld worden dat het projectteam stadium één met daarin weinig gedefinieerde, chaotische en ad hoc processen gepasseerd is. In de toekomst zal het projectteam zich ontwikkelen naar een hoger stadium waarin processen gestandaardiseerd zijn, gemeten worden op hun kwaliteit en er ononderbroken procesverbetering plaatsvindt (voor alle stadia van het Maturity model zie bijlage V) 38

39 Deze ontwikkelingen tracht het projectteam door te maken via het opbouwen van een breed netwerk binnen de sport, bijeenkomsten en meetings zoveel mogelijk expertise van buiten de rugbywereld te verkrijgen. Deze verkregen informatie deelt de NRB vervolgens met haar verenigingen op daarvoor georganiseerde bijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten krijgen de Nederlandse verenigingen de kans om hun inzichten omtrent het Olympisch programma te delen met de bond. Door dit open karakter tracht het projectteam het programma zo goed mogelijk te implementeren binnen de huidige verenings- en nationale sportstructuur. 6.2 Extern De sportnota Tijd voor Sport geeft aan dat er paar jaar circa 100 miljoen voor het ministerie van VWS wordt vrijgemaakt om te investeren in de gehele Nederlandse sport. De topsport in Nederland waar het Olympisch programma dames VII onder valt ontvangt in 2010 een bedrag van 21,8 miljoen (Sportnota, 2005). Door deze grote bedragen die spelen in de sportwereld in Nederland is er een indirect verband te leggen tussen het ministerie van VWS dat investeert en de NRB die opzoek is naar financiële stimulans voor het programma. In deze verdeling van de gelden binnen Nederland is de nationale sportkoepel NOC*NSF een belangrijk factor. Het NOC*NSF controleert de subsidieaanvragen vanuit de sportbonden en verdeelt vervolgens de subsidiegelden. Naast deze financiële koppeling met het programma is Roelant Oltmans prestatiemanager Teamsporten van het NOC*NSF gekoppeld aan het Olympische dames VII programma. Roelant houdt vanuit NOC*NSF het proces in de gaten en informeert het projectteam over de procedures en maatstaven waaraan het Olympisch programma volgens het NOC*NSF moet voldoen. Een partij die in deze nauw samenwerkt met het NOC*NSF en ook betrokken is bij het Olympisch programma dames VII is het CTO Amsterdam. Als procedures doorlopen zijn en de prestatie voldoet aan de gestelde prestatienorm (top 3 EK 2011) zal het CTO Amsterdam in september 2011 starten met het ondersteunen van het Olympisch programma dames VII. Dit zal betekenen dat er een fulltime topsport- en talentontwikkelingsprogramma in Amsterdam opgestart wordt. Het CTO Amsterdam zal hierin een faciliterende rol spelen. In welke mate er faciliterende steun plaatsvindt is afhankelijk van twee zaken. Allereerst kijkt het CTO naar de bijdrage vanuit het NOC*NSF en de NRB. Daarnaast is de inzet van faciliteiten afhankelijk van de prioriteitenlijst van de bond. Waar legt de bond haar prioriteit en in welke fase? Een voorbeeld hiervan is fase 1: fysiek, paramedisch, fase 2: mentaal en voeding. Hiernaast wordt onder faciliterende steun van het CTO zorg gedragen voor de huisvesting en communicatie met de school en het werk van de speelsters. Hiernaast is het Nederlandse bedrijfsleven vooral op financieel ondersteunend gebied betrokken bij het Olympische programma dames VII. Sponsoren Atoomstroom en de Lotto zijn hiervan enkele voorbeelden. De laatste organisaties die in relatie met het Olympisch programma dames VII gebracht kunnen worden zijn de FIRA-AER, IRB en Nederlandse sportbonden. De internationale rugbyorganen FIRA-AER en IRB bepalen de speelkalender, kwalificatienormen en andere toernooi en organisatie gerelateerde regels die van invloed zijn op het Olympische programma dames VII. Een voorbeeld hiervan is de klassering van het dames VII team op het eerstvolgende EK. Op het EK 2010 is Nederland als tweede achter Spanje geëindigd. Nederland is nu als achtste geplaatst voor het EK De nummer één Spanje is als zevende geplaatst. Dit heeft alles te maken met de status en voorrang die de Six Nations landen (Engeland, Schotland, Ierland, Wales, Frankrijk, Italië) in Europa krijgen van de FIRA-AER. 39

40 Op deze en vele andere manieren hebben de FIRA-AER en IRB direct invloed op de organisatie en planning van het Olympisch programma dames VII. Naast deze internationale organisaties vallen de andere sportbonden binnen Nederland onder de externe organisatie. Zij kunnen allereerst gezien worden als concurrenten, omdat iedereen strijdt om dezelfde beschikbare euro voor haar fulltime topsportprogramma s. Naast de rol als concurrent kunnen de overige Nederlandse bonden ook gezien worden als partners. Bonden wisselen kennis en informatie met elkaar uit. Zo heeft Koen van Nol van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond (KNRB) de NRB geïnformeerd over het aanvragen van subsidies. De Nederlandse sportbonden kunnen met deze partnerships veel van elkaar leren. Uit bovenstaande analyse komt naar voren dat er direct en indirect veel nationale en internationale externe partijen betrokken zijn bij de organisatie van het Olympisch programma dames VII. Er is hierin een basis van partijen te definiëren. Daarnaast zijn er partijen die in mindere mate een kleinere en indirectere invloed hebben op het programma. Hieronder is het bovenstaande verhaal in een figuur 10 samengevat. Figuur 10: Organisaties die invloed hebben op Olympisch programma Ministerie van VWS Indirecte Financiële & inhoudelijke ondersteuning NOC*NSF Financiële & inhoudelijke ondersteuning CTO Amsterdam Faciliterende ondersteuning Olympisch programma dames VII Atoomstroom & Lotto Financiële ondersteuning Overige Nederlandse bonden advies FIRA-AER & IRB (+ toernooiorganisatoren internationale toernooien) Internationale speeldagen 40

41 Hoofdstuk 7: Weerstandsanalyse In dit hoofdstuk vindt allereerst een uiteenzetting van de doelgroepen plaats die geraakt worden door het Olympisch programma. Aan de hand van deze doelgroep formulering is er een weerstandsanalyse uitgewerkt om de weerstanden van de verschillende partijen in beeld te brengen. Middels deze weerstandsanalyse kan de NRB zijn communicatie afstellen op de verwachte weerstand. 7.1 Doelgroepen Het Olympische programma Dames VII zal van invloed zijn op verschillende groepen mensen. Binnen het programma kunnen de volgende doelgroepen onderscheiden worden: Geselecteerde speelsters De geselecteerde speelsters gaan door de professionalisering van het trainingsprogramma meer trainingsuren maken. Hierdoor zullen de speelsters bewuster op hun voeding en arbeidrustverhouding moeten gaan letten. De tijd die ze kwijt zijn met het spelen van rugby zal veel meer worden en hierdoor zullen activiteiten in het dagelijks leven moeten worden geschrapt. Van de speelsters wordt een grote verandering verwacht om succesvol te participeren in het Olympisch programma. Naast deze veranderingen zullen de geselecteerde speelsters die een baan hebben er financieel op achteruit gaan. Dit een opoffering waar de dames zich aan moeten conformeren. Staf selectie dames VII Door de professionalisering is de staf intensiever betrokken bij het programma. Naast een fulltime aangestelde coach is het contract met de fysiotherapeuten en assistent coach geïntensiveerd. Allen zullen meer tijd kwijt zijn met hun betrekking bij het Olympisch programma Dames VII. Speelsters XV selectie De dames XV is een aparte selectie van de Nederlandse Rugby Bond. Veel speelsters die geselecteerd zijn voor het dames VII team speelden voorheen in de dames XV selectie. Door de professionalisering van het dames VII programma zullen de dames uit de Sevens selectie geen 15 a side meer gaan spelen. De Nederlandse rugby verenigingen De geselecteerde speelsters voor de Sevens selectie zullen bij de start van het fulltime topsportprogramma in september 2011 hoogstwaarschijnlijk alleen nog maar Sevens rugby gaan spelen. Dit heeft tot gevolg dat de dames moeten stoppen met het spelen van 15 a side in verenigingsverband. Enkele verenigingen in Nederland raken hierdoor hun beste speelsters kwijt voor het spelen van 15 a side rugby. Een voorbeeld hiervan is AAC Rugby. Van deze vereniging zijn vijf speelsters geselecteerd voor het Olympisch programma dames VII. Zij-instroom De NRB start in mei 2011 met een campagne waarbij men vier sporters uit andere takken van sport in het talentontwikkelingsprogramma wil gaan opnemen. Hiervoor zal allereerst gekeken worden naar wat voor type speelsters er nodig zijn in de selectie. Er zullen in de toekomst daarom profielen positie opgesteld worden. Aan de hand van deze profielen zullen speelsters uit andere takken van sport geselecteerd worden. Op dit moment is er nog geen duidelijkheid over de kwaliteiten die de speelsters nodig hebben om geselecteerd te worden. Het is daarom moeilijk om sporten te vangen die voor de selectiecampagne in aanmerking komen. Wel weet de NRB dat ze binnen de verschillende takken van sport gaan kijken naar 41

42 sporters die in hun huidige sport de top net niet halen. Deze sporters zijn een hoge trainingsintensiteit al gewend en kunnen zich sneller committeren aan een dergelijk fulltime programma. Op deze manier heeft het Olympisch programma invloed op de sporters die de selectieprocedure ingaan en later eventueel instromen in het programma. De Nederlandse Rugby Bond Binnen de NRB is intern het één en ander veranderd, zoals u heeft kunnen lezen in hoofdstuk 6. Er is een apart bestuurslid voor het dames VII aangesteld. Daarnaast moet de organisatie voldoen aan de eerder genoemde eisen van het NOC*NSF en CTO Amsterdam (zie paragraaf 3.3). Naast de interne veranderingen zal er ook meer geld omgaan binnen de NRB dat bestemd is voor het Olympisch programma dames VII. 7.2 Weerstandsanalyse In de voorgaande paragraaf kon u lezen dat er verschillende doelgroepen betrokken zijn en beïnvloedt worden door het Olympisch programma dames VII. Er zullen binnen deze doelgroepen veranderingen plaats gaan vinden, waardoor uit verschillende hoeken van de rugbywereld weerstanden naar boven zullen komen. Bij de speelsters zal het programma vooral directe invloed hebben op hun huidige werk- en leefwijze. Daarnaast zullen de verenigingen vooral door een belangentegenstelling veel weerstand gaan leveren. Verenigingen zijn er om rugby op het gebied van breedtesport te bevorderen. Iedereen moet op zijn eigen niveau kunnen ervaren hoe het is om de sport rugby te spelen. Met deze filosofie wil een vereniging een zo groot mogelijk ledenbestand bewerkstelligen. Gezien de plannen van de bond die zich in het geval van het Olympisch programma Dames VII vooral richt op topsport en speelsters weg zal gaan nemen uit de verenigingsstructuur, kan er gerekend worden op weerstand. Beide hiervoor omschreven doelgroepen worden het meest beïnvloed door de introductie van het programma. Mede hierdoor is de keuze gemaakt om vooral de weerstanden van de verenigingen en speelsters in deze weerstandanalyse uit te werken. Aan het eind van deze paragraaf zijn in figuur 12 de weerstanden van beide doelgroepen tegen elkaar uiteengezet. Voor de NRB is het belangrijk om te weten wat de weerstand vanuit haar verenigingen is op het dames VII programma. Het programma voor de weg naar de Olympische spelen is namelijk iets waar de beide partijen elkaar tevreden in moeten houden. Met deze gedachte in het achterhoofd worden hieronder de plus- en minpunten voor Nederlandse rugby verenigingen weergegeven. Op die manier kan de bond haar antwoorden en toelichtingen duidelijk communiceren naar de verenigingen. Wat hebben de verenigingen en het Nederlandse dames rugby aan de ontwikkeling van Dames VII? Zowel de verenigingen als de geselecteerde Sevens speelsters hebben er belang bij dat het Olympisch programma dames VII zich ontwikkeld tot een goed lopend fulltime programma. Om meer betrokkenheid met de clubs op het gebied van Sevens te realiseren organiseert de NRB in het seizoen binnen de reguliere dames XV competitie voor het eerst drie kwalificatietoernooien voor het NK Sevens. Iedere vereniging moet aan minimaal 2 van de 3 kwalificatietoernooien meedoen om kans te maken op een plek tijdens de NK Sevens. Een andere voorwaarde hierbij is dat alleen de top 8 na drie kwalificatietoernooien mag deelnemen aan het NK. Op deze manier wil de bond meer aandacht en enthousiasme voor het Sevens rugby in Nederland creëren. 42

43 Naarmate het Sevens binnen de Nederlandse competitie meer aandacht krijgt, wordt het profijt van een goede nationale Sevens selectie voor de Nederlandse verenigingen groter. De geselecteerde speelsters krijgen door de intensivering binnen het Olympische trainingsprogramma een hoger niveau. Speelsters uit de nationale Sevens selectie nemen hun kennis en ervaringen mee naar de verenigingen en kunnen deze daar overdragen. Daarnaast zal de bondscoach lezingen en voorlichtingen gaan geven om op die manier de verworven kennis over het Sevens spel te delen met de coaches van de Nederlandse verenigingen. Dit draagt bij aan een hoger kennisniveau over Sevens binnen Nederland en leidt indirect tot inhoudelijk betere Sevens trainingen op de verenigingen. Met deze beide manieren bestaat de kans dat het niveau van de club teams hoger wordt en de speelsters uit de Sevens selectie beter aansluiting vinden binnen hun club. De geselecteerde speelsters spelen nog bij hun verenigingen mee als het gaat om de Sevens kwalificatietoernooi. Door dit alles zal er meer spanning in de kwalificatietoernooien van de dames Sevens competitie komen. Zo wil de bond de Sevens sport in Nederland promoten. Een andere promotievorm die ingezet gaat worden om Sevens meer bekendheid te geven in Nederland zal zijn met de geselecteerde speelsters van het VII team. In de toekomst zullen de speelsters door het behalen van successen weggezet gaan worden als helden. Met een dergelijke heldenstatus gaan de speelsters hun ervaringen met verschillende partijen binnen en buiten de sport delen. Zo gaan de speelsters bijvoorbeeld clinics op sportverenigingen en scholen verzorgen. Hiermee wordt er zowel directe als indirecte reclame voor rugby gemaakt, die eventuele ledenwerving voor de Nederlandse verenigingen op kan leveren. Naast de promotie van de sport die vooral voor de verenigingen van belang is, hebben ook de speelsters van het VII team belang bij de ontwikkeling van het Olympische programma. Zij krijgen namelijk een unieke kans om zich in hoog tempo te ontwikkelen en daarnaast te spelen op het hoogste podium van de wereld. De dames zullen gedurende het programma minimaal 32 uur per week bezig zijn met trainen. Meer informatie over de trainingsopbouw vindt u in hoofdstuk 8 waarin het sporttechnische deel van het programma uiteengezet is. Wat zijn de negatieve gevolgen voor de dames XV selectie en de verenigingen? Om de ambitie van de NRB (een medaille op de Olympische Spelen in 2016) te verwezenlijken, gaan de speelsters die deel van de VII selectie uit maken, activiteiten opofferen. Allereerst is besloten dat de dames stoppen met het spelen bij het nationale dames XV team. Voor de XV selectie betekent dit dat ongeveer twaalf van hun beste speelsters het team zullen verlaten. De speelsters die overblijven in de XV selectie hebben ten eerste geen compleet team meer en ten tweede zijn alle beste speelsters weg. Dit zal een emotioneel zwaar proces worden voor de overgebleven XV selectie. De bond kan vanuit deze groep speelsters rekenen op enige vorm van weerstand. Aan de andere kant hebben de speelsters van de XV selectie, omdat ze niet geselecteerd zijn voor het Sevens team, meer tijd voor activiteiten in verenigingsverband. Dit aspect is vanuit de verenigingen dus op twee manieren te benaderen, vandaar dat dit in figuur 12 met +/- aangegeven is. Bij de verenigingen zal vooral voor september 2011 nog weerstand ontstaan om het feit dat de speelsters veel tijd (trainingsarbeid en wedstrijden) moeten steken in het nationale Sevens team. Dit heeft tot gevolg dat de speelsters minder tijd hebben om trainingen en wedstrijden in verenigingsverband te volgen. Daarnaast gaat de nationale selectie in 2011, vijf internationale toernooien spelen, waarvan er een paar in reguliere competitieweekenden vallen (zie figuur 11). Speelsters zullen door dit alles vaker ontbreken bij verenigingsactiviteiten. 43

44 Figuur 11: Toernooioverzicht 2011 dames VII Toernooi Reguliere competitie Trainingskamp Ameland Ja, dames XV Las Vegas Sevens (8 t/m 13 februari) Hong Kong Sevens (22 t/m 27 maart) Amsterdam Sevens (20 t/m 22 mei) Nee* Nee* Amsterdam Sevens met eigen verenigingsteam EK XV direct na Amsterdam Sevens en vlak voor Rome Sevens *Bond heeft wijzigingen in competitiekalender doorgevoerd om het weekend van dit toernooi vrij te roosteren De beslissing om de geselecteerde speelsters uit de reguliere 15 a side competitie te nemen heeft een grotere impact op de verenigingen. Dit zal echter wel gebeuren bij de start van het fulltime topsportprogramma in september Dit is besloten door de NRB, omdat het spelen van 15 a side wedstrijden te veel negatieve invloed heeft op de ontwikkeling als Sevens speelsters. Bij deze gebeurtenis zal er vanuit de verenigingen erg veel weerstand komen, omdat ze enkele goede speelsters zullen gaan verliezen. In september 2011 starten de speelsters met een centraal trainingsprogramma in Amsterdam. De speelsters, die geselecteerd zijn en ver van Amsterdam wonen, worden door het CTO ondersteund in het vinden van huisvesting en / of werk in de buurt van Amsterdam. Dit betekent waarschijnlijk dat de dames veel minder gaan trainen op hun verenigingen, omdat het voor velen onmogelijk is qua afstand en trainingsuren (minimale norm die het NOC*NSF aan het dames VII programma stelt is 32 uur per week). Net als het hiervoor gaande zal ook dit weerstand opleveren vanuit de verenigingen. Aan de hand van een gesprek met CTO Amsterdam (en de basketbalbond, NBB) kwam naar voren dat de bond iets terug kan doen voor de verenigingen. De verenigingen zorgen voor (jonge) talentvolle speelsters die eventueel van grote waarde kunnen zijn voor de Sevens selectie in de toekomst. Het advies dat de NBB gaf was om de verenigingen concreet aan te gegeven wat zij vanuit de bond terug kunnen verwachten. Op deze manier is er het snelst begrip vanuit beide partijen en is er minder kans op conflicten. Het gehele transitietraject voor de ontwikkeling van het Olympisch programma kan gezien worden als een kwestie van geven en nemen voor zowel de bond als de verenigingen. Een voorbeeld dat de NBB uit eigen ervaring aandroeg was dat de bondscoach dames VII Gareth Gilbert naar de verenigingen kan gaan waar de verschillende dames van de dames VII selectie spelen. Gareth zou daar tijdens een georganiseerde dag, teams kunnen gaan trainen en een meeting beleggen met de aanwezige trainers en coaches. Dit kan zorgen voor meer betrokkenheid vanuit de verenigingen en kost Gareth Gilbert maar tien dagen van zijn fulltime aanstelling. Vanwege deze aandacht zullen de verenigingen zich meer betrokken en gewaardeerd voelen. Weerstanden opgesomd: In figuur 12 worden alle belangrijke punten uit bovenstaande tekst nogmaals opgesomd. Met een plus- (+) of minteken (-) teken wordt aangeven of het positief of negatief is voor de ontwikkeling van de speelsters of de verenigingen. 44

45 Figuur 12: positieve en negatieve ontwikkelingen voor speelsters en verenigingen Kenmerken Speelsters Verenigingen Niveau Sevens op verenigingen + + door invoering Olympisch programma Ontwikkeling geselecteerde + + spelers Promotie Sevens rugby (o.a door kwalificatietoernooien en clinics) Kennisdeling met coaches + ++ Nederlandse verenigingen Stoppen met spelen nationale +/- +/- selectie XV Trainingsarbeid en + - wedstrijden Stoppen met spelen competitie -/- - XV Centraal trainingsprogramma + - Kijkend naar figuur 12 zullen de verenigingen vooral te lijden hebben onder de invoering van het Olympisch programma dames VII. Vanuit deze groep zal hoogstwaarschijnlijk de meeste weerstand te verwachten zijn. Echter moet hierbij de weerstand van de speelsters niet onderschat worden. Zij moeten veel opgeven om zich te conformeren aan de eisen van het Olympisch programma dames VII. Overal waar weerstand is, is ontevredenheid en vooral bij de speelsters moet dit zoveel mogelijk gereduceerd zien te worden. Dit alles om ze zo optimaal mogelijk te motiveren voor het programma. Naast deze weerstandsanalyse is de eerder besproken benchmark daar een goed hulpmiddel bij. Nu de weerstanden van de verschillende betrokken doelgroepen uiteengezet zijn zal in het volgende hoofdstuk het sporttechnische programma uiteengezet worden. Hiermee wordt een inzicht verschaft in de werkwijze die de bondscoach toepast binnen zijn huidige selectie. 45

46 Hoofdstuk 8: Sporttechnisch programma Na de uiteenzetting van de organisatie en doelgroepen wordt in dit hoofdstuk het sporttechnische programma dat de geselecteerde speelsters gaan volgen uitgewerkt. Ieder belangrijk onderdeel uit het sporttechnische programma wordt afzonderlijk toegelicht. Zo wordt er onder meer aandacht besteed aan de staf, de selectiecriteria en manier van evalueren. Sevens rugby is een intensieve en explosieve sport. Spelers spelen vier tot vijf wedstrijden op één dag. In de wedstrijden wordt 7 tegen 7 gespeeld waarbij de poulewedstrijden, kwart- en halve finales twee keer zeven minuten duren. De finale duurt op ieder toernooi twee keer tien minuten. Met deze intensiteit en explosiviteit dient men binnen het sporttechnisch programma goed rekening te houden. De eerste grote stap in de realisatie naar de Olympische ambitie (top 3 OS) is een plek bij de eerste drie op het EK van Hiermee zal een A-status verkregen worden. In de uitwerking van het sporttechnische programma zal dan ook uitgegaan worden van deze mijlpaal, omdat die op dit moment het meest actueel en belangrijkst is. 8.1 Coachprofiel Met de professionalisering van het dames VII programma heeft de bond op 1 november 2010 Gareth Gilbert als fulltime coach aangesteld. De coach is geselecteerd aan de hand van het in bijlage V weergegeven coachprofiel. De fulltime coach is toen al aangesteld om toe te werken naar een goed resultaat op het EK Zoals hierboven beschreven werd is dat een belangrijke mijlpaal in het traject naar de Olympische Spelen van Rio de Janeiro in De coach zal zijn eigen visie en trainingswijze in overleg met zijn team gaan ontwikkelen om de speelsters zo goed mogelijk voor te bereiden op het EK Hierbij zal hij zich moeten conformeren aan de onderwerpen die in zijn profiel beschreven zijn (bijlage VI). De hier opvolgende paragrafen zullen meer inzicht verschaffen over de manier waarop de coach hier invulling aan wil gaan geven. 8.2 Staf In de organisatie van de staf van het Nederlandse dames VII team wordt gebruik gemaakt van verschillende circles. Deze circles geven aan welke specialisten werkzaam zijn in de omgeving van de spelers en de coach. Op die manier is het voor iedereen die betrokken is bij het programma duidelijk waar de functies binnen de staf betrekking op hebben. De verschillende toegepaste circles zullen binnen deze paragraaf afzonderlijk worden toegelicht. Aan het eind van de paragraaf zal de samenhang tussen de verschillende circles kort uiteengezet worden. 46

47 1. Player circle In figuur 13 is een player circle weergegeven, zoals deze op dit moment binnen het Olympisch programma dames VII toegepast wordt. De mensen die het dichtst bij de speelster staan en waar een speelster dagelijks mee te maken heeft zijn de bondscoach, assistent coach, fysieke trainer en de fysiotherapeut. De vier hiervoor genoemde functies werken allen tezamen om de speler tactisch, technisch en fysiek te ontwikkelen. Figuur 13: Player cirle Player circle 2. Inner en outer circle Bron: Gareth Gilbert Figuur 14: Inner en outer cicle Inner en outer circle staf Inner circle staf Outer circle staf Bron: Gareth Gilbert De inner circle kan gedefinieerd worden als de groep mensen die de dagelijkse activiteiten omtrent het team aansturen en managen. Het aantal functies in de inner circle is afhankelijk van het aanwezige geld en de resources binnen een organisatie. In figuur 14 is te zien dat de inner circle erg veel overeenkomsten heeft met de eerder besproken player circle. Bij de inner circle is alleen de managersfunctie toegevoegd. Deze heeft geen plaats gekregen in de player circle, omdat de manager geen invloed heeft op de technische en tactische ontwikkelingen van de speelsters. De functie van de inner circle is vooral gericht om een zo geschikt mogelijk klimaat te creëren waarin de speelsters zich optimaal kunnen ontwikkelen. Naast de inner circle is er ook een outer circle weergegeven in figuur 14. De outer circle heeft minder dagelijkse betrokkenheid bij de spelersgroep en werkt vooral faciliterend voor de inner circle. Een voorbeeld hiervan is het coachen van de coach. Gido Vermeulen adviseert en evalueert om de twee weken samen met bondscoach Gareth Gilbert hoe het proces tot nu toe verloopt. Het programma is zich aan het ontwikkelen en het is voor Gareth Gilbert zinvol om 47

48 te evalueren en praten met mensen die al eerder betrokken zijn geweest bij het opzetten van dergelijke projecten. Binnen deze opzet zijn twee evaluatiemomenten erg belangrijk. Allereerst evalueert de inner circle om de zes weken over de vooruitgang en testresultaten van de speelsters. Daarnaast wordt het handelen van de inner circle als een soort dubbel check onder de loep genomen door de outer circle. De hierboven uitgewerkte opzet met een inner en een outer circle wordt ook wel team arround the team genoemd. De mensen in de outer circle zijn hierdoor onmisbaar in dit programma. 8.3 Competitie Bij de uitwerking van de dames VII competitie moet in twee gevallen onderscheid gemaakt worden. Het eerste geval is dat tussen de internationale en nationale competitie. In deze paragraaf zullen beide competitievormen toegelicht worden. Het tweede onderscheid dat gemaakt dient te worden is dat tussen de head squad (10 dames in selectie) en het development team (10 talenten). Het development team bestaat uit speelsters die jonger zijn dan 18 jaar en niet meegaan met de head squad naar de grote internationale toernooien. Tijdens reguliere trainingen van de selectie trainen deze twee teams als één groep samen. Het enige verschil zit hem dus in het spelen gescheiden spelen van de (internationale) toernooien. Internationaal Op internationaal niveau heeft de head squad voorafgaand aan het EK 2011 twee grote internationale toernooien gespeeld. Het eerste toernooi vond plaats in Las Vegas. Het Nederlands team heeft daar een tweede plaats behaald. Het tweede toernooi in de voorbereiding op het EK 2011 vond plaats in Hong Kong. Op dit toernooi behaalde het Nederlands een team een derde plaats. Op deze grote internationale toernooien waren een aantal landen uit de top 10 van de wereld aanwezig. Door te spelen tegen deze toplanden hebben de speelsters ervaring opgedaan en leerden ze hun grootste concurrenten beter kennen. Naast deze twee grote internationale toernooien zal de dames VII selectie nog een drietal kleinere Europese toernooien gaan spelen. Op deze toernooien zijn zowel invitatieteams als landen teams, zoals Frankrijk, Engeland en Spanje aanwezig. Het development team zal daarnaast enkele toernooien op rij afstand van Amsterdam gaan spelen. Het zal hierbij gaan om toernooien in Duitsland, België, Frankrijk en Engeland of trainingsweekenden opgezet in samenwerking met één van deze landen. Met deze aanpak onderhouden de dames uit het development team ook hun wedstrijdritme en doen ze (internationale) ervaringen op. In bijlage VII A en B is een overzicht toegevoegd van de toernooien die de head squad en het development team af gaan werken voorafgaand aan het EK Nationaal Sinds september 2010 heeft de NRB ervoor gekozen om drie NK kwalificatietoernooien dames VII te organiseren. Met de introductie van deze nieuwe toernooien op de competitiekalender wil de NRB meer aandacht voor de Sevens sport onder dames in Nederland genereren. De toernooien zijn opgezet aan de hand van een punten systeem waarbij de nummer één de meeste punten ontvangt en er per positie lager steeds twee punten minder ontvangen worden. Verenigingen moeten minimaal deelnemen aan twee van de drie toernooien. De positie op de eindranglijst wordt bepaald aan de hand van de beste twee toernooideelnames van een vereniging. Nadat de drie kwalificatierondes afgerond zijn mogen de eerste acht ploegen deelnemen aan het NK Sevens in Amsterdam. Het NK Sevens was in het verleden één van de weinige Sevens toernooien voor de dames en vond altijd aan het eind van het reguliere XV seizoen plaats. Meestal namen maximaal vier verenigingsteams deel aan dit toernooi. Voor het eerste kwalificatietoernooi dames VII dat plaatsvond op 31 oktober 48

49 2010 hadden acht teams zich ingeschreven. Op het tweede kwalificatietoernooi dat plaatsvond op 27 februari 2011 waren er 10 deelnemende teams aanwezig. Kijkend naar het NK dames VII 2010 waar drie teams zich voor in hadden geschreven is er nu al een vooruitgang zichtbaar. 8.4 Training Het trainingsprogramma voor de speelsters zal in stappen opgebouwd worden naar een fulltime trainingsprogramma aan het eind van de transitiefase. Zo werd in maart 2011 het aantal trainingen verhoogd van drie naar vier in de week en gaat de selectie een maand voor het EK op fulltime trainingskamp. Naast de trainingen met de nationale selectie krijgen de geselecteerde dames loopschema s om de vrije dagen in de week mee te vullen. Door de intensivering van het trainingsprogramma in stappen op te delen kunnen de speelsters langzaam de omschakeling maken naar en de motivatie vinden om fulltime bezig te zijn met rugby. Naast de opbouw van trainingsintensiteit wordt er tijdens trainingen een onderscheid gemaakt tussen de meer ontwikkelde speelsters en de speelsters die zich nog verder moeten ontwikkelen. De speelsters die zich nog verder moeten ontwikkelen zullen begeleid worden door de assistent coach. De al meer ontwikkelde speelsters zullen dezelfde oefeningen op een hogere frequentie uitvoeren onder leiding van de bondscoach. Dit is afhankelijk van de individuele technische vaardigheden die nodig zijn voor de uitvoering en het gameplan dat de bondscoach heeft. 8.5 Testen Aanvankelijk worden de speelsters om de zes weken onderworpen aan een fysieke test. De testen worden uitgevoerd door de fysieke trainer in samenwerking met de bondscoach en de assistent coach. Aan de hand van testresultaten vindt er iedere zes weken een evaluatie over de ontwikkeling van de speelsters plaats. Naast een fysieke test wordt er een mentale test ontwikkeld om ook bij de speelsters op dit punt de ontwikkeling in kaart te brengen. Voor de ontwikkeling van deze mentale test zoekt de NRB steun bij het CTO Amsterdam, omdat deze organisatie professionals in huis heeft voor het samenstellen en afnemen van dergelijke testen. 8.6 Selectiecriteria Op dit moment is de staf van het dames VII team bezig met de ontwikkeling en het vastleggen van selectiecriteria in profielen. Het streven van de staf is om voor iedere positie binnen het Sevens spel een volledig profiel te ontwikkelen. Op deze manier kan aan de hand van vaardigheden en fysieke gesteldheid van een speelster gezien worden of ze al dan niet geschikt is voor de invulling van een positie. Deze selectiecriteria zijn op dit moment nog niet voorhanden. Voor de toernooien in Las Vegas en Hong Kong is een selectie gemaakt op grond van andere criteria. Bij de selectie voor deze toernooien werd geselecteerd op fitheid, ervaring en technisch vaardigheden niveau. De beste twaalf dames die de genoemde vaardigheden in huis hadden, hebben deelgenomen aan deze twee grote internationale toernooien. 49

50 8.7 Instroom Uitstroom Bij de start van het Olympisch programma dames VII zijn er 24 dames geselecteerd. Zij vormden de eerste groep waarin veel werd getest en aan basic skills gewerkt werd. Begin 2011 werd de groep verkleind naar 17 dames. Het programma werd vanaf dat moment geïntensiveerd en er werd toegewerkt naar een selectie voor de grote toernooien. Voor het spelen van toernooien wordt een groep van twaalf dames geselecteerd. Dit houdt in dat vijf speelsters afvallen voor het spelen van de toernooien. De afgevallen speelsters trainen onder leiding van de krachttrainer en sluiten zich na een gespeeld toernooi weer aan bij de selectie. Na het spelen van het EK 2011 zal er een volgende uitstroom plaatsvinden. Speelsters die niet goed genoeg blijken te zijn of geen potentie hebben om zich verder te ontwikkelen moeten het programma verlaten. Dit doet de bond, omdat zij ernaar streeft een topsportteam met daarin de beste dames VII rugbysters uit Nederland te krijgen. Naast het selecteren van huidige rugbysters gaat de NRB opzoek naar talent buiten de rugbysport. De NRB start in mei 2011 namelijk met een zijinstroomcampagne in de vorm van een testdag voor talent dat de top in de eigen sport net niet bereikt heeft. (zie voor het programma bijlage VIII). Hierbij neemt de bond zich voor om drie tot vier speelsters uit andere takken van sport te selecteren voor het Olympisch dames VII programma, mits deze aan de door de bondscoach opgestelde profielen voldoen. Als deze in- en uitstroom rondes achter de rug zijn zal het Olympisch programma dames VII bij aansluiting met het CTO Amsterdam in september 2011 een fulltime programma worden. De NRB wil met een team van minimaal veertien speelsters dit fulltime programma starten. 8.8 Faciliteiten Op het bondsbureau NRCA zijn verschillende trainingsfaciliteiten voor de dames VII selectie aanwezig. Er zijn tal van velden, een kunstgrasveld en een fitnessruimte. De meeste trainingen kunnen worden verzorgd op dit NRCA. Enkel met extreme weersomstandigheden is het noodzakelijk om uit te wijken naar indoor trainingsfaciliteiten. Als het programma in september 2011 fulltime is geworden heeft de bondscoach het streven om te overwinteren in een land waar de weersomstandigheden in de winter niet zo extreem zijn als in Nederland. Op die manier kan er altijd outdoor getraind worden en wordt de continuïteit van de trainingen en de ontwikkeling van de speelsters niet belemmerd door onvoorziene (weers)omstandigheden. 8.9 Evaluatie De inner circle van het dames VII team evalueert om de zes weken over de ontwikkeling van de speelsters op fysiek gebied. Daarnaast wordt bij deze evaluatie de samenwerking binnen het programma en voortgang van het programma besproken. Naast bovenstaande evaluatie kunnen ook de speelsters feedback geven op de werkwijze en invulling van het Olympisch programma. Zoals in bijlage III te zien is hebben de speelsters een spelersraad met daarin drie speelsters die het team vertegenwoordigen. Feedback en suggesties over de ontwikkeling van het programma kunnen op die manier terugvloeien naar het projectteam. 50

51 Voor de ontwikkeling van het Olympisch programma dames VII is een compleet sporttechnisch programma een belangrijk onderdeel. In dit hoofdstuk zijn de onderdelen uit het sporttechnisch programma kort omschreven. Naast het sporttechnisch programma is ook het financiële situatie van groot belang voor de ontwikkeling en het nastreven van de Olympische ambitie. In het volgende hoofdstuk zal het financiële situatie van het Olympisch programma dames VII daarom uiteengezet worden. 51

52 Hoofdstuk 9: Financieel In dit hoofdstuk wordt de financiële situatie van het Olympische programma dames VII uiteengezet. Daarbij zal aangegeven worden hoe de bond het programma wil gaan financieren en waar de NRB in de toekomst rekening mee moet houden voor de continuïteit. Enkel het jaar 2011 is uiteengezet, omdat de financiële situatie van 2012 op dit moment van een aantal onzekere factoren zoals sponsorship en het behalen van de A-status afhankelijk is. Deze afhankelijkheid van factoren is direct gekoppeld aan de mate van faciliterende ondersteuning die vanuit het CTO ontvangen wordt. 52

53 Figuur 15: Begroting Programma Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Trainingskamp Ameland 6.630,- Trainingskamp Maastricht 6.630,- Las Vegas Sevens ,- Hong Kong Sevens ,- Amsterdam Sevens 1.500,- Bristol Sevens 7.500,- Rome Sevens 7.500,- EK Sevens Boekarest ,- Trainingskamp november 2011 Toernooi november 2011 pm pm Trainingen 4000, ,- Subtotaal 4000,- 0, ,- 0,- 0,- 0, Coach , ,- Team manager 0, ,- Ass. Coach / specialist 0,- Medische begeleiding 1.440, ,- Mentale begeleiding 0,- 0,- Fysiologische begeleiding 1.000,- 0,- Diëtist 0,- 0,- PR manager equipe 0,- 0,- Coach de coach Gido Vermeulen 3.000,- 0,- Videoanalist 1.000,- 0,- Fitness / kracht 5.000,- 0,- Loopvaardigheid / beweeglijkheid 2.500,- 0,- Personeels gebonden kosten , ,- 0,- 0,- Vergaderkosten 800, ,- Bijeenkomsten atleten 1.000,- Juridische kosten 2.000,- 0,- Huisvesting 0,- 0,- Organisatiekosten 2.800, ,- 0,- 0,- 53

54 Keuringen, bloedtests 0,- Opleiding, stage, bijscholing 0,- Juridische kosten 0,- Kleding buiten sponsorpakket ,- Videoanalyse 0,- Spelersvolgstysteem 0,- Overige kosten 0, ,- 0,- 0,- Olympic Solidarity 7.600,- 7600,- Sponsoring ,- CTO bijdrage 3.000,- 0,- Bijdrage NRB (contributie, sponsoring) 8.247, ,- Eigen bijdrage atleten 0,- Tryfonds 0,- Subsidie NOC*NSF Gezond aan de 0,- 0,- Top Subsidie NOC*NSF Basisbijdrage ,- Subsidie NOC*NSF Deelname 0, ,- evenementen Subsidie NOC*NSF Technisch 0,- 0,- directeuren Subsidie NOC*NSF Coaches aan de 8.666, ,- Top Bijdrage FIRA-AER 0,- 0,- Totaal kosten en opbrengensten , , , ,- 0,- 0,- EINDSALDO ,85 260,- 0,- 54

55 De penningmeester van het Olympisch programma dames VII heeft voor alle uitgaven die gedaan worden de verantwoordelijkheid. Hij dient op tijd de betalingen te verrichten en het proces te managen. Alvorens de inhoud van de begroting uitgelegd wordt, zullen de eerder genoemde onzekere factoren hieronder uitgewerkt worden A-status: De dames VII selectie kan bij het behalen van de prestatienorm, die afgesproken is tussen het NOC*NSF en de NRB op het EK 2011, de A-status ontvangen. De prestatienorm voor het EK 2011 is een plek bij de eerste drie. Het behalen van de status heeft zowel gevolgen voor de dames als voor het programma. De dames uit de selectie verkrijgen een stipendium uit het Fonds voor de Topsport. Dit betekent dat de dames maandelijks een bedrag krijgen dat gerelateerd is aan hun bruto inkomen en kan oplopen tot maximaal 70% van het wettelijk minimumloon (NOC*NSF, 2010). Op die manier nodigt het de dames op financieel oogpunt meer uit om deel te nemen aan een fulltime rugby programma van 32 uur per week. Naast het voordeel dat de dames bij het verkrijgen van de A-status hebben, kan het behalen van de status ook een voordeel voor de bond betekenen. Voor de bond is er de mogelijkheid om meer subsidiegelden vanuit het NOC*NSF te ontvangen. Daarnaast zal het CTO Amsterdam bij het behalen van de A-status de bond faciliterend gaan ondersteunen bij het opzetten van een fulltime programma. De bond kan met dit programma naar buiten treden en zo de rugbysport in Nederland promoten. Op die manier gaat voor zowel de dames als de NRB een hele wereld open bij het behalen van de A-status op het WK Accreditatie programma voor 2012: NOC*NSF beoordeelt aan de hand van formele voorwaarden, beschreven in de verdeelsystematiek Lotto Top 10, of een topsportprogramma van een bond geaccrediteerd kan worden. De Lotto heeft ieder jaar ter beschikking om te verdelen over een aantal Nederlandse topsportprogramma s. Alvorens een subsidieaanvraag ingediend kan worden dient het topsportprogramma aan een aantal aanvraagvoorwaarden te voldoen: - Het topsportprogramma staat onder regie van de sportbond - Het topsportprogramma staat onder leiding van een coach - De beste sporters nemen deel aan het topsportprogramma - Het topsportprogramma heeft een omvang van minimaal 75 dagen Deze systematiek deelt een topsportprogramma in zeven verschillende groepen in. De indeling gaat aan de hand van drie bepalende maatstaven. Het internationale prestatieniveau van het senioren programma, kwaliteit van de talentontwikkeling en de internationale concurrentie worden beoordeeld aan de hand van de toedeling van punten. Het aantal behaalde punten bepaalt in welke groep het topsportprogramma wordt ingedeeld. Na het verdelen van de punten spelen een drietal componenten een belangrijke rol in de hoogte van de bijdrage die ieder topsportprogramma in een groep ontvangt. 1. Een minimum (basis)bijdrage per topsportprogramma 2. Een variabele bijdrage per topsportprogramma, gebaseerd op de omvang van het topsportprogramma in het aantal dagen en het aantal sporters met een A of B status) 3. Een wegingsfactor zoals berekend per groep uit Verdeelmodel Top 10 (Lotto, 2008) Tot eind 2012 zijn de Lotto gelden uit het Verdeelmodel Top 10 al verdeeld over andere topsportprogramma s. Dit betekent dat het NOC*NSF geen topsportprogramma s meer accrediteert. Een dergelijke accreditatie van het NOC*NSF levert het Olympisch programma 55

56 dames VII direct het recht op faciliterende ondersteuning van CTO Amsterdam. Formeel gezien ontvangt het CTO Amsterdam namelijk financiële middelen vanuit het NOC*NSF per geaccrediteerd programma dat zij faciliteert. Zonder accreditatie is het formeel gezien dus niet mogelijk om faciliterende ondersteuning van CTO Amsterdam te ontvangen. Aangezien de accreditatie niet meer gebeurt tot eind 2012 zou dit betekenen dat het Olympisch programma dames VII tot die tijd geen faciliterende ondersteuning van het CTO ontvangt. Dit zou een enorme rem zijn op de ontwikkelingen van het programma betekenen. In het geval van het Olympisch programma dames VII heeft het NOC*NSF besloten om een aparte status toe te kennen aan dit programma. Hierdoor is het mogelijk om zonder accreditatie ondersteuning van het CTO te ontvangen. De financiële ondersteuning vanuit het NOC*NSF voor het CTO komt in dit geval vrij aan de hand van het aantal spelers die participeren in het programma. Met deze constructie is het op het gebied van accreditatie alsnog mogelijk om in september 2011 met faciliterende steun van het CTO een fulltime programma op te zetten. Toelichting op begroting De hiervoor weergegeven begroting is opgedeeld in twee delen. Het eerste deel van de begroting geeft het programma over de jaren 2010, 2011 en 2012 weer. In 2010 zijn alleen de trainingen van het dames VII programma begroot. Dit is gebeurd, omdat het programma zijn officiële start kende in november Vanaf dat moment werd er alleen nog maar getraind. In 2011 zal de selectie trainingskampen beleggen en deel gaan nemen aan toernooien, zoals deze begroot zijn. Voor ieder toernooi is een aparte uiteenzetting van de kosten gemaakt. Hierin zijn de volgende kosten te onderscheiden: - Personeelskosten (standaard gaan naar toernooien de volgende personen mee; technisch (2), medisch (2), management (1) en sporters (12) - Reiskosten pp/pd (vlucht, verblijfkosten, eten en vervoerskosten) - Overige kosten (inschrijfkosten, onvoorziene kosten) De hoogte van het bedrag voor iedere post is verkregen op basis van eerdere bezoeken aan het toernooi of research op internet. Daarnaast is er in het programma een onderscheid gemaakt tussen voor de periode voor en de periode na het EK. Dit is gedaan, omdat bij het behalen van de A-status in september 2011 een fulltime trainingsprogramma in samenwerking met CTO Amsterdam opgestart zal worden. De NRB werkt nu vanuit de gedachte: We willen na het EK 2011 niet tegen onszelf zeggen dat we niet alles hebben gedaan om bij de top 3 van Europa te komen. Met deze instelling en gedachte is het ambitieuze programma tot september 2011 opgezet. Het programma voor 2012 is nog niet weergegeven in de begroting, omdat hierover de eerder genoemde onduidelijkheden en onzekerheden te groot zijn. Naast het programma van de selectie zijn ook de personeelsgebonden kosten, organisatie kosten, overige kosten en opbrengsten uiteengezet in de begroting. In 2010 worden door de start in november al enkele kosten gemaakt, die gebaseerd zijn op het drie keer per week trainen van de selectie op het NRCA in Amsterdam. De NRB ontvangt in 2010 subsidie van het NOC*NSF, zoals deze weergegeven is in de begroting. In 2011 gaat een groot deel van de opgenomen kosten in de begroting omhoog. Dit komt, omdat het programma nu een geheel jaar gaat draaien en zich steeds verder professionaliseert. Naast de hoger begrote organisatiekosten en overige kosten is een bredere staf met meer kennis voor het professionaliseren noodzakelijk. Vandaar dat er in 2011 voor meerdere functies kosten zijn begroot. Daarnaast is bijvoorbeeld het bedrag van de coach nu over een geheel jaar berekend en niet over twee maanden, zoals in 2010 wel gebeurd is. Sommige begrote kosten zijn echter 56

57 in 2011 op 0,- gesteld. Kosten zoals bijvoorbeeld coach de coach Gido Vermeulen en Fitness/kracht. De personen die deze functie op dit moment bekleden binnen het Olympisch programma zijn afkomstig uit het netwerk van het CTO. CTO Amsterdam staat tot op heden nog garant voor de kosten van deze specialisten. Om dezelfde reden als eerder voor het programma vermeld werd, zijn hiervoor in 2012 nog geen kosten en inkomsten begroot. Subsidies De subsidies die de NRB komende jaren zal gaan ontvangen om in het topsportprogramma dames VII te investeren zullen afkomstig zijn van de Lotto en het NOC*NSF. Het NOC*NSF zal haar financiële steun bieden aan de hand van subsidies die verkregen worden via een subsidieaanvraag. De Lotto zal daarnaast, mits voldaan wordt aan de maatstaven van het eerder uitgewerkte Verdeelmodel Top 10, in 2012 een financiële bijdrage leveren. Al het geld dat de bond ontvangt zal op de gezamenlijke rekening van de NRB binnenkomen. Het geld voor het Olympisch programma dames VII zal gelabeld zijn, waardoor het niet mogelijk is voor de (algemene) penningmeester van de NRB om het geld in programma s als breedtesport of talentontwikkeling te investeren. In dit geval is een extra controle van de penningmeester van het Olympisch programma dames VII op zijn plaats. Dit, omdat hij het bij binnenkomst bij de NRB en bij de overboeking naar de dames Sevens rekening dient te controleren. De subsidies die de NRB in 2011 zal ontvangen voor het Olympisch dames VII programma zullen hoger uitvallen. De reden hiervoor is de intensivering en professionalisering van het programma. Hierdoor wordt aan meerdere eisen voor het verkrijgen van een hogere subsidies voldaan. Twee voorbeelden hiervan zijn de subsidies voor Deelname evenementen en Coaches aan de top. De dames VII selectie zal deel gaan nemen aan een groot aantal (internationale) toernooien. Hierdoor heeft het dames VII programma recht op een hogere subsidie. Daarnaast is er voor het Olympisch programma in november 2010 een fulltime coach aangesteld. Als het programma geleid wordt door een fulltime coach vergoed het NOC*NSF het bruto loon dat uitgekeerd dient te worden. Door de ontwikkelingen binnen het programma is een verandering binnen andere subsidieposten in de toekomst ook mogelijk. De bijdrage van de FIRA-AER die als laatste post weergegeven is in de begroting bevat gelden die de Europese bond bij komst op toernooien vergoedt. Op die manier tracht de FIRA-AER deelname aan toernooien te stimuleren. Sponsoren Ondanks de subsidies die de NRB ontvangt voor haar Olympisch programma zou er een tekort op de begroting staan als er geen sponsoren gevonden waren. Op 28 januari 2011 zijn twee kersverse sponsoren van het Olympisch programma dames VII gepresenteerd aan Nederland. Het bedrijf Atoomstroom 100% Energie wordt met een bedrag van ,- in 2011 hoofdsponsor van de head squad binnen het dames VII programma. Daarnaast is Lotto als tweede sponsor aangetrokken. Lotto staat garant voor een bedrag van in Lotto wordt met dit bedrag sponsor van het development team. Naast deze twee sponsoren die financiële middelen bieden is er ook een sponsor die kosten van de NRB weg gaat nemen. De sponsor (in deze anoniem gelaten) staat garant voor de kosten van de reizen die zowel de head squad als het development team per bus of boot maken. Deze vorm van sponsoring levert voor de bond erg veel geld op dat niet in de reizen, maar in het programma geïnvesteerd kan worden. 57

58 Na de uiteenzetting van de onzekerheden en de financiële situatie over 2011 in dit hoofdstuk zal in het volgende hoofdstuk aandacht besteed worden aan de media aandacht die het Olympisch programma dames VII wil gaan generen. 58

59 Hoofdstuk 10: Marketing & Communicatie Naast de prestaties op het veld zal het dames VII team ook media aandacht gaan generen om sponsoren aan te trekken en haar naamsbekendheid te vergroten. In dit hoofdstuk zal allereerst middels de marketingmix uiteengezet worden hoe de NRB dit voor ogen ziet. Het hoofdstuk zal afgesloten worden met een omschrijving over hoe de structuur van de implementatie van marketing acties via de presentatie van het team, de communicatiegroepen en middelen verloopt Marketingmix De marketingmix bestaat uit vier P s. Deze P s staan voor product, plaats (distributie), prijs, promotie (Szerkowski, 2005). Omdat het Olympische programma dames VII geen traditioneel product is waarvan marktaandelen en omzet inzichtelijk zijn wordt in deze paragraaf op een andere manier invulling gegeven aan de vier traditionele marketing P s. Het uiteindelijke product dat de NRB wil gaan vermarkten en verkopen is het Nationale dames VII team van Nederland. Dit product is moeilijk te innoveren, kijkend naar promotionele acties. Om te variëren en uit te blijven dagen, zullen er andere eigenschappen van het product gedifferentieerd moeten worden. Een eigenschap die voor het product binnen de promotie wel gedifferentieerd kan worden is de perceptie. Door een andere presentatie of storietelling kan een de perceptie van het product veranderd worden. Hiermee kunnen eventuele nieuwe klanten geworven worden. De zichtbaarheid van het product is in het vermarkten en communiceren van grote invloed. De NRB wil zichtbaarheid van haar product creëren op grote internationale toernooien (plaats) die het team speelt. Hier wil men beeldmateriaal en verslagen naar de media versturen om zo in de aandacht te komen. Dit is onder andere een manier van storietelling die bij dit product wordt ingezet. Daarnaast wil de NRB middels mediadeals en PR stunts haar productzichtbaarheid vergroten. Bij deze beide vormen van promotie richt de NRB zich op een viertal belangrijke punten. Allereerst zal het gaan om de werving op drie verschillende fronten, namelijk de werving van sponsoren, zij-instromers en (nieuwe) leden. Daarnaast is een belangrijk onderdeel van de promotie het storietelling. Door met deze storietelling de juiste doelgroepen te bereiken kan er exposure en draagvlak voor het team en de gestelde ambitie gecreëerd worden. De doelstelling van de marketing en communicatie bij dit product is om het publiek mee te laten leven en ervoor te zorgen dat het bedrijfsleven het programma ondersteunt. De laatste P uit de marketingmix die nog niet naar voren is gekomen in deze paragraaf is de prijs. De prijs van het Nederlands dames VII team is afhankelijk van wat er op promotioneel en communicatief vlak mogelijk is met het team. De aandacht van het team in de media, de interesse van het publiek en investeerders uit het bedrijfsleven bepalen de prijs van het product. Naast deze sterke afhankelijkheid van de promotie kan er door het projectteam een strategie gekozen worden om het product in de markt te zetten. Enerzijds kan men kiezen voor de strategie van de gereduceerde waarde. Bij de strategie van de gereduceerde waarde gaat men uit van een bundeling van verschillende producten in één pakket. Vanwege de bundeling van de producten kan het pakket voor een gereduceerde prijs afgenomen worden. Naast deze strategie is er ook een strategie die uitgaat van de kostprijs plus methode. Bij de strategie van de kostprijs plus methode wordt er uitgegaan van de som van gemaakte kosten bij het vervaardigen van een product (kostprijs) (Kotler, 2009). Binnen de kostprijs plus methode wordt bovenop deze kostprijs een door de organisatie vastgestelde winsttoeslag gerekend. Op deze manier maakt de organisatie winst ten aanzien van de totale kosten die nodig zijn om het product te vervaardigen (KvK, 2010). In het transitiejaar zal er veel 59

60 bekendheid gegenereerd worden om uiteindelijk één van de twee bovengenoemde prijsstellings methodes toe te kunnen gaan passen voor het product. Het projectteam dames VII streeft er uiteindelijk naar, haar product aan te bieden via de kostprijs plus methode. Dit betekent dat de NRB bij de verkoop van de dames VII selectie een winsttoeslag rekent op het product. Het product dat door de Nederlandse Rugby Bond op de markt wordt gebracht zal concurrenten gaan kennen. De concurrentie in sportief oogpunt zijn de tegenstanders waartegen het dames VII team gaat spelen. In Nederland is de concurrentie gedefinieerd als andere sportbonden die strijden om dezelfde media aandacht en sponsorgelden. Het programma dat zich het best profileert en ontwikkelt zal de meeste kans op ondersteuning krijgen. Het succes dat met promotionele acties behaald wordt ten opzichte van andere topsportprogramma kan gemeten worden aan de hand van twee factoren. Allereerst de aandacht vanuit geheel Nederland (publiek) voor het programma. Daarnaast kan de hoogte van de beschikbaar gestelde financiële middelen door het bedrijfsleven als maatstaaf gebruikt worden Proces Binnen het projectteam dames VII heeft Yves Kummer de verantwoording gekregen over de marketing en communicatie. In samenwerking met de overige leden van het projectteam wordt een plan opgesteld omtrent de marketing van het product. Suggesties en ideeën omtrent marketing en communicatie worden besproken binnen de projectgroep en bij goedkeuring onder verantwoording van Yves Kummer tot uitvoering gebracht Presentatie Het projectteam kiest er in deze voor om in de vermarketing van het nationaal dames VII team gebruik te maken van vijf S en. De S en in deze presentatiestrategie staan voor Sterk, Snel, Slim, Stoer en kan je tegen een Stootje. De S en zijn door het projectteam zelf geïnitieerd en geïmplementeerd, omdat deze naar hun mening het best passen bij de typering van het huidige nationale dames VII team. De boodschap die het nationale dames VII team middels haar presentatie uitdraagt is niet doelgroep afhankelijk. Hiermee wordt bedoeld dat er uitgegaan wordt van de vijf S en die hierboven beschreven zijn. Het projectteam maakt deze boodschap niet afhankelijk van een doelgroep die men wil bereiken, maar gaat kijken welke doelgroep bereikt wordt met de gedefinieerde presentatievorm Communicatiegroepen De communicatiegroep die het projectteam met de presentatie van het product tracht te bereiken zijn sportgeïnteresseerde. Deze communicatiedoelgroep kan opgesplitst worden in twee groepen. Aan de ene kant wil het projectteam mensen warm maken voor het programma dat het nationale dames VII team als publiek komen ondersteunen. Naast deze ondersteuning is financiële ondersteuning voor het Olympisch programma erg belangrijk. Mensen die op financieel vlak willen investeren in het Olympische programma dames VII kunnen gezien worden als het andere deel van de communicatiedoelgroep sportgeïnteresseerde. 60

61 10.5 Communicatiemiddelen Voor de marketing en communicatie van het Olympisch programma dames VII zullen drie verschillende communicatiemiddelen ingezet worden. Eén op één contact zal in de communicatie van het programma erg belangrijk zijn. Hieronder vallen onder meer zaken als mond op mond reclame en persoonlijke gesprekken met investeerders of andere stakeholders van het programma. Daarnaast zal het programma op verschillende manieren op bijeenkomsten gepresenteerd worden. De informatieavonden die georganiseerd zijn voor de bestuurders van de verenigingen in Nederland en de fundraising avond die op 10 januari 2011 voor potentiële investeerders werd georganiseerd, zijn hier voorbeelden van. Naast het binnenhalen van potentiële investeerders staat bij deze bijeenkomsten het creëren van exposure en ambassadeurs doormiddel van storietelling centraal. Mensen die direct met rugby te maken hebben of van de sport houden tracht men te informeren en interesseren voor het Olympisch programma dames VII. Op het moment dat het programma start en ook succesvol wordt, zullen zij als ambassadeurs gaan optreden. Als laatste gaat het Olympisch programma uiteengezet worden in de massamedia. De eerste stap hierin is gezet tijdens de persconferentie van het Olympisch programma dames VII op 28 januari Middels deze persconferentie heeft de NRB aandacht gegenereerd voor het programma, waarop media als televisie, radio, kranten en internet ingesprongen zijn. (Zie voor de tot nu toe vergaarde media aandacht en persberichten die ingezet zijn voor de communicatie bijlage IX A en B met enkele links). Middels deze communicatiemiddelen wil het projectteam zorgen voor een steeds groter wordend draagvlak voor het nationale dames VII team en de ambitie die gesteld is. In de voorgaande hoofdstukken is de inhoud van het Olympisch programma dames VII uiteengezet. Hierin zijn geen tegenslagen of andere scenario s beschreven. In het volgende hoofdstuk zal daarom eerst in kaart worden gebracht wat er allemaal nog dient te gebeuren voor de afronding van het transitiejaar ( ). Vervolgens zullen een aantal mogelijke scenario s beschreven worden waarvoor men binnen het programma dient te waken. 61

62 Hoofdstuk 11: What if In het laatste hoofdstuk van dit businessplan wordt omschreven wat er nog dient te gebeuren voordat de transitiefase succesvol afgerond kan worden. Vervolgens zijn in de tweede paragraaf van dit hoofdstuk verschillende scenario s beschreven die de kans op onvoorziene ontwikkelingen binnen het Olympisch programma dames VII dienen te verkleinen. Het businessplan Olympisch programma dames VII zal halverwege mei afgerond worden en gepresenteerd worden aan een groep stakeholders en vertegenwoordigers van de Hogeschool van Amsterdam. De conclusie en aanbevelingen die na dit hoofdstuk volgen dekken alle activiteiten die ondernomen moeten worden om in september 2011 succesvol een fulltime CTO programma te starten. In paragraaf 11.1 zullen de activiteiten omschreven worden die in de transitiefase nog ondernomen dienen te worden Afronding transitiefase Op verschillende gebieden binnen het Olympisch programma dames VII zullen in de maanden na afronding van dit businessplan nog stappen ondernomen worden. De verschillende gebieden worden in deze paragraaf afzonderlijk kort toegelicht. - Toernooien Het Nederlands dames VII team zal op weg naar het EK, dat in juli 2011 plaatsvindt, nog een drietal voorbereidende toernooien gaan spelen. Op deze toernooien meet het team zich met de internationale concurrentie en doet men wedstrijd ervaring op. Door het spelen van zoveel mogelijk internationaal grote toernooien kan de bondscoach ontwikkelpunten definiëren en gericht werken aan de ontwikkeling van zijn speelsters. Het Nederlands dames VII team zal nog uitkomen op de Amsterdam Sevens, Roma Sevens en Bristol Sevens (voor data en locatie zie bijlage VI). Na het spelen van deze toernooien zal er een fulltime trainingskamp plaatsvinden. De Nederlandse dames selectie gaat zich dan vier weken fulltime voorbereiden op het EK Deze fulltime voorbereiding is noodzakelijk, omdat de belangrijkste concurrenten ook een dergelijke vorm van voorbereiding toepassen. - EK 2011 in Boekarest Het EK 2011 in Boekarest is voor het Nederlands dames VII team erg belangrijk. Dit komt, omdat aan de eindrangschikking van dit toernooi een status wordt gekoppeld door het NOC*NSF. Mocht het Nederlands team een plaats bij de eerste drie landen in Europa bemachtigen, dan krijgen de spelers een A-status. Dit betekent dat het programma extra financiële en faciliterende steun krijgt en de dames de beschikking krijgen over een vergoeding in de vorm van een stipendium. Verdere specificering voor het verkrijgen van een bepaalde status vindt u in de volgende paragraaf van dit hoofdstuk. Naast het verkrijgen van de A-status is het verkrijgen van media aandacht rondom het EK 2011 erg belangrijk. Tijdens de toernooien voorafgaand aan het EK heeft de NRB al erg veel gedaan om het dames VII team onder de aandacht van de media te brengen. (Resultaten hiervan kunt u zie in bijlage VII). Deze op een eerder tijdstip verworven media-aandacht dient men vast te houden en uit te breiden rondom het EK 2011 waar erg veel vanaf hangt voor zowel het programma als het team. 62

63 - Overstap CTO programma De methode omtrent het verkrijgen van faciliterende steun van het CTO is uitgebreid beschreven in hoofdstuk 9 van dit businessplan. Naast de faciliterende steun wordt met het behalen van de A-status op het EK 2011 een belangrijke stap gezet om aansluiting te vinden bij CTO Amsterdam. Een CTO programma betekent dat de speelsters minimaal 32 uur per week centraal gaan trainen, centraal gaan wonen en speciale regelingen op school of werk krijgen. Het is de bedoeling dat de speelsters voordat ze beginnen aan de voorbereiding op het EK al hun wensen en behoeften omtrent werk, school en huisvesting door hebben gegeven aan het management. Op die manier kan het management vroegtijdig aan de slag en kunnen de speelsters zich in alle rust voorbereiden op het belangrijke EK. In samenwerking met het CTO zal het management dames VII gaan kijken wat de mogelijkheden zijn om zich te conformeren aan de wensen en behoeften van de speelsters. Deze zullen na afloop van het EK vastgelegd en doorgesproken worden met de speelsters. Naast het werk, de huisvesting en school zal de bondscoach zijn samenstelling voor het CTO programma bekend maken. In overleg met CTO Amsterdam en het projectteam zal de bondscoach bepalen met hoeveel speelsters en in welke samenstelling hij in het programma stapt? Van belang hierbij is hoeveel speelsters er in de elite squad zitten en hoeveel speelsters het development team vormen in het fulltime programma. Naast de plaatsen voor beide teams zijn er vrije plaatsten voor eventueel zij-instroomtalent. De bondscoach zal hier in zijn samenstelling over na moeten denken en aan moeten geven wat volgens hem de optimale samenstelling is. Naast de grootte van de spelersgroep zal het projectteam in overleg met de bondscoach de contractduur voor de speelsters bepalen. Op die manier weten alle speelsters bij het tekenen van het contract waar ze aan toe zijn. Het is hierbij erg belangrijk dat het projectteam en de bondscoach een duidelijk beeld hebben van wat er gebeurt met speelsters die vroegtijdig het programma dienen te verlaten. Hiervoor dient een procedure opgesteld te worden die voor het tekenen van een contract besproken wordt met de speelsters. Openheid en transparantie is in deze ten opzichten van de speelsters erg belangrijk om geen breuk in vertrouwensbanden te krijgen gedurende het programma. Als laatste wordt onder de kop Overstap CTO programma vermeld dat de bondscoach een zomerprogramma voor zijn team zal ontwerpen. Na het EK zal het trainen verder gaan, maar hoe vaak per week en hoelang per dag? Over al deze vragen zal de bondscoach in overleg met zijn management, het CTO en het projectteam opheldering moeten geven bij afronding van het transitiejaar. - Zij-instroom De NRB wil 28 mei 2011 een grote zij-instroom talentenjacht organiseren. Middels een eigen website en aandacht in regionale en nationale media wil de bond deze dag groots opzetten. Het doel van deze dag is om te analyseren of er in Nederland nog meer rugbyend talent rondloopt. De deelnemers van deze dag hoeven niet te beschikken over rugbyervaring. Het is juist de bedoeling dat atleten die in andere sporten net de top niet behaald hebben kunnen kijken of ze in de rugbysport hun Olympische droom na kunnen streven. Na afloop van de selectiedag zal er een trainingsweekend georganiseerd worden waarin de speelsters die geselecteerd zijn op 28 mei zich onder leiding van de bondscoach kunnen bewijzen. De bondscoach zal vervolgens uit de groep talenten die geselecteerd zijn voor het trainingsweekend een selectie maken die zes maanden mee mogen trainen met de huidige dames VII selectie (zie bijlage VIII). 63

64 Wat wordt een talent dat geselecteerd wordt tijdens het trainingsweekend geboden? Krijgen ze bijvoorbeeld een vergoeding, regeling met school of een andere vorm van ondersteuning? Hoe vallen de dames binnen het fulltime CTO programma en welke faciliterende ondersteuning kunnen ze vanuit het CTO verwachten? Om gedurende het CTO programma niet in de problemen te komen met instromend/deelnemend talent zal de NRB antwoord op deze verschillende vragen moeten hebben voor afronding van het transitiejaar Scenario s In deze paragraaf zullen verschillende scenario s uiteengezet worden die vooral te maken hebben met het behalen van een status aan de hand van de rangschikking op het EK Aan de hand van figuur 16 worden kort de meest urgente scenario s besproken. Figuur 16: gevolgen A/B status A-status B-status Plaats 1, 2 en 3 op EK 2011 Plaats 4,5 en 6 op EK 2011 Financiële ondersteuning programma Minder financiële ondersteuning programma Stipendium voor sporters Faciliterende ondersteuning CTO Geen stipendium voor sporters Faciliterende ondersteuning CTO Zoals uit figuur 16 valt te herleiden is bij een top drie klassering op het EK 2011 de A-status veilig gesteld. De plekken 4, 5 en 6 geven recht op een B-status. De NRB heeft een derde scenario uitgesloten, namelijk het behalen van geen enkele status. Niemand verwacht dit, maar dit zal gebeuren als de dames VII selectie een plaats buiten de top zes op het EK 2011 behaalt. Het behalen van een B status zal geen directe grote gevolgen hebben voor de invulling van het programma. De aansluiting bij het CTO waarbij faciliterende steun geboden wordt in de vorm van huisvesting, het beschikbaar stellen van een coach, de coach en krachttrainer kan nog steeds doorgaan. Het enige gevolg voor het programma bij het behalen van een B status is dat er vanuit het NOC*NSF minder steun in de vorm van financiële middelen beschikbaar gesteld wordt. Het behalen van de B-status heeft de grootste gevolgen voor de speelsters die in het programma zitten. Zij verkrijgen namelijk geen financiële ondersteuning in de vorm van een stipendium. Als dit gebeurt zullen de dames op een andere manier hun inkomsten moeten genereren. Dit kan betekenen dat de speelsters minder uren in de week beschikbaar zijn voor trainingen, omdat ze moeten werken om rond te komen. Een andere optie die minder voor de hand ligt is dat de NRB de speelsters een soort van stipendium uit eigen middelen gaat bieden. Bij deze laatste optie zullen echter extra sponsoren gevonden moeten worden die hieraan bij gaan dragen. Kijkend naar de sponsoren kan gesteld worden dat deze een meerjarig contract hebben afgesloten. Zij blijven onafhankelijk van de behaalde status verbonden met het programma voor de duur die in het contract omschreven is. In dit hoofdstuk werden kort de scenario s weergegeven en werd uiteengezet wat er nodig is voor de afronding van de transitiefase. In het volgende hoofdstuk zal aan de hand van een combinatie van de antwoorden op de deelvragen een conclusie getrokken worden die antwoord geeft op de hoofdvraag. 64

65 Conclusie De vraag die bij de uitwerking van dit businessplan centraal stond was: Hoe zorgt de Nederlandse Rugby Bond ervoor dat haar Olympisch rugby programma optimaal wordt opgezet? Om deze centrale vraagstelling te beantwoorden zijn er bij de start van de uitwerking van dit businessplan acht deelvragen opgesteld. Deze deelvragen zullen in de conclusie allereerst kort beantwoord worden. De beantwoording van de deelvragen lijdt tot het antwoord op de hoofdvraag. Wat voor organisatie is de Nederlandse Rugby Bond? Aan de hand van de theorie van Mintzberg is de NRB te typeren als een simple structure. Een simple structure kenmerkt zich door haar kleinschaligheid met daarin een directie en operationeel gedeelte van de organisatie. Naast deze structuurtypering is de NRB kijkend naar de ondernemingsvorm te onderscheiden als een vereniging. Dit houdt in dat de NRB een ALV, bestuur, dagelijks bestuur en een bureau heeft. Welke nationale en internationale organisaties hebben invloed op de Nederlandse Rugby Bond en op wat voor manier komt dit in de praktijk voor? Het IOC, de IRB en de FIRA-AER zijn drie internationale organisaties die een grote invloed hebben op het indelen van de programma s van de Nederlandse Rugby Bond. Deze organisaties bepalen kwalificatiecriteria, internationale speeldata en poule indelingen. Naast deze internationale organisaties kunnen de internationale toernooien als Las Vegas en Hong Kong ook gezien worden als organisaties met invloed op de NRB. Zij bepalen namelijk de toernooidata, toernooiopzet, poule indelingen en daarmee de jaarplanning van de NRB. Naast de internationale organisaties hebben een tweetal nationale organisaties een directe invloed op de programma s van de NRB. De eerste organisatie is het NOC*NSF die adviezen geeft, opleidingen verzorgt en daarnaast subsidies toekent aan de NRB. De tweede organisatie is CTO Amsterdam die sinds de implementatie van het Olympisch programma dames VII ook een organisatie is met direct invloed op een programma van de NRB. Het CTO verzorgt de faciliteiten in de omgeving van de topsporters binnen het Olympisch programma dames VII. Naast deze twee nationale organisaties is er nog het ministerie van VWS die gelden voor de sport in Nederland beschikbaar stelt aan het NOC*NSF. Wat is de huidige situatie van andere Europese dames VII programma s? Spanje, Engeland en Frankrijk zijn de drie grootste Europese concurrenten voor Nederland op het EK in Alle concurrenten bereiden zich op een andere wijze voor op het EK Spanje gaat drie maanden voor het EK op full time trainingskamp. Engeland daarentegen leunt op haar professionele clubstructuur en verzamelt haar speelsters een korte tijd voor het EK. Frankrijk maakt gebruik van een soortgelijk talentontwikkelingsprogramma als Nederland, waarbij talenten op een jonge leeftijd herkend worden en intensief begeleid worden naar een senioren selectie. 65

66 Vanuit welke filosofie wordt het Olympisch rugby programma tot uitvoering gebracht? De NRB legt zijn focus binnen het Olympisch programma dames VII op de Olympische Spelen van Rio de Janeiro in Op deze Olympische Spelen wil de NRB met haar dames VII team een medaille behalen. Op weg naar de realisatie van dit doel zullen eerst het EK 2011, WK 2013 en de kwalificatie voor de Olympische Spelen 2016 succesvol afgerond moeten worden. De focus in het transitiejaar ( ) ligt met name op het behalen van een top drie klassering op het EK Dit is met name belangrijk voor het behalen van de A-status waaraan zowel financiële als faciliterende voordelen vanuit het NOC*NSF en CTO Amsterdam verbonden zijn. Hoe ziet de organisatiestructuur van het Olympisch rugby programma eruit? De interne organisatie van het Olympisch programma dames VII is vormgegeven aan de hand van een projectteam waarin zeven mensen werkzaam zijn. Ieder van deze zeven mensen heeft zijn eigen specialiteiten en verantwoordelijkheidsgebieden. In het transitiejaar heeft het projectteam zich ontwikkeld van een ad hoc fase met daarin weinig gedefinieerde, chaotische processen naar een managed fase. In deze managed fase zijn basisprocessen gevestigd en heerst er een niveau van discipline om zich aan deze processen te houden. De externe omgeving van de NRB en het projectteam bestaat uit een aantal organisaties die eerder in deze conclusie al vernoemd werden. Zo zijn het NOC*NSF en CTO Amsterdam erg nauw betrokken bij de ontwikkelingen die het Olympisch programma dames VII doormaakt. Het CTO gaat het programma ondersteunen in de vorm van facilitaire steun. Het NOC*NSF stelt een prestatiemanager teamsporten ter beschikking en biedt financiële ondersteuning. Welke doelgroepen ondervinden weerstand bij de implementatie van het Olympisch dames VII rugby programma? De twee doelgroepen die zich het meest moeten aanpassen door de implementatie van het Olympisch programma zijn de speelsters uit de dames VII selectie en de Nederlandse verenigingen. De geselecteerde speelsters gaan in een fulltime programma erg veel tijd besteden aan trainen en het spelen van wedstrijden. Deze tijd zal ten koste gaan van activiteiten die ze eerder gewend waren uit te voeren. Hierdoor kan er een weerstand opgebouwd worden tegen het programma. Vanuit de verenigingen zal de grootste weerstand ontstaan door het feit dat de geselecteerde dames VII speelsters uit de 15 a side competitie gehaald worden waaraan ze met hun club deelnemen. Op die manier krijgen de geselecteerde dames VII speelsters minder binding met hun club. Welke financiële middelen zijn aanwezig om het Olympisch rugby programma te financieren? Het Olympisch programma dames VII is niet een financieel onafhankelijk programma. De financiering voor het programma komt vanuit verschillende hoeken. Allereerst zijn er subsidies die het NOC*NSF jaarlijks onder alle sportbonden verdeelt. Daarnaast is er door de aansluiting bij het CTO facilitaire steun mogelijk die kostenbesparend werkt. Het behalen van de A-status speelt hierin een grote rol, omdat dit zorgt voor meer partijen die zich willen verbinden aan het programma. Het programma heeft hiernaast ook een aantal sponsoren die het financieel gat in de begroting opvullen. Zo is Atoomsponsor hoofdsponsor van de head 66

67 squad, Lotto sponsor van het development team en een vervoersbedrijf sponsort het bus- en bootvervoer in Europa. Welke middelen worden er ingezet op het gebied van marketing binnen het Olympisch rugby programma? Het product Olympisch dames VII team wordt via de traditionele marketingmix in de markt gezet. In de marketing acties omtrent het team wordt gebruik gemaakt van vijf S en. De S en staan voor Sterk, Snel, Slim, Stoer en kan je tegen een Stootje. Deze strategie zal vooral in de media (krant, tv, internet) ingezet worden. Naast de media promoot de NRB het team ook in bijeenkomsten (presentaties) met verenigingen, investeerders of geïnteresseerden. Daarnaast vindt er in de transitiefase veel één op één contact plaats om op die manier de naamsbekendheid omtrent programma te vergroten. Beantwoording hoofdvraag Uit het businessplan Olympisch programma dames VII blijkt dat een optimale opzet van een Olympisch programma van erg veel facetten afhankelijk is. Allereerst zullen er in de interne organisatie van NRB veranderingen plaats gaan vinden onder invloed van de implementatie van het dames VII programma. Zo is er een extra bestuurslid aangesteld en zullen er meer partijen betrokken raken met de NRB. Dit zal zorgen voor een toenemende druk op de interne organisatie van de NRB, omdat het programma veel aandacht en een hoge prioriteit nodig heeft. Iedereen binnen de bond, van medewerkers tot bestuur, zullen dus klaar moeten zijn voor de implementatie van een Olympisch programma. Naast het vertrouwen en de ondersteuning van de interne omgeving zullen ook toonaangevende organisaties (NOC*NSF, CTO Amsterdam en Ministerie van VWS) in de Nederlandse sportwereld hun vertrouwen en ondersteuning moeten geven aan het programma. Dit zou een enorm voordeel voor het programma betekenen op het gebied van financiële middelen, expertise en faciliterende ondersteuning. Het programma heeft een eigen projectteam nodig waarin ieder lid zijn eigen verantwoordelijkheidsgebied dekt. Dit projectteam moet beschikken over een duidelijke werkstructuur met daarin communicatielijnen en gedeelde verantwoordelijkheden. Op die manier kan het team zo effectief en efficiënt mogelijk te werk gaan (zie bijlage X). Voor de ontwikkeling van het programma is het erg belangrijk om een full time professionele coach aan te stellen. De coach heeft op die manier de tijd om zich breed te oriënteren en kan hij het programma zo efficiënt en effectief mogelijk in samenwerking met het projectteam inrichten. Op die manier kan de coach zijn eigen filosofie ontwikkelen en is fulltime betrokken bij het Olympisch programma. Daarnaast zijn voor de optimale inrichting financiële middelen in de vorm van subsidies en sponsoring nodig. Alleen subsidies en de steun van toonaangevende Nederlandse sportorganisaties is in deze te weinig. Het is daarom erg belangrijk dat er één of twee grote sponsoren voor het programma gevonden worden. Deze stellen geld beschikbaar om het programma zo optimaal mogelijk invulling te kunnen geven. Hierbij moet met name gedacht worden aan het spelen van zoveel mogelijk grote toernooien, het organiseren van zij-instroom talent dagen, het aanschaffen van essentiële trainingsmaterialen. 67

68 Naast de financiële middelen die sponsoren beschikbaar stellen is het ook van belang dat het projectteam zich niet alleen oriënteert binnen de rugbywereld. Het projectteam moet zich in de wereldwijde sportwereld gaan oriënteren om een zo optimaal mogelijke invulling voor ieder probleem en mogelijkheid te vinden. Tot slot dient er een beeld van de programma s van de voornaamste concurrenten geschetst te worden. Op die manier kan het eigen programma beter/zwaarder ingericht worden, waardoor je inloopt op de concurrentie of een voorsprong behoudt. De NRB heeft in haar programma al zes van de acht deelvragen beantwoord. De volgende onderdelen zijn hiermee uitgewerkt en geïmplementeerd: - mediastrategie - financiering - doelgroepen - filosofie programma - interne en externe omgeving NRB De overige twee deelvragen zijn ook uitgewerkt en geïmplementeerd door de NRB, alleen hier kunnen nog ontwikkelstappen in ondernomen worden. Het gaat dan om de volgende twee gebieden: - benchmark - organisatiestructuur Aanbevelingen hiervoor zijn te vinden in het volgende hoofdstuk. 68

69 Aanbevelingen In het vorige hoofdstuk is de conclusie beschreven over de invullingen van het transitiejaar tot nu toe. Aan de hand van de opgedane kennis en ervaring in het transitiejaar worden in dit hoofdstuk allereerst aanbevelingen gegeven voor de afronding van het transitiejaar. Vervolgens volgen de aanbevelingen voor de start van het fulltime CTO programma in september 2011 tot het WK van Transitiejaar 1. Betrokkenheid creëren bij het Olympisch programma dames VII De implementatie van het Olympisch programma brengt zowel negatieve als positieve gevolgen mee voor de verschillende betrokken doelgroepen. Van de positieve gevolgen kan de bond gebruik maken tijdens voorlichtingen aan de verenigingen en andere doelgroepen die door het programma beïnvloed worden. Op die manier wordt een goed, vertrouwelijk gevoel gecreëerd bij deze groepen en zien ze niet alleen de negatieve gevolgen in. Dit kan ervoor zorgen dat er minder weerstand tegen ontwikkelingen in het Olympisch programma dames VII zal ontstaan. Hiernaast kan het ook helpen in de snelheid van de implementatie van programma onderdelen. 2. Verenigingen op de hoogte houden Tijdens de presentatie van het Olympisch programma dames VII aan de Nederlandse verenigingen kwam naar voren dat de clubs niet geheel tegen het programma waren. Alle clubs zagen de mogelijkheden en kansen van het Olympisch programma in. Mede door de onduidelijkheid en onzekerheid die leefde binnen de verenigingen klonken er minder positieve geluiden op de bijeenkomst. De verenigingen gaven aan dat ze graag op de hoogte gehouden willen worden over de ontwikkelingen. Hier is vanuit de bond geen gehoor aan gegeven. Na twee bijeenkomsten is het intensief betrekken van de clubs bij het programma gestopt. Op die manier weet de NRB niet wat er bij de verenigingen leeft als het gaat om het Olympisch programma en andersom blijven de verenigingen met veel onduidelijkheid en vragen zitten. Ontwikkelingen kunnen de verenigingen alleen vernemen in artikelen op het internet of in de krant. Door het intensiever betrekken van de verenigingen bij het programma zullen ze gedurende het proces sneller hun steun betuigen bij zaken die van grote invloed zijn op een vereniging. 3. Spelersraad meer betrekken bij het nemen van besluiten Bij de ontwikkeling van de organisatiestructuur is er gekozen om een spelersraad op te zetten. In deze spelersraad zitten drie spelers die vanuit de spelersgroep direct naar leden van het projectteam kunnen stappen voor vragen of het verschaffen van informatie. Van de aanwezigheid van de spelersraad is op dit moment weinig terug te zien. Het is een initiatief dat vanuit twee kanten gestimuleerd en gevoed dient te worden. Zo zal het projectteam bij sommige onderwerpen die erg veel invloed hebben op de spelersgroep de spelersraad bijeen moeten roepen om de relaties en meningen binnen de groep op dat moment te analyseren. Daarnaast zullen de dames opnieuw ingelicht moeten worden over het nut van de spelersraad, zodat zij vaker via deze route belangrijke zaken bekendmaken aan het projectteam. Deze dynamiek zal voor het eind van het transitiejaar opgezet moeten worden, omdat een dergelijke opzet in een fulltime CTO programma erg bruikbaar zou kunnen zijn. 69

70 4. Programma na EK opzetten De focus van het projectteam ligt op dit moment op het behalen van de A-status tijdens het EK 2011 in Boekarest. Het programma voor de zomermaanden en tijdens de start van het fulltime programma in september 2011 is nog niet gespecificeerd. Hieraan zal zo snel mogelijk gewerkt moeten worden om te zorgen dat de organisatie niet in de knel komt met uiterlijke inschrijfdata voor zowel toernooien als organisatorische zaken. Het wordt vaak benoemd dat we niet alleen de focus moeten hebben op het EK, maar in de praktijk ontbreekt het er nog aan dit uit te voeren. Praktisch wordt met deze aanbeveling bedoeld dat de bondscoach en de managers zich al breed moeten oriënteren op het doel van de fase na het EK. Zo gaan ze opzoek naar de toernooien die plaatsvinden en stellen ze het trainingsprogramma van de head squad en development squad op. Daarnaast zal het projectteam in kaart moeten brengen of er op organisatorisch gebied bepaalde deadlines zijn waar aan voldaan moet worden. 5. Media actie omtrent EK 2011 creëren Het creëren van media aandacht rondom toernooideelnames verliep goed. Middels een persbericht dat veel media gebruikte als basis werd (media) aandacht gegenereerd. In al deze persberichten wordt telkens verwezen naar de voorbereiding op het EK Door het eventueel behalen van de A-status is dit EK erg belangrijk voor het Nederlands dames VII team. Hiermee zou de NRB een campagne moeten opstarten, waardoor er bijvoorbeeld meer media aandacht gegenereerd wordt, steunbetuigingen via social media of andere wegen drastisch toenemen in aantal en meer potentiele investeerders mogelijkheden in gaan zien in het programma. Periode Organisatie projectteam verbeteren Kijkend naar het Maturity model (zie bijlage V) zijn er vijf ontwikkelfasen van een organisatie(structuur) te onderscheiden. De eerste fase wordt gekenmerkt door weinig gedefinieerde, chaotische en ad hoc processen. In het projectteam dames VII komen met regelmaat nog een aantal van deze kenmerken terug. Aan de andere kant kan gesteld worden dat het projectteam zich op dit moment aan het begin van managed fase bevindt. Hierin zijn basisprocessen gevestigd en er is een niveau van discipline om zich aan deze processen te houden. De ontwikkeling hierin moet binnen het projectteam sneller verlopen. Het heeft te lang geduurd voordat het projectteam uit de eerste fase van het Maturity was. Hierdoor is er vaak misverstand geweest over wie met wie moest schakelen. Voor de organisatie van het projectteam is het bruikbaar om per vergadering de actiepunten te verdelen over de aanwezige personen. Daarnaast is het raadzaam om voor iedereen geldende en heldere communicatielijnen uit te schrijven. Op deze manier is de verantwoordelijkheid per projectteamlid duidelijk en wordt er direct met de goede persoon geschakeld als dit nodig is. Enkele doelstellingen die in hoofdstuk 5 uitgewerkt zijn en overeenkomen met de bovenstaande aanbeveling zijn: - Werkprocessen worden geconcretiseerd en gestructureerd, waardoor veranderingen of ontwikkelingen ten alle tijde op gegronde wijze benaderd kunnen worden. - Communicatielijnen binnen het projectteam dames VII zijn omschreven voor de start van de persconferentie in Door het opstellen van een overzicht is de rolverdeling en werkverantwoordelijkheid voor iedereen binnen het projectteam dames VII zo snel mogelijk duidelijk. 70

71 2. Aanstellen fulltime manager Op dit moment wordt het management ingevuld door twee parttime managers. De bondscoach geeft aan dat dit voor een belemmering gaat zorgen in de verdere ontwikkeling van het Olympisch programma dames VII. Daarnaast wordt de manager Rugby Technische Zaken die ook betrokken is bij het dames VII programma op dit moment nog ondersteund door een stagiaire. Als deze bij afronding van zijn studie wegvalt krijgt de manager Rugby Technisch Zaken er een hoop extra werk bij. Het is voor de ontwikkeling en werkverdeling binnen het bondsbureau en Olympisch programma dus een kritische succesfactor dat er een fulltime manager aangesteld wordt. Deze manager gaat de bondscoach ondersteunen en zich bezig houden met zaken als het spelersvolgsysteem die op dit moment nog onder de hoede van de manager Rugby Technische Zaken vallen. 3. World Series dames VII rugby De NRB zou in samenwerking met NOC*NSF en andere internationale rugbybonden het voortouw kunnen nemen in het opzetten van een World Series dames VII rugby. Op die manier krijgt het Nederlands dames VII team meer trainingsmomenten tegen betere tegenstanders. In een World Serie speel je meerdere toernooien waar punten te behalen zijn. Wie aan het eind van alle toernooien de meeste punten heeft behaald is winnaar van de Series. Op dit moment bestaat er voor het heren VII al een dergelijke Series. Aansluiting van een dames VII Series hierbij is een enorme kans voor de ontwikkeling van het Nederlands dames VII team en het dames VII rugby wereldwijd. Bij het tot stand komen van een dergelijke World Series kan Nederland zich kandidaat stellen als één van de organisatoren van een toernooi in de Series. Dit sluit aan op de hierboven geformuleerde aanbeveling. Op die manier wordt Nederland bekender in de rugbywereld en speelt het dames VII team in eigen land, met veel toeschouwers tegen toplanden uit de gehele wereld. Daarnaast kan de NRB het Amsterdam Sevens toernooi helpen in het aantrekken van internationale top dames VII landen. Op die manier heeft Nederland een goed trainingsmoment en kan het publiek haar helden in levende lijven bewonderen. 4. Internationale organisatie dames VII toernooien De NRB zal net als bij de World Series ook voor deze aanbeveling het beste steun kunnen zoeken bij een grote toonaangevende Nederlandse sportorganisatie. Gedurende de dames VII toernooien in Las Vegas en Hong Kong waren er veel gebreken op organisatorisch vlak te bekennen. Zo was er op beide toernooien gebrekkig vervoer en moesten de dames met 10 teams gebruik maken van één toilet. Daarnaast waren er geen kleedkamers voor de dames om zich om te kleden. Dergelijke gebreken mogen niet voorkomen bij de organisatie van toonaangevende internationale rugbytoernooien. In samenwerking met bijvoorbeeld NOC*NSF zal de NRB zich hier hard voor moeten maken om zo te voorkomen dat dit zich in de toekomst nog een keer voordoet. De NRB moet op internationaal vlak als klein land uit durven komen voor de gebreken die hun professionele dames VII team ondervindt. De hierboven beschreven aanbevelingen 3 en 4 zouden tot indirect gevolg kunnen hebben dat er een grotere acceptatie van vrouwenrugby over de gehele wereld plaatsvindt. Dit zou een goede ontwikkeling zijn voor de sport en voor dames die de sport wereldwijd beoefenen. 71

72 Literatuurlijst - BTSG (2009). Informatie over de verschillende facetten van een organisatiecultuur. Van het World Wide Web gehaald op 15 januari 2011: - Carrièretijger (2009). Informatie over kernkwadranten. Van het World Wide Web gehaald op 8 februari 2011: iteiten - CBS (2010). Informatie over sportbeoefening in Nederland. Van het World Wide Web gehaald op 9 februari 2011: - Communicatie (2008). Informatie over gevolgen van economische crisis voor sportsponsoring. Van het World Wide Web gehaald op 9 februari 2011: - CTO (2010). Informatie over beschikbaarheid van trainingsfaciliteiten en voorziening. Van het World Wide Web gehaald op 28 april 2011: - FIRA-AER (2010). Informatie over de FIRA-AER. Van het World Wide Web gehaald op 15 december 2010: - Infonu (2009). Informatie over gewaagd doel. Van het World Wide Web gehaald op 8 februari 2011: - IRB (2010) a. Informatie over de code of conduct. Van het World Wide Web gehaald op 18 januari 2011: - IRB (2010) b. Informatie over vrouwelijke speelsters per land. Van het World Wide Web gehaald op 1 februari 2011: - IRB (2010) c. Informatie over de IRB. Van het World Wide Web gehaald op 15 december 2010: - KVK (2010). Informatie over de kostprijs plus methode. Van het World Wide Web gehaald op 1 februari 2011: - Lectoren (2003). Informatie over de double pyramid theory. Van het World Wide Web gehaald op 2 januari 2011: ontys_dare%3aoai%3apub.fontys.nl%3a19068&itemid=4 72

73 - Ltad a (2010). Informatie over internationaal model waarop MOR gebaseerd is. Van het World Wide Web gehaald op 15 februari 2011: - Ltad b (2010) Informatie over fases internationaal LTAD model. Van het World Wide Web gehaald op 17 maart 2011: - Menoinbalans (2008). Informatie over organisatiestructuren van organisaties. Van het World Wide Web gehaald op 24 december 2010: asp?lemma=[lijnorganisatie - Ministerie van VWS (2010). Informatie over organisatievorm ministerie van VWS. Van het World Wide Web gehaald op 6 december 2010: - Mulier instituut (2002). Informatie over het Ard en Keesie effect. Van het World Wide Web gehaald op 2 januari 2011: - NVFS (2009). Informatie over het profiel van een penningmeester. Van het World Wide Web gehaald op 27 april 2011: 1/module_2/cat_2/item_43/artikel1.pdf - NKB (2010). Informatie over gevolgen van economische crisis voor sportsponsoring. Van het World Wide Web gehaald op 9 februari 2011: - NOC*NSF (2010). Informatie over organisatievorm NOC*NSF. Van het World Wide Web gehaald op 6 december 2010: - NOC*NSF (2010). Informatie over hoogte van stipendium. Van het World Wide Web gehaald op 29 januari NRB (2010) a. Informatie over de historie en visie van de Nederlandse Rugby Bond. Van het World Wide Web gehaald op 6 december 2010: - NRB (2010) b. Informatie over de historie van het NRCA. Van het World Wide Web gehaald op 6 december 2010: - (NRB, 2010) c. Informatie over het bestuur van de NRB. Van het World Wide Web gehaald op 15 december 2010: - NRB (2010) d. Informatie over de bewerkstelliging van de missie en visie van de Nederlandse Rugby Bond. Van het World Wide Web gehaald op 23 december 2010: 73

74 - NRB (2010) e. Informatie over het Meerjaren Opleidingsplan van de NRB. Van het World Wide Web gehaald op 15 februari 2011: - NRB (2010) f. Informatie over de FIRA-AER en IRB. Van het World Wide gehaald op 15 december 2010: - NSA (2010). Informatie sportstructuur in Nederland. Van het World Wide Web gehaald op 6 december 2010: - Rijksoverheid (2011). Informatie over ministeries in Nederland. Van het World Wide Web gehaald op 9 februari 2011: - Sportsubsidies (2011). Informatie over de subsidiepot van het NOC*NSF. Van het World Wide Web gehaald op 9 februari 2011: - De stadsregio (2009). Informatie over het profiel van een voorzitter. Van het World Wide Web gehaald op 27 april 2011: commissies.pdf - Universele beschaving (2006). Informatie over normen. Van het World Wide Web gehaald op 30 december 2011: erba.html - Van Bottenburg (2003). Informatie over de aanjaag- en aanvoerfunctie van sport. Van het World Wide Web gehaald op 2 januari 2011: %20en%20breedtesport%20in%20Rapportage%20Sport% pdf - Wikipedia (2010). Informatie over het begrip doelgroep. Van het World Wide Web gehaald op 31 december 2010: 74

75 Artikelen: Gemeente Soest Topsportbeleid (2007). De eerste verkenning.. Soest. pp Sociaal en Cultureel Planbureau (2003) Rapportage Sport Den Haag, pp Van Bottenburg (2003). Informatie over de aanjaag- en aanvoerfunctie van sport, Rapportage sport 2003, pp %20en%20breedtesport%20in%20Rapportage%20Sport% pdf Sportnota Tijd voor Sport (2005). Ministerie Volksgezondheid Welzijn en Sport. Haag. Den Boeken Kotler, P (2009). Principes van Marketing 5 e editie. Amsterdam: Pearson Education Benelux B.V. Hill, C (2008). Strategic Management. Mason: South-Western. Szerkowski, C (2005). De marketingmix. Uitrecht/Zutphen: ThiemeMeulenhoff. Slack, T (2006). Understanding Sport Organizations. Leeds: Human Kinetics. Overige documenten: Helm, D van der (2009). Businessplan Squash Top Elite Programma. CTO Amsterdam (2009). Reader organisatieontwerp CTO. Vergunst, I (2009). Businessplan de Nederlandse Dames Basketbalschool 75

76 Bijlage Bijlage I: Functiebeschrijvingen NRB Doel van de functie Functiebeschrijving A: Algemene zaken Deze functie is gericht op het zelfstandig verrichten van ondersteunende werkzaamheden t.b.v. Algemene Zaken, Competitie en Opleidingen. Rapportagestructuur De Medewerker Algemene zaken rapporteert hiërarchisch aan de directeur en functioneel aan de medewerker organisatie Algemene Zaken Belangrijkste taken Algemeen - Verrichten van algemene secretariaatswerkzaamheden, waaronder een optimale post/ /telefoon verwerking en archiefbeheer - Lichte automatiseringswerkzaamheden; zoals zorgen voor dagelijkse Back-Up en contacten met automatiseringsbedrijf. Leden- en financiële administratie - Zorgen voor de invoering, mutaties, beheer en ontwikkeling van gegevens in databestanden - Verrichten van voorbereidende en uitvoerende financieeladministratieve werkzaamheden Evenementen - Ondersteunt bij de organisatie van rugby evenementen Competitie - Controleert uitslagen en formulieren - Verwerken/beheren dispensaties jeugd/senioren - Beantwoorden vragen/mails (1 e lijn) - Spelerskaarten en clearances Opleidingen -Registreren van aanmeldingen. -Beantwoorden van vragen (1 e lijn) -Verricht overige werkzaamheden die in het verlengde van de functie liggen Road to Rio 2016 fase 1 Functie-eisen Competenties MBO/HBO werk- en denkniveau; kennis van secretariële werkzaamheden; goede contactuele eigenschappen goede mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands, Engels en minimaal één andere moderne taal, liefst Frans. Affiniteit met (rugby)sport niveau Klantgericht opereren Plannen en organiseren Nauwkeurig werken Samenwerken Doelgericht communiceren Sociale vaardigheden Initiatief nemen Professioneel handelen Salarisschaal: 76

77 Doel van de functie Functiebeschrijving B: Organisatie Algemene zaken Deze functie is gericht op het zelfstandig verrichten van alle werkzaamheden die niet onder Opleidingen, Competitie en Technische Zaken vallen. Rapportagestructuur De Medewerker Algemene zaken rapporteert hiërarchisch aan de directeur Belangrijkste taken Algemeen - Verrichten van algemene secretariaatswerkzaamheden, waaronder een optimale post/ /telefoon verwerking en archiefbeheer - Lichte automatiseringswerkzaamheden; zoals zorgen voor dagelijkse Back-Up en contacten met automatiseringsbedrijf. - Draagt zorg voor de coördinatie/redactie van het opstellen van het jaarverslag - Organiseren (inclusief notuleren) van Ledenvergaderingen en overige bijeenkomsten Leden- en financiële administratie - Zorgen voor de invoering, mutaties, beheer en ontwikkeling van gegevens in databestanden - Verrichten van voorbereidende en uitvoerende financieeladministratieve werkzaamheden (waaronder eco-tax) - Opvolging van debiteuren en crediteuren - Beheert de kas Evenementen - Zorgt voor een vlekkeloos verloop van rugby evenementen - Boeken van reizen Communicatie - Zorgt voor inhoud en verspreiding Bondsmededelingen/nieuwsbrieven - Stelt persberichten en informatiepakketten op. - onderhoud en beheer website - Stelt spreekbeurtpakketten samen - Beheert promotiemateriaal Sponsoring - Voert het sponsorbeleid uit. -Verricht overige werkzaamheden die in het verlengde van de functie liggen Functie-eisen Competenties MBO/HBO werk- en denkniveau; kennis van secretariële werkzaamheden; goede contactuele eigenschappen goede mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands, Engels en minimaal één andere moderne taal, liefst Frans. Affiniteit met (rugby)sport niveau Klantgericht opereren Plannen en organiseren Nauwkeurig werken Samenwerken Doelgericht communiceren Sociale vaardigheden Initiatief nemen Professioneel handelen Salarisschaal: 77

78 Doel van de functie Functiebeschrijving C: Coördinator Opleidingen Deze functie is gericht op de coördinatie, organisatie en ontwikkeling op het gebied van opleidingen (kader en arbitrage) met als doel de uitvoering van opleidingen te optimaliseren. Rapportagestructuur De Coördinator opleidingen rapporteert hiërarchisch aan de directeur en functioneel aan de Manager Technische Zaken en geeft inhoudelijk leiding aan opleiders (docenten, examinatoren). Belangrijkste taken - Coördineert de beleidsvoorbereidende en beleidsuitvoerende werkzaamheden met als doel de ontwikkeling van het opleidingenbeleid in de organisatie te bevorderen; o stemt het opleidingsbeleid af met het bestuur, de opleidingscommissie en de directeur; o draagt zorg voor de voorbereiding van de bestuursbesluiten ter zake en voert deze uit, alsmede die van de opleidingscommissie; o volgt trends en de ontwikkelingen inzake het vakgebied opleidingen door het zelf volgen van cursussen, vakbijeenkomsten e.d. en bestudeert hiertoe vakliteratuur; - Coördineert de werkzaamheden met betrekking tot het organiseren van opleidingen, teneinde uitvoering te geven aan het beleid op het gebied van kaderontwikkeling; o o o o o o o o o o draagt zorg voor de organisatie en afhandeling van de opleidingen en bewaakt de kwaliteit; wijst docenten, examinatoren en cursusleiders aan; draagt zorg voor de planning en organisatie van examens draagt zorg voor de organisatie van themacursussen, bijscholingen e.d.; redigeert het cursusmateriaal (w.o. boeken, brochures e.d.); bewaakt de kosten en opbrengsten, zodat binnen de begroting wordt gewerkt; is budgetverantwoordelijk voert overleg met VWS inzake de opleidingssubsidies; stelt het jaarplan opleidingen op richt de Electronische Leeromgeving in voor de deelnemers publiceert artikelen aangaande Masterplan en opleidingen - Zit de opleidingscommissie voor en begeleidt deze vakinhoudelijk. Road to Rio 2016 fase 1 Functie-eisen Competenties HBO werk- en denkniveau Kennis van opleidingen, scholing en didactiek IRB opleiding Goede organisatorische vaardigheden Goede communicatieve vaardigheden Plannen en organiseren Samenwerken Doelgericht communiceren Sociale vaardigheden Initiatief nemen Persoonlijk optreden Klantgericht opereren Innoveren niveau Masterplan Arbitrage o voert taken uit in zijn functie als projectleider o neemt zitting in de werkgroep Kwaliteit o is afgevaardigde van de NRB in de regiegroep o coördineert de scheidsrechterzaken in het algemeen en stuurt de Referee Development Officer aan. - Verricht overige werkzaamheden die in het verlengde van de functie liggen. Salarisschaal: 78

79 Functiebeschrijving D: Competitieleider Doel van de functie Deze functie is gericht op de organisatie en ontwikkeling van de totale competitie van de NRB. Rapportagestructuur De Competitieleider rapporteert hiërarchisch aan de directeur. Belangrijkste taken - adviseert de directeur en het bestuur m.b.t. competitietechnische zaken, teneinde hen in staat te stellen hierop het beleid te bepalen; - draagt zorg voor een correcte uitvoering van de administratieve, financiële, communicatieve en organisatorische werkzaamheden, teneinde de totale competitie en nationale evenementen (zoals landelijke kampioenschappen etc.) optimaal te kunnen laten plaatsvinden; o voor de organisatie van de totale competitie en verdere wedstrijden; o beslist over (inter)nationale overschrijvingen o bewaakt de voortgang van de totale competitie, kampioenschappen e.d.; o administreert de standen en uitslagen; o beslist in zgn. claims o organiseert en woont de vergaderingen bij van verschillende commissies en brengt adviezen uit; o stelt het jaarplan en het bijbehorende budget op en bewaakt dit; o houdt toezicht op het juist inzetten van scheidsrechters volgens een vastgelegd systeem; o is de secretaris van de Arbitrage- en Tuchtcommissie en woont de zittingen bij o Beslist inzake schorsingen o Beheert en ontwikkelt het automatiseringssysteem tbv competitie Functie-eisen HBO werk- en denkniveau Sporttechnische kennis en ervaring Goede organisatorische vaardigheden Goede communicatieve vaardigheden Competenties Plannen en organiseren Samenwerken Doelgericht communiceren Sociale vaardigheden Initiatief nemen Persoonlijk optreden Nauwkeurig werken Adviesvaardigheden Klantgericht opereren niveau ondersteunt en adviseert verenigingen, teneinde een sterkere positie in de sportmarkt te verkrijgen; o adviseert verenigingen, instanties inzake accommodatie, materialen, kleding, wedstrijdvoorschrift e.d.; o houdt toezicht op het gebruik van accommodaties die reglementair geaccepteerd zijn; - Verricht overige werkzaamheden die in het verlengde van de functie liggen Salarisschaal: - 79

80 Doel van de functie Functiebeschrijving E: Manager Rugbytechnische Zaken Deze functie is gericht op het initiëren, ontwikkelen, formuleren, implementeren, coördineren en evalueren van het sporttechnische beleid en het (mede) uitvoeren van dit beleid teneinde een optimale sturing en ondersteuning te bieden voor de technische uitvoering. Rapportagestructuur De Manager Rugbytechnische Zaken rapporteert hiërarchisch aan de directeur en geeft inhoudelijk leiding aan bondscoaches en trainers (en coördinator opleidingen) Belangrijkste taken - Draagt zorg voor het initiëren, ontwikkelen, formuleren en uitvoeren van het vastgestelde sporttechnische beleid (topsport, talentontwikkeling en opleidingen en evalueert de resultaten zodat een vertaling van het beleid naar de uitvoering plaatsvindt; o bereidt voor, adviseert over en ontwikkelt technische beleidsplannen met betrekking tot top- en opleidingen zodat een optimale prestatie van en dienstverlening naar de technische uitvoering en het bestuur gerealiseerd wordt; o levert input voor en evalueert het totale organisatiebeleid middels terugkoppeling vanuit de technische uitvoering en zelf opgedane kennis; o neemt waar, beoordeelt en interpreteert algemeen maatschappelijke en sportinhoudelijke ontwikkelingen en trends op hun relevantie voor de organisatie en de sport; o onderhoudt contacten met internationale en nationale sportbonden en koepels, ook mede gericht op het realiseren van subsidie- en financieringsstromen. o bewaakt het budget, doet voorstellen voor de begroting en draagt zorg voor de benodigde rapportages ten behoeve van het management en het o bestuur; vertaalt de visie en strategische keuzes van het bestuur in een programma en activiteitenplannen (incl. begroting en subsidieaanvragen - Stelt een planning op voor de uit te voeren taken en projecten, evenals budgetten, benodigde arbeidscapaciteit en het benoemen van een inhoudelijke verantwoordelijke persoon per taak en/of project; - Bewaakt de inhoudelijke kwaliteit en de te bereiken doelen en resultaten door frequent overleg met de benodigde organen; - Draagt zorg voor de uitvoering van projecten en/of taken en voert daartoe overleg met en/of leiding over de door hem aangezochte functionarissen; - Geeft leiding aan de bondscoaches, trainers en andere functionarissen middels het informeren, sturen, begeleiden (ook vakinhoudelijk), motiveren en beoordelen. Functie-eisen Competenties HBO/Universitair werk- en denkniveau Technische Rugby kennis en ervaring Kennis van de georganiseerde (top)sportwereld Goede organisatorische vaardigheden Goede communicatieve (verbaal en schriftelijk) leidinggevende vaardigheden Plannen en organiseren Samenwerken Doelgericht communiceren Sociale vaardigheden Initiatief nemen Analyseren Strategisch handelen Persoonlijk optreden Integraal managen Salarisschaal: niveau

81 Bijlage II: Code of conduct De normen van de NRB zijn geconformeerd aan de hieronder vertaalde uitwerking van de code of conduct. De code of conduct wordt nageleefd door bonden, verenigingen, stakeholders en supporter: 1. Omdat zij ervoor moeten zorgen dat het spel wordt gespeeld met gedisciplineerd en sportief gedrag. Hierin moet erkend worden dat het niet voldoende is om uitsluitend te vertrouwen op de wedstrijdambtenaren, die dienen te zorgen voor de handhaving van de beginselen. 2. Er moet samengewerkt worden om ervoor te zorgen dat de wetten van het spel aanvaard worden en dat men zich onthoudt van het selecteren van spelers die zich schuldig maken aan vals spelen. 3. De partijen zullen niet herhaaldelijk inbreuk maken op de wetten van het spel. 4. De autoriteit en de beslissingen van scheidsrechters, lijnrechters, andere wedstrijdofficials en alle overige rugby tuchtrechtelijke instanties worden geaccepteerd. 5. Er wordt geen kritiek gepubliceerd over de wijze waarop een scheidsrechter of een lijnrechter een wedstrijd beoordeeld. 6. Er wordt geen kritiek gepubliceerd over een tuchtrechtelijke instantie die een geschil of disciplinaire aangelegenheid als gevolg van een schending van het huishoudelijk reglement behandeld. 7. Er zijn geen gedragingen of activiteiten binnen en buiten het veld die kunnen leiden tot aantasting van het publieke vertrouwen in het eerlijke en ordelijke verloop van een tour, toernooi of serie wedstrijden. 8. Iedere betrokkenen staat voor bevordering van de reputatie van de sport en neemt maatregelen om te voorkomen dat de sport in diskrediet wordt gebracht. 9. Er zullen geen anti-doping regels overtreden worden zoals deze beschreven staan in de reglementen. 10. Scheidsrechters, lijnrechters en andere wedstrijdofficials worden zowel binnen als buiten het veld niet misbruikt of bedreigd. 11. Er worden geen gebaren of beledigende taal gebruikt tegenover scheidsrechters, lijnrechters, andere wedstrijdofficials of toeschouwers. 12. Er vindt geen intimidatie, belediging, vernedering of discriminatie tegen elke andere persoon plaats op grond van religie, ras, huidskleur of nationale/ethische afstamming. 13. Er vinden geen handelingen plaats waardoor afbreuk wordt gedaan aan de sport rugby het bestuur, een lid van de bond of een commerciële partner van de sport. Iedere bond en vereniging is verplicht dat: 14. Al haar leden voldoen aan de code of conduct. 15. Er procedures vastgelegd worden om de naleving te controleren en sancties op te leggen voor overtredingen van de gedragscode door personen die onder haar bevoegdheid vallen. (IRB, 2010) a 81

82 Bijlage III: Verslag bijeenkomst dames VII team met o.a. benchmark Gido Vermeulen Aanwezig: Yves, Gido, Annelies, Krijn, Mart Gareth is verantwoordelijk voor sporttechnisch programma en binnen bepaalde kaders die het bestuur opstelt kan hij zijn eigen staf samenstellen. Bestuurlid (eindverantwoordelijke) Organisatie Coach + staf Het hele proces is een trein die gaat rijden en langzaam ingericht moet worden. Hierbij kunnen de speelsters zelf bepalen waar ze gaan zitten. Zit je ver voorin dan bepaal je mede de route die de trein rijd. Zit je als speelster verder achterin dan heb je daar minder invloed op. Annelies geeft aan dat de groep in het gehele voorgaande proces een eigen trein heeft opgezet en ingericht. Het overstappen naar de nieuwe Olympische trein blijkt vanuit de groep een grote weerstand te zijn. Dit, omdat er opeens veel aandacht is voor dames Sevens team wat er voorheen niet was. Gido gaf aan dat grip op de situatie voor de dames belangrijk is, maar dat ze geen energie moeten verspillen aan zaken waar ze niets aan kunnen doen. Als topsporter moet je zoveel mogelijk bezig zijn met het verbeteren van je individuele skills. Yves is heel duidelijk over het feit dat Gareth zich als hoofdtrainer niet alleen moet oriënteren binnen de rugbywereld. Hij moet opzoek gaan naar expertise binnen andere takken van sport (kennis van buiten naar binnen halen). In dit traject zal Gareth en ook zijn staf open moeten staan voor invloeden van buitenaf. Yves wil hiernaast een team van dames creëren met zelfstandige speelsters. Hiermee bedoeld hij dat de speelsters niet afhankelijk worden van de trainer, maar zelf ook hun inspraak en eigenwaarde behouden. Individueel georiënteerde trainingsschema s in collectieve zin dragen volgens Yves bij aan een goede ontwikkeling van individuen binnen een steeds sterker wordend team. Over de kwestie omtrent het dames XV zegt Annelies dat de dames wel in staat zijn het geheel op te geven voor het spelen van Sevens. Wat de dames echter wel willen is het XV team netjes achterlaten en overdragen aan de nieuwe groep dames. 82

83 Aanwezig: Yves, Gido, Gareth, Sylvester, Annelies, Dames, Sven (?fysio?), Jonathan, Mart Inleiding: Hoe denken / wat verwachten de dames op dit moment? 1. Benieuwd waarmee en wanneer we starten met het programma. 2. Benieuwd hoe het programma eruit gaat zien. (3x) 3. Benieuwd hoe de fases en trainingen eruit zien. 4. Krijgt steeds meer zin, maar zit nog wel met veel vragen. 5. Antwoord krijgen op de vele vragen / onduidelijkheden die bij de dames spelen. (2x) 6. Benieuwd wie er allemaal in het programma stappen. 7. Wennen aan het idee / programma dat opgezet is en een bijdrage leveren zoveel als ze nog kan (i.v.m. leeftijd) 8. Benieuwd naar reactie van speelsters en wie er voor gaan. 9. Interesse in de concrete plannen die er komen en krijgt er steeds meer zin in naarmate er meer over gesproken wordt. 10. Duidelijkheid over programma verkrijgen om een toekomstige planning te maken. 11. Bang dat de teleurstelling groot is, omdat ze zo graag wil. Er zijn verschillende modellen over het spelen bij de clubs en nationaal XV a side team in combinatie met Sevens. Hierbij moet echter wel in het achterhoofd gehouden worden dat er niet achteraf gezegd wordt dat we meer hadden kunnen doen. Ook wordt er geld en energie in een proces gestoken waar men dan vol voor moet gaan op weg naar de gouden medaille in Rio de Janeiro. Het Sevens programma staat in deze dus voorop. Vragen Gido: (dames moesten bij beantwoording heel ruim denkend zijn, alles is mogelijk) - Wie is het beste team van Europa? Spanje, Europees kampioen 7 en 15 a side. - Wie is het beste team van de wereld? Australië, Wereld kampioen 7 ens. - Wat doen / hebben zij anders dan jullie? Trainen 3 maanden voorafgaand aan EK fulltime en spelen alleen maar Sevens toernooien. Mentaal sterker Fysiek sterker / voeding beter Technisch verder Volwaardig / brede selectie (weinig niveau verschillen) Cultuur / ervaring Opleiding is beter Faciliteiten Tijd, in termen van aantal trainingen en arbeid rust verhouding. Meer geld voor programma s 83

84 - Op welke van de bovenstaande punten hebben wij invloed? 3 maanden voor een EK fulltime trainen. Meer toernooien spelen dan afgelopen jaren. Mentaal ontwikkelingsproces (m.b.v. mentale trainer) Samen veel trainen om als groep sterker te worden. Brede selectie creëren. Meer tijd vrij maken om te trainen. Verbetering (voorlichting) voeding Faciliteiten (Wat zouden jullie hierin willen?) Kunstgras Indoor Verzorging Grote / brede staf Hoofdcoach Assistent coach Manager Fysiotherapeut (manueel fysiotherapeut) Arts Krachttrainer Mentale trainer Scout Voedingsspecialist Mensen die testen af kunnen nemen en verwerken De punten die hierboven genoemd zijn door de sportsters kunnen grotendeels werkelijkheid worden als ze goed presteren op het WK. Een groot deel van de selectie krijgt bij een goed resultaat namelijk de A-status. Op dat moment komt er veel geld vrij vanuit van NOC*NSF. Hierdoor gaat de trein sneller rijden en er gaat een wereld aan mogelijkheden voor je open. Bovenstaande lijst met punten kan echter nog niet gerealiseerd worden in het transitiejaar ( ). Eerst moet in een vrij korte periode een programma voor het EK 2011 opgesteld worden. Vervolgens kan aan de hand van het behaalde resultaat op het EK een vervolgprogramma richting 2016 opgesteld worden. Wat is nu nodig om op het EK 2011 goed te presteren? 84

85 Programma - 1 november beginnen - Toernooien 6x - 3x per week trainen - Individuele programma s + testen - 4 weekenden voor het EK fulltime bij elkaar trainen Team - 16 dames (zodat er gespard kan worden) - Teambuilding activiteit Staf - Mentaal trainen Organisatie - Persoonlijk ontwikkelings plan (POP) - Voeding Voorlichting Eten voor dames die van ver moeten komen - Bijdrage (reiskostenvergoeding) - Materialen (kleding, ballen, ed.) - Iemand naast coach beschikbaar als aanspreekpunt Beperkingen: Na het formuleren van bovenstaande actiepunten voor het EK 2011 moesten de dames in beperkingen gaan denken (zo breed mogelijk). De volgende beperkingen voor het transitiejaar ( ) van het programma kwamen naar voren. Opnemen van vakantiedagen op werk / school. Minder / stoppen met werk betekend minder of geen inkomsten. Hoge reistijd van en naar Amsterdam (voor 6 mensen een probleem). Topsportcultuur binnen de bond ontbreekt. Huisvesting (in later stadium), alles achterlaten en op jezelf gaan wonen. Sociale druk, vanuit familie en vriendenkring. Wan organisatie (dingen toegezegd krijgen die uiteindelijk niet uitgevoerd worden). Carrière opgeven voor een rugbycarrière. Punt dat hierbij vermeld moet worden is dat de dames deze beperkingen inzien, maar dat het niet wegneemt dat ze het programma toch heel graag in willen stappen. De dames geven zelf aan dat rugby vanaf 1 november 2010 bij iedereen binnen het team op nummer 1 moet staan! Kansen: Na het formuleren van de beperkingen werd het programma breder getrokken en werd er gekeken naar de voordelen / kansen die het team op dit moment ziet. Hieronder volgen punten die de dames naar voren schoven: Hecht team. > 1. Basis is er (afgelopen 3 jaar zelf opgebouwd). Team krijgt wind mee (o.a. door ondersteuning van bond). Wil binnen het team is er (afgelopen 3 jaar bewezen). Expertise voor soortgelijke programma s in Nederland aanwezig. 85

86 Bijzonder (proces dat groep doorlopen heeft en resultaten die behaald zijn). Fulltime coach. Logistiek (korte afstanden, hierdoor is het makkelijker om met elkaar te trainen ten opzichte van grotere landen). Nederlanders zijn teamsporters. Nederlanders zijn over het algemeen sterk gebouwd. Organisatie: Yves Kummer (eindverantwoordelijke) Project (projectteam) Staf (coach + team) Team Spelersraad dames VII: - Linda - Inge - Tessa De spelersraad dames VII is opgericht met het doel dat er speelsters vanuit de groep kunnen overleggen met de projectorganisatie. In grote lijnen kunnen alle speelsters zo indirect hun input geven op het programma. De communicatie van het team zal vooral gericht zijn op de staf waarmee zij samenwerken. In het begintraject is communicatie erg belangrijk en daarom is naast Gareth (coach) ook Annelies (manager) aanspreekpunt voor de groep. Op die manier kunnen alle vragen aan vaste personen gesteld worden. (Deze aanspreekpunten kunnen de vragen doorsturen naar de personen die hier een antwoord op kunnen geven). Andere punten die opgemerkt moeten worden bij de organisatie zijn: - Als NOC*NSF komt is het voor een groot deel van toepassing: wie betaald die bepaald (NOC*NSF heeft eigen krachttrainers ed. deze gaan samenwerken met huidige krachttrainer). 86

87 - Zoveel mogelijk vasthouden aan staf die in het verleden al met de dames heeft gewerkt. - Team arround the team. Kan huidige staf niet samenwerken met dit team dan nieuwe staf of personen binnen staf. - Met elkaar (gehele organisatie) bepalen wat nodig is om de top te bereiken. Heel veel mensen helpen, maar de staf en het team moeten het uiteindelijk doen. - De functie als manager wordt cruciaal in dit geheel.. Dit wordt naast de coach een centraal aanspreekpunt. Overig genoemde zaken: - 30 oktober eerste trainingsdag en verdere toelichting programma (onder het motto: niet te veel kletsen, maar nu gewoon gaan doen!) - Tot de kerst de tijd om alle individuele programma s te optimaliseren. Na de kerst uitbouwen en toewerken naar het EK. - Ieder uur dat je nu extra traint is een investering in jezelf. - Nu nog vasthouden aan een combinatie van XV- en VII a side rugby om uren te maken. Als VII eenmaal de lead krijgt dan blijft er waarschijnlijk geen tijd meer over voor beide en moet er een keuze gemaakt worden. - Sevens selectie dames is een open duiventeelt waar mensen in- en uitstromen. In de toekomst komen er ook nieuwe speelsters vanuit het zij-instroomplan en het CTO plan dames krijgen de A-status. Voor de andere dames kan met overgebleven geld misschien wat anders geregeld worden. De prioriteit hierin is dat de financiële middelen eerst ingezet worden voor het programma, de toernooien en de faciliteiten. Mocht hiervan geld overblijven of uit andere zaken geld geput kunnen worden dan bestaat er de mogelijkheid kosten voor de overige dames (geen A-status) te vergoeden. Daarnaast bestaat er voor de talenten een apart talentenpotje en is er ook nog de B en C status. - Met school en werk valt voor veel dames ook iets te regelen. Dit neemt echter niet weg dat er weinig zekerheid is binnen het programma. Aan de andere kant hoort dat bij het grote avontuur dat de dames, staf en organisatie met elkaar aangaan! 87

88 Bijlage IV: Organogram projectteam dames VII Eindverantwoordelijke / bestuurslid Projectteam Staf Spelersraad Team Verklarende lijst namen + functie Eindverantwoordelijke / Yves Kummer Bestuurslid Projectteam Yves Kummer - Voorzitter projecteam + Marketing & Media Krijn de Schutter - Manager technische zaken NRB *Gareth Gilbert - Bondscoach dames VII Annelies Acda - Manager dames VII Hans Bouman - Penningmeester Olympisch programma dames VII Mart Hofmans - Lid projectteam dames VII Staf Gareth Gilbert - Bondscoach dames VII Sascha Werlich - Assistent coach dames VII Paul Lammers - Krachttrainer dames VII Team Spelersraad Veertien geselecteerde speelsters. Linda Inge Tessa * Gareth Gilbert zal toehoorder zijn en zal deelnemen aan de meetings maar officieel geen deel van het programma team uitmaken. 88

89 Bijlage V: Uitleg Maturity Model Road to Rio 2016 fase 1 89

90 90

Pathway Heren XV. oprichting Nationaal Topsport Centrum. Versie 4 16 juni 2013

Pathway Heren XV. oprichting Nationaal Topsport Centrum. Versie 4 16 juni 2013 Pathway Heren XV oprichting Nationaal Topsport Centrum Versie 4 16 juni 2013 Inhoud Inleiding Meerjarenbeleidsplan NRB 2012-2016 Oprichting Nationaal Topsport Centrum (NTC) Uitvoering 16 juni 2013 versie

Nadere informatie

De opleiding tot topsporter en het waterpolo opleidingscentrum

De opleiding tot topsporter en het waterpolo opleidingscentrum De opleiding tot topsporter en het waterpolo opleidingscentrum HET WATERPOLO OPLEIDINGSCENTRUM: DE OPLEIDING TOT TOPSPORTER Het Waterpolo Opleidingscentrum (WOC) streeft er naar spelers en speelsters in

Nadere informatie

ONDERWATERHOCKEY COMMISSIE JAARPLAN Onderdeel van N.O.B. Lid CMAS. Lid NOC*NSF

ONDERWATERHOCKEY COMMISSIE JAARPLAN Onderdeel van N.O.B. Lid CMAS. Lid NOC*NSF ONDERWATERHOCKEY COMMISSIE JAARPLAN 2014 Onderdeel van N.O.B. Lid CMAS Lid NOC*NSF INLEIDING Voor u ligt het jaarplan 2014 vanuit de onderwaterhockey commissie voor de sport onderwaterhockey in Nederland.

Nadere informatie

Enjoy Rugby! Meerjarenbeleidsplan 2013-2016

Enjoy Rugby! Meerjarenbeleidsplan 2013-2016 Enjoy Rugby! Meerjarenbeleidsplan 2013-2016 Goedgekeurd AV 26-01-2013 Introductie Enjoy Rugby! Beste leden van de NRB. Voor u ligt het voorstel voor het meerjarenbeleidsplan van de NRB voor de periode

Nadere informatie

Talentontwikkeling in de vereniging Ewout Schröder

Talentontwikkeling in de vereniging Ewout Schröder Talentontwikkeling in de vereniging Ewout Schröder Ewout Schröder Positief Enthousiast Gedreven Theoretische kaders Wat is het doel van talentontwikkeling binnen jouw vereniging? Het te allen tijde (vroeg)tijdig

Nadere informatie

Driejarig Uitvoeringsplan afdeling Jeugd sv Enter Periode 1 januari 2012 tm 31 december 2014

Driejarig Uitvoeringsplan afdeling Jeugd sv Enter Periode 1 januari 2012 tm 31 december 2014 CONCEPT Driejarig Uitvoeringsplan afdeling Jeugd sv Enter Periode 1 januari 2012 tm 31 december 2014 JEUGDBESTUUR sv ENTER November 2012 Binden en Groeien Jeugdbestuur sv Enter 1 Inleiding Recent heeft

Nadere informatie

BELEIDSPLAN Versie: _extract

BELEIDSPLAN Versie: _extract BELEIDSPLAN 2018-2020 Versie: 20180721_extract CONTEXT Behoefte aan een plan over de toekomst van de club Kinheim Doel is om als Kinheim weer (h)erkend worden als dé honk- en softbal vereniging van Haarlem.

Nadere informatie

Beleidsplan Twins Sporting Club Oosterhout

Beleidsplan Twins Sporting Club Oosterhout 2013-2017 Beleidsplan Twins Sporting Club Oosterhout BELEIDSPLAN 1. Inleiding Twins is de roepnaam voor de in Oosterhout gevestigde vereniging Twins Sporting Club. Het beleid van Twins is gericht op het

Nadere informatie

ONDERWATERHOCKEY COMMISSIE JAARPLAN Onderdeel van N.O.B. Lid NOC*NSF. Lid CMAS

ONDERWATERHOCKEY COMMISSIE JAARPLAN Onderdeel van N.O.B. Lid NOC*NSF. Lid CMAS ONDERWATERHOCKEY COMMISSIE JAARPLAN 2013 Onderdeel van N.O.B. Lid CMAS Lid NOC*NSF INLEIDING Voor u ligt het jaarplan 2013 vanuit de onderwaterhockey commissie voor de sport onderwaterhockey in Nederland.

Nadere informatie

Ontwikkelen van lerende omgeving en uitdagend prestatieklimaat

Ontwikkelen van lerende omgeving en uitdagend prestatieklimaat Ontwikkelen van lerende omgeving en uitdagend prestatieklimaat Het talentvolle meisje centraal Dit is waar elke ambitieuze speelster van droomt: ooit uitkomen voor Nederland, liefst natuurlijk op een groot

Nadere informatie

UZSC 2025 Ambities en hoe we die willen bereiken

UZSC 2025 Ambities en hoe we die willen bereiken UZSC 2025 Ambities en hoe we die willen bereiken Aanleiding UZSC heeft heel wat bereikt: stevig aanwezig in de top van het Nederlandse waterpolo bij de mannen en de vrouwen, een bloeiende jeugdopleiding

Nadere informatie

SV SLIKKERVEER OP NAAR HET 100-JARIG BESTAAN. Beleidsplan

SV SLIKKERVEER OP NAAR HET 100-JARIG BESTAAN. Beleidsplan SV SLIKKERVEER OP NAAR HET 100-JARIG BESTAAN Beleidsplan 2016-2020 SV SLIKKERVEER: MEER DAN EEN VERENIGING SV SLIKKERVEER: MEER DAN EEN VERENIGING SV Slikkerveer is een vereniging. En zoals bij iedere

Nadere informatie

Agendapunt 7 Structuur Talentencentra Inleiding School, Academy en University

Agendapunt 7 Structuur Talentencentra Inleiding School, Academy en University Agendapunt 7 Structuur Talentencentra Inleiding Reeds sinds 1993 voert de Nederlandse Badminton Bond een actief beleid om Talenten tijdig te ontdekken en regionaal en centraal op te leiden tot Topspeler.

Nadere informatie

Scala college en Leonardo College worden Topsport Talentschool

Scala college en Leonardo College worden Topsport Talentschool Nieuwsbrief -7- mei 2011 Inhoudsopgave: Talentontwikkeling Scala college en Leonardo College worden Topsport Talentschool Beleidsbrief sport Waterpolo festival 2012 WOC meisjes < 15 jaar op stage naar

Nadere informatie

HANDBALBELEIDSPLAN 2012-2016 KEUKENLAND/WIJHE 92

HANDBALBELEIDSPLAN 2012-2016 KEUKENLAND/WIJHE 92 HANDBALBELEIDSPLAN 2012-2016 KEUKENLAND/WIJHE 92 1.Voorwoord Het voor u liggend beleidsplan bevat de leidraad waarlangs de afdeling handbal van de omnisportvereniging Wijhe 92 de komende periode 2012-2016

Nadere informatie

Algemene ledenvergadering. TiVoC

Algemene ledenvergadering. TiVoC Algemene ledenvergadering TiVoC Agenda Extra algemene ledenvergadering Het bestuur stelt zich voor Stemming nieuwe bestuursleden Presentatie Beleidsplan 2015-2020 Borrel Even voorstellen Voorzitter Harald

Nadere informatie

Jaarplan Keuzes hebben consequenties.

Jaarplan Keuzes hebben consequenties. Keuzes hebben consequenties Voorwoord KEUZES HEBBEN CONSEQUENTIES Vanuit het meerjarenbeleidsplan 2017 e.v. vloeien de jaarplannen voort. Voor u ligt het jaarplan 2017. Er zijn keuzes gemaakt waar de Judo

Nadere informatie

(Jeugd-) Beleidsplan Voetbalvereniging Neerlandia 31

(Jeugd-) Beleidsplan Voetbalvereniging Neerlandia 31 (Jeugd-) Beleidsplan Voetbalvereniging Neerlandia 31 Auteur : Jolanda Brokx, Oscar Schouten Versie : 1.1 Datum : april 2015 Contents 2. Inleiding... 3 3. Visie... 3 4. Verenigingsstructuur... 3 5. Aantal

Nadere informatie

ONDERWATERHOCKEY COMMISSIE JAARPLAN Lid NOC*NSF

ONDERWATERHOCKEY COMMISSIE JAARPLAN Lid NOC*NSF ONDERWATERHOCKEY COMMISSIE JAARPLAN 2015 Onderdeel van N.O.B. Lid CMAS Lid NOC*NSF Inleiding Voor u ligt het jaarplan 2015 vanuit de onderwaterhockey commissie voor de sport onderwaterhockey in Nederland.

Nadere informatie

Meisjes- en vrouwenvoetbal SDV Barneveld. Beleidsplan

Meisjes- en vrouwenvoetbal SDV Barneveld. Beleidsplan Meisjes- en vrouwenvoetbal SDV Barneveld Beleidsplan 2016 2019 Versie 2.0 17 november 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Voorwoord... 3 2. Beleid meisjes- en vrouwenvoetbal... 4 2.1 Doelstellingen...

Nadere informatie

Beleidsplan VC-Argos

Beleidsplan VC-Argos Beleidsplan VC-Argos 2017-2022 Bart Haerkens VC-Argos 1-8-2017 Inhoudsopgave 1. Inleiding, missie en visie... 1 2. Beleidsthema 1: Samenwerking... 2 3. Beleidsthema 2: De organisatie... 3 4. Beleidsthema

Nadere informatie

Selectiebeleid Nederlands Team Sportklimmen 2015

Selectiebeleid Nederlands Team Sportklimmen 2015 Selectiebeleid Nederlands Team Sportklimmen 2015 De ambitie van de NKBV is erop gericht meer klimmers op een hoger niveau mee te laten draaien in het Internationale circuit om meer podiumplekken te behalen

Nadere informatie

SAMEN MET PLEZIER PRESTEREN! FC Meppel Beleidsplan 2014-2018

SAMEN MET PLEZIER PRESTEREN! FC Meppel Beleidsplan 2014-2018 SAMEN MET PLEZIER PRESTEREN! FC Meppel Beleidsplan 2014-2018 Waarom een beleidsplan? Steeds meer mensen werken aan gezamenlijke ambities Geïntegreerd werken in plaats van gefragmenteerd Ongeschreven regels

Nadere informatie

Selectiebeleid 2016 NL Team Sportklimmen

Selectiebeleid 2016 NL Team Sportklimmen Selectiebeleid 2016 NL Team Sportklimmen Inhoudsopgave Inleiding 3 RTC 4 Uitleg proefperiode Jong Oranje 5 Jong Oranje 7 Uitleg proefperiode Nederlands Team 8 Nederlands Team 9 2 INLEIDING De ambitie van

Nadere informatie

Kernwaarden Wij vinden het belangrijk dat leden, sponsoren en supporters ons ervaren en herkennen als

Kernwaarden Wij vinden het belangrijk dat leden, sponsoren en supporters ons ervaren en herkennen als STRATEGIE 2012-2015 Missie (Wie zijn wij) Voor de vereniging en haar leden de positie van S.V.M.E. in de Eijsdense gemeenschap verankeren, waardoor de toekomst wordt gegarandeerd. S.V.M.E. is een vereniging

Nadere informatie

1. Binnen het totaalbeleid van de organisatie ere en te onderscheiden meerjaren topsportbeleid is (uitwerking deelelementen zie bijlage 2).

1. Binnen het totaalbeleid van de organisatie ere en te onderscheiden meerjaren topsportbeleid is (uitwerking deelelementen zie bijlage 2). Topsportstatuut Nederlandse Bowling Federatie 2010 Aanbeveling 2 goed sportbestuur 1. Binnen het totaalbeleid van de organisatie ere en te onderscheiden meerjaren topsportbeleid is (uitwerking deelelementen

Nadere informatie

SPORTIVITEIT & RESPECT REGIO-/CLUSTERVERGADERINGEN 2011

SPORTIVITEIT & RESPECT REGIO-/CLUSTERVERGADERINGEN 2011 REGIO-/CLUSTERVERGADERINGEN 2011 PRESENTATIE SPORTIVITEIT & RESPECT Doel en inhoud Doel: Verenigingen informeren over de achtergrond, doelstellingen, context en plannen op het gebied van Sportiviteit &

Nadere informatie

KNWU Beleidsplan MTB 2013-2016

KNWU Beleidsplan MTB 2013-2016 KNWU Beleidsplan MTB 2013-2016 Who-am-I? Han ten Hove namens cie Off Road, WT-4 trainer MTB specialisatie, Proces manager, jeugdtrainer Bar End, UCI team MPL Specialized, Expert WT opleidingen, Examinator

Nadere informatie

Agendapunt 8.1 Jaarplan 2017

Agendapunt 8.1 Jaarplan 2017 Agendapunt 8.1 Jaarplan 2017 Het bondsbestuur heeft, naar aanleiding van de feedback van de afgevaardigden (tijdens jaar- en bondsvergaderingen en andere ontmoetingen) en op basis van eigen ervaring, geconcludeerd

Nadere informatie

Handleiding. Hoe gebruik je deze verenigingsbox?

Handleiding. Hoe gebruik je deze verenigingsbox? Handleiding Hoe gebruik je deze verenigingsbox? Waarom een verenigingsbox? 30% van de Nederlandse bevolking is lid van een sportvereniging (waarvan 70% in de leeftijdscategorie van 6-17 jaar valt). Dat

Nadere informatie

Jaarplan Inhoud

Jaarplan Inhoud 1 Inhoud Jaarplan 2016 1. Introductie 3 2. Concept Visie 2023 3. Hoofdlijnen Jaarplan 2016 4 4. Breedtesport 2016 Opzet competite 5 Opleidingen 6 Ondersteuning clubs 7 5. Topsport 2016 Heren 8 Dames 9

Nadere informatie

NETHERLANDS FROM THE STREETS TO THE OLYMPICS

NETHERLANDS FROM THE STREETS TO THE OLYMPICS NETHERLANDS FROM THE STREETS TO THE OLYMPICS ALGEMEEN Historie 3x3 Officiële discipline sinds 2011 WK sinds 2012 / EK sinds 2014 Olympische Spelen in 2020 Visie FIBA 3x3 Medaille kansen voor kleine basketball

Nadere informatie

Discussie 5 januari 2014

Discussie 5 januari 2014 Discussie 5 januari 2014 Strategie Structuur Cultuur Verloop ledenbestand Ledenbestand (spelend) Overzicht teams Categorie Subcategorie Niveau Plaats Competitie Gem. leeftijd Aantal spelers Trainings frequentie

Nadere informatie

p Sponsor. Uwbelang. Groei.

p Sponsor. Uwbelang. Groei. SPONSORBROCHURE 2016-2017 Inhoud@vvBavel Mogelijk @vvbavel p10-14 Sponsor @vvbavel p4 Uwbelang @vvbavel p9 Groei @vvbavel p5 Resultaat @vvbavel p8 Maatschappij @vvbavel p6-7 Sponsor@vvBavel Waarom sponsoring?

Nadere informatie

Studeren en sporten Centrum voor Topsport en Onderwijs Eindhoven

Studeren en sporten Centrum voor Topsport en Onderwijs Eindhoven Studeren en sporten Centrum voor Topsport en Onderwijs Eindhoven Aanleiding Ambitie Nederlandse sport en overheid: - Nederland bij de Top 10 van de wereld - Nederland op Olympisch niveau in 2016 Minimaal

Nadere informatie

Jeroen Laurensen. Technisch Manager. MHC Fletiomare 2009-2014

Jeroen Laurensen. Technisch Manager. MHC Fletiomare 2009-2014 Jeroen Laurensen Technisch Manager MHC Fletiomare 2009-2014 Technisch Beleid maken Vanuit het clubbeleidsplan, welke keuzes maken wij vanuit de missie en visie? Selecties, Keuzes mbt Kader, procedures

Nadere informatie

SAMEN SCOREN. Beleidsplan Fc. Grootegast 2015-2020. Fc. Grootegast Provincialeweg 139 9863 PE Doezum 0594 612608 (sportcomplex)

SAMEN SCOREN. Beleidsplan Fc. Grootegast 2015-2020. Fc. Grootegast Provincialeweg 139 9863 PE Doezum 0594 612608 (sportcomplex) SAMEN SCOREN Beleidsplan 2015-2020 is een grote, ambitieuze dorpsvereniging uit Grootegast/Doezum en telt in 2015 ongeveer 520 leden, 33 teams en ruim 100 vrijwilligers. De vereniging heeft een regionale

Nadere informatie

Beleidsvisie BCNieuwerkerk

Beleidsvisie BCNieuwerkerk Beleidsvisie BCNieuwerkerk 2017-2022 Missie Visie Beleid BCN 2017.Docx 17-04-2017 1/8 Doel... 3 Leeswijzer... 3 Missie... 3 Visie... 4 Beleid... 5 1. Bestendig:... 5 a. Financieel gezond en betaalbaar...

Nadere informatie

Frisbee Carrière Club voor elke stad, trainers voor elke club, jeugdteam voor elk kind. rafcelis.be

Frisbee Carrière Club voor elke stad, trainers voor elke club, jeugdteam voor elk kind. rafcelis.be Frisbee Carrière Club voor elke stad, trainers voor elke club, jeugdteam voor elk kind rafcelis.be Meerjarenbeleidsplan Nederlandse Frisbeebond 2014-2016 Inleiding Voor u ligt het voorstel voor het Meerjarenbeleidsplan

Nadere informatie

Toekomst SVMM Voetbal Jeugd en Senioren (Vanaf seizoen 2009/2010 t/m 2010/2011) Definitief. 20 april 2009 (versie 1.0)

Toekomst SVMM Voetbal Jeugd en Senioren (Vanaf seizoen 2009/2010 t/m 2010/2011) Definitief. 20 april 2009 (versie 1.0) Contourennota Toekomst SVMM Voetbal Jeugd en Senioren (Vanaf seizoen 2009/2010 t/m 2010/2011) Definitief 20 april 2009 (versie 1.0) INHOUDSOPGAVE Blz. 1. INLEIDING 3. 2. TOEKOMST SENIOREN SVMM VOETBAL

Nadere informatie

Blue Arrows Basketball

Blue Arrows Basketball Blue Arrows Basketball Dé coolste sport op de Heuvelrug! Sponsormogelijkheden Seizoenen 2010 2014 Hoofdsponsor Stersponsor Teamsponsor Specials Donateur Draag ook bij aan een sportieve en succesvolle samenwerking!

Nadere informatie

Beleidsplan. IJsclub Zoeterwoude

Beleidsplan. IJsclub Zoeterwoude Beleidsplan IJsclub Zoeterwoude 2018-2021 1 juni 2018 BLADWIJZER 01 bladwijzer - - - blz 2 02 visie blz 3 03 missie - - - blz 4 04 algemene doelstellingen blz 5 05 hoe bereiken we dit? - - - blz 7 06 tijdsplanning

Nadere informatie

Optimist Club Nederland

Optimist Club Nederland Optimist Club Nederland Algemene Ledenvergadering 2013 Plezier, Trainen, Winnen Focus OCN Doelstellingen lange termijn vanuit WAAROM OCN Doelstelling korte termijn Activiteiten tbv realiseren van vastgestelde

Nadere informatie

Jacques van Rossum Positief coachen brengt talenten dichter bij de top

Jacques van Rossum Positief coachen brengt talenten dichter bij de top Jacques van Rossum Positief coachen brengt talenten dichter bij de top Bij talentontwikkeling gaat het om kwaliteiten en mogelijkheden van jonge sporters, zoals in het vorige hoofdstuk is beschreven. Maar

Nadere informatie

Sporthalsessie Almere Pioneers dd. 22-09-2015

Sporthalsessie Almere Pioneers dd. 22-09-2015 Sporthalsessie Almere Pioneers dd. 22-09-2015 1. Stellingen 1. Alle selectieteams van Almere Pioneers moeten op het hoogste landelijke niveau spelen Almere is één van de grootste gemeentes in NL Daarbij

Nadere informatie

Heeft uw kind genoeg inzet en talent om een Rugby Topsporter te zijn? Landelijk Overleg Opleiding Talent bestaat 20 jaar, 28 LOOT-scholen in Nederland

Heeft uw kind genoeg inzet en talent om een Rugby Topsporter te zijn? Landelijk Overleg Opleiding Talent bestaat 20 jaar, 28 LOOT-scholen in Nederland Heeft uw kind genoeg inzet en talent om een Rugby Topsporter te zijn? Landelijk Overleg Opleiding Talent bestaat 20 jaar, 28 LOOT-scholen in Nederland September 2012 komt de Rugby Academy MiddenOost voor

Nadere informatie

Het gaf mij veel energie om een eigen evenement te organiseren.

Het gaf mij veel energie om een eigen evenement te organiseren. Het Cruyff Foundation Community Program De Johan Cruyff Foundation wil jongeren langdurig binden aan het Cruyff Court en de wijk. Wij willen jongeren meer zelfvertrouwen geven, kansen bieden om hun talent

Nadere informatie

Damesvoetbal Inhoudsopgave

Damesvoetbal Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Visie... 4 Organisatie... 5 Spelregels... 6 2 Voorwoord Sinds het seizoen 2015-2016 is er bij NSVV gestart met damesvoetbal. Bij een middelgrote voetbalvereniging met nog steeds

Nadere informatie

Jeugdbeleidsplan Hockeyclub Amstelveen

Jeugdbeleidsplan Hockeyclub Amstelveen Jeugdbeleidsplan Hockeyclub Amstelveen 2015-2018 14 maart 2015 1 Inleiding Voor u ligt het Jeugdbeleidsplan van MHC Amstelveen. Dit plan is gemaakt door de Technische Commissie (TC) in samenspraak met

Nadere informatie

JAARPLAN 2016 EEN ZICHTBAAR FUNDAMENT

JAARPLAN 2016 EEN ZICHTBAAR FUNDAMENT Agendapunt 8 JAARPLAN 2016 EEN ZICHTBAAR FUNDAMENT Implementatie meerjarenbeleidsplan 2014-2016 Bouwen aan de toekomst van onze sport Vizier op de toekomst, focus op het fundament Augustus 2015 Agendapunt

Nadere informatie

Projectplan Topsport Talentherkenning (RTC / RTC TOP)

Projectplan Topsport Talentherkenning (RTC / RTC TOP) Projectplan Topsport Talentherkenning (RTC / RTC TOP) Datum: 31 januari 2017 Projectleider: Titus Damsma Kostenplaats: TH 3152, 3159 t/m 3163 Korte projectbeschrijving: Het beleid Onder 13 is internationaal

Nadere informatie

Ambitieplan Spaarnestad Inleiding

Ambitieplan Spaarnestad Inleiding Ambitieplan Spaarnestad 2015-2020 1. Inleiding Dit ambitieplan is geschreven om een koers aan te brengen in de ontwikkeling van het Haarlems volleybal en toe te treden tot het talent ontwikkeling programma

Nadere informatie

Organisatie Jeugdbestuur en Jeugdcommissies B.N.M.H.C. Zwart-Wit

Organisatie Jeugdbestuur en Jeugdcommissies B.N.M.H.C. Zwart-Wit Overzicht Jeugdbestuur en Commissies Het Jeugdbestuur bestaat uit 3 personen; voorzitter, de vertegenwoordiger namens de Jeugdcommissie en de vertegenwoordiger namens de Commissie Jongste Jeugd (= voorzitter

Nadere informatie

Overzicht Sponsormogelijkheden

Overzicht Sponsormogelijkheden Utrechtse Studenten Rugby Society o.d.z. Old Ruggers Never Try Opgericht 7 november 1967 Koninklijk goedgekeurd 29 juli 1972 Overzicht Sponsormogelijkheden De Utrechtse Studenten Rugby Society De Society

Nadere informatie

Algemeen Beleidsplan BC Iduna 2015-2019. Versie 12 maart 2015

Algemeen Beleidsplan BC Iduna 2015-2019. Versie 12 maart 2015 Algemeen Beleidsplan BC Iduna 2015-2019 Versie 12 maart 2015 1 Algemeen Beleidsplan BC Iduna 2015-2019 1. Financieel gezond en betaalbaar 2. Gezelligheid 3. Sportieve ambitie 4. Voldoende zaalcapaciteit

Nadere informatie

Goodpractice 2: De trainer, een onmisbare schakel

Goodpractice 2: De trainer, een onmisbare schakel Goodpractice 2: De trainer, een onmisbare schakel Ambities en uitdagingen voor sporter, trainer, begeleiding, ouders, overheid, ondernemer, sponsor en vrijwilliger. Westa 2020 Een leven lang in beweging

Nadere informatie

Technisch Beleidsplan ST Beilen/Fit Boys 2018

Technisch Beleidsplan ST Beilen/Fit Boys 2018 Technisch Beleidsplan ST Beilen/Fit Boys 2018 1 Inhoud Voorwoord 1. ST Beilen/FitBoys 3 2. Technische Commissie 4 3. Visie 5 4. Het indelingsbeleid 7 4.1 ST. Dames 4.2 ST Meisjes 4.3 Selectiecriteria en

Nadere informatie

Bijlage 4 Inventarisatie van door jeugdbestuur uit te werken punten (hoofdstuk 5)

Bijlage 4 Inventarisatie van door jeugdbestuur uit te werken punten (hoofdstuk 5) De Commissie heeft vanuit de moederverenigingen op het gebied van de organisatie rondom voetbal de nodige informatie verzameld. Daarnaast heeft de Commissie intern op basis van discussie een aantal inzichten

Nadere informatie

Meerjarenbeleidsplan VV Dongen op weg naar 100 jaar

Meerjarenbeleidsplan VV Dongen op weg naar 100 jaar Meerjarenbeleidsplan 2014-2023 VV Dongen op weg naar 100 jaar Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. Inleiding Beschrijving van de vereniging 2.1 Historie 2.2 Organisatiestructuur 2.3 Vereniging

Nadere informatie

vrienden van Anne van Dam

vrienden van Anne van Dam www.annevandam.com Anne van dam Van zwembad naar golfbaan is 19 jaar en woont haar hele leven al in Arnhem. Vanaf jongs af aan is ze sportief en heeft ze talent voor vrijwel alle sporten. Op een vakantie

Nadere informatie

Beleidsplan senioren. r.k.v.v. H.S.C. 28

Beleidsplan senioren. r.k.v.v. H.S.C. 28 Beleidsplan senioren r.k.v.v. H.S.C. 28 September 2009 Technisch beleidsplan r.k.v.v. H.S.C. 28 Pagina 1 Technisch beleid senioren INLEIDING De afgelopen jaren is verschillende keren een discussie gevoerd

Nadere informatie

STRATEGISCH BELEIDSPLAN. UDI 19 Beter Bed Seizoenen 2009 / 2014

STRATEGISCH BELEIDSPLAN. UDI 19 Beter Bed Seizoenen 2009 / 2014 Opgesteld: Versie nr. 12 STRATEGISCH BELEIDSPLAN UDI 19 Beter Bed Seizoenen 2009 / 2014 STRATEGISCH PLAN UDI 19 Beter Bed INHOUDSOPGAVE: - INLEIDING - MISSIE - VISIE - DOELSTELLINGEN - TIJDSPAD / ACTIES

Nadere informatie

Technische coördinator Senioren. Commercieel. Klankbord. Sponsor Commissie. Spelersraad Commissie. Leider & grensrechter.

Technische coördinator Senioren. Commercieel. Klankbord. Sponsor Commissie. Spelersraad Commissie. Leider & grensrechter. Bestuur VV SWEEL Voorzitter Wedstrijd Secretariaat Secretaris Financiën Faciliteiten Beheerder Commercieel Technische coördinator Senioren Voetbalzaken Jeugd Technisch coördinator Jeugd Missie Visie Wedstrijd

Nadere informatie

WKV Reflex Vrijwilligersbeleid v

WKV Reflex Vrijwilligersbeleid v WKV Reflex Vrijwilligersbeleid v2016 0.4 1.1 Aanleiding Binnen onze vereniging worden diverse activiteiten verricht. Uiteraard zijn dit hoofdzakelijk korfbalactiviteiten, maar daarnaast maken we ook graag

Nadere informatie

Visie TZ&PC Proteus TWELLOSE WATERKRACHT ZWEMPLEZIER EN -PRESTATIES VOOR IEDEREEN

Visie TZ&PC Proteus TWELLOSE WATERKRACHT ZWEMPLEZIER EN -PRESTATIES VOOR IEDEREEN Visie TZ&PC Proteus 2015-2020 TWELLOSE WATERKRACHT ZWEMPLEZIER EN -PRESTATIES VOOR IEDEREEN TZ&PC PROTEUS De Twellose Zwem & Poloclub Proteus (TZ&PC Proteus) is een zwemsportvereniging in het Gelderse

Nadere informatie

Missie en Visie VV Moordrecht Met elkaar & Voor elkaar

Missie en Visie VV Moordrecht Met elkaar & Voor elkaar Missie en Visie VV Moordrecht 2017 2021 Met elkaar & Voor elkaar Onze missie Waar we voor gaan een dorpse vereniging laagdrempelig aanbieden van de voetbalsport een ontmoetingsplaats waar prestatie en

Nadere informatie

Informatie opzet opleiding E8-1/2/3 en D1/2, seizoen

Informatie opzet opleiding E8-1/2/3 en D1/2, seizoen Informatie opzet opleiding E8-1/2/3 en D1/2, seizoen 2019-2020 1. Inleiding De KNHB heeft enige tijd geleden haar Strategische visie 2020 opgesteld. In deze visie zijn 4 thema s benoemd om de toekomstige

Nadere informatie

beleidsplan vv Musketiers (juli 2015)

beleidsplan vv Musketiers (juli 2015) Elst, juli 2015 Voorwoord De voetbal vereniging Musketiers is opgericht in januari 1952. Wij mogen ons gelukkig prijzen met een goede ledenaanwas en zijn een financieel gezonde vereniging. Zoals bij veel

Nadere informatie

Jaarplan 2015 NWWB. "WIJ" zijn de BOND en een ieder draagt daar aan bij... U toch ook!!!!

Jaarplan 2015 NWWB. WIJ zijn de BOND en een ieder draagt daar aan bij... U toch ook!!!! Jaarplan 2015 NWWB Voorwoord Na het signaleren op de extra algemene ledenvergadering van 9 september j.l., bied ik u, vanuit een min of meer" tegendraadse" houding, namens het interim bestuur van de NWWB

Nadere informatie

Jong Volwassenen. Een behoud voor de hockeysport. De samenvatting

Jong Volwassenen. Een behoud voor de hockeysport. De samenvatting Jong Volwassenen Een behoud voor de hockeysport De samenvatting Sophie Benus Universiteit Utrecht Faculteit : Bestuurs- en Organisatiewetenschappen Utrecht, 2008 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze

Nadere informatie

Dan even mijn sport achtergrond. Ik heb als kind lang gehockeyd en getennist. Toen ik in Leiden kwam studeren ben ik bij Roomburg weer gaan hockeyen.

Dan even mijn sport achtergrond. Ik heb als kind lang gehockeyd en getennist. Toen ik in Leiden kwam studeren ben ik bij Roomburg weer gaan hockeyen. Dan even mijn sport achtergrond. Ik heb als kind lang gehockeyd en getennist. Toen ik in Leiden kwam studeren ben ik bij Roomburg weer gaan hockeyen. Daar heb ik ook mijn scheidsrechterskaartgehaald en

Nadere informatie

Voorbeelden; Structuur

Voorbeelden; Structuur A.3 Structuur A.3.1 Totale bond A.3.2 Onderdeel talentontwikkeling A.3.3 Geografische spreiding A.3.4 (de)centralisatie (TBV s) In het onderdeel structuur dient te worden aangetoond dat de organisatiestructuur

Nadere informatie

Periode 1 januari 2015 t/m 31 december JEUGDBESTUUR sv ENTER 29 januari Binden en Groeien deel 2 Jeugdbestuur sv Enter 1

Periode 1 januari 2015 t/m 31 december JEUGDBESTUUR sv ENTER 29 januari Binden en Groeien deel 2 Jeugdbestuur sv Enter 1 Periode 1 januari 2015 t/m 31 december 2016 JEUGDBESTUUR sv ENTER 29 januari 2015 Binden en Groeien deel 2 Jeugdbestuur sv Enter 1 Inleiding In november 2011 is, na jaren afwezigheid, een nieuw Jeugdbestuur

Nadere informatie

ARBITRAGE BELEIDSPLAN

ARBITRAGE BELEIDSPLAN ARBITRAGE BELEIDSPLAN C.K.V. Tweemaal Zes 2017-2021 Inhoudsopgave 1. INLEIDING 3 1.1. HUIDIGE BEZETTING ARBITRAGE TZ 3 1.2. SANCTIES VAN KNKV 4 1.3. OVERWEGINGEN BIJ BELEID 4 1.4. HOOFDLIJNEN ARBITRAGEBELEID

Nadere informatie

Ambitie document GKV Enomics

Ambitie document GKV Enomics Ambitie document GKV Enomics 2017-2021 Beleid ontwikkelen is dromen die je hebt vertalen naar concrete doelen. die je stelt zijn die zaken die nog in de toekomst liggen. Het zijn de punten op de horizon

Nadere informatie

Jaarplan Bestuur Groningen Atletiek 2017

Jaarplan Bestuur Groningen Atletiek 2017 Jaarplan Bestuur Groningen Atletiek 2017 Inhoudsopgave Inleiding 2 Blz. 1. Verstevigen vereniging structuur 3 2. Werken aan de visie en missie 3. Versterken vereniging- ledengroei 4. Verbeteren kwaliteit

Nadere informatie

Strategisch Plan 2014-2017

Strategisch Plan 2014-2017 Strategisch Plan 2014-2017 Dress for Succes Leiden Inclusief jaarplan 2015 Inhoudsopgave Inleiding 1 1. Missie, ambitie en waarden 2 2. SWOT 3 3. Strategische koers 4 Inleiding Voor u ligt het strategisch

Nadere informatie

Een Fantastische Teamsport voor de Jeugd

Een Fantastische Teamsport voor de Jeugd Een Fantastische Teamsport voor de Jeugd Als jij voetbal ook geweldig vindt, dan kun je al vanaf 4 jaar bij onze mini-f spelen en dat is gratis. De contributie voor de hele jeugd is door sponsoring zo

Nadere informatie

Rugby Nederland is verantwoordelijk voor het plannen van de data. Het maken van het programma en het verspreiden van het programma.

Rugby Nederland is verantwoordelijk voor het plannen van de data. Het maken van het programma en het verspreiden van het programma. Draaiboek RDD Oost Voorwoord RDD staat voor Rugby Development Days wat simpel vertaald Rugby Ontwikkelings Dagen betekent. In het district Oost organiseert Rugby Academy Oost in opdracht van Rugby Nederland

Nadere informatie

Iban: NL73RABO te Rijswijk ZH

Iban: NL73RABO te Rijswijk ZH Jaarplan 2016 van de Nederlandse Minigolf Bond In het meerjarenbeleidplan van 2012 tot 2016 waardig aan de slag staan de hoofddoelstellingen die in deze periode gehaald dienen te worden. Elk jaar zal er

Nadere informatie

Geachte lezer, Namens het Bestuur van IFMSA-NL, Hoogachtend, Roel van de Geer

Geachte lezer, Namens het Bestuur van IFMSA-NL, Hoogachtend, Roel van de Geer Geachte lezer, Voor u ligt het beleidsplan van de International Federation of Medical Students Associations The Netherlands (IFMSA-NL) voor het beleidsjaar 2013-2014. Hierin zijn de speerpunten voor het

Nadere informatie

DE NTB VOOR ORGANISATIES VAN EVENEMENTEN

DE NTB VOOR ORGANISATIES VAN EVENEMENTEN DE NTB VOOR ORGANISATIES VAN EVENEMENTEN WAT BIEDT DE NEDERLANDSE TRIATHLON BOND (NTB) AANGESLOTEN ORGANISATIES (VERENIGINGEN OF STICHTINGEN) DIE NU OF IN DE TOEKOMST EEN COMBIDUURSPORT-EVENEMENT (WILLEN)

Nadere informatie

Werkstuk LO Rugby 6,1. Werkstuk door een scholier 1252 woorden 12 mei keer beoordeeld. Inhoudsopgave

Werkstuk LO Rugby 6,1. Werkstuk door een scholier 1252 woorden 12 mei keer beoordeeld. Inhoudsopgave Werkstuk LO Rugby Werkstuk door een scholier 1252 woorden 12 mei 2004 6,1 199 keer beoordeeld Vak LO Inhoudsopgave 1. Waarom we dit onderwerp hebben gekozen. 2. Het ontstaan van rugby, en de spelregels

Nadere informatie

Clusterbijeenkomst <cluster> September 2016

Clusterbijeenkomst <cluster> September 2016 Clusterbijeenkomst September 2016 Programma Beleidsplan 2017+ Vitale verenigingen Ledengroei Top honkbal / softbal Financiën Marketing en communicatie Verenigingsonderwerpen Rondvraag Vitale

Nadere informatie

WEDSTRIJD FUNCTIONARISSEN BADMINTON

WEDSTRIJD FUNCTIONARISSEN BADMINTON WEDSTRIJD FUNCTIONARISSEN BADMINTON We kunnen niet zonder Goede arbitrage draagt in iedere sport bij aan het plezier van zowel de beoefenaars als toeschouwers en ook aan het imago van die sport. Om de

Nadere informatie

De NBF is er voor alle bowlers. Jaarplan 2020

De NBF is er voor alle bowlers. Jaarplan 2020 De NBF is er voor alle bowlers Jaarplan 2020 Jaarplan 2020 2 De ambities die we als bestuur en bureaumedewerkers in 2018 met elkaar beschreven hebben en die terugkomen in het jaarverslag 2018 en in dit

Nadere informatie

Sporting Almere. Koers op kwaliteit. Algemeen beleidsplan

Sporting Almere. Koers op kwaliteit. Algemeen beleidsplan Sporting Almere Koers op kwaliteit Algemeen beleidsplan 2014-2019 Inhoud Koers op kwaliteit, missie en visie 3 Speerpunten 4 Professionaliteit 5 Voetbal 6 Vrijwilligers 7 Boeien en binden 8 Samenwerken

Nadere informatie

DVO op weg naar de top

DVO op weg naar de top DVO op weg naar de top Ambitiedocument 2013-2016 Waarom dit plan? DVO heeft zich in de afgelopen drie jaren geleidelijk weten te ontwikkelen tot een stabiele korfballeague vereniging. Hoe mooi korfbal

Nadere informatie

2. Brede basis Om het bovengenoemd aantal op te vangen zal er een brede basis moet zijn aan trainers.

2. Brede basis Om het bovengenoemd aantal op te vangen zal er een brede basis moet zijn aan trainers. Doel van deze avond Eerste aanzet tot het opzetten van een 10 jaren plan Basisidee Visie wat over 10 jaar 1. Jeugd is de toekomst Het doel is om in elke leeftijdgroep 2 teams te hebben zodat je ieder niveau

Nadere informatie

Hockeyclub Nuenen selectiebeleid junioren D t/m A-jeugd

Hockeyclub Nuenen selectiebeleid junioren D t/m A-jeugd Hockeyclub Nuenen selectiebeleid junioren D t/m A-jeugd 1. Inleiding Het bestuur van de Hockeyclub Nuenen heeft haar beleid samengevat in Het Nuenen Concept. Een beschrijving van Het Nuenen Concept is

Nadere informatie

Beleidsplan 2013-2014

Beleidsplan 2013-2014 Beleidsplan 2013-2014 Geachte lezer, Voor u ligt het beleidsplan van International Federation of Medical Students Associations The Netherlands (IFMSA-NL) voor het beleidsjaar 2013-2014. Hierin zijn de

Nadere informatie

KPI 2. Ledenuitstroom. 2016: -20,5% Realisatie -20,1% 2017: -19,0% Realisatie -19% 2018: -17,5% 2019: -17,0% 2020: -16,5%

KPI 2. Ledenuitstroom. 2016: -20,5% Realisatie -20,1% 2017: -19,0% Realisatie -19% 2018: -17,5% 2019: -17,0% 2020: -16,5% Hoofddoelen BNL 2016+ Doel 1: Verhogen van de tevredenheid van de aangesloten lid verenigingen; Doel 2: Verminderen van uitstroom van leden; Doel 3: Nieuwe leden aantrekken; 1 KPI 1 Tevredenheid Vereniging

Nadere informatie

Beleidsplan v1.0. november 2015 - oktober 2019

Beleidsplan v1.0. november 2015 - oktober 2019 Beleidsplan v1.0 november 2015 - oktober 2019 1 Aanleiding Oude beleidsplan liep tot halverwege 2015 Bestuur heeft behoefte aan nieuw beleidsplan Vervolg op sportief coachen traject Ambitie van bestuur

Nadere informatie

Ouderavond JO-15 en MO15 12 juni 2019

Ouderavond JO-15 en MO15 12 juni 2019 Ouderavond JO-15 en MO15 12 juni 2019 Agenda Welkom Communicatielijnen Speler Volg systeem/ indelingsbeleid Plannen voetbaltechnisch vlak Ouders Meiden Algemeen Vrijwilligerswerk en eigen bijdrage Sponsoring

Nadere informatie

Jeugd beleidsplan. Tafeltennisvereniging. datum

Jeugd beleidsplan. Tafeltennisvereniging. datum Jeugd beleidsplan Tafeltennisvereniging datum Inhoudsopgave 1. Inleiding blz. 3 2. Missie jeugdcommissie blz. 4 3. Plaats van de jeugdcommissie binnen de club blz. 5 4. Taken jeugdcommissie blz. 6 5. Samenstelling

Nadere informatie

Mihailo Sain weer in actie bij het WOC Alphen aan den Rijn

Mihailo Sain weer in actie bij het WOC Alphen aan den Rijn Nieuwsbrief -3- Januari 2011 Inhoudsopgave: Onderzoek sport en ontwikkeling voor kinderen Even voorstellen Wedstrijdverslag M

Nadere informatie

Beleid Talentontwikkeling 2012-2020

Beleid Talentontwikkeling 2012-2020 Beleid Talentontwikkeling 2012-2020 Datum: Thursday 15 December 2011 Auteur: Boudewijn van Opstal en Jeroen Spaans Inhoudsopgave Aanleiding 1. Ambitie KNRB en doel talentontwikkeling 2. Begrippen 3. Visie

Nadere informatie

Wat kunnen de programma's 'Sport, Bewegen in de Buurt' en 'Veilig Sportklimaat' voor uw vereniging betekenen? Peet Mercus en Jan Minkhorst, NOC*NSF

Wat kunnen de programma's 'Sport, Bewegen in de Buurt' en 'Veilig Sportklimaat' voor uw vereniging betekenen? Peet Mercus en Jan Minkhorst, NOC*NSF Wat kunnen de programma's 'Sport, Bewegen in de Buurt' en 'Veilig Sportklimaat' voor uw vereniging betekenen? Peet Mercus en Jan Minkhorst, NOC*NSF NOC*NSF Nederlandse Olympisch team Topsport en talentontwikkeling

Nadere informatie

Draaiboek RDD Oost V1.6

Draaiboek RDD Oost V1.6 Draaiboek RDD Oost V1.6 Voorwoord RDD staat voor Rugby Development Days wat simpel vertaald Rugby Ontwikkelings Dagen betekent. In het district Oost organiseert Rugby Academy Oost in opdracht van Rugby

Nadere informatie

HAND LEIDING Hoe gebruik je deze verenigingsbox?

HAND LEIDING Hoe gebruik je deze verenigingsbox? HAND LEIDING Hoe gebruik je deze verenigingsbox? WAAROM EEN VERENIGINGS BOX? 30% van de Nederlandse bevolking is lid van een sportvereniging (waarvan 70% in de leeftijdscategorie van 6-17 jaar valt). Dat

Nadere informatie