HET KLASSIEKE BEELD VAN NATUUR VERSUS MILIEU

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HET KLASSIEKE BEELD VAN NATUUR VERSUS MILIEU"

Transcriptie

1 HET KLASSIEKE BEELD VAN NATUUR VERSUS MILIEU Boven en onder: 2 didactische prenten van die duidelijk de klassieke tegenstelling tussen natuur en milieu weergeven. Natuur wordt afgebeeld als mooi en lieflijk. Milieu wordt afgebeeld als allerlei vormen van vervuiling CVN - Centrum Voor Natuur- en milieueducatie Cursus Natuur-In-Zicht Hoofdstuk Alles hangt samen

2 4. ALLES HANGT SAMEN Doelstelling : in dit cursusonderdeel ontdekken we hoe alles samenhangt in de natuur. Daarbij gaan we na op welke manier de mens invloed uitoefent op de natuur, want natuur zonder de mens is bij ons en eigenlijk over de gehele wereld al lang niet meer denkbaar. Concreet maken we kennis met enkele basisbegrippen uit de ecologie. 4.1 NATUUR EN MILIEU Natuur Met natuur wordt vaak aangeduid datgene wat op aarde bestaat zonder dat het door de mens gewijzigd werd. Soorten zijn spontaan ontstaan en behoren dus tot de natuur: de Merel, de paardenbloem, de Vliegenzwam... Huisdieren en kamerplanten zijn in die opvatting niet louter natuur: het oorspronkelijk erfelijk materiaal werd door kruising en/of selectie door de mens gewijzigd. Zo werden uit de sedert lang uitgestorven Oeros alle tamme runderrassen gefokt. Dergelijke dieren en planten zijn dus deels natuur, deels mensenwerk. Sedert kort kan de mens ook puzzelen met het erfelijk materiaal van organismen. Het resultaat daarvan is eveneens een samengaan van natuur en mensenwerk. Maar ook onrechtstreeks oefent de mens invloed uit op organismen, b.v. op het gedrag van dieren. Zo was de Merel in de negentiende eeuw nog een schuwe bosvogel. Op een bepaald moment ontdekten een aantal merels de voordelen van het leven in de stad. De mens gaat immers uiterst kwistig met voedsel om. Nu leeft een groot gedeelte van alle merels in de nabijheid van de mens. Deze stadsmerels hebben nog nauwelijks contact met hun soortgenoten die het bos trouw gebleven zijn. biotoop: p. 59 landschap: p. 49 slikken en schorren: p. 59 bossen: p. 61 houtkanten en veedrinkpoelen: p. 73 Nog duidelijker wordt de invloed van de mens, als we op het niveau van biotoop en landschap kijken. Biotopen zijn de leefgebieden van planten en dieren. Een of meer biotopen vormen een landschap. Hier en daar is nog een biotoop te vinden dat niet of nauwelijks door de mens is beïnvloed. Voorbeelden zijn de slikken en schorren aan de kust, en enkele oude loofbossen. De meeste biotopen en alle landschappen zijn door de mens veranderd. Zo worden de meeste bossen voor houtproductie beheerd. Ze wijken af van de bossen die hier van nature zouden groeien. De mens heeft zelfs totaal nieuwe landschappen doen ontstaan. Sommige daarvan zijn alweer bijna verdwenen, zoals de heide of het oude cultuurlandschap met graanakkertjes, houtkanten en veedrinkpoelen. Andere breiden steeds verder uit, zoals het ruilverkavelingslandschap en het (rand)stedelijke landschap. Aan het begin van dit stukje gingen we uit van de stelling dat de mens niet tot de natuur behoort. Als dit zo is, betekent dit dat er onder invloed van de mens steeds minder natuur overblijft. Misschien komt er wel een dag dat alles door de mens omgevormd of beïnvloed is, en er dus geen natuur meer overblijft! Vraag is evenwel of deze stelling juist is. Dat de mens zijn wortels in de natuur heeft, wordt, sinds Darwin de evolutietheorie formuleerde, CVN - Centrum Voor Natuur- en milieueducatie Cursus Natuur-In-Zicht Hoofdstuk Alles hangt samen - 81

3 EVOLUTIE LEIDT TOT DIFFERENTIATIE EN SPECIALISATIE OF Elke soort neemt een unieke plaats in in het ecosysteem. Met andere woorden, ze is anders dan alle andere soorten. Op die manier ontsnapt ze aan de concurrentie van andere soorten. Dit is het resultaat van evolutie, niet van bewuste keuzen. Ook bij mensen zien we dat concurrentie tot specialisatie en dus differentiatie leidt. Hier spelen uiteraard wel bewuste keuzen mee. In het bovenstaande voorbeeld wordt een bakker geconfronteerd met de nabije vestiging van een concurrent. Ofwel gaan ze effectief de concurrentie aan, wat wellicht zal leiden tot het verdwijnen van een van beide bakkers. Ofwel gaat elke bakker zich specialiseren, b.v. de ene als pasteibakker, terwijl de andere dagvers brood ronddraagt. Op die manier kunnen ze beide blijven bestaan CVN - Centrum Voor Natuur- en milieueducatie Cursus Natuur-In-Zicht Hoofdstuk Alles hangt samen

4 door de meeste mensen nu wel aanvaard. Dat de mens een zekere invloed op zijn omgeving uitoefent, is allerminst uniek in de natuur. Elke soort doet dit, op haar eigen manier. Een boom werpt schaduw af, waardoor een aantal lichtminnende planten moeten wijken. Een vogel verzamelt nestmateriaal, een grazend dier houdt de plantengroei kort, enz. Een verschil is wel dat de beïnvloeding van zijn omgeving door de mens een heel hoge vlucht heeft genomen. Als geen ander levend wezen is de mens in staat zijn omgeving te veranderen. Bovendien staat omgeving hier inmiddels voor nagenoeg de gehele aarde. De moderne mens is theoretisch zelfs in staat om met kernwapens het leven op aarde grotendeels te verwoesten. Maar de geschiedenis toont aan dat de mens ook heel wat positieve invloed op de natuur heeft uitgeoefend. In de door onze voorouders gecreëerde landschappen vonden heel wat planten- en diersoorten een plek om te overleven. De meeste van onze natuurreservaten zijn overblijfselen van het oude cultuurlandschap. Ze worden beheerd... door de mens. Kortom, de werkelijkheid van alledag toont aan dat mens en natuur nauw met elkaar verbonden zijn. In feite heeft het niet zoveel belang te weten of iets puur natuur dan wel geheel of gedeeltelijk mensenwerk is. Het gaat erom hoeveel soorten samen met de mens op deze planeet kunnen voortbestaan. Dit is nu grotendeels de verantwoordelijkheid van de mens geworden. Op dit aspect van biodiversiteit wordt in hoofdstuk 5 ingegaan. Milieu Het milieu is de leefomgeving die de bestaansvoorwaarden voor een organisme omvat. Het milieu zal dus voor elke soort anders zijn. Een regenworm, een goudvis, een snoek, een stadsduif, een torenvalk,.. al deze soorten hebben hun eigen milieu. Ook de mens heeft een milieu. Het bestaat uit elementen die rechtstreeks tot de natuur behoren en uit elementen die hij zelf uit die natuur heeft gecreëerd en eraan toegevoegd. Hiervoor wezen we al op de grote invloed die de mens op de natuur uitoefent. Tegelijkertijd verandert de mens ook zijn milieu. In de loop van zijn geschiedenis heeft de mens terecht naar steeds meer leefcomfort gestreefd. Maar voor dit comfort wordt een hoge prijs betaald. Soorten die misschien erg nuttig konden zijn voor de mens sterven uit, landschappen verdwijnen door ze in cultuur te brengen (en nadien misschien door erosie), grondstoffen raken uitgeput, allerlei giftige stoffen komen in de natuur terecht. De mens tast met andere woorden zijn eigen bestaansvoorwaarden aan. Een duurzaam milieubeheer is nodig opdat de aarde voor de huidige en toekomstige generaties leefbaar blijft. Moderne betekenissen van natuur en milieu In de bovenstaande tekst werden natuur en milieu in hun oorspronkelijke betekenissen gebruikt. In die zin gaat het om neutrale begrippen. Tegenwoordig wordt natuur eerder in positieve zin, en milieu in negatieve zin gebruikt. Natuur staat dan voor al het mooie dat, ondanks de mens, nog is overgebleven. Milieu staat daarentegen voor al wat fout loopt in onze leefomgeving, het begrip is synoniem geworden voor milieuproblemen. CVN - Centrum Voor Natuur- en milieueducatie Cursus Natuur-In-Zicht Hoofdstuk Alles hangt samen - 83

5 ENKELE VORMEN VAN SAMENLEVING OF SYMBIOSE parasitisme De parasiet leeft van de gastheer zonder deze (rechtstreeks) te doden. Een parasiet is doorgaans kleiner dan de gastheer. steekmug lintworm mutualisme Beide organismen hebben elkaar nodig om te kunnen overleven. darmflora predatie De predator doodt zijn prooi. De predator is doorgaans groter dan zijn prooi. wortelknolletjesbacterieën kat met muis Een waterschorpioen zuigt een kikkervisje leeg. Let op: Predatie is niet goed voor de predator en slecht voor de prooi! Enkel zieke, zwakke of jonge prooien kunnen worden gevangen. Dit kan bovendien alleen maar door gezonde predatoren. Zo houden predator en prooi elkaar in de beste conditie, in een relatie die lijkt op een eindeloze aflevering van Tom en Jerry. Ook parasieten vervullen een dergelijke regulerende rol in de natuur CVN - Centrum Voor Natuur- en milieueducatie Cursus Natuur-In-Zicht Hoofdstuk Alles hangt samen

6 Deze begripsverschuiving is begrijpelijk, maar niet correct. Zo is lang niet alles wat tot de natuur behoort voor ons positief. Denken we maar aan de negatieve aspecten van ons eigen natuur-zijn, zoals ziekte en dood. Anderzijds is milieu in oorsprong een heel positief begrip, want het gaat om niets minder dan om de voorwaarden voor ons eigen (voort)bestaan. 4.2 WAT IS ECOLOGIE? Oorspronkelijke wetenschappelijke definitie Het woord ecologie ontstond in het midden van vorige eeuw. Het is gebaseerd op het Griekse οικoς, wat huis betekent. Van Dale omschrijft het begrip als de leer van de betrekkingen tussen dieren en planten en hun omgeving of tussen dieren en planten onderling. dieren: p. 25 planten: p. 3 bestuiving: p. 139 zaadverspreiding: p. 147 bodem en klimaat: p. 87 Dieren en planten leven in nauw verband. Alle dieren zijn voor hun voedsel rechtstreeks (planteneters) of onrechtstreeks (vleeseters) van planten afhankelijk. Planten bieden vele dieren nest- of woongelegenheid. Anderzijds zijn veel planten op dieren aangewezen voor hun voortplanting (bestuiving en/of zaadverspreiding). Er zijn zelfs planten- soorten die zich gedeeltelijk met dieren voeden. Ook tussen levende wezens en hun niet-levende omgeving bestaat een nauwe samenhang. Een plant kan slechts leven op een bepaalde bodem, in een bepaald klimaat. De niet-levende omgeving wordt op haar beurt beïnvloed door levende wezens. Regenwormen maken de bodem losser van structuur. In het bos heerst een milder klimaat dan erbuiten. Een ven waar zich een kolonie Kokmeeuw vestigt, wordt voedselrijker door de mest van de vogels. Er is dus steeds een wisselwerking tussen levende wezens onderling en tussen levende wezens en hun niet-levende omgeving. Ecologie is de wetenschap die deze wisselwerking bestudeert. Moderne maatschappelijke betekenis van ecologie kringlopen: p. 91 Net zomin als de begrippen natuur en milieu is het begrip ecologie ontsnapt aan een betekenisverschuiving. Met de zorg voor een beter leefmilieu ontstond ook buiten de ecologische wetenschap belangstelling voor ecologie. Veel milieuproblemen zijn immers terug te voeren op het feit dat de mens de samenhang in de natuur onvoldoende respecteert. Als soorten verdwijnen, kunnen andere soorten daarvan op hun beurt de gevolgen ondervinden. Het inbrengen van vreemde stoffen in de natuur verstoort de natuurlijke stoffenkringlopen, enzovoort. Ecologie werd daarom mettertijd synoniem van milieuvriendelijk. Zo ontstonden ecologische politieke partijen, ecologische waspoeders en zelfs ecologische auto s. Met de oorspronkelijke, wetenschappelijk nog steeds geldige, term ecologie hebben deze moderne begrippen niet veel meer te maken. Toch begrijpt iedereen wel enigszins wat ermee bedoeld wordt. CVN - Centrum Voor Natuur- en milieueducatie Cursus Natuur-In-Zicht Hoofdstuk Alles hangt samen - 85

7 NIET-LEVENDE ELEMENTEN: DE WATERRKINGLOOP BLADGROENVERRICHTING/ FOTOSYNTHESE zonlicht zuurstof koolstofdioxide glucose via bastvaten naar alle delen van de plant water 86 - CVN - Centrum Voor Natuur- en milieueducatie Cursus Natuur-In-Zicht Hoofdstuk Alles hangt samen

8 4.3 BIOTOOP EN ECOSYSTEEM biotoop: p. 59 Een biotoop is een afgelijnd gebied, zoals een vijver, een bos, een heide, maar ook b.v. een oude eik. Het vertoont een aantal kenmerken op het vlak van de niet-levende natuur: licht, temperatuur, vochtigheid, wind, bodem... In een biotoop leven een aantal planten- en diersoorten in een natuurlijke samenhang. Deze dieren en planten zijn in de loop van miljoenen jaren door evolutie zodanig aangepast geraakt dat ze in die biotoop optimaal kunnen functioneren. Het geheel van planten en dieren en de niet-levende elementen in een biotoop heet ecosysteem. Elke soort heeft door haar bouw, wijze van voedselvoorziening en woon- of groeiplaats een welbepaalde functie in het ecosysteem. Elke soort is in min of meerdere mate afhankelijk van de andere soorten die er voorkomen. Bovendien bestaan er relaties tussen soortgenoten. 4.4 WELKE ELEMENTEN BEPALEN ONZE LEEFOMGEVING? Niet-levende elementen Deze elementen worden ook abiotische elementen genoemd. Het gaat om klimaat en bodem. rivieren: p. 65 Het klimaat wordt gevormd door neerslag, wind en temperatuur. Onze streken kennen een gematigd zeeklimaat. (Vrij) warme zomers met hoge luchtvochtigheid wisselen af met (vrij) koude winters met lage luchtvochtigheid. Deze periodieke opeenvolging van seizoenen beïnvloedt alle planten en dieren die hier voorkomen. Ze zijn eraan aangepast. Meestal gaat het om aanpassingen om de ongunstige winter door te komen. Het klimaat beïnvloedt daarenboven zeer sterk het reliëf en de bodem. Rechtstreeks b.v. door de werking van rivieren, onrechtstreeks door plantengroei mogelijk te maken die de bodemvorming gaat beïnvloeden (b.v. een bosbodem). De bodem is de oppervlakkige grondlaag waarin de planten wortelen. Hij bevat mineralen, zoals nitraat, fosfaat, kalk. De ligging van de bodem en zijn structuur bepalen zijn vochtigheidsgraad. Mineralen zijn bouwstenen voor de groene planten. De bodem bepaalt bijgevolg, samen met het klimaat, de plantengroei. Maar ook de dierenwereld wordt rechtstreeks of onrechtstreeks door de bodem beïnvloed. Onrechtstreeks gebeurt dit via de plantengroei, waarvan de dieren afhankelijk zijn. Rechtstreeks kan een bodem b.v. woongelegenheid bieden aan dieren. Zo zal een grofkorrelige zandbodem zich makkelijk lenen om er holen in uit te graven. Levende elementen Deze worden ook biotische elementen genoemd. We beperken ons hier tot een bespreking van de planten en de dieren, waaronder de mens. CVN - Centrum Voor Natuur- en milieueducatie Cursus Natuur-In-Zicht Hoofdstuk Alles hangt samen - 87

9 ENKELE PLANTEN ZONDER BLADGROEN Ook paddestoelen missen bladgroen. Ze worden echter niet als planten beschouwd, maar als een aparte groep naast de planten en de dieren. vogelnestje schubwortel warkruid (een orchidee) of duivelsnaaigaren op brandnetel Groene planten, het lijkt wel een pleonasme. Planten onderscheiden zich immers van andere organismen door de aanwezigheid van bladgroen. Toch zijn er enkele soorten die deze eigenschap in de loop der tijden weer kwijtgeraakt zijn. Ze leven als parasiet of van afval. Vaak zul je ze niet tegenkomen, want de meeste soorten zijn behoorlijk zeldzaam geworden. PLANT OF DIER? volvox (plant) Deze microscopisch kleine planten bewegen zichzelf voort met tril- en zweephaartjes. zeeanemoon (dier) De larve zwemt rond en kiest een plek uit CVN - Centrum Voor Natuur- en milieueducatie Cursus Natuur-In-Zicht Hoofdstuk Alles hangt samen

10 planten: p. 3 Groene planten vormen de basis van de voedselvoorziening voor alle andere levende wezens. Dit door hun unieke eigenschap: de bladgroenverrichting of fotosynthese. Hiermee kunnen ze uit water en koolstofdioxide voedingsstoffen opbouwen, zoals zetmeel. De energie voor deze omzetting van energiearme naar energierijke stoffen wordt geleverd door het zonlicht. Met andere woorden, de planten kunnen de energie van de zon opslaan, om ze nadien weer te gebruiken. Groene planten hebben dus licht nodig om te groeien. Een belangrijk bijproduct van de bladgroenverrichting is zuurstofgas. Dit is onmisbaar voor de ademhaling van dier én plant. Ademhaling is het proces waarbij dieren en planten de opgenomen energie weer vrijmaken voor hun levensprocessen. Bij dieren komt de energie van elders (planten of andere dieren), bij planten van de bladgroenverrichting. Planten verbruiken dus weer een deel van de zuurstof die ze bij de bladgroenverrichting geproduceerd hebben; het verbruik ligt echter lager dan de productie. vlinderbloemenfamilie: p. 19 heide: p. 63 dieren: p. 25 Om eiwitten te vormen, hebben planten stikstofverbindingen (nitraten) nodig. Deze worden langs de wortels uit het bodemwater opgenomen. Hoewel 80% van de lucht uit stikstofgas bestaat, kunnen planten dit niet opnemen. Toch maken bepaalde planten- soorten er via tussenschakels gebruik van. Aan de wortels van vlinderbloemigen, Duindoorn en Zwarte els zitten door bacteriën veroorzaakte knolletjes. De bacteriën zijn microscopisch kleine wezentjes die wel stikstofgas uit de lucht kunnen omzetten in voor de plant opneembare stikstofverbindingen. Ze voeden zich met suikers van de plant, die ze zelf niet kunnen samenstellen door het ontbreken van bladgroen. Zo hebben beide, plant en bacterie, baat bij het samenleven. Vleesetende planten, zoals zonnedauw, halen hun stikstofverbindingen gedeeltelijk uit de eiwitten van insecten en andere kleine ongewervelde dieren. Zo kunnen ze op zeer stikstofarme bodems groeien, zoals op de heide. Dieren onderscheiden zich in de eerste plaats van planten doordat ze zich kunnen verplaatsen. Dit is echter niet altijd waar. Denken we maar aan zeeanemonen of zeepokken. Het wezenlijke verschil is dat dieren zich voeden met levende of dode organismen, dit is met organisch materiaal. Van groene planten weten we al dat ze, door de bladgroenverrichting, uit anorganische d.w.z. niet van levende wezens afkomstige stoffen hun eigen voedsel aanmaken. Dieren hangen voor hun voedsel rechtstreeks of onrechtstreeks van groene planten af: planteneters eten groene planten; diereneters eten planteneters. Ook voor woon- of nestgelegenheid maken vele dieren gebruik van planten. zaadverspreiding: p. 147 bestuiving: p. 139 Al etend of lopend beïnvloeden dieren de plantengroei: haakvruchtjes worden door langslopende pelsdieren meegevoerd; door bessen te eten, helpen vogels de zaden via hun uitwerpselen verspreiden; bloembezoekende insecten zorgen voor bestuiving; door begrazing worden sommige plantensoorten kort gehouden ten voordele van andere planten... CVN - Centrum Voor Natuur- en milieueducatie Cursus Natuur-In-Zicht Hoofdstuk Alles hangt samen - 89

11 ENKELE VOEDSELKETENS EEN VOEDSELWEB VOEDSELKRINGLOOP zon energie PRODUCENTEN groene planten OPBOUW organisch CONSUMENTEN planteneters diereneters VERBRUIK (verwerking) anorganisch (mineralen) REDUCENTEN zwammen bacteriën - uitwerpselen, urine, kadavers - dode plantendelen ONTBINDING (mineralisatie) 90 - CVN - Centrum Voor Natuur- en milieueducatie Cursus Natuur-In-Zicht Hoofdstuk Alles hangt samen

12 slikken en schorren: p. 59 bossen: p. 61 Een heel bijzondere diersoort is de mens. We zagen al dat mens en natuur eigenlijk niet te scheiden zijn. Zijn invloed op het landschap is niet meer weg te denken, al is die niet overal even groot. In oude industriesteden is haast geen natuur meer over. Ook in het moderne ruilverkavelingslandschap kom je nog weinig echte natuur tegen. In heidegebieden en ouderwetse hooilanden is de menselijke invloed eveneens essentieel, maar toch duidelijk minder groot. In slikken en schorren en in oude loofbossen is soms van een minimale invloed sprake. 4.5 VOEDSELKETEN, VOEDSELWEB, VOEDSELKRINGLOOP Voedselketen In de natuur gaat het om eten en gegeten worden. Een voedselketen is een opeenvolging van organismen, waarvan het ene zich voedt met het vorige in de keten en zelf gegeten wordt door het volgende. Voorbeelden zijn de voedselketens: blad bladluis lieveheersbeestje mees sperwer algen muggenlarve stekelbaars snoek mens Voedselweb In werkelijkheid voeden de meeste soorten zich met meer dan één soort, en worden ze door meer dan één soort opgegeten. Zo ontstaat een voedselweb. Voedselkringloop ongewervelden: p. 43 paddenstoelen: p. 11 en 161 Als in de natuur al wat via voedselketens en voedselwebben wordt opgebouwd niet opnieuw zou worden afgebroken, dan zou de aarde na een aantal jaar bedolven geraken onder een dikke laag uitwerpselen, dode planten en dode dieren. Mineralen (voedingsstoffen) zouden uitgeput geraken. Na verloop van tijd zou geen leven meer mogelijk zijn. Gelukkig bestaat in de natuur een voedselkringloop: wat door de groene planten geproduceerd en door de dieren geconsumeerd wordt, wordt door andere organismen weer afgebroken (gereduceerd). Deze afbrekers zijn soms microscopisch klein, zoals bacteriën en schimmels. Andere kun je met het blote oog zien, zoals heel wat insecten en andere ongewervelden. Ook veel paddenstoelen zijn afbrekers. En wat te denken van de hakkende specht, die het hout van de boom versnippert en zo makkelijker afbreekbaar maakt voor schimmels en bacteriën? In kringloop leven ; de natuur doet het voor. En dit systeem kan in principe onbeperkt blijven doorgaan. Ook de mens heeft duizenden jaren lang hoofdzakelijk door de natuur afbreekbare producten vervaardigd (glas is een al heel oude uitzondering). Vooral sedert de tweede helft van vorige eeuw is dit drastisch veranderd. Met de nieuwe niet-afbreekbare stoffen zijn even zovele milieuproblemen CVN - Centrum Voor Natuur- en milieueducatie Cursus Natuur-In-Zicht Hoofdstuk Alles hangt samen - 91

13 VOEDSELKRINGLOOP IN DE ZEE zoöplankton (dierlijk) fytoplankton (plantaardig) vissen roofvissen mineralen afbrekers STOFFENKRINGLOOP dorre bladeren VOEDSELPIRAMIDE schimmels insecten water bacteriën wormen 92 - CVN - Centrum Voor Natuur- en milieueducatie Cursus Natuur-In-Zicht Hoofdstuk Alles hangt samen

14 ontstaan. De beste oplossing is hier uiteraard voorkómen. Waar dit niet mogelijk is, zal de mens zelf voor de volledige verwerking ervan moeten instaan. 4.6 VOEDSELPIRAMIDE planten: p. 3 De motor die de voedselkringloop draaiende houdt, is het zonlicht. De groene planten nemen de energie van het zonlicht op via de bladgroenverrichting. De alzo vastgelegde energie wordt doorgegeven aan de planteneters, de diereneters en de afbrekers. Bij elke stap gaat een deel van de energie verloren. Een gedeelte van de opgegeten planten of dieren is onbruikbaar voor de consument en wordt weer uitgescheiden (uitwerpselen). Van de wel opgenomen energie wordt een deel gebruikt voor diverse levensfuncties ( ademhaling) en gaat verloren onder de vorm van warmte. Slechts een gering deel ongeveer 10% van de oorspronkelijke energie wordt in nieuwe weefsels vastgelegd. Zo heeft een bladluis veel suikersap uit bladeren nodig om zich te voeden. Een lieveheersbeestje moet veel bladluizen eten om in leven te blijven, terwijl een Koolmees op zijn beurt heel wat lieveheersbeestjes (en andere insecten) verorbert. De Sperwer tenslotte leeft van een heleboel kleine vogels, waaronder mezen. Op die manier ontstaat als het ware een voedselpiramide. Hierboven werd de zgn. 10%-regel geformuleerd. Bij elke trap omhoog op de voedselpiramide blijft slechts 10% van de energie uit de vorige trap over. Eigenlijk treedt dus een gigantisch energieverlies op. Dit heeft gevolgen voor onze eigen voedselvoorziening. Mensen kunnen zich zowel met dierlijk als met plantaardig voedsel voeden. Dierlijk voedsel is omgezet uit planten, waarbij dus 90% van de oorspronkelijke energie verloren is gegaan. Door rechtstreeks planten te eten, kunnen veel meer mensen gevoed worden. Minder of geen vlees eten heeft dus niet enkel te maken met ethiek of met volksgezondheid, maar ook en vooral met verdelende rechtvaardigheid! Voedselpiramides tonen bovendien aan wat er gebeurt als er giftige, niet-afbreekbare stoffen in de voedselketens terechtkomen. Nemen we opnieuw het eerste voorbeeld van voedselketen dat hiervoor gegeven werd. Het gebruik van insecticiden zal tot gevolg hebben dat een aantal insecten in dit geval bladluizen niet gedood worden, maar minieme hoeveelheden van het gif in hun lichaam opslaan. Als een lieveheersbeestje veel van dergelijke bladluizen eet, stapelt het gif zich in het kevertje op. Bij een Koolmees die veel van deze kevertjes eet, bereikt het gif in het vogeltje een nog hogere concentratie. Tenslotte zal de Sperwer zoveel gif hebben opgenomen (via de vergiftigde koolmezen), dat deze eraan bezwijkt of onvruchtbaar wordt. De top van de voedselpiramide is dus steeds het meest bedreigd. En waar staat de mens? CVN - Centrum Voor Natuur- en milieueducatie Cursus Natuur-In-Zicht Hoofdstuk Alles hangt samen - 93

15 NATUURLIJK EVENWICHT 94 - CVN - Centrum Voor Natuur- en milieueducatie Cursus Natuur-In-Zicht Hoofdstuk Alles hangt samen

16 4.7 NATUURLIJK EVENWICHT Roofvogels en landroofdieren werden eeuwenlang en vaak ook nu nog! bestreden door jagers, omdat ze als concurrenten werden beschouwd. Het aantal aanwezige prooien (= jachtbuit) zou omgekeerd evenredig zijn met het aantal roofdieren: veel vossen, weinig konijnen en omgekeerd. Ecologisch onderzoek heeft aangetoond dat in werkelijkheid een wisselwerking tussen beide groepen bestaat. Meer nog, het vóórkomen van een dier- soort wordt in de eerste plaats door het voedselaanbod en niet door de predatoren ervan bepaald. Zo kunnen bij een hoog voedselaanbod aan planten veel planteneters overleven en veel jongen voortbrengen. Bij laag voedselaanbod zal een aantal volwassen exemplaren sterven of wegtrekken. Slechts weinig jongen zullen opgroeien. Weliswaar zullen de planteneters de hoeveelheid planten verkleinen, maar uiteindelijk zal hierdoor hun aantal óók afnemen. Zo kunnen de planten zich weer herstellen, enzovoort. Dit verschijnsel geldt op precies dezelfde wijze voor de relatie tussen planteneters en diereneters. Vervang hierboven planten door prooien (b.v. konijnen) en planteneters door roofdieren (b.v. vossen). Blijft dan uiteraard de vraag wat de rol van de predatoren is. Wanneer uitsluitend een relatie tussen planten en planteneters zou bestaan, zouden er grote schommelingen optreden in het aantal planten en het aantal planteneters. Vooral kleine planteneters kunnen veel nakomelingen produceren. Hun invloed op de plantengroei kan worden versterkt, bij voorbeeld als na een gunstig voorjaar een extreem droge zomer volgt. Het is niet denkbeeldig dat zulke combinatie van factoren onomkeerbare gevolgen zou hebben voor bepaalde planten. De invloed van de predatoren maakt dergelijke schommelingen minder extreem. Ze voorkomen dat planteneters zich tot een plaag kunnen ontwikkelen. Het voorgaande maakt duidelijk dat er niet elk jaar opnieuw evenveel planten, prooien en roofdieren zullen zijn. Dit hangt in de eerste plaats maar niet uitsluitend af van de groeiomstandigheden voor de groene planten, de basis van de voedselpiramide. Deze groeiomstandigheden wisselen naar gelang van de weersomstandigheden. Roofdieren kunnen ook in meer of mindere mate op ander voedsel overschakelen (voedselweb). Nog andere omstandigheden dan voedselaanbod spelen een rol. Denk maar aan nestgelegenheid. De natuur vertoont steeds een tendens naar een wisselend (dynamisch) evenwicht. Kleine verstoringen worden opgevangen. Grote verstoringen zijn momenteel hoofdzakelijk het werk van de mens. Ze kunnen leiden tot algehele vernietiging van een ecosysteem. Hierboven zagen we reeds hoe het gebruik van insecticiden aanleiding kan geven tot het verdwijnen van roofvogels. Als soorten zoals Buizerd en Torenvalk verdwijnen, neemt het aantal muizen toe. De schade aan allerlei gewassen zal groter worden. Zo zijn er ook teveel kraaien en eksters, omdat er meer voedselaanbod is (afval op vuilnisbelten e.d.) én omdat er minder roofvogels zijn, ten gevolge van insecticidengebruik en van stroperij. CVN - Centrum Voor Natuur- en milieueducatie Cursus Natuur-In-Zicht Hoofdstuk Alles hangt samen - 95

LEVENSGEMEEN SCHAPPEN

LEVENSGEMEEN SCHAPPEN LEVENSGEMEEN SCHAPPEN 1 E e n e i g e n h u i s, e e n p l e k o n d e r d e z o n Waarom groeien er geen klaprozen op het sportveld? Waarom leven er geen kwallen in de IJssel? Kunnen struisvogels wel

Nadere informatie

Doel: Na deze opdracht weet je wat een voedselkringloop is en hoe het leven van planten en dieren met elkaar samenhangt.

Doel: Na deze opdracht weet je wat een voedselkringloop is en hoe het leven van planten en dieren met elkaar samenhangt. Thema: Bestaat vrede? Vak: Ruimte, aarde en milieu De ecologische kringloop De voedselkringloop Moeilijkheid: *** Tijdsduur: ** Juf Nelly De kringloop in de natuur Doel: Na deze opdracht weet je wat een

Nadere informatie

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden Ecologie De wetenschap die bestudeert waarom bepaalde planten en dieren ergens in een bepaalde leefomgeving (milieu) voorkomen en wat de relaties zijn tussen organisme en hun milieu 1. Biotische factoren

Nadere informatie

verwerking : wat is een bos?

verwerking : wat is een bos? verwerking : wat is een bos? Leven vestigt zich op plaatsen waar het goed is om te leven. Er zijn verschillende factoren die de leefomgeving vorm geven : levende factoren, niet-levende factoren en menselijke

Nadere informatie

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken.

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken. Begrippenlijst door Lauke 1056 woorden 23 oktober 2017 5,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Begrippen biologie hoofdstuk 2 Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en

Nadere informatie

In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen.

In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen. Samenvatting Thema 3: Ecologie Basisstof 1 In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen. Waarom leeft het ene dier hier en het andere dier daar? Alle organismen

Nadere informatie

E C O L O G I E Ecologie Factoren die invloed hebben op het milieu: Niveaus van de ecologie:

E C O L O G I E Ecologie Factoren die invloed hebben op het milieu: Niveaus van de ecologie: E C O L O G I E Ecologie = wetenschap die bestudeert waarom bepaalde planten en dieren ergens in een bepaald milieu voorkomen en wat de relaties zijn tussen organismen en dat milieu Factoren die invloed

Nadere informatie

Thema 2 Planten en dieren

Thema 2 Planten en dieren Naut samenvatting groep 7 Mijn Malmberg Thema 2 Planten en dieren Samenvatting Eten en gegeten worden Als je de leefomgeving van een plant of dier bestudeert, kijk je naar de levenloze natuur; dus naar

Nadere informatie

Voedselweb en voedselketen

Voedselweb en voedselketen Informatie: Moeilijkheid:**** Tijdsduur: *** Een plant groeit, dieren eten die plant op, die dieren worden weer opgegeten door andere dieren, die dieren gaan weer dood, het dier wordt weer opgeruimd door

Nadere informatie

Verschillende voedselketens

Verschillende voedselketens W.o.-natuur 6e leerjaar Lesfiche Verschillende voedselketens Eindtermen 1.7 De leerlingen kunnen de wet van eten en gegeten worden illustreren aan de hand van minstens twee met elkaar verbonden voedselketens.

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Thema 3: Ecologie

Antwoorden Biologie Thema 3: Ecologie Antwoorden Biologie Thema 3: Ecologie Antwoorden door H. 1501 woorden 3 december 2013 5,5 48 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 2. 3. 4. 5. De relatie tussen organisme en

Nadere informatie

Inleiding Indeling van het plantenrijk Indeling van het dierenrijk Andere manieren van ordenen Ecologie...

Inleiding Indeling van het plantenrijk Indeling van het dierenrijk Andere manieren van ordenen Ecologie... ECOLOGIE Inhoudsopgave Inleiding... 3 Indeling van het plantenrijk... 4 Indeling van het dierenrijk... 5 Andere manieren van ordenen... 6 Ecologie... 6 Biotische- en a-biotische factoren... 9 Producenten,

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Ecologie Thema 3

Samenvatting Biologie Ecologie Thema 3 Samenvatting Biologie Ecologie Thema 3 Samenvatting door P. 1299 woorden 7 januari 2013 6,4 15 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 3 Ecologie Basisstof 1 Invloeden uit het milieu:

Nadere informatie

Invloeden uit milieu. In ecologie bestuderen we alle relaties tussen organismen en hun milieu (leefomgeving)

Invloeden uit milieu. In ecologie bestuderen we alle relaties tussen organismen en hun milieu (leefomgeving) Ecologie Thema1 Invloeden uit milieu In ecologie bestuderen we alle relaties tussen organismen en hun milieu (leefomgeving) Levende natuur Levenloze natuur = biotische factoren = abiotische factoren Niveau

Nadere informatie

module 2 ECOLOGISCHE & BEHEERPRINCIPES

module 2 ECOLOGISCHE & BEHEERPRINCIPES ECOLOGISCHE & BEHEERPRINCIPES Hoofdstuk 2 Inhoudsopgave: Wat is ecologie? Wat is biodiversiteit? Wat is natuurbeheer? Boerennatuur op en rond het erf Wat is ecologie? Wat is ecologie? Wat is ecologie?

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 3 Ecologie

Samenvatting Biologie Thema 3 Ecologie Samenvatting Biologie Thema 3 Ecologie Samenvatting door H. 1342 woorden 24 januari 2014 4 9 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 3 Ecologie Basisstof 1 In de ecologie

Nadere informatie

Biologie ( havo vwo )

Biologie ( havo vwo ) Tussendoelen Biologie ( havo vwo ) Biologie havo/vwo = Basis Biologische eenheid Levenskenmerk Uitleggen hoe bouw en werking van onderdelen van een organisme bijdragen aan de functies voeding, verdediging

Nadere informatie

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van LESPAKKET ECOLOGIE HAVO / VWO Naam Docent Klas LEKKER BEESTEN TUSSEN DE DIEREN Dierenrijk is onderdeel van WELKOM IN DIERENRIJK ELAND Om ervoor te zorgen dat je een leuke en leerzame excursie hebt, volgen

Nadere informatie

gebruikte beeldmateriaal afkomstig van CVN.

gebruikte beeldmateriaal afkomstig van CVN. MODULE 2 ECOLOGISCHE & BEHEERSPRINCIPES 2.1 Wat is ecologie? 2.1.1 Wetenschappelijke definitie 2.1.2 Moderne maatschappelijke betekenis 2.1.3 Ecosysteem 2.1.4 Niet-levende elementen 2.1.5 Levende elementen

Nadere informatie

2.1 Specialiseren 12 2.2 Verschillende niveaus 13 2.3 Successie 13 2.4 Grenzen 15 2.5 Belang 17 2.6 Biodiversiteit in de landbouw 17

2.1 Specialiseren 12 2.2 Verschillende niveaus 13 2.3 Successie 13 2.4 Grenzen 15 2.5 Belang 17 2.6 Biodiversiteit in de landbouw 17 INHOUD INHOUD 1. Wat is ecologie? 01 1.1 Wetenschappelijke definitie 03 1.2 Moderne maatschappelijke betekenis 03 1.3 Ecosysteem 04 1.4 Niet-levende elementen 05 1.5 Levende elementen 06 1.6 Voedselketen

Nadere informatie

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen.

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen. THEMA 1 1 Stoffen worden omgezet 2 Fotosynthese 3 Glucose als grondstof 4 Verbranding 5 Fotosynthese en verbranding 1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken

Nadere informatie

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: * Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: * * * 2 Hoe kun je de naam van een organisme opzoeken?

Nadere informatie

Biodiversiteit in de hoogstamboomgaard

Biodiversiteit in de hoogstamboomgaard Nationale Boomgaarden Stichting v.z.w. Vereniging voor pomologie, boomgaard- en landschapsbeheer (staatsblad 2 09-2005) Leopold-III-straat 8 3724 Vliermaal, tel: 012/391188; fax: 012/747438 E-mail: info@boomgaardenstichting.be

Nadere informatie

Ecosysteem voedselrelaties

Ecosysteem voedselrelaties Ecosysteem ecologie Ecosysteem voedselrelaties Oceanen: voedselweb + energiestromen Ga naar Mypip.nl en open de oefening 3 voedselketen - voedselweb Doe de oefening en maak vervolgens de aangeleverde vragen.

Nadere informatie

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 4-5-6

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 4-5-6 Voorbereiding post 2 Hap, ik heb je! Groep 4-5-6 Welkom bij IVN Valkenswaard-Waalre Dit is de digitale voorbereiding op post 2: Hap, ik heb je! voor groep 4, 5 en 6. Inhoud: Algemeen Verhaal Spel Werkvel

Nadere informatie

Ecosysteem havo/vwo 3-4

Ecosysteem havo/vwo 3-4 Ecosysteem havo/vwo 3-4 De natuurlijke balans van ecosystemen wordt bewaakt door microben. Zij staan aan het begin en einde van de voedselketen. Het ecosysteem bestaat niet alleen uit levende factoren

Nadere informatie

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van LESPAKKET ECOLOGIE VMBO Naam Docent Klas LEKKER BEESTEN TUSSEN DE DIEREN Dierenrijk is onderdeel van WELKOM IN DIERENRIJK SPOREN Om ervoor te zorgen dat je een leuke en leerzame excursie hebt, volgen hier

Nadere informatie

Leskist THEMA-handleiding Ontelbare kringlopen Groep 7 en 8

Leskist THEMA-handleiding Ontelbare kringlopen Groep 7 en 8 BuitenWijs samen sterk in NME BuitenWijs brengt mensen actief met het buiten in aanraking, zodat zij wijs omgaan met hun eigen leefomgeving Leskist THEMA-handleiding Ontelbare kringlopen Groep 7 en 8 Dit

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofstuk 6: Ecologie

Samenvatting Biologie Hoofstuk 6: Ecologie Samenvatting Biologie Hoofstuk 6: Ecologie Samenvatting door G. 2238 woorden 22 november 2016 7,2 15 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting Biologie 1 Wat is ecologie Het milieu

Nadere informatie

Ecologie. Cursus Natuurgids

Ecologie. Cursus Natuurgids Ecologie Cursus Natuurgids Hoofdstuk ecologie 1. Wat is ecologie? 2. Abiotische factoren 3. Relaties tussen individuen van dezelfde soort 4. Relaties tussen individuen van verschillende soorten 5. Processen

Nadere informatie

BIODIVERSITEIT IN GEUREN EN KLEUREN

BIODIVERSITEIT IN GEUREN EN KLEUREN 1 BIODIVERSITEIT IN GEUREN EN KLEUREN Doel: - lln maken kennis met het begrip biodiversiteit - lln ontdekken dat er verschillende soorten planten en dieren zijn - lln ontdekken dat de dieren en planten

Nadere informatie

Cellen aan de basis.

Cellen aan de basis. Cellen aan de basis. Cellen aan de basis In het thema cellen aan de basis vinden we twee belangrijke thema s uit biologie voor jou terug. 1. Organen en cellen (thema 1 leerjaar 3) 2. Stofwisseling (thema

Nadere informatie

Ecologie is de wetenschap die relaties tussen organismen en hun omgeving bestudeert

Ecologie is de wetenschap die relaties tussen organismen en hun omgeving bestudeert Ecologie is de wetenschap die relaties tussen organismen en hun omgeving bestudeert Een ecosysteem is bestaat uit alle organismen uit een bepaald gebied en alle omgevingsfactoren die invloed hebben op

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen Samenvatting door een scholier 1780 woorden 5 maart 2007 7,6 47 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Vier rijken vergelijken Samenvatting 1.1 1) Wat leeft

Nadere informatie

Voedselweb en -keten vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/62467

Voedselweb en -keten vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/62467 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 15 juli 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/62467 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen: Samenvatting Thema 1: Stofwisseling Basisstof 1 Organische stoffen: - Komen af van organismen of zitten in producten van organismen - Bevatten veel energie (verbranding) - Voorbeelden: koolhydraten, vetten,

Nadere informatie

Voedselweb en -keten vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Voedselweb en -keten vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 09 June 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62387 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein

Nadere informatie

Regionaal Landschap Groene Corridor vzw

Regionaal Landschap Groene Corridor vzw Regionaal Landschap Groene Corridor vzw Geen drempels voor Agrarisch natuurbeheer Wat is RLGC? Gït Geïntegreerde projecten Doelstellingen cursus Waarom dit initiatief? Wat willen we bereiken? Uitgangssituatie

Nadere informatie

Werkblad Naut Thema 2: Planten en dieren

Werkblad Naut Thema 2: Planten en dieren Werkblad Naut Thema 2: Planten en dieren 2.1 Eten en gegeten worden Schrijf op wat het dier eet in deze voedselketen De ijsbeer eet De zeehond eet De vis eet De krill eet Dit zijn algen, algen zijn heel

Nadere informatie

( BIOLOGISCHE ) Akker- en tuinbouw. Vol met boerenwijsheid én leuke Wist je datjes... CAMPAGNE GEFINANCIERD MET STEUN VAN DE EUROPESE UNIE

( BIOLOGISCHE ) Akker- en tuinbouw. Vol met boerenwijsheid én leuke Wist je datjes... CAMPAGNE GEFINANCIERD MET STEUN VAN DE EUROPESE UNIE BIOLOGISCHE ) Akker- en tuinbouw Vol met boerenwijsheid én leuke Wist je datjes... CAMPAGNE GEFINANCIERD MET STEUN VAN DE EUROPESE UNIE Een krop sla zonder gif Biologische aardappelen, granen en groenten

Nadere informatie

Je zal de spitsmuis maar zijn..

Je zal de spitsmuis maar zijn.. Je zal de spitsmuis maar zijn.. Opdracht: Analyseren 1. Inleiding Bij deze opdracht gaan de leerlingen zelf een voedselweb maken met behulp van gegevens over organismen. Aan de hand van het zelfgemaakte

Nadere informatie

JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar

JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar DEEL 1 Organismen vormen een levensgemeenschap Hoofdstuk 1 Voedselrelaties Hoofdstuk 2 Foto DEEL 2 Organismen planten zich voort Hoofdstuk 1 Voortplanting bij bloemplanten

Nadere informatie

Planten. over bloemetjes en bijtjes Knollen en citroenen

Planten. over bloemetjes en bijtjes Knollen en citroenen Planten over bloemetjes en bijtjes Knollen en citroenen Deze bijeenkomst Planten versus dieren Indeling van het plantenrijk Voortplanting Ecosystemen Indeling van het leven op aarde Er zijn 4 rijken: Bacteriën

Nadere informatie

Vragen 1. Welke soorten afval zijn er? Noem bij elk een voorbeeld...

Vragen 1. Welke soorten afval zijn er? Noem bij elk een voorbeeld... 1 2 Vragen 1. Welke soorten afval zijn er? Noem bij elk een voorbeeld....... 2. Goed of fout? Omcirkel. a De strooisellaag bestaat uit natuurlijk afval. b De strooisellaag wordt steeds dikker. c Bodemdieren

Nadere informatie

Beestige bundel van: 1

Beestige bundel van: 1 Beestige bundel van: 1 2 Ordening van organismen organisme = een levend wezen, iets wat leeft. Er zijn meer dan anderhalf miljoen soorten organismen. Om een overzicht te krijgen worden deze organismen

Nadere informatie

LEVENSGEMEEN- SCHAPPEN

LEVENSGEMEEN- SCHAPPEN LEVENSGEMEEN- SCHAPPEN 1 E e n e i g e n h u i s, e e n p l e k o n d e r d e z o n O:18/1 Je ziet hier een aantal planten en dieren. In welke gebieden horen ze thuis? Trek een lijn van de plant of het

Nadere informatie

BOSSEN. Dwaal door onze groene wereld. Christiane Dorion

BOSSEN. Dwaal door onze groene wereld. Christiane Dorion DE BOSSEN IN Dwaal door onze groene wereld Christiane Dorion LEMNISCAAT ROTTERDAM Inhoud Wereldbossen 4 Groene reuzen 34 Van zaadje tot boom 6 Herken naaldbomen 36 Bladeren, stammen en wortels 8 Tropische

Nadere informatie

Vul het schema in. Gebruik hierbij: + (voordeel), (nadeel), 0 (geen voor- en geen nadeel).

Vul het schema in. Gebruik hierbij: + (voordeel), (nadeel), 0 (geen voor- en geen nadeel). 1. Samenleven Afb. 1 Ossenpikker op de kop van een buffel. In de basisstoffen heb je geleerd dat de verschillende populaties in een ecosysteem op veel manieren met elkaar te maken hebben. Ze leven immers

Nadere informatie

Inhoud 4 e druk Natuuronderwijs inzichtelijk

Inhoud 4 e druk Natuuronderwijs inzichtelijk Inhoud 4 e druk Natuuronderwijs inzichtelijk Inleiding 1 PLANTEN 1.1 Indeling van het plantenrijk 1.1.1 De groene wereld van de planten 1.1.2 Wieren (algen) 1.1.3 Mossen 1.1.4 Paardenstaarten 1.1.5 Varens

Nadere informatie

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 7-8

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 7-8 Voorbereiding post 2 Hap, ik heb je! Groep 7-8 Welkom bij IVN Valkenswaard-Waalre Dit is de digitale voorbereiding op post 2: Hap, ik heb je! voor groep 7 en 8. Inhoud: Algemeen Verhaal Spel Werkvel Opruimen

Nadere informatie

Bewoners. Noordzee. Introductie. Als de Noordzee een paspoort zou hebben dan zou het er zo uitzien:

Bewoners. Noordzee. Introductie. Als de Noordzee een paspoort zou hebben dan zou het er zo uitzien: Gemiddelde: diepte 94 meter Oppervlak: 572.000 km2 Bodem: hoofdzakelijk zand Bewoners van de Noordzee Introductie Als de Noordzee een paspoort zou hebben dan zou het er zo uitzien: De Noordzee is natuurlijk

Nadere informatie

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - VMBO NATUUR EN MILIEU De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam binnen.

Nadere informatie

Voedselweb en voedselketen vmbo-kgt34

Voedselweb en voedselketen vmbo-kgt34 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 13 July 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/63328 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Blok 5

Samenvatting Biologie Blok 5 Samenvatting Biologie Blok 5 Samenvatting door A. 1706 woorden 1 november 2014 6 27 keer beoordeeld Vak Biologie Begrippen: Fotosynthese: Water + CO 2 + Zonlicht = Glucose + Zuurstof Bladgroen: Groene

Nadere informatie

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof Boekverslag door A. 1802 woorden 20 juni 2007 5 71 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting stofwisseling Stofwisseling is het totaal van alle chemische processen in een organisme

Nadere informatie

Wie eet wie en wie eet wat?

Wie eet wie en wie eet wat? Leerkracht Wie eet wie en wie eet wat? Maak een voedselweb Inhoud in het kort In deze les krijgen de leerlingen een beeld van de relaties tussen dieren en planten. Leerlingen maken een voedselweb van één

Nadere informatie

Les Koolstofkringloop en broeikaseffect

Les Koolstofkringloop en broeikaseffect LESSENSERIE ENERGIETRANSITIE Basisles Koolstofkringloop en broeikaseffect Werkblad Les Koolstofkringloop en broeikaseffect Werkblad Zonlicht dat de aarde bereikt, zorgt ervoor dat het aardoppervlak warm

Nadere informatie

Mens, natuur & milieu

Mens, natuur & milieu Mens, natuur & milieu Lesbrief Biologie. In dit thema ga je aan de gang met opdrachten die gaan over de ontwikkelingen in het havengebied en de gevolgen voor natuur en milieu. Deze opdracht is een lesbrief

Nadere informatie

In planten vindt fotosynthese plaats:

In planten vindt fotosynthese plaats: Thema6 ecologie + Thema 7 mens en milieu samenvatting 1 invloeden uit het milieu Invloeden uit het Alle organismen worden beïnvloed door hun milieu (leefomgeving) milieu o Het milieu wordt ook door organismen

Nadere informatie

antwoorden en uitleg bij Micropia-onderwijsmateriaal primair onderwijs (groep 7-8)

antwoorden en uitleg bij Micropia-onderwijsmateriaal primair onderwijs (groep 7-8) antwoorden en uitleg bij Micropia-onderwijsmateriaal primair onderwijs (groep 7-8) onzichtbaar leven In dit document vindt u de vragen uit het Micropia-opdrachtenboekje voor de bovenbouw van het primair

Nadere informatie

De filosofie van het voeren

De filosofie van het voeren Terug naar Voorwoord Terug naar Inhoudsopgave Verder naar volgende hoofdstuk De filosofie van het voeren Inhoudsopgave van dit hoofdstuk: Het algehele beeld Hoe voeding in de Natuur er uit zou zien...

Nadere informatie

Beestige Buren. Naverwerking in de klas

Beestige Buren. Naverwerking in de klas Beestige Buren Naverwerking in de klas INHOUD 1. Kaartje aan Klauw 1.1 Voorbereiding 1.2 Uitleg 2. Inhoud van het spel 2.1 Deel 1: uitkijkposten in Vlasroterbeek 2.2 Deel 2: de buurtbewoners 2.3 Deel 3:

Nadere informatie

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR. PaccoParameters

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR.   PaccoParameters PACCO-PARAMETERS PH DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR PH De ph geeft de zuurtegraad van het water weer. Ze varieert doorgaans op een schaal

Nadere informatie

Abiotische factoren: alle invloeden uit de levenloze natuur (temperatuur, wind, licht)

Abiotische factoren: alle invloeden uit de levenloze natuur (temperatuur, wind, licht) Samenvatting door B. 911 woorden 16 juni 2015 7 59 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1 Abiotische factoren: alle invloeden uit de levenloze natuur (temperatuur, wind, licht)

Nadere informatie

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen KGT

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen KGT Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen KGT 2.1 Namen 1 Hoe zoek je de naam van een organisme op? De naam van een plant of een dier kan: * uit een andere taal komen * een eigenschap weergeven

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9, 'Fast Food Island' en Hoofdstuk 10, 'Ecologie'

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9, 'Fast Food Island' en Hoofdstuk 10, 'Ecologie' Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9, 'Fast Food Island' en Hoofdstuk 10, 'Ecologie' Samenvatting door een scholier 1412 woorden 29 juni 2007 6,4 39 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Fast Food Island!

Nadere informatie

Opdracht 7.2 Energie een heel lastig onderwerp

Opdracht 7.2 Energie een heel lastig onderwerp Opdracht 7.2 Energie een heel lastig onderwerp Inleiding voor de docent: Onverwachte gaten in het curriculum en in BINAS In deze opdracht gaat de aandacht naar de samenhang tussen de processen die een

Nadere informatie

Hieronder staan een aantal voorbeelden van ecosystemen.

Hieronder staan een aantal voorbeelden van ecosystemen. Ecologie Deel 1 Biotische factoren In een levensgemeenschap kom je niet levende en levende componenten tegen. Niet levende componenten worden a-biotisch genoemd. Voorbeelden zijn temperatuur, licht, lucht,

Nadere informatie

Informatie reader. Over bomen

Informatie reader. Over bomen Informatie reader Over bomen Bron: een selectie uit folders van de bomenstichting Hoe groeit een boom? blz. 1 t/m 4 Bomen en mensen blz. 5 t/m 7 Bomen en feesten blz. 8 t/m 10 Bomen en medicijnen blz.

Nadere informatie

Wie eet wie en wie eet wat?

Wie eet wie en wie eet wat? Leerkracht Wie eet wie en wie eet wat? Maak een voedselweb Inhoud in het kort In deze les krijgen de leerlingen een beeld van de relaties tussen dieren en planten. Leerlingen maken een voedselweb van één

Nadere informatie

Wat weet jij over biologisch en over de bodem?

Wat weet jij over biologisch en over de bodem? Met leuke vragen, opdrachten en experimenten voor thuis! Wat weet jij over biologisch en over de bodem? Biologisch, lekker natuurlijk! Heb je er wel eens over nagedacht dat alles wat je eet, van een plant

Nadere informatie

Naverwerking BosStratEgo s

Naverwerking BosStratEgo s Naverwerking BosStratEgo s Leerdoelen: Leerlingen kunnen de wet van eten en gegeten worden illustreren aan de hand van minstens twee met elkaar verbonden voedselketens. Leerlingen kunnen illustreren dat

Nadere informatie

Leerdoelen en kerndoelen

Leerdoelen en kerndoelen Leerdoelen en kerndoelen De leerdoelen in de leerlijn vallen in het leerdomein Oriëntatie op jezelf en de wereld. Naast de gebruikelijke natuur en milieukerndoelen (kerndoelen 39, 40 en 41) zijn ook de

Nadere informatie

Speluitleg: Gebruik bij de speluitleg het bestand Hoe wordt het spel gespeeld op www.groenewiel.nl/biodiversiteit.

Speluitleg: Gebruik bij de speluitleg het bestand Hoe wordt het spel gespeeld op www.groenewiel.nl/biodiversiteit. 1 IN HET KORT Doel van de les: De kinderen worden zich bewust van de verbanden tussen soorten. Dit gebeurt doordat ze beseffen dat de roofvogel niet alleen een boom en een merel of lijster nodig heeft,

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie.

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie. Bijlage VMBO-KB 2013 tijdvak 2 biologie CSE KB Deze bijlage bevat informatie. KB-0191-a-13-2-b Tropische regenwouden Lees eerst informatie 1 tot en met 3 en beantwoord dan vraag 42 tot en met 50. Bij het

Nadere informatie

Voedselweb en voedselketen vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/73586

Voedselweb en voedselketen vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/73586 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 06 April 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/73586 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE OPDRACHTEN

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE OPDRACHTEN NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam

Nadere informatie

Kwaliteit van de natuur. Hoe spoor je aantastingen op?

Kwaliteit van de natuur. Hoe spoor je aantastingen op? Kwaliteit van de natuur Hoe spoor je aantastingen op? Ecosystemen en levensgemeenschappen Zoek vergelijkende gebieden (oerbossen, intacte riviersystemen, ongerepte berggebieden, hoogveenmoerassen, etc)

Nadere informatie

Helder water door quaggamossel

Helder water door quaggamossel Helder water door quaggamossel Kansen en risico s Een nieuwe mosselsoort, de quaggamossel, heeft zich in een deel van de Rijnlandse wateren kunnen vestigen. De mossel filtert algen en zwevend stof uit

Nadere informatie

Oefeningen niveau 2 Reeks 1

Oefeningen niveau 2 Reeks 1 Oefeningen niveau 2 Reeks 1 1 HOE LEER IK TEKSTEN? Oefeningen niveau 2 Reeks 1 Schrijf hieronder kort hoe je teksten meestal leert. Wat doe je eerst, wat erna, wat dan verder? Welke problemen heb je vaak?

Nadere informatie

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten Herfst inhoud Herfst 3 1. Het weer 4 2. Overal blad 5 3. Zaden 6 4. Paddenstoelen 7 5. De eekhoorn 8 6. De egel 9 7. Insecten 10 8. Vogels op reis 11 9. Filmpje 12 Pluskaarten 13 Bronnen en foto s 15 Colofon

Nadere informatie

LESPAKKET ECOLOGIE. Docenthandleiding. Dierenrijk is onderdeel van

LESPAKKET ECOLOGIE. Docenthandleiding. Dierenrijk is onderdeel van LESPAKKET ECOLOGIE HAVO / VWO Docenthandleiding LEKKER BEESTEN TUSSEN DE DIEREN Dierenrijk is onderdeel van LEUK DAT U GEKOZEN HEEFT OM EEN BEZOEK TE BRENGEN AAN DIERENRIJK OPBOUW LESPAKKET ln deze docenthandleiding

Nadere informatie

Deel 3: het belang van koraal(riffen)

Deel 3: het belang van koraal(riffen) Lesstof Deel 1: het koraalrif Deel 2: het koraal Deel 3: het belang van koraal(riffen) Deel 4: de bedreigingen voor het koraal Deel 5: het beschermen van het koraal Deel 3: Het belang van het koraal Deze

Nadere informatie

Afwijkingen bestrijden

Afwijkingen bestrijden Afwijkingen bestrijden De ziekte- of schadeveroorzaker is al aanwezig en je bent tot de conclusie gekomen dat er bestreden moet worden. Welke methode ga je dan hanteren? Er zijn verschillende methoden

Nadere informatie

d rm Neder wa e landopg

d rm Neder wa e landopg Opgewarmd Nederland deel Natuur, water en landbouw: aanpassen Ecosystemen en klimaat Water, mens en landschap: eeuwenlang een gevaarlijk samenspel Polders, sloten en plassen: binnenwateren in beweging

Nadere informatie

Eindexamen biologie pilot havo I

Eindexamen biologie pilot havo I Bromelia s Van haar oma werd gezegd, dat ze groene vingers had. Ook haar moeder is dagelijks in de weer om planten te verzorgen. De nieuwste rage bij haar thuis zijn Bromelia s (zie afbeelding 1 en 2).

Nadere informatie

Werkblad - Les 2 - Waterbouw en ecologie

Werkblad - Les 2 - Waterbouw en ecologie BOUWEN MET DE NATUUR In Nederland proberen we de natuur te herstellen, maar de natuur kan zelf ook een handje helpen. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij de aanleg van de Marker Wadden, een eilandengroep in het

Nadere informatie

Opdracht 1 Deze opdracht doe je in de klas en kun je niet hier nakijken.

Opdracht 1 Deze opdracht doe je in de klas en kun je niet hier nakijken. Thema 4 Opdracht 1 Deze opdracht doe je in de klas en kun je niet hier nakijken. Opdracht 2 1. bacteriën schimmels planten dieren 2. Kenmerken van cellen, namelijk of de organismen cellen hebben met celkernen,

Nadere informatie

l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT AXOLOTL AMFIBIEËN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN

l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT AXOLOTL AMFIBIEËN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT AXOLOTL AMFIBIEËN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE INFORMATIE OVER DE AXOLOTL BIJ

Nadere informatie

3 Voedselweb van het wad

3 Voedselweb van het wad Spel Doel: De leerlingen leren dat verschillende waddieren en planten van elkaar afhankelijk zijn, doordat ze elkaar eten. Alle dieren en planten zijn met elkaar verbonden, in een voedselweb. Materialen:

Nadere informatie

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel Doelgroep: Groep 4 t/m 8 Leerstofgebied: Wereldoriëntatie Werkvorm: Groepjes Duur: ± 30 minuten Doel van de opdracht: Leerlingen leren wat het favoriete voedsel

Nadere informatie

Eindexamen biologie havo 2007-I

Eindexamen biologie havo 2007-I Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden twee punten toegekend. Koe redt konijn 1 maximumscore 1 successie 2 B 3 maximumscore 2 voorbeelden van juiste antwoorden: grootschaliger

Nadere informatie

Biotoopstudie THEMA 7

Biotoopstudie THEMA 7 THEMA 7 Biotoopstudie In dit thema ga je op ontdekking in een biotoop. Door waarnemingen zoek je naar biotische factoren. Door metingen bepaal je enkele abiotische factoren van de lucht en de bodem. Je

Nadere informatie

Biodiversiteit en netwerken

Biodiversiteit en netwerken Basiscursus Ecologische Moestuin Biodiversiteit en netwerken Ecologisch tuinieren is 1. Niet destructief, maar constructief tuinieren; 2. Netwerken bevorderen 1. Destructief boeren/tuinieren Pesticiden

Nadere informatie

Eindexamen biologie havo 2005-I

Eindexamen biologie havo 2005-I 4 Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden twee punten toegekend. Bolletjesslikkers 1 A 2 C 3 Het antwoord bevat de notie dat maagsap zuur bevat dat via de open maagportier

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 en 10

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 96 woorden 2 juni 2007 7,7 9 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Paragraaf 9.1 Gist: Eencellige schimmelsoort die in gedroogde

Nadere informatie

ROVERS EN HUN PROOIEN

ROVERS EN HUN PROOIEN ROVERS EN HUN PROOIEN Handleiding en leerdoelen 3de graad Je vertelt de leerlingen dat ze binnenkort op uitstap gaan naar ZOO Planckendael. Wie werkt er allemaal in de zoo? (dierenverzorger, dierenarts,

Nadere informatie

Ecologisch Beheer. Speeldernis.nl, Rotterdam

Ecologisch Beheer. Speeldernis.nl, Rotterdam Ecologisch Beheer Speeldernis.nl, Rotterdam Inleiding Koen van der Hauw Ecologisch: Aandacht voor mens Aandacht voor inheemse planten en dieren Aandacht voor milieu Groenling: Ecologisch Beheer 2 Opbouw

Nadere informatie

2 Soorten micro-organismen Bacteriën Gisten Schimmels Virussen Samenvatting 40

2 Soorten micro-organismen Bacteriën Gisten Schimmels Virussen Samenvatting 40 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 De geschiedenis van de microbiologie 9 1.1 De vroegste historie 9 1.2 Louis Pasteur 12 1.3 Ziekte: door micro-organismen of een straf van God? 14 1.4 De bestrijding van

Nadere informatie