Wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges (Legesverordening 1996).

Transcriptie

1 rv 300 Gemeentelijke Belastingdienst nr Den Haag, 1 november 1996 Aan de gemeenteraad Wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges (Legesverordening 1996). Tarieven algemeen In het kader van de saanpassing ten behoeve van de begroting 1997 stellen wij u voor de legestarieven met ingang van 1 januari 1997 behoudens de hierna genoemde uitzonderingen - overeenkomstig het gestelde in de toelichting op de begroting trendmatig met 0,8% te verhogen. In de toelichting op de begroting 1997 wordt voorgesteld om de tarieven van de Dienst Burgerzaken naast de trendmatige verhoging (extra) te verhogen met 2,8%. Deze extra verhoging ligt in het ver-lengde van hetgeen is afgesproken in het Tripartite-overleg naar aanleiding van het IFLO-rapport In dat kader is de afschrijvingstermijn van het GBA/GBS verkort. Een deel van de uitzetting van de kapitaalslasten wordt gedekt uit de leges. Bij de berekening van de nieuwe tarieven 1997 is zo veel mogelijk uitgegaan van de niet-afgeronde bedragen van 1996, dit om te voorkomen dat bepaalde afrondingen cumulatief in het voordeel of nadeel uitvallen. De tarieven van f 200,00 en hoger zijn afgerond op hele guldens (bedragen uitkomende op f 0,50 of lager naar beneden, de overige naar boven). De hoogte van een aantal in de tarieventabel voorkomende tarieven is in een hogere wettelijke regeling vastgelegd. Voorzover de hoogte van deze tarieven in de hogere wettelijke regeling niet gewijzigd wordt, vindt in de Legesverordening 1996 geen wijziging plaats. Hoofdstuksgewijze opmerkingen Hoofdstuk 1: Algemeen Voorgesteld wordt de tarieven in de onderdelen en , betrekking hebbend op het in behandeling nemen van een aanvraag voor elk niet uitdrukkelijk in de tarieventabel genoemd stuk, opgemaakt in het bijzonder belang van één of meer personen, inhoudende een door of vanwege het gemeentebestuur af te geven verklaring of gunstige beschikking, gelijk te trekken naar het kostendekkend niveau van het in onderdeel 4.4. De tarieven worden hiermee verhoogd van f 15,75 naar f 16,95. Hoofdstuk 2: Bestuursstukken In raadsbesluit (rb 337/1993) is voorgesteld een aantal tarieven fasegewijs te verhogen naar een kostendekkend. Het gaat hierbij om het jaarabonnement op de Handelingen, op de raadsvoorstellen, op alle commissiestukken van de commissie voor Onderwijs, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Integratie- en Emancipatiebeleid en van de commissie Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing en Volkshuisvesting. Voorts betreft het de notulen van de commissie van Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing en Volkshuisvesting. Gebleken is, dat door efficiency-verhogende maatregelen deze tarieven na de voorgestelde trendmatige verhoging van 0,8% kostendekkend zijn. Derhalve wordt voorgesteld in afwijking van het hiervoor genoemde raadsbesluit uit 1993 de tarieven niet meer dan trendmatig te verhogen. Hoofdstuk 3: Burgerlijke stand Voor de uniformiteit wordt voorgesteld om het (f 15,45) in onderdeel ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van een afschrift of uittreksel uit het samenlevingsregister gelijk te trekken met het (f 13,75) voor een afschrift of uittreksel uit de burgerlijke stand als bedoeld in de Wet rechten burgerlijke stand. Aangezien van deze prestaties nagenoeg geen gebruik gemaakt wordt, heeft deze verlaging geen financiële consequenties. Hoofdstuk 4: Verstrekkingen uit de gemeentelijke basisadministratie Bij raadsbesluit 165 uit 1996 is besloten tot overname van het vestigingsregister van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. In dit register worden (bij hun vestiging in Nederland) alle personen opgenomen, die in het buitenland geboren zijn, alsmede de in Nederland geborenen die na 1 oktober 1994 naar het buitenland vertrokken zijn. Dit geschiedt ter voorkoming van zogenaamde dubbelopneming. Ter zake van de overname van het register is een overeenkomst gesloten met het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Daarin is onder meer bepaald, dat voor verstrekkingen uit het register geen raadsvoorstellen

2 hoger gesteld mag worden dan f 5,50 per verstrekking, jaarlijks verhoogd met het prijsindexcijfer van de overheidsconsumptie. Voor 1997 wordt, hiermee rekening houdend, een voor-gesteld van f 5,55 per verstrekking. Voorts wordt voorgesteld terzake abonnementstarieven op te nemen. Met betrekking tot de hoogte van de abonnementstarieven wordt opgemerkt, dat hierbij aansluiting is gezocht bij de tarieven zoals deze voorheen werden gehanteerd door het Rijk. Teneinde te voorkomen dat zonder de toestemming van de rechtmatige eigenaar c.q. (hoofd)huurder personen zich laten inschrijven op diens adres is het mogelijk een inboekingsbeperking bij de Dienst Burgerzaken aan te vragen. Het voorstel voorziet in de invoering van een kostendekkend (f 17,25) terzake. Wanneer een persoon zich wenst in te schrijven op een adres waarvoor een inboekingsbeperking geldt, dient hij over een verklaring van de rechtmatige eigenaar c.q. de (hoofd)huurder te beschikken. De betreffende persoon kan zelf zorgdragen voor het verkrijgen van deze verklaring. Hij kan echter ook de Dienst Burgerzaken vragen dit voor hem te verzorgen. Het voorstel voorziet in een kostendekkend terzake (f 15,30). Hoofdstuk 5: Bouwvergunningen In dit hoofdstuk is voor een aantal prestaties een ingevoerd met een minimum aan verschuldigde leges bij het in behandeling nemen van een aanvraag. De minimumbedragen behoeven voor 1997 niet te worden verhoogd, aangezien ze op kostendekkend niveau zijn. Er wordt voorgesteld het minimum voor de breekvergunning als opgenomen in onderdeel te verhogen naar het meer kostendekkend van f 75,00 (zie ook hoofdstuk 17). Hoofdstuk 6: Milieuvergunningen Voorgesteld wordt naast de verhoging met 1,25% (zoals opgenomen is in de toelichting bij de begroting 1997) de tarieven extra te verhogen met ca. 4,75% in verband met het kostendekkend maken van deze tarieven. De huidige tarieven zijn gebaseerd op een sinds 1993 geïndexeerd uur-. De stijging als gevolg van de indexering heeft echter geen gelijke tred gehouden met de stijging van het werkelijke uur. Het voorstel voorziet erin, dat dit op een kostendekkend niveau wordt gebracht. Tevens wordt voorgesteld in de bijlagen bij de Legesverordening 1996 enkele wijzi-gingen aan te brengen. Dit betreft in bijlage A met betrekking tot de visverwerkingsinrichtingen de categorie-indeling. Als gevolg hiervan zullen kleine visbewerkers in een lagere categorie dan voorheen ingedeeld worden. In bijlagen B en C zijn het aanpassingen als gevolg van het instellen van gezoneerde industrieterreinen in het kader van de Wet geluidhinder. Voorts wordt voorgesteld in dit hoofdstuk 6 een "parapluontheffing" op te nemen ten aanzien van het verlenen van ontheffingen in het kader van de Wet milieubeheer voor het brengen van bedrijfsafvalwater in een openbaar riool vanuit een nietlocatiegebonden niet-inrichting. Onder een niet-inrichting kan onder meer worden verstaan een verrijdbare snackcar of het reinigen van gevels. Aangezien deze tevens als niet-lokatiegebonden aangemerkt kunnen worden, dient in de huidige situatie steeds per nieuwe lokatie een ontheffing aangevraagd te worden. Gezien de met de aanvraag gepaard gaande werkzaamheden is het niet redelijk om in die situatie voor elke aanvraag leges in rekening te brengen. De "paraplu-ontheffing"- bepaling voorziet erin, dat voor steeds terugkerende activiteiten op andere lokaties één persoonsgebonden ontheffing verleend wordt, die geldig is voor diverse lokaties in Den Haag. Voor het verlenen van een "paraplu-ontheffing" moet dezelfde procedure doorlopen worden als voor een Wet milieubeheervergunning. Bij de bepaling van de hoogte van het is hiermee rekening gehouden. Als uitgangspunt is de Wet milieubeheer-vergunningprocedure voor een categorie 1-bedrijf genomen. Hiermee wordt bereikt, dat voor een niet-inrichting niet voor elke wijziging van de locatie leges betaald hoeven te worden. Hoofdstuk 7: Wet bodembescherming Voorgesteld wordt de tarieven per 1 januari 1997 voorshands niet te verhogen. Begin 1997 zal een eerste evaluatie van de uitvoering van de Wet bodembescherming plaatsvinden. In dat kader zullen ook de tarieven nader beschouwd worden. Indien als gevolg daarvan de tarieven gewijzigd moeten worden zal dit aan u worden voorgelegd. Hoofdstuk 8: Gemeentearchief Voorgesteld wordt in afwijking van de trendmatige verhoging van 0,8% het voor het doen van onderzoek door aan het Gemeentearchief verbonden ambtenaren op kostendekkend niveau te brengen. De hoogte van de personele kosten van de betreffende ambtenaren in aanmerking genomen komt het van f 35,40 op f. 50,00 per half- mensuur. Ter vergelijking melden wij u, dat het soortgelijke van het Rijksarchief eveneens f 50,00 per half mensuur bedraagt. Hoofdstuk 11: Rijbewijzen Bij een aanvraag van een rijbewijs wegens vermissing van het origineel wordt een vermissingsverkla- 2 raadsvoorstellen 1996

3 ring opgesteld. Voorgesteld wordt om voor deze extra werkzaamheden een kostendekkend leges- in te stellen. Hierbij kan aansluiting gezocht worden bij het voor het aanvragen van reisdocumenten, waarbij het eerder verstrekte document niet overgelegd kan worden. De hoogte van dat bedraagt f 46,85, inclusief de trendmatige verhoging. Hoofdstuk 15: Huisvesting Voorgesteld wordt een nieuw onderdeel op te nemen. Het betreft het in behandeling nemen van een aanvraag voor subsidie voor het treffen van duurzaam bouwen-voorzieningen als bedoeld in de Tijdelijke Stimuleringsregeling duurzaam bouwen. Voorts wordt voorgesteld een aantal redactionele aanpassingen op te nemen. Deze hebben geen materiële gevolgen. Hoofdstuk 16: Verkeer en vervoer In dit hoofdstuk zijn de tarieven vermeld voor ontheffingen op basis van de Wegenverkeerswet Gelet op de inmiddels opgedane ervaringen met de behandeling van aanvragen daartoe is het noodzakelijk ten aanzien van een aantal handelingen een in te voeren. Het gaat hierbij om aanvragen tot wijziging van de ontheffing als gevolg van wijziging van een kenteken dan wel het aantal voertuigen, waarvoor de ontheffing verleend is. Tevens gaat het om een aanvraag voor de afgifte van een bij de ontheffing behorende ontheffingskaart. De huidige ontheffingen op grond van artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 worden voor een langere periode dan 3 maanden afgegeven. Het is gebleken, dat er behoefte bestaat aan een ontheffing met een kortere geldigheidsduur. Dit raadsvoorstel voorziet in invoering van een kostendekkend. Indien daartoe aanleiding bestaat, wordt op aanvragen afwijzend beschikt. Aangezien in dat geval niet alle werkzaamheden verricht behoeven te worden die met het verlenen van een ontheffing gepaard gaan is het redelijk in zo'n geval een deel van de geheven leges terug te geven. Dit voorstel voorziet daarin. Voorts wordt voorgesteld het voor het in behandeling nemen van aanvragen voor ontheffingen, gebaseerd op de Wegenverkeerswet met betrekking tot bepalingen van het Voertuigenreglement, te verminderen van f 93,60 tot f 65,00. De uitvoering van de taken die hiermee samenhangen zullen naar de Rijksdienst voor het Wegverkeer (verder: RDW) worden overgeheveld. Met betrekking tot deze activiteiten is door de VNG een mantelovereenkomst met de RDW afgesloten. Hierin is bepaald, dat het ter zake van deze ontheffingen op f 65,00 wordt gesteld. Voorts is bepaald, dat van het bedrag van f 65,00 een bedrag van f 30,00 ten gunste komt van de gemeente Den Haag. De gemeente Den Haag zal zich bij deze mantelovereenkomst aansluiten. Gezien de ervaringen van de RDW op dit terrein is zij in staat deze taken voor het gestelde uit te voeren. Verder wordt voorgesteld om een bepaling op te nemen ter zake van het teruggeven van de helft van het ver-schuldigde legesbedrag, indien afwijzend wordt beschikt op de aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in de onderdelen en en op de aanvraag als bedoeld in onderdeel Hoofdstuk 17: Algemene Politieverordening In verband met het feit dat er aanvragen voor het hebben van een inrit op of boven gemeentegrond niet meer in behandeling genomen worden kan het terzake geldende komen te vervallen. Dit voorstel voorziet daarin. Conform hetgeen bij de invoering van de breekvergunning als uitgangspunt is genomen wordt voorgesteld een op te nemen voor het in behandeling nemen van aanvragen voor een breekvergunning voor het breken in de weg, waarbij geen sprake is van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond. Dit is gelijk aan het voor de breekvergunning welke als zodanig in de Legesverordening 1996 is opgenomen. Hoofdstuk 18: Brandweer De tarieven van de verrichtingen van de brandweer zijn ten behoeve van de begroting 1997 op hun kostendekkendheid beoordeeld. Gebleken is, dat een groot aantal tarieven niet kostendekkend is. Voorgesteld wordt - overeenkomstig het gestelde in de toelichting bij de begroting deze tarieven op kostendekkend niveau te brengen. Dit resulteert voor een aantal tarieven in een forse stijging. Een aantal tarieven kan verlaagd worden. De gemiddelde stijging bedraagt ca. 6%. Hoofdstuk 21: Diversen In hoofdstuk 21 wordt voorgesteld een voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning c.q. een ontheffing in het kader van de Bomenverordening 1996 in te voeren (kap-vergunning). Gezien de hoogte van de tarieven in de omliggende gemeenten en het feit, dat bij een hoger het risico ontstaat dat men de formele procedure zal ontwijken (en derhalve het aantal clandestiene kapactiviteiten zal toenemen) stellen wij een niet-kostendekkend van f 50,00 voor. Voor het niet door het gedekte deel van de kosten wordt een oplossing binnen de begroting van de Dienst Stadsbeheer gevonden. raadsvoorstellen

4 Overige aanpassingen Naast aanpassing van de tarieven in de tarieventabel behorende bij de Legesverordening 1996 wordt het hiernavolgende voorgesteld of opgemerkt. Invorderingsrente Met ingang van 1 januari 1997 geldt voor alle heffingen, dat bij te late betaling invorderingsrente verschuldigd is respectievelijk bij teruggave invorderingsrente wordt vergoed. Dit vloeit voort uit hoofdstuk V van de Invorderingswet Tot 1 januari 1997 geldt er een overgangsregeling. Voor de onroerende-zaakbelastingen (ozb) is het in rekening brengen en vergoeden van invorderingsrente reeds ingevoerd. In de onderhavige concept-wijzigingsverordening is - ter wille van de eenduidigheid - eenzelfde regeling opgenomen. Gelet op het karakter van de heffing zullen geen noemenswaardige materiële gevolgen hierdoor optreden. Tekstuele aanpassingen Hier en daar zijn in de verordening tekstuele wijzigingen aangebracht die voornamelijk verband houden met de nieuwe spellingsregels van de Nederlandse taal. Deze wijzigingen hebben geen materiële gevolgen. Goedkeuringsprocedure Met ingang van 1 juli 1996 is het preventieve toezicht door rijk en provincie op gemeentelijke belastingverordeningen afgeschaft. De belastingverordeningen behoeven derhalve niet meer ter goedkeuring te worden voorgelegd. Wel moeten deze op voorgeschreven wijze worden bekendgemaakt. Financiële consequenties De meeropbrengst van de voorgesteld verhoging voor 1997 bedraagt ca. f. 2,3 miljoen. Gezien het vorenstaande stellen wij u voor, gelet op de adviezen van de commissies voor Financiën (alle leden stem voorbehouden), voor Leefbaarheid, Milieu en Promotie (alle leden stem voorbehouden) en voor Algemene Bestuurlijke en Politie- en Brandweeraangelegenheden (alle leden stem voorbehouden), het volgende besluit te nemen: De raad van de gemeente 's-gravenhage, Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, Gelet op de artikelen 216 en 229, eerste lid, onderdelen a en b, van de Gemeentewet, Besluit: vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING tot wijziging van de verordening op de heffing en invordering van leges (Legesverordening 1996) Artikel I A. In artikel 4, eerste lid, onderdeel d wordt na het woord "van" en vóór het woord "burgemeester" tussengevoegd: het college van B. Artikel 10 komt te luiden als volgt: Artikel 10 Rente 1. Het bepaalde in Hoofdstuk V van de lnvorderingswet 1990 inzake invorderingsrente vindt toepassing op de invordering van deze rechten. 2. De ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 vindt daarbij overeenkomstige toepassing. 3. Ingeval op grond van artikel 25 van de lnvorderingswet 1990 uitstel van betaling is verleend wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze in totaal een bedrag van f 50,00 niet te boven gaat. C. In de titel van artikel 11 komen de woorden "en citeertitel" te vervallen. 4 raadsvoorstellen 1996

5 D. De tarieventabel behorende bij de Legesverordening 1996 komt te luiden als volgt: Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 1996 Indeling tarieventabel Hoofdstuk 1 Algemeen Hoofdstuk 2 Bestuursstukken Hoofdstuk 3 Burgerlijke Stand Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens Hoofdstuk 5 Bouwvergunningen Hoofdstuk 6 Wet milieubeheervergunningen Hoofdstuk 7 Wet bodembescherming Hoofdstuk 8 Gemeentearchief Hoofdstuk 9 Kadaster Hoofdstuk 10 Reisdocumenten Hoofdstuk 11 Rijbewijzen Hoofdstuk 12 Wet op de kansspelen Hoofdstuk 13 Drank- en Horecawet Hoofdstuk 14 Verordening Winkeltijden 1996 Hoofdstuk 15 Huisvesting Hoofdstuk 16 Verkeer en Vervoer Hoofdstuk 17 Algemene Politieverordening 1982 Hoofdstuk 18 Brandweer Hoofdstuk 19 Haven en ambulante handel Hoofdstuk 20 (vervallen) Hoofdstuk 21 Diversen raadsvoorstellen

6 HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN nieuw oud 1.1 Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: voor elk niet uitdrukkelijk in deze tarieventabel genoemd stuk, opgemaakt in het bijzonder belang van één of meer personen: uitsluitend inhoudende een door of vanwege het gemeentebestuur af te geven verklaring of gunstige beschikking f 16,95 f 15, voor zover niet vallende onder onderdeel 1.1.1, voor elke bladzijde: in formaat A4 of groter f 16,95 f 15, in kleiner formaat dan formaat A4 f 12,30 f 11, voor fotokopieën of op overeenkomstige wijze gereproduceerde en niet bij het Gemeentearchief berustende stukken per bladzijde f 0,60 f 0,55 6 raadsvoorstellen 1996

7 HOOFDSTUK 2 BESTUURSSTUKKEN nieuw oud Concernbegroting/dienstrekeningen 2.1. Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van geheel gedrukte of op andere wijze vermenigvuldigde stukken: voor een concernbegroting omvattende het beleid op hoofdlijnen, inclusief de nota van aanbieding f 28,90 f 28, voor het totale pakket dienstbegrotingen f 75,25 f 74, voor een afzonderlijke begroting, per bladzijde f 0,10 f 0, voor een concernrekening f 28,90 f 28, voor het totale pakket dienstrekeningen f 75,25 f 74, voor een afzonderlijke rekening, per bladzijde f 0,10 f 0,10 Handelingen raad/commissies 2.2 Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: tot het verstrekken van: afzonderlijke vellen van de Handelingen of raadsvoorstellen, per bladzijde f 0,10 f 0, tot het afsluiten van: een jaarabonnement op de Handelingen per kalenderjaar f 202,00 f 200, een jaarabonnement op de raadsvoorstellen per kalenderjaar f 202,00 f 200, een jaarabonnement op alle commissiestukken van de commissie voor: Bestuurlijke Vernieuwing en Organisatie f 144,15 f 143, Cultuur f 144,15 f 143, Financiën f 144,15 f 143, Algemene Bestuurlijke en Politie- en Brandweeraangelegenheden f 206,85 f 205, Economisch structuurbeleid, Marketing en Personeelszaken f 206,85 f 205, Leefbaarheid, Milieu en Promotie f 206,85 f 205, Onderwijs, Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten, Integratie- en Emancipatiebeleid f 252,00 f 250, Verkeer en Vervoer, Binnenstad en Monumenten f 259,00 f 256, Welzijn, Gezondheidszorg, Sport en Recreatie f 310,00 f 308, voor het onderdeel Welzijn en Gezondheidszorg f 206,85 f 205, voor het onderdeel Sport en Recreatie f 144,15 f 143, Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing en Volkshuisvesting f 635,00 f 630, voor het onderdeel Ruimtelijke Ordening en Stadsvernieuwing f 384,00 f 381, voor het onderdeel Volkshuisvesting f 252,00 f 250, een jaarabonnement op alle commissiestukken van een niet in de onderdelen tot en met genoemde commissie f 97,25 f 96, een jaarabonnement op: de agenda van één commissie f 51,70 f 51, de notulen van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing en Volkshuisvesting f 101,00 f 100, de notulen van één van de overige vaste raadscommissies f 77,55 f 76, de raadsagenda's f 77,55 f 76, de lijst van ingekomen stukken voor de raadsvergaderingen f 72,40 f 71,80 raadsvoorstellen

8 De abonnementen hebben betrekking op de periode 1 januari tot en met 31 december; 2.3 Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van bij raads- en commissiestukken behorende tekeningen, per tekening f 1,60 f 1, Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van andere hiervoor in de onderdelen 2.1 tot en met niet genoemde geheel gedrukte of op overeenkomstige wijze vervaardigde stukken, per bladzijde f 0,10 f 0,10 8 raadsvoorstellen 1996

9 HOOFDSTUK 3 BURGERLIJKE STAND nieuw oud Huwelijk 3.1 Voor de voltrekking van een huwelijk of de inschrijving in een samenlevingsregister in het gemeentehuis aan het Spui 70 of in de stadsdeelkantoren: op maandag en dinsdag na uur, alsmede op woensdag en donderdag f 286,00 f 276, op vrijdag f 385,00 f 372, Voor de voltrekking van een huwelijk of de inschrijving in een samenlevingsregister in het Oude Stadhuis, Groenmarkt: op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag f 433,00 f 418, op vrijdag f 552,00 f 533, op zaterdag f 1.148,00 f 1.108, Voor de voltrekking van een huwelijk of de inschrijving in een samenlevingsregister in het Paviljoen de Witte of in het Kurhaus de in de onderdelen tot en met genoemde tarieven, vermeerderd met de vooraf aan de aanvrager bekend te maken kosten die terzake door het Paviljoen de Witte of het Kurhaus voor het gebruik van deze lokaties aan de gemeente 's-gravenhage in rekening worden gebracht. 3.3 Voor de voltrekking van een huwelijk overeenkomstig artikel 64 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek of een inschrijving in een samenlevingsregister buiten het huis der gemeente of één der hiervoor genoemde lokaties f 324,00 f 313,00 Akten e.d. 3.4 Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: voor een duplicaat-standaardboekje f 20,50 f 19, voor het verzorgen van een afschrift of een uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand uit een andere gemeente in Nederland f 25,30 f 25,30 vermeerderd met de vooraf opgegeven kosten aan die gemeente te voldoen; voor een nasporing in de registers van de burgerlijke stand of in het samenlevingsregister, per half mens-uur, f 70,75 f 68, voor het verstrekken van inlichtingen door middel van wekelijks uit te geven lijsten vermeldende de namen van de in een week ondertrouwden en de door hen opgegeven adressen, bij wijze van een op naam gesteld abonnement gedurende een tijdvak van een jaar f 2.563,00 f 2.474, voor het verstrekken van een afschrift of uittreksel uit het samenlevingsregister f 13,75 f 15,45 Diversen burgerlijke stand 3.5 Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning: voor het verlenen van verlof tot het eerder of later begraven of cremeren van een overledene f 46,85 f 45, voor het verlenen van verlof voor het op- of herbegraven f 70,25 f 67, laissez-passer f 11,65 f 11, Voor het door de gemeente tijdelijk ter beschikking stellen van personeel wordt een vergoeding in rekening gebracht: voor huwelijken of inschrijvingen in een samenlevingsregister, per getuige f 11,10 f 10,70 raadsvoorstellen

10 HOOFDSTUK 4 VERSTREKKINGEN UIT DE GEMEENTELIJKE BASISADMINISTRATIE PERSOONSGEGEVENS nieuw 4.1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd. 4.2 Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking buiten abonnement f 7,80 f 7, tot het afsluiten van een abonnement met een geldigheidsduur van twee jaren: voor verstrekkingen, welke worden verstrekt ten aanzien van met naam en/of adres aangeduide personen: voor 25 verstrekkingen f 158,50 f 153, voor 100 verstrekkingen f 543,00 f 524, voor 500 verstrekkingen f 2.275,00 f 2.196, voor verstrekkingen f 3.859,00 f 3.725, voor verstrekkingen f 9.100,00 f 8.784, voor verstrekkingen f ,00 f , voor verstrekkingen f ,00 f , voor verstrekkingen uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens via selectie of steekproef, buiten abonnement: voor verstrekkingen of minder f 1.214,00 f 1.172, voor elk volgend honderdtal of gedeelte daarvan f 24,25 f 23, De legesbedragen in de onderdelen en worden vermeerderd met de kosten voor (re)productie, papier- en transport volgens vooraf verstrekte opgave. 4.3 Het bedraagt ter zake van het op aanvraag doornemen van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, voor ieder daaraan besteed mens-kwartier f 12,20 f 11, voor een door of namens het gemeentebestuur te ondertekenen of af te geven verklaring f 16,95 f 16,35 Vestigingsregister 4.5 Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: tot het verstrekken van gegevens uit het vestigingsregister per verstrekking buiten abonnement f 5,55 f tot het verstrekken van een abonnement met een geldigheidsduur van één jaar: voor verstrekkingen uit het vestigingsregister, welke worden verstrekt ten aanzien van met naam en/of adres aangeduide personen: voor 100 verstrekkingen f 500,00 f voor 500 verstrekkingen f 2.389,00 f - Inboekingsbeperking 4.6 Het bedraagt ter zake van het in behandeling oud 10 raadsvoorstellen 1996

11 nemen van een aanvraag: raadsvoorstellen

12 4.6.1 tot het verlenen van aan de juridische eigenaar of (hoofd)huurder van een inboekingsbeperking op diens adres f 17,25 f tot het verkrijgen van de toestemming van de juridische eigenaar of (hoofd)huurder tot het inschrijven op diens adres waarop een inboekingsbeperking rust, ongeacht of de toestemming verleend wordt f 15,30 f - 12 raadsvoorstellen 1996

13 HOOFDSTUK 5 BOUWVERGUNNINGEN nieuw oud Bouwkosten 5.1 Het bedrag van de kosten van het uit te voeren bouwwerk, bedoeld in de onderdelen 5.2 tot en met 5.5, wordt vastgesteld op de aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren bouwwerk, inclusief omzetbelasting, danwel voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd, waarbij van toepassing zijn: a. het bepaalde onder 3.2, Bouwkosten; en b. het bepaalde onder 3.4, Bijkomende kosten, tabel 2, onder a, voor wat betreft architect, constructeur, adviseur bouwfysica en adviseur installatie en onder i, omzetbelasting. Bouwvergunningen 5.2 Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Woningwet (Bouwvergunning): 22,2 promille 22,0 promille van het overeenkomstig onderdeel 5.1 vastgestelde bedrag van de kosten van het uit te voeren bouwwerk, berekend over elk geheel bedrag van f 100,00 met een minimum van f 487,00 f 487, indien de aanvraag als bedoeld in onderdeel 5.2 betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 11, 15, 16, 17, 18 of 19 van de Wet op de ruimtelijke ordening, artikel 50, vijfde lid, of artikel 51, derde lid, van de Woningwet, dan wel een combinatie van twee of meer van deze bepalingen, wordt het overeenkomstig onderdeel 5.2 berekende bedrag verhoogd met een bedrag berekend naar 7,2 promille 7,1 promille van het overeenkomstig onderdeel 5.1 vastgestelde bedrag van de kosten van het uit te voeren bouwwerk berekend over elk geheel bedrag van fl. 100,- met een minimum van f 924,00 f 924, indien de aanvraag als bedoeld in onderdeel 5.2 betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet worden verleend voor het hebben onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond van kabels, leidingen en spoorstaven alsmede afzettingen, tenten, steigers, bouwmaterialen en dergelijke voor de uitvoering van het bouwplan, onderhouds- en/of renovatiewerkzaamheden en dergelijke, wordt het overeenkomstig onderdeel 5.2 danwel onderdelen 5.2 en berekende bedrag verhoogd met een bedrag berekend naar 1,5 promille 1,4 promille van het overeenkomstig onderdeel 5.1 vastgestelde bedrag van de kosten van het uit te voeren bouwwerk met een minimum van f 15,60 f 15, Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een nadere vergunning in verband met het afwijken van raadsvoorstellen

14 het bouwplan, waarvoor een bouwvergunning als bedoeld in onderdeel 5.2, of werd verleend: een bedrag berekend op de wijze als in onderdeel 5.2, of bepaald, naar het van en verminderd met de voor de oorspronkelijke vergunning berekende leges, met dien verstande, dat in elk geval is verschuldigd f 491,00 f 487,00 en dat geen restitutie van de voor de oorspronkelijke vergunning betaalde leges plaatsvindt; Meldingsplichtige bouwwerken Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 42 van de Woningwet: 7,3 promille 7,3 promille van het overeenkomstig onderdeel 5.1 vastgestelde bedrag van de kosten van de uit te voeren werkzaamheden, berekend over elk geheel bedrag van f 100,00 met een minimum van f 79,20 f 79,20 wanneer eerdergenoemde kosten f 7.000,00 of minder bedragen; met een minimum van f 134,00 f 134,00 wanneer eerdergenoemde kosten f ,00 of minder, doch meer dan f 7.000,00 bedragen; indien de melding betrekking heeft op een bouwwerk waarbij vrijstelling van het geldende bestemmingsplan ingevolge artikel 42, derde lid van de Woningwet, danwel van het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan ingevolge artikel 42, vierde lid van de Woningwet, moet worden verleend, worden de leges als bedoeld in onderdeel verhoogd met 2,5 promille 2,4 promille van het overeenkomstig onderdeel 5.1 vastgestelde bedrag van de kosten van de uit te voeren werkzaamheden; indien ter zake van een melding, als bedoeld in subonderdeel 5.4.1, blijkt dat een bouwvergunning is vereist, worden de terzake van die melding geheven leges in mindering gebracht op de leges als bedoeld in onderdeel 5.2. Indien geen bouwvergunning wordt aangevraagd bestaat geen aanspraak op restitutie van de ter zake van de melding geheven leges; Gedoogvergunningen 5.5 Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een mededeling dat de bouw welke zonder vergunning is aangevangen of heeft plaatsgevonden wordt gedoogd, het in onderdeel 5.2 of 5.2 en of 5.2 en of 5.2 en en genoemde promillage verhoogd met 50 procent van het overeenkomstig onderdeel 5.1 vastgestelde bedrag van de kosten van het uitgevoerde bouwwerk berekend over elk geheel bedrag van f 100,00 met een minimum van f 906,00 f 906,00 wanneer onderdeel 5.2 van toepassing is en met een minimum van f 2.625,00 f 2.625,00 wanneer de onderdelen 5.2 en van toepassing zijn: met een minimum van f 31,00 f 31,00 wanneer de onderdelen 5.2 en van toepassing zijn en met een minimum van f 31,00 f 31,00 wanneer de onderdelen 5.2, en van toepassing zijn. Overschrijven bouwvergunning 5.6 Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een bouwvergunning, als bedoeld in artikel 10.3 van de Bouwverordening gemeente Den Haag 1993, op naam van een ander dan degene op wiens naam de vergunning is gesteld f 88,20 f 87,50 14 raadsvoorstellen 1996

15 5.7 Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlengen van de termijn van instandhouding, als bedoeld in artikel 45 van de Woningwet f 88,20 f 87,50 Vergunning aanleg pad 5.8 Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, als bedoeld in artikel 2.3a.2 van de Bouwverordening gemeente Den Haag 1993 (vergunning voor de aanleg van een pad) al dan niet gevolgd door het verlenen van een zodanige vergunning f 597,00 f 592,00 tenzij reeds leges verschuldigd zijn volgens het vermeld in de onderdelen 5.2, 5.2.1, of 5.3; Aanlegvergunning 5.9 Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de ruimtelijke ordening (aanlegvergunning) al dan niet gevolgd door het verlenen van een zodanige vergunning f 597,00 f 592,00 Vrijstelling bestemmingsplan 5.10 Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van vrijstelling van het geldende bestemmingsplan, waarbij geen sprake is van bouwen of aanleggen, welke moet worden verleend met toepassing van artikel 19 van de Wet op de ruimtelijke ordening, het bedrag van leges ingevolge de provinciale legesverordening zoals dit voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die terzake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als tijdstip van in behandeling nemen van de aanvraag aangemerkt de vijfde werkdag na de dag waarop eerdergenoemde begroting van het bedrag aan leges aan de aanvrager ter kennis is gebracht. Inzage 5.11 Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van inzage in: de bescheiden van een bestaand bouwwerk bestaande uit bouwvergunning met tekeningen f 22,05 f 21, een situatietekening f 11,05 f 10,95 Gebruiksvergunning 5.12 Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van: een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 6.1.1, onder a, b, d, e en f van de Bouwverordening gemeente Den Haag 1993 f 402,00 f 399,00 vermeerderd met f 2,00 f 1,95 per m² brutovloeroppervlak; een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 6.1.1, onder c, van de Bouwverordening gemeente Den Haag 1993 f 954,00 f 946, de op grond van het bepaalde in onderdeel 15.2 geheven leges worden in mindering gebracht op de leges die verschuldigd zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in onderdeel inlichtingen omtrent het jaar, waarin een gebouw of een gelijktijdig gebouwd complex is opgericht, raadsvoorstellen

16 alsmede voor het verstrekken van inlichtingen omtrent de bestemming van een gebouw of een gedeelte daarvan f 8,30 f 8, onder brutovloeroppervlak wordt verstaan het brutovloeroppervlak als bedoeld in het normblad NEN 2580, uitgave 1991, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Sloopvergunning 5.13 voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Bouwverordening gemeente Den Haag 1993 (sloopvergunning) al dan niet gevolgd door het verlenen van een zodanige vergunning 36,1 promille 35,8 promille van het overeenkomstig onderdeel 5.1 vastgestelde bedrag van de kosten van het slopen van het betrokken bouwwerk, berekend over elk geheel bedrag van f 100,00 met een minimum van f 592,00 f 592,00 Beginseluitspraken voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een beginseluitspraak: 15 procent van 22,2 promille 22,0 promille van het op de aanvraag aangegeven bedrag van de bouwkosten met een minimum van f 487,00 f 487, de op grond van het bepaalde in onderdeel geheven leges worden in mindering gebracht op de leges die verschuldigd zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in de onderdelen 5.2, en 5.2.2; indien een vergunning als bedoeld in de onderdelen 5.2, en niet wordt aangevraagd of te laat wordt aangevraagd bestaat geen aanspraak op restitutie van de geheven leges. Verhogingen 5.15 Indien een aanvraag om een vergunning als bedoeld in onderdeel 5.2 en onderdeel 5.9, betrekking heeft op een bouwplan of werk waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 11, 15, 16, 19, 46, achtste lid, van de Wet op de ruimtelijke ordening of 50, zesde lid van de Woningwet, danwel een combinatie van twee of meer van deze bepalingen, wordt het op de voet van de onderdelen 5.2 tot en met 5.14 berekende legesbedrag verhoogd. Deze verhoging bestaat uit het bedrag aan leges ingevolge de provinciale legesverordening, zoals dit voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van de verhoging wordt als tijdstip van in behandeling nemen van de aanvraag aangemerkt de vijfde werkdag na de dag waarop eerdergenoemde begroting van het bedrag aan leges aan de aanvrager ter kennis is gebracht. Op het verhoogde legesbedrag worden de aanvankelijk geheven leges als voorheffing in mindering gebracht. Indien na de mededeling doch voor het hiervoor genoemde in aanmerking te nemen tijdstip van in behandeling nemen de aanvrager mededeelt de aanvraag in te trekken wordt van de aanvankelijk geheven leges ontheffing verleend. Vaststelling werkelijke bouwkosten/sloopkosten Indien ter zake van een vergunning, als bedoeld in de onderdelen 5.2 tot en met 5.3, de werkelijke bouwkosten na het gereedkomen van de bouw afwijken van het op de voet van onderdeel 5.1 vastgestelde bedrag, zijn over het verschil afzonderlijke leges verschuldigd. Het verschuldigde bedrag wordt 16 raadsvoorstellen 1996

17 berekend door, met inachtneming overigens van het bepaalde in onderdeel 5.15, op de werkelijke bouwkosten het desbetreffende toe te passen en vervolgens de reeds geheven leges als voorheffing in mindering te brengen Indien ter zake van een vergunning, als bedoeld in onderdeel 5.13, de werkelijke sloopkosten na het gereedkomen van de sloop afwijken van het op de voet van onderdeel 5.1 vastgestelde bedrag, zijn over het verschil afzonderlijke leges verschuldigd. Het verschuldigde bedrag wordt berekend door op de werkelijke sloopkosten het desbetreffende toe te passen en vervolgens de reeds geheven leges als voorheffing in mindering te brengen. Ontheffing Leges, geheven ingevolge de onderdelen 5.2 tot en met 5.3 worden, onverminderd het bepaalde in onderdeel 5.15, laatste zin, indien de aanvraag om de vergunning wordt ingetrokken binnen 8 weken na het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, teruggegeven tot drie vierde gedeelte van het ter zake verschuldigd bedrag, met dien verstande dat tenminste het minimumbedrag verschuldigd blijft Leges, geheven ingevolge de onderdelen 5.2 tot en met 5.3 worden, indien de aanvraag tot het verkrijgen van de vergunning op een later tijdstip dan binnen 8 weken na het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning wordt ingetrokken of de vergunning wordt geweigerd dan wel ongebruikt gelaten, op aanvraag teruggegeven tot de helft van het terzake verschuldigde bedrag, met dien verstande dat tenminste het minimumbedrag verschuldigd blijft Indien een vergunning als bedoeld in de onderdelen 5.2 tot en met 5.3 geweigerd is, blijft de heffing van leges, ingevolge de onderdelen 5.2 tot en met 5.3 achterwege bij het binnen vier weken na dagtekening van de kennisgeving van de weigering opnieuw in behandeling nemen van een aangepaste aanvraag voor een vergunning als bedoeld in de onderdelen 5.2 tot en met 5.3 voor een bouwwerk waarvan de kosten van het uit te voeren bouwwerk niet meer dan f ,00 bedragen. Indien de kosten van het uit te voeren bouwwerk in de aangepaste aanvraag hoger zijn dan de kosten van het uit te voeren bouwwerk in de oorspronkelijke aanvraag zal over het meerdere leges geheven worden ingevolge de onderdelen 5.2 tot en met 5.3 met dien verstande dat de heffing over het meerdere achterwege zal blijven indien de leges voor het in behandeling nemen van de aangepaste aanvraag het minimum niet overschrijden. raadsvoorstellen

18 HOOFDSTUK 6 WET MILIEUBEHEER-VERGUNNINGEN nieuw oud 6.1 Het ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer bestaat uit: het basis voor de aan de inrichting, overeenkomstig de bij deze verordening behorende bijlage A, toegekende milieubelastingcategorie. Dit basis bedraagt voor een inrichting met: milieubelastingcategorie 1 f 2.985,00 f 2.815, milieubelastingcategorie 2 f 4.406,00 f 4.152, milieubelastingcategorie 3 f 6.086,00 f 5.734, milieubelastingcategorie 4, 5 of 6 f 7.348,00 f 6.916, vermeerderd met f 96,00 f 88,25 per punt score gevoeligheid omgeving, waarbij de score gevoeligheid omgeving wordt bepaald overeenkomstig de bij deze verordening behorende bijlagen B en C vermeerderd met f 572,00 f 565,00 per ieder in de inrichting plaatsvindend proces of activiteit, waarbij bedrijfsafvalwater, zoals gedefinieerd in de Wet milieubeheer, vrijkomt dat in een riolering wordt gebracht. 6.2 Indien een aanvraag als bedoeld in onderdeel 6.1 betrekking heeft op een inrichting die één of meer dan één nevenactiviteit heeft, die op zichzelf valt of vallen onder een in bijlage I van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer genoemde categorie, wordt het overeenkomstig onderdeel 6.1 berekende bedrag verhoogd met f 1.152,00 f 1.083,00 voor elke zodanige nevenactiviteit, met dien verstande dat deze verhoging niet wordt toegepast indien de aanvraag betrekking heeft op een inrichting die bestaat uit een combinatie van activiteiten, zoals beschreven in de bij deze verordening behorende bijlage D; 6.3 Voor het in behandeling nemen van aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer, waarop artikel 8.17 van die wet wordt toegepast, zijn de onderdelen 6.1 en 6.2 van overeenkomstige toepassing; 6.4 In afwijking in zoverre van onderdeel 6.3 is voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor een inrichting behorend tot categorie 27 van bijlage I van het Inrichtingenen vergunningenbesluit milieubeheer een bedrag verschuldigd van f 2.622,00 f 2.493, Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlenging van de termijn van een vergunning als bedoeld in de onderdelen 6.3 en 6.4 of tot omzetting daarvan in een vergunning zonder termijn is een bedrag verschuldigd van f 1.056,00 f 993, Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: tot het wijzigen, aanvullen of intrekken van beperkingen waaronder een vergunning is verleend of van voorschriften die daaraan zijn verbonden, danwel tot het alsnog aanbrengen van beperkingen aan een vergunning of het alsnog verbinden van voorschriften aan een vergunning, als bedoeld in artikel 8.24 van de Wet milieubeheer f 2.016,00 f 1.896, tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van een 18 raadsvoorstellen 1996

19 vergunning als bedoeld in artikel 8.26 van de Wet milieubeheer f 2.016,00 f 1.896, Indien een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in de onderdelen 6.1, 6.3 en 6.4 wordt ingetrokken: vóór het tijdstip van toezending van het ontwerp overeenkomstig artikel 3:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, bestaat aanspraak op ontheffing van 40 percent van de geheven leges; nà het tijdstip als bedoeld onder onderdeel doch vóór het tijdstip van bekendmaken van het besluit overeenkomstig artikel 3:41, van de Algemene wet bestuursrecht, bestaat aanspraak op ontheffing van 15 percent van de geheven leges; 6.8 Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 10.47, eerste lid, van de Wet milieubeheer, voor het in een openbaar riool brengen van bedrijfsafvalwater dat afkomstig is van een lokatiegebonden niet-inrichting f 567,00 f 542, Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 10.47, eerste lid, van de Wet milieubeheer, voor het in een openbaar riool brengen van bedrijfsafvalwater dat afkomstig is van een niet-lokatiegebonden niet-inrichting f 1.676,00 f - raadsvoorstellen

20 HOOFDSTUK 7 WET BODEMBESCHERMING nieuw oud 7.1 Het bedraagt op grond van artikel 39, derde lid van de Wet bodembescherming ter zake van de hierna genoemde diensten: voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van: een oriënterend onderzoek, een verkennend onderzoek, een nader onderzoek, dan wel een ander vergelijkbaar onderzoek, ter verkrijging van een beschikking als bedoeld in artikel 29, eerste lid van de Wet bodembescherming, betreffende een terrein waarvan de beschreven ernstige verontreiniging (vastgesteld op basis van de interventiewaarden zoals deze zijn opgenomen in de circulaire "Interventiewaarden Bodemsanering" van 9 mei 1994 (Staatscourant 24 mei 1994) c.q. Algemene Maatregel van Bestuur ex artikel 36 van de Wet Bodembescherming) een oppervlakte heeft: van 0 m² tot 500 m² f 1.634,00 f 1.634, van 500 m² tot m² f 2.043,00 f 2.043, van m² tot m² f 2.451,00 f 2.451, van m² tot m² f 2.859,00 f 2.859, van m² en meer per m² f 0,30 f 0,30 met een maximum van f , een saneringsonderzoek als bedoeld in artikel 1 van de Wet bodembescherming betreffende een terrein waarvan de beschreven ernstige verontreiniging (vastgesteld op basis van de interventiewaarden zoals deze zijn opgenomen in de circulaire "Interventiewaarden Bodemsanering" van 9 mei 1994 (Staatscourant 24 mei 1994) c.q. Algemene Maatregel van Bestuur ex artikel 36 van de Wet Bodembescherming) een oppervlakte heeft: van 0 m² tot 500 m² f 1.383,00 f 1.383, van 500 m² tot m² f 1.729,00 f 1.729, van m² tot m² f 2.075,00 f 2.075, van m² tot m² f 2.420,00 f 2.420, van m² en meer per m² f 0,25 f 0,25 met een maximum van f , een saneringsplan als bedoeld in artikel 39 van de Wet bodembescherming betreffende een terrein waarvan de beschreven ernstige verontreiniging (vastgesteld op basis van de interventiewaarden zoals deze zijn opgenomen in de circulaire "Interventiewaarden Bodemsanering" van 9 mei 1994 (Staatscourant 24 mei 1994) c.q. Algemene Maatregel van Bestuur ex artikel 36 van de Wet Bodembescherming) een oppervlakte heeft: van 0 m² tot 500 m² f 1.507,00 f 1.507, van 500 m² tot m² f 1.884,00 f 1.884, van m² tot m² f 2.260,00 f 2.260, van m² tot m² f 2.637,00 f 2.637, van m² en meer per m² f 0,30 f 0,30 met een maximum van f , indien het in onderdeel genoemde saneringsplan en de daaraan ten grondslag liggende onderzoeksrapporten tegelijkertijd ter beoordeling aan het college van burgemeester en wethouders worden voorgelegd, worden de tarieven zoals deze in de onderdelen tot en met zijn genoemd cumulatief in rekening gebracht. 20 raadsvoorstellen 1996

21 raadsvoorstellen

22 7.1.3 indien het onderzoeksrapport en/of het saneringsplan betrekking heeft op een deelsanering als bedoeld in artikel 40 van de Wet bodembescherming worden de leges vastgesteld evenredig met het aantal vierkante meters ernstige verontreiniging waarop het onderzoek betrekking heeft. 7.2 Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van: een melding als bedoeld in artikel 28 van de Wet bodembescherming ter verkrijging van een beschikking ex artikel 29, eerste lid, letter b van die wet, waarbij is vastgesteld dat er geen sprake is van een geval van ernstige verontreiniging en waarvan het onderzochte terrein een oppervlakte heeft van: van 0 m² tot 500 m² f 753,00 f 753, van 500 m² tot m² f 942,00 f 942, van m² tot m² f 1.131,00 f 1.131, van m² tot m² f 1.318,00 f 1.318, van m² en meer per m² f 0,15 f 0,15 met een maximum van f , een aanvraag voor het beoordelen van een nader onderzoek als bedoeld in artikel 29, eerste lid, letter a van de Wet bodembescherming op basis waarvan het college van burgemeester en wethouders concludeert dat er geen sprake is van een geval van ernstige verontreiniging en waarvan het betreffende terrein een oppervlakte heeft van: van 0 m² tot 500 m² f 753,00 f 753, van 500 m² tot m² f 942,00 f 942, van m² tot m² f 1.131,00 f 1.131, van m² tot m² f 1.318,00 f 1.318, van m² en meer per m² f 0,15 f 0,15 met een maximum van f , een aanvraag voor het beoordelen van een onderzoek dat niet wordt overlegd in het kader van een melding op grond van artikel 28 van de Wet bodembescherming, zijnde een oriënterend onderzoek, een verkennend onderzoek dan wel een ander vergelijkbaar onderzoek betreffende een terrein met een oppervlakte van : van 0 m² tot 500 m² f 521,00 f 521, van 500 m² tot m² f 652,00 f 652, van m² tot m² f 782,00 f 782, van m² tot m² f 912,00 f 912, van m² en meer per m² f 0,10 f 0,10 met een maximum van f , de tarieven genoemd in de onderdelen 7.1 en 7.2 worden verhoogd met een bedrag van f 55,00 f 55,00 uit hoofde van de kosten die voortvloeien uit de inschrijving in het kadastraal register dan wel uit hoofde van een doorhaling van de inschrijving in het kadastraal register en met een bedrag van f 55,00 f 55,00 uit hoofde van de kosten die voortvloeien uit elke wettelijk voorgeschreven publicatie dienaangaande 7.4 Het bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: tot het verlenen van inzage in bescheiden die in het kader van de Wet bodembescherming opgemaakt worden f 36,45 f 36, tot het maken van fotokopieën van bescheiden als bedoeld in onderdeel 7.4.1, voor elke bladzijde of tekening: 22 raadsvoorstellen 1996