STRUCTUURVISIEPLUS GEMEENTE REUSEL-DE MIERDEN. Deel B: Visievorming

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "STRUCTUURVISIEPLUS GEMEENTE REUSEL-DE MIERDEN. Deel B: Visievorming"

Transcriptie

1 STRUCTUURVISIEPLUS GEMEENTE REUSEL-DE MIERDEN Deel B: Visievorming

2

3 5 ZELFBEELD EN AMBITIE 5.1 Inleiding Van belang bij de verdere ontwikkeling van het Duurzaam Ruimtelijk Structuurbeeld en het Ruimtelijk Model is hoe de gemeente in algemene zin tegen zichzelf aankijkt en welke ambitie zij heeft voor de toekomst. In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan beide zaken. 5.2 Zelfbeeld Het zelfbeeld van een gemeente omvat een algemene en zo mogelijk specifieke karakteristiek van de gemeente, mede in relatie tot andere gemeenten in de omgeving. In de gemeentegids staat het volgende over de gemeente Reusel-De Mierden: Op ontstond de gemeente door samenvoeging van Hooge en Lage Mierde en Reusel. Reusel-De Mierden is letterlijk een grensgeval: 50% van de gemeente is tevens landsgrens, de rest grenst aan Hilvarenbeek en Bladel. Op de gemeentelijke website staat de volgende typering: Vóór alles: een groene gemeente. Reusel-De Mierden is, wat er ook verder over te vertellen valt, voor alles een groene gemeente. In het buitengebied bevinden zich enkele mooie natuurgebieden. Er is in Reusel-De Mierden voor elk wat wils te vinden. In de kernen vindt u nog oude dorpsgezichten met klinkerstraatjes en nostalgische boerderijtjes. Terwijl in Reusel juist meer moderne architectuur te vinden is, zoals het gemeentehuis en het busstation. Op de website van de VVV Kempen & Peel (De Kempen: grenzeloos gezellig) en die van Grenspark De Kempen (Reusel-De Mierden: grenzeloos gastvrij) wordt het gebied als volgt gekarakteriseerd: In de Kempen waant u zich in één groot natuurgebied, dat niet ophoudt bij de grenspalen, maar doorloopt tot in buurland België. Kronkelende wegen, meanderende beekjes en mooie paden voeren u langs gevarieerde natuur en gemoedelijke dorpjes waarbij u regelmatig langs een uitnodigend terrasje komt. De gemeente, midden in de Kempen en op een steenworp afstand van België, heeft, met een ruime mate van rijk natuurschoon, veel aantrekkelijks te bieden. In de vier afgenomen interviews (zie bijlagen) is gevraagd om de karakteristiek van de gemeente Reusel-De Mierden in één zin te vangen. Dit gaf het volgende resultaat: De gemeente Reusel-De Mierden is een groene, landelijke gemeente in de westelijke Kempen. Het is een grensgemeente waarin landbouw en recreatie sterk vertegenwoordigd zijn. Samengevat karakteriseert de gemeente Reusel-De Mierden zichzelf als een groene, landelijke, Kempische grensgemeente met een aantrekkelijk en gevarieerd woon- en verblijfsklimaat, waar toeristen en recreanten en bewoners van België graag grenzeloos vertoeven. 5.3 Ambitie De ambitie van een gemeente omvat de algemene en zo mogelijk specifieke beleidsdoelen voor de (nabije) toekomst. In de Notitie Overbruggingsspoor geeft de gemeente aan welke stappen men zet naar zuinig, duurzaam ruimtegebruik. De gemeente wil de ruimtelijke kwaliteit structurerend laten zijn voor ontwikkelingen als woningbouw en anderzijds efficiënt gebruik van de ruimte optimaliseren. In de nota Visieontwikkeling, op weg naar een visie voor Reusel-De Mierden in 2010 zegt de gemeente het volgende: Het gemeentebestuur zal een beleid voeren, gericht op een veilig en prettig woon- en werkklimaat in een omgeving waarin agrarische en recreatieve functies elkaar kunnen versterken. Het is zaak onze gemeente meer te positioneren als grensgemeente. Dit zou met name economisch rendement op moeten leveren. Reconstructie is belangrijk. Zij manifesteert zich in een nieuwe duurzame agrarische sector, zet in op nieuwe natuur en landschap, bevordert recreatie en toerisme en levert nieuwe economische impulsen op. Nieuwe, aanvullende economische dragers in het buitengebied en verbreding van de aantrekkingskracht van lokale detailhandel en markthandel bieden kansen, zo ook het mobiliseren en binnenhalen van inwoners van Belgische buurgemeenten en verblijfsrecreanten binnen de regio. Ook wil Reusel-De Mierden een eigen bedrijventerrein voor de gemeente realiseren. In het Raadsprogramma staan de volgende actiepunten: meer woningbouw met name voor kleine huishoudens en ouderen, alsmede sociale woningbouw, een terrein voor bedrijven aan de Kleine Hoeven, een nieuwe impuls voor het buitengebied via de reconstructie, versterking van recreatie en toerisme, voldoende aandacht voor landschapsbeheer en groenbeheer en ontwikkeling van een waterplan. Vanuit de gehouden interviews kwamen de volgende kansen: Belangrijke kansen in het landelijk gebied zijn de ontwikkeling van (kleinschalige) recreatie en toerisme, de ontwikkeling en promotie van een groen grenspark, alsmede de verbetering van de kwaliteit van de (verblijfs)recreatie. In het stedelijk gebied liggen kansen voor woningbouw (starters en ouderen), concentratie van stedelijke functies in Reusel, verbetering van de commerciële relatie met België, versterking van het landelijk wonen op basis van de eigen identiteit, alsmede verbetering van de bereikbaarheid. De gemeente Reusel-De Mierden wil in de toekomst een groene plattelandsgemeente zijn en blijven met een hoge landschappelijke kwaliteit. Deze wil zij o.a. benutten voor het verder uitbouwen van de functies wonen en recreatie en toerisme binnen de regio. Reusel-De Mierden zal in de toekomst nog meer dan al het geval is, een aantrekkelijke woongemeente vormen waar ruimte is voor minimaal de opvang van de natuurlijke bevolkingsontwikkeling van de gemeente. De aantrekkelijkheid van het woonmilieu wordt daarbij niet alleen bepaald door de nabijheid van natuur, landschap, groen en water, maar eveneens door een breed aanbod van voorzieningen (sport, spel en recreatie). Deze vormen samen met duurzame intensieve en extensieve landbouw belangrijke economische dragers van het buitengebied. Door een juiste zonering van natuur-, recreatie- en landbouwfuncties kunnen deze functies uitstekend naast elkaar bestaan en een meerwaarde vormen voor de activiteiten in de kernen. De kernen bieden ruimte voor ontwikkelingen op het terrein van wonen, werken en voorzieningen. Elke kern kan zijn eigenheid behouden, ondanks het feit dat er keuzes gemaakt moeten worden in het nader concentreren van de woon- en werkfunctie. Voor de woonfunctie is de woning en de woonomgeving van belang, zowel ruimtelijk-fysiek als sociaal.

4 6 DUURZAAM RUIMTELIJK STRUCTUURBEELD (DRS) 6.1 Inleiding Het eindproduct van een StructuurvisiePlus is het Ruimtelijk Model. Een belangrijk tussenproduct op weg naar deze integrale ruimtelijke visie is het Duurzaam Ruimtelijk Structuurbeeld ofwel DRS. Dit DRS moet als onderlegger gaan dienen voor allerlei ruimtelijke ontwikkelingen op middellange termijn. Het DRS omvat het duurzame, landschappelijke en ruimtelijke raamwerk van de gemeente Reusel-De Mierden voor de komende jaar. Reusel-De Mierden ligt op redelijke afstand van drie stedelijke hoofdstructuren (Eindhoven, Tilburg en Turnhout) en haakt als het ware aan op het stedelijke snoer Eersel- Hapert-Bladel-Reusel. Deze ligging in een hoek van de provincie is kenmerkend voor de gemeente en komt sterk tot uiting in het hoefijzer van bos- en natuurgebieden dat bij wijze van spreken het einde van Nederland markeert. Reusel-De Mierden is een relatief groene en landelijke grensgemeente met grote boscomplexen afgewisseld met open landbouwgebieden. Het grondgebied van de gemeente wordt doorsneden door twee beken: de Reusel en de Raamsloop. In zijn algemeenheid gaat het in het DRS om het behouden en versterken van de bestaande landschappelijke en stedenbouwkundige structuur en de versterking van de gemeentelijke positie in de regio. Deze structuur wordt vooral bepaald door de richting van de beekdalen en de parallel daaraan gelegen hogere gronden met de dorpskernen, bebouwingslinten, akkercomplexen en boscomplexen. Figuur 24: Ruimtelijke Hoofdstructuur Reusel-De Mierden 6.2 Duurzaam Ruimtelijk Structuurbeeld, methodiek Het Duurzaam Ruimtelijk Structuurbeeld bestaat uit twee elkaar aanvullende kaartbeelden: een structuurkaart en een strategiekaart (deze kaarten zijn separaat bij de StructuurvisiePlus gevoegd). Op het min of meer statische beeld van de structuurkaart komen de landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteiten van een gebied in hun onderlinge samenhang tot uiting. In de structuurkaart zijn de zes raamwerken van deel A van de StructuurvisiePlus met elkaar gecombineerd, waarbij de voornaamste plek is weggelegd voor de eerste vier raamwerken en de synthese ertussen. De bruine (geomorfologie), gele (cultuurhistorie), blauwe (water) en groene (natuur en landschap) raamwerken zijn tezamen te beschouwen als de zogenaamde onderste laag, waarop het gebied is ontstaan en is ontwikkeld naar de situatie waarin het nu verkeert. Het tweede kaartbeeld van het DRS is de strategiekaart. Hierop staan de ontwikkelingsmogelijkheden van de elementen uit de structuurkaart voor de lange termijn en geeft daarmee een dynamisch beeld. Het gaat dan om strategieën voor behoud, herstel en/of (her)ontwikkeling van de aangegeven kwaliteiten. Het DRS legt met de structuur- en strategiekaart de waarden vast welke sturend zijn voor ruimtelijke ontwikkelingen binnen de gemeente Reusel-De Mierden en vormt op deze manier het toekomstig speelveld voor ruimtelijke ordening in de gemeente. Milieutechnische omstandigheden zijn vanwege hun veranderlijkheid geen aanleiding om bij voorbaat beperkingen op te nemen ten aanzien van zoekgebieden voor verstedelijking de komende jaar. 6.3 Duurzaam Ruimtelijk Structuurbeeld op hoofdlijnen Alvorens we inzoomen op de gemeente Reusel-De Mierden is het van belang om de landschappelijke en stedenbouwkundige structuur van de gemeente te positioneren in de regio. Deze positie staat verbeeld in figuur 24. Bron: (Croonen Adviseurs, 2003) Op strategisch niveau zal de gemeente een belangrijke keuze moeten gaan maken over de meest gewenste ontwikkelingsrichting(en) van de hoofdkern Reusel, m.n. in relatie tot de keuze tussen noord-zuid en oost-west. De kern Reusel heeft namelijk in principe de potentie om te groeien in drie richtingen v.w.b. woningbouw: Reusel-Noord, -West en - Zuid. Het DRS kent een gebiedsgerichte uitwerking. Vanuit de aangetroffen structuren en elementen zijn zes verschillende ruimtelijk-functionele gebieden onderscheiden. De eigenheid van de structuur van ieder gebied (gebiedstype) staat in dit hoofdstuk beschreven samen met de strategie die daar bij hoort. Deze beschrijving biedt samen met de kaartbeelden handvatten voor het sturen van ruimtelijke ontwikkelingen in de toekomst. Het betreffen de volgende zes gebiedstypen: - beekdalen en kwelgebieden; - gesloten boslandschappen; - half gesloten agrarisch landschap; - open agrarisch landschap; - recreatievoorzieningen; - dorpen/kernen. Belangrijke input voor de strategie per gebiedstype zijn de waarden die zijn vastgelegd in de raamwerken, het geformuleerde zelfbeeld en de aangegeven ambitie, alsmede het provinciaal beleid (dat is vastgelegd in het Streekplan Noord-Brabant 2002 en Reconstructieplan) en gemeentelijk beleid.

5 6.4 Beekdalen en kwelgebieden Structuur Beekdalen en kwelgebieden zijn duurzame structuren. Ze herbergen vaak belangrijke landschappelijke en ecologische kwaliteiten. Deze zijn vaak direct gekoppeld aan het watersysteem en de aanwezigheid van landschapselementen als poelen, bosjes en elzensingels. Als gevolg van beekverbetering zijn vele beken recht getrokken. Kenmerkend voor de structuur zijn de beekdalen van de Reusel en de Raamsloop. Ten westen van Reusel vormen de Belevensche Loop en het Hoevensche Loopje samen de Reusel. Aan de oostzijde van de kern is de Rouwenbogtloop een zijbeek van de Raamsloop. In de middenloop van beide hoofdbeken liggen waardevolle kwelgebieden. De zuidzijde van de gemeente watert af op België. Hier ligt een waardevol kwelgebied: de Reuselse Moeren. De gemeente kent verder een groot aantal vennen. De beekdalen binnen de gemeente Reusel-De Mierden zijn in het bestemmingsplan Buitengebied 98 als agrarisch gebied met abiotische- en natuurwaarden (natte GHS, geomorfologie dalvormige laagte) begrensd. Hierbij is sprake van een relatief lage ligging met (potentiële) mogelijkheden voor hogere grondwaterstanden. Dit stuk maakt onderdeel uit van een in het streekplan aangeduid historisch-landschappelijk vlak met hoge en zeer hoge waarde en tevens een aardkundig waardevol gebied. Bij de opstelling en de uitvoering van ruimtelijke plannen moet met deze waarden rekening worden gehouden. In beginsel zijn in deze gebieden alleen ruimtelijke ingrepen toelaatbaar die gericht zijn op de voortzetting of het herstel van de historische functie en die leiden tot behoud of versterking van de cultuurhistorische (landschaps)waarden. Voor onomkeerbare ruimtelijke ingrepen, zoals de bouw, de aanleg of de uitbreiding in enige omvang van woon- of werklocaties, infrastructuur, recreatiecomplexen, windmolens en landbouwontwikkelingsgebieden geldt hier dan ook het nee, tenzij-principe. De ecologische potenties van de beekdalen moeten worden benut door de ontwikkeling van natte ecologische verbindingszones langs de Reusel met bovenlopen en de Raamsloop. De ecologische verbindingszones hebben voornamelijk een ecologische functie en kennen over het algemeen een klein schaalniveau. Ze verbinden natuurgebieden met elkaar en geven daarmee planten- en diersoorten de gelegenheid zich van het ene naar het andere natuurgebied te verplaatsen. Een ecologische verbindingszone behoeft een gemiddelde breedte van 25 meter en een reeks van kleine landschapselementen die dienen als zogenaamde stapstenen. Binnen een verbindingszone dienen bestaande infrastructurele belemmeringen zoveel mogelijk te verdwijnen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de kruisingen van de Raamsloop en het Hoevensche Loopje met de N284. Een bijzonder natuurontwikkelingsproject in het beekdalsysteem van Reusel-De Mierden is het herstel van het Beleven. Ten westen van de kern Reusel zal aan de Belevensche loop de moerassige laagte in zijn oorspronkelijke staat worden teruggebracht, waarmee een belangrijk brongebied voor de Reusel wordt hersteld Strategie Het water als ordenend principe wordt in het beleid van de overheid steeds belangrijker. Vanwege de bevordering van kwel en waterberging streeft de overheid in beekdalen naar ruimte voor water (en natuur). Zo wil men voor water kwetsbare gebieden beschermen tegen verstedelijking. Voor de beekdalen en kwelgebieden gelden de volgende deelstrategieën: Een klein deel van de beekdalen van de Raamsloop en de Reusel valt binnen de Regionale Natuur- en Landschapseenheden (RNLE n) die in het Streekplan zijn onderscheiden. In deze gebieden ligt het primaat bij natuuren landschappelijke kwaliteiten. Deze gebieden moeten groen en landelijk blijven. Uitbreiding van het stedelijke ruimtebeslag (waaronder intensieve vormen van recreatie) is hier dan ook uitgesloten. Welke begrenzing van RNLE n daarbij uiteindelijk gehanteerd gaat worden, wordt vastgesteld in het kader van de reconstructie. In het noorden van de gemeente op de plek waar de Reusel en de Raamsloop samenkomen, kent het beeken kwelgebied cultuurhistorisch gezien een hoge waarde. Grote delen van de beekdalen in de gemeente Reusel-De Mierden betreffen leefgebieden voor kwetsbare soorten en struweelvogels. Deze leefgebieden omvatten landbouwgronden en andere gronden waarop zeldzame planten of dieren voorkomen die hoge eisen stellen aan de inrichting en het gebruik van hun omgeving. In de leefgebieden dienen landbouw, recreatie en andere activiteiten dan ook worden uitgeoefend met respect voor deze voorwaarden. Nieuwe ontwikkelingen in deze gebieden zullen te allen tijde onderhevig zijn aan een nadere toetsing. Beekdalen en kwelgebieden zijn bij uitstek de plekken voor het zoeken naar mogelijkheden voor waterberging. Het doel hierbij is primair het gevaar voor verdroging te verkleinen en wateroverlast in benedenstroomse gebieden te voorkomen door gebiedseigen water in de gemeente zelf langer vast te houden. Dit gebeurt door in deze gebieden water de ruimte te geven, zodat de beken kunnen meanderen (beekherstel) maar ook overstromen bij piekaanvoer van oppervlaktewater. De gemeente kent zoekgebieden waterberging voor regionale berging langs de Reusel en de Raamsloop. Waterberging zal op deze plekken zoveel mogelijk samengaan met beekherstel, natuurontwikkeling en behoud van de agrarische functie. Uitgangspunt van het waterschap is om 70% van de waterberging binnen de GHS/EHS te realiseren en 30% in de AHS. Totdat de uitwerkingsplannen regionale waterberging zijn vastgesteld wordt in de zoekgebieden met de ontwikkeling van grootschalige kapitaalintensieve functies alleen ingestemd, als uit de watertoets blijkt dat de ge-

6 schiktheid voor waterberging, zowel in de zin van benodigde ruimte als toekomstige waterkwaliteit, niet verloren gaat. Kwel- en infiltratiegebieden moeten hun huidige functie behouden en waar mogelijk worden versterkt door de inrichting van deze gebieden te optimaliseren. De kwelzones langs de beken dienen gevoed te worden met schoon water. Daarvoor is het nodig om de infiltratie van water op de hogere delen te bevorderen. Dat kan door infiltratiegronden te bebossen, door de ontwateringsdiepte van sloten te verminderen en door hermeandering. Hierdoor wordt het water vastgehouden en ontstaat de mogelijkheid in de beekdalen en kwelgebieden op bepaalde plekken natuurontwikkeling plaats te laten vinden. Daarnaast is het streven kwelgebieden niet te bebouwen. De stedelijke ontwikkeling dient zoveel mogelijk plaats te vinden op de meest geschikte plekken (op de hoger gelegen plekken tussen de beekdalen) en het ont- en afwateringssysteem moet zich richten op infiltratie van hemelwater via gescheiden systemen. De watertoets moet negatieve effecten op het watersysteem voorkomen. Het hydrologisch neutraal bouwen geldt daarbij als uitgangspunt. De geomorfologie en de bodemopbouw van de beekdalen moeten in hun huidige situatie behouden blijven. Een uitzondering kan worden gemaakt voor de oevers van de beken. Daar behoort vergraven en plaatselijk ontgronden tot de mogelijke ingrepen wanneer die bedoeld zijn om het profiel van de oevers een meer natuurlijk verloop te geven of om de beek zijn oorspronkelijke meanderende karakter terug te geven (beekherstel). De waterlopen die door het plangebied lopen hebben deels een agrarische functie. In agrarische gebieden met de functie water voor de Agrarische Hoofdstructuur geldt dat beheer en inrichting vooral zijn afgestemd op het landbouwkundig grondgebruik. De beekdalen laten alleen extensieve vormen van landbouw toe. Watertekort en - overlast worden zoveel mogelijk gereduceerd en waterconservering is een aandachtspunt. Door overeenkomsten voor perceelsrandenbeheer af te sluiten met agrariërs wordt de natuurwaarde van de beken en hun oevers en de waterkwaliteit op een duurzame manier gewaarborgd. Recreatief gebruik van de waterlopen is toegestaan indien dit niet conflicteert met de ecologische en hydrologische functies en is afgestemd met de landeigenaren. Deze mogelijkheden zijn in Reusel-De Mierden beperkt tot het recreatief vissen aan de benedenstroomse delen van de Reusel en Raamsloop. 6.5 Gesloten boslandschappen Structuur Ook bossen zijn duurzame structuren. Grote bosgebieden, o.a. op dekzandruggen, hebben vaak een grote landschappelijke, ecologische en recreatieve waarde, zeker als het bos hierbij afgewisseld wordt door heidevelden, vennen en landbouwenclaves. Vele bos- en struweelvogels en kleine zoogdieren vinden hier een leefgebied, met name in de structuurrijke delen. Op de droge, hoger gelegen dekzanden in het zuidoosten en noordwesten van de gemeente komen uitgestrekte, besloten boscomplexen voor. Het gaat hierbij o.a. om de Peelsche Heide, alsmede de Turnhoutsche Heide en Landgoed De Utrecht. Tegen de Reuselse Moeren en rondom Reusel liggen kleinere stukken bos. Al deze bosgebieden en bosjes staan als zodanig op de structuurkaart aangegeven Strategie Boslandschappen bieden mogelijkheden tot behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden, met name door zogenaamd geïntegreerd bosbeheer. Ze zijn verder geschikt om de infiltratie van regenwater te bevorderen. Verder bieden ze mogelijkheden om te komen tot robuuste eenheden bos en natuur. De gemeente maakt deel uit van twee regionale natuur- en landschapseenheden. Deze kunnen in de gemeente verbonden worden door middel van een zogenaamde robuuste ecologische verbinding. De strategie voor de gesloten boslandschappen krijgt zijn uitwerking in de volgende deelstrategieën: De ambitie is gericht op het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuur- en landschapswaarden (waaronder aardkundige waarden) van het bos en de bosgroeiplaatsen en de daarbinnen aanwezige biotopen (bosvogels, amfibieën en reptielen) en landschapselementen (poelen, waterlopen). Intensieve vormen van gebruik en bebouwing, zoals woningbouw, bedrijventerreinontwikkeling, intensieve landbouwvormen, intensieve recreatie, en dergelijke, zijn in de bosgebieden in principe uitgesloten. Ruimtelijke ingrepen in de bosgebieden zijn toegestaan indien deze leiden tot vergroting van de ecologische kwaliteit. Zo kunnen ruimtelijke variaties aangebracht worden door open plekken en boszomen aan te brengen, kappen en herplanten en naaldhout te vervangen door loofhout. Voor de gemeentebossen geldt het streven het productiebos om te vormen tot een natuurbos met meer dan 30% loofhout. Verschillende grootschalige natuurgebieden in, maar vooral ook rondom de gemeente Reusel-De Mierden kennen een vergaande wettelijke bescherming. In de eerste plaats gaat het dan om enkele vogelrichtlijngebieden vlak over de grens met België (De Ronde Put ten zuiden van Het Goor (Reuselse Moeren) en gebieden bij de Turnhoutse Heide in de gemeente Ravels). Ten tweede vallen verschillende gebieden onder de Habitatrichtlijn. In België betreffen dit kleinere natuurgebieden die onderdeel uitmaken van de grotere vogelrichtlijngebieden. Dit is in de gemeente Reusel-De Mierden en de Nederlandse buurgemeenten niet het geval. Hier liggen alleen Habitatrichtlijngebieden. Het gaat dan om de Mis-

7 peleindse, Rovertse en Landschotse Heide. De overige gebieden binnen het natuurgebied Kempenland zijn wel voorgedragen als Habitatrichtlijngebied, maar door minister Veerman uiteindelijk niet aangemeld bij de Europese Commissie en daarmee niet geselecteerd. Het betreft hier onder andere Landgoed De Utrecht. Voor zowel de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden geldt zowel een interne als externe bescherming van de aanwezige waarden. Dat wil zeggen dat zowel binnen als buiten de gebieden geen activiteiten mogen plaatshebben die de natuurlijke kenmerken van de gebieden aantasten. Voor de Vogel- en Habitatgebieden is aantasting slechts mogelijk bij dwingende redenen van groot openbaar belang (Europese regelgeving). De natuurbeschermingswetgeving heeft vergaande consequenties voor ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder de ontwikkelingsmogelijkheden voor de agrarische sector. In en rondom de beschermde gebieden mogen bedrijven niet uitbreiden of moeten bedrijven zelfs vertrekken. Welke zonering hiervoor exact gaat gelden dient nog te worden vastgesteld. De Neterselsche en Mispeleindse Heide met aangrenzende beekdalen en het Zwartven en omgeving zijn beschermd als natuurmonument in het kader van de Natuurbeschermingswet. Net als de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden geldt voor deze beschermde natuurmonumenten zowel een interne als externe bescherming van de aanwezige waarden. Binnen als buiten de gebieden mogen geen activiteiten plaatshebben die de natuurlijke kenmerken van de gebieden aantasten. De gemeente Reusel-De Mierden wil deze wettelijke bescherming ook doen gelden voor natuurgebied De Moeren en zal het gebied daarvoor op termijn aanmelden. Wat betreft beschermingsregime maakt het daarbij weinig tot geen verschil of De Moeren als beschermd natuurmonument (nationaal niveau) wordt aangewezen of wordt opgenomen in het aansluitende Vogel- en/of Habitatrichtlijngebied (Europees niveau) dat reeds bestaat net over de grens met België. De oppervlakte van het totale bosgebied wordt niet verkleind, maar kan wel worden vergroot. Natuurontwikkeling zal plaatsvinden door realisering van de provinciale ecologische hoofdstructuur met natuurontwikkelingsgebieden, beheersgebieden, reservaatgebieden en ecologische verbindingszones. Deze zijn met name gelegen in de beekdalen zoals het natuurontwikkelingsproject Beleven en aan de randen van de grote boslandschappen in het noorden en zuiden van de gemeente. kan op termijn handvatten bieden voor concrete maatregelen. Grote delen van het boslandschap van Reusel-De Mierden zijn gelegen in de Regionale Natuur- en Landschapseenheden (RNLE n), waar het primaat bij natuuren landschappelijke kwaliteiten ligt. Uitbreiding van het stedelijke ruimtebeslag is hier uitgesloten, afgezien van verbetering in de afronding van dorpsranden en noodzakelijk aan te leggen infrastructuur. De concrete begrenzing vindt plaats in reconstructieverband. Daar waar discussie over de grens is, is deze op de strategiekaart onderbroken weergegeven. In de bosgebieden buiten de RNLE n is uitbreiding van het stedelijk ruimtegebruik alleen toelaatbaar als daar zwaarwegende maatschappelijke belangen aan ten grondslag liggen en alternatieven ontbreken. De mogelijkheden voor toerisme en recreatie zijn sterk afhankelijk van de specifieke kenmerken van het gebied. Voor het gesloten boslandschap van Reusel-De Mierden geldt dat recreatief medegebruik zoals wandelen, fietsen en picknicken en natuurgerichte recreatie prima past. Twee plekken binnen het boslandschap heeft de gemeente aangewezen als zoekgebied voor recreatieve ontwikkelingen. Hier is plaats voor meer intensieve vormen van recreatie en toerisme passend bij het landelijk gebied, welke als concentratie een soort poortfunctie vervullen voor recreatief medegebruik van het boslandschap. Het toestaan van ontwikkelingen op deze locaties door middel van een recreatieve zonering zorgt voor ontlasting van de meest kwetsbare gebieden. 6.6 Half gesloten agrarisch landschap Structuur In de nabijheid van de kernen treffen we de wat oudere landbouwontginningen aan in de vorm van half gesloten agrarische landschappen. Dit gebiedstype kenmerkt zich door de afwisseling van lange en korte zichtlijnen, coulissen in de vorm van lanen en bosjes, houtwallen en singelbeplantingen. Deze cultuurhistorische landschappen herbergen vaak hoge kwaliteiten. Op de overgang van nat naar droog vinden we de verschillende buurtschappen, linten en akkercomplexen met hun bolle akkers, houtwallen en geriefhoutbosjes. Half gesloten landschappen zijn zeer aantrekkelijk voor routegebonden recreatie. In het gesloten boslandschap moet worden gezorgd voor maximale rust en ruimte voor de ontwikkeling van natuuren landschapswaarden. De aanwezige stiltegebieden bij Landgoed De Utrecht, dienen dan ook in stand te worden gehouden. Een belangrijke opgave voor de toekomst is het tegengaan van lichthinder in de stiltegebieden en donkertegebieden. Nederland kent een enorme lichtuitstoot welke jaarlijks met zes tot tien procent groeit. Het verlies aan duisternis, als gevolg van verlichting langs wegen, bij glastuinbouw, maar ook bij (recreatie)woningen in het buitengebied, heeft kwalijke gevolgen voor de natuur. Verschillende maatregelen kunnen de lichtuitstoot verminderen. Naast het tegengaan van nieuwe lichtproducerende activiteiten zijn dit bijvoorbeeld het gebruiken van horizontale glasplaten, het laten branden van de helft van de straatlantaarns na middernacht, het niet verlichten van openbare terreinen na middernacht, en dergelijke. Een gemeentelijk verlichtingsplan

8 In Reusel-De Mierden ligt dit gebiedstype rondom de verschillende dorpskernen. Kenmerkend voor deze gemeente is het feit dat het landschap ten noorden van Reusel rondom Hooge Mierde en Hulsel wellicht beter half open genoemd kan worden dan half gesloten. Ook tegen de bossen is er een afwisseling tussen open en gesloten gebieden. Er ontstaat hierdoor een soort kamerstructuur Strategie Een belangrijke strategie binnen dit gebiedstype is het versterken van het landschappelijk raamwerk door herstel van het kleinschalig landschapspatroon. Dit patroon bestaat uit allerlei bosjes en beplantingen. Ook biedt dit gebiedstype mogelijkheden voor verbrede plattelandsontwikkeling en b.v. de ontwikkeling van nieuwe landgoederen. Deze landschappen zijn verder geschikt om de infiltratie van regenwater te bevorderen. Deze strategie krijgt voorts ook vorm door: Het streven is gericht op het behoud van de hoofdfunctie, het agrarisch gebruik, en van de aanwezige agrarische bedrijven. Voor verschillende agrarische bedrijven is er duidelijk groeipotentie in de gemeente Reusel-De Mierden. Agrarische productiemogelijkheden in het half gesloten agrarisch landschap zullen, zowel wat betreft grondgebonden als niet-grondgebonden landbouw, behouden en versterkt worden. Vanuit de reconstructie van het landelijk gebied worden de exacte locaties aangedragen waar verweving dan wel ontwikkeling uiteindelijk mogelijk is. Sturend daarbij zijn randvoorwaarden zoals het behouden van een bufferzone van 250 meter van verzuringsgevoelige bos- en natuurgebieden en woongebieden, en dergelijke. Nabij de kwetsbare gebieden op het gebied van water, natuur en landschap (Vogel- en Habitatrichtlijngebieden, natuurmonumenten, RNLE n, GHS en de AHSlandschap), bij en in cultuurhistorisch waardevolle gebieden en bij kernen en bebouwingszones, dient extensivering van de landbouw plaats te vinden. In landbouwgebieden met bijzondere waarden, die bijvoorbeeld een belangrijk leefgebied vormen voor kwetsbare diersoorten kunnen landbouw en natuur- of landschapsontwikkeling worden gecombineerd. In deze gebieden moeten landbouw, recreatie en andere activiteiten worden uitgeoefend met respect voor deze voorwaarden. Een groot deel van het half gesloten agrarisch landschap heeft deze waarden niet of nauwelijks. Hier kan aan de landbouw ruimte gegeven worden voor verdere, duurzame ontwikkeling. Hierbij gaat het vooral om grondgebonden landbouw. Ook zijn er perspectieven voor milieuverantwoorde boomteelt en vollegrondstuinbouw. In het kader van de reconstructie van het landelijk gebied zal bezien worden welke concrete ontwikkelingsmogelijkheden er onder andere voor hervestiging zijn. Een groot deel van het half gesloten agrarische landschap bestaat uit leefgebieden voor kwetsbare soorten en leefgebieden voor struweelvogels. Hier moeten activiteiten worden uitgeoefend met voldoende respect voor de bestaansvoorwaarden van de betreffende diersoorten. Het gaat dan met name om de handhaving van de landschapsstructuur met kleinschalige percelen, houtwallen, ruige perceelsranden en slootkanten, solitaire bomen, onverharde percelen, etc. Vooral voor de overgangsgebieden naar het gesloten boslandschap is het van belang kleinschalige natuurelementen te behouden en waar mogelijk aan te leggen. Samen met de provincie streeft de gemeente naar een optimale zonering van het agrarisch gebruik van het buitengebied. Voor bepaalde bedrijven (voornamelijk intensieve veehouderijen) betekent deze zonering een noodzakelijke bedrijfsverplaatsing. Om deze bedrijven een alternatief te kunnen aanbieden, heeft de provincie twee zoekgebieden voor landbouwontwikkeling aangeduid: ten zuidwesten van Reusel en ten zuidoosten van Hulsel op de grens met de gemeente Bladel. De locatie bij Hulsel ligt in het half gesloten landschap. Deze gebieden moeten ruimte bieden aan bestaande agrarische bedrijven die door de stapeling van beleid in de verdrukking zitten. Er wordt op deze locaties dus niet gestreefd naar grootschalige, industriële activiteiten waar slechts enkele agrariërs actief kunnen zijn. In het kader van de reconstructie landelijk gebied zal de gemeente bezien om welke exacte plekken het in het buitengebied gaat en wat de precieze omvang daarvan is. Functiewisseling en combinaties van functies in dit multifunctionele gebied zijn mogelijk. Het half gesloten landschap is dan ook een prima plek voor functies als ecologische landbouw, natuurrecreatie, agrotoerisme, maar ook voor meer stedelijke en recreatieve ontwikkelingen in een landschappelijke, parkachtige sfeer. Voor deze laatste vorm van functiemenging lenen zich voornamelijk de uitloopgebieden van de kernen, zoals het gebied rondom de visvijver van Reusel. Waar sprake is van ontwikkelingen binnen het half gesloten landschap dient rekening te worden gehouden met het landschappelijk aandachtsgebied. Dat betekent dat nieuwe ontwikkelingen bestaande natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten behoren te respecteren, maar tegelijkertijd ook moeten leiden tot toevoeging van nieuwe landschappelijke kwaliteiten. In het half gesloten agrarisch landschap worden daarmee plekken met specifieke waarden uit de onderste lagen zoveel mogelijk benut voor natuur- en landschapsontwikkeling in combinatie met kleinschalige recreatieve voorzieningen. Een kenmerkend onderdeel van het half gesloten agrarisch landschap vormen de talrijke oude buurtschappen en linten die in de late ontginningsgeschiedenis zijn ontstaan op de middelhoge droge gronden. Om de solitaire ligging van de cultuurhistorisch waardevolle linten en buurtschappen te behouden dienen landschappelijke buffers in stand te worden gehouden. Deze buffers moeten voorkomen dat kernen en historische linten en buurtschappen aan elkaar groeien en behoeven dan ook een landschappelijke invulling. Stedelijke ontwikkelingen zijn niet wenselijk. Het half gesloten agrarisch landschap telt verschillende waardevolle overblijfselen vanuit haar ontginningsgeschiedenis. Het gaat dan voornamelijk om monumentale boerderijen die (cultuur)historisch gezien, maar ook als element in het landschap waardevol zijn. Als gevolg van de ontwikkelingen in de agrarische sector is een aantal boerderijen drastisch verbouwd en verliezen steeds meer van deze cultuurhistorisch waardevolle gebouwen in het buitengebied hun originele functie, waardoor leegstand en verval dreigt. Wil dit proces een halt worden toegeroepen, dan is het noodzakelijk nieuwe economische dragers te vinden. Daarbij valt te denken aan bestemmingen als wonen, recreatie en toerisme, voorzieningen en bedrijvigheid. Gebouwspecifieke kenmerken, maar voornamelijk ook de locatie zijn bepalend welke bestemming het meest haalbaar is.

9 Gebouwen in de kernrandzone bieden kansen voor verschillende meer stedelijke bestemmingen, terwijl voor gebouwen in het buitengebied de mogelijkheden over het algemeen beperkt blijven tot recreatie en toerisme. Andere cultuurhistorisch waardevolle overblijfselen die veelvuldig voorkomen in het half gesloten agrarische landschap zijn de oude open akkercomplexen en bolle akkers. Deze akkercomplexen zijn gelegen rondom de oude nederzettingen en vertegenwoordigen een historisch-landschappelijke waarde (bijvoorbeeld als wezenlijk onderdeel van het historische landschap op de zandgronden en als historisch-landschappelijke context voor waardevolle buurtschappen en boerderijen), maar ook een archeologische waarde. Onder de oude akkers bevinden zich relatief veel relicten van nederzettingen en begraafplaatsen. Vanwege hun waarde dienen de oude open akkercomplexen en bolle akkers gevrijwaard te worden van bebouwing. Hoe ver deze bescherming gaat, hangt af van de specifieke waarde van de betreffende akker. Nader onderzoek zal deze waarde moeten duiden. De cultuurhistorische waardenkaart die als geel raamwerk is opgenomen in deel A van de StructuurvisiePlus geeft indicaties van de aanwezige waarden. Aanvullend onderzoek door de provincie noemt Mispeleind bij Lage Mierde als een van de meest waardevolle akkers in de gemeente Reusel-De Mierden. Het aanwijzen van afweegbare gebieden voor verstedelijking (wonen, werken, recreëren) op plekken zonder specifieke waarden uit de onderste lagen dient bij voorkeur in het half gesloten agrarische landschap plaats te vinden. Bij de uiteindelijke invulling van de afweegbare gebieden dient dan wel zorgvuldig te worden omgesprongen met de oude cultuurlandschappen (akkers en hoeveontginningen), de belangrijke archeologische monumenten en de gebieden met indicatief hoge archeologische waarden die veelvuldig voorkomen in dit type landschap. Voor gebieden met een hoge en middelhoge indicatieve archeologische waarde geldt dat eventuele stedelijke ontwikkeling alleen kan plaatsvinden na een aanvullende archeologische inventarisatie (AAI). Uit dit onderzoek zal moeten blijken welke delen van het gebied wel en niet in aanmerking komen voor verstedelijking. Een AAI dient in het kader van de bestemmingsplanprocedure te worden uitgevoerd. De ontwikkeling van nieuwe landgoederen en buitenplaatsen, maar ook Ruimte-voor-Ruimte-woningen kunnen een bijdrage leveren aan de versterking van het landschapsbeeld van het half gesloten landschap. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan de zones nabij of tussen bosgebieden, op de overgang van de dorpen naar het landschap, etc. 6.7 Open agrarisch landschap Structuur Jonge ontginningsgebieden bestaan in het algemeen uit open agrarische landschappen. Het betreft hier zowel heideontginningen als beekdalontginningen. Ook grote akkercomplexen kunnen tot dit gebiedstype gerekend worden. Een belangrijk landschappelijk kenmerk van dit gebiedstype is de (relatieve) openheid, die zo n gebied uitstraalt. Verder wordt het gekenmerkt door grote kavels en lange, rechte wegen, open linten en laanbeplantingen. Open agrarische landschappen komen in Reusel-De Mierden vooral voor tegen de bos- en heidegebieden in het noordwesten en het zuidoosten van de gemeente. Het betreft hier met name heideontginningen. De open agrarische landschappen ten zuiden en ten westen van Reusel zijn vrij goed te begrenzen. Rondom Hulsel is dit een wat lastiger karwei. De centrale ligging van de bebouwingslinten is zeer kenmerkend voor dit deelgebied Strategie De relatief grootschalige openheid voegt, als contrast met het veelal half gesloten en gesloten landschap van de Kempen, een gebiedseigen kwaliteit toe aan het landschap. Dit landschap biedt niet alleen mogelijkheden om de openheid te versterken, maar ook voor de inplaatsing van bestaande/nieuwe functies. Verdichting van het landschap zou hier zoveel mogelijk voorkomen moeten worden. Deze gebieden zijn vaak prima geschikt als primair landbouwgebied. Verdichting van het landschap in de vorm van verstedelijking, verstening en bosbouw heeft in het open landschap niet de eerste voorkeur. Hooguit zijn enkele kleinschalige ontwikkelingen mogelijk aan de randen van deze landschapsdelen, op plekken waar verdichting leidt tot verbetering van de landschappelijke of stedenbouwkundige structuur. Ook kunnen schaduwplekken voor vee gewoon gerealiseerd worden. De beoordeling en afweging van dergelijke ontwikkelingen is een kwestie van maatwerk. De aanwezigheid en inpassing van specifieke waarden uit de onderste laag speelt een belangrijke rol bij de afweging. Zo moet zorgvuldig worden omgesprongen met de oude cultuurlandschappen (akkers en hoeveontginningen), de belangrijke archeologische monumenten en de gebieden met indicatief hoge archeologische waarden. Delen van het open agrarische landschap zijn in het kader van het Streekplan aangewezen als leefgebieden voor kwetsbare soorten en leefgebieden voor struweelvogels. Het betreft hier vooral de plekken nabij boscomplexen. In deze zones moeten activiteiten worden uitgeoefend met voldoende respect voor de bestaansvoorwaarden van de betreffende diersoorten. Het gaat dan met name om de handhaving van de landschapsstructuur met bosjes, houtwallen, ruige perceelsranden, slootkanten, solitaire bomen, onverharde percelen, etc. Vooral voor de overgangsgebieden naar het gesloten boslandschap is het van belang kleinschalige natuurelementen te behouden en waar mogelijk aan te leggen.

10 Het open agrarische landschap is prima geschikt voor verdere ontwikkeling van de agrarische functie. Het gaat dan met name om de ontwikkeling van grondgebonden landbouwvormen op plekken zonder specifieke landschappelijke of ecologische waarden. Samen met de provincie streeft de gemeente naar een optimale zonering van het agrarisch gebruik van het buitengebied. Voor bepaalde bedrijven (voornamelijk intensieve veehouderijen) betekent deze zonering een noodzakelijke bedrijfsverplaatsing. Om deze bedrijven een alternatief te kunnen aanbieden, heeft de provincie twee zoekgebieden voor landbouwontwikkeling aangeduid: ten zuidwesten van Reusel en ten zuidoosten van Hulsel op de grens met de gemeente Bladel. De locatie ten zuidwesten van Reusel ligt in het open landschap. Deze gebieden moeten ruimte bieden aan bestaande agrarische bedrijven die door de stapeling van beleid in de verdrukking zitten of aan nieuwe bedrijven. Er wordt op deze locaties niet gestreefd naar grootschalige, industriële activiteiten waar slechts enkele agrariërs actief kunnen zijn. Desalniettemin is het gezien de ligging in het open landschap van belang dat nieuwe bebouwing dusdanig wordt gesitueerd dat de karakteristieke openheid behouden blijft. Bestaande bebouwingsclusters of linten bieden hiervoor aanknopingspunten. In het kader van de reconstructie landelijk gebied zal de gemeente bezien om welke exacte plekken het in het buitengebied gaat en wat de precieze omvang daarvan is. In de delen van het open landschap die binnen de RNLE vallen, is in principe verdere ontwikkeling van de agrarische functie niet toegestaan. Nieuwvestiging van agrarische bedrijven is hier uitgesloten. Voor bestaande agrarische bedrijven in dit gebied wordt beperkte ontwikkelingsruimte geboden. Hierbij mag echter geen sprake zijn van (verdere) aantasting van de natuur- en landschapswaarden in het gebied. In het Streekplan Noord-Brabant zijn de RNLE n ruim begrensd en beslaan ze grote delen van het open agrarisch landschap van Reusel-De Mierden. In het kader van de reconstructie van het landelijk gebied zullen de definitieve grenzen worden getrokken. Ten zuidwesten van Reusel is een robuuste (ecologische) verbinding aangegeven tussen de beide RNLE n. Deze verbinding ligt grotendeels op Belgisch grondgebied omdat daar bosgebieden liggen. In overleg met de gemeente Arendonk (België) kunnen de concrete samenwerkingsmogelijkheden over of op de grens nader worden bezien. 6.8 Recreatievoorzieningen Structuur De toeristisch-recreatieve infrastructuur wordt vooral bepaald door de aanwezigheid van grote bos- en natuurgebieden, een aantrekkelijk landschap (lees een kleinschalig agrarisch landschap), voldoende, verschillende verblijfsrecreatieve terreinen en accommodaties, authentieke dorpskernen, dagrecreatieve voorzieningen in de regio, mogelijkheden voor sport- en spelbeoefening en een uitgebreid netwerk van paden en routes. In de gemeente Reusel-De Mierden zijn meerdere componenten aanwezig, met name op het vlak van verblijfsrecreatie en routegebonden recreatie. Met het Zwartven en de Hertenwei heeft de gemeente twee belangrijke recreatiecentra binnen haar grenzen. Verder liggen er enkele grotere campings net buiten de gemeente. Voor de routegebonden recreatie is een aantal recreatiepoorten te noemen (o.a. kernen, uitspanningen en vrij grote parkeer- en picknickplaatsen) Strategie De structuur op de Brabantse zandgronden biedt veel mogelijkheden om recreatie/toerisme verder tot ontwikkeling te brengen. Waar het platteland steeds minder als agrarische productieruimte wordt gezien en steeds meer als een consumptieruimte van landelijke waarden, vormt recreatie en toerisme in toenemende mate een economische drager van het buitengebied. De gemeente Reusel-De Mierden streeft naar volle benutting van de potenties die het landschap biedt om er voor te zorgen dat recreatie en toerisme qua werkgelegenheid een nadrukkelijkere betekenis krijgt. Waar de duurzame waarden van het landschap het toelaten, krijgt recreatie en toerisme ontwikkelingsruimte. Het gaat dan in de eerste plaats om ontwikkelingen die passen binnen het landelijke karakter van de gemeente. Beperkingen ten aanzien van toelaatbaarheid hebben echter eerder betrekking op de aard dan op de schaal van ontwikkelingen. Vanuit die optiek is vestiging van een attractiepark van een schaalniveau als de Efteling binnen de gemeente Reusel- De Mierden ondenkbaar. Een attractiepark of dagrecreatieve voorziening van een meer regionaal schaalniveau, zoals het Zoopark in Overloon of het prehistorisch museum in Eindhoven, wordt daarentegen niet uitgesloten. Uiteraard zal bij de verdere ontwikkeling van recreatie en toerisme in de gemeente Reusel-De Mierden de nadruk liggen op meer kleinschalige en extensieve activiteiten zoals natuurcampings, herbergen en routegebonden recreatie. Het opzetten van gemeente- en landsgrensoverschrijdende samenwerking op het terrein van recreatie en toerisme vormt bij de ontwikkeling van het toeristisch-recreatieve product een belangrijke opgave. De onderstaande deelstrategieën geven aan hoe recreatie en toerisme binnen de gemeente Reusel-De Mierden ontwikkeld kunnen worden: Waar duurzame waarden zich niet verzetten kunnen bestaande recreatieve voorzieningen uitbreiden. Waar dit wel het geval is, is uitbreiding alleen aan de orde wanneer het een kwalitatieve verbetering van het aanbod betreft en dit bedrijfseconomisch noodzakelijk is. Over het algemeen geldt dat uitbreiding in eerste instantie binnen de bestaande ruimtelijke kaders van de voorziening zal moeten geschieden. Wanneer dit niet mogelijk blijkt, is uitbreiding van de voorziening naar buiten toe mogelijk. Bij de toetsing van een uitbreidingsverzoek zal nadrukkelijk rekening worden gehouden met de waarden uit de onderste lagen.

11 De gemeente Reusel-De Mierden geeft ruimte aan nieuwe recreatieve voorzieningen zolang zij qua aard passen binnen het landelijke karakter van de gemeente en de streek, en de ontwikkeling niet in strijd is met de bescherming van duurzame waarden. Bij toevoeging kan het zowel gaan om dag- als verblijfsrecreatieve voorzieningen, waarbij de nadruk vooral zal liggen bij kleinschalige vormen van verblijfsrecreatie en routegebonden dagrecreatie (wandelen, fietsen, paardrijden). Uit onderzoek blijkt dat in de Kempen een tekort is aan dergelijke vormen van recreatievoorzieningen. Dit type voorzieningen past ook prima in het beeld en de sfeer van het gebied en de kernen. Kansen voor ontwikkeling liggen in de aanwezige cultuurhistorische waarden. Het gaat dan bijvoorbeeld om het oppakken van oude verbindingen tussen de verschillende dorpen in de gemeente en regio als fiets- en wandelpaden, maar ook het benutten van leegkomende monumentale panden in het buitengebied en oude stedenbouwkundige structuren voor educatieve recreatie in combinatie met vermaak in de vorm van een restaurant met terras. Concreet gaat het dan bijvoorbeeld om het Vloeieind en de Grensovergang, waar bezoekers wellicht door middel van recreatieve ontwikkeling op termijn de oude tijden van de oude akkernederzetting Vloeieind en het tramvervoer bij de Grensovergang kunnen herbeleven. Daarnaast vormt het gebied Kleine en Grote Cirkel aanleiding voor recreatieve ontwikkeling, mede in relatie tot kunst en cultuur(historie). Deze potentiële aanleidingen voor kleinschalige recreatieontwikkeling staan op de DRS-kaart aangeduid als zoeklocatie ontwikkeling recreatie en toerisme. De kern Reusel is in principe het concentratiegebied voor recreatieve accommodaties in de meer stedelijke sfeer. Het gaat dan om nieuwe hotels, restaurants en cafés, welke daar zowel ruimtelijk als economisch gezien het bestaande winkelgebied kunnen versterken. De zone ten noorden van de Randweg-Oost vormt een belangrijk recreatief uitloopgebied. Accommodaties met een meer landelijk karakter kunnen gesitueerd worden in of bij de kleinere kernen. Het gaat dan om kampeerboerderijen, familiehotels en dergelijke. Dit type voorzieningen past prima in het beeld van plattelandskernen als pleisterplaatsen voor wandelaars en fietsers, waarbij de mogelijkheid van kamperen bij de boer nog het voordeel heeft dat dit een aanvullend inkomen voor de desbetreffende boer kan opleveren. Echter er moet voorkomen worden dat dit overal ongebreideld kan geschieden, omdat anders het landschapsbeeld behoorlijk verstoord kan raken. Streng welstandstoezicht is dan ook van groot belang. Een bijzondere plek is ingeruimd voor de zogenaamde (kleinschalige) recreatieve poorten. Zo n poort vormt de ingang van een natuur- en bosgebied waar de bezoeker de auto kan parkeren en vervolgens te voet, per fiets of te paard het gebied kan verkennen op basis van een gerichte recreatieve zonering. Bij een poort zijn startplaatsen van diverse typen routes. De zoekgebieden zijn aangewezen op plekken waar het buitengebied een grotere recreatieve druk aankan. Door hier relatief verschillende vormen van recreatie toe te staan, kunnen de aangrenzende kwetsbare delen van het buitengebied worden ontlast. De op het DRS aangegeven zoekgebieden nabij de Spartelvijver en ten noorden van de Kleine en Grote Cirkel moeten in de toekomst ruimte bieden voor nieuwe voorzieningen passend bij de poortfunctie. Te denken valt aan een bezoekerscentrum, café-restaurant, fietsenverhuur, manege, speelbos, survivalbaan, herberg, beeldentuin, maar ook gecombineerde parkeergelegenheid voor zowel de bezoekers van de accommodaties als wandelaars en fietsers die de omliggende omgeving willen verkennen. Buiten de recreatieve poorten ligt vestiging van dit soort van recreatievoorzieningen in het buitengebied minder voor de hand. Waar mogelijk zullen verkeerd gesitueerde voorzieningen verplaatst worden naar de recreatieve poorten. Nader onderzoek zal de haalbaarheid hiervan moeten bepalen. Naast de recreatieve poorten kent de gemeente Reusel- De Mierden nog een locatie waar intensievere vormen van recreatie en toerisme in het buitengebied worden geconcentreerd. Dit recreatieontwikkelingsgebied vormt de toekomstige vestigingslocatie voor nieuwe middelgrote dag- en/of verblijfsrecreatieve voorzieningen en daarbij passende ondersteunende activiteiten. Tevens zijn er mogelijkheden voor de realisatie van (nieuwe) gemeentebrede sportvoorzieningen en -als dit op lange termijn noodzakelijk blijkt- een concentratie van bestaande sportvoorzieningen. De locatie betreft de noordoostelijke schil om de kern Reusel aan de overzijde van de Randweg- Oost. Deze locatie is hiervoor geschikt vanwege zijn uitstekende bereikbaarheid. Via de provinciale wegen N284 en N269 is de locatie optimaal te bereiken door middel van de auto vanuit Tilburg en Eindhoven, maar door de centrale ligging tussen de kernen Reusel, Hooge en Lage Mierde en Hulsel ook middels de fiets of te voet. Door het ontbreken van duurzame waarden die zich verzetten tegen ontwikkeling van het gebied, herbergt de locatie bovendien een aanzienlijke ontwikkelingscapaciteit. Het recreatieontwikkelingsgebied ligt verder vlak tegen het bestaande stedelijk gebied van Reusel en sluit aan op reeds bestaande voorzieningen zoals de visvijver en manege. Zo ontstaan mogelijkheden tot zuinig ruimtegebruik en synergie voor wat betreft combinatiebezoek, parkeerplaatsen en de benodigde (basis)voorzieningen. Bevordering van extensief recreatief medegebruik is in het gehele buitengebied mogelijk, indien passend binnen de strategieën van de verschillende gebiedstypen, met name in/nabij bos en natuurgebieden. Waar sprake is van ontwikkelingen binnen het half gesloten landschap dient men rekening te houden met het landschappelijke aandachtsgebied. Nieuwe ontwikkelingen behoren bestaande kwaliteiten te respecteren, maar moeten ook leiden tot toevoeging van nieuwe kwaliteiten. Cultuurhistorische structuren en waarden zijn van groot belang voor recreatie en toerisme. Niet alleen verschaffen cultuurhistorische waarden de gemeente in belangrijke mate een identiteit, ze vergroten ook de beleving ervan. Het doel is de cultuurhistorische waarden te behouden en waar mogelijk de beleving ervan te versterken. Belangrijke cultuurhistorische elementen in het landschap van Reusel-De Mierden zijn de oude linten en buurtschappen, welke een bezienswaardigheid en soms pleisterplaats vormen voor fietsers en wandelaars. De kenmerkende vrije ligging in het landschap wordt gewaarborgd door het handhaven van landschappelijke buffers. Extra bescherming verdienen de twee historische stedenbouwkundige structuren van het Vloeieind en de oude Grensovergang richting Arendonk. Aanpassingen aan de stedenbouwkundige structuur op deze locaties is alleen onder streng welstandstoezicht toegestaan. 6.9 Dorpen/Kernen

12 6.9.1 Structuur De verschillende kernen zijn gesitueerd op de overgang van lage gronden naar hoge gronden. De nabijheid van hoge gronden (akkers) en lage gronden (hooilanden) zorgden voor goede vestigingsmogelijkheden. De kernen zijn de concentratiegebieden voor wonen, werken, winkelen en vertoeven. Reusel-De Mierden ligt op redelijke afstand van drie stedelijke hoofdstructuren (Eindhoven, Tilburg en Turnhout) in een hoek van de provincie. De hoofdkern Reusel haakt als het ware aan op het stedelijk snoer Eersel-Hapert-Bladel- Reusel en is zo onderdeel van een (klein)stedelijke structuur. Ten noorden, min of meer vrij in het landschap, liggen de kernen Hooge Mierde, Lage Mierde en Hulsel. Tussen de verschillende kernen zijn linten en buurtschappen gesitueerd, waarvan Kuilenrode en Vloeieind de grootste zijn. Kuilenrode is gelegen tussen Hooge Mierde en Lage Mierde. Het oude Vloeieind is tegen Lage Mierde aan gegroeid. De hoofdstrategie voor de kernen krijgt gestalte in de volgende deelstrategieën: In het Duurzaam Ruimtelijk Structuurbeeld zijn verschillende, al dan niet historische, bebouwingslinten en buurtschappen aangegeven, welke met hun stedenbouwkundige waarde een typerend beeld geven. Het doel is deze linten te behouden en mogelijk in kwalitatieve zin te versterken. In bepaalde gevallen kan dit verdichting betekenen, maar ook door verdunning kunnen linten in kwalitatieve zin worden versterkt, doordat de open relaties met het landschap worden hersteld. In het laatste geval dienen de landschappelijke buffers tussen kernen onderling en tussen kernen en historische linten in stand te worden gehouden om te voorkomen dat deze aan elkaar groeien. Deze buffers kunnen verschillende vormen aannemen, variërend van een recreatief uitloopgebied met wandel- en fietspaden in een parkachtige omgeving tot een gesloten bosgebied met een natuurfunctie. Tussen Reusel en Bladel zullen de beide waterlopen aldaar op termijn als landschappelijke buffer fungeren. In de lager gelegen beekdalen kwelt het grondwater op (kwel). Hier is sprake van een hoog (grond)waterpeil waardoor het water kansen biedt voor natte natuurontwikkeling. Potentieel natte gebieden zijn niet of minder geschikt voor bebouwing. Maatregelen als ophoging en bemaling zijn vaak nodig, maar hebben negatieve gevolgen voor de natte waarden. Bovendien zijn de risico s op wateroverlast nauwelijks uit te sluiten. Beekdalen en kwelgebieden verdienen als kwetsbare gebieden voor water dan ook bescherming tegen verstedelijking. Als uitgangspunt geldt dat bij voorkeur niet gebouwd wordt in de kwelgebieden en beekdalen. De locaties worden niet bebouwd, tenzij er geen reële alternatieven te vinden zijn. Een watertoets zal te allen tijde uitsluitsel moeten geven of bebouwing uiteindelijk is toegestaan Strategie Reusel-De Mierden zal in de toekomst nog meer dan al het geval is, een aantrekkelijke woongemeente moeten vormen waar ruimte is voor minimaal de opvang van de natuurlijke bevolkingsontwikkeling van de gemeente. De aantrekkelijkheid van het woonmilieu wordt daarbij niet alleen bepaald door de nabijheid van natuur- en landschappelijke waarden, maar eveneens door een breed aanbod van voorzieningen. De gemeente Reusel-De Mierden hecht ook grote waarde aan het behoud van vitale kernen. Dat wil zeggen dat de gemeente iedere kern de ruimte wil geven die haar toekomt zonder dat aan kwaliteit wordt ingeboet. Zo moeten in iedere kern, mits redelijkerwijs mogelijk, woningen gebouwd worden om tenminste de eigen bevolkingsontwikkeling op te vangen. Zuinig ruimtegebruik in de vorm van inbreiding, herstructurering, herbestemming en intensivering gaat daarbij voor uitbreiding. Waar mogelijkheden binnen de bebouwde kom ontbreken, moet uitbreiding soelaas bieden. Uitgangspunt is echter dat dit alleen gebeurt op plekken waar de kwaliteiten van de directe omgeving van de kernen dit toelaten. Ten aanzien van ontwikkelingen ten behoeve van bedrijven en voorzieningen zet de gemeente in op het behoud van de bestaande hiërarchie van kernen. Reusel is de hoofdkern en dient dit ook te blijven door het gros van de bedrijvigheid en voorzieningen, maar wellicht ook woningen, in deze kern te concentreren. In de kleinere kernen is ruimte voor bedrijvigheid en voorzieningen op het niveau van de kern. Hierbij wordt aangesloten bij het actuele VAB-beleid van de provincie dat zich wat dat betreft richt op kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid (categorie I en II). De gemeente Reusel-De Mierden streeft naar maximale benutting van de mogelijkheden voor inbreiding, intensivering en herstructurering binnen de bebouwde kommen van de verschillende kernen. In het kader van de StructuurvisiePlus zijn deze mogelijkheden uitgebreid geëxploreerd. Het resultaat is een groot aantal zoeklocaties voor inbreiding, intensivering en herstructurering. Dit betreffen de grotere locaties (potentie voor meer dan 5 woningen) waar bebouwing niet ten koste gaat van duurzame waarden in de kernen, zoals zichtlijnen, groenstructuren, stedenbouwkundige karakteristieken, etc. De selectie van de zoeklocaties is louter gebaseerd op stedenbouwkundige en landschappelijke argumenten en betreft geen eindafweging. In een later stadium zal onderzocht moeten worden wat de concrete haalbaarheid van de verschillende locaties is. De Structuurvisie- Plus doet in het hoofdstuk Ruimtelijk Model slechts uitspraken over de mate waarin met de inbreidingsmogelijkheden voorzien kan worden in de woningbehoefte binnen de gemeente Reusel-De Mierden. De gemeente wil met locaties voor inbreiding, intensivering en herstructurering strategisch omgaan, mede in relatie tot de vereiste openbare ruimte (voor groen en parkeren) en eventueel benodigde ruimte voor toekomstige voorzieningen. Voorkomen moet worden dat het open en groene karakter van een (Kempisch) dorp aangetast wordt. Dit groene karakter moet overeind blijven. Dit pleit voor het behoud van groene longen in de kernen. Dit kan inhouden dat je in sommige gevallen voor herstructurering (rood voor rood) of intensivering (rood

13 op rood) kiest i.p.v. voor inbreiding (rood voor groen). Op de DRS kaart staan alle grotere locaties waar potenties zijn voor inbreiding, intensivering en herstructurering. Een nadere afweging is nodig per locatie op basis van ruimtelijke, functionele, programmatische, stedenbouwkundige en financiële gronden. Plekken grenzend aan de bestaande bebouwing waar geen specifieke waarden uit de onderste lagen voorkomen behoren in principe tot het afweegbare gebied voor verstedelijking. Dit zijn de plekken waar, door de oogharen heenkijkend, geen duurzame kwaliteiten voorkomen die zich verzetten tegen uitbreiding voor wonen, werken, winkelen en recreëren. Bij de uiteindelijke invulling van de zoekgebieden dient zorgvuldig te worden omgesprongen met de oude cultuurlandschappen (akkers en hoeveontginningen), de belangrijke archeologische monumenten en de gebieden met indicatief hoge archeologische waarden. De hoofdkern Reusel heeft de potentie om te groeien in drie richtingen v.w.b. woningbouw: Reusel-Noord, Reusel- West en Reusel-Zuid. In hoeverre deze afweegbare locaties voor verstedelijking binnen de planperiode aan bod komen, hangt af van het programma. Op de strategiekaart zijn alle zoekgebieden als zodanig aangeduid. Een aandachtspunt vanuit het landschappelijk oogpunt is de versterking van de relatie tussen het landschap en de dorpen. Hierbij kan gedacht worden aan aanpassing van de dorpsranden, zodat er een geleidelijke overgang ontstaat tussen landschap en dorp of juist een sterk contrast. Daarnaast is het van belang zichtrelaties en verbindende groenstructuren te behouden, omdat deze het dorp als het ware verankeren in het landschap. Anderzijds is het zaak verrommelde zones in de dorpsranden aan te pakken. Dat kan door deze zones te herstructureren middels sanering en/of herbestemming. Dit laatste vormt een belangrijke uitdaging voor de toekomst, daar hier in het kader van de reconstructie van het landelijk gebied extensivering van de agrarische activiteit plaatsvindt (250-meter-zone). Voor de vrijkomende agrarische bouwwerken met historische en/of architectonische waarde dienen in dat geval nieuwe dragers gezocht te worden. Te denken valt daarbij aan bewoning, bedrijvigheid in de vorm van dienstverlening of recreatie, maar ook de vestiging van voorzieningen zoals een zorgboerderij. In de omgeving van Reusel liggen potenties voor de bouw van Ruimte-voor-Ruimte-woningen in combinatie met landschapsontwikkeling, met name in Reusel-Zuid. Dit gebied is dan ook globaal als zoekgebied aangeduid. Voor grootschalige bedrijven (>5.000 m²) is in de toekomst alleen ruimte op een regionaal bedrijventerrein. De Kempische gemeenten hebben gezamenlijk plannen voor een dergelijk terrein: het Kempisch bedrijvenpark. De gemeente Reusel-De Mierden is één van de initiators. Een aantal locaties is de afgelopen jaren op zijn geschiktheid onderzocht, waarbij twee locaties de boventoon voeren: Hapert-Zuid en Eersel-Noord. Aangezien Hapert-Zuid nabij de A67 gelegen is en zodoende een optimale aansluiting op het rijkswegennet zou kunnen krijgen, is er een voorkeur voor de locatie Hapert-Zuid voor de ontwikkeling van het Kempisch bedrijvenpark. voorzieningen, en zorgt in het buitengebied voor een mogelijke oplossing van landschappelijk en milieutechnisch hinderlijke situaties. Voor de nieuwvestiging van middelgrote bedrijven (2.500 m² m²) is binnen de gemeente Reusel-De Mierden op termijn slechts ruimte in de kern Reusel. Naast het bestaande bedrijventerrein Lange Voren/Denestraat zal daarvoor ruimte worden gezocht op onderzoekslocatie De Hoeven tussen Reusel en Bladel. Hierbij zal speciale aandacht nodig zijn voor de realisatie van een landschappelijke buffer tussen de stedelijke gebieden van Reusel en Bladel. Buiten Reusel zijn geen zoekgebieden voor nieuwe bedrijventerreinen. De bestaande bedrijventerreinen van Hooge en Lage Mierde blijven wel behouden. De gemeente streeft hierbij geen actieve verplaatsing van bedrijven na ten behoeve van herstructurering richting wonen. Voor middelgrote bedrijven tussen de m² en m² is conform vigerend provinciaal beleid binnen de gemeente geen plaats. In het kader van het uitwerkingsplan van het Streekplan (RSP) tracht de gemeente dit beleid aan te laten passen en voor dit type bedrijvigheid vestigingsmogelijkheden te creëren in de kern Reusel. Indien dit niet lukt zijn deze bedrijven aangewezen op de mogelijkheden in de regio. Uit oogpunt van leefbaarheid en levendigheid van vooral de kleine kernen kunnen kleinschalige, lokale bedrijven in of in de nabijheid van alle kernen blijven, mits ze natuurlijk aan alle milieuhygiënische voorwaarden en eisen voldoen en het karakter van het dorp niet aantasten. Dat geldt eveneens voor de vestiging van nieuwe bedrijven. De gemeente streeft daarbij zoveel mogelijk naar hergebruik van vrijkomende agrarische bedrijfspanden in de kernrandzone. De strategie betreffende de infrastructuur is erop gericht de bestaande infrastructuur te handhaven en alleen indien strikt noodzakelijk nieuwe infrastructuur toe te voegen. Onderzocht wordt de gewenste infrastructuur rondom de kern Reusel in overleg met de provincie Noord-Brabant en met Belgische overheden. Nader verkeerskundig onderzoek is hier gewenst, waarbij bezien wordt in hoeverre de realisatie van een volledige rondwegenstructuur rondom Reusel haalbaar en wenselijk is. Deze structuur is abstract weergegeven. Het in stand houden van de hoofdverbindingen is van essentieel belang voor de bereikbaarheid van de kernen. Het instellen van 30- en 60-km/u-zones in en rond de kernen moet leiden tot een grotere verkeersveiligheid in de kernen. De sportcomplexen van Reusel en Lage Mierde liggen in het buitengebied, respectievelijk het beekdal. Ze komen op korte termijn niet in aanmerking voor stedelijke uitbreiding (wonen). Voor de sportcomplexen van Hooge Mierde en Hulsel liggen er op termijn wellicht wel kansen voor verplaatsing van sportvelden ten behoeve van woningbouw indien er een adequaat alternatief voorhanden is. Waar mogelijk worden bestaande grootschalige bedrijven verplaatst naar het toekomstige regionale bedrijventerrein. Dit biedt binnen de kernen plaats voor startende bedrijven, of middels herstructurering voor woningbouw of

14 7 PROGRAMMA 7.1 Inleiding In dit hoofdstuk zijn elementen voor het formuleren van een programma bijeengebracht. Opgemerkt moet daarbij worden dat veel van de thans bekende programma-elementen globaal en kwalitatief van aard zijn. Waar mogelijk worden ze kwantitatief gepreciseerd. Onderscheid wordt gemaakt in een aantal grotere thema s ( wonen, bedrijvigheid en verkeer ) en kleinere thema s ( overige programmaelementen ). Deze thema s worden voorafgegaan door een paragraaf demografische ontwikkelingen, waaruit indicaties kunnen voortkomen voor programmaonderdelen. 7.2 Programma op hoofdlijnen Het programma, zoals dit hieronder beschreven wordt, is enerzijds gebaseerd op provinciale demografische gegevens en prognoses voor met name woningbouw en de aanleg van bedrijventerreinen. Daarnaast is er rekening gehouden met de lokale ambitie van de gemeente Reusel- De Mierden op het terrein van wonen en recreatie en toerisme en met lokale wensen, voor zover deze ruimtelijk relevant zijn. Bij een programma hoort een planhorizon. Voor het programma en het op te stellen ruimtelijke model is het jaar 2020 genomen als planhorizon. 7.3 Demografische ontwikkelingen Onlangs heeft de provincie een nieuwe bevolkings- en woningbehoefteprognose uitgebracht, die voor de bevolking loopt tot De bevolking van de gemeente Reusel-De Mierden is als volgt vooruitberekend. Figuur 25: Bevolkingsprognose Reusel-De Mierden jaar Bevolking (Bron: Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, 2002) Uit de basisgegevens is af te leiden dat de bevolkingsomvang nog (licht) blijft doorgroeien tot ca. 2020, waarna een daling inzet. De aandelen (in percentages) van de verschillende leeftijdgroepen ontwikkelen zich als volgt: Figuur 26: Prognose leeftijdsopbouw Reusel-De Mierden leeftijd/jr e.o Totaal w.v.55 e.o w.v.65 e.o (Bron: Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, 2002) Hieruit blijkt dat er in Reusel-De Mierden sprake is van een vrij beperkte afname van het aantal kinderen. Het aandeel 0-14 jaar neemt tot 2020 af met 20%. Het aandeel 65+ neemt in deze periode toe met 70%. Ook is op dit moment het aandeel van de groep onder 30 jaar nog relatief groot. Wel is er een sterke mate van vergrijzing, die in eerste instantie beperkt blijft tot de groep Van een duidelijke dubbele vergrijzing, het aandeel van de groep van 75 jaar en ouder, is pas na het horizonjaar sprake, tussen 2020 en De alom geconstateerde sterke vergrijzing in Brabant en met name in het landelijk gebied is de oorzaak van groeiende problemen op de woningmarkt. Ook de gemeente Reusel-De Mierden krijgt de komende vijftien jaar te maken met een forse groei van het aantal 65-plussers. 7.4 Wonen/woningbouw De woningbehoefte is onlangs zowel op de langere termijn als op de korte termijn onderzocht Bevolkings- en woningbehoefteprognose De woningbehoefte op de langere termijn is door de provincie als volgt becijferd: Figuur 27: Prognose woningvoorraad en benodigde toename Jaar Toename Aanw./Benodigde Voorraad (Bron: Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, 2002) Hieruit blijkt dat er in de periode woningen extra nodig zijn en in de periode nog eens 470. In totaal betekent dit een behoefte van zo n 965 woningen in de periode tot 2020 (gem. 54 woningen/jaar) Woningmarktonderzoek SRE 2002 Dit onderzoek richt zich op een termijn die wat korter is, namelijk 10 jaar. In het onderzoek is het aantal huishoudens, onderscheiden naar leeftijdsgroep en huishoudentype, vooruitberekend voor de jaren 2005 en Het onderzoek is gebaseerd op enquêtes die zijn afgenomen bij inwoners van de gemeente Reusel-De Mierden. Het nadeel van een dergelijke (eenzijdige) vraaganalyse is dat de resultaten voortkomen uit wenselijkheden. Het wensenplaatje van mensen komt lang niet altijd overeen met dat wat in de praktijk haalbaar is. Een goed voorbeeld daarvan is de omvang van de woning. Veel mensen wensen een grotere woning dan ze in de praktijk kunnen betalen. Het is derhalve lastig om hele harde consequenties te trekken uit het onderzoek van het SRE. Omdat het onderzoek wel een interessant beeld geeft van demografische ontwikkelingen en de woningmarkt, zijn enkele conclusies desalniettemin in de StructuurvisiePlus opgenomen. Het aantal huishoudens in de gemeente Reusel-De Mierden zal toenemen van ca in 2001, naar ca in 2005 en naar ca in Er is dus een totale toename met ca. 470 huishoudens. Vooral het aandeel eenpersoonshuishoudens groeit flink, van 19% naar 30%, absoluut van 840 naar Opvallend is ook de afname (van 51% naar 43%, absoluut van 2210 naar 2060) bij de gezinnen. De daarmee samenhangende woningbehoefte neemt van 2001 tot 2010 toe met 480 woningen, en het aandeel huur daarin verandert vrijwel niet. Dit cijfer komt nagenoeg overeen met de door de provincie berekende toename met 495 woningen. Van de reeds zelfstandig wonende huishoudens geeft 28% aan te willen verhuizen binnen 5 jaar; dit zijn doorstromers.

15 Dit is hoog ten opzichte van de regio Groot-Kempen. Bij de inwonenden geeft 74% aan een eigen woning te willen; dit zijn de starters. Ook dit is een hoog percentage. In het onderzoek wordt aangegeven dat volgens gemeentelijke volkshuisvestingsplannen er in de periode woningen worden gebouwd (170 huur en 320 koop), terwijl er 110 huurwoningen zullen worden verkocht. Dit geschiedt overigens in de praktijk incidenteel. De confrontatie van vraag en aanbod drukt zich uit in een restvraag en restaanbod, onderscheiden naar sector. Het betreft hier de resterende vraag en het resterende aanbod bij realisatie van vigerende plannen. In 2002 is er een restvraag, zowel in de huur- (80) als in de koopsector (80). Er is in beide sectoren geen restaanbod. In 2010 is de restvraag afgenomen (huur: 60 en koop: 30), en het restaanbod is licht toegenomen (huur: 10 en koop: 20). Geconcludeerd wordt dat de spanning op de woningmarkt in de gemeente Reusel-De Mierden wel zal afnemen met de realisatie van de voorgenomen woningbouw. Tenslotte wordt in het onderzoek aangegeven dat een betere afstemming nog kan plaatsvinden door: - Sturing van de aanbodzijde: een kwalitatieve bijstelling van het programma (door nieuwbouw, sloop, omzetting en transformatie) gericht op die segmenten waar nu druk op zit. - Sturing van de vraagzijde: bedenken en realiseren van aantrekkelijke woningen en woonmilieus, ook in segmenten waar nu minder vraag naar is, kan een ombuiging teweeg brengen, o.a. via doorstroming Gemeentelijk Volkshuisvestingsplan Het volkshuisvestingsplan is, in het licht van bovenstaande zeer recente prognoses, op dit moment niet meer actueel in kwantitatief opzicht. De omvang van de jaarlijkse nieuwbouw in de gemeente Reusel-De Mierden is, ook in de nieuwe prognoses, beperkt. In de periode van neemt dit af van 65 woningen per jaar naar ca. 40 woningen per jaar. Nogmaals wordt daarmee duidelijk dat met deze geringe toevoeging nieuwbouw een te beperkt instrument is om problemen op de woningmarkt op te lossen. Er zal vooral ook naar de mogelijkheden in de bestaande woningvoorraad moeten worden gekeken. Het plan biedt verder een basis voor een voortschrijdend gemeentelijk meerjarenbeleid op volkshuisvestingsterrein. Op dit moment is er overigens een lokale woonvisie in de maak. Daarnaast wordt ook de samenwerking met andere Kempengemeenten afgetast. In de notitie Wonen en Zorg wordt o.a. aandacht besteed aan de huisvesting en zorg van kwetsbare groepen. Het scheiden van wonen en zorg is het centrale uitgangspunt. Om het verlenen van zorg daadwerkelijk te faciliteren zijn er randvoorwaarden aan de woning te stellen. Het aanbod moet kleinschalig en betaalbaar zijn, en niet alleen gericht zijn op ouderen, maar ook op mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke functiebeperking. Deze ontwikkelingen hebben een forse impact op het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid Samenvatting De benodigde toename is door de provincie berekend en bedraagt: voor de periode woningen en voor de periode woningen, in totaal dus 965 woningen voor de planperiode van het Ruimtelijk Model. De gemeente wil zoveel woningen bouwen als ten minste nodig zijn voor de opvang van de natuurlijke bevolkingsontwikkeling. Om een en ander te concretiseren is het nodig de gewenste verdeling over de kernen te kennen. Maar ook moet duidelijk zijn om wat voor soort woningen het gaat. Bij een verdeling naar rato, van dit moment, zou het volgende beeld resulteren aan te bouwen woningen: Reusel (65.9%) 636 Hooge Mierde (14.1%) 136 Lage Mierde (14.0%) 135 Hulsel ( 6.0%) 58 Of deze verdeling de gewenste is valt niet zonder meer te zeggen. Misschien rechtvaardigt bijvoorbeeld het streven om het onderwijs in een kern te behouden dat er -gerichtwat meer wordt gebouwd. In de confrontatie in het volgende hoofdstuk wordt verder bezien wat de gewenste verdeling is en of de kernen hiervoor voldoende ruimte bieden. Verder is de aard van de toename van belang. Voor welke doelgroepen moeten er woningen gebouwd worden en volgens welke woontypologie (o.a. grondgebondenheid). Hoeveel woningen zijn er nodig voor starters en senioren, hoe kan de verhouding zijn tussen huur- en koopwoningen. Over de soort te bouwen woningen is niet veel bekend. Wel kan het volgende gesteld worden: Uit het SRE-onderzoek blijkt dat er druk zit bij ouderen en starters. Ook de nota Wonen en Zorg geeft indicaties over onderdelen van de behoefte. Er is in elk geval een aantal doelstellingen of ambities geformuleerd, zoals: - het bouwen voor ten minste de eigen behoefte; - het bouwen voor starters en senioren; - het blijvend behouden van woningen voor doelgroep; - het bouwen in een goedkope sector; - een evenwichtige spreiding over de kernen. Het is daarbij in ieder geval van belang om inventief en levensloopbestendig te programmeren. Reusel-De Mierden wil de aanwezige locaties voor inbreiding, intensivering en herstructurering zoveel mogelijk benutten. Deze capaciteit kan de komende jaren met name worden ingezet voor starters en senioren.

16 7.7 Overige programma-elementen Detailhandel Opnieuw is onderzoek verricht op distributieplanologisch vlak om te komen tot een visie voor de detailhandel in de gemeente. Zeer onlangs is een (sectoraal) concept-rapport verschenen met als titel Werk aan de winkel. Dit rapport geeft inzicht in de huidige - en de gewenste situatie op basis van de realiteit. Het geeft vooral adviezen voor behoud en versterking van de bestaande kwaliteit. In kwantitatieve zin wordt noch in de sector van de dagelijkse artikelen, noch in de sector van de niet-dagelijkse artikelen marktruimte gezien. De situatie wordt als zorgelijk bestempeld. Voor de kern Reusel wordt een stringent concentratiebeleid als onontbeerlijk gezien voor het behoud van het verzorgingsniveau. Voor één van de beide Mierden wordt een verkenning naar de kansen van een mogelijke buurtsuper voorgesteld, terwijl in Hulsel geen draagvlak is voor voorzieningen. Het betreft hier dus met name een kwalitatief programma, waarbij het accent ligt op concentratie van detailhandel in het centrum van Reusel. van belang. Het bestemmingsplan buitengebied wordt afgestemd op de ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw in het kader van de integrale zonering van het Reconstructieplan. In de zogenaamde verwevingsgebieden kan de kleinschalige ontwikkeling van recreatie en toerisme een belangrijke neventak worden op agrarische bedrijven. Verder is het voor de veehouderij van belang dat er tenminste een goed inplaatsingsgebied komt en er voldoende sterlocaties zijn en blijven op plekken waar bedrijven ophouden, maar die wel geschikt zijn voor andere (veehouderij)bedrijven Natuur en landschap Voor natuur en landschap is de afstemming en koppeling met bestaande uitvoeringsprogramma s en de reconstructie van belang. Van belang hierbij is de uitvoering van de realisatie van de EHS en de realisatie van natte en droge ecologische verbindingszones, alsmede de aanleg van kleine landschapselementen binnen het zogenaamde landschappelijke raamwerk. Ook compensatieprojecten en de aanleg van nieuwe landgoederen kan voor een stuk landschapsontwikkeling gaan zorgen. Het landschapsbeleid kan ondersteund worden door een groenbeleid dat afgestemd is c.q. wordt op het landschap rondom de kernen. De gemeente wil een aantal ecologische verbindingszones realiseren, waaronder die tussen Zwartven en Beleven Water en milieu Voor water en waterkwaliteit zijn de afstemming en koppeling met de verschillende uitvoeringsprojecten van het Waterschap De Dommel relevant. Te denken valt hierbij aan de uitwerking van, dan wel de realisatie van waterberging, beekherstel, natte ecologische verbindingszones en hydrologische bufferzones Recreatie en toerisme Het gebied en de bestaande recreatieve voorzieningen bieden aanknopingspunten voor de ontwikkeling van intensieve en extensieve recreatie, ook voor recreanten van buiten het gebied, zowel vanuit Nederland als vanuit België. Ook uit het zelfbeeld komt naar voren dat recreatie een belangrijk element is, waarin kansen gezien worden. Nadruk ligt daarbij op het verbeteren van de kwaliteit van de bestaande recreatieve voorzieningen, zowel op het vlak van verblijfsrecreatie als op dat van dagrecreatie en routegebonden recreatie. Concrete punten zijn: - agrarische functies en recreatieve functies die elkaar wederzijds kunnen versterken; - reconstructie moet ook recreatie en toerisme bevorderen, o.a. via een betere zonering; - ontwikkeling van een tweetal recreatieve poorten; - ontwikkeling en promotie van een groen grenspark; - verbreden verblijfsrecreatief aanbod met zowel hotel- als bed&breakfast -accommodaties; - ontwikkeling kunstroute en (nieuwe) kunstwerken; - ontwikkeling middelgroot dag- en verblijfsrecreatief attractiepunt. Vanuit een optiek van milieu kan o.a. de realisatie van riolering en IBA s in het buitengebied van belang zijn, de sanering van riooloverstorten en de verdere uitwerking en uitvoering van het beleid voor verzuringsgevoelige gebieden en kernen (250 meter zone reconstructie). Deze zonering bepaalt in hoge mate de verplaatsingsbehoefte van landbouwbedrijven en de bouwmogelijkheden aan de rand van kernen. Voor een overzicht van een aantal bestaande milieubelemmeringen van min of meer structurele aard wordt verwezen naar in de bijlagen opgenomen kaarten: Kaart 1. Belemmeringenkaart Uitwerkingsplan (RSP); Kaart 2. Belemmeringenkaart Geluidzonering wegen; Kaart 3. Belemmeringenkaart Grondwaterstanden. Milieucirkels rondom (agrarische) bedrijven zijn binnen de planperiode niet direct structureel van aard. Om die reden is voor deze info geen aparte kaart bijgevoegd. Wel is het zaak dat de gemeente zelf de info actueel houdt, mede in relatie tot concrete bouwmogelijkheden nabij die bedrijven. Verder is het van belang te melden dat het beleid inzake stank en ammoniak nog in ontwikkeling is, o.a. voor extensiveringsgebieden rondom dorpskernen Landbouw Voor de landbouw is de afstemming en koppeling met projecten in het kader van het project Revitalisering Landelijk Gebied (Reconstructie) en het landbouwontwikkelingsplan

17 8 RUIMTELIJK MODEL 8.1 Inleiding Het Ruimtelijk Model is de resultante van de confrontatie van het ruimtelijk-functioneel programma voor de komende 15 jaar met het Duurzaam Ruimtelijk Structuurbeeld. Figuur 28: Schema Confrontatie Programma met DRS DRS Ruimtelijk Model programma Het Ruimtelijk Model geeft de ruimtelijke en functionele koers aan voor de komende 15 jaar. Voor zover mogelijk is rekening gehouden met het provinciale Streekplan en eventuele belemmeringen. In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan het resultaat van deze confrontatie tussen programma en structuurbeeld voor de verschillende functies (zie de kaart Ruimtelijk Model). 8.2 Ruimtelijk Model op hoofdlijnen Bij de opstelling van het Ruimtelijk Model van Reusel-De Mierden is rekening gehouden met het duurzaam ruimtelijk structuurbeeld in relatie tot de ambitie en het programma van de gemeente. Vanwege de planhorizon van jaar (DRS), respectievelijk jaar (RM) en de aanwezigheid van een aantal (milieutechnische) belemmeringen zijn zowel inbreidings- als uitbreidingsmogelijkheden integraal bekeken. Bij de uitvoering wordt eerst gekeken naar de mogelijkheden voor inbreiding, intensivering en herstructurering. Het woningbouwprogramma wordt verdeeld naar rato van de omvang van de verschillende kernen. In tweede instantie streeft de gemeente naar concentratie van eventuele extra woningen in de hoofdkern Reusel in verband met de voorzieningen aldaar. Het gaat hierbij om zorgwoningen, ouderenwoningen en Ruimte-voor-Ruimte-woningen. Voor Hulsel wordt bezien of, en zo ja op welke wijze, woningbouw via extra instroom kan bijdragen aan het behoud van de basisschool in de nabije toekomst. Het programma voor bedrijventerrein wordt geconcentreerd in Reusel. De gemeente wil met de locaties voor inbreiding, intensivering en herstructurering strategisch omgaan, mede in relatie tot de vereiste openbare ruimte (groen, parkeren) en de benodigde ruimte voor toekomstige voorzieningen. Voorkomen moet worden dat je het open, groene karakter van de (Kempische) dorpen aantast. Dit groene karakter moet overeind blijven. Dit pleit voor het behoud van groene longen in de kernen. Dit kan inhouden dat je in sommige gevallen voor herstructurering (rood voor rood) of uitbreiding kiest in plaats van voor inbreiding (rood voor groen). Voor de uitbreiding van de hoofdkern Reusel stond vooral de keuze noord-zuid versus oost-west centraal. De gemeente heeft in de discussie over deze hoofdkeuze de provincie actief betrokken. Na het overleg met de provincie is een principiële discussie gevoerd over de meest gewenste ontwikkelingsrichting(en) van de hoofdkern Reusel. 8.3 Visie op water De koers voor de functie water wordt ook wel aangeduid als de blauwe koers. Centraal in deze koers staat het vergroten van de bergingscapaciteit en de verbetering van de waterkwaliteit op basis van watersystemen, respectievelijk waterketens. Deze koers is afgestemd op het Waterbeheersplan van het waterschap en het gemeentelijk Waterplan. In deze plannen staan maatregelen en projecten in het kader van het zoveel mogelijk vasthouden van gebiedseigen water (waterconservering) en de bestrijding van de verdroging van natuurgebieden en landbouwgebieden, alsmede de sanering van riooloverstorten en de realisatie van IBA s. Concreet zullen de komende vijftien jaar de volgende opgaven worden aangepakt: - aanwijzen en inrichten gebieden voor waterberging; - realisatie blauwe knopen; - beekherstel door hermeandering van beken; - aanleg ecologische verbindingszones (EVZ) Raamsloop en Reusel/Hoevensche Loopje; - aanleg landschappelijke inrichting Rouwenbogtloop. Op het terrein van water zal de komende jaren het waterplan richtinggevend zijn. Voorts zal in de reconstructie op basis van het opgestelde Integrale Hydrologische Streefbeeld (IHS) bekeken worden op welke plek(ken) waterberging plaats kan vinden. Vanuit het DRS liggen er kansen in de middenloop van de Reusel en de Raamsloop ten noordwesten van Lage Mierde. Na vaststelling van de StructuurvisiePlus zullen onder aanvoering van het waterschap inrichtingsplannen opgesteld worden. In overleg met landeigenaren en andere belanghebbenden zal een plan gemaakt worden waarin wordt bepaald hoe waterberging er fysiek uit komt te zien. Daarnaast zal bepaald worden waar sprake kan zijn van verweving en waar bestaande functies zoals landbouw prioriteit hebben. In de gebieden langs de Reusel en Raamsloop met de functie waternatuur en waar EHS-gronden begrensd zijn, liggen kansen voor het realiseren van blauwe knopen en voor beekherstel door meandering. Een blauwe knoop is een gebied in het watersysteem waar verschillende waterdoelen bereikt kunnen worden (waterkwaliteit, waterkwantiteit, waternatuur). Op plekken waar gronden verworven kunnen worden voor natuurontwikkeling kun je naast waterberging beken ook de ruimte geven om weer te gaan hermeanderen. Een apart project is de aanleg van de EVZ Raamsloop tussen de Kroonvensche Heide en Landgoed De Utrecht. Deze ecologische verbindingszone wordt door waterschap en gemeente aangelegd. De aanleg van de EVZ de Reusel/Hoevensche Loopje valt als natuurontwikkelingsgebied deels binnen de realisatie van de EHS. De uitvoering hiervan geschiedt niet door de gemeente, maar door rijk en provincie. De gemeente zal zich inspannen om de realisatie van het natuurontwikkelingsgebied te bespoedigden om vervolgens in samenwerking met waterschap zorg te dragen voor de ontwikkeling van de EVZ in de delen die buiten de EHS vallen. De landschappelijke inrichting van de Rouwenbogtloop kan vanuit de optiek van rood-groenkoppeling aangelegd worden. Dit wil zeggen dat de ontwikkeling van bedrijventerrein Kleine Hoeven een deel van de kosten draagt. De gemeente streeft hierbij naar afkoppeling van het bestaand

18 verhard oppervlak. Bij nieuwbouw wordt het uitgangspunt hydrologisch neutraal bouwen gehanteerd volgende de trits vasthouden (infiltratie), bergen en afvoeren. 8.4 Visie op bos, natuur en landschap De koers voor de functies bos, natuur en landschap wordt aangeduid als de groene koers. Centraal in deze koers staan het herstel, de uitbreiding en verbinding van ecologische en landschappelijke structuren en het versterken van landschappelijke contrasten. Deze koers is afgestemd op de uitwerking van het Streekplan (de GHS), de Ecologische Hoofdstructuur en het gemeentelijk Landschapsplan. In deze plannen staan maatregelen en projecten in het kader van de bescherming van natuurwaarden in de Groene Hoofdstructuur (GHS). Verder is de realisatie van de EHS van belang voor de natuur. Voor het landschap staan de maatregelen en projecten in het landschapsplan en de nota gronden voor beleid op de uitvoeringsagenda. Zo wil de gemeente jaarlijks een aantal poelen en andere landschapselementen blijven realiseren. Verder wil men lokaal een aanvullende regeling voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer in het leven roepen. Het bosbeheer richt zich op geïntegreerd bosbeheer. Hierbij worden bestaande bossen omgevormd tot meer natuurlijke bossen. Voor de groene koers zijn voor de komende jaren de volgende punten van belang: - doorvertaling Regionale Natuur- en Landschaps-Eenheid (RNLE); - uitbreiden bos- en natuurgebieden (EHS); - aanleg van aantal nieuwe landgoederen; - zoneren van bos- en natuurgebieden bij de beide recreatiepoorten; - aanleg ecologische verbindingszones (Raamsloop) tussen Reusel en Bladel; - aanleg ecologische verbindingszone (de Reusel/Hoevensche Loopje); - aanleg ecologische verbindingszone tussen het Zwartven en het Beleven). De verdere uitwerking van begrenzing en invulling van de Regionale Natuur- en Landschaps-Eenheid (RNLE) zal plaatsvinden in reconstructieverband. Deze zal afgestemd worden op de uit te werken integrale zonering in het kader van het op te stellen Reconstructieplan. Van belang is dat de door de gemeente gewenste recreatiezonering actief meegenomen wordt in dit verband. medegebruik en is een eventueel nieuw landgoed beter te ontsluiten. Tot slot vergroot de eventuele aansluiting bij een recreatieve poort de kans op combinatiebezoek met de daar gevestigde functies, waardoor een meer volwaardig recreatief product ontstaat. Een nieuw landgoed is een gebied met bos, natuur en/of agrarische gronden met een hoofdgebouw en bijbehorende tuin dat ten minste 10 ha groot is en grotendeels openbaar toegankelijk is. De gemeente volgt hierbij het provinciale beleid in deze. Op het gebied van landschapsontwikkeling zijn er concrete plannen voor een nieuw landgoed. In het buurtschap Kuilenrode ziet de gemeente bijvoorbeeld kansen voor de uitbreiding van de bestaande hippische voorziening tot een landgoed, c.q. hippisch (kennis)centrum in samenwerking met het onderwijs (NHB Deurne en HAS Den Bosch) en het bedrijfsleven (Hippo d Or) gericht op de paardensport. Op deze plek zal het huidige hippisch centrum worden uitgebreid met nieuwe stallen en een stapmolen, een informatiecentrum, verblijfsaccommodatie en enkele bedrijfswoningen (Academy Bartels). Tegelijkertijd wordt nieuw bos aangeplant en worden waterpartijen en kleine landschapselementen toegevoegd. Het nieuwe landgoed kent een toegevoegde waarde wat betreft natuur en landschap, maar ook wat betreft het recreatieve aanbod. De gemeente wil door de realisatie van twee recreatiepoorten recreatie en toerisme in/nabij enkele bos- en natuurgebieden gaan zoneren. De beide poorten hebben niet alleen een functie voor de geleiding van de stroom recreanten en toeristen, ze bieden ook een opvang voor die recreanten en toeristen, die de plek van de poort zelf willen benutten met het achterliggende gebied als coulisse. Deze recreatieve poorten hebben een belangrijke functie bij het zoneren van recreatie en toerisme (zie ook paragraaf 8.7). Het afsluiten van wegen is hierbij niet aan de orde. Tot de concrete plannen op het gebied van bos, natuur en landschap behoort de ontwikkeling van de ecologische verbindingzone Raamsloop. De gemeente gaat in de periode tot 2007 samen met Waterschap De Dommel deze negen kilometer lange natte verbindingszone realiseren. Aan één zijde van de Raamsloop krijgt de oever een groene inrichting, waarmee een zone ontstaat met een gemiddelde breedte van 21 meter. Aan de overzijde van de beek komt een vier meter breed onderhoudspad te liggen. De ecologische verbindingszone moet uiteindelijk de bossen bij de Grote en Kleine Cirkel en de natuur rond het Kroonven verbinden met Landgoed De Utrecht. De gemeente werkt mee aan de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Alhoewel de eerste verantwoordelijkheid hiervoor bij rijk en provincie ligt is de gemeente bereid om gemeentelijke gronden tegen kostprijs in te brengen, bijvoorbeeld als ruilgrond nabij de EHS. De gemeente wil het gebied Beleven verder laten ontwikkelen als grote eenheid (drassige) natuur, mede in relatie tot gronden langs de Reusel. De gemeente wil de ontwikkeling van nieuwe landgoederen positief bekijken, met name in het landschappelijk aandachtsgebied rondom Reusel en in de zone rondom kernen en recreatieve poorten. Deze plekken lenen zich om meerdere redenen goed voor de ontwikkeling van nieuwe landgoederen. In de eerste plaats kan landschapsontwikkeling hier leiden tot versterking van het typerende coulisselandschap, dat zich kenmerkt door een grote mate van afwisseling tussen openheid en geslotenheid. Daarnaast zorg de ligging nabij de kernen voor een grotere kans op recreatief

19 Bij een eventuele uitbreiding richting Reusel-West na Reusel-Noord zal een ecologische verbindingszone van 25 meter langs het Hoevensche Loopje worden gerealiseerd op basis van rood-groen koppeling. De gemeente wil verder een nieuwe ecologische verbinding realiseren tussen Beleven en Zwartven. Het Beleven is een natuurontwikkelingsproject dat in de planperiode afgerond zal worden. Ten westen van de kern Reusel zal aan de Belevensche loop de moerassige laagte in zijn oorspronkelijke staat worden teruggebracht. Rond het Zwartven liggen bijzonder hoge natuur- en landschapswaarden. Door beide gebieden te verbinden versterk je de ecologische structuur. 8.5 Visie op verkeer/vervoer en infrastructuur De koers voor de functie verkeer en vervoer wordt ook wel aangeduid als de zwarte koers. Centraal in deze koers staat een goede scheiding van doorgaand verkeer en plaatselijk verkeer op basis van een goede geleiding. Deze koers is afgestemd op het Streekplan (infrastructuur) en het Provinciaal Verkeers- en VervoersPlan (wegindeling). Voor deze koers zijn de volgende punten van belang: - eventuele realisatie van rondwegenstructuur; - plaatsing windmolens in kader van windenergie. De gemeente heeft binnen het kader van de Structuurvisie- Plus een brede verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden om enkele gemeentelijke verkeersknelpunten (paragraaf 7.6) op te lossen. De realisatie van een rondwegenstructuur rondom de kern Reusel wordt daarbij op termijn als kansrijk gezien. De aanleg van nieuwe infrastructuur ten westen en zuiden van de kern zorgt voor een verkeersafwikkeling die geen overlast veroorzaakt binnen de bebouwde kom van Reusel. Een dergelijke investering wordt haalbaar en wenselijk indien in betreffende richting verstedelijking plaatsvindt. Nader onderzoek zal te zijner tijd moeten uitwijzen welke dimensionering en exacte tracékeuze het meest wenselijk is. Tevens zullen de beekdalstructuren duurzaam moeten worden ingepast om versnippering tegen te gaan. Een mogelijke oplossing voor de verkeersproblematiek, die uitgebreid bediscussieerd is in de projectgroep, klankbordgroep en gemeenteraad, betreft de aanleg van een extra op- en afrit aan de A21/E34 bij Postel. Hoewel deze maatregel de bereikbaarheid van de gemeente Reusel-De Mierden aanzienlijk zou verbeteren, biedt het voor de regionale problematiek geen duurzame oplossing. Belgisch onderzoek wijst uit dat een extra op- en afrit geen soelaas biedt voor het (vracht)verkeer van Turnhout-Tilburg en daardoor voor België geen meerwaarde vormt. Een aansluiting bij Postel zou bovendien tot overlast leiden voor het ecologisch, maar ook toeristisch waardevolle gebied. Binnen de Kempengemeenten is het draagvlak voor een extra op- en afrit aan de A21/E34 gering. Met het streven naar realisatie van het Kempisch Bedrijvenpark ten zuiden van Hapert, koersen de Kempengemeenten op een extra op- en afrit aan de A67 ter plaatse. Tot slot zijn vanuit gemeentelijk oogpunt ook nadelen te noemen ten aanzien van de realisatie van een extra op- en afrit aan de A21/E34. Naast toenemende verkeershinder langs de Postelsedijk, betreft dit de noodzakelijke aanleg van nieuwe infrastructuur ten zuiden van Reusel. Met de toename van de verkeersdruk die een nieuwe op- en afrit oplevert, is een eenvoudige opwaardering van de Sleutelstraat-Weijereind geen optie. Nieuwe doorsnijding van het gebied is in dat geval onvermijdelijk, maar zou de plannen voor verstedelijking op korte (Ruimte-voor-Ruimtewoningen) en lange termijn (afweegbaar gebied uitbreiding wonen) dwarsbomen. De gemeente wil zich lokaal inspannen om de productie van windenergie te bevorderen. De gemeente sluit zich hierbij aan bij het provinciale beleidskader dat gericht is op de situering van grote windmolens aansluitend aan grootschalige bedrijventerreinen en hoofdinfrastructuur, mede gelet op de enorme effecten op het landschap in relatie tot de landschappelijke opbouw van de gemeente. Deze lokale inspanning kan zich richten op een locatie binnen de regio op basis van het uitgekristalliseerde provinciale beleid, bijvoorbeeld nabij het Kempisch Bedrijvenpark of de A67 of op het meewerken aan (individuele) windmolens op daartoe geschikte plaatsen binnen de eigen gemeente. 8.6 Visie op landbouw Centraal in de landbouwkoers staat een goede integrale zonering voor de verdere ontwikkeling van moderne landbouw, verbrede landbouw, extensieve landbouw en biologische landbouw. Deze koers is afgestemd op het Streekplan (agrarisch vestigingsbeleid) en het Reconstructieplan (de integrale zonering). In de lopende reconstructie is de aanwijzing van landbouwontwikkelingsgebieden (groei), verwevingsgebieden (verbreding) en extensiveringsgebieden (krimp), alsmede de aanduiding van de integrale zonering van belang voor het zicht van landbouwbedrijven op hun ontwikkelingsmogelijkheden. Ook het tegengaan van extra burgerbebouwing nabij clusters landbouwbedrijven is van belang voor een goede ontwikkeling van landbouwbedrijven. Extra burgerwoningen kunnen namelijk zorgen voor extra belemmeringen, als de beleidsmatige toetsing vanuit milieuoptiek verzwaard wordt. Voor deze koers zijn de volgende punten van belang: - realisatie inplaatsingsgebied veehouderij; - veiligstelling locaties voor de veehouderij; - actueel VAB beleid voor vrijkomende gebouwen. In het Duurzaam Ruimtelijk Structuurbeeld zijn twee zoekgebieden voor inplaatsing van veehouderij aangegeven: één ten zuidwesten van Reusel boven de Reuselse Moeren en één ten zuidoosten van Hulsel. In de reconstructie is

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door

Nadere informatie

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL Gemeente Bladel Memo wijzigingen in Ruimtelijk Casco ten opzichte van DRS en Dorpenplan Medio 2004 heeft de gemeenteraad van Bladel de StructuurvisiePlus, bestaande uit

Nadere informatie

1. Streekplan Brabant in balans

1. Streekplan Brabant in balans 1. Streekplan Brabant in balans Het plangebied is gelegen in de AHS-landschap; subzone leefgebied dassen en voor een deel (duinrand) binnen de GHS-natuur. De Interimstructuurvisie Noord-Brabant Brabant

Nadere informatie

Esperenweg / Langereyt De Maneschijn / Driehoek. Oostelbeers. Bestaande situatie en analyse LEGENDA. Ruimtelijke elementen.

Esperenweg / Langereyt De Maneschijn / Driehoek. Oostelbeers. Bestaande situatie en analyse LEGENDA. Ruimtelijke elementen. LEGENDA grens onderzoeksgebied agrarisch bedrijf Ruimtelijke elementen Esperenweg/ Langereyt bebouwing bebouwing - storend dorpsrand - hard lint De Maneschijn/ Driehoek bebouwingsconcentratie opgaande

Nadere informatie

Gebiedvisie op het. buitengebied van de. gemeente Drimmelen

Gebiedvisie op het. buitengebied van de. gemeente Drimmelen Gebiedvisie op het buitengebied van de gemeente Drimmelen Door de ZLTO Afdeling Drimmelen Gebiedsvisie voor de gemeente Drimmelen Vanuit de ZLTO-afdeling Drimmelen is het idee gekomen om in navolging van

Nadere informatie

Structuurvisie Losser. Commissie Ruimte 24 april 2012

Structuurvisie Losser. Commissie Ruimte 24 april 2012 Structuurvisie Losser Commissie Ruimte 24 april 2012 Doel en status nwro verplicht gemeenten een structuurvisie op te stellen waarin het ruimtelijk beleid in hoofdzaak vastligt en de samenhang met andere

Nadere informatie

Lijst van gebruikte afkortingen

Lijst van gebruikte afkortingen Bijlage 1 Lijst van gebruikte afkortingen AHS Agrarische hoofdstructuur AO Autonome ontwikkeling EHS Ecologische hoofdstructuur GHS Groene hoofdstructuur GS Gedeputeerde Staten HS Huidige situatie IKAW

Nadere informatie

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Opdrachtgever: gemeente Tilburg Maart 2009 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237 Eac@home.nl Pagina 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Bijlage: beoordeling duurzame locatie

Bijlage: beoordeling duurzame locatie Bijlage: beoordeling duurzame locatie Het bedrijf is gelegen in een verwevingsgebied. In een verwevingsgebied is een bouwblokvergroting voor intensieve veehouderijen toegestaan indien het bedrijf is gelegen

Nadere informatie

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN Gemeente Someren Datum: 9 november 2001 Project: 119-4 Status: Definitief Opdrachtgever: Gemeente Someren VOORWOORD Door het college van Burgemeester & Wethouders

Nadere informatie

Neereind Middelbeers. Bestaande situatie en analyse LEGENDA. Ruimtelijke elementen. Kwaliteiten. grens onderzoeksgebied. agrarisch bedrijf.

Neereind Middelbeers. Bestaande situatie en analyse LEGENDA. Ruimtelijke elementen. Kwaliteiten. grens onderzoeksgebied. agrarisch bedrijf. LEGENDA grens onderzoeksgebied agrarisch bedrijf Ruimtelijke elementen Hoogdijk / Steenfortseweg Neereind bebouwing dorpsrand - hard opgaande beplanting - lijn opgaande beplanting - blok Kwaliteiten gave

Nadere informatie

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap 1.2 landschap, natuur en recreatie Landschap Radio Kootwijk vormt een belangrijke schakel in een aaneengesloten open tot halfopen droog tot vochtig stuifzand- en heidegebied dat zich uitstrekt van het

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied

Bestemmingsplan buitengebied Bestemmingsplan buitengebied Voorontwerp Informatieavond dinsdag 26 juni 2012 Wat is een bestemmingsplan? Plan met regels over het gebruik van de ruimte Waar en hoe mag wat worden gebouwd? Welke functies

Nadere informatie

Bijlage 1. Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte

Bijlage 1. Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte Bijlage 1 Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens Verordening Ruimte, fase 2 In onderstaande tabel geeft de gemeente Gemert-Bakel

Nadere informatie

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Bijlage 3 Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Artikel 2.1 - Zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit 1. Een bestemmingsplan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk

Nadere informatie

De Avance - Deel C. Toetsingskader

De Avance - Deel C. Toetsingskader De Avance - Deel C Toetsingskader INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE 1 1. DUURZAAM RUIMTELIJK STRUCTUURBEED 2 1.1 Inleiding 2 1.2 Duurzaam Ruimtelijk Structuurbeeld 2 1.3 DRS op hoofdlijnen 2 1.4. Beekdal 4 1.5

Nadere informatie

ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente. 2e ontwerpatelier. locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug

ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente. 2e ontwerpatelier. locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente 2e ontwerpatelier locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug 5 locatiesin beeld Proces Principes waterwinning Bestaande

Nadere informatie

Best. Introductie. Gemeente Best (bron:

Best. Introductie. Gemeente Best (bron: Best Best Introductie Best is een Noord-Brabantse gemeente, gelegen op ruim tien kilometer van de stad Eindhoven. De gemeente bestaat uit de centrale kern Best en twee kleine kernen, Aarle en De Vleut.

Nadere informatie

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen

Nadere informatie

Geriefbos Gilze-Rijen. Vrij wonen in een geriefbos midden in het brabantse landschap

Geriefbos Gilze-Rijen. Vrij wonen in een geriefbos midden in het brabantse landschap Geriefbos Gilze-Rijen Vrij wonen in een geriefbos midden in het brabantse landschap Geriefbos Vrij wonen in een geriefbos midden in het brabantse landschap Op uitnodiging van de gemeente heeft Buro Lubbers

Nadere informatie

Retrospectieve toets : Verbeelding algemeen

Retrospectieve toets : Verbeelding algemeen Bestemmingen algemeen Diverse benamingen Wettelijke verplichting 2011 Diverse benamingen De benaming van de bestemmingen, de volgorde en de opzet en deels de inhoud van de regels zijn afgestemd op de standaarden

Nadere informatie

Bijlage 1: Ambitie en kader

Bijlage 1: Ambitie en kader BIJLAGEN Bijlage 1: Ambitie en kader Provincie Fryslân In de provinciale Verordening Romte is aangegeven dat bij een ruimtelijk plan voor het landelijk gebied rekening moet worden gehouden met de herkenbaarheid

Nadere informatie

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland Ambitiedocument Regio Rivierenland Wij, de tien samenwerkende gemeenten binnen Regio Rivierenland: delen de beleving van de verscheidenheid in ons gebied;

Nadere informatie

BIJLAGE 3: Toetsingskader

BIJLAGE 3: Toetsingskader BIJLAGE 3: Toetsingskader In dit toetsingskader geven partijen een nadere invulling en uitwerking aan de kaders die in de PKB Plus PMR met betrekking tot het deelproject 750 hectare natuur en recreatie

Nadere informatie

Thema s 2 e Debat van Baarle. Bruisend centrum. Natuur & Landschap

Thema s 2 e Debat van Baarle. Bruisend centrum. Natuur & Landschap Thema s 2 e Debat van Baarle Bruisend centrum Het centrum van Baarle-Nassau maakt ontegenzeggelijk onderdeel uit van de kwaliteiten die het dorp rijk is; de enclavesituatie, het rijke winkelaanbod, het

Nadere informatie

Verkavelingspatroon Regelmatige blokverkaveling (door houtwallen omgeven)

Verkavelingspatroon Regelmatige blokverkaveling (door houtwallen omgeven) 4.5 Landduinen Landschapskenmerken Reliëfvorm Mozaïek van hogere zandduinen meestal bebost en lager en vlakker gelegen vennen en schrale graslanden Water Lage grondwaterstanden Bodem Zandgronden Wegenpatroon

Nadere informatie

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 6: Beekdal Sterkselse Aa

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 6: Beekdal Sterkselse Aa ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN Gemeente Someren Datum: 9 november 2001 Project: 119-4 Status: Definitief Opdrachtgever: Gemeente Someren VOORWOORD Door het college van Burgemeester & Wethouders

Nadere informatie

Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing Nieuwe Landgoederen & Landelijk wonen

Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing Nieuwe Landgoederen & Landelijk wonen Beleidskader Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing Nieuwe Landgoederen & Landelijk wonen In het buitengebied 1. Inleiding Het Streekplan Gelderland (2005) biedt nieuwe beleidsruimte voor

Nadere informatie

gebiedsvisie beers-vianen Vernieuwd kampenlandschap waarborgt kwalitatieve transformatie van landelijk gebied

gebiedsvisie beers-vianen Vernieuwd kampenlandschap waarborgt kwalitatieve transformatie van landelijk gebied gebiedsvisie beers-vianen Vernieuwd kampenlandschap waarborgt kwalitatieve transformatie van landelijk gebied 4. beplanting 3. erven 2. ontsluiting 1. water en reliëf Gebiedsvisie Beers-Vianen Vernieuwd

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door (Europese,) landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (Europees-,)

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree Ruimtelijke onderbouwing Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree 16-08-2011 1. Inleiding Algemeen De heer Wijnen heeft het verzoek gedaan om een loods op het perceel

Nadere informatie

Begrenzing Primair agrarisch gebied (Primag)

Begrenzing Primair agrarisch gebied (Primag) Begrenzing Primair agrarisch gebied (Primag) 1.1 Inleiding Het buitengebied van de gemeente Deurne, dat behalve de kernen van Deurne, Vlierden, Liessel, Neerkant en Helenaveen, het gehele grondgebied van

Nadere informatie

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn memo aan: van: c.c.: Inge Eising Gemeente Utrechtse Heuvelrug Mariël Gerritsen Pieter Birkhoff Van Wijnen Groep N.V. datum: 14 december 2015 betreft: Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg

Nadere informatie

Van Grensmaas naar Rivierpark Maasvallei 6 Gemeenten, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer

Van Grensmaas naar Rivierpark Maasvallei 6 Gemeenten, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer Van Grensmaas naar Rivierpark Maasvallei 6 Gemeenten, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer POL Grensmaas 2005 + uitvoering Grensmaasproject Van Beheerakkoord Grensmaas naar Samenwerkingsovereenkomst Grensmaas

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

6. Kansen en Bedreigingen (verbreding N279)

6. Kansen en Bedreigingen (verbreding N279) 6. Kansen en Bedreigingen (verbreding N279) 6.1 Inleiding De N279 en de naastgelegen Zuid-Willemsvaart zijn een sterk lijnelement dat het landschap doorsnijdt. Opwaardering is niet alleen negatief maar

Nadere informatie

2 BELEIDSKADER EN WETGEVING

2 BELEIDSKADER EN WETGEVING 2 BELEIDSKADER EN WETGEVING De kern van deze bewonersvisie is dat natuur de belangrijkste beleidsfunctie is van het gebied waarbij de gebiedswaarden rust, stilte en donkerte centraal moeten staan en dat

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN

BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN Zaaknummer *190812* BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN VASTGESTELD TOELICHTING Inleiding In 2007 heeft

Nadere informatie

RIEL, PAREL VAN DE ZESGEHUCHTEN. Toekomstvisie Datum: 2 december 2015 Commissie: Wilbert Gooskens Peter van de Moosdijk Harry Droog

RIEL, PAREL VAN DE ZESGEHUCHTEN. Toekomstvisie Datum: 2 december 2015 Commissie: Wilbert Gooskens Peter van de Moosdijk Harry Droog RIEL, PAREL VAN DE ZESGEHUCHTEN. Toekomstvisie 2015 Datum: 2 december 2015 Commissie: Wilbert Gooskens Peter van de Moosdijk Harry Droog RIEL, Toekomstvisie 2015 Doel van de VISIE Voor de bewoners van

Nadere informatie

1. Branding en voorzieningen in gehele subregio Cultuurhistorie benadrukken Toegankelijkheid zorg vergroten (sociaal, fysiek) Wie: overheid,

1. Branding en voorzieningen in gehele subregio Cultuurhistorie benadrukken Toegankelijkheid zorg vergroten (sociaal, fysiek) Wie: overheid, Transformatie van de woningvoorraad Een afname van het aantal huishoudens heeft gevolgen voor de woningvoorraad. Dit geldt ook vergrijzing. Vraag en aanbod sluiten niet meer op elkaar aan. Problemen van

Nadere informatie

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN Terneuzen Cultuurhistorische Waardenkaart Datum: februari 2013 Opgesteld door: Gemeente Terneuzen Gemeente Terneuzen Stadhuisplein 1 Postbus 35 4530 AA Terneuzen

Nadere informatie

Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland)

Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland) Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland) De gemeente Berkelland vraagt voor het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied, Kieftendijk Haaksbergseweg

Nadere informatie

Omgevingsvisie Westvoorne 2030 #WVN2030. Jeugdraad Westvoorne - 27 mei 2015 team Gebiedsontwikkeling, Henk Jan Solle

Omgevingsvisie Westvoorne 2030 #WVN2030. Jeugdraad Westvoorne - 27 mei 2015 team Gebiedsontwikkeling, Henk Jan Solle Omgevingsvisie Westvoorne 2030 #WVN2030 Jeugdraad Westvoorne - 27 mei 2015 team Gebiedsontwikkeling, Henk Jan Solle Opzet presentatie moment in het proces terugblik gesprekken waar zijn we nu mee bezig?

Nadere informatie

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

Hulst Visie Grote Kreekweg gemeente Hulst. nummer: datum: 21 mei 2014

Hulst Visie Grote Kreekweg gemeente Hulst. nummer: datum: 21 mei 2014 Hulst Visie Grote Kreekweg gemeente Hulst opdrachtgever: gemeente Hulst nummer: 0677.009386.00 datum: 21 mei 2014 referte: Ing. Jos van Jole 1 Inhoud Inleiding 3 Analyse 4 Beleidsmatige uitgangspunten

Nadere informatie

Ruimte voor Limburg. Limburg in VORm: Ruimtelijke ontwikkelingen in balans

Ruimte voor Limburg. Limburg in VORm: Ruimtelijke ontwikkelingen in balans Ruimte voor Limburg Limburg in VORm: Ruimtelijke ontwikkelingen in balans Colofon Uitgave: Provincie Limburg Postbus 5700 6202 MA Maastricht Tel.: +31 (0)43 389 99 99 Fax: +31 (0)43 361 80 99 E-mail: postbus@prvlimburg.nl

Nadere informatie

Tynaarlo. Bron:

Tynaarlo. Bron: Tynaarlo Bron: www.tynaarlobouwt.nl Introductie Tynaarlo is een klein dorp in de gelijknamige Drentse gemeente waarvan o.a. ook Eelde en Zuidlaren deel uitmaken. Er wonen ongeveer 1800 inwoners. In deze

Nadere informatie

Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert

Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert Bestemmingsplan: Oud bestemmingsplan: Gemert-Bakel Buitengebied 2006 Bouwblok: Agrarisch bedrijf, met de aanduiding Intensieve

Nadere informatie

Drie aardkundige monumenten

Drie aardkundige monumenten 10 Drie aardkundige monumenten Aardkundige monumenten geven iets weer van de ontstaansgeschiedenis van ons landschap. Een geschiedenis die ons honderden, duizenden of zelfs miljoenen jaren terugvoert in

Nadere informatie

Rucphen. Introductie. Gemeente Rucphen (bron: wattedoenin.nl)

Rucphen. Introductie. Gemeente Rucphen (bron: wattedoenin.nl) Rucphen Rucphen Introductie Rucphen maakt deel uit van de gelijknamige gemeente in het westen van Noord-Brabant, tegen de grens met België aan. De gemeente bestaat uit een driehoek van drie bij elkaar

Nadere informatie

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie Zuid-Limburg Position Paper van de 16 Zuid-Limburgse gemeenten, aangeboden door de voorzitters van het Bestuurlijk Overleg Ruimtelijke Economie en Nationaal

Nadere informatie

RIEL, PAREL VAN DE ZESGEHUCHTEN. Toekomstvisie Datum: 14 januari 2016 Commissie: Wilbert Gooskens Peter van de Moosdijk Harry Droog

RIEL, PAREL VAN DE ZESGEHUCHTEN. Toekomstvisie Datum: 14 januari 2016 Commissie: Wilbert Gooskens Peter van de Moosdijk Harry Droog RIEL, PAREL VAN DE ZESGEHUCHTEN. Toekomstvisie 2015 Datum: 14 januari 2016 Commissie: Wilbert Gooskens Peter van de Moosdijk Harry Droog RIEL, Toekomstvisie 2015 Doel van de VISIE Voor de bewoners van

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening ** Vastgesteld oktober 2014 Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening Visie verplaatsing nietagrarische bedrijven binnen het buitengebied Status: vastgesteld door de gemeenteraad van Houten d.d.

Nadere informatie

LIGGING. topografische kaart. ligging in het veld

LIGGING. topografische kaart. ligging in het veld LIGGING Recreatiebedrijf Landgoed Moerslag 32 is gesitueerd ten zuiden van de kern Moerslag. Zie de markering in de topografische kaart hieronder en de luchtfoto rechts. topografische kaart ligging in

Nadere informatie

ADVIES ''GOOT- EN BOUWHOOGTE B-PLAN CAMPING LEUDAL Roggelseweg 54, 6081 NP Haelen - PNR AV.GEM-LD-6081LD (print op A3)

ADVIES ''GOOT- EN BOUWHOOGTE B-PLAN CAMPING LEUDAL Roggelseweg 54, 6081 NP Haelen - PNR AV.GEM-LD-6081LD (print op A3) INLEIDING Het plangebied betreft het het terrein van Camping Leudal. Op het terrein van de camping bevinden zich chalets en zullen chalets worden gerealiseerd. Het terrein heeft een recreatieve bestemming.

Nadere informatie

Een tak, die niet meebuigt met de wind, zal breken

Een tak, die niet meebuigt met de wind, zal breken Een tak, die niet meebuigt met de wind, zal breken Inhoudsopgave 1. Locatie 1 2. Omgeving 1 3. Park 2 3.1 Sfeer 2 3.2 Ecologische verbindingszone 2 3.3 Vakantiewoningen 3 3.4 Plattegrond 3 3.5 Wandelbrug

Nadere informatie

Omgevingsvisie Westvoorne 2030 #WVN2030. Commissie Grondgebied - 12 mei 2015 team Gebiedsontwikkeling, Henk Jan Solle

Omgevingsvisie Westvoorne 2030 #WVN2030. Commissie Grondgebied - 12 mei 2015 team Gebiedsontwikkeling, Henk Jan Solle Omgevingsvisie Westvoorne 2030 #WVN2030 Commissie Grondgebied - 12 mei 2015 team Gebiedsontwikkeling, Henk Jan Solle Opzet presentatie moment in het proces terugblik dialoogavonden toelichting uitwerking

Nadere informatie

De Delta Natuurlijk INHOUD - DE PLEK - STRUCTUREN - KANS + KWALITEIT - STRUCTUURVISIE - STEDENBOUWKUNDIG MODEL

De Delta Natuurlijk INHOUD - DE PLEK - STRUCTUREN - KANS + KWALITEIT - STRUCTUURVISIE - STEDENBOUWKUNDIG MODEL INHOUD - DE PLEK - STRUCTUREN - KANS + KWALITEIT - STRUCTUURVISIE - STEDENBOUWKUNDIG MODEL - - UITVOERING EN STRATEGIE - IN VOGELVLUCHT.. DE PLEK IJsseldelta-zuid structuurvisie stedenbouw kundig plan

Nadere informatie

KASSABON ENERGIEOPBRENGST ha zonneveld- 155 GWh/jaar. aantal huishoudens: LANDSCHAPPELIJKE INVESTERING. kosten aankoop/aanleg: LAAG

KASSABON ENERGIEOPBRENGST ha zonneveld- 155 GWh/jaar. aantal huishoudens: LANDSCHAPPELIJKE INVESTERING. kosten aankoop/aanleg: LAAG ENERGIE VOOROP Het scenario energie voorop gaat uit van een maximale energieopbrengst binnen de wettelijke kaders en bestaat uit winden zonne-energie. De gemeenteraad heeft expliciet gevraagd om zo n maximale

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

Ontwerp woning en kantoor aan de Lagenheuvelstraat te Volkel In opdracht van M. de Groot datum 03 februari 2014. Toelichting en onderbouwing

Ontwerp woning en kantoor aan de Lagenheuvelstraat te Volkel In opdracht van M. de Groot datum 03 februari 2014. Toelichting en onderbouwing Situatie plangebied, met omkaderd het boerderijvolume als hoofdgebouw en de kapschuur als bijgebouw Impressie bouwvolumes: boerderijvolume als hoofdgebouw en de kapschuur als bijgebouw TOELICHTING en ONDERBOUWING

Nadere informatie

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Marmelhorstweg 2a

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Marmelhorstweg 2a Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek d.d. nr., G.H. Tamminga secretaris J.P.M. Alberse burgemeester GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied

Nadere informatie

Startdocument Schuytgraaf Veld 17b. juni 2013

Startdocument Schuytgraaf Veld 17b. juni 2013 Startdocument Schuytgraaf Veld 17b juni 2013 1 Inleiding In mei 2012 heeft de gemeente Arnhem het project Schuytgraaf overgenomen van de GEM (Grondexploitatie maatschappij). De gemeente heeft nu de leiding

Nadere informatie

Centrumgebied Groene Peelvallei. Openbare informatiebijeenkomst over het planmer

Centrumgebied Groene Peelvallei. Openbare informatiebijeenkomst over het planmer Centrumgebied Groene Peelvallei Openbare informatiebijeenkomst over het planmer Programma Opening en korte toelichting project Presentatie PlanMER Vragen Hoe verder? (20.15 20.25 uur) (20.25 20.55 uur)

Nadere informatie

Provincie Vlaams Brabant

Provincie Vlaams Brabant 156 Provincie Vlaams Brabant OPEN RUIMTE Open ruimte is de zuurstof van onze ruimte. Het is dus een kostbaar goed, dat we moeten beschermen. Voor de Visienota Ruimte betekent dit dat we de verdere inname

Nadere informatie

Integraal ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht

Integraal ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht Designator author 21 August 2007 1 Integraal ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht 21 August 2007 Designator author 1 Designator author 21 August 2007 2 Voorgeschiedenis Overleg tussen Brabants Particulier

Nadere informatie

Reactienota. Behorende bij de Structuurvisie "Wernhout 2025"

Reactienota. Behorende bij de Structuurvisie Wernhout 2025 Reactienota Behorende bij de Structuurvisie "Wernhout 2025" 1. Inleiding De ontwerp structuurvisie "Wernhout 2025" is op dinsdag 22 oktober 2013 gepresenteerd aan de bewoners en de Dorpsraad van Wernhout.

Nadere informatie

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening (RO) in Nederland Vanuit de geschiedenis is RO al belangrijk in Nederland, denk bijvoorbeeld aan landinrichting en optimaliseren van de waterhuishouding.

Nadere informatie

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 1: Beekdal van de Kleine Aa

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 1: Beekdal van de Kleine Aa ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN Gemeente Someren Datum: 9 november 2001 Project: 119-4 Status: Definitief Opdrachtgever: Gemeente Someren VOORWOORD Door het college van Burgemeester & Wethouders

Nadere informatie

Zuidlaren (gemeente Tynaarlo) (Bron:

Zuidlaren (gemeente Tynaarlo) (Bron: Zuidlaren (gemeente Tynaarlo) (Bron: www.eropuit.nl) Introductie Zuidlaren maakt deel uit van de Drentse gemeente Tynaarlo, en is daarvan met 10.000 inwoners de op een na grootste kern. Zuidlaren is gesitueerd

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Toelichting landschappelijke inpassing. Uiterdijk 33 Zoelen

GEMEENTE BUREN. Toelichting landschappelijke inpassing. Uiterdijk 33 Zoelen GEMEENTE BUREN Toelichting landschappelijke inpassing Uiterdijk 33 Zoelen Toelichting landschappelijke inpassing Projectnr.061-083 / november 2016 INHOUD 1. INLEIDING... 2 1.1. Aanleiding... 2 1.2. Planlocatie...

Nadere informatie

Levende Beerze. Informatieavond Esche Stroom 9 juni 2009

Levende Beerze. Informatieavond Esche Stroom 9 juni 2009 Levende Beerze Informatieavond Esche Stroom 9 juni 2009 Vanavond: Den Bosch De Levende Beerze structuurvisie planmer Esche Stroom en De Levende Beerze Procedure Bergeijk Waarom aan de slag? Nota Ruimte:

Nadere informatie

INRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT

INRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT INRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT INHOUD kenschets geschiedenis veranderingen ambities visie in varianten uitwerking geschiedenis KENSCHETS Forse, gegraven waterpartijen KENSCHETS Berg van Dudok KENSCHETS

Nadere informatie

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 10: Kleine particuliere bosjes

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 10: Kleine particuliere bosjes ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN Gemeente Someren Datum: 9 november 2001 Project: 119-4 Status: Definitief Opdrachtgever: Gemeente Someren VOORWOORD Door het college van Burgemeester & Wethouders

Nadere informatie

Boekels Ven herontwikkelingsperspectief. Welkom

Boekels Ven herontwikkelingsperspectief. Welkom Welkom Boekel,26 januari 2016 Programma - Terug blik het grotere geheel - Herontwikkelingsperspectief Chris van Grinsven - Toelichting ontwikkelingsscenario s Ad Tielemans - Vragen / Gedachtewisseling

Nadere informatie

Duiven. Introductie. Bron:

Duiven. Introductie. Bron: Duiven Duiven Introductie Duiven is een levendige gemeente, bestaande uit het dorp Duiven en de kleinere kernen Groessen en Loo, respectievelijk ten zuidoosten en zuidwesten van het dorp Duiven. De gemeente

Nadere informatie

Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren

Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Spoorweginfrastructuur

Nadere informatie

POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg

POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg Bestuursafspraken CONCEPT versie 27 november 2015 1. Inleiding Het landelijk gebied van de regio Noord-Limburg is divers van karakter; bestaande uit beekdalen,

Nadere informatie

Structuurvisie Buitengebied in Ontwikkeling. Martijn Gerards Arjan van Dooren Arjan van der Hout

Structuurvisie Buitengebied in Ontwikkeling. Martijn Gerards Arjan van Dooren Arjan van der Hout Structuurvisie Buitengebied in Ontwikkeling Martijn Gerards Arjan van Dooren Arjan van der Hout Inhoud presentatie BIO Landerd Algemeen Wat is een Structuurvisie Provinciale beleidsnota buitengebied in

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

De beleidsopgave vanaf 1990

De beleidsopgave vanaf 1990 1 De beleidsopgave vanaf 1990 Kustzone Slufter in de duinenrij bij Bergen, bij (hoge) vloed kan zeewater in de eerste duinvallei binnenstromen. Dit biedt een geschikt milieu voor veel zeldzame (planten)soorten.

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

Deelnotitie 4.6 Landschappelijke inpassing en voorlopige grenzen zoekgebied

Deelnotitie 4.6 Landschappelijke inpassing en voorlopige grenzen zoekgebied Deelnotitie 4.6 Landschappelijke inpassing en voorlopige grenzen zoekgebied 1 inleiding Windturbines dragen bij aan een schoner milieu en hebben een moderne, hightech uitstraling. Windturbines hebben grote

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Vijf onderkomens voor recreatieve overnachtingen bij camping aan Drachtster Heawei 38 De Veenhoop 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VIJF RECREATIEVE ONDERKOMENS DRACHTSTER HEAWEI 38

Nadere informatie

Structuurvisie Middengebied Noordwijk

Structuurvisie Middengebied Noordwijk Structuurvisie Middengebied Noordwijk Deze folder is een korte samenvatting van de structuurvisie Middengebied Noordwijk, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 20 april 2005. De zone van het oorspronkelijke

Nadere informatie

Realiseer uw eigen droomhuis in Riel

Realiseer uw eigen droomhuis in Riel Realiseer uw eigen droomhuis in Riel Op een unieke locatie aan de rand van natuurgebied De Regte Heide bieden wij u drie zeer ruime en exclusieve bouwkavels aan LIGGING BOUWKAVELS Riel De bouwkavels zijn

Nadere informatie

De Omgevingsvisie van Steenwijkerland een samenvatting

De Omgevingsvisie van Steenwijkerland een samenvatting De Omgevingsvisie van Steenwijkerland een samenvatting Vooraf Hoe ziet onze leefomgeving er over 15 jaar uit? Of eigenlijk: hoe ervaren we die dan? Als inwoner, ondernemer, bezoeker of toerist. De tijd

Nadere informatie

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl)

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl) Buitengebied 2002 23e wijziging (Broekstraat 23 Wehl) Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Aanleiding en doel 3 Hoofdstuk 2 Plangebied 4 Hoofdstuk 3 Ruimtelijke - en milieuaspecten 5 Hoofdstuk 4 Landschappelijke

Nadere informatie

Bestemmingsplan Enkelbestemming Beoordeling

Bestemmingsplan Enkelbestemming Beoordeling ONDERWERP Bestemmingsplan check DO 42 Zoetepasweiden ONZE REFERENTIE 078791258 0.2 DATUM 19-1-2016 VAN Wouter Nijhof In uiterwaarde 42 Zoetepasweiden is het volgende bestemminsplannen vigerend: Bestemmingsplan

Nadere informatie

Groenschets. Ten behoeve van nieuwbouw woning. Groenmeester Gemeente Horst aan de Maas September 2013

Groenschets. Ten behoeve van nieuwbouw woning. Groenmeester Gemeente Horst aan de Maas September 2013 Groenschets Ten behoeve van nieuwbouw woning Familie Soberjé P/A Venrayseweg 115 5961 AE Horst Locatie woning Lindweg langs nummer 7 077-3981683 Groenmeester Gemeente Horst aan de Maas September 2013 1.

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan. Goorstraat 35 en Goorstraat. Te Soerendonk

Beeldkwaliteitsplan. Goorstraat 35 en Goorstraat. Te Soerendonk Beeldkwaliteitsplan Goorstraat 35 en Goorstraat ongenummerd (tussen 21 en 23) Te Soerendonk Oktober 2010 1 Inhoudsopgave 1) Inleiding.3 2) Provinciaal en gemeentelijk beleid m.b.t. buitengebied 4 3) Uitwerking

Nadere informatie

Wijzigingsplan Landgoed De Horst

Wijzigingsplan Landgoed De Horst Gemeente Leusden Wijzigingsplan Landgoed De Horst Nota zienswijzen Maart 2016 Kenmerk 0327-06-N03 Projectnummer 0327-06 Nota zienswijzen Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Ingediende zienswijzen 2 3. Aanpassingen

Nadere informatie

Heukelum. Zicht op de Linge

Heukelum. Zicht op de Linge Heukelum Zicht op de Linge Het stadje Heukelum is een van de vijf kernen van de gemeente Lingewaal. Heukelum ligt in de Tielerwaard, aan de zuidoever van de rivier de Linge, in een van de meest westelijke

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Wijziging Verordening ruimte i.v.m. bp Broeksche Erven, Nuenen Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Bijlage(n) 3 - gelezen het verzoek van

Nadere informatie

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77)

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77) Oudenaarde 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77) 0912 De agrarische gebieden met landschappelijke waarde, die op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven overdrukt zijn met de letters V of B,

Nadere informatie

Verzoek wijziging bestemmingsplan

Verzoek wijziging bestemmingsplan Verzoek wijziging bestemmingsplan Percelen Rucphen O 225 en O 433 Ruimtelijke onderbouwing kwaliteitsverbetering omgeving Rozenven Inleiding Sinds 2011 is Vereniging Natuurmonumenten eigenaar van natuurgebied

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk 318407.ehv.341.N001 3 februari 2012 RVS

Referentienummer Datum Kenmerk 318407.ehv.341.N001 3 februari 2012 RVS Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 318407.ehv.341.N001 3 februari 2012 RVS Betreft Actualisatie natuurcompensatieplan Waalre-Noord Fase 1 1 Algemeen De gemeente Waalre is voornemens woningbouw te realiseren

Nadere informatie