Bescherming van onroerend erfgoed. Rechtsgevolgen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bescherming van onroerend erfgoed. Rechtsgevolgen"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar Bescherming van onroerend erfgoed. Rechtsgevolgen Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Roelens Jochen (studentennr ) Promotor: Prof. Dr. G. Van Hoorick Commissaris: L. Vandenhende

2

3 1 DANKWOORD Deze masterproef is het resultaat van vele uren opzoekingswerk, schrijven, schrappen, toevoegen en herschrijven. Deze masterproef zou niet mogelijk geweest zijn zonder de hulp van enkele mensen. In de eerste plaats wens ik mijn promotor, Prof. dr. Geert Van Hoorick, te bedanken voor het opnemen van het promotorschap en voor de waardevolle raad die hij mij, samen met commissaris mevrouw Lise Vandenhende, gaf om de masterproef aan te vatten. Reeds in mijn bacheloropleiding werd mijn interesse voor het omgevingsrecht gewekt door de boeiende colleges ruimtelijk bestuursrecht. Deze interesse werd tijdens mijn masteropleiding nog verder gevoed door de colleges van de grondige studie omgevingsrecht. Daarnaast gaat er ook een grote dank uit naar mijn ouders, mijn zus en Stephanie voor hun onophoudelijke steun gedurende mijn opleiding. Jochen Roelens Vleteren, mei 2015

4 2

5 3 INHOUDSOPGAVE DANKWOORD.1 INHOUDSOPGAVE 3 INLEIDING 13 DEEL I: Analyse van de rechtsgevolgen gekoppeld aan de aanwezigheid van erfgoedwaarden en aan het doorlopen van specifieke juridische procedures...17 Hoofdstuk 1. Historisch overzicht van de aandacht voor het behoud van onroerend erfgoed Erfgoedzorg in de 19 de eeuw: instellingen met een hart voor het onroerend erfgoed Juridisering van de erfgoedzorg en aandacht voor het landschap in het begin van de 20 ste eeuw De wet van 7 augustus 1931 op het behoud van monumenten en landschappen Federalisering en de veranderende bevoegdheid inzake onroerend erfgoed Sectorale regelgeving binnen het Vlaams Gewest Het Onroerenderfgoeddecreet: eenheids decreet...19 Hoofdstuk 2. De opname in een inventaris Band tussen opname in een inventaris en bescherming Één of meer inventarissen Juridisch statuut van de inventarissen Betrokkenheid van de burger tijdens de inventarisatieprocedure Criteria voor de opname in en het schrappen uit een vastgestelde inventaris Rechtsgevolgen verbonden aan de opname in een inventaris Vóór het Onroerenderfgoeddecreet: enkel specifieke rechtsgevolgen Het Onroerenderfgoeddecreet behoudt deze vier specifieke rechtsgevolgen Onroerenderfgoeddecreet introduceert algemene rechtsgevolgen Zorgplicht voor de administratieve (niet-vergunningverlenende) overheid Verhouding tussen inventarisering en vergunningen...29

6 Motiveringsverplichting voor de administratieve (niet-vergunningverlenende) overheid Informatieplicht bij overdracht ten bezwarende titel onzekerheid over het griefhoudend karakter van een opname in een vastgestelde inventaris...33 Hoofdstuk 3: De eigenlijke bescherming Zes statuten ter bescherming (sensu lato) van ons onroerend erfgoed Vier statuten ter bescherming (sensu stricto) van ons onroerend erfgoed Het nieuwe begrip overgangszone De bescherming van archeologische sites De bescherming van monumenten De bescherming van stads- en dorpsgezichten De bescherming van cultuurhistorische landschappen De uniforme beschermingsprocedure De twee fasen in de procedure: voorlopige en definitieve bescherming De procedure bij de voorlopige bescherming Reeds inspraak voor de afronding van de voorlopige bescherming: diverse principieel verplichte adviesaanvragen Vaststelling door de Vlaamse Regering van het besluit tot voorlopige bescherming Openbaar onderzoek georganiseerd door betrokken gemeente Kennisgeving aan de zakelijkrechthouders Bekendmaking in het Belgisch Staatsblad Periode waarbinnen de rechtsgevolgen van voorlopige bescherming gelden De procedure bij de definitieve bescherming Facultatieve adviesaanvraag aan de VCOE Uitspraak Agentschap Onroerend Erfgoed Kennisgeving aan de zakelijkrechthouders Bekendmaking in het Belgisch Staatsblad Inhoud voorlopig en definitief beschermingsbesluit Algemene rechtsgevolgen van een bescherming Voorafgaandelijke bemerkingen Passiefbehoudsbeginsel Actiefbehoudsbeginsel Algemene toelichting 46

7 Vaststelling door de Vlaamse Regering van algemene voorschriften voor instandhouding en onderhoud Toelating of verplicht advies met vastgestelde rechtsgevolgen voor handelingen aan of in beschermde goederen Algemene toelichting Toelating door het Agentschap Onroerend Erfgoed of de onroerenderfgoedgemeente principieel vereist voor welomschreven handelingen aan of in beschermde goederen Verval van de toelating Verplichte adviesvraag voor toelatingsplichtige handelingen waarvoor ten gevolge van andere sectorale wetgeving een vergunning vereist is Integratie met andere vergunningsplichten Toelatingsplicht neemt vorm aan van verplichte adviesaanvraag Advies: niet-bindend, maar met vastgestelde rechtsgevolgen Verhouding tussen de instrumenten voor ruimtelijke ordening en beschermingsbesluiten Inleidende probleemstelling Verhouding tussen een beschermingsbesluit en de ruimtelijke plannen: evolutie Oorspronkelijk: cumulatieve toepassing van beide wetgevingen Legaliteitsbeginsel: individueel besluit versus verordenende bepaling Recente rechtspraak: de primauteit van de ruimtelijke ordening ten dele genuanceerd Onroerenderfgoeddecreet: nieuwe decretale basis voor de primauteit van de ruimtelijke ordening Verhouding tussen een beschermingsbesluit en een stedenbouwkundige vergunning Impact van een later beschermingsbesluit op een nog niet (geheel) uitgevoerde en niet vervallen vergunning Verhouding tussen een reeds bestaand beschermingsbesluit en een later verkregen vergunning Onteigeningsmogelijkheid Informatieverplichtingen Informatieplicht bij overdracht Informatieplicht bij publiciteit over een voorgenomen overdracht Opent een bescherming een recht op schadevergoeding? Inleiding Wettelijke basis vóór het Onroerenderfgoeddecreet Huidige situatie Schadevergoeding niet voorzien in het Onroerenderfgoeddecreet Schadevergoeding op basis van artikel 16 Grondwet?...63

8 Schadevergoeding bij toepassing van het beginsel van de gelijkheid voor openbare lasten? Schadevergoeding op basis van artikel 1 Eerste Aanvullend Protocol bij het EVRM? Schadevergoeding op basis van artikel 11 Gecoördineerde wetten op de Raad van State? Toegangsrecht Financiering van de erfgoedzorg Inleidende bemerking Erfgoedpremie Onderzoekspremie Meerjarenpremieovereenkomsten Fiscale incentives Wetgevende historiek Voorwaarden en modaliteiten van de huidige belastingvermindering Specifieke rechtsgevolgen Genuanceerd sloopverbod voor beschermde monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten Specifiek voor beschermde cultuurgoederen opgenomen in een beschermingsbesluit van een monument Ongedaan maken van de rechtsgevolgen gekoppeld aan de definitieve bescherming Middels vergunningverlening? Middels een opheffing of wijziging van het beschermingsbesluit Voortaan uniforme procedures met duidelijke omschrijving van de gevallen waarin de opheffing/ wijziging mogelijk is Wijziging of opheffing binnen de hiertoe door het Onroerenderfgoeddecreet vastgestelde procedure Gevallen waarin deze procedure kan gevolgd worden Twee fasen in deze procedure: voorlopige en definitieve wijziging of opheffing...80 A. Procedure voor de voorlopige wijziging of opheffing 80 B. Procedure voor de definitieve wijziging of opheffing Tijdstip waarop de rechtsgevolgen uit een besluit tot definitieve wijziging of opheffing van toepassing worden Middels een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Geval waarin deze procedure kan gevolgd worden Procedure.83

9 Minder goede bescherming voor het onroerend erfgoed? Wijziging VCRO ter aanpassing van gewestelijke RUP s aan hun rol als instrument om beschermingsbesluiten te wijzigen of op te heffen. 85 Hoofdstuk 4. Afbakening van een erfgoedlandschap in een ruimtelijk uitvoeringsplan Begrip en situering Rechtsgevolgen van de afbakening van een erfgoedlandschap in een RUP Voor iedereen: principiële zorgplicht voor de erfgoedwaarden Voor administratieve overheden: twee zorgplichten, telkens met bijhorende motiveringsplicht.88 Hoofdstuk 5. Het opstellen van onroerenderfgoedrichtplannen Begrip, belang en situering Het koppelen van een actieprogramma aan een onroerenderfgoedrichtplan Rechtsgevolgen van het opstellen van een onroerenderfgoedrichtplan Rechtsgevolgen voorheen gekoppeld aan de ankerplaatsen Het stilzwijgen van het Onroerenderfgoeddecreet over rechtsgevolgen en over een zorgplicht Zorgplicht via inventarisatie? Zorgplicht voor overeenkomstig het Decreet Landschapszorg definitief aangeduide ankerplaatsen?...94 Hoofdstuk 6. Het bijzondere aan archeologie Inleiding-afbakening (Rechts)gevolgen opgenomen in het archeologieluik van het Onroerenderfgoeddecreet Het beginsel van het passief behoud van archeologische artefacten, sites en ensembles Het beginsel van het actief behoud van archeologische ensembles meldingsplichten Verbod op het zonder erkenning en zonder toelating uitvoeren van archeologisch onderzoek met ingreep in de bodem met het oog op wetenschappelijke vraagstelling Verbod op het opsporen met metaaldetectoren van archeologische artefacten en sites, zonder erkenning of in afwijking van de code van goede praktijk Verbod op het zonder toelating of zonder melding uitvoeren van archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem, van archeologische opgravingen of van graafwerken met de bedoeling archeologische sites op te sporen en vrij te leggen of archeologische artefacten uit hun originele context te verwijderen Rechtsgevolgen verbonden aan een toevalsvondst De toevoeging van een bekrachtigde archeologienota bij de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning met ingreep in de bodem of van een verkavelingsvergunning.102

10 Algemeen Gevallen waarin de toevoeging van een bekrachtigde archeologienota vereist is Gevallen waarin bij de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning met ingreep in de bodem een bekrachtigde archeologienota moet toegevoegd worden Gevallen waarin bij de aanvraag van een verkavelingsvergunning een bekrachtigde archeologienota moet worden toegevoegd Standaard procedure voor het verkrijgen van een bekrachtigde archeologienota Archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem voorafgaand aan vergunningsplichtige ingrepen Overmaken door erkend archeoloog van een archeologienota aan het Agentschap Onroerend Erfgoed Bekrachtiging van de archeologienota door Agentschap Onroerend Erfgoed of weigering Uitvoeren van de bekrachtigde archeologienota Specifieke procedure bij onmogelijkheid of onwenselijkheid om vóór de vergunningverlening een archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem uit te voeren Indienen door de erkende archeoloog bij het Agentschap Onroerend Erfgoed van het archeologisch vooronderzoek zonder ingreep in de bodem als te bekrachtigen archeologienota Bekrachtiging archeologienota door het Agentschap Onroerend Erfgoed of weigering Archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem Overmaken van een nota door de erkende archeoloog aan het Agentschap Onroerend Erfgoed Bekrachtiging van de nota door het Agentschap Onroerend Erfgoed of weigering Uitvoeren van de bekrachtigde nota Bezorgen van het archeologierapport door de erkende archeoloog aan het Agentschap Onroerend Erfgoed Het naleven van de bekrachtigde (archeologie)nota en van het Onroerenderfgoeddecreet als verplichte voorwaarde voor de vergunning Eindverslag te bezorgen door de erkende archeoloog aan het Agentschap Onroerend Erfgoed Financiering van de zorg voor het archeologisch erfgoed Financiering van archeologisch (voor)onderzoek.. 112

11 De oprichting van een archeologiefonds Premie voor buitensporige directe kost bij verplicht archeologisch onderzoek Inwerkingtreding archeologieluik van het Onroerenderfgoeddecreet 115 Deel 2. Synthese van de (rechts)gevolgen in en buiten het Onroerenderfgoeddecreet gekoppeld aan het bezit van erfgoedwaarden.117 Hoofdstuk 1. Algemene beschouwing..117 Hoofdstuk 2. Het aan de vinder bekend en het door de vinder redelijkerwijze te vermoeden bezit van archeologische (erfgoed)waarde(n) 118 Hoofdstuk 3. Het eventueel bezit van archeologische (erfgoed)waarde(n)..118 Hoofdstuk 4. Het niet bekend bezit van erfgoedwaarde(n) en het niet vermoed bezit van archeologische waarde Hoofdstuk 5. Het bekend bezit van erfgoedwaarde(n) en het vermoed bezit van archeologische waarde Het bekend bezit van erfgoedwaarde(n) en het vermoed bezit van archeologische waarde door onroerende goederen Het bekend bezit door onroerende goederen die niet van algemeen belang wegens hun erfgoedwaarde zijn, van erfgoedwaarde(n) en het vermoed bezit door onroerende goederen die niet van algemeen belang wegens hun archeologische waarde zijn, van archeologische waarde Bedoelde goederen Eerste mogelijkheid: de bedoelde goederen hebben niet het voorwerp van enige specifieke juridische procedure uitgemaakt Tweede mogelijkheid: de bedoelde goederen werden opgenomen in een vastgestelde inventaris, waarbij geen openbaar onderzoek gevoerd werd Rang regeling Rechtsgevolgen gekoppeld aan de opname in eender welke vastgestelde inventaris..121

12 Rechtsgevolgen gekoppeld aan de opname in de vastgestelde inventaris van bouwkundig erfgoed Onrechtstreekse rechtsgevolgen van de opname in een vastgestelde inventaris Derde mogelijkheid: de bedoelde goederen werden opgenomen in een vastgestelde inventaris waarbij wel een openbaar onderzoek gevoerd werd Rang regeling Rechtsgevolgen gekoppeld aan de opname in eender welke vastgestelde inventaris Rechtsgevolg gekoppeld aan de opname in de vastgestelde inventaris van archeologische zones Rechtsgevolgen gekoppeld aan de opname in de vastgestelde inventaris van bouwkundig erfgoed Rechtsgevolg gekoppeld aan de opname in de vastgestelde inventaris van houtige beplantingen met erfgoedwaarde Onrechtstreekse rechtsgevolgen van de opname in een vastgestelde inventaris met openbaar onderzoek Het bekend bezit door onroerende goederen die wel van algemeen belang wegens hun erfgoedwaarde zijn, van erfgoedwaarde(n) en het vermoed bezit door onroerende goederen die wel van algemeen belang wegens hun erfgoedwaarde zijn, van archeologische waarde Bedoelde goederen Eerste mogelijkheid: de bedoelde goederen hebben niet het voorwerp van enige specifieke juridische procedure uitgemaakt Algemeen rechtsgevolg Rechtsgevolgen voor archeologische sites en/of archeologische artefacten Rechtsgevolgen voor archeologische sites, cultuurhistorische landschappen, monumenten en stads- of dorpsgezichten Tweede mogelijkheid: de bedoelde goederen werden opgenomen in een vastgestelde inventaris waarbij geen openbaar onderzoek gevoerd werd Derde mogelijkheid: de bedoelde goederen werden opgenomen in een vastgestelde inventaris waarbij wel een openbaar onderzoek gevoerd werd Vierde mogelijkheid: de bedoelde goederen werden beschermd Algemene rechtsgevolgen Specifieke rechtsgevolgen Voor beschermde monumenten Voor beschermde stads- of dorpsgezichten Voor beschermde cultuurhistorische landschappen Voor beschermde archeologische sites 128

13 Vijfde mogelijkheid: de bedoelde goederen werden opgenomen in een afgebakend erfgoedlandschap Rang regeling Rechtsgevolgen Zesde mogelijkheid: de bedoelde goederen zijn betrokken bij een opgesteld onroerenderfgoedrichtplan 129 DEEL 3. BESLUIT 131 BIBLIOGRAFIE.. 141

14 12

15 13 INLEIDING 1. Niet alleen op onze samenleving, maar ook op ieder van ons rust de plicht om ons onroerend erfgoed respectvol te beheren. Het onroerend erfgoed vormt het meest tastbare deel van het cultuurarchief van Vlaanderen. Het omringt ons, we komen er dagelijks mee in aanraking. Het is het meest wezenlijke, het minst abstracte deel van onze culturele identiteit. Als nalatenschap van vorige generaties vormt het een belangrijk deel van ons collectief geheugen en geweten. Het is dan ook onze plicht om dit erfgoed respectvol te beheren, te meer omdat het onroerend erfgoed intrinsiek en existentieel deel uitmaakt van onze leefomgeving. 1 De decreetgever van het Onroerenderfgoeddecreet komt aldus tot het besluit dat het onze plicht is om het onroerend erfgoed respectvol te beheren. Ik stel mij de vraag of we niet op de eerste plaats respect moeten hebben voor de erfgoedwaarden die de ons omringende onroerende goederen desgevallend bezitten. Moeten de aanwezige erfgoedwaarden niet één van de elementen vormen bij de beoordeling van wat wij met de ons omringende onroerende goederen doen? Bij het beantwoorden van de vraag wat wij met de ons omringende onroerende goederen (kunnen) doen, moet er veelal een afweging van belangen gebeuren. Ofwel worden de private belangen afgewogen tegen het algemeen belang, ofwel worden de diverse elementen van algemeen belang onderling afgewogen. Ik stel me hierbij de vraag of de aanwezigheid van erfgoedwaarden niet beter steeds bij deze belangenafweging als één van de relevante beoordelingselementen in aanmerking wordt genomen. 2. De vragen die zich hierbij stellen zijn enerzijds hoe we ons onroerend erfgoed kunnen detecteren en anderzijds hoe we het voor de toekomst kunnen behouden. Als beleidsverantwoordelijke van onze samenleving wil de Vlaamse Regering uiteraard het antwoord op de principiële vragen of en hoe een welbepaald onroerend goed voor de toekomst behouden moet blijven, sturen. Hiertoe werkt zij een beleid uit en maakt zij gebruik van diverse beleidsinstrumenten, wat haar toelaat om in concrete casussen een objectief en gemotiveerd antwoord te geven op de vraag of een welbepaald onroerend goed voor de toekomst behouden moet blijven. In de systematiek van het Onroerenderfgoeddecreet vormt de eigenlijke bescherming van onroerend erfgoed nog steeds een zeer belangrijk beleidsinstrument binnen het Onroerenderfgoeddecreet aangezien de eigenlijke bescherming een principieel definitief waardeoordeel over de noodzaak tot behoud van een onroerend goed voor de toekomst omvat. De bescherming als beleidsinstrument wordt verder opgedeeld in zes verschillende instrumenten, te weten de bescherming van archeologische sites, de bescherming van monumenten, de bescherming van cultuurhistorische landschappen, de bescherming van stads- of dorpsgezichten, de opstelling van onroerenderfgoedrichtplannen en de afbakening van erfgoedlandschappen. Naast deze bescherming krijgt ook inventarisering een eigen plaats, als volwaardig beleidsinstrument. 1"Memorie"van"toelichting"ontwerp"van"decreet"betreffende"het"onroerend"erfgoed,"Parl.St."Vl.Parl."2012<

16 14 Het vaststellen van inventarissen vormt een eerste beleidsmatig oordeel over de noodzaak tot behoud van het betreffende onroerend goed voor de toekomst bij het uittekenen van een onroerend erfgoedbeleid, en duidt volgens de Vlaamse Regering 2 op de erfgoedwaarde van het betrokken goed. Inzake archeologie werd het behoud in situ aangenomen als basisuitgangspunt voor het beleid ter zake van het archeologisch goed en werden verschillende instrumenten eigen aan de archeologische situatie ontwikkeld, waarbij het archeologisch traject afgestemd werd op de ruimtelijke ordening. Verder worden in het Onroerenderfgoeddecreet nog een aantal beleidsondersteunende instrumenten opgenomen inzake informatie en publiciteit, het beheer van onroerend erfgoed, de financiering, de schadeloosstelling, de toegang en het toezicht, de handhaving en de ontsluiting. 3. In deze masterproef vertrek ik vanuit de twee centrale begrippen uit het Onroerenderfgoeddecreet. Het eerste centraal begrip is het onroerend erfgoed. Hierbij wil ik er onmiddellijk de aandacht op vestigen dat ik mij in deze masterproef niet zal beperken tot het onroerend erfgoed in de betekenis die daaraan gegeven wordt door het Onroerenderfgoeddecreet 3. In het Onroerenderfgoeddecreet wordt het onroerend erfgoed beperkt tot het geheel van monumenten, archeologische sites, cultuurhistorische landschappen en stads- en dorpsgezichten. Dit zijn allemaal goederen die van algemeen belang zijn wegens de (archeologische) erfgoedwaarde(n) die zij bezitten. 4 Daarnaast bestaan er op de eerste plaats tal van (onroerende) goederen die, hoewel ze één of meer erfgoedwaarden bezitten toch niet van algemeen belang zijn. Deze erfgoedwaarden kunnen ertoe leiden dat het wenselijk is om de goederen die deze erfwaarden bezitten te behouden voor de toekomst, wat er op zijn beurt toe kan leiden dat er ook met betrekking tot deze goederen juridische procedures doorlopen worden die rechtsgevolgen met zich meebrengen. Daarnaast bestaan er ook zones die met (hoge) waarschijnlijkheid archeologische waarde hebben. Ook deze vermoedelijke aanwezige archeologische erfgoedwaarden kunnen er toe leiden dat het wenselijk is om deze goederen te behouden voor de toekomst, wat ook hier er toe kan leiden dat er met betrekking tot deze goederen juridische procedures, die rechtsgevolgen met zich meebrengen, doorlopen worden Het tweede centraal begrip is de erfgoedwaarde. Erfgoedwaarde wordt in het Onroerenderfgoeddecreet omschreven als de archeologische, architecturale, artistieke, culturele, esthetische, historische, industrieel-archeologische, technische, ruimtelijk-structurerende, sociale, stedenbouwkundige, volkskundige of wetenschappelijke waarde waaraan onroerende goederen en de 2"AGENTSCHAP"ONROEREND"ERFGOED,"Onroerend-Erfgoed:-een-toelichting,"Brussel,"2014," Onroerenderfgoed.be,"24." 3"Art."2.1,"39 "Decr."Vl."12"juli"2013"betreffende"het"onroerend"erfgoed,"BS"17"oktober"2013."(hierna:" Onroerenderfgoeddecreet)" 4"Art.""2.1,""10,"38 "en"45 "Onroerenderfgoeddecreet." 5"Art.""2.1,"11 "en""hoofdstuk"4"onroerenderfgoeddecreet","in"het"bijzonder""art."4.1.2" Onroerenderfgoeddecreet,"en"art."4.1.3"BVR"16"mei"2014"betreffende"de"uitvoering"van"het" Onroerenderfgoeddecreet"van"12"juli"2013."(hierna:"Onroerenderfgoedbesluit)"

17 15 cultuurgoederen die er integrerend deel van uitmaken hun huidige en/of toekomstige maatschappelijke betekenis ontlenen In deze masterproef maak ik in een eerste deel een analyse van het Onroerenderfgoeddecreet, met bijzondere aandacht voor de (rechts)gevolgen die dit decreet verbindt enerzijds aan het (vermoedelijk, eventueel of effectief) aanwezig zijn van erfgoedwaarden in onroerende goederen en anderzijds aan het doorlopen van de onderscheiden juridische procedures met betrekking tot deze onroerende goederen. Hierbij worden verwijzingen en (beperkte) excursies gemaakt enerzijds naar andere voor deze materie relevante rechtsgebieden en anderzijds naar de realisatie van de doelstellingen van de decreetgever van het Onroerenderfgoeddecreet. In deze masterproef zal ik mij dus niet beperken tot de bescherming in de betekenis die daaraan gegeven wordt door het Onroerenderfgoeddecreet. 7 Ik tracht het volledige instrumentarium toe te lichten waarin het Onroerenderfgoeddecreet voorziet om (onroerende) goederen met erfgoedwaarden voor de toekomst te behouden In het tweede deel van deze masterproef maak ik een systematische synthese van de (rechts)gevolgen verbonden aan het (eventueel,vermoedelijk of effectief) bezit van erfgoedwaarden. Hierbij verwijs ik telkens naar de behandeling in het eerste deel. Dit tweede deel is meer opgevat als een praktische handleiding voor iedereen die in aanraking komt met onroerende goederen. Het geeft een antwoord op de vraag onder welke voorwaarden er handelingen of werkzaamheden met (of in of met betrekking tot) goederen, die eventueel, vermoedelijk of effectief erfgoedwaarden bezitten, gedaan kunnen worden. Ook vragen als welke planologische bestemmingen aan deze goederen kunnen gegeven worden, welke stedenbouwkundige voorschriften er voor deze goederen kunnen opgelegd worden en welke vergunningen er voor deze goederen kunnen verleend worden, komen aan bod. 7. Omdat een uitvoerige bespreking ervan het bestek van deze masterproef te buiten gaat en omwille van de hieronder vermelde specifieke overwegingen, wordt in deze masterproef niet of niet uitvoerig ingegaan op de hierna vermelde luiken of aspecten van het Onroerenderfgoeddecreet. Er wordt wel naar deze niet (uitvoerig) behandelde onderwerpen verwezen in de mate dat ze belangrijk zijn voor een goed inhoudelijk begrip van andere in deze masterproef wel uitvoerig besproken onderwerpen. Komen aldus in deze masterproef minder aan bod: - de instanties en actoren belast met de uitvoering van het onroerenderfgoedbeleid; - de erkenning van gemeenten als onroerenderfgoedgemeente, de erkenning als een intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst, de erkenning als onroerenderfgoeddepot, de erkenning van archeologen, de erkenning als metaaldetectorist en evenmin de toekenning van een kwaliteitslabel aan 6"Art."2.1,"26 "Onroerenderfgoeddecreet." 7"Art."2.1,"14 "t.e.m.18 "en"hoofdstuk"6"onroerenderfgoedecreet,"met"uitzondering"evenwel"van"afdeling"5" van"dit"hoofdstuk." 8"Hoofdstuk"4" "7"Onroerenderfgoeddecreet..""

18 16 onroerenderfgoedondernemers; - de toekenning van subsidies aan intergemeentelijke onroerenderfgoeddiensten; - de opmaak, de goedkeuring, de aanpassing en de uitvoering van beheersplannen: het is op de eerste plaats niet duidelijk of een beheersplan gebonden is aan een onroerend erfgoed in het algemeen of enkel aan een beschermd erfgoed. 9 Verder heeft de Vlaamse Regering vooralsnog geen gebruik gemaakt van de haar door art , 1 Onroerenderfgoeddecreet geboden mogelijkheid om onroerende goederen aan te wijzen waarvoor de opmaak door de zakelijkrechthouder van een beheersplan verplicht is, waardoor de opmaak van een beheersplan mij minder voorkomt als een rechtsgevolg verbonden aan een instrument om het onroerend erfgoed voor de toekomst te behouden maar eerder als een loutere mogelijkheid die wordt geboden aan de zakelijkrechthouder of de gebruiker, die enerzijds voor de opmaak van dit plan een premie krijgt 10 en anderzijds door de opmaak van dit plan vrijstelling krijgt voor de handelingen opgenomen in de lijst van handelingen die vrijgesteld zijn van toelating die het goedgekeurde beheersplan bevat het volledige handhavingsluik: de nadruk ligt voortaan op preventie met inzet van de instrumenten raadgevingen, aanmaningen en minnelijke schikking waarbij zowel de nieuw geïntroduceerde bestuurlijke handhaving als de strafrechtelijke handhaving slechts worden toegepast als de inzet van de voormelde preventieve instrumenten niet het beoogde resultaat oplevert. 12 Het handhavingsluik dat in het Onroerenderfgoeddecreet zeer uitvoerig en zeer gedetailleerd uitgewerkt is, betreft uiteraard de sancties en de bestuurlijke maatregelen die kunnen getroffen worden wanneer de aan de onderscheiden instrumenten om het onroerend erfgoed voor de toekomst te behouden verbonden rechtsgevolgen niet nageleefd of gerespecteerd worden. Hierbij is vooral het samengaan van rechterlijke beslissingen en bestuurlijke handhaving problematisch geregeld zodat ter zake een reparatiedecreet zich opdringt. 13 Het opzet van deze masterproef situeert zich meer in een bespreking van de inhoudelijke rechtsgevolgen, eerder dan in de bepalingen die deze rechtsgevolgen moeten handhaven. 8. De begrippen die in deze masterproef vermeld worden, hebben de inhoud en betekenis die daaraan door het Onroerenderfgoeddecreet gegeven wordt 14, tenzij het tegendeel ofwel uit de tekst zelf ofwel uit de onmiddellijke context waarin deze begrippen gehanteerd wordt, voortvloeit. 9"Strategische"Adviesraad"Ruimtelijke"Ordening" "Onroerend"Erfgoed,"advies"van"31"augustus"2011"over" het"onroerenderfgoeddecreet,"parl.st."vl.parl."2012<2013,"nr."1901/1,"199."(hierna:"saro,"advies"van"31" augustus"2011"over"het"onroerenderfgoeddecreet,"parl.st."vl.parl."2012<2013,"nr."1901/1)" 10"Art."10.2.1,"3 "Onroerenderfgoeddecreet." 11"Art."6.4.4," "1"Onroerenderfgoeddecreet." 12"L."VANDENHENDE"en"G."VAN"HOORICK," Onroerend"erfgoed:"een"nieuw"decreet,"een"nieuwe"wind?," T.M.R."2014,"(520)"541,"nr."66." 13"M."BOES," Het"erfgoeddecreet"van"12"juli"2013."De"regeling"voor"de"handhaving "in""a.m."draye"(ed.)," Actualia-Onroerend-Erfgoed,"Antwerpen,"Intersentia,"2014,"(161)"222<225,"nr."61<63." 14"Art."2.1"Onroerenderfgoeddecreet.""

19 17 Deel I: Analyse van de rechtsgevolgen gekoppeld aan de aanwezigheid van erfgoedwaarden en aan het doorlopen van specifieke juridische procedures Hoofdstuk 1. Historisch overzicht van de aandacht voor het behoud van onroerend erfgoed 1.1 Erfgoedzorg in de 19 de eeuw: instellingen met een hart voor het onroerend erfgoed 9. In de loop van de 19 de eeuw groeide de belangstelling voor het onroerend erfgoed. Deze belangstelling was vooral toegespitst op zeer grote monumenten. Zo werd bij koninklijk besluit van 11 januari 1835 de Koninklijke Commissie voor Monumenten opgericht. De oprichting van deze Commissie, niet lang nadat de Belgische Staat tot stand kwam, dient in verband te worden gebracht met de zeer slechte staat van vele openbare gebouwen. Vooral het kerkelijk patrimonium bevond zich sinds de Franse Revolutie in een bijzonder verwaarloosde toestand. Deze Commissie had een louter adviserende functie. Oorspronkelijk kon zij enkel op verzoek van de minister van Binnenlandse zaken adviezen uitbrengen. Toch kregen de adviezen van de Commissie snel een groot moreel gezag. Vanaf 1872 begon de Commissie daarnaast met het opstellen van lijsten waarop monumenten stonden die voor de toekomst bewaard dienden te worden. De gebouwen werden naargelang hun waarde opgedeeld in verschillende klassen. Op deze manier kwam men tot het gebruik van de term klasseren. Uitsluitend oude monumenten konden geklasseerd worden. Er bestond met name een minimale ouderdomsvereiste van 100 jaar. 15 Heel deze systematiek van klasseren had geen juridische grondslag en bracht dus aanvankelijk ook geen rechtsgevolgen teweeg. Later kon een dergelijke klassering wel leiden tot rechtsgevolgen. Een monument dat op dergelijke lijst ingeschreven stond, kon immers in aanmerking komen voor een overheidssubsidie. 1.2 Juridisering van de erfgoedzorg en aandacht voor het landschap in het begin van de 20 ste eeuw 10. Ten gevolge van de toenemende industrialisering onderging het landschap zeer grote veranderingen. Op deze manier ontstond in het begin van de 20 ste eeuw een groeiende belangstelling voor landschapsbehoud. Een eerste wetgevend initiatief in deze zin werd de wet van 12 augustus 1911 tot behoud van de schoonheid der landschappen. 16 Deze wet had echter slechts een zeer beperkt toepassingsgebied: de wet richtte zich enkel tot ontginners van mijnen en soortgelijke zaken. De 15 #A.M.#DRAYE,#De#bescherming#van#het#roerend#en#onroerend#erfgoed.#Wet5,#decreet5#en#regelgeving#van# kracht#binnen#het##vlaamse#gewest/de#vlaamse#gemeenschap,#brussel,#larcier,#2007,#4.# 16 #Wet#12#april#1911#tot#het#behoud#van#de#schoonheid#der#landschappen,#BS#19#augustus#1911."

20 18 ontginner diende aan de grond zijn uiterlijk terug te geven door de uithollingen te bebossen of van gewassen te voorzien. In 1912 werd aan de Koninklijke Commissie voor Monumenten een afdeling landschappen toegevoegd. Aldus evolueerde dit adviesorgaan tot de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen. 1.3 De wet van 7 augustus 1931 op het behoud van monumenten en landschappen 11. Deze wet wordt gezien als een overwinning voor de Koninklijke Commissie. Deze wet was immers grotendeels de wettelijke bekrachtiging van de feitelijke praktijk. De Commissie ijverde reeds zeer lang voor een juridische basis voor haar klasseringsbeleid. De wet oogt ook vandaag nog modern. De voornaamste principes die we nu nog steeds in de erfgoedbescherming aantreffen, stonden reeds in deze wet ingeschreven. 17 Zo werd er onder meer reeds voorzien in het opleggen van erfdienstbaarheden, in het verlenen van subsidies, in de mogelijkheid tot schadevergoeding, in de mogelijkheid om de werken stil te laten leggen en in het bevelen van het herstel in de voorgaande toestand en zelf in een onteigeningsmogelijkheid wanneer het erfgoed zich in een verregaande slechte staat bevond en op die manier in gevaar was. Toch waren er ook negatieve punten: de wet voorzag onder meer niet in een adequate handhaving. 1.4 Federalisering en de veranderende bevoegdheid inzake onroerend erfgoed 12. Er kwam een einde aan de unitaire Staat België door de Grondwetswijziging van 24 december 1970 en de wet van 21 juli Drie gewesten en drie cultuurgemeenschappen zagen het levenslicht. Binnen elke cultuurgemeenschap bestond een cultuurraad die bevoegd was voor de culturele aangelegenheden. De wet van 21 juli 1971 bepaalde wat onder de culturele aangelegenheden begrepen diende te worden. Zo stelde de wet dat het cultureel patrimonium onder dit begrip viel. Sinds de grondwetsherziening van 1980 spreekt men niet langer over cultuurgemeenschappen. Voortaan waren er gewesten en gemeenschappen. De gemeenschappen waren onder meer bevoegd inzake culturele aangelegenheden. De bijzondere wet van 8 augustus 1980 bepaalt expliciet dat dat monumenten en landschappen onder de culturele aangelegenheden vallen. De bevoegdheidsverdeling werd abrupt gewijzigd door de wet van 8 augustus Deze wet hevelde de bevoegdheid inzake het onroerend erfgoed immers over van de gemeenschappen naar de gewesten. 17 #A.M.#DRAYE,#De#bescherming#van#het#roerend#en#onroerend#erfgoed.#Wet5,#decreet5#en#regelgeving#van# kracht#binnen#het##vlaamse#gewest/de#vlaamse#gemeenschap,#brussel,#larcier,#2007,#10.#

21 Sectorale regelgeving binnen het Vlaams Gewest 13. De wet van 7 augustus 1931 op het behoud van monumenten en landschappen werd vanaf 1972 gedeeltelijk gewijzigd en tenslotte bijna volledig opgeheven. De bescherming van het onroerend erfgoed werd hierna in drie aparte decreten geregeld. Deze bestonden naast elkaar en beschermden elk een bepaalde categorie van onroerend erfgoed. Het behoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten werd geregeld in het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten. 18 Voor beschermde monumenten bleven een aantal artikelen uit de wet van 7 augustus 1931 gelden. Het betrof ondermeer de regeling m.b.t. tot een mogelijke onteigening. De juridische bescherming voor archeologische zones en monumenten werd vastgelegd in het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium. 19 De juridische bescherming inzake landschapszorg werd geregeld in het decreet van 16 april 1996 houdende bescherming van landschappen Het Onroerenderfgoeddecreet: eenheids decreet 14. Het decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed heft deze voormelde regelgevingen op en regelt het behoud van ons onroerend erfgoed. In deze context wordt dan ook gesproken van een éénheids decreet. Dit decreet is op vandaag nog steeds niet volledig in werking getreden. Zo is, zoals verder in deze masterproef nog aan bod komt, het archeologieluik nog niet in werking getreden. 18 #Decr.Vl.#3#maart#1976#tot#bescherming#van#monumenten#en#stadsJ#en#dorpsgezichten,#BS#22#april#1976# (hierna:#monumentendecreet)." 19 #Decr.Vl.#30#juni#1993#houdende#bescherming#van#het#archeologisch#patrimonium,#BS#15#september#1993# (hierna:#archeologiedecreet).# 20 #Decr.Vl.#16#april#1996#houdende#bescherming#van#landschappen,#BS#21#mei#1996#(hierna:#Decreet# Landschapszorg).#

22 20

23 21 Hoofdstuk 2. De opname in een inventaris 2.1 Band tussen opname in een inventaris en bescherming 15. In het Onroerenderfgoeddecreet werd geen `band' tussen de opname in een vastgestelde inventaris en het eigenlijke beschermen aangegeven. Een goed moet dus niet eerst opgenomen worden in een vastgestelde inventaris vóór het kan worden beschermd. Net als DRAYE 21 pleit ik er evenwel voor om, bij het bestaan van een inventaris, waaraan rechtsgevolgen zijn verbonden, een goed eerst hierin op te nemen, zodat in de eerste plaats de eigenaar zich bewust wordt van de erfgoedwaarde van zijn goed en zich realiseert dat dit in de toekomst ook voor bescherming in aanmerking komt. Zo licht ik dan ook, overigens in navolging van het Onroerenderfgoeddecreet, eerst de opname van een onroerend goed in een inventaris en de rechtsgevolgen hieraan verbonden toe en daarna pas de eigenlijke bescherming. 16. Het vaststellen van de inventarissen vormt een eerste beleidsmatig waardeoordeel bij het uittekenen van het onroerenderfgoedbeleid. Opname in één of meer vastgestelde inventarissen verleent aan elk van de erfgoedtypes een juridisch statuut. Door de vaststelling spelen de inventarissen een rol in het proces van afweging en besluitvorming. Het vastgestelde onroerend erfgoed vormt dan één van de vele afwegingselementen. De vaststelling garandeert dat de erfgoedwaarden bij de start van het besluitvormingsproces geagendeerd worden en bij alle bestuurlijke beslissingen mee in overweging worden genomen Één of meer inventarissen 17. Reeds vanaf de jaren 60 ondersteunden een aantal inventarissen, die beheerd werden door de Vlaamse overheid, het beleid inzake bet behoud van het onroerend erfgoed. Ze hadden in hoofdzaak een academische waarde. 23 De inventarisatie van het bouwkundig erfgoed werd reeds vanaf voorbereid. In 1972 werd de Rijksdienst voor Monumenten- en Landschapszorg opgericht. Deze dienst ging verder met de inventarisatie die reeds gestart was door de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen. Zij zou deze resultaten dan ook publiceren in een eigen reeks Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Inventaris van het bouwkundig erfgoed. Deze reeks had een viervoudig doel. 24 In de eerste plaats konden deze inventarissen beschouwd worden als een aanzet tot bescherming. Deze inventarissen vormden namelijk een uitgangspunt om te beslissen welke monumenten en stads- en dorpsgezichten voor bescherming in aanmerking kwamen. Daarnaast waren 21"A.M."DRAYE," Het"onroerenderfgoeddecreet:"instanties"en"actoren,"inventarisatie"en"bescherming "in"" A.M."DRAYE"(ed.),"Actualia-Onroerend-Erfgoed,"Antwerpen,"Intersentia,"2014,"(1)"17,"nr."46." 22"MvT,"Parl.St."Vl.Parl."2012<13,"nr."1901/1,"36." 23"M.#DEWEIRDT,#"Onroerenderfgoedtoets#of#niet?",#TOO#2013,#afl.#4,#521." 24"A.M."DRAEYE,#De#bescherming#van#het#roerend#en#onroerend#erfgoed:#wet5,#decreet5#en#regelgeving#van# kracht#binnen#het#vlaamse#gewest/#de#vlaamse#gemeenschap,#brussel,#larcier,#2007,#74j75."

24 22 zij een hulpmiddel voor de gemeenten om hun beleid uit te stippelen. Ook waren zij een hulpmiddel voor personen op zoek naar de architectuur in hun streek. Ten slotte dienden zij ook om verder wetenschappelijk onderzoek mogelijk te maken. In 1995 begon de landschapsinventarisatie waarbij de nadruk lag op de inventarisatie van landschapskenmerken van bovenlokaal belang met erfgoedwaarde Ook in het Onroerenderfgoeddecreet werd niet geopteerd voor één inventaris, maar gaat men uit van vijf aparte inventarissen. Dit is wellicht ingegeven door de diversiteit aan onroerend erfgoed en de daaruit voortvloeiende diversiteit aan beoogde rechtsgevolgen maar kan niettemin aanzien worden als een onvoldoende invulling van de door de decreetgever nagestreefde integrale en geïntegreerde benadering van het onroerend erfgoed, waarbij alle vormen van onroerenderfgoed evenwaardig worden behandeld en waarbij het begrip 'onroerend erfgoed' decretaal wordt vastgelegd. 26 Ook DRAYE is ervan overtuigd dat niets belet dat de opname van alle goederen die aan de criteria voldoen in één enkele inventaris gebeurt, ook al gelden deels andere rechtsgevolgen voor bijvoorbeeld gebouwd erfgoed. Zij vindt steun voor haar stelling in het gegeven dat slechts één procedurele regeling vooropgesteld wordt voor de vaststelling van de inventarissen. 27 Minister Bourgeois, voor onroerend erfgoed bevoegd Vlaams minister, beklemtoonde dat inzake de inventarissen de door de decreetgever nagestreefde integratie gerealiseerd werd op het vlak van digitale ontsluiting en de procedure voor vaststelling (één procedure voor de verschillende inventarissen) en dat de keuze voor vijf aparte inventarissen een beleidskeuze betreft, ingegeven door de resolutie van het Vlaams Parlement van 25 mei 2011 betreffende de conceptnota Onroerend Erfgoed en tevens is ingegeven door de verschillende rechtsgevolgen verbonden aan de verschillende vastgestelde inventarissen Juridisch statuut van de inventarissen 19. Vóór het Onroerenderfgoeddecreet hadden slechts twee van de toenmalige inventarissen reeds een juridisch statuut. Door de invoering van artikel 12/1 in het Monumentendecreet 29 werd de inventaris 25"A.M."DRAEYE,#De#bescherming#van#het#roerend#en#onroerend#erfgoed:#wet5,#decreet5#en#regelgeving#van# kracht#binnen#het#vlaamse#gewest/#de#vlaamse#gemeenschap,#brussel,#larcier,#2007,#240." 26"MvT,"Parl.St."Vl.Parl."2012<13,"nr."1901/1,"8;"SARO,"advies"van"31"augustus"2011"over"het" Onroerenderfgoeddecreet,"Parl.St."Vl.Parl."2012<2013,"nr."1901/1,"181<183";"Sociaal" "Economische"Raad" van"vlaanderen,"advies"van"21"september"2011"betreffende"het"decreet"onroerend"erfgoed","parl.st." Vl.Parl."2012<2013,"nr."1901/1,"208"en"214<215."(hierna:"SERV,"advies"van"21"september"2011" betreffende"het"decreet"onroerend"erfgoed","parl.st."vl.parl."2012<2013,"nr."1901/1)""""""""" 27"A.M."DRAYE," Het"onroerenderfgoeddecreet:"instanties"en"actoren,"inventarisatie"en"bescherming "in"" A.M."DRAYE"(ed.),"Actualia-Onroerend-Erfgoed,"Antwerpen,"Intersentia,"2014,"(1)"18,"nr."47." 28"Verslag"namens"de"Commissie"voor"Leefmilieu,"Natuur,"Ruimtelijke"Ordening"en"Onroerend"Erfgoed" uitgebracht"door"de"dames"karin"brouwers"en"mercedes"van"volcem,""parl.st."vl.parl."2012<13,"nr." 1901/8,"25." 29"Art.#99#Decr.Vl.#27#maart#2009#tot#aanpassing#en#aanvulling#van#het#ruimtelijk#planningsJ,#vergunningenJ#en# handhavingsbeleid,#bs#15#mei#2009."

25 23 bouwkundig erfgoed decretaal verankerd. 30 Ook aan de inventarisatie van waardevolle landschappen in de landschapsatlas werd reeds vóór het Onroerenderfgoeddecreet een decretale basis verschaft. 31 De centrale archeologische inventaris, de inventaris van historische tuinen en parken en de inventaris van houtige beplantingen met erfgoedwaarde hadden geen decretale basis. 20. Het Onroerenderfgoeddecreet voorziet in een expliciete juridische basis voor de vijf voormelde inventarissen, te weten de inventaris van bouwkundig erfgoed, de landschapsatlas, de inventaris van archeologische zones, de inventaris van houtige beplantingen met erfgoedwaarde en de inventaris van historische tuinen en parken. 32 Enerzijds wordt het bestaan van de inventaris bouwkundig erfgoed en van de landschapsatlas bevestigd en anderzijds komt er voor de overige inventarissen een decretale verankering van de feitelijk reeds bestaande praktijk. De conceptnota 33 voorziet in een drievoudig opzet voor de inventarissen: op de eerste plaats vormt de inventaris het referentiepunt voor het beleid zowel inzake het onroerend erfgoed als inzake andere beleidsthema s. Daarnaast beoogt de inventaris kennisverspreiding. Ten slotte vormen de inventarissen een belangrijk uitgangspunt voor verder wetenschappelijk onderzoek. 2.4 Betrokkenheid van de burger tijdens de inventarisatieprocedure 21. Vóór het Onroerendgoeddecreet werd er geen openbaar onderzoek gevoerd bij de inventarisatie. Ook van publiciteitsvereisten was er nauwelijks sprake. De burger wordt voortaan betrokken in de inventarisatieprocedure. Artikel Onroerenderfgoeddecreet bepaalt immers dat de vast te stellen inventaris onderworpen wordt aan een openbaar onderzoek van zestig dagen dat in diverse media aangekondigd wordt. Er is evenwel nog steeds geen sprake van volwaardige informatie. De SARO 34 klaagde in zijn advies dit gebrek aan transparantie bij het proces van de inventarisatie aan omwille van het feit dat de betrokken eigenaar of zakelijkrechthouder niet volwaardig geïnformeerd wordt. Er is namelijk geen individuele kennisgeving aan de betrokken zakelijkrechthouder van het voornemen tot opname in één van de inventarissen. Bovendien krijgt de burger nog steeds geen volledige inspraak: bezwaar kan enkel aangetekend worden op basis van feitelijkheden, niet op basis van het niet voorhanden zijn van erfgoedwaarden. De SARO wijst op de nood aan transparante processen indien men een maatschappelijk draagvlak voor het onroerend erfgoed wil creëren. De Vlaamse Regering wint verder over de inventaris en de opmerkingen en bezwaren afkomstig van het openbaar onderzoek 30"De#meest#recente#versie#van#de#inventaris#werd#formeel#vastgesteld#door##het#besluit#van#de#administrateurJ generaal#van#het#agentschap#onroerend#erfgoed#van#28#november#2014,#bs#1#december#2014.#momenteel#telt# deze#inventaris#reeds#meer#dan#80#000#relicten#met#erfgoedwaarde." 31"Art.#10##Decr.Vl.#21#december#2001#tot#wijziging#van#het#decreet#van#16#april#1996#houdende#bescherming# van#landschappen,#bs#19#februari#2002;##art.#38,# #1#Decreet#Landschapszorg." 32"Art.#4.1.1#Onroerenderfgoeddecreet." 33"Conceptnota"Onroerenderfgoeddecreet"van"22"juli"2010,"15." 34"SARO,"advies"van"31"augustus"2011"over"het"Onroerenderfgoeddecreet,"Parl.St."Vl.Parl."2012<13,"nr." 1901/1,"185"en"215."

26 24 advies in bij de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed 35. Na het advies van de VCOE stelt de Vlaamse Regering de inventaris vast. De Vlaamse Regering kan de voormelde vastgestelde inventarissen steeds actualiseren of er onroerende goederen aan toevoegen of uit verwijderen. Voor de betrokken onroerende goederen wordt een nieuw openbaar onderzoek georganiseerd. 36 De vereiste van een nieuw openbaar onderzoek kan mijns inziens gekoppeld worden aan bepaalde rechtspraak. 37 Door het gebrek aan openbaar onderzoek bij inventarisatie oordeelde men immers dat een eigenaar bij een ongunstig advies voor een vergunningverlening voor een voldongen feit werd geplaatst wanneer dit ongunstig advies de doorslag gaf. 2.5 Criteria voor de opname in en het schrappen uit een vastgestelde inventaris 22. Net als onder de vroegere regelgeving zijn er ook in het Onroerenderfgoeddecreet geen decretaal vastgestelde selectiecriteria voor opname in de inventarissen. Het Onroerenderfgoeddecreet voorziet nu wel in een wettelijke basis voor het vaststellen van selectiecriteria. Het vastleggen van de criteria voor het opnemen en schrappen van een onroerend goed in een vastgestelde inventaris wordt gedelegeerd aan de Vlaamse Regering. 38 Het Onroerenderfgoedbesluit bepaalt enkel dat een onroerend goed in de inventaris kan worden ingeschreven indien het "één of meer erfgoedwaarden bezit en voldoende goed bewaard is". 39 Er worden dus geen concrete en duidelijke criteria opgesomd. Wellicht is het dan ook voor de burger volstrekt onduidelijk welke criteria precies worden gehanteerd om te bepalen welke onroerende goederen erfgoedwaarde hebben en welke niet. De rechtszekerheid voor de burger zou mijns inziens nochtans gebaat zijn met precieze, objectieve en heldere criteria vastgesteld op basis van de principes van transparantie en participatie. In de memorie van toelichting was nochtans sprake van een set aan criteria, die een afgewogen oordeel over het onroerend goed mogelijk maken en die op het internet publiek raadpleegbaar zouden zijn. 40 De abstracte definitie van erfgoedwaarde geeft de burger geen houvast. In het uitvoeringsbesluit worden, zoals gezegd, slechts twee algemene criteria vastgelegd: (1) het onroerend goed beschikt over 'één of meer erfgoedwaarden' en (2) het onroerend goed 'is voldoende goed bewaard'. Ook de SARO vindt dit zeer vage criteria. Deze begrippen worden nergens geduid en zullen aanleiding geven tot veelvuldige discussies. 41 Noch 35"Vlaamse"Commissie"Onroerend"Erfgoed"(hierna:"VCOE)." 36"Art."4.1.4"Onroerenderfgoeddecreet." 37"RvVb"15"maart"2011,"nr."A/2011/0021;"X," Bouwkundig"erfgoed"verbouwen:"té"streng"is" onrechtvaardig,"too"2012,"afl."1,"52<"54." 38"Art."4.1.2"Onroerenderfgoeddecreet." 39"Art."4.1.1"<"4.1.4"BVR"16"mei"2014"betreffende"de"uitvoering"van"het"onroerenderfgoeddecreet"van"12" juli"2013"(hierna:onroerenderfgoedbesluit)." 40"MvT,"Parl.St."Vl.Parl."2012<13,"nr."1901/1,"36." 41"De"SARO"stelt"in"zijn"advies"van"26"februari"2014"over"de"ontwerpbesluiten"inzake"onroerend"erfgoed" ( het"onroerenderfgoedbesluit"voorziene"handleiding"met"inventarismethodologie"die"de"minister" voorafgaand"aan"de"vaststelling"van"elke"inventaris"moet"vaststellen"een"stap"vooruit"is"maar"niet" tegemoet"komt"aan"de"vraag"naar"precieze,"objectieve"en"heldere"criteria."op"deze"wijze"wordt"het" vastleggen"van"de"criteria"doorgeschoven"naar"de"minister."de"saro"benadrukt"aldus"dat"deze"

Het Onroerenderfgoeddecreet: instanties en actoren, inventarisatie en bescherming Anne Mie Draye...1

Het Onroerenderfgoeddecreet: instanties en actoren, inventarisatie en bescherming Anne Mie Draye...1 Ten geleide...v Het Onroerenderfgoeddecreet: instanties en actoren, inventarisatie en bescherming Anne Mie Draye...1 I. Algemene inleiding...1 II. Instanties en actoren van het onroerend erfgoedbeleid...3

Nadere informatie

12-11-2014. Onroerenderfgoeddecreet. 13 november 2014 Vastgoedforum Onroerend Erfgoed. Inleiding

12-11-2014. Onroerenderfgoeddecreet. 13 november 2014 Vastgoedforum Onroerend Erfgoed. Inleiding Onroerenderfgoeddecreet 13 november 2014 Vastgoedforum Onroerend Erfgoed Inleiding 1 Onroerend erfgoed 3 Onroerenderfgoedzorg in partnerschap Regeerakkoord : samenwerking tussen overheidsdiensten wordt

Nadere informatie

Het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013

Het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 Het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 Inventarisatie en bescherming en hun rechtsgevolgen VVOR opleiding 23 april 2015 pag. 1 Inventarissen 5 inventarissen (art. 4.1.1 OED) 1 de landschapsatlas;

Nadere informatie

Vice-minister-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Beleid, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand

Vice-minister-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Beleid, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand Geert Bourgeois Vice-minister-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Beleid, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid

Nadere informatie

Gewijzigde regelgeving voor lokale besturen naar aanleiding van de inwerkingtreding van het kerntakenplan Onroerend Erfgoed

Gewijzigde regelgeving voor lokale besturen naar aanleiding van de inwerkingtreding van het kerntakenplan Onroerend Erfgoed Gewijzigde regelgeving voor lokale besturen naar aanleiding van de inwerkingtreding van het kerntakenplan Onroerend Erfgoed Dit document geeft een overzicht van de meest recente wijzigingen aan het Onroerenderfgoeddecreet,

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL HOOFDSTUK 1. REGELGEVING 1 HOOFDSTUK 2. BEGRIPPEN 5 HOOFDSTUK 3. ACTOREN 9

INHOUDSTAFEL HOOFDSTUK 1. REGELGEVING 1 HOOFDSTUK 2. BEGRIPPEN 5 HOOFDSTUK 3. ACTOREN 9 INHOUDSTAFEL HOOFDSTUK 1. REGELGEVING 1 HOOFDSTUK 2. BEGRIPPEN 5 HOOFDSTUK 3. ACTOREN 9 I. HET AGENTSCHAP ONROEREND ERFGOED 11 II. DE VLAAMSE COMMISSIE ONROEREND ERFGOED 11 III. ONROERENDERFGOEDGEMEENTE

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, BESLUIT: In dit document vindt u het ontwerp van wijziging van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 zoals het door de Vlaamse Regering op 13 mei 2016 definitief werd goedgekeurd. Dit ontwerp van wijzigingsdecreet

Nadere informatie

ACTUALIA ONROEREND ERFGOED

ACTUALIA ONROEREND ERFGOED ACTUALIA ONROEREND ERFGOED ACTUALIA ONROEREND ERFGOED Anne Mie Draye (ed.) Antwerpen Cambridge CORe CENTRUM VOOR OVERHEID EN RECHT Actualia Onroerend Erfgoed Anne Mie Draye (ed.) 2014 Antwerpen Cambridge

Nadere informatie

Wijziging Onroerenderfgoedbesluit n.a.v. ex-post evaluatie

Wijziging Onroerenderfgoedbesluit n.a.v. ex-post evaluatie Wijziging Onroerenderfgoedbesluit n.a.v. ex-post evaluatie INHOUD 1. Wat voorafging 2. Wijzigingen aan het Onroerenderfgoedbesluit 3. Verdere stappen 1. Wat voorafging 1) Onroerenderfgoeddecreet en besluit

Nadere informatie

NOTA RELEVANTE BEPALINGEN VOOR DE VASTGOEDMAKELAAR UIT HET ONROEREND ERFGOEDDECREET VAN 12 JULI 2013

NOTA RELEVANTE BEPALINGEN VOOR DE VASTGOEDMAKELAAR UIT HET ONROEREND ERFGOEDDECREET VAN 12 JULI 2013 CONFEDERATIE VAN IMMOBILIENBEROEPEN VLAANDEREN Kortrijksesteenweg 1005, 9000 Gent Tel.: 09/222 06 22 Fax: 09/222 28 95 info@cib.be www.cibweb.be NOTA RELEVANTE BEPALINGEN VOOR DE VASTGOEDMAKELAAR UIT HET

Nadere informatie

Kaderdecreet Onroerend Erfgoed: enkele aandachtspunten voor lokale besturen

Kaderdecreet Onroerend Erfgoed: enkele aandachtspunten voor lokale besturen Vereniging van Vlaamse Streekontwikkelingsintercommunales Paviljoenstraat 9 1030 Brussel T 0032 2 211 56 40 F 0032 2 211 56 00 info@vlinter.be www.vlinter.be Kaderdecreet Onroerend Erfgoed: enkele aandachtspunten

Nadere informatie

INFOSESSIE ARCHEOLOGIETRAJECT...

INFOSESSIE ARCHEOLOGIETRAJECT... INFOSESSIE ARCHEOLOGIETRAJECT...... INHOUD Verwelkoming Wieland De Meyer Inleiding Jan Decorte Toelichting nieuw archeologietraject Sam De Decker Vragenronde Netwerkmoment...... ARCHEO7 Kennisopbouw Ondersteuning

Nadere informatie

EVALUATIERAPPORT ONROERENDERFGOEDDECREET

EVALUATIERAPPORT ONROERENDERFGOEDDECREET EVALUATIERAPPORT ONROERENDERFGOEDDECREET Bijlage 2: Evaluatie in functie van de beleidsdoelstellingen van de onroerenderfgoedregelgeving BELEIDSDOELSTELLINGEN VAN DE ONROERENDERFGOEDREGELGEVING BELEIDSDOELSTELLING

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.346/1 van 25 november 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014 en van diverse

Nadere informatie

Regelgeving onroerend erfgoed

Regelgeving onroerend erfgoed Regelgeving onroerend erfgoed Inhoud 1. Archeologie: principes 2. Archeologie: actoren 3. Archeologie: processen 4. Geïntegreerde toelating in vergunningen RO 5. Vragenronde Archeologie Principes Filosofie

Nadere informatie

Optimaal omgaan met de archeologienota

Optimaal omgaan met de archeologienota Optimaal omgaan met de archeologienota Pieter Jan DEFOORT BURO II & ARCHI+I Gent 15 september 2016 1. Voorheen: Archeologiedecreet. Geen decretale rechtsgrond voor verplicht archeologisch onderzoek door

Nadere informatie

Ontwerp van decreet houdende de wijziging van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 naar aanleiding van de ex-post evaluatie

Ontwerp van decreet houdende de wijziging van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 naar aanleiding van de ex-post evaluatie Ontwerp van decreet houdende de wijziging van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 naar aanleiding van de ex-post evaluatie DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Buitenlands

Nadere informatie

Welke procedure volgt een archeologisch onderzoek bij vergunningsaanvragen? Verduidelijking van de overgangsperiode.

Welke procedure volgt een archeologisch onderzoek bij vergunningsaanvragen? Verduidelijking van de overgangsperiode. Welke procedure volgt een archeologisch onderzoek bij vergunningsaanvragen? Verduidelijking van de overgangsperiode. Waarom deze verduidelijking? Dit document helpt initiatiefnemers van bouw- en verkavelingsprojecten

Nadere informatie

Wat zijn de doelstellingen van de nieuwe regelgeving? Waarom is er een nieuwe onroerenderfgoedregelgeving?

Wat zijn de doelstellingen van de nieuwe regelgeving? Waarom is er een nieuwe onroerenderfgoedregelgeving? Agentschap Onroerend Erfgoed Veelgestelde vragen Wat zijn de doelstellingen van de nieuwe regelgeving? Waarom is er een nieuwe onroerenderfgoedregelgeving? Met het Onroerenderfgoeddecreet is in de eerste

Nadere informatie

Onroerend Erfgoed. Voorstelling van het agentschap en haar CWI op ontmoetingsdag VCWI 2016

Onroerend Erfgoed. Voorstelling van het agentschap en haar CWI op ontmoetingsdag VCWI 2016 Onroerend Erfgoed Voorstelling van het agentschap en haar CWI op ontmoetingsdag VCWI 2016 IVA Onroerend Erfgoed beleidsondersteunend en uitvoerend agentschap wetenschappelijke instelling erkend archeoloog

Nadere informatie

VR DOC.1156/2

VR DOC.1156/2 VR 2017 2411 DOC.1156/2 Ontwerp van decreet houdende de wijziging van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 naar aanleiding van de ex-post evaluatie DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse

Nadere informatie

Nieuwe regelgeving Archeologie. vanaf 01.06.2016

Nieuwe regelgeving Archeologie. vanaf 01.06.2016 vanaf 01.06.2016 versie 07.06.2016 Oude regelgeving: Archeololgiedecreet van 1993 + -besluit In het kader van de bijzondere procedure (VCRO) wordt archeologisch advies opgevraagd; het advies wordt als

Nadere informatie

Kioskplein en directeursvilla met park BERINGEN

Kioskplein en directeursvilla met park BERINGEN Kioskplein en directeursvilla met park BERINGEN Beheersplan: wat? Waarom? Hoe? BERINGEN, 2 juli 2018 Inhoud Agentschap Onroerend Erfgoed Bescherming van het Kioskplein OE-decreet en besluit in Wat is een

Nadere informatie

INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S)

INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S) INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S) 8 september 2015 Vlaams Regeerakkoord 2014-2019 We betrekken zo veel als mogelijk de lokale besturen bij het erfgoedbeleid en bij de maatregelen die

Nadere informatie

uitvoeringsbesluiten onroerend erfgoed

uitvoeringsbesluiten onroerend erfgoed Briefadvies uitvoeringsbesluiten onroerend erfgoed Adviesvraag over het ontwerp van besluit betreffende de uitvoering van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 Datum van goedkeuring 20 februari

Nadere informatie

ERFGOED IN MIJN STRAAT

ERFGOED IN MIJN STRAAT Onroerend Erfgoed Phoenixgebouw Koning Albert II-laan 19, bus 5 1210 Brussel Tel. +32 (0)2 553 16 50 http://www.onroerenderfgoed.be http://inventaris.vioe.be Vlaamse overheid Onroerend Erfgoed ID 1581

Nadere informatie

Inventaris Onroerend (Bouwkundig) Erfgoed

Inventaris Onroerend (Bouwkundig) Erfgoed Inventaris Onroerend (Bouwkundig) Erfgoed I. Inleiding II. Vaststelling: algemeen III. Vaststelling: juridisch kader IV. Vaststelling: procedure V. Vaststelling: rechtsgevolgen VI. Methodologie voor de

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE MINISTER-PRESIDENT EN VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het koninklijk

Nadere informatie

Resultaat opvraging perceel gelegen in Sint-Truiden afdeling SINT-TRUIDEN 1 AFD, sectie G met perceelnummer 0317/00B009 [71053G0317/00B009]

Resultaat opvraging perceel gelegen in Sint-Truiden afdeling SINT-TRUIDEN 1 AFD, sectie G met perceelnummer 0317/00B009 [71053G0317/00B009] Informatievraag Onroerend erfgoed Gegevens opvraging Ordernummer: O2019-0031592 Datum opzoeking: 12/02/2019 Referentienummer: 317B9 Zoekdata: 71053G0317/00B009 Perceel: 71053G0317/00B009 opvraging perceel

Nadere informatie

nr. 33 van TINNE ROMBOUTS datum: 12 oktober 2016 aan GEERT BOURGEOIS Stedenbouwkundige vergunningsaanvragen - Archeologienota's

nr. 33 van TINNE ROMBOUTS datum: 12 oktober 2016 aan GEERT BOURGEOIS Stedenbouwkundige vergunningsaanvragen - Archeologienota's SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 33 van TINNE ROMBOUTS datum: 12 oktober 2016 aan GEERT BOURGEOIS MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED Stedenbouwkundige

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING MINISTER-PRESIDENT EN VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIEN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet

Nadere informatie

Onroerenderfgoeddecreet en -besluit

Onroerenderfgoeddecreet en -besluit Onroerenderfgoeddecreet en -besluit versie 2-6 april 2016 Agentschap Onroerend Erfgoed www.onroerenderfgoed.be Inhoudstafel 1. Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 (gecoördineerde versie - 2014) 2.

Nadere informatie

ONROEREND ERFGOED. de regelgeving

ONROEREND ERFGOED. de regelgeving ONROEREND ERFGOED de regelgeving Fotografie: Kris Vandevorst Verantwoordelijke uitgever: Sonja Vanblaere Druk: september 2014 Vlaamse Overheid Agentschap Onroerend Erfgoed Phoenixgebouw Koning Albert II-laan

Nadere informatie

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN bvba Advies Ruimtelijke Kwaliteit (bvba ARK) Augustijnenlaan

Nadere informatie

Ontwerp van decreet betreffende het onroerend erfgoed DE VLAAMSE REGERING,

Ontwerp van decreet betreffende het onroerend erfgoed DE VLAAMSE REGERING, Ontwerp van decreet betreffende het onroerend erfgoed DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand; Na beraadslaging,

Nadere informatie

Complexe projecten en onroerend erfgoed

Complexe projecten en onroerend erfgoed Complexe projecten en onroerend erfgoed Opbouw Onroerenderfgoedregelgeving Basisbeginselen Instrument - bescherming Instrument - adviesverlening Complexe projecten 1 Onroerenderfgoedregelgeving decreet

Nadere informatie

Ontwerp decreet betreffende het onroerend erfgoed. Hoorzitting Vlaams parlement 13 maart 2013

Ontwerp decreet betreffende het onroerend erfgoed. Hoorzitting Vlaams parlement 13 maart 2013 Ontwerp decreet betreffende het onroerend erfgoed Hoorzitting Vlaams parlement 13 maart 2013 Inhoud Aandachtspunten van de VVSG: Onroerend erfgoedgemeenten en diensten Opmaak inventarissen Archeologie

Nadere informatie

INHOUD. Inhoud 3. Woord vooraf 11

INHOUD. Inhoud 3. Woord vooraf 11 INHOUD Inhoud 3 Woord vooraf 11 1 Algemene inleiding 15 1 Ruimtelijke ordening en stedenbouw: begrippen 17 2 Ruimtelijke ordening en stedenbouw zijn nodig 18 3 Ruimtelijke ordening en stedenbouw versus

Nadere informatie

SERV_ADV_20100120_erfgoedtoets. Advies. Onroerenderfgoedtoets. 20 januari 2010

SERV_ADV_20100120_erfgoedtoets. Advies. Onroerenderfgoedtoets. 20 januari 2010 SERV_ADV_20100120_erfgoedtoets Advies Onroerenderfgoedtoets 20 januari 2010 Adviesvraag: ontwerpbesluit betreffende de onroerenderfgoedtoets ontwerpbesluit houdende wijziging van het besluit betreffende

Nadere informatie

Resultaat opvraging perceel gelegen in De Panne afdeling DE PANNE 1 AFD, sectie A met perceelnummer 0869/00_000 [38008A0869/00_000]

Resultaat opvraging perceel gelegen in De Panne afdeling DE PANNE 1 AFD, sectie A met perceelnummer 0869/00_000 [38008A0869/00_000] Informatievraag Vlaamse Voorkooprechten Gegevens opvraging Ordernummer: O2018-0077161 Datum opzoeking: 8/05/2018 Referentienummer: Ten Uytkante Zoekdata: Nieuwpoortlaan 146, 8660 - De Panne Datum opzoeking

Nadere informatie

SARO. Advies van 27 januari 2010 over het besluit onroerend erfgoedtoets en het besluit dossier stedenbouwkundige vergunning

SARO. Advies van 27 januari 2010 over het besluit onroerend erfgoedtoets en het besluit dossier stedenbouwkundige vergunning SARO Strategische Adviesraad Ruimtelijke ordening Onroerend erfgoed Advies van 27 januari 2010 over het besluit onroerend erfgoedtoets en het besluit dossier stedenbouwkundige vergunning SARO Koning Albert

Nadere informatie

Beschermde cultuurhistorische VAREND ERFGOED VLAADEREN. landschappen in Vlaanderen. onroerenderfgoed.be

Beschermde cultuurhistorische VAREND ERFGOED VLAADEREN. landschappen in Vlaanderen. onroerenderfgoed.be VAREND ERFGOED Beschermde IN cultuurhistorische VLAADEREN landschappen in Vlaanderen onroerenderfgoed.be onroerenderfgoed.be Deze folder geeft een overzicht van de regelgeving die van toepassing is op

Nadere informatie

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet ingediend op 653 (2015-2016) Nr. 4 20 april 2016 (2015-2016) Tekst aangenomen door de plenaire vergadering van het ontwerp van decreet houdende wijziging van diverse decreten ingevolge de integratie van

Nadere informatie

VR DOC.0175/2

VR DOC.0175/2 VR 2019 1502 DOC.0175/2 VR 2019 1502 DOC.0175/2 Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014 met het oog op technische aanpassingen DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013

Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 In dit document vindt u de gecoördineerde versie van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 zoals gewijzigd door het decreet houdende wijziging van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en

Nadere informatie

VAREND ERFGOED IN VLAANDEREN VLAADEREN. onroerenderfgoed.be

VAREND ERFGOED IN VLAANDEREN VLAADEREN. onroerenderfgoed.be VAREND ERFGOED IN VLAANDEREN VLAADEREN onroerenderfgoed.be onroerenderfgoed.be VAREND ERFGOED IN VLAANDEREN WAT IS VAREND ERFGOED? Deze folder geeft een overzicht van de regelgeving die vanaf 1 januari

Nadere informatie

Stuk 733 ( ) Nr. 1

Stuk 733 ( ) Nr. 1 BIJLAGE 3: REGELGEVINGSAGENDA ONROEREND ERFGOED 36 Titel van het initiatief Betrokken regelgeving Eventuele wettelijke deadline Korte samenvatting van beleidsdoelstellingen Te doorlopen fases en hun timing

Nadere informatie

Vlaams Parlement. houdende de wijziging van het Onroerenderfgoeddecreet van 12juli 2013 naar aanleiding van de ex-post evaluatie. : Nr.

Vlaams Parlement. houdende de wijziging van het Onroerenderfgoeddecreet van 12juli 2013 naar aanleiding van de ex-post evaluatie. : Nr. Vlaams Parlement DECREET houdende de wijziging van het Onroerenderfgoeddecreet van 12juli 2013 naar aanleiding van de ex-post evaluatie VERWIJZINGEN* Zitting 2017-2018 Stukken: - Ontwerp van decreet -

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Nieuwsbrief Monard D Hulst www.monard-dhulst.be Onderwerp Recente wijzigingen in de erfgoedwetgeving Datum 2 december 2011 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen

Nadere informatie

Beheersplan beschermd dorpsgezicht Zomergem

Beheersplan beschermd dorpsgezicht Zomergem Beheersplan beschermd dorpsgezicht Zomergem 20 juni 2017 Verloop toelichting 20.00 20.15 Welkom Burgemeester 20.15 20.30 Inleiding regelgeving Els Hemelings en Virginie Peeters 20.30 21.00 Beheersplan

Nadere informatie

Gemeente: Leuven, 1ste afdeling, sectie A - 2de afdeling, sectie B - 4de afdeling, sectie D - Sde afdeling, sectie F.

Gemeente: Leuven, 1ste afdeling, sectie A - 2de afdeling, sectie B - 4de afdeling, sectie D - Sde afdeling, sectie F. Bijlage 3. Behandeling van de adviezen en bezwaren bij het ministerieel besluit tot definitieve bescherming als stadsgezicht van de Grote Markt in Leuven Provincie: Vlaams-Brabant Gemeente: Leuven, 1ste

Nadere informatie

Ontwerp van decreet betreffende het onroerend erfgoed DE VLAAMSE REGERING,

Ontwerp van decreet betreffende het onroerend erfgoed DE VLAAMSE REGERING, Ontwerp van decreet betreffende het onroerend erfgoed DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand; Na beraadslaging,

Nadere informatie

ERFGOED IN MIJN STRAAT. Over de inventaris van het bouwkundig erfgoed

ERFGOED IN MIJN STRAAT. Over de inventaris van het bouwkundig erfgoed ERFGOED IN MIJN STRAAT Over de inventaris van het bouwkundig erfgoed http://inventaris.vioe.be ID 39170 VIOE, Kris Vandevorst 2 WAT IS DE INVENTARIS VAN HET BOUWKUNDIG ERFGOED? Een online inventaris De

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende het behoud van de poldergraslanden en de andere historische permanente graslanden

Voorstel van resolutie. betreffende het behoud van de poldergraslanden en de andere historische permanente graslanden stuk ingediend op 1440 (2011-2012) Nr. 1 20 januari 2012 (2011-2012) Voorstel van resolutie van de heren Dirk Van Mechelen, Marc Vanden Bussche en Bart Tommelein, mevrouw Mercedes Van Volcem, de heer Karlos

Nadere informatie

Beleidsbrief Onroerend Erfgoed 2016

Beleidsbrief Onroerend Erfgoed 2016 Beleidsbrief Onroerend Erfgoed 2016 ingediend door Geert Bourgeois, Minister-president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed November 2015 VIJF STRATEGISCHE

Nadere informatie

ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE MAATREGELEN TOT BEHOUD VAN DE ERFGOEDLANDSCHAPPEN

ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE MAATREGELEN TOT BEHOUD VAN DE ERFGOEDLANDSCHAPPEN ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE MAATREGELEN TOT BEHOUD VAN DE ERFGOEDLANDSCHAPPEN Brussel, 9 oktober 2002 100902_AdviesErfgoedlandschappen INLEIDING De Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden,

Nadere informatie

Aanduiding ankerplaatsen - erfgoedlandschappen. Wetgeving: procedure en gevolgen

Aanduiding ankerplaatsen - erfgoedlandschappen. Wetgeving: procedure en gevolgen Aanduiding ankerplaatsen - erfgoedlandschappen Wetgeving: procedure en gevolgen Decretale basis Decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg, gewijzigd bij decreet van 10 maart 2006, Hoofdstuk

Nadere informatie

Vlaams beleid omtrent het beheer van funerair erfgoed

Vlaams beleid omtrent het beheer van funerair erfgoed Vlaams beleid omtrent het beheer van funerair erfgoed Inhoud - Geïnventariseerd of beschermd? - Statuten erfgoed - Toelatingen - Beheersplan? - Onderzoekspremie - Erfgoedpremie Neerijse Geïnventariseerd

Nadere informatie

Wijzigingen in het vastgoedrecht: de essentie voor de notaris

Wijzigingen in het vastgoedrecht: de essentie voor de notaris Wijzigingen in het vastgoedrecht: de essentie voor de notaris Dra. Jennifer Callebaut pag. 1 Overzicht 1. Onroerenderfgoeddecreet 2. Prekadastratie 3. (VCRO) 4. (Decreet integraal waterbeleid) 5. (Harmonisatiedecr.

Nadere informatie

Vaststelling inventaris bouwkundig erfgoed provincie Limburg VAREND ERFGOED IN VLAADEREN. onroerenderfgoed.be

Vaststelling inventaris bouwkundig erfgoed provincie Limburg VAREND ERFGOED IN VLAADEREN. onroerenderfgoed.be Vaststelling inventaris bouwkundig erfgoed provincie Limburg VAREND ERFGOED IN VLAADEREN onroerenderfgoed.be onroerenderfgoed.be De Vlaamse overheid stelt de inventaris van het bouwkundig erfgoed in de

Nadere informatie

Erfgoedverordening gemeente Houten

Erfgoedverordening gemeente Houten Erfgoedverordening gemeente Houten De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 december 2017 met nummer BWV17.0228; gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE MINISTER-PRESIDENT EN VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het koninklijk

Nadere informatie

Het varend erfgoed decreet en de VIOE-inventaris. Maarten Van Dijck

Het varend erfgoed decreet en de VIOE-inventaris. Maarten Van Dijck Het varend erfgoed decreet en de VIOE-inventaris Maarten Van Dijck Bronnen Voor actuele informatie over bescherming en beheer van het varend erfgoed, is de informatie van Ruimte en Erfgoed de enige correcte

Nadere informatie

2 2 FEB Provincie: West-Vlaanderen. Gemeente: Kortrijk, 1ste afdeling, sectie G

2 2 FEB Provincie: West-Vlaanderen. Gemeente: Kortrijk, 1ste afdeling, sectie G Bijlage 3. Behandeling van de adviezen en bezwaren bij het ministerieel besluit tot definitieve bescherming als monument van het huis De Croone in Kortrijk Provincie: West-Vlaanderen Gemeente: Kortrijk,

Nadere informatie

VR DOC.1132/1

VR DOC.1132/1 VR 2016 2110 DOC.1132/1 MINISTER-PRESIDENT EN VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 103843 VLAAMSE OVERHEID [C 2018/15583] 14 DECEMBER 2018. Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014, het Varenderfgoedbesluit van 27 november

Nadere informatie

Monumenten en Landschappen in Belgie

Monumenten en Landschappen in Belgie Anne Mie DRAYE Monumenten en Landschappen in Belgie Juridische aspecten MAKLU Uitgevers Inhoudsopgave Inleiding Methodologische verantwoording 17 Hoofdstuk I Historische benadering 21 1.1. Het Bouwkundig

Nadere informatie

Regelgeving. Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014

Regelgeving. Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014 Onroerend erfgoed Regelgeving Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014 Inventariseren Doel: Erfgoedwaarden in kaart brengen Gebiedsdekkend, maar ongelijk (jaren

Nadere informatie

meldings- en vergunningsplicht

meldings- en vergunningsplicht meldings- en vergunningsplicht gemeentelijke stedenbouwkundige verordening de panne april 2017 definitief ontwerp 2 Inhoud Doel van deze verordening... - 3 - Leeswijzer... - 4 - DEEL I ALGEMEEN... - 5

Nadere informatie

Objectnummer: 4.01/24062/447.1 Dossiernummer: 4.001/ 24062/ Omschrijving : De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed,

Objectnummer: 4.01/24062/447.1 Dossiernummer: 4.001/ 24062/ Omschrijving : De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, Bijlage 3. Behandeling van de adviezen bij het ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument met overgangszone van domein het Puthof in Leuven (Wilsele) Provincie: Vlaams-Brabant Gemeente:

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Scheldepolders Hingene in Bornem DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014; In dit document vindt u het ontwerp van wijzigingsbesluit voor het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014, zoals het door de Vlaamse Regering op 16 oktober 2015 voor de tweede keer principieel werd goedgekeurd.

Nadere informatie

Kaderconventie van de Raad van Europa over de bijdrage van cultureel erfgoed aan de samenleving, opgemaakt in Faro op 27 oktober 2005

Kaderconventie van de Raad van Europa over de bijdrage van cultureel erfgoed aan de samenleving, opgemaakt in Faro op 27 oktober 2005 Sectorraad Kunsten en Erfgoed Kaderconventie van de Raad van Europa over de bijdrage van cultureel erfgoed aan de samenleving, opgemaakt in Faro op 27 oktober 2005 Advies 2010/2 (SARiV) Advies 243-05 (SARC)

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf - Diensthoofd Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen

Nadere informatie

INHOUD. Inhoud. 3. Woord vooraf. 11

INHOUD. Inhoud. 3. Woord vooraf. 11 INHOUD Inhoud. 3 Woord vooraf. 11 1 Algemene inleiding 15 1 Ruimtelijke ordening en stedenbouw: begrippen. 17 2 Ruimtelijke ordening en stedenbouw zijn nodig. 18 3 Ruimtelijke ordening en stedenbouw versus

Nadere informatie

NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING

NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING Voordracht VRP 29/01/02 Prof. dr. G. Van Hoorick Docent in het vakgebied bestuursrecht en milieurecht Universiteit Gent Advocaat te Gent INHOUD 1. Overzicht van het

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING VR 2016 1103 DOC.0203/3 MEMORIE VAN TOELICHTING Ontwerp van decreet houdende wijziging van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en van diverse decreten wat betreft de uitvoering van het kerntakenplan

Nadere informatie

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Brielle Nr. 103010 19 juni 2017 Erfgoedverordening 2017 De raad van de gemeente Brielle; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 03-01-2017,

Nadere informatie

Ontwerp van decreet houdende wijziging van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 naar aanleiding van de ex-post evaluatie

Ontwerp van decreet houdende wijziging van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 naar aanleiding van de ex-post evaluatie VR 2017 2411 DOC.1156/3BIS VR 2017 2411 DOC.1156/3BIS MEMORIE VAN TOELICHTING Ontwerp van decreet houdende wijziging van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 naar aanleiding van de ex-post evaluatie

Nadere informatie

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 74104 MONITEUR BELGE 17.10.2013 BELGISCH STAATSBLAD Page 47105, à la dernière ligne avant la signature du Roi, il y a lieu d insérer les mots «du 4 juillet 2013» entre les mots «arrêté»et «modifiant».

Nadere informatie

Beleidsbrief Onroerend Erfgoed 2019

Beleidsbrief Onroerend Erfgoed 2019 Beleidsbrief Onroerend Erfgoed 2019 ingediend door Geert Bourgeois, Minister-president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed VIJF STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN

Nadere informatie

VR DOC.1037/1

VR DOC.1037/1 VR 2016 3009 DOC.1037/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp

Nadere informatie

VR DOC.1124/2

VR DOC.1124/2 VR 2018 1210 DOC.1124/2 Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014 en het Varenderfgoedbesluit van 27 november 2015 naar aanleiding van de ex-post

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.571/3 van 25 juni 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering over de bemiddeling, de afstemming en de planning in het kader van persoonsvolgende

Nadere informatie

Adviesvraag: voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en van de Vlaamse Codex

Adviesvraag: voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en van de Vlaamse Codex Advies Beroepsmogelijkheden milieuvergunningsdecreet Codex Ruimtelijke Ordening Brussel, Minaraad, 5 juli 2011 Brussel, SERV, 6 juli 20111 SERV_ADV_20110706_decreetberoepen Sociaal-Economische raad van

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.744/1/V van 10 augustus 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Nadere informatie

Erfgoedverordening Amsterdam

Erfgoedverordening Amsterdam Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. archeologisch monument: monument, als bedoeld in onderdeel r, onder 2; b. archeologisch onderzoek: werkzaamheden

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Ontwerp van decreet tot wijziging van de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers en van het Gerechtelijk Wetboek, wat betreft het opleggen van sancties aan

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.883/1 van 25 januari 2019 over een voorontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van titel X van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen (4)

Nadere informatie

Het onroerenderfgoeddecreet: archeologie en handhaving

Het onroerenderfgoeddecreet: archeologie en handhaving Het onroerenderfgoeddecreet: archeologie en handhaving VVOR Opleidingen 23 april 2015 Karin De Roo advocaat ruimtelijk planner Hoofdstukken Onroerenderfgoeddecreet 1. Inleidende bepalingen 2. Definities

Nadere informatie

Provincie : Vlaams-Brabant. Gemeent e: Leuven, 4de afdeling, sectie D. Objectnummer: 4.01/24062/449.1 Dossiernummer: 4.001/24062/122.1.

Provincie : Vlaams-Brabant. Gemeent e: Leuven, 4de afdeling, sectie D. Objectnummer: 4.01/24062/449.1 Dossiernummer: 4.001/24062/122.1. Bijlage 3. Behandeling van de adviezen en bezwaren bij het ministerieel besluit tot definitieve bescherming a ls monument met overgangszone van het huis Limburg in Leuven Provincie : Vlaams-Brabant Gemeent

Nadere informatie

Belastingreglement van 30 december 2013 op de leegstand van gebouwen en woningen

Belastingreglement van 30 december 2013 op de leegstand van gebouwen en woningen Algemene bepalingen Artikel 1 Belastingreglement van 30 december 2013 op de leegstand van gebouwen en woningen Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd

Nadere informatie

Code van Goede Praktijk versie 3.0: bepalingen over metaaldetectie

Code van Goede Praktijk versie 3.0: bepalingen over metaaldetectie Code van Goede Praktijk versie 3.0: bepalingen over metaaldetectie Dit document bevat alle bepalingen uit de Code van Goede Praktijk voor Archeologie en Metaaldetectie die gaan over het gebruik van een

Nadere informatie

Objectnummer: 4.01/44021/ dossiernummer: 4.001/44021/ Omschrijving:

Objectnummer: 4.01/44021/ dossiernummer: 4.001/44021/ Omschrijving: Bijlage 3. Behandeling van de adviezen bij het ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van de voormalige Sint-Gerardusschool in Gent Provincie: Oost-Vlaanderen Gemeente: Gent, 8ste

Nadere informatie

VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING

VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING MEMORIE VAN TOELICHTING A. Algemene toelichting 1. Samenvatting

Nadere informatie

Briefadvies. oed. Het. Datum

Briefadvies. oed. Het. Datum Briefadvies Het ontwerpdecreett onroerend erfg oed Het ontwerp van decreet over het onroerendd erfgoed Datum van goedkeuring Volgnummer Coördinator + e-mailadres Co-auteur 5 juli 2012 2012 47 Ignace Decancq

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 februari 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakening kleinstedelijk

Nadere informatie

Onroerenderfgoeddecreet: vraag en antwoord

Onroerenderfgoeddecreet: vraag en antwoord Onroerenderfgoeddecreet: vraag en antwoord Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2. Definities 1. Boringen zijn volgens het archeologiedecreet van 1993 geen prospecties met ingreep in de bodem en

Nadere informatie

Amendementen. op het ontwerp van decreet

Amendementen. op het ontwerp van decreet ingediend op 687 (2015-2016) Nr. 2 23 mei 2016 (2015-2016) Amendementen op het ontwerp van decreet tot wijziging van de regelgeving voor ruimtelijke uitvoeringsplannen teneinde de planmilieueffectrapportage

Nadere informatie