een eigen hypothese formuleren een fysisch verschijnsel of proces met behulp van een model voorstellen of uitleggen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "een eigen hypothese formuleren een fysisch verschijnsel of proces met behulp van een model voorstellen of uitleggen"

Transcriptie

1 de wetten van Newton DE WETTEN VAN NEWTON De drie lessen Bewegen of stilstaan, Trager of sneller en Actie en reactie bevatten een reeks eenvoudige observatie- en denkoefeningen aan de hand waarvan de leerlingen zich respectievelijk de eerste, tweede en derde wet van Newton eigen kunnen maken, verschillende soorten krachten en het verschil tussen kracht en snelheid leren onderscheiden. Via een historisch uitstapje in de eerste les krijgen ze zicht op de ontwikkeling van het denken over beweging. Aan het eind van de derde les passen de leerlingen de drie wetten toe op een aantal meer samengestelde situaties en leren ze om een abstracte voorstelling te maken van het geheel van krachten dat op een voorwerp in kan werken. Afhankelijk van de richting en het bijbehorende leerplan kan de leerkracht na deze lessen verder werken aan een meer formele uitwerking van de wetten: de eenheid van kracht en de berekeningen daarmee. Doelstellingen de leerlingen kunnen: onderzoekend leren een eigen hypothese formuleren een fysisch verschijnsel of proces met behulp van een model voorstellen of uitleggen wetenschap en samenleving voorbeelden geven van mijlpalen in de historische en conceptuele ontwikkeling van de natuurwetenschappen en ze in een tijdskader plaatsen vakgebonden een kracht als oorzaak van verandering van de bewegingstoestand van een voorwerp in een concrete situatie herkennen een verandering van bewegingstoestand toeschrijven aan de werking van een kracht Leerinhouden definitie van een kracht door zijn statische en dynamische werking soorten krachten in het dagelijks leven kracht als wisselwerking: actie en reactie 1

2 de wetten van Newton Beginsituatie de leerlingen: kennen de werking van de zwaartekracht hebben noties van luchtweerstand en wrijving kunnen een onderscheid maken tussen massa en gewicht weten wat in de fysica met een wet wordt bedoeld 2

3 bewegen of stilstaan lesopzet BEWEGEN OF STILSTAAN Inhoud De leerlingen beoordelen situaties uit het dagelijks leven en proberen uit te maken hoe het komt dat objecten stilstaan, bewegen en tot stilstand komen. Ze stellen een hypothese op over de krachten die daarbij een rol spelen en proberen daaruit algemene regels te destilleren voor stilstand en beweging. Vervolgens toetsen ze hun hypothese aan de theorieën van Aristoteles en aan de eerste wet van Newton. Lesschema fase werkvorm activiteit materiaal 1 klassikaal de leerkracht maakt met de leerlingen een denkschema rond het fenomeen beweging 2 per twee de leerlingen beschrijven en verklaren naar werkblad 1 aanleiding van een krantenbericht het verloop van een verkeersongeval 3 per twee of vier de leerlingen doen een reeks proefjes waarbij ze bewegingen observeren en de werkblad 2 proefopstellingen soort en richting van inwerkende krachten proberen te identificeren en/of de leerlingen doen botsproeven 4 per twee of de leerlingen proberen algemene regels op werkblad 2 drie te stellen voor de beweging van voorwerpen 5 per twee of vier de leerlingen lezen een verhaal over Aristoteles en Newton, vergelijken hun werkmethode en theorieën over beweging, en gaan na of de eerste wet van Newton voor alle geobserveerde proeven geldt werkblad 3 werkblad 1 de leerlingen koppelen de opgedane kennis terug naar het voorbeeld van het verkeersongeval 6 klassikaal de leerkracht controleert of de eerste wet van Newton duidelijk is geworden en evalueert het denkproces van de les 3

4 bewegen of stilstaan lesopzet Lesverloop Fase 1 Mind mapping Begin de les met een kort klassengesprek om erachter te komen welke ideeën leerlingen reeds hebben over beweging en welke krachten ze kennen. Gebruik hiervoor de werkwijze van mind mapping. Laat de leerlingen alle begrippen opnoemen die met bewegen te maken hebben en probeer die samen met hen in een schema onder te brengen waarbij begrippen die bij elkaar horen worden gesorteerd, oorzaak en gevolg en tegengestelde begrippen van elkaar worden onderscheiden. Wanneer de leerlingen reeds enige ervaring hebben met mind mapping, dan kunnen ze dit ook individueel of in groepjes doen. Fase 2 Hypothese opstellen Verdeel de leerlingen in paren en geef ze werkblad 1 met het krantenbericht over het auto-ongeluk van de goudvis. Vraag hen om samen aan de hand van de vragen op het werkblad te bespreken wat er nu precies met de vis is voorgevallen. Ze moeten de vragen beantwoorden op basis van wat ze zelf weten over verkeersongevallen. Bespreek de antwoorden klassikaal. Corrigeer de leerlingen nog niet, maar vraag hen wel steeds om hun antwoorden uit te leggen. Wat bedoelen ze met opmerkingen als door de kracht van de botsing vloog de vis verder of de vis kreeg snelheid door de botsing? Waar kwam die kracht vandaan of wat gaf snelheid aan de vis? Ging de vis daardoor sneller dan voor het ongeluk of juist niet? Wat was er gebeurd als de auto harder had gereden? En wat wanneer het regenachtig weer was geweest? Sluit deze fase af door vast te stellen dat er blijkbaar verschillende opvattingen zijn en het nog niet duidelijk is wie er eigenlijk gelijk heeft. Vraag de leerlingen hoe ze erachter zouden kunnen komen wat de juiste opvatting is en leidt ze via die vraag naar de volgende fase: een reeks proefjes waarin verschillende soorten bewegingen worden geobserveerd. Fase 3 Hypothese verifiëren Deel werkblad 2 uit en laat - afhankelijk van de grootte van de groep en de mogelijkheden in het lokaal - de leerlingen in twee- of viertallen werken. Zet het materiaal voor de proefjes van te voren klaar of verdeel het onder de groepjes en laat ze zelf een geschikte plaats uitzoeken. Laat de groepjes rouleren om de verschillende proeven uit te voeren en de vragen daarover te beantwoorden. Bespreek de resultaten. Bediscussieer alle proefjes met de leerlingen en maak wat ze zeggen of wat je zelf uitlegt aanschouwelijk door tekeningen te maken. Stel de krachten steeds voor aan de hand van pijlen die de richting van een kracht 4

5 bewegen of stilstaan lesopzet aangeven, zodat de leerlingen gewend raken aan de formele voorstelling van krachten. Alternatief: Naast of in plaats van de proefjes op werkblad 2 kan ook gewerkt worden met een opzet waarbij de leerlingen zelf proeven uitdenken die in het verlengde liggen van het vraagstuk op werkblad 1. Vraag de leerlingen hoe je er achter kan komen wat er precies gebeurt bij een auto-ongeluk. Stuur ze in de richting van het doen van botsproeven en stel voor die proeven in de klas te doen met een proefopstelling in miniatuur: een klein wagentje, een pingpongballetje als passagier en wat materiaal om een botsing en verschillende soorten wegdek te simuleren. Geef elk groepje een speelgoedwagentje, een pingpongballetje, tape, een balkje met dezelfde hoogte als het wagentje, twee plankjes en een ruwe handdoek. Vraag de groepjes eerst samen na te denken over verschillende proeven die ze daarmee kunnen doen. Loop ondertussen rond en stel vragen om leerlingen die er niet uitkomen, op weg te helpen. (Op welke verschillende manieren kun je de pingpongbal in beweging krijgen, laten botsen, laten neerkomen?) Bespreek de voorstellen met de leerlingen en begeleid een goede selectie uit de proeven die ze zullen gaan uitvoeren. Schrijf deze proeven op het bord. Bijvoorbeeld: 1. het wagentje dat een duw krijgt en op het balkje afrijdt 2. het wagentje dat van een hellend plankje op het balkje afrijdt 3. hetzelfde als 2 maar nu met het balletje vastgemaakt met tape 4. hetzelfde als 2 maar met een rechtopstaand plankje op enige afstand van het balkje 5. hetzelfde als 2 maar nu met een handdoek als ondergrond achter het balkje 6. hetzelfde als 2 maar nu aan de rand van een schoolbank Fase 4 Constructie theorie Vraag de leerlingen om opdracht 2 en 3 op werkblad 2 uit te voeren: ze moeten op basis van hun bevindingen in de proefjes algemene regels opstellen over de werking van krachten bij beweging en stilstand. Bespreek de antwoorden en probeer met de leerlingen tot algemene conclusies te komen aan de hand van de vier vragen uit de opdracht: Waarom komt een voorwerp in beweging? (Door één of andere kracht) Hoe blijft een voorwerp in beweging (Wanneer het nergens door wordt tegengehouden of doordat er geen andere kracht op wordt uitgeoefend) In welke richting gaat iets dat beweegt? (In een rechte lijn) Hoe komt iets tot stilstand? (Doordat er een kracht op inwerkt) 5

6 bewegen of stilstaan lesopzet Met name de tweede vraag kan problemen opleveren. Gebruik de resultaten van proef 1, 7 en 8 om duidelijk te maken dat er geen stuwende kracht nodig is om een voorwerp in beweging te houden en dat een voorwerp waarop een kracht is uitgeoefend geen kracht heeft maar snelheid. Leg de leerlingen nog enkele eenvoudige voorbeelden voor om dit duidelijk te maken. Wat gebeurt er wanneer je in een auto rijdt en de motor valt plotseling stil? Wat gebeurt er wanneer je aan het fietsen bent en je stopt met trappen? Wat gebeurt er wanneer je een winkelwagentje een duw geeft en loslaat? Overloop tenslotte opdracht 3 en controleer of de leerlingen in staat zijn de verschillende soorten krachten te onderscheiden. Fase 5 Vaststelling en terugkoppeling theorie De leerlingen hebben nu voldoende zelf geobserveerd en nagedacht om hun ideeën te confronteren met de theorie. Laat ze in dezelfde groepjes de teksten over Aristoteles en Newton lezen op werkblad 3 waaruit de verschillen in methode tussen die twee geleerden (respectievelijk observeren van de werkelijkheid, doen van proefjes) naar voren komen en wat ze over beweging dachten. De leerlingen moeten samen drie vragen van opdracht 3 bespreken: met welke manier van werken in de les (reconstructie ongeluk op basis van eigen kennis en doen van proefjes) komen de methodes van Aristoteles en Newton overeen? Wat zijn de verschillen tussen de theorie van Aristoteles en die van Newton? Waar ben je het zelf mee eens? Vraag de leerlingen vervolgens de eerste wet van Newton te vergelijken met de resultaten van hun proeven (opdracht 2 en 3). Klopt die wet in alle gevallen en zijn er in de proeven duidelijke voorbeelden te vinden van traagheid of inertie, van voorwerpen die tegenzin hebben om te bewegen? Bespreek de antwoorden en probeer aan de hand daarvan er achter te komen of de leerlingen de eerste wet echt goed hebben begrepen en in alle gevallen kunnen toepassen. Vraag of ze zelf ook voorbeelden van traagheid kennen. Wat gebeurt er met je wanneer de trein plotseling in beweging of tot stilstand komt? En wat met de koffie in een bekertje dat je vasthoudt? Leg er de nadruk op dat de eerste wet een model is dat je nooit in de werkelijkheid ziet. Het idee van de eeuwigdurende beweging gaat alleen op wanneer er geen zwaartekracht, wrijving of luchtweerstand is en dat komt op de aarde niet voor. Maar de wet is daarom niet minder waar of bruikbaar. Kom tenslotte terug op het eerste voorbeeld, het ongeval met de vis. Laat ze opnieuw de vragen beantwoorden en bespreek deze (opdracht 4). 6

7 bewegen of stilstaan lesopzet Fase 6 Evaluatie denkproces Evalueer de les en vraag of de leerlingen over bepaalde zaken tijdens de les anders zijn gaan denken. Probeer het denkproces dat in de les heeft plaatsgevonden samen te vatten. 7

8 bewegen of stilstaan werkblad 1 GOUDVIS OVERLEEFT AUTO-ONGELUK In Engeland heeft een goudvis een zwaar auto-ongeluk overleefd. De wagen waarin hij werd getransporteerd, knalde op een lantaarnpaal en de goudvis werd uit zijn aquarium gekatapulteerd. De bestuurster van de auto droeg gelukkig een veiligheidsriem, maar ze moest wel door de politie uit de auto worden bevrijd en naar het ziekenhuis gebracht. Ondertussen lag de vis al ongeveer een kwartier te wachten voordat de agenten hem ontdekten bij het opruimen van de glasscherven. Ze dachten dat het visje gestorven was, maar toen een dokter de vis in een bakje met water legde, begon die weer rond te zwemmen. Inmiddels zijn het vier jaar oude visje, Bercy genaamd, en zijn eigenares, de 23-jarige Sophia Underhill, volledig van hun verwondingen hersteld. Opdracht: Lees bovenstaand krantenbericht en beantwoord de vragen. Waardoor werd de vis uit de auto geslingerd? In welke richting werd de vis weggeslingerd? 0 naar voren 0 naar achteren 0 naar rechts 0 naar links Met welke snelheid werd de vis weggeslingerd? 0 met de snelheid van de auto 0 met een hogere snelheid dan van de auto 0 met een lagere snelheid dan van de auto 8

9 bewegen of stilstaan werkblad 1 Waardoor kwam de vis tenslotte tot stilstand?

10 bewegen of stilstaan werkblad 2 Opdracht 1: Voer de onderstaande proeven uit, kijk goed wat er gebeurt en beantwoord dan de vragen. Doe elke proef twee of drie keer zodat je kunt controleren of de uitkomst elke keer hetzelfde is. PROEF 1 Zet het pingpongballetje in het wagentje. Maak van de plank een helling en van het houtblok een barrière. Laat het wagentje naar beneden rijden zonder ertegen te duwen of ermee te schuiven en observeer de pingpongbal. Waardoor komt de pingpongbal in beweging? 0 vanzelf 0 door een kracht, namelijk... In welke richting gaat de pingpongbal na de botsing van het wagentje met de barrière? 0 rechtdoor 0 naar achteren 0 naar rechts 0 naar links PROEF 2 Neem het touwtje met het balletje. Slinger het rond en laat het dan los. Observeer de beweging van het balletje (Let wel op dat niemand geraakt kan worden). Door welke kracht beweegt het balletje? a) Wanneer je het vasthoudt b) Wanneer je het loslaat 10

11 bewegen of stilstaan werkblad 2 In welke richting gaat het balletje? a) Wanneer je het vasthoudt b) Wanneer je het loslaat PROEF 3 Vul het glas tot aan de rand met water. Schuif het eerst snel naar voren en daarna naar achteren. Observeer de beweging van het water. Welke richting gaat het water op? a) Wanneer je het glas snel naar voren schuift 0 naar voren 0 naar achteren b) Wanneer je het glas snel naar achteren schuift 0 naar voren 0 naar achteren PROEF 4 a) Gooi een bal in de lucht b) Laat de bal van een tafel rollen c) Gooi de bal tegen de muur (beoordeel de drie gevallen apart) Wanneer verandert de bal van richting? a) in de lucht b) van de tafel 11

12 bewegen of stilstaan werkblad 2 c) tegen de muur Door welke kracht wordt die verandering veroorzaakt? a) in de lucht b) van de tafel c) tegen de muur PROEF 5 Leg het kartonnetje op het glas en daarbovenop de euro. Trek nu snel het kartonnetje weg. Welke beweging maakt de euro? 0 geen 0 in de richting van het kartonnetje 0 in de andere richting Kun je dit verklaren? PROEF 6 Bedenk zelf een proef om uit te testen hoe je een houtblok het makkelijkst over de tafel kunt schuiven. Gebruik de verschillende materialen (schuurpapier, olie,...) bij de uitvoering van je test. Wanneer was de beweging het moeilijkst/makkelijkst? Wat voor kracht heeft invloed op de beweging?... 12

13 bewegen of stilstaan werkblad 2 PROEF 7 Ga op het skateboard staan, zet af en laat je langzaam verder glijden Hoe kwam het skateboard in beweging? Hoe bleef het skateboard in beweging? Door welke kracht kwam het skateboard tot stilstand? PROEF 8 Dit is geen echte proef maar een gedachtenexperiment. Stel je voor dat een astronaut vanuit een ruimteschip een bal de ruimte ingooit Waardoor komt de bal in beweging?... Welke richting gaat de bal op? Waardoor blijft de bal in beweging? Waardoor komt de bal tot stilstand? 13

14 bewegen of stilstaan werkblad 2 Opdracht 2: Probeer nu algemene conclusies uit je observaties te trekken. Kijk steeds na wat je op een vergelijkbare vraag hebt geantwoord bij je proefjes. Waardoor komt een voorwerp in beweging? Hoe blijft een voorwerp in beweging? In welke richting gaat iets dat beweegt? Hoe verandert een voorwerp van richting? Hoe komt iets tot stilstand? Opdracht 3: Overloop nog eens al je proefjes en maak een overzicht van de verschillende krachten die op een voorwerp kunnen inwerken:

15 trager of sneller werkblad 3 Opdracht 1: Wetenschappers hebben in de loop der tijd verschillende theorieën over de oorzaak van beweging en stilstand gehad. Voor een deel had dat te maken met de manier waarop ze hun onderzoek uitvoerden. Hieronder kun je lezen hoe twee van de belangrijkste geleerden uit de geschiedenis, Aristoteles en Newton, over beweging dachten. Beoordeel hun werkmethode en ideeën en beantwoord dan de vragen. DE THEORIE VAN ARISTOTELES De filosoof Aristoteles, die leefde in Griekenland van 384 tot 322 voor Christus, vond dat je om de wereld te kunnen begrijpen, goed naar dingen of gebeurtenissen moest kijken en erover nadenken. Dat lijkt misschien vanzelfsprekend, maar dat was het toen niet. In de tijd van Aristoteles werd er door geleerden vooral veel naar de sterren getuurd, omdat men dacht dat de gebeurtenissen op de aarde te verklaren waren uit de stand van de sterren en de beweging van de planeten. Aristoteles was één van de eerste geleerden die de natuur bestudeerde. Hij observeerde en vergeleek honderden dieren en planten en probeerde een logische verklaring te vinden voor hun uiterlijk en gedrag. Aristoteles keek niet alleen naar levende wezens, maar hij probeerde ook allerlei verschijnselen te verklaren aan de hand van wat hij in de natuur zag. Waarom het regent, waarom een steen altijd naar beneden valt enzovoort. Aristoteles schreef zijn ideeën op in een hele reeks boeken die samen een soort encyclopedie van de wereld vormen. Eén van die boeken gaat over fysica. Daarin schreef hij ook over bewegen. Zijn theorie daarover komt in het kort op het volgende neer: - Een voorwerp beweegt of staat stil, er is geen andere toestand voor een voorwerp mogelijk. - Elk voorwerp dat beweegt moet door iets worden bewogen, voor elke beweging is er een beweger. - Een voorwerp komt uiteindelijk altijd tot stilstand, omdat het terug wil naar zijn oorspronkelijke toestand. 15

16 trager of sneller werkblad 3 DE WETTEN VAN NEWTON De theorieën van Aristoteles zijn eeuwenlang gebruikt door wetenschappers en in het onderwijs. Aristoteles was zo n autoriteit dat bijna niemand twijfelde aan de waarheid van wat hij had geschreven. Pas in de zeventiende eeuw kwam daar verandering in. Toen beperkten wetenschappers zich niet langer tot het observeren van de wereld, maar ze gingen ook allerlei proefjes doen. Bekende geleerden uit die tijd waren Johannes Kepler, Galileo Galilei en Isaac Newton. Newton, een Britse wetenschapper die leefde van 1642 tot 1727, bedacht niet alleen de wet van de zwaartekracht maar ook drie eenvoudige wetten waarmee hij elke beweging of stilstand van een voorwerp kon verklaren. Voor de eerste wet maakte hij gebruik van de kennis van Galilei die al had ontdekt dat een knikker eindeloos door zou rollen wanneer die niet door wrijving werd tegengehouden. Daarmee was Galilei de eerste die inging tegen de theorie van Aristoteles die immers stelde dat elk voorwerp uiteindelijk tot stilstand komt. De eerste wet die Newton opstelde, noemde hij het traagheidsbeginsel. Volgens hem bezit elk voorwerp een zekere traagheid, een soort tegenzin als het ware om van bewegingstoestand te veranderen. Elk stilstaand voorwerp, zegt Newton, blijft stilstaan zolang er geen kracht op inwerkt die het in beweging brengt. Bovendien blijft elk bewegend voorwerp op dezelfde manier (met dezelfde snelheid en in dezelfde richting) bewegen, tenzij een andere kracht daar verandering in brengt. Vreemd genoeg had niemand anders dit eerder bedacht, integendeel, voorheen waren wetenschappers ervan overtuigd dat er een stuwende kracht nodig was om voorwerpen blijvend in beweging te houden. Niemand vóór Newton begreep dat het precies de afwezigheid van kracht is die een eeuwige en constante beweging kan verklaren. De eerste wet van Newton luidt kortweg als volgt: - Een voorwerp dat in rust is, blijft in rust, totdat er een kracht op wordt uitgeoefend - Een voorwerp dat in beweging is, zal zich blijven voortbewegen in een rechte lijn, totdat er een kracht op wordt uitgeoefend. 16

17 trager of sneller werkblad 3 Vragen: 1 Wat zijn de verschillen in de methode van onderzoek van Aristoteles en Newton?... 2 Kun je hun methodes vergelijken met je eigen onderzoek op werkblad 1 en 2 in de les? werkblad 1 komt overeen met de methode van: 0 Aristoteles 0 Newton Leg uit waarom. werkblad 2 komt overeen met methode van: 0 Aristoteles 0 Newton Leg uit waarom. 17

18 trager of sneller werkblad 3 3 Wat zijn de verschillen tussen de theorie over beweging van Aristoteles en Newton?... Ben je het eens met Aristoteles of met Newton? 0 met Aristoteles 0 met Newton Leg uit waarom. Opdracht 2: Vergelijk de eerste wet van Newton met de resultaten van je proeven en beoordeel voor elk geval of de wet klopt. Komt het voorwerp in beweging door een kracht? Proef 1 JA/NEE Proef 2 JA/NEE Proef 3 JA/NEE Proef 4 JA/NEE Proef 5 JA/NEE Proef 6 JA/NEE Proef 7 JA/NEE 18

19 trager of sneller werkblad 3 Beweegt het voorwerp in een rechte lijn tot er een kracht op wordt uitgeoefend? Proef 1 JA/NEE Proef 2 JA/NEE Proef 3 JA/NEE Proef 4 JA/NEE Proef 5 JA/NEE Proef 6 JA/NEE Proef 7 JA/NEE Opdracht 3: Zoals je hebt kunnen lezen, heet de eerste wet ook wel de traagheidswet. Heb je die traagheid ofwel tegenzin om te bewegen in een van de proeven opgemerkt? Welke? Proef/proeven nr.... Leg uit wat je bij die proef of proeven hebt gezien. Opdracht 4: Beantwoord opnieuw de vragen van werkblad 1 en gebruik hierbij de kennis die je in deze les hebt opgedaan. Waardoor werd de vis uit de auto geslingerd? In welke richting werd de vis weggeslingerd? 0 naar voren 0 naar achteren 0 naar rechts 0 naar links 19

20 trager of sneller werkblad 3 Met welke snelheid werd de vis weggeslingerd? 0 met de snelheid van de auto 0 met een hogere snelheid dan van de auto 0 met een langere snelheid dan van de auto Waardoor kwam de vis tenslotte tot stilstand? 20

21 trager of sneller werkblad 3 TRAGER OF SNELLER Inhoud De leerlingen beoordelen een aantal situaties waarbij bewegingen beïnvloed worden door een verschil in massa. Ze proberen te voorspellen wat er zal gebeuren en stellen een hypothese op over de invloed van massa bij een beweging. Deze hypothese toetsen ze aan de resultaten van een reeks proeven en ze stellen op basis daarvan hun hypothese zonodig bij. Tenslotte vergelijken ze hun hypothese met de tweede wet van Newton. Lesschema fase werkvorm activiteit materiaal 1 per twee individueel of per twee de leerlingen doen ter ontroductie van het onderwerp een voorspelling over de uitkomst van een trekproef werkblad 1 werkblad 2 proefopstellingen per twee of vier de leerlingen beoordelen een aantal situaties en doen voorspellingen over de rol die massa daarin speelt de leerlingen stellen op basis van hun voorspellingen een hypothese op over de rol van massa bij bewegingen 2 per twee of de leerlingen doen een aantal proefjes en vier stellen op basis daarvan hun hypothese bij 3 per twee de leerlingen vergelijken hun hypothese met de tweede wet van Newton en passen tenslotte de eerste en de tweede samen op het voorbeeld van werkblad 1 toe 4 klassikaal de leerkracht controleert of de tweede wet van Newton duidelijk is geworden en evalueert het denkproces in de les werkblad 2 werkblad 3 21

22 trager of sneller werkblad 3 Lesverloop Fase 1 Hypothese opstellen Deel werkblad 1 uit en laat de leerlingen voorspellen wat de uitslag van de trekproef (opdracht 1) zal zijn. Ga nog niet in op het juiste antwoord maar geef aan dat ze met de kennis die ze in de vorige les hebben opgedaan gecombineerd met wat ze in deze les zullenleren, het juiste antwoord zullen kunnen beredeneren. Laat de leerlingen in paren de situaties van opdracht 2 beoordelen en voorspellen wat er in die situaties zal gebeuren. Bespreek de resultaten. Laat de leerlingen er onderling over discussiëren en maak tekeningen op het bord die hun bevindingen in beeld brengen. Vraag de leerlingen of ze aan de hand van hun voorspellingen willen proberen een hypothese op te stellen over de rol die massa speelt bij een beweging. Bespreek hun hypotheses en stel vast of er verschillen zijn. Laat die verschillen het uitgangspunt zijn om over te gaan naar de volgende fase, waarin ze proefjes zullen doen om uit te maken of hun hypothese klopt. Fase 2 Hypothese verifiëren Zet van te voren het materiaal voor de proefjes op werkblad 2 klaar of laat de leerlingen dit zelf doen. Ze kunnen in groepjes van twee of vier de proefjes uitvoeren, waarbij ze tussen de opstellingen rouleren. Bespreek de bevindingen net zoals in de vorige fase en vraag of ze het nodig vinden hun hypothese bij te stellen en zo ja, wat ze willen veranderen. Stel opnieuw vast of er binnen de klas verschillen zijn en bediscussieer die. Fase 3 Vaststelling theorie Vraag de leerlingen tenslotte om hun hypothese te vergelijken met wat Newton over deze vraagstelling heeft uitgedacht: de tweede wet van Newton (werkblad 3). Zijn er verschillen met hun hypothese? Zijn ze het met Newton eens of juist niet? Laat de leerlingen tenslotte de vraag van opdracht 1 op werkblad 1 opnieuw beoordelen en bespreek die aan de hand van de eerste (effect van wrijving als kracht) en tweede wet van Newton (rol van massa). Fase 4 Evaluatie Evalueer de les en vraag of de leerlingen over bepaalde zaken anders zijn gaan denken. Probeer het denkproces dat in de les heeft plaatsgevonden samen te vatten. 22

23 trager of sneller werkblad 1 Opdracht 1: Op de foto zie je twee telefoonboeken waarvan alle bladzijden in elkaar zijn geschoven. Aan de zijkant zijn twee handvaten vastgemaakt. Denk je dat twee sterke mannen of vrouwen de telefoonboeken uit elkaar kunnen trekken? 0 Ja 0 Nee Geef een verklaring voor je antwoord. Opdracht 2: Beoordeel de volgende situaties, doe een voorspelling en motiveer je antwoord. Stel je voor dat deze twee worstelaars samen op het ijs staan. Ze grijpen elkaar vast en drukken met dezelfde kracht tegen elkaar. Welke beweging zullen de grote en de kleine man maken? 0 Geen beweging 0 Naar voren 0 Naar achteren Geef een verklaring voor je antwoord. 23

24 trager of sneller werkblad 1 Deze ijshockeyer moet in een wedstrijd opeens tegen een zwaardere puck slaan dan hij gewoon is. Hoe hard moet hij slaan om de puck op de juiste plaats te krijgen? 0 Even hard 0 Harder 0 Minder hard Geef een verklaring voor je antwoord.... Deze snowboarder is sinds de vorige keer dat hij op een snowboard stond 20 kilo afgevallen. Hoe snel valt hij nu naar beneden in vergelijking met vroeger? 0 Even snel 0 Sneller 0 Langzamer Geef een verklaring voor je antwoord. 24

25 trager of sneller werkblad 1 Opdracht 3 Probeer op basis van je voorspellingen een hypothese op te stellen over de invloed van massa op een beweging. 25

26 trager of sneller werkblad 2 Opdracht 1: Voer de volgende proefjes uit en beantwoord de vragen. PROEF 1 Leg de pingpongbal in de laadbak van het wagentje en laat hem tegen de barrière rijden. Meet de afstand tussen de barrière en het punt waar de pingpongbal is neergekomen. Leg nu de knikker in het wagentje en volg dezelfde procedure. Welk voorwerp heeft een grotere afstand afgelegd? 0 de knikker 0 de pingpongbal PROEF 2 Laat de knikker en de pingpongbal tegelijkertijd van de helling rollen. Welke is het eerst beneden? 0 de knikker 0 de pingpongbal PROEF 3 Neem eerst 1 boek van een stapel en probeer het over de tafel te schuiven. Stapel vervolgens steeds een nieuw boek erboven op en probeer het opnieuw. Werd het moeilijker of makkelijker om de stapel te verschuiven? 0 moeilijker 0 makkelijker PROEF 4 Zoek uit je groepje twee mensen die verschillen in gewicht. Ga op je sokken op de vloer staan en probeer elkaar achteruit te schuiven. Wie kon het makkelijkst de ander wegschuiven? 0 de lichtere 0 de zwaardere 26

27 trager of sneller werkblad 2 PROEF 5 Dit is een gedachtenexperiment. Laat de knikker en de pingpongbal naar beneden vallen op een plaats waar geen zwaartekracht heerst. Welke is het eerst beneden? 0 de knikker 0 de pingpongbal Opdracht 2: Overloop je antwoorden en bekijk of ze overeenkomen met je hypothese. Proef 1 JA/NEE Proef 2 JA/NEE Proef 3 JA/NEE Proef 4 JA/NEE Proef 5 JA/NEE Heb je niet overal met JA geantwoord, herschrijf dan je hypothese. Heb je overal met JA geantwoord, leg dan uit waarom je denkt bewezen te hebben waarom je hypothese klopt.. 27

28 bewegen of stilstaan werkblad 3 DE TWEEDE WET VAN NEWTON In zijn tweede wet heeft Newton het over de invloed van massa op beweging. Hij beweert dat een voorwerp meer of minder versnelt afhankelijk van hoe zwaar het voorwerp is en hoe sterk de kracht die erop inwerkt. Als je bijvoorbeeld even hard duwt tegen een zware en een lichte kar, zal de lichte kar meer versnellen dan de zware, en als je twee identieke, even zwaar geladen karren een harde en een lichte por geeft, zal de eerste meer versnellen dan de tweede. Kortweg komt de tweede wet van Newton op het volgende neer: Hoe zwaarder een voorwerp is, des te groter is de traagheid waarmee het beweegt. Opdracht 1: Vergelijk de tweede wet van Newton met je eigen hypothese. Komen ze overeen? JA/NEE Waarin komen ze wel of niet overeen? 28

29 bewegen of stilstaan werkblad 3 Opdracht 2: Beoordeel nu nog eens de vraag van opdracht 1 op werkblad 1. Denk aan de uitslag van proef 3 op werkblad 2, bekijk nog eens de resultaten van proef 6 op werkblad 2 van de vorige les en geef dan een verklaring voor je antwoord. Denk je dat twee sterke mannen of vrouwen de telefoonboeken uit elkaar kunnen trekken? 0 Ja 0 Nee Verklaring 29

30 actie en reactie lesopzet ACTIE EN REACTIE Inhoud Aan de hand van de bespreking van een tweetal situaties realiseren de leerlingen zich dat een kracht een tegenkracht kan oproepen. Ze doen een reeks proefjes om dit verschijnsel verder te bestuderen en oefenen in het tekenen van situaties en de weergave van krachten. Daarna toetsen ze hun bevindingen aan de derde wet van Newton. Tenslotte passen ze hun kennis van de drie bewegingswetten toe op een reeks plaatjes met voorbeelden van stilstaande en bewegende objecten. Ze bedenken welke krachten er aan het werk zijn en geven de richting daarvan aan. Lesschema fase werkvorm activiteit materiaal 1 klassikaal de leerkracht vraagt de leerlingen naar de skateboard verklaring voor de beweging van een bootje bij het uitstappen en van een skateboard bij het afstappen 2 per twee de leerlingen doen een reeks proefjes waarin de normaalkracht goed is waar te werkblad 1 proefopstellingen nemen 3 per twee de leerlingen toetsen hun bevindingen aan werkblad 2 de derde wet van Newton en maken een lijst met soorten krachten, nu aangevuld met de normaalkracht 4 per twee of de leerlingen beoordelen een reeks foto s werkblad 3 vier van beweging en stilstand en proberen de inwerkende krachten te identificeren 5 klassikaal de leerkracht legt uit wat de leerlingen uit de drie lessen over Newton moeten leren leerinstructie 30

31 actie en reactie lesopzet Lesverloop Fase 1 Hypothese opstellen Vraag de leerlingen of ze wel eens één van de volgende situaties hebben meegemaakt: van een bootje op de wal stappen van een skateboard afstappen terwijl je er met je beide voeten opstaat Verzamel de ideeën over wat er in die gevallen met het bootje of skateboard gebeurt. Laat daarna één van de leerlingen de situatie met het skateboard een keertje voordoen. Vraag de leerlingen naar de richting van de kracht waarmee het uit- en afstappen gepaard gaat en laat hen nadenken over het tegenovergestelde effect van die kracht op het bootje en skateboard. Schrijf alle hypotheses over die tegenkracht op het bord, zonder dat deze kracht al benoemd wordt. Stel vast dat dit merkwaardige fenomeen verder moet worden bestudeerd om er achter te komen wat er precies aan de hand is. Fase 2 Hypothese verifiëren Laat de leerlingen in groepjes van twee de proeven op werkblad 1 uitvoeren. Omdat het concept van de reactie- of normaalkracht moeilijk voor de leerlingen te vatten is, is het belangrijk de bespreking in de groepjes goed te volgen en zonodig bij te sturen door vragen te stellen over de krachten die ze ervaren en over de richting van die krachten. Bespreek daarna de resultaten van de proeven en de hypotheses over de tegenkracht. Maak op het bord schetsen van de situaties uit de proeven, stel vragen over de inwerkende krachten en hun richtingen en teken die op de juiste wijze in de schetsen. Verzamel de hypotheses over de tegenkracht en schrijf die op het bord. Fase 3 Vaststelling theorie Deel werkblad 2 uit en vraag de leerlingen om hun hypothese te vergelijken met de derde wet van Newton. Laat ze de waarnemingen van hun proeven overlopen om te zien of ze overal de normaalkracht hebben geïdentificeerd. Vergelijk daarna klassikaal de derde wet van Newton met de hypotheses die in de vorige fase werden genoteerd. 31

32 actie en reactie lesopzet Fase 4 Toepassing theorie In deze fase moet alles wat de leerlingen in de afgelopen drie lessen geleerd hebben, worden toegepast in een reeks complexere voorbeelden. Deel werkblad 3 uit en benadruk bij de toelichting op de uitvoering van de opdracht dat de leerlingen de krachten moeten vermelden en de richting met een pijl aangeven op het werkblad. Doe dit eventueel voor bij het eerste voorbeeld. Bespreek tenslotte de voorbeelden. Er zal wellicht blijken dat de leerlingen in tal van situaties (bijvoorbeeld bij de baby s op het bed) de normaalkracht zijn vergeten. Benadruk dan nog eens dat de bewegingswetten een model zijn, waarmee alle bewegingen zijn te verklaren en berekenen, maar dat het soms wel eens moeilijk is om de krachten die je niet direct zelf ervaart, te begrijpen. Zie er bij de bespreking goed op toe dat de leerlingen begrepen hebben dat een pijl niet de plaats van aangrijping maar de richting van een kracht aangeeft. Tip: naast of in plaats van deze opdracht kunnen er foto s gebruikt worden van situaties in en rond de school en/of foto s die door de leerlingen zelf zijn meegebracht. Fase 5 Leerinstructie Deel de leerinstructie voor de drie lessen over de wetten van Newton uit en licht deze toe. 32

33 actie en reactie werkblad 1 Opdracht 1: Voer proef 1 t/m 5 uit. Observeer en beschrijf wat er gebeurt, en maak een tekening van je waarneming(en) waarbij je met een pijl de richting van de waargenomen krachten weergeeft. PROEF 1 Zet één voet op het skateboard en zet af met je andere voet. Bestudeer het moment waarop het skateboard in beweging wordt gebracht. Beschrijf en teken de krachten. waarneming: tekening: 33

34 actie en reactie werkblad 1 PROEF 2 Sla met de hamer een spijker in het blok hout. Bestudeer welke krachten je bij de klap op de spijker voelt of ziet. Beschrijf en teken de krachten. waarneming: tekening: PROEF 3 Doe je schoenen uit, ga op je sokken en met je gezicht gericht naar de muur staan en druk ertegenaan. Beschrijf en teken de krachten. waarneming:

35 actie en reactie werkblad 1 tekening: PROEF 4 Ga in de stoel zitten en druk de stoel met je voeten achteruit. Beschrijf en teken de krachten. waarneming: tekening: PROEF 5 35

36 actie en reactie werkblad 1 Weeg jezelf op de weegschaal in de drie volgende situaties. Maak er een tabel van en beschrijf en teken je waarnemingen. 1 losstaand 2 terwijl je zo hard mogelijk met je handen boven schouderhoogte tegen de muur drukt 3 terwijl je zo hard mogelijk op een tafel drukt situatie losstaand druk op muur druk op tafel gewicht waarneming: tekening: 36

37 actie en reactie werkblad 2 DE DERDE WET VAN NEWTON De derde wet van Newton gaat over actie en reactie. Elke kracht roept een even grote tegenkracht op, zegt Newton. Dit zie je bijvoorbeeld wanneer iemand tegen de kade duwt als hij in een bootje zit. De kracht waarmee het bootje zich van de kade verwijdert is precies even groot als de duwende kracht van de arm op de kade. In de fysica wordt de tegenkracht ook wel normaalkracht of reactiekracht genoemd. Opdracht 1: Lees de derde wet van Newton en pas die toe op je waarnemingen in de proefjes op werkblad 1. Kruis in de tekeningen op dat werkblad de normaalkracht aan. Opdracht 2: Overloop nog eens de theorie en de proefjes uit deze en de vorige twee lessen en maak een overzicht van de verschillende krachten die op een voorwerp kunnen inwerken (Zie ook les Bewegen of stilstaan, werkblad 2, opdracht 3)

38 actie en reactie werkblad 3 Opdracht: Vermeld voor de situaties op de volgende foto s welke krachten er werken. Gebruik pijlen om de richting van de krachten aan te geven

39 actie en reactie werkblad

40 actie en reactie werkblad

41 actie en reactie leerinstructie Wat je moet leren uit de lessen Bewegen of stilstaan, Trager of sneller en Actie en reactie. Je moet de drie wetten van Newton kunnen verwoorden. Je moet van de werking van elke wet twee voorbeelden kunnen geven. Je moet het verschil kunnen beschrijven tussen de manier van werken van Aristoteles enerzijds en Galilei en Newton anderzijds. Je moet weten in welke eeuw Aristoteles en Galilei en Newton leefden. Je moet de verschillende krachten kunnen opsommen die op een voorwerp kunnen werken. Je moet van een situatie kunnen beschrijven welke krachten er op een voorwerp inwerken. Je moet daarvan een tekening kunnen maken waarbij je met pijlen de richting van die krachten aangeeft. 37

1. Zwaartekracht. Hoe groot is die zwaartekracht nu eigenlijk?

1. Zwaartekracht. Hoe groot is die zwaartekracht nu eigenlijk? 1. Zwaartekracht Als een appel van een boom valt, wat gebeurt er dan eigenlijk? Er is iets dat zorgt dat de appel begint te vallen. De geleerde Newton kwam er in 1684 achter wat dat iets was. Hij kwam

Nadere informatie

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA)

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Theorie In werkblad 1 heb je geleerd dat krachten een snelheid willen veranderen. Je kunt het ook omdraaien, als er geen kracht werkt, dan verandert

Nadere informatie

Proef 1: - Leg een fiche op een drinkglas - Plaats een geldstuk op de fische - Schiet met je wijsvinger de fiche horizontaal weg

Proef 1: - Leg een fiche op een drinkglas - Plaats een geldstuk op de fische - Schiet met je wijsvinger de fiche horizontaal weg - 25 - Traagheid Proef 1: - Leg een fiche op een drinkglas - Plaats een geldstuk op de fische - Schiet met je wijsvinger de fiche horizontaal weg Opstelling : Besluit (1): Het geldstuk valt in het glas

Nadere informatie

3.3 Les 3: Het opstellen van een hypothese

3.3 Les 3: Het opstellen van een hypothese 3.3 Les 3: Het opstellen van een hypothese Doel: Lesinhoud De leerlingen formuleren hypotheses die beginnen met ik denk dat. De leerlingen weten dat ze bij een onderzoek ook het tegenovergestelde onderzoeken

Nadere informatie

Kracht en Beweging. Intro. Newton. Theorie even denken. Lesbrief 4

Kracht en Beweging. Intro. Newton. Theorie even denken. Lesbrief 4 Lesbrief 4 Kracht en Beweging Theorie even denken Intro Kracht is overal. Een trap op een bal, een windstoot, een worp Als een voorwerp versnelt of vertraagt, is er een kracht aan het werk. Newton De eenheid

Nadere informatie

Hoe werkt het antwoordblad?

Hoe werkt het antwoordblad? Hoe werkt het antwoordblad? Kijk je antwoorden zelf na met dit antwoordblad. Bij sommige vragen kun je 1 punt verdienen, bij andere vragen kun je meer dan 1 punt verdienen. Hieronder zie je een voorbeeld

Nadere informatie

SCHRIJVEN. Instructiekaart voor de leerling nr. 5. A-vragen. Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...?

SCHRIJVEN. Instructiekaart voor de leerling nr. 5. A-vragen. Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...? Instructiekaart voor de leerling nr. 5 A-vragen Formulering van de vraag Formulering van het antwoord Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...? Antwoord met één volledige

Nadere informatie

We hebben 3 verschillende soorten van wrijving, geef bij elk een voorbeeld: - Rollende wrijving: - Glijdende wrijving: - Luchtweerstand:

We hebben 3 verschillende soorten van wrijving, geef bij elk een voorbeeld: - Rollende wrijving: - Glijdende wrijving: - Luchtweerstand: Lespakket wrijving Inleiding Wrijving is een natuurkundig begrip dat de weerstandskracht aanduidt, die ontstaat als twee oppervlakken langs elkaar schuiven, terwijl ze tegen elkaar aan gedrukt worden.

Nadere informatie

Lessenserie De hellingbaan

Lessenserie De hellingbaan - Bovenbouw - Lessenserie De hellingbaan Een lessenserie over het experimenteren met de hellingbaan en de strategie controleren van variabelen. Met dank aan leerkrachten en leerlingen van basisschool De

Nadere informatie

jaar: 1990 nummer: 06

jaar: 1990 nummer: 06 jaar: 1990 nummer: 06 In een wagentje zweeft een ballon aan een koord en hangt een metalen kogel via een touw aan het dak (zie figuur). Het wagentje versnelt in de richting en in de zin aangegeven door

Nadere informatie

Working with parents. Models for activities in science centres and museums

Working with parents. Models for activities in science centres and museums Working with parents. Models for activities in science centres and museums 1 Indice VOERTUIGEN DIE ROLLEN MECHANICA... 3 1. Kort overzicht van de activiteiten in de workshop... 3 2. Doelstellingen... 3

Nadere informatie

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid

Nadere informatie

EEN GOEDE VOORBEREIDING IS HET HALVE WERK. Plannen en evalueren van een activiteit. Inhoud

EEN GOEDE VOORBEREIDING IS HET HALVE WERK. Plannen en evalueren van een activiteit. Inhoud Plannen en evalueren van een activiteit Inhoud Doelgroep Vakgebied Duur Materialen Doelen In deze les moeten de leerlingen in groep een bepaalde activiteit voorbereiden. Dit kan bijvoorbeeld het organiseren

Nadere informatie

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R HOE KUN JE EEN PINGPONGBALLETJE LATEN ZWEVEN IN DE LUCHT? Jullie gaan een exhibit ontwerpen waarbij jullie de bezoekers kennis laten maken met de eigenschappen van luchtstromen en luchtdruk. Met de exhibit

Nadere informatie

Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD)

Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD) Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD) Wat is een kracht? Tijdens het afwassen laat Jeroen een kopje vallen. Zoals te zien op de plaatjes valt het kopje kapot. Er moet dus een kracht werken op het kopje

Nadere informatie

Fenomena. Jouw werkbladen. In NEMO. Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Mijn naam: Fenomena Groep 7-8 Leerlingen In NEMO versie 01-2016 1

Fenomena. Jouw werkbladen. In NEMO. Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Mijn naam: Fenomena Groep 7-8 Leerlingen In NEMO versie 01-2016 1 Fenomena Jouw werkbladen In NEMO Mijn naam: Mijn school: Ik zit in groep: Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Fenomena Groep 7-8 Leerlingen In NEMO versie 01-2016 1 Fenomena Welkom bij Fenomena! Deze hele

Nadere informatie

Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen

Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen - 31 - Krachten 1. Voorbeelden Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen 2. Definitie Krachten herken je aan hun werking, aan wat ze veranderen of

Nadere informatie

Stuiteren van vallende ballen

Stuiteren van vallende ballen Stuiteren van vallende ballen Titel: Vak: Domein: Sector: 3D aspecten: 1. Introductie Stuiteren van vallende ballen Natuurkunde Energie Vmbo vmbo k/g/t Werkwijze: Onderzoeken en redeneren Denkwijzen: Structuur

Nadere informatie

Fysica: mechanica, golven en thermodynamica PROEFEXAMEN VAN 12 NOVEMBER 2008

Fysica: mechanica, golven en thermodynamica PROEFEXAMEN VAN 12 NOVEMBER 2008 Fysica: mechanica, golven en thermodynamica Prof. J. Danckaert PROEFEXAMEN VAN 12 NOVEMBER 2008 OPGEPAST Veel succes! Dit proefexamen bestaat grotendeels uit meerkeuzevragen waarbij je de letter overeenstemmend

Nadere informatie

jaar: 1989 nummer: 17

jaar: 1989 nummer: 17 jaar: 1989 nummer: 17 De snelheidscomponent van een deeltje voldoet aan : v x = a x t, waarin a x constant is en negatief. De plaats van het deeltje wordt voorgesteld door x. Aangenomen wordt dat x= 0

Nadere informatie

Het berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren.

Het berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren. 3.1 + 3.2 Kracht is een vectorgrootheid Kracht is een vectorgrootheid 1 : een grootheid met een grootte én een richting. Bij het tekenen van een krachtpijl geldt: De pijl begint in het aangrijpingspunt

Nadere informatie

Werkblad 3 Krachten - Thema 14 (niveau basis)

Werkblad 3 Krachten - Thema 14 (niveau basis) Werkblad 3 Krachten - Thema 14 (niveau basis) Opdracht Dit werkblad dient als voorbereiding voor de toets die in week 6 plaats vindt. Je mag dit werkblad maken in groepjes van maximaal 4 personen. Je moet

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Uit: Niks relatief. Vincent Icke Contact, 2005

Uit: Niks relatief. Vincent Icke Contact, 2005 Uit: Niks relatief Vincent Icke Contact, 2005 Dé formule Snappiknie kanniknie Waarschijnlijk is E = mc 2 de beroemdste formule aller tijden, tenminste als je afgaat op de meerderheid van stemmen. De formule

Nadere informatie

1 TECHNOLOGISCHE OPVOEDING LEERKRACHTENFICHE. Hoofdthema: elektriciteit / energie Onderwerp : Eenvoudige stroomkring maken Doelgroep: 2 e graad

1 TECHNOLOGISCHE OPVOEDING LEERKRACHTENFICHE. Hoofdthema: elektriciteit / energie Onderwerp : Eenvoudige stroomkring maken Doelgroep: 2 e graad 1 TECHNOLOGISCHE OPVOEDING LEERKRACHTENFICHE Hoofdthema: elektriciteit / energie Onderwerp : Eenvoudige stroomkring maken Doelgroep: 2 e graad Timing: 1 á 2 lestijden De les in het kort: De leerlingen

Nadere informatie

Het verhaal van een veroorzaker van een verkeersongeval: les 2 SECUNDAIR ONDERWIJS. Doelgroep. VOETen. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie

Het verhaal van een veroorzaker van een verkeersongeval: les 2 SECUNDAIR ONDERWIJS. Doelgroep. VOETen. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie SECUNDAIR ONDERWIJS Het verhaal van een veroorzaker van een verkeersongeval: les 2 Doelgroep Leerlingen van de derde graad secundair onderwijs VOETen Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Een overtuigende tekst schrijven

Een overtuigende tekst schrijven Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Je mening geven over een andere manier van herdenken op school instructieles oefenlesles Lesdoel: Leerlingen kennen

Nadere informatie

O&O cyclus. Onderzoeken en ontwerpen

O&O cyclus. Onderzoeken en ontwerpen O&O cyclus Onderzoeken en ontwerpen O&O cyclus Waslijn O&O Deze platen kun je aan de muur hangen bij een onderzoeksopdracht of ontwerpopdracht. Tijdens het onderzoeken of ontwerpen staat het leerproces

Nadere informatie

Kaart Naam Handleiding

Kaart Naam Handleiding Lesbrief Dialoog Lesoverzicht In deze les wordt de gespreksvorm Dialoog geïntroduceerd. De les is gebaseerd op een aantal kaarten uit de kinderkennisbank. In het overzicht hieronder kun je zien welke.

Nadere informatie

Werkblad 2 Kracht is een vector -Thema 14 (NIVEAU BETA)

Werkblad 2 Kracht is een vector -Thema 14 (NIVEAU BETA) Werkblad 2 Kracht is een vector -Thema 14 (NIVEAU BETA) Practicum Bij een gedeelte van het practicum zijn minimaal 3 deelnemers nodig. Leerlingen die op niveau gevorderd, of basis werken kunnen je helpen

Nadere informatie

Van slinger. tot seismograaf

Van slinger. tot seismograaf Van slinger tot seismograaf Leerlingenhandleiding Inleiding In de komende weken gaan jullie werken aan een mini-profielwerkstuk (mini- PWS). Het mini-pws is een voorbereiding voor je uiteindelijke PWS,

Nadere informatie

Takenblad Plusklas Ontdekken Periode 2 : Herfstvakantie tot kerstvakantie. Opdracht: Spoorzoekers Van wie is die vingerafdruk?

Takenblad Plusklas Ontdekken Periode 2 : Herfstvakantie tot kerstvakantie. Opdracht: Spoorzoekers Van wie is die vingerafdruk? Takenblad Plusklas Ontdekken Periode 2 : Herfstvakantie tot kerstvakantie Naam : Wat is de bedoeling? Opdracht: Spoorzoekers Van wie is die vingerafdruk? Er is een misdaad gepleegd! Een dief heeft de computer

Nadere informatie

Voorbeeld 1. Kan je langer (aantal keer) touwtje springen als het touw precies op een metronoom gedraaid wordt?

Voorbeeld 1. Kan je langer (aantal keer) touwtje springen als het touw precies op een metronoom gedraaid wordt? Voorbeeld onderzoeksvragen en uitwerkingen Voorbeeld 1 Zintuigelijke informatie Kan je langer (aantal keer) touwtje springen als het touw precies op een metronoom gedraaid wordt? Als je meer informatie

Nadere informatie

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg Mkv Dynamica 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg 2 /3 g 5 /6 g 1 /6 g 1 /5 g 2 kg 2. Variant1: Een wagentje met massa m1

Nadere informatie

Uitvinders Ontdekkers en hervormers Groep 8 Handleiding voor de leerkracht Informatie voor de geschiedenislessen Hoofdopdrachten

Uitvinders Ontdekkers en hervormers Groep 8 Handleiding voor de leerkracht Informatie voor de geschiedenislessen Hoofdopdrachten Uitvinders Ontdekkers en hervormers Groep 8 Handleiding voor de leerkracht Deze handleiding en de opdrachten zijn bedoeld als aanvulling op de geschiedenislessen over de ontdekkers en hervormers. De lesonderdelen

Nadere informatie

Werkbladen In de klas. Tijdreis Wetenschap. Naam. School. groep 7-8. Klas

Werkbladen In de klas. Tijdreis Wetenschap. Naam. School. groep 7-8. Klas Werkbladen In de klas Tijdreis Wetenschap Naam groep 7-8 School Klas Wetenschap in alle tijden Vandaag de dag kunnen we heel veel vragen beantwoorden over de wereld om ons heen. Waarom valt een appel naar

Nadere informatie

Teken een architect. Lees het volgende verhaal:

Teken een architect. Lees het volgende verhaal: Teken een architect Lees het volgende verhaal: Een architect heeft een hele dag nagedacht over een nieuwe brug die gebouwd moet worden. Via de brug moet het verkeer, ook zware vrachtwagens, over een brede

Nadere informatie

Het houden van een spreekbeurt

Het houden van een spreekbeurt Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat

Nadere informatie

leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1

leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1 leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1 actief leren WWW.leer-actief.nl Dit is Wybo. Wybo was vroeger een heel gewoon jongetje, maar hij was wel erg lui. En dat...werd zijn redding. Hij had nooit

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Prezi les 1: Website:

Prezi les 1: Website: Les 1 Bouw van het hart Inhoud 1. De leerkracht vertelt dat de leerlingen tijdens deze les het gaan hebben over de bouw van het hart. 2. De leerkracht laat het skelet van een mens zien en vraagt de leerlingen

Nadere informatie

hoge stroming Fase Ontdek en onderzoek

hoge stroming Fase Ontdek en onderzoek Groep 7 & 8 Team van maximaal 4 leerlingen Leerling materiaal TECHNIEK TOERNOOI hoge stroming Fase Ontdek en onderzoek Verdeel de rollen Je werkt in een groepje van vier leerlingen. Iedereen in je groepje

Nadere informatie

Een vreemde planeet groep 5-8

Een vreemde planeet groep 5-8 Een vreemde planeet groep 5-8 Hoe weten we wat voor weer het is op Mars? Of uit welk materiaal de ringen van Saturnus bestaan? De leerlingen onderzoeken in deze les zelfgemaakte planeten. Ze leren dat

Nadere informatie

Werkbladen In NEMO. Fenomena. Naam. groep 7-8 School. Klas

Werkbladen In NEMO. Fenomena. Naam. groep 7-8 School. Klas Werkbladen In NEMO Fenomena Naam groep 7-8 School Klas Fenomena Welkom bij Fenomena! Deze hele eerste verdieping staat in het teken van wetenschap. De werkbladen zijn opgedeeld in twee delen: Deel A, Wetenschap

Nadere informatie

OBSERVATIE. Hoe kom je in een creatieve mindset? De observatie van een kunstenaar en hoe hij aan zijn creativiteit komt. Robbert Kooiman G&I 1-C

OBSERVATIE. Hoe kom je in een creatieve mindset? De observatie van een kunstenaar en hoe hij aan zijn creativiteit komt. Robbert Kooiman G&I 1-C OBSERVATIE Hoe kom je in een creatieve mindset? De observatie van een kunstenaar en hoe hij aan zijn creativiteit komt Robbert Kooiman G&I 1-C Contents Inleiding... 2 Covert of Overt... 2 Analyse... 3

Nadere informatie

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt. Oefentoets Schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10 Tijdsduur: Versie: A Vragen: Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat je

Nadere informatie

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege Lessen in Krachten Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege Krachten werken op alles en iedereen. Sommige krachten zijn nodig om te blijven leven. Als er bijv. geen zwaartekracht zou zijn, zouden

Nadere informatie

Botsingen. N.G. Schultheiss

Botsingen. N.G. Schultheiss 1 Botsingen N.G. Schultheiss 1 Inleiding In de natuur oefenen voorwerpen krachten op elkaar uit. Dit kan bijvoorbeeld doordat twee voorwerpen met elkaar botsen. We kunnen hier denken aan grote samengestelde

Nadere informatie

4 KRACHTWERKING. Leerplan: OVSG O/2/2010/008

4 KRACHTWERKING. Leerplan: OVSG O/2/2010/008 4 KRACHTWERKING Leerplan: GO! 2010/004 Leerplandoelstellingen: in concrete voorbeelden verschillende soorten krachten benoemen. de elementen van een kracht beschrijven in een concrete situatie. het begrip

Nadere informatie

Gebruik het vragenmachientje en bedenk een onderzoeksvraag

Gebruik het vragenmachientje en bedenk een onderzoeksvraag Instructieblad Gebruik het vragenmachientje en bedenk een onderzoeksvraag Onderzoeken is leuk omdat je wat over jezelf leert: wat je kunt en hoe creatief je bent. Ook leer je over je omgeving en de wereld.

Nadere informatie

bij vraag 2 Hoeveel munten er in het glas passen ligt aan de grootte van de munten en aan het glas.

bij vraag 2 Hoeveel munten er in het glas passen ligt aan de grootte van de munten en aan het glas. NAO proefjes Antwoorden werkbladen en extra informatie 1. Munten in borrelglaasje munten Het glas is eigenlijk te vol met, maar het stroomt niet over. Het in het glas staat bol, het komt er boven uit.

Nadere informatie

Handleiding Werkvormen Vragen stellen

Handleiding Werkvormen Vragen stellen Handleiding Werkvormen Vragen stellen Inhoud 1. Inleiding 2. Vragen stellen 3. Werkvormen 3.1. Vragenvuurtje 3.2. Geen Ja / Geen Nee 3.3. Doorzagen 3.4. De onbekende weg 1. Inleiding Voor de dialoog is

Nadere informatie

Voortgangstoets NAT 5 VWO 45 min. Week 49 SUCCES!!!

Voortgangstoets NAT 5 VWO 45 min. Week 49 SUCCES!!! Naam: Voortgangstoets NAT 5 VWO 45 min. Week 49 SUCCES!!! Noteer niet uitsluitend de antwoorden, maar ook je redeneringen (in correct Nederlands) en de formules die je gebruikt hebt! Maak daar waar nodig

Nadere informatie

Suggesties voor demo s krachten

Suggesties voor demo s krachten Suggesties voor demo s krachten Paragraaf 1 Demo kracht verschuiven langs werklijn Neem een houten schijf die om het draaipunt kan roteren. Op de schijf zitten schroefjes waar gewichtjes aan kunnen hangen.

Nadere informatie

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje. Opdracht 1 Ongeveer 150 jaar geleden stonden er veel steenfabrieken langs de IJssel. De stenen werden van klei gemaakt. Dat kon je langs de IJssel vinden. Als de rivier overstroomde, bleef er een laagje

Nadere informatie

Team 5: Natuur. Onderzoek naar de natuurlijke zonnecel

Team 5: Natuur. Onderzoek naar de natuurlijke zonnecel Zonnepanelen op school Team 5: Natuur Onderzoek naar de natuurlijke zonnecel Jullie gaan onderzoeken of de plant een zonnecel is en wie daar gebruik van maken 1. SAMENWERKEN IN EEN TEAM Jullie gaan samenwerken

Nadere informatie

Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar

Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar Overzicht Doelen Leerlingen vormen een beeld bij het onderzoek van de professor Leerlingen vergroten hun woordenschat door het leren van nieuwe vaktermen

Nadere informatie

werken met water - waterbladen

werken met water - waterbladen werken met water - waterbladen inhoud inhoud VVaterblad 1 Waterblad 2 Waterblad 3 Waterblad 4 Waterblad 5 Waterblad 6 Waterblad 7 Een boot laden De stevigheid van het wateroppervlak Een gat in de waterleiding

Nadere informatie

WELKOM BIJ BOMBERBOT! LES 2: SEQUENTIES I LES 2: SEQUENTIES I WAAR GAAT DEZE LES OVER? INTRODUCTIE

WELKOM BIJ BOMBERBOT! LES 2: SEQUENTIES I LES 2: SEQUENTIES I WAAR GAAT DEZE LES OVER? INTRODUCTIE WELKOM BIJ BOMBERBOT! Bij onze lessen horen ook nog een online game, waarin de leerlingen de concepten die ze geleerd krijgen direct moeten toepassen, en een online platform, waarin u de voortgang van

Nadere informatie

Test je kennis! De heelalquiz

Test je kennis! De heelalquiz Test je kennis! heelalquiz Introductie les 3 Planeten, sterren, manen, de oerknal. Het zijn termen die leerlingen vast wel eens voorbij hebben horen komen. Maar wat weten de leerlingen eigenlijk al van

Nadere informatie

Arbeid & Energie. Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be. Assistent: Erik Lambrechts

Arbeid & Energie. Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be. Assistent: Erik Lambrechts Introductieweek Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen 25 29 Augustus 2014 Arbeid & Energie Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be Assistent: Erik Lambrechts

Nadere informatie

Kernvraag: Hoe kun je dingen warm houden?

Kernvraag: Hoe kun je dingen warm houden? Kernvraag: Hoe kun je dingen warm houden? Naam leerling: Klas: http://www.cma-science.nl Activiteit 1 Hoe kun je dingen warm maken 1. Stel je voor dat je de temperatuursensor zo warm mogelijk moet maken

Nadere informatie

Er zijn 3 soorten hefbomen. Alles hangt af van de positie van het steunpunt, de last en de inspanning ten opzichte van elkaar.

Er zijn 3 soorten hefbomen. Alles hangt af van de positie van het steunpunt, de last en de inspanning ten opzichte van elkaar. Lesbrief 1 Hefbomen Theorie even denken Intro Overal om ons heen zijn hefbomen. Meer dan je beseft. Met een hefboom kan je eenvoudig krachten vermenigvuldigen. Hefbomen worden gebruikt om iets in beweging

Nadere informatie

Practicum: Het ontkiemen van zaadjes

Practicum: Het ontkiemen van zaadjes Naam: Klas: Practicum: Het ontkiemen van zaadjes Oefenen Theorie Op dit moment ben je bezig met Hoofdstuk 2 dat gaat over planten. Planten groeien uit zaden, bollen of knollen. In dit practicum gaan we

Nadere informatie

Archeologen logboek Namen:....

Archeologen logboek Namen:.... Archeologen logboek Namen:... Bladzijde 1 De antwoorden op deze vragen kun je vinden bij de internetsites die bij opdracht 1 op de WebQuest staan. Vul de antwoorden in de piramide in. De letters in de

Nadere informatie

Doelstelling Testen of u onbewuste vooroordelen hebt ten aanzien van mannen en vrouwen in de wetenschap.

Doelstelling Testen of u onbewuste vooroordelen hebt ten aanzien van mannen en vrouwen in de wetenschap. Activiteit: Impliciete Associatietest Doelstelling Testen of u onbewuste vooroordelen hebt ten aanzien van mannen en vrouwen in de wetenschap. Materialen Computer met internettoegang Werkmethodes De IAT

Nadere informatie

Verwerkingsopdrachten bijhet hoofdstuk Mondelinge opdrachten geven Doelstelling 3.

Verwerkingsopdrachten bijhet hoofdstuk Mondelinge opdrachten geven Doelstelling 3. Verwerkingsopdrachten bijhet hoofdstuk Mondelinge opdrachten geven Doelstelling 3. 1 OPDRACHT 1 Bekijk hetvolgende lijstje mondelinge opdrachten. Probeer elke opdracht te analyseren: welke soort opdracht

Nadere informatie

Wereldgodsdiensten. Project Levensbeschouwing 2 e klas St. Nicolaaslyceum. Naam:

Wereldgodsdiensten. Project Levensbeschouwing 2 e klas St. Nicolaaslyceum. Naam: Wereldgodsdiensten Project Levensbeschouwing 2 e klas St. Nicolaaslyceum Naam: Inhoudsopgave Inleiding Schema Beoordeling Deel 1 Test jezelf! Deel 2 Kies je onderwerp en aan de slag! Deel 3 Het ervaren

Nadere informatie

Wie ben jij? HANDLEIDING

Wie ben jij? HANDLEIDING HANDLEIDING Wie ben jij? Korte omschrijving lesactiviteit Iedereen legt vijf vingers op tafel. Om de beurt vertel je iets over jezelf, waarvan je denkt dat het uniek is. Als het inderdaad uniek is, dan

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen.

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen. Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen. Leerstijlentest van David Kolb Mensen, scholieren dus ook, verschillen nogal in de wijze waarop ze leren. Voor

Nadere informatie

Begripsvragen: Cirkelbeweging

Begripsvragen: Cirkelbeweging Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.1 Mechanica Begripsvragen: Cirkelbeweging 1 Meerkeuzevragen 1 [H/V] Een auto neemt een bocht met een

Nadere informatie

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt.

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt. Uitwerkingen 1 Opgave 1 Het aangrijpingspunt van een kracht is de plaats waar de kracht op het voorwerp werkt. De werklijn van een kracht is de denkbeeldige (rechte) lijn die samenvalt met de bijbehorende

Nadere informatie

Banger voor spinnen dan voor terreur.

Banger voor spinnen dan voor terreur. Opdracht 1 (tweetal): Voorspellen wat je gaat lezen 1. Lees de uitleg in het blokje hieronder. Uitleg Tijdens het lezen van een tekst zijn je hersenen hard aan het werk! Ze proberen de informatie uit de

Nadere informatie

Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8

Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8 Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8 Inhoud van deze lesbrief - Thema s in het boek - Lesopzet - Doel van de les - Uitwerking - Bijlage: opdrachtenblad Thema s

Nadere informatie

Liefde, voor iedereen gelijk?

Liefde, voor iedereen gelijk? Seksuele diversiteit graad 2 Lesvoorbereiding Liefde, voor iedereen gelijk? Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les: Print de verhalen 'Het geheim van Mirjam'

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

Werkbladen Leerlingen Kun je zelf je zeilboot vooruit blazen?

Werkbladen Leerlingen Kun je zelf je zeilboot vooruit blazen? Werkbladen Leerlingen Kun je zelf je zeilboot vooruit blazen? Werkt een parachute op de maan? Hoe zwaar weeg je in de ruimte? Geeft de maan licht? Inhoudsopgave Les 1 Meten is weten werkblad 1 t/m 4 Les

Nadere informatie

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien.

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien. Foto s uitbeelden 1 Doel: de leerlingen kunnen een eenvoudige handeling uitbeelden in houding en mimiek Benodigdheden: een fototoestel De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan

Nadere informatie

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als 4 Denken In dit hoofdstuk vertellen we hoe jij om kan gaan met je gedachten. Veel gedachten maak je zelf. Ze bepalen hoe jij je voelt. We geven tips hoe jij jouw gedachten en gevoelens zelf kunt sturen.

Nadere informatie

Begripsvragen: kracht en krachtmoment

Begripsvragen: kracht en krachtmoment Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.1 Mechanica Begripsvragen: kracht en krachtmoment 1 Meerkeuzevragen Kracht 1 [H/V] Een boek ligt stil

Nadere informatie

Elektriciteit en stroom, wat is het? Proefjes met stroom en electriciteit

Elektriciteit en stroom, wat is het? Proefjes met stroom en electriciteit Energie 5 en 6 2 Elektriciteit en stroom, wat is het? Proefjes met stroom en electriciteit Doelen Begrippen Materialen De leerlingen: begrijpen hoe elektriciteit en stroom ontstaan, als een brandstof wordt

Nadere informatie

Uitwerking workshop Creatief reflecteren met kinderen

Uitwerking workshop Creatief reflecteren met kinderen Uitwerking workshop Creatief reflecteren met kinderen 4 november 2011 NJPV Conferentie door Welmoed Lockefeer Onderwijs Maak Je Samen Waarom reflecteren met kinderen? Roepvraag met hele groep, bij aanvang

Nadere informatie

GELIJKE KANSEN IN BELGIË HISTORISCH ONDERZOEK

GELIJKE KANSEN IN BELGIË HISTORISCH ONDERZOEK GELIJKE KANSEN IN BELGIË HISTORISCH ONDERZOEK 1. TOELICHTING Tijdens het bezoek aan de Democratiefabriek hebben jullie kunnen vaststellen dat bepaalde elementen essentieel zijn om tot democratie te komen.

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna

Nadere informatie

Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje

Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje Vandaag gaan jullie een natuurkundig experiment doen in een hele andere vorm dan je gewend bent, namelijk in de vorm van een wedstrijd. Leerdoelen

Nadere informatie

Huppel de pup. Zaag 40 cm rondhout af. Gebruik een verstekbak en een toffelzaag.

Huppel de pup. Zaag 40 cm rondhout af. Gebruik een verstekbak en een toffelzaag. Dit heb je nodig: rondhout 6mm, handboor + 6mm boortje, plankje 10x10 cm, ijzerdraad 1,2 mm, houtlijm, kniptang, kurk, chenilledraad, push-pins, stiften, materialen om de kruk te versieren Beweging/Mechanica

Nadere informatie

Weet wat een wiel is en waar die voor wordt gebruikt PILOT. Leert het verschil tussen schuiven, dragen/tillen en rollen

Weet wat een wiel is en waar die voor wordt gebruikt PILOT. Leert het verschil tussen schuiven, dragen/tillen en rollen werkblad Rijden op de maan groep 1-2 Tijdsduur 60 minuten Kerndoelen Lesdoelen De leerling: Weet wat een wiel is en waar die voor wordt gebruikt Leert het verschil tussen schuiven, dragen/tillen en rollen

Nadere informatie

Proef Natuurkunde Vallen en zwaartekracht

Proef Natuurkunde Vallen en zwaartekracht Proef Natuurkunde Vallen en zwaartekracht Proef door een scholier 1883 woorden 19 januari 2005 5,4 91 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Verband tussen massa en zwaartekracht Wat

Nadere informatie

Verhaal: Jozef en Maria

Verhaal: Jozef en Maria Verhaal: Jozef en Maria Er was eens een vrouw, Maria. Maria was een heel gewone jonge vrouw, net zo gewoon als jij en ik. Toch had God haar uitgekozen om iets heel belangrijks te doen. Iets wat de hele

Nadere informatie

USERTESTING. Testplan Werking en interesse. Product. Testdoelen. Methodes

USERTESTING. Testplan Werking en interesse. Product. Testdoelen. Methodes USERTESTING Testplan Werking en interesse Product Op de basisschool worden vooral vakken gegeven waarop de inspectie controleert. Veel vakken die ook belangrijk zijn worden hierdoor niet gegeven. Ons doel

Nadere informatie

Voorbeeld actiepunten Aandachtspunt = bevorderen van interactie tussen kinderen tijdens de evaluatie van de les

Voorbeeld actiepunten Aandachtspunt = bevorderen van interactie tussen kinderen tijdens de evaluatie van de les 1 Lesschemaformulier (LSF) Handleiding versie 2009-2010 / Pedagogogische Hogeschool De Kempel Helmond Kop Op ieder lesschemaformulier noteer je jouw voor- en achternaam en de jaargroep op de Kempel. Je

Nadere informatie

We gaan een auto bouwen waar ook wedstrijden mee gehouden worden! Wil jij weten hoe? Kijk maar snel!

We gaan een auto bouwen waar ook wedstrijden mee gehouden worden! Wil jij weten hoe? Kijk maar snel! We gaan een auto bouwen waar ook wedstrijden mee gehouden worden! Wil jij weten hoe? Kijk maar snel! We gaan de auto maken met een muizenval als aandrijving! Zo ziet die van mij eruit: Als we zelf zo n

Nadere informatie

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les 8 Inhoud 1 Eenzaam De Soms ben je alleen en vind je dat fijn. Als alleen zijn niet prettig aanvoelt, als je niet in je eentje wilt zijn, dan voel je je eenzaam. In deze leren de leerlingen het verschil

Nadere informatie

Bij u schuil ik, u bent mijn schild,

Bij u schuil ik, u bent mijn schild, Bij u schuil ik, u bent mijn schild, in uw woord stel ik mijn hoop. Psalm 119:114 inleiding Laten we eerlijk zijn: het is niet zo eenvoudig om regelmatig uit de Bijbel te lezen en te bidden. Onze volle

Nadere informatie

QUESTIONBOXLES ZONNECELLEN EN ELEKTRICITEIT

QUESTIONBOXLES ZONNECELLEN EN ELEKTRICITEIT QUESTIONBOXLES ZONNECELLEN EN ELEKTRICITEIT Colofon Auteur: Amy Beerens Contact: Maarten Reichwein, WKUU, wetenschapsknooppunt@uu.nl of 030-25 33 717 INHOUDSOPGAVE Inhoud 1 Doel van de les 2 2 Opzet lesplan

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/167522

Nadere informatie